19.09.2013 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Bekennen is een oud-Hollands woord voor belijden. Er is in later tijd telkens twist<br />

gerezen over de vraag wat de ouders nu precies belijden door te zeggen, dat hun<br />

kinderen "in <strong>Christus</strong> geheiligd" zijn; hoewel die strijd niet nodig was geweest, want 18)<br />

de verklaring van die uitdrukking volgt meteen daarna, omdat de kinderen vlak daarop<br />

"lidmaten" (d.w.z. leden) van <strong>Christus</strong>' gemeente" genoemd worden. "In <strong>Christus</strong><br />

geheiligd" wil hetzelfde zeggen als "lidmaten van <strong>Christus</strong>' gemeente". En leden van<br />

<strong>Christus</strong>' gemeente zijn de kinderen dank zij de belofte des Verbonds, die hun toekomt<br />

en waardoor zij zó stellig de Heere <strong>Christus</strong> en al zijn weldaden ontvangen hebben, dat,<br />

wanneer zij straks bij het opgroeien onverhoopt deze beloftegemeenschap met <strong>Christus</strong><br />

verbreken en de goddeloze wereld ingaan zouden, de kerk hun zou moeten verwijten:<br />

"Gij hebt (n.l. door die belofte Gods te verachten) de Zoon van God vertreden en het<br />

bloed des Testaments (d.w.z. des Verbonds) onrein geacht, waardoor gij geheiligd<br />

waart", Hebr. 10:29.<br />

We moeten oppassen; dat we ons niet in verwarring laten brengen 19) door de manier,<br />

waarop de Róómsen vaak van "heiligen" spreken. Volgens hèn is een heilige iemand, die<br />

eigenlijk nooit kwaad gedaan heeft; iemand met een onzondig hart en leven. Zo geloven<br />

ze van Maria, de moeder van onze Heiland, dat deze zelfs is gebóren zonder aangeboren<br />

zonde en dat zij ook nooit zonden-met-de-daad gedaan heeft. Een heilige is volgens hen<br />

ook geweest Liduïna uit de Kreupelstraat te Schiedam, die als meisje op het ijs haar<br />

been brak, vreselijk maar geduldig leed en na haar dood op plotselinge en wonderlijke<br />

wijze weer een gaaf lichaam kreeg. En Franciscus, die al z'n goed aan de armen gaf, was<br />

ook zo'n "heilige", zegt men dan. Jammer, dat wij die betekenis van het woord heilige<br />

meestal ook gebruiken, b.v. als wij tegen een jongen zeggen; "Wat ben jij een heilig<br />

boontje". 20) Onder heilig verstaat men dan: rein, zondeloos van hart en wandel. Maar<br />

dat is niet goed, want volmaakt is 21) alleen onze Heere Jezus geweest, Hebr. 7:26.<br />

In de Schrift wordt het woord heilig (en heiligen) gebruikt 22) vooral in tweeërlei zin. In de<br />

éérste plaats betekent het: 23) afgezonderd van de wereld en bestemd tot de dienst van<br />

God. 24) Dit heiligen heeft lang niet altijd betrekking op het hart van een mèns, want de<br />

Schrift spreekt zelfs wel van heilige potten en pannen in de tabernakel, Ex. 40:9-15. Ook<br />

was de hele stam van Levi wel aan God geheiligd, d.w.z. tot de dienst des HEEREN bij<br />

het heiligdom geroepen, maar toch waren priesters als Hofni en Pinehas mannen van<br />

een onheilige levenswandel en met een onheilig hart. 25) In deze zin genoot heel Israel<br />

eertijds de eer kinderen des HEEREN te zijn, Deut. 14:1. Ze waren een heilig volk, Ex.<br />

19:6, en openlijk had God dit door hun doop in de Rode Zee erkend, 1 Cor. 10:1-4. In<br />

deze zin zijn thans ook alle kinderen der gemeente door de belofte van Gods<br />

genadeverbond van de wereld onderscheiden, heilige kinderen, 1 Cor. 7:14, en hebben<br />

zij recht op de doop. Maar in de twééde plaats kan het woord heilig 26) zó gebruikt<br />

worden, dat het iets zegt van des mensen hart en wandel, b.v. in Hebr. 12:"Jaagt de<br />

vrede na met allen en de heiligmaking zonder welke niemand de Heere zien zal" vs. 14,<br />

of b.v. in 1 Petr. 1:15 "Wordt ook gij zelf heilig in al uw wandel"; of b.v. in 2 Cor. 7:1<br />

"Dewijl (d.w.z. omdat) wij dan deze beloften hebben, geliefden, laat ons onszelf reinigen<br />

van alle besmetting des vleses en des geestes, voleindigende de heiligmaking in de<br />

vreze Gods". Deze twee betekenissen mogen we niet verwarren. Alle kinderen van<br />

<strong>Christus</strong>' gemeente zijn wel verheven tot léden van die gemeente, immers door de<br />

belofte des Verbonds: en in die belofte heeft God ook hun de afwassing door <strong>Christus</strong>'<br />

bloed en de vernieuwing door zijn Geest geschonken. Maar zoals de ongelovige leden<br />

van de Joodse kerk in de woestijn het goede land der belofte, dat hun in het toenmalige<br />

evangelie geschonken was, Num. 20:12; Hebr. 4:2, versmaadden, Num. 13:32, Ps.<br />

106:29 en wegens hun ongeloof niet deelachtig werden, Hebr. 3:19; 4:2, zo spreekt de<br />

Schrift ook van kerkleden, die het bloed des testaments (d.w.z. des Verbonds), waardoor<br />

zij geheiligd waren, onrein hebben geacht en de Geest der genade smaadheid hebben<br />

aangedaan, Hebr. 10:29, en door deze verachting van de hun beloofde erfenis gelijk<br />

waren aan Ezau, die een onheilige was, Hebr. 12:16. Wij zien het ook thans maar al te<br />

vaak gebeuren, dat gedoopte kinderen later den Heere Jezus de rug toekeren. Ze waren<br />

wel ranken van de wijnstok <strong>Christus</strong>, maar werden afgehouwen, Joh. 15:2, 6. Zij waren<br />

wel geheiligd, maar kwamen als onheiligen om, Hebr. 10:29, 12:16. We moeten dus niet<br />

19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!