104779 beslissing op bezwaar - Onderwijsgeschillen

104779
BESLISSING OP BEZWAAR EX ARTIKEL 11 REGLEMENT LKC
1
Landelijke
Klachtencommissie
Onderwijs
naar aanleiding van een bezwaarschrift van mevrouw A te B tegen de beslissing van de
Voorzitter van de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (hierna: de Commissie), inhoudende
het niet in behandeling nemen van een gedeelte van de ingediende klacht.
1. Verloop van de procedure
Bij schrijven van 4 oktober 2010, heeft bezwaarde een klaagschrift ingediend bij de LKC.
In een beslissing van 3 november 2010 heeft de Commissie besloten de klacht in behandeling
te nemen, maar bezwaarde in de aanmelding van de klacht gedeeltelijk kennelijk nietontvankelijk
te achten omdat een gedeelte van de in de klacht genoemde onderwerpen al aan
de orde was geweest in een eerder door de vader van bezwaarde ingediende en door de
Commissie afgehandelde klacht. Bezwaarde is meegedeeld dat zij tegen deze beslissing
binnen 7 dagen na dagtekening bezwaar kon maken.
Bij brief van 9 november 2010 is het bezwaar tegen de beslissing van de Commissie ingediend.
Conform artikel 11 vierde lid van het Reglement van de LKC heeft de plaatsvervangend
Voorzitter van de LKC het bezwaar behandeld.
2. De beslissing waar het bezwaar tegen is gericht
Bij brief van 27 oktober 2010 heeft bezwaarde een klacht ingediend over de handelwijze van
het bestuur en medewerkers van C te D. Over deze school had de vader (nu gemachtigde) van
bezwaarde in 2009 al een klacht ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling van deze
klacht heeft de vader aangegeven dat hij geen prijs stelde op voortzetting van de behandeling
en evenmin prijs stelde op een advies van de Commissie. De Commissie heeft de klacht daarop
buiten behandeling gesteld. Volgens bezwaarde zijn inmiddels nieuwe zaken boven water
gehaald die een nieuw onderzoek rechtvaardigen.
Bij brief van 3 november 2010 heeft de Commissie besloten de klacht in behandeling te nemen
voor zover die betrekking had op handelen dat heeft plaatsgevonden na afloop van de
behandeling van de eerdere klacht.
Uit de brief van de Commissie: Voor zover de klacht betrekking heeft op racistische uitlatingen
en de gespreksweergave van een gesprek met een medewerkster van E heeft te gelden dat
deze onderwerpen al aan de orde waren in het kader van de eerdere klacht. Deze klacht is
afgehandeld en kan niet opnieuw aan de orde worden gesteld.
3. Het bezwaar
In haar bezwaarschrift heeft bezwaarde naar voren gebracht dat de klacht over discriminatie
niet in het kader van de eerdere klacht is behandeld. Het door de stichting E opgetekende
verslag waarin een medewerker van C bezwaarde betichtte van neonazisme en racisme is
weliswaar in december 2008 opgesteld, maar is pas na augustus 2010 in het bezit gesteld van
bezwaarde en haar vader.
Daarnaast is de termijnoverschrijding zijns inziens verschoonbaar omdat naar zijn mening op de
school een zorgplicht rust ten aanzien van het behoorlijk bijhouden van het leerling-dossier, en
het behoorlijk overdragen van leerlingen aan de opvolgende leerkracht, met name wanneer het
gaat om onderwerpen die de leerling, de ouders, de school en hun onderlinge verhoudingen en
functioneren betreffen. Bezwaarde stelt dat ouders erop mogen vertrouwen dat relevante
104779/ beslissing dd. 1 december 2010

Landelijke
Klachtencommissie
Onderwijs
informatie, als die speciaal onder de aandacht van de school wordt gebracht, op enigerlei wijze
ook in het dossier van de leerling terecht komt.
Bezwaarde heeft er daarnaast op gewezen dat zij tot op de dag van vandaag nog geen
verklaring heeft ontvangen door wie kruisjes op een kennisgeving ongeoorloofd schoolverzuim
zijn geplaatst.
4. Overwegingen van de plaatsvervangend Voorzitter
De Commissie heeft het beleid dat een klacht over het zelfde feitencomplex slechts één keer
behandeld kan worden. Daarnaast kan een klager een klacht niet opnieuw indienen indien hij
na het in behandeling nemen van de klacht deze heeft ingetrokken.
De Voorzitter constateert dat tijdens de vorige klachtenprocedure de kwestie van de
verzuimmelding een van de onderwerpen was. Hierover kan derhalve niet nogmaals een klacht
worden ingediend. De Voorzitter heeft derhalve terecht besloten dit deel van de ingediende
klacht niet opnieuw in behandeling te nemen.
Ten aanzien van de klacht over het betichten van bezwaarde van neonazisme en racisme, stelt
de Voorzitter dat dit toentertijd geen onderwerp was van de ingediende klacht. De uitlating is
ruim buiten de door de Commissie gehanteerde verjaringstermijn van een jaar gedaan.
Bezwaarde heeft echter aannemelijk gemaakt dat zij pas kort geleden bekend is geworden met
de bewoordingen waarin een medewerker van de school zich over haar zou hebben uitgelaten.
Het is niet aannemelijk dat klaagster eerder op de hoogte had kunnen zijn van de uitlating. In
die zin had zij niet eerder kunnen klagen en is de overschrijding van de verjaringstermijn
verschoonbaar. Bezwaarde heeft de klacht binnen een redelijke termijn nadat zij met de
gewraakte gedraging bekend is geworden ingediend.
De klacht dient daarom op dit onderdeel alsnog in behandeling te worden genomen.
5. Oordeel
De Voorzitter komt op grond van bovenstaande overwegingen tot de conclusie dat het bezwaar
van bezwaarde tegen de beslissing van 3 november 2010 gedeeltelijk gegrond is.
Utrecht, 1 december 2010
mr. J.P.L.C. Dijkgraaf, plaatsvervangend Voorzitter
2
104779/ beslissing dd. 1 december 2010