verslag raadsvergadering 22 april 2008.pdf - Gemeente Wierden

GEMEENTE WIERDEN
NOTULEN RAADSVERGADERING
Datum: 22 april 2008
Aanwezig: L.B. Kobes (voorzitter)
H.R. Lanning (griffier)
Raadsleden: J.H.J. ter Beke, J.M. Bekke, H.G. Brinkman-Jansen,
H.H.F.J. Ekkelenkamp-Assink, F.J. Fruytier, W.J. Goosen,
A. Hagedoorn, T.W. ter Horst-Oppewal, A.J. Klaas, P.H.J. Lammertink,
J.R.J. van Maasacker, G.D. Nijzink, H.A. Ooms, B.F.M. Ros,
G.H. Schapink, A.M.I. van Rijk-Veenendaal, H.B.M. Slagers
Wethouders: R. Broeze-van der Kolk, T.P. de Putter, D.F. Velten
Gemeentesecretaris: J.C. Koldeweid
Met kennisgeving
afwezig: J.K. de Boer, J.F.A. Timmerman
Verslag: C.J. Tibben
1. Opening
De voorzitter: leden van de raad, ik open de vergadering. Welkom in uw richting.
Met kennisgeving afwezig zijn vanavond de leden van de raad de heer De Boer
en de heer Timmerman. Eveneens welkom in de richting van de leden van B en
W, medewerkers van deze gemeente, pers en publiek en al degenen die kijken en
luisteren.
2. Regeling van werkzaamheden
De voorzitter: op uw tafel heeft u gevonden een nagekomen raadsvoorstel met
betrekking tot realisatie kunstgrasvelden op het sportpark Het Lageveld. Voorstel
is om dit voorstel bij de beschouwingen te betrekken en te agenderen onder punt
12 van deze agenda. Graag uw gevoelens op dit punt met betrekking tot deze
aanvulling van de agenda. De heer Fruytier en daarna de heer Van Maasacker.
De heer Fruytier (VVD/GB): dank u wel, voorzitter. Onze fractie is van oudsher
een pleitbezorger dat de sport goed wordt neergezet binnen de gemeente en dat
een kwaliteitsslag wordt gemaakt. Wij willen dan ook dat dit agenda stuk wordt
behandeld vanavond.
De heer Van Maasacker (FvM): ik ben voorstander om dit stuk vandaag niet te
behandelen. Ik heb daarvoor de volgende argumenten. Dit stuk is voor de eerste
keer binnengekomen op donderdag jl. Dat is dus vrijdag in de bakjes verschenen.
Ik heb vandaag aanvullende informatie gekregen, omdat ik gisteren een
bijeenkomst heb gemist. Er ligt nu een aanvullend raadsvoorstel. Het college zag
reeds aankomen dat dit op 17 januari van dit jaar anders ging lopen dan het is
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 1

gaan lopen en nu wordt de raad te elfder ure gevraagd dat te repareren. Ik ben
daarop tegen. Een tweede reden is dat wij dit soort voorstellen eerst in de
commissie behandelen. Ik kan mij nog herinneren dat wij hebben gezegd tegen
elkaar, eerst in de commissie, dan kan er worden ingesproken. Dan kunnen wij
ons er goed in verdiepen en dat is nu niet het geval. Ik ben er erg op tegen om dit
vanavond te behandelen. Uiteraard ben ik ervoor dat sportverenigingen goed
worden geoutilleerd. Daar kan ik wel in meegaan met de VVD/GB. Voor de rest
niet.
De voorzitter: dank u. Het is niet aan mij, maar aan de raad om hierover te
besluiten. Hoe de gevoelens liggen bij de andere fracties. Ik kijk naar de heer
Bekke.
De heer Bekke (CDA): voorzitter, het voorstel om vanavond het voorstel te
behandelen kan de instemming hebben van de CDA-fractie. Zoals de heer
Fruytier al aangaf, ook onze fractie gaat voor een kwaliteitsimpuls voor de sport
en in het voorstel wordt aangegeven dat uitstel van behandeling die
kwaliteitsimpuls zeker voor de realisatie van het voetbalveld in de weg staat. Wij
gaan voor behandeling van het voorstel vanavond in deze vergadering.
