19.09.2013 Views

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

Deur Christus Alleen - AH Bogaards

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

LES 8. [Zondag 3]<br />

6e vr. Heeft God de mens dan zo boos en verkeerd geschapen?<br />

Antw. Neen, maar God heeft de mens goed en naar zijn evenbeeld<br />

geschapen, dat is in ware gerechtigheid en heiligheid, opdat hij God zijn<br />

Schepper recht kennen. Hem van harte liefhebben en met Hem in de<br />

eeuwige zaligheid leven zou om Hem te loven en te prijzen.<br />

Het ligt voor de hand. dat we thans gaan vragen: Maar hoe komt dat dan zo, dat de<br />

mensen zo zijn? 1) Wiens schuld is het dan, dat ze zo slecht zijn? Heeft God ze dan zo<br />

gemààkt?<br />

Zodra we de Heilige Schrift openen, krijgen we antwoord op die vraag. Op de eerste<br />

bladzijde lezen we al: "En God zag al wat Hij gemaakt had en ziet, het was 2) zeer goed",<br />

Gen. 1:31. God heeft dus geen enkel schepsel boos en verkeerd geschapen, ook de<br />

mens niet. Integendeel, we lezen in Gen. 1 ook nog, dat God de mens zelfs het schoonst<br />

van alle schepselen had geschapen, n.l. 3) "naar zijn beeld" of, wat hetzelfde is "als zijn<br />

beeld", Gen. 1:27. Hij was Gods welgelijkend beeld.<br />

Wat betekent dat nu: dat de mens geschapen is naar of als Gods beeld? Dit kunnen we<br />

niet anders weten dan uit Gods Woord. Alle mensen zijn thans verdorven en zelfs in het<br />

leven van de gelovigen is de zonde nog een grote macht. Aan de mènsen kunnen we het<br />

dus niet meer zien. We moeten het uit Gods Woord leren.<br />

De Schrift leert dan, dat het nièt betekent, 4) dat de mens a.h.w. een god in het klein<br />

was, evenmin als God de HEERE een mens in het groot is. 5) God is onze Schèpper en de<br />

mens is slechts zijn maaksel en God en mens zijn ook niet in het minste aan elkaar<br />

gelijk, Jes. 40:25. Te zeggen, zoals wel op schijnvrome manier gebeurd is, dat men aan<br />

God gelijk werd of in Hem een ogenblik verzonken en versmolten" was geweest, is<br />

goddeloze hoogmoed. De Heere Jezus — diè was de enige mens, die tevens Gode even<br />

gelijk was, Filipp. 2:6.<br />

Wat het wèl betekent kunnen we zien aan wat de Schrift verhaalt 6) over onze Heere<br />

Jezus en over allen, die in Hem geloven. Onze Heiland is door zijn Vader met een zware<br />

opdracht naar deze wereld gezonden, maar Hij heeft die opdracht in volmaakte<br />

gehoorzaamheid uitgevoerd, Joh. 6:38. En van de gelovigen leert de Schrift, dat zij op<br />

die Heere Jezus gelijken. Het is Gods plan ons straks met <strong>Christus</strong> in de heerlijkheid van<br />

zijn nieuwe hemel en aarde te brengen en dan zullen wij daar op <strong>Christus</strong> gelijken als op<br />

onze oudste Broeder. In een groot gezin kunnen de kinderen soms zó op elkaar lijken,<br />

dat we zeggen: als men van die kinderen de oudste gezien heeft, heeft men de andere<br />

ook gezien. Zo wil God ons nu ook in al ons doen en laten op de Heere Jezus doen<br />

gelijken. 7) In de heerlijkheid zullen we gelijkvormig zijn aan het beeld van zijn Zoon en<br />

zal <strong>Christus</strong> de Eerstgeborene (de Oudste) zijn onder vele broederen, Rom. 8:29. Zo ver<br />

is het thans nog niet. Dat komt nog, 1 Cor. 15:49; 1 Joh. 3:2. Toch beveelt Paulus ons,<br />

8) dat we reeds in dit leven de oude mens zullen uitdoen (hij denkt aan het uitdoen van<br />

een kleed) en de nieuwe mens aandoen, die vernieuwd wordt naar het beeld van zijn<br />

Schepper, Col. 3:10. En aan de Efeziërs schreef hij: 9) Ge moogt niet meer leven gelijk<br />

vroeger, gelijk de heidenen. Dat hebt gij nu van de Heere Jezus anders geleerd. God<br />

heeft u bevolen, "dat gij zoudt afleggen, aangaande de vorige wandeling, de oude mens,<br />

die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding en dat gij de nieuwe mens<br />

zoudt aandoen, die naar God (d.w.z. overeenkomstig de gelijkenis van God) geschapen<br />

is in ware rechtvaardigheid en heiligheid", Ef. 4:22-24. Dat is dan ook weer te zien.<br />

Gelovige mensen hebben weer iets koninklijks. Ze zijn geen slaven der zonde meer.<br />

Nu kunnen we beter begrijpen wat de Schrift bedoelt, wanneer zij zegt, dat de mens in<br />

het paradijs geschapen werd "als Gods beeld". Het wil zeggen: Wanneer de HEERE op<br />

Adam neerzag, dan zag Hij in hem Zichzelf. Zoals wij van een goede zoon zeggen: net<br />

z'n vader (maar hij is natuurlijk vader zèlf nièt); en zoals men in een stadhouder of<br />

onderkoning iets van de majesteit des konings ziet. En om dit beeld van zijn Vader te<br />

zijn 10) had God de mens begaafd met rechtvaardigheid en heiligheid. Helaas is de mens<br />

43

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!