SAMENVATTING ADVIES - Onderwijsgeschillen
SAMENVATTING ADVIES - Onderwijsgeschillen
SAMENVATTING ADVIES - Onderwijsgeschillen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
104369 / 8 februari 2010<br />
Pagina 1 van 3<br />
<strong>SAMENVATTING</strong><br />
Landelijke<br />
Klachtencommissie<br />
Onderwijs<br />
104369 - Klacht over de criteria voor plaatsing in een schakelklas en over de afhandeling van een<br />
klacht; VO<br />
Moeder klaagt erover dat bij de beslissing over toelating van haar zoon tot het D geen vooraf<br />
vastgestelde criteria zijn gehanteerd en dat de toezegging niet is nagekomen dat tussentijds zou<br />
worden bekeken of haar zoon alsnog in 1 Vmbo kon worden geplaatst. De interne klachtencommissie<br />
heeft verzuimd uit te leggen waarom de ingediende klacht ongegrond was.<br />
Klaagster heeft ingestemd met de plaatsing, hetgeen blijkt uit het door haar ondertekende<br />
handelingsplan, waaruit blijkt dat haar zoon in de schakelklas was geplaatst. Gelet op de zorg op maat<br />
die deze leerlingen behoeven, is het hanteren van flexibele toelatingscriteria niet klachtwaardig, maar<br />
juist aangewezen. Het is onzorgvuldig dat verweerder aan klaagster niet tussentijds schriftelijk heeft<br />
meegedeeld dat een voortgezet verblijf in de schakelklas aangewezen was. Het is onbegrijpelijk dat<br />
de interne commissie ten aanzien van de ongegronde klachtonderdelen een motivering achterwege<br />
heeft gelaten. Juist op deze onderdelen verwacht een klager immers uitleg van een<br />
klachtencommissie.<br />
De klacht is gedeeltelijk gegrond.<br />
in de klacht van:<br />
<strong>ADVIES</strong><br />
mevrouw A, wonende te B, moeder van C, voormalig leerling van het D te E, hierna te noemen<br />
klaagster<br />
gemachtigde: mevrouw F<br />
tegen<br />
het bestuur van het D, hierna te noemen verweerder<br />
1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE<br />
Bij klaagschrift met bijlagen van 16 november 2009, aangevuld d.d. 24 november 2009 en<br />
13 januari 2010, heeft klaagster op grond van de klachtenregeling van de betrokken school bij de<br />
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) een klacht jegens verweerder ingediend met de<br />
volgende inhoud:<br />
Mevrouw A klaagt erover dat de toelatingscommissie bij de beslissing over toelating van haar<br />
zoon tot het D in het jaar 2008/2009 geen vooraf vastgestelde criteria heeft gehanteerd. Haar<br />
zoon is in de schakelklas geplaatst en niet in 1 Vmbo.<br />
Voorts klaagt mevrouw A erover dat de toezegging niet is nagekomen dat rond de Kerst zou<br />
worden bekeken of C alsnog in 1 Vmbo kon worden geplaatst.<br />
Ten slotte klaagt mevrouw A over de afhandeling van haar klacht door de interne<br />
klachtencommissie. Deze commissie heeft verzuimd uit te leggen waarom de door klaagster<br />
ingediende klacht ongegrond was.