De voorzitter: de heer Goosen.
De heer Goosen (CU): voorzitter, dank u wel. Laat ik voorop stellen dat ook wij
de sport een warm hart toedragen. Tegelijkertijd zijn wij voorstander van goede en
zorgvuldige besluitvorming. Dit voorstel vond ik vrijdagavond in de bus, vier dagen
voor deze gemeenteraad. Geen tijd voor bespreking in de fractie, geen tijd voor
behandeling in de commissie, geen gelegenheid voor mensen of verenigingen die
willen inspreken. Dat is dus eigenlijk niet goed. Als het om een calamiteit gaat of
een simpel A-voorstel, dan moet je daar uiteraard een keer in meegaan als raad.
Dan zijn ook wij als fractievoorzitter niet de beroerdste. Dat is op zich vaak niet in
te schatten. Dat is heel moeilijk. Niet zelden zitten aan een voorstel meer kanten,
dan zo op het eerste gezicht blijkt. Dus is er tijd nodig voor bestudering. Dat is nu
eenmaal zo, of wij dat nu leuk vinden met z’n allen of niet. In de begeleidende
brief staat dat op de kortst mogelijke termijn een besluit moet worden genomen,
zodat de aanbesteding nog in mei en de ingebruikneming in september kan
plaatsvinden. Die boodschap is helder. Maar, dan kijk ik naar het college.
Waarom zo laat? Waarom wordt de raad zo weinig tijd gegund? Dat dit niet
normaal is, dat hoef ik u niet uit te leggen. Maar het lijkt me toch getuigen van
goede omgangsvormen, dat in zo’n geval wordt uitgelegd waarom ons dit voorstel
zo laat bereikt. Dat heeft u niet gedaan. Ik wacht ook beleefd af of dat alsnog naar
aanleiding van deze inbreng gaat komen en dan zal ik in de tweede termijn wel
aangeven of, wat onze fractie betreft, wij vanavond nog kunnen beslissen ja dan
wel nee. Dank u wel.
De voorzitter: ik moet u zeggen het is een zaak van de raad en niet van het
college. Het is aan u om te beslissen om het vanavond te behandelen of op een
ander moment.
De heer Goosen (CU): de voorbereiding van raadsbesluiten is een zaak van het
college. Ik maak u er toch op attent, dat ook u daar een verantwoordelijkheid in
heeft om ons de zaken ordentelijk voor te bereiden, niet alleen zorgvuldig, maar
ons ook de tijd geven om hierover te kunnen studeren, dit te kunnen overleggen.
Uiteindelijk, daar hebt u gelijk in, bepaalt de raad natuurlijk of wij het wel of niet
gaan behandelen.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 2

De voorzitter: dat punt van orde is nu in bespreking. De heer Klaas.
De heer Klaas (PPW): dank u wel, voorzitter. Wat ons betreft kan het vanavond
wel worden besproken, maar ik ben het met de voorgaande sprekers ook wel
gedeeltelijk eens. Te laat, jammer dat het zo moet, dat het niet eerder kon. Ik heb
ook begrepen uit de stukken, als wij het niet doen, dan slaan wij de plank mis, dus
toch behandelen.
De voorzitter: dank u. Ik constateer dat er een meerderheid is van CDA, PPW en
VVD/GB om het vanavond te behandelen. En een minderheid van de fracties van
ChristenUnie en FvM, om het op een volgende vergadering in beschouwing te
nemen. De heer Van Maasacker, aan u het woord.
