104779 beslissing op bezwaar - Onderwijsgeschillen

Landelijke
Klachtencommissie
Onderwijs
informatie, als die speciaal onder de aandacht van de school wordt gebracht, op enigerlei wijze
ook in het dossier van de leerling terecht komt.
Bezwaarde heeft er daarnaast op gewezen dat zij tot op de dag van vandaag nog geen
verklaring heeft ontvangen door wie kruisjes op een kennisgeving ongeoorloofd schoolverzuim
zijn geplaatst.
4. Overwegingen van de plaatsvervangend Voorzitter
De Commissie heeft het beleid dat een klacht over het zelfde feitencomplex slechts één keer
behandeld kan worden. Daarnaast kan een klager een klacht niet opnieuw indienen indien hij
na het in behandeling nemen van de klacht deze heeft ingetrokken.
De Voorzitter constateert dat tijdens de vorige klachtenprocedure de kwestie van de
verzuimmelding een van de onderwerpen was. Hierover kan derhalve niet nogmaals een klacht
worden ingediend. De Voorzitter heeft derhalve terecht besloten dit deel van de ingediende
klacht niet opnieuw in behandeling te nemen.
Ten aanzien van de klacht over het betichten van bezwaarde van neonazisme en racisme, stelt
de Voorzitter dat dit toentertijd geen onderwerp was van de ingediende klacht. De uitlating is
ruim buiten de door de Commissie gehanteerde verjaringstermijn van een jaar gedaan.
Bezwaarde heeft echter aannemelijk gemaakt dat zij pas kort geleden bekend is geworden met
de bewoordingen waarin een medewerker van de school zich over haar zou hebben uitgelaten.
Het is niet aannemelijk dat klaagster eerder op de hoogte had kunnen zijn van de uitlating. In
die zin had zij niet eerder kunnen klagen en is de overschrijding van de verjaringstermijn
verschoonbaar. Bezwaarde heeft de klacht binnen een redelijke termijn nadat zij met de
gewraakte gedraging bekend is geworden ingediend.
De klacht dient daarom op dit onderdeel alsnog in behandeling te worden genomen.
5. Oordeel
De Voorzitter komt op grond van bovenstaande overwegingen tot de conclusie dat het bezwaar
van bezwaarde tegen de beslissing van 3 november 2010 gedeeltelijk gegrond is.
Utrecht, 1 december 2010
mr. J.P.L.C. Dijkgraaf, plaatsvervangend Voorzitter
2
104779/ beslissing dd. 1 december 2010