104369 / 8 februari 2010<br />
Pagina 2 van 3<br />
Landelijke<br />
Klachtencommissie<br />
Onderwijs<br />
Verweerder heeft een verweerschrift met bijlagen ingediend, ingekomen op 8 januari 2010.<br />
Deze stukken zijn over en weer in afschrift aan partijen gestuurd.<br />
Op verzoek van de Commissie heeft ook het bevoegd gezag toelichtende schriftelijke informatie<br />
verstrekt. Deze is in kopie aan beide partijen gestuurd.<br />
De mondelinge behandeling van de klacht vond plaats op 20 januari 2010 te Utrecht.<br />
Klaagster verscheen in persoon, bijgestaan door haar gemachtigde.<br />
Verweerder werd ter zitting vertegenwoordigd door mevrouw G, directeur D. Zij werd vergezeld door<br />
de heer H, locatiedirecteur D, en de heer I, zorgcoördinator, als informanten.<br />
Klaagster en haar gemachtigde hebben ieder een pleitnotitie overgelegd.<br />
Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven.<br />
Hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is, voor zover relevant, zakelijk in dit advies weergegeven.<br />
2. DE FEITEN<br />
C is aan het einde van groep 8 van de basisschool voor het schooljaar 2008/2009 aangemeld bij het K<br />
Vmbo voor plaatsing in een kleine setting. Van het K Vmbo ontving klaagster op 21 april 2008 bericht<br />
dat C was toegelaten. Op 17 juni 2008 ontving klaagster bericht dat C in principe toelaatbaar was tot<br />
D, een orthopedagogisch didactisch centrum dat onderwijs en begeleiding verzorgt voor leerlingen die<br />
problemen hebben met leren en/of sociaal functioneren. D is een samenwerkingsverband tussen<br />
scholen voor voortgezet onderwijs in J. Op 18 juni 2008 was er een kennismakingsdag voor nieuwe<br />
leerlingen. C was voor die dag ingedeeld in de schakelklas, een voorziening voor leerlingen die nog<br />
niet plaatsbaar zijn in klas 1 van het voortgezet onderwijs. De volgende dag is de vraag welke<br />
specifieke begeleiding hij nodig zou hebben nader onderzocht, met name op basis van door de<br />
basisschool verstrekte gegevens. Dit resulteerde in een handelingsplan van 2 juli 2008, waarmee<br />
klaagster heeft ingestemd.<br />
Het handelingsplan bevat de opmerking: “Is schakelklas wel goede oplossing evt. z.s.m. naar<br />
brugklas.” Met ingang van het schooljaar 2009/2010, dus na het schakeljaar, is C ingeschreven in de<br />
brugklas van het K Vmbo.<br />
Klaagster heeft op 6 juli 2009 een klacht ingediend bij de interne klachtencommissie van D. Deze<br />
commissie heeft in haar advies van 3 september 2009 de klacht op twee onderdelen gegrond en op<br />
twee onderdelen ongegrond geoordeeld. Daarop heeft klaagster haar klacht ingediend bij de LKC.<br />
3. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE<br />
Aangaande de plaatsing van C op het D merkt de Commissie op dat haar niet duidelijk is geworden<br />
welke rol alle betrokkenen (leerkracht groep 8, zorgcoördinator K Vmbo en dergelijke) hebben<br />
gespeeld. Niettemin heeft klaagster expliciet ingestemd met de plaatsing, hetgeen blijkt uit het door<br />
haar ondertekende handelingsplan van 2 juli 2008, waaruit onmiskenbaar blijkt dat C in de schakelklas<br />
was geplaatst. Ondanks haar instemming heeft klaagster naderhand haar klacht over het onduidelijk<br />
zijn van de criteria geformuleerd. Het staat vast dat verweerder bij leerlingen met gestapelde<br />
problematiek, dat wil zeggen een combinatie van gedragsproblemen en leerachterstanden, geen<br />
harde toelatingscriteria hanteert. Gelet op de zorg op maat die deze leerlingen behoeven en die<br />
verweerder ook biedt, is het hanteren van flexibele toelatingscriteria naar het oordeel van de<br />
Commissie niet klachtwaardig, maar juist aangewezen. Met name gedragsproblemen laten zich<br />
immers moeilijk op voorhand in harde toelatingscriteria vastleggen. Datzelfde geldt voor het hanteren<br />