De heer Van Maasacker (FvM): er zijn twee fracties die vragen om meer tijd. Dat
doen zij niet omdat zij tegen dit voorstel zijn of wat dan ook. Ik heb eerder
betoogd in deze raad, dat in een democratie de meerderheid beslist, maar
rekening wordt gehouden met de minderheid. Ik doe een klemmend beroep op de
overige leden van deze raad, om dat te eerbiedigen. Tweede punt. Ik kan mij nog
herinneren dat met name de heer Ter Beke van de CDA-fractie in het verleden er
op tegen was als voorstellen rechtstreeks in deze raad landden. Immers, dan kan
de burger niet meer inspreken en kan vervolgens niet meer de noodzakelijke
informatie worden verkregen. Ik doe derhalve een beroep op de meerderheid,
wetende dat de meerderheid hier vanavond zou willen beslissen en zou willen
discussiëren, rekening te houden met de gevoelens die door collega Goosen en
door mij afzonderlijk van elkaar en zonder afstemming naar voren zijn gebracht. Ik
moet u zeggen, ik vind dat wij dit niet goed doen. Vier dagen van tevoren, dat kan
echt niet. Ik spreek ook u aan voorzitter, dat u deze procedures beter in de gaten
houdt, dat u beter in de gaten heeft dat u deze raad niet voor het blok kunt zetten.
Ik vraag u dat dringend te doen. U bent lid van deze raad, tevens lid van het
college. U vervult de scharnierfunctie en het zou toch jammer zijn als wij straks
zouden moeten zeggen, het handelt hier een beetje als marionetten.
De voorzitter: prachtig, dat u mij aanspreekt. U spreekt de collega raadsleden
ook aan. Wij hebben hier een punt van regeling van werkzaamheden. Ik ben het
met u eens, een meerderheid dient rekening te houden met minderheden. Dit
voorstel ligt hier. De oproep is gedaan. Ik kijk naar degenen die het vanavond
willen behandelen of zij bij dat voorstel blijven. Dan kom ik gewoon weer bij u uit,
dan is het aan de meerderheid om hierin een beslissing te nemen. Ik kijk in de
richting van de vertegenwoordigers van het CDA. Eerst voor de discussie, de heer
Goosen.
De heer Goosen (CU): u schaart mij onder diegenen die het voorstel vanavond
niet in behandeling willen nemen. Zover was ik nog niet. Ik vind wel dat de
wethouder ons moet uitleggen waarom dit stuk ons zo laat bereikt. Daar kan een
heel goede reden voor zijn. Dat kan voor mij reden zijn om te zeggen, als het zo
is, dan kan het niet anders, dan ga ik mee. Natuurlijk maakt de raad het wel uit,
maar ik vraag wel aan dit college in casu de wethouder, kunt u mij een goede
verklaring geven waarom dit stuk zo laat op de agenda komt van de raad.
De voorzitter: punt van orde. Wethouder Velten, wilt u hierop antwoorden.
Wethouder Velten: natuurlijk ben ik het ermee eens dat het niet de
schoonheidsprijs verdient. Waarom is het zo laat? De SSW en de verschillende
clubs hebben pas in een laat stadium, een week of anderhalf geleden, met elkaar
overeenstemming bereikt. Vervolgens is dat bij de SAWE terecht gekomen en via
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 3

de SAWE bij ons en is dit stuk gemaakt. Ik wijs uw raad erop dat er in principe
niets anders gebeurt, dan wat wij in november met elkaar hebben besloten. Wij
hebben toen met elkaar gezegd, wij nemen in een stelpost € 310.000 op voor
twee kunstgrasvelden bij de korfbal. Dat is een jaarlijkse last van € 30.600. Dat is
ook wat nu op dit moment aan u wordt voorgesteld. Dat daar nog een aantal
posten bij komen die worden gedekt uit een reserve van de SAWE, uit een eigen
bijdrage van de clubs en een deel uit de subsidie van de Provincie, die toen nog
niet bekend was. Dat is eigenlijk het nieuwe aan dit verhaal. Ten principale gaat
het eigenlijk om het bedrag dat wij in november al met elkaar hebben
afgesproken.
De voorzitter: dank voor de toelichting.
