Hoofdstuk 11 (Tak Huisseling - Afferden) - van Haaff

11-8
Ludovicus van Haaff en Wilhelmina Goossens echteluijden; het Slotje genaamd den
Ringelenbergh cum ap en dependentie met zijn aanhoorige landerijen en houdgewassen,
groot ongeveer thien mergen, in zijne graften onder den Dorpe Huisseling Lande voorsz.
Kennelijk gelege.
En zulks met zodanige privilegien, voorregten en geregtigheden, also waar mede
transportant het zelve van wijlen zijnen oom den Baron Hasselhout van Stokheim als
laatsten besitter van dien, bij testament heeft aangeerft; waarvan de origineele bescheiden
en documenten bij de vercopinge voorsz. aan aankopers echtelieden zijn overgegeven en ter
hand gesteld geworden; zijnde voorsz. Ringelenbergh en landerijen met houdgewassen vrij
alodiale erven, uitgenomen dat dezelve bezwaart zijn zoo aan erfpagt, als dorpslasten
volgens de laatste quitantie daarvan zijnde met circa vier en twintig Gulden jaarlijks te
voldoen, als mede drij Posten Maasdijk, sub. No.26, Nr.70 en Nr. 83 en wetering met regt
alles nogtans volgens s’ Heere Cijns
en Dijkboek.
Wijders met zodanige lasten, regten en
geregtigheden als opgemelde Slotje
den Ringelenbergh en anexe landerijen
door de besitters van dien van ouds
zijn gebruikt geweest.
Transportant heeft met hand en halm
en mond op den eijgendom van
voorsz. Slotje genamd den
Ringeelenbergh met de aangehoorige
landerijen en houdgewassen, groot
ongeveer thien mergen, gelegen onder
den Dorpe Huisseling Lande voorsz.
gerenuntieert en afstand gedaan ten
behoeve van voornoemde aancopers
echtelieden, bekennende van de
coopspenningen voldaan en betaalt te
zijn; en belooft wijders alle commer er
lasten hier met genomineert geheellijk
af te doen en het getransporteerde te
waaren vrijen en guarandeeren na landsregten onder verband van persoon en goederen,
zoo dat voorgemelde scheepenen het vonnis gewezen hebben, dat den transportant van
voornoemde verkogte slotje genamd den Ringelenbergh en van de daar bij annexe
landerijen en houdgewassen is onterft en koopers echtelieden daar aan gegoed en geerft
zijn. Aldus gedaan en in oirconde der waarheid getekent. Ravenstein den 8 e october 1796”.
Tussen overdracht en officieel transport zit vier jaar? Hoe zit dit in elkaar? Is er wellicht
afgesproken dat het transport (officiele akte) later zou plaatsvinden dan de fysieke
overdracht van het Slotje.
1793 Transport geregistreerd den 18 e april 1793.
“Compareerden voor de ondergetekende erfpagteren des Ambts van tussen Maes en Whaal,
Ludovicus van Haaff en Mijntje Goossens egtelieden, wonende te Deest. en verkaerden de
comparanten voor een welbetaelde en bij haar ontfangene somma van f 975,- verkogt,
gecedeert en getransporteerd te hebben aan Aert en Johannes Peters van der Weerden,
jongmans wonende te Beuningen, Rijk van Nijmegen eenen kamp weijland genaempt
Hemers-Kampke, groot ongeveer een en een halven morgen geleegen aan de Salinkse
straat onder den kerspel Afferden, Ambte van tussen Maes en Whaal, ompaalende oostw.
de gemeene straat, westw. de pastorije, zuidw. Jan Jansen Pas en noordw. Bor van der
Weerden, zijnde vrij allodiaal eijgen erf en goed, niet beswaart als met gemeene ‘d Heeren
schattingen, Ambts en Dorpslasten 1.5.4 en met een vak bandijk omtrent het Kruijs onder
Afferden sub. Nr. 24.