van dergelijke criteria voor de keuze voor de schakelklas of plaatsing in 1 Vmbo. Voorafgaand aan de<br />
plaatsing van C in de schakelklas heeft onderzoek plaatsgevonden, resulterend in een handelingsplan<br />
op basis waarvan C in de schakelklas zou worden begeleid. De Commissie heeft geen reden om aan
104369 / 8 februari 2010<br />
Pagina 3 van 3<br />
Landelijke<br />
Klachtencommissie<br />
Onderwijs<br />
te nemen dat het onderzoek niet deugdelijk is geweest. Derhalve is de klacht op dit onderdeel<br />
ongegrond.<br />
Ten aanzien van de toezegging van verweerder dat tegen de kerstvakantie zou worden bezien of C<br />
mogelijk overgeplaatst kon worden van de schakelklas naar 1 Vmbo heeft de Commissie geen<br />
aanleiding om te veronderstellen dat verweerder deze afweging niet heeft gemaakt. Als het beleid<br />
immers is dat van alle leerlingen bekeken wordt of een dergelijke stap is aangewezen, is niet<br />
aannemelijk dat deze beoordeling in het geval van C juist niet zou hebben plaatsgevonden. Wel acht<br />
de Commissie het onzorgvuldig dat verweerder aan klaagster niet schriftelijk heeft meegedeeld dat<br />
een voortgezet verblijf van C in de schakelklas aangewezen was. Daar was temeer aanleiding voor nu<br />
in het handelingsplan van<br />
2 juli 2008 de vraag werd opgeworpen of de schakelklas wel de juiste oplossing voor C was. Of dit in<br />
het gesprek met klaagster op 17 december 2008 expliciet aan de orde is geweest, is niet vast te<br />
stellen, maar ook indien dat wel het geval is, acht de Commissie het belang van schriftelijke<br />
mededelingen over een dergelijke belangrijke beslissing zo groot, dat het achterwege laten daarvan<br />
leidt tot het oordeel dat de klacht op dit onderdeel gegrond is.<br />
Met betrekking tot de interne klachtbehandeling staat vast dat de interne klachtencommissie pas<br />
gedurende de behandeling van de klacht door de LKC heeft zorg gedragen voor een motivering ten<br />
aanzien van de ongegrondheid van twee klachtonderdelen. De Commissie acht het onbegrijpelijk dat<br />
de interne commissie ten aanzien van de ongegronde klachtonderdelen in eerste instantie een<br />
motivering achterwege heeft gelaten. Juist op deze onderdelen verwacht een klager immers uitleg van<br />
een klachtencommissie. Dat in de onderhavige procedure alsnog een motivering is gegeven is een<br />
voor klaagster prettige omstandigheid, maar leidt niet tot een ander oordeel over de klachtwaardigheid<br />
van het - aan verweerder toe te rekenen - handelen van de klachtencommissie. De klacht hierover is<br />
gegrond.<br />
4. OORDEEL VAN DE COMMISSIE<br />
De Commissie komt op grond van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat de klacht over<br />
onduidelijkheid over de criteria voor de plaatsing van C in de schakelklas ongegrond is. De klachten<br />
over het niet nakomen van de toezegging over een mogelijke tussentijdse plaatsing in 1 Vmbo is in<br />
zoverre gegrond dat de communicatie met klaagster daarover onzorgvuldig is geweest. De klacht over<br />
de handelwijze van de interne klachtencommissie is gegrond.<br />
5. AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE<br />
De Commissie beveelt het bevoegd gezag van D aan om:<br />
- belangrijke beslissingen ten aanzien van de plaatsing en overplaatsing van leerlingen te allen<br />
tijde ten behoeve van ouders/verzorgers op schrift te stellen;<br />
- in voorkomende gevallen zorg te dragen voor een zorgvuldiger interne klachtbehandeling dan<br />
in deze situatie heeft plaatsgevonden.<br />
Aldus gedaan te Utrecht op 8 februari 2010 door mr. M.E.A. Wildenburg, voorzitter, W. Dulfer-Visser<br />
en W. Happee, leden, in aanwezigheid van mr. M. Smulders, secretaris.<br />
mr. M.E.A. Wildenburg mr. M. Smulders<br />
voorzitter secretaris