De heer Goosen (CU): de wethouder zegt, het komt zo laat, omdat er niet eerder
besluiten zijn genomen in overleg met de SAWE. Dat is dus in die
voorbereidingstijd op één of andere manier de tijd genomen. Die moeten wij nu
goed maken. Daar heb ik bezwaar tegen. Ik weet hoe dat ongeveer loopt. Stel dat
wij daar niet aan meewerken, dan krijgen wij de zwarte piet toegespeeld. Dan is
het straks richting clubs, de gemeenteraad wilde niet meewerken. Dat wil ik
voorkomen. Dan is het niet, omdat de gemeenteraad niet wil meewerken, want de
gemeenteraad wil meewerken, maar het komt omdat er in de voorbereidingsfase
tijd is gemorst. Dat wil ik toch wel even hardop hebben gezegd. Voor de rest doen
wij niet aan spelbederf. Voor deze ene keer gaan wij wel mee. Ik hoop dat dit er
eentje is geweest en nu een lange tijd niet meer. Calamiteiten daargelaten.
De voorzitter: de heer Van Maasacker.
De heer Van Maasacker (FvM): het is in de politiek altijd gemakkelijk om aan te
geven dat de ander je onder tijdsdruk zet en dat je zelf vervolgens niet in de gaten
hebt dat je zelf hier dient te acteren. U was op 17 januari op de hoogte van het
feit, hebben wij met elkaar gesproken over mogelijke veranderingen. Gevaarlijke
veranderingen, want wij hebben hier met elkaar gesproken over wat al die
sportverenigingen willen. Al dit sportverenigingen in Enter, Wierden en alle andere
kernen hebben forse wensen, die wij met elkaar willen honoreren. Maar niet
kunnen honoreren, omdat het geld een probleem is. Daarvoor heeft u het
onderzoek laten uitvoeren door Drijver en Partners. U bent naar onze raad
teruggekomen met een concreet voorstel en daar konden wij ons in vinden. Van
dat voorstel wijkt u af en heeft u geen andere partijen. Ik weet ook dat er in Enter
dringende behoefte is aan kunstgras. U heeft hen niet in de gelegenheid gesteld
om ook met deze zaak mee te denken. Ik zie ook hier op dit moment ook
helemaal geen behoefte onderbouwing, waarom. Dat hebben de andere
verenigingen nog wel gedaan. Dus is mijn punt, in de politiek is het gemakkelijk
om met name te zorgen dat een ander de schuld krijgt. De verenigingen, de
SAWE en noem al die andere partijen maar. Nu mag de raad het gaan
opknappen. Ik moet u zeggen, dat vind ik gebruikmaken van deze raad. Nu
gebruik ik de term marionetten.
De voorzitter: de heer Klaas in laatste instantie.
De heer Klaas (PPW): volgens mij ging het alleen maar om of wij het vanavond
gaan behandelen. Inhoudelijk reageren gaat wel heel ver nu. Ik zeg niet dat ik
mijn kruit droog wil houden, maar nu zijn wij al inhoudelijk bezig. Meneer
Van Maasacker, die gooit Enter er in en weet ik veel wat. Prima allemaal, maar
volgens mij ging het er alleen maar om, gaan wij het nu wel of niet behandelen.
Punt van orde en meer niet.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 4

De voorzitter: ik constateer dat u als raad aangeeft bij punt 12 toe te voegen als
nagekomen raadsvoorstel Realisering van kunstgrasvelden sportpark Het
Lageveld. Waarbij ik constateer dat de heer Van Maasacker geacht wenst te
worden hier tegen te hebben gestemd. Correct geconstateerd. De overigen zijn
voor behandeling op deze avond. Daarmee staat dit punt op 12 van onze
raadsagenda. De heer Bekke.
De heer Bekke (CDA): ik heb voor de regeling van werkzaamheden nog een
opmerking. Als agendapunt 9 staat genoteerd de behandeling van de Agenda van
Twente, de eerste jaarschijf. Deze hebben wij ook behandeld in de
commissievergadering van 1 april. Er was commissiebreed instemming, met die
agenda, met enige opmerkingen voor de toekomst gericht naar 2009, dat wij
initiatief moeten nemen om meer Wierdense projecten op die agenda te krijgen.
De agenda zoals die in het voorstel is verwoord, is raadsbreed een instemming. Ik
zou willen voorstellen dit te behandelen als hamerstuk.
De voorzitter: dit punt van orde ligt ook bij uw raad. Ieder akkoord om dit te
vernummeren van 9 naar 7b en er verder niet over te spreken, maar er mee in te
stemmen. Ik constateer dat ieder akkoord is met het voorstel van de heer Bekke.
Dan volgen wij uw voorstel.
3. Notulen van de raadsvergadering van 1 april 2008
Er zijn geen woordmeldingen.
4. Bankreglement Stadsbank Oost Nederland
De raad besluit conform het voorstel.
5. Grenscorrectie tussen de gemeenten Wierden en Rijssen-Holten
De raad besluit conform het voorstel.
6. 1 e wijziging van de tarievenlijst legesverordening 2007
De raad besluit conform het voorstel.
7. Beeldkwaliteitsplan Zuidbroek
De raad besluit conform het voorstel.
8. Het belang van Regio Twente in Twence BV
De raad besluit conform het voorstel.
9. Agenda voor Twente eerste jaarschijf
De voorzitter: wie van u over Twence. De heer Goosen, ik begin gewoon aan uw
kant. De heer Goosen, gaat uw gang.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 5

De heer Goosen (CU): voorzitter, dank u wel. Twence verkopen of nog niet
verkopen c.q. aanhouden. Het uur over het wel of niet verkopen van Twence
nadert. Op 21 mei a.s. valt in de Regioraad de beslissing. Op de voorhand
wensen wij onze vertegenwoordigers in die raad veel succes en wijsheid. Ik vind
het jammer dat de heer De Boer hier vanavond niet aanwezig kan zijn. Zodat hij
het debat c.q. het gevoel wat wij hier samen ontwikkelen onvoldoende kan
meemaken, maar hij krijgt het vast wel doorgeleverd door de hem getrouwen. Het
kan nog een aardig debat worden daar. Dat heeft alles te maken met het feit dat
het om ongekend hoge bedragen gaat. Dat er een lange en brede discussie aan
vooraf is gegaan. Last but not least, dat de uitslag nog allerminst vast staat. Het is
nog geen gelopen race. Dat maakt het altijd extra spannend. Ik heb in de
commissie gezegd, winst in elk geval is dat er uitvoerig is over gedebatteerd. Dat
zo langzamerhand alle argumenten zijn gewisseld en dat er tot twee keer toe een
deskundigenonderzoek heeft plaatsgevonden. Ja, dan komt er een keer een
moment dat er een knoop moet worden doorgehakt.
Het gaat in dit geval om Twence. Dat is een privaat georganiseerd en bestuurd
bedrijf, zij het wel in overheidshanden. Dan zie je ook meteen wat het eigenlijk
betekent. Want niet alleen de raad van bestuur en de raad van commissarissen
houden zich met deze materie bezig, maar ook DB van de Regioraad, de
Regioraad zelf, 14 gemeenten, de colleges van B en W, de commissies, de
fracties en in de gemeenteraden. Een gigantisch besluitvormingscircus en het
gaat al met al om vele honderden mensen die zich hier mee bezighouden. Eén
van hen ben ik. Het college van Wierden heeft zich al uitgesproken: voor verkoop.
Geen wonder, omdat dat ook het advies is aan deze gemeenteraad. In het ons
toegezonden advies zijn de argumenten keurig vermeld. Hulde daarvoor. Laat ik
op de voorhand zeggen dat wat onze fractie betreft, de keuze wel of niet verkoop
geen eenvoudige is. Als je de argumenten pro en contra op een rijtje zet, is het,
althans in onze ogen, niet zo dat de balans heel duidelijk doorslaat naar één kant.
Zorgen over het milieu, de werkgelegenheid, de ontwikkeling van de tarieven, de
regie over de eigen afvalverwerking, de blijvende betrokkenheid bij zo’n mooi
bedrijf, deze wegen zeer zwaar. Het is maar zeer de vraag of die belangen
voldoende redenen geven om een bedrijf dus blijvend in overheidshanden te
houden. Want zijn belangen altijd beter geborgd bij de overheid? Zou je misschien
verwachten, maar het is niet altijd zo. Ik geef geen antwoord, maar ik stel alleen
de vraag. Het is in elk geval voor het eerst een bedrijf waar grote sommen geld in
omgaan, met groot bedrijfs-economische risico. Met uiteraard ook prachtige
kansen. De overheid, ook al wordt zo’n bedrijf op afstand gezet, is niet het
instituut dat daar primair voor in de wieg is gelegd. Wij hebben in Nederland een
dynamisch bedrijfsleven, dat kan opereren in een vrije markt. Dat de concurrentie
aan kan en wil in binnen- en buitenland. Waar mensen aan het roer staan die hun
mannetje, en tegenwoordig ook steeds meer hun vrouwtje, staan. Ook voor wat
betreft hun verantwoordelijkheden als het gaat over werkgelegenheid en zaken
als milieu. Dus in dat opzicht is de veilige haven die de overheid misschien wel
pretendeert te zijn, niet per definitie beter dan in dit geval het bedrijfsleven.
Volgens economische wetten is de zogenaamde multiplier effect groter bij
bedrijven in particuliere handen, dan in overheidshanden. Destijds was dat een
belangrijke reden om zoveel mogelijk overheidsactiviteiten te gaan privatiseren. Al
vernemen wij daar de laatste jaren minder van, omdat niet alle privatiseringen
even succesvol zijn verlopen. Maar toch. Als het echt zou gaan om een primair
gebruiksgoed of, zo u wilt een nutsvoorziening, dan kan ik mij daar nog iets bij
voorstellen. Bij de huiver om dat al te snel over te dragen aan de markt. Maar
intussen komt 2/3 van het afval van Twence van het bedrijfsleven. Om nou te
zeggen dat de overheid voor verbranding enzovoort moet zorgen, gaat mij te ver.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 6

Het ophalen hebben wij al sinds jaar en dag uitbesteed, waarom dan de
verwerking niet. Destijds heeft de overheid dit bedrijf opgestart, omdat geen
investeerder er brood in zag. Intussen is het als gevolg van een belangrijk deel
door die overheid zelf op gang gebrachte maatregelen, denk maar aan het verbod
op storten, booming business geworden.
Maar ja, als het dan één keer goed loopt, moet je als overheid ook in de spiegel
durven te kijken en je afvragen of deze activiteit nog wel steeds tot jouw
kerntaken behoort. Onze fractie stelt zich op het standpunt dat dit niet langer het
geval is. De activiteit kan zichzelf redden, understatement voor bedruipt zich
uitstekend. Kan op eigen benen staan. Dan moet de overheid deze groot
geworden dochter ook een keer op eigen benen durven te zetten. Dus ook al om
die reden zegen wij verzelfstandigen. Nu is de directe aanleiding een andere
mindere principiële, namelijk de financiering van de Agenda van Twente. Daarop
staan allemaal zaken die wij met z’n allen belangrijk vonden en vinden als
noodzakelijke impuls voor de economie van onze Regio. Wij hebben nu een
prachtig, ik zou zeggen, natuurlijk moment om boter bij de vis te leggen. Er ligt
geld. Tegenstanders van de verkoop zeggen, dat het geld er ook kan komen door
een superdividend af te tappen. Dat klinkt gemakkelijk, op zich kan het. De raad
van bestuur zegt ook dat het kan, maar vergist u niet. Dat pleegt een forse
aanslag op het eigen vermogen van de onderneming en het heeft weer allerhande
gevolgen voor bijvoorbeeld interne financiering. Denk daar niet te licht over. Ik
denk trouwens dat wij met verkoop ook richting Den Haag laten zien, dat wij in
Twente niet alleen praten over samenwerking en vervolgens richting Den Haag
onze hand op houden, maar dat wij ook aangeven de daad bij het woord te willen
voegen. Daar gaat een positief signaal van uit. Kortom, wij als fractie van de
ChristenUnie neigden al naar verkoop, dat heb ik ook al gezegd in de commissie.
Maar komen alles wikkend en wegend uit bij onze finale beslissing, namelijk
inderdaad verkoop. Maar daarmee zijn wij er nog niet. Verkoop moet voldoende
geld opbrengen. Dat is niet wat wij als fractie hebben bedacht, maar dat vindt de
Regio ook zelf. Een slecht bod, dan wordt er niet verkocht. De opbrengst moet
voldoende zijn om de gemeenten schadeloos te stellen voor de gederfde
dividenduitkeringen, plus dat er 80 miljoen moet komen voor de Agenda van
Twente. Maar ieders verwachting is dat er daarnaast nog meer geld gaat worden
verdiend. En dan. Naar goed Nederlands gebruik is iedereen al op alle fronten
bezig de huid van de beer te verkopen, terwijl deze nog niet eens is geschoten.
Het is van groot belang om elkaar daar in te gaan vinden. Anders krijgen wij daar
weer heel veel gedoe over. Dan gaat het hier niet om dat wij ons in Wierden nu al
gaan bezighouden met wat wij met het geld gaan doen, als het deze kant opkomt.
Het gaat mij eigenlijk nog om een stap eerder.
Hoe namelijk om te gaan met de meeropbrengst waar ik het net over had, boven
die 80 miljoen en boven de schadeloosstelling van de dividenduitkeringen.
Volledig uitkeren aan de gemeenten? Dat is een optie. Volledig uitkeren aan de
Regio ten behoeve van de verdere uitvoering van de Agenda van Twente? Wat
wij zouden willen bepleiten, is om er tussenin te gaan zitten. De helft van de
meeropbrengst blijft binnen de Regio en de helft gaat naar de gemeenten. Dat
heeft nog al wat voordelen. Voorkomt getouwtrek als het een keer zover is.
Bevordert dat er op voorhand zicht is op verdere uitvoering van de Agenda van
Twente en daarmee ook de economie van onze Regio. Onze fractie heeft
overwogen met een motie te komen, dat moeten wij niet doen. Wij hebben
gezegd: wij willen graag hierover de gevoelens van de deze gemeenteraad horen.
Het lijkt mij ook gewenst, zodat onze vertegenwoordiger vanuit de gemeenteraad,
de heer De Boer, dat op 21 mei kan meenemen. Samenvattend en afrondend.
Onze fractie stemt in met voorstel van het college inhoudende verkoop Twence
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 7

met als toevoeging de wens om de meeropbrengst 50-50 over Regio en
gemeenten te verdelen. Wij formuleren dat bewust niet als harde eis, zodat de
heer De Boer in zijn optreden manoeuvreerruimte krijgt. Uiteraard is dat onze
aanbeveling tevens aan andere fracties. Voorzitter, dank u wel.
De voorzitter: dank u, de heer Goosen. Ik kijk naar de heer Bekke. Het is een
voordeel dat u als eerste spreekt, de heer Goosen. Dan ligt uw voorstel er
meteen, zodat anderen dat ook bij hun beschouwingen kunnen bespreken.
Daarmee verzoek ik hen ook daarop in te gaan.
De heer Bekke (CDA): voorzitter, dank u wel. Voor ons ligt een voorstel voor een
standpuntbepaling verkoop belangen Regio Twente in Twence BV. Een
onderwerp waarover wij in de commissievergadering Bestuur en Financiën van 1
april jl. al met elkaar hebben gediscussieerd. Gediscussieerd zonder een definitief
standpunt in te nemen. In het belang van onze inwoners dienen wij een
zorgvuldige en degelijke afweging te maken of wij als raad wel of niet moeten
instemmen met de eventuele verkoop van het aandeelpakket Twence door de
Regio Twente. Als CDA-fractie hebben wij ons goed laten informeren en bijpraten.
Ook de laatste weken nog. Ik zal niet onze volledige argumentatie nogmaals
helemaal herhalen, zoals die is verwoord in de commissie. Deze is te lezen in het
commissieverslag van 1 april en op de website van CDA Wierden Enter. Maar
enkele belangrijke punten wil ik wel noemen.
Als CDA vinden wij afvalverbranding verwerken anno 2008 geen publieke taak.
Oorspronkelijke motieven om hierin als overheid te participeren, zijn niet langer
aanwezig. Het is niet de taak van de publieke aandeelhouder – lees de Regio –
om conditionele bedrijfsvoering te faciliteren. Het is wel de taak van de overheid
om goede afspraken te maken over de wijze van afvalverwerking, waarbij
milieuaspecten een erg belangrijke rol dienen te spelen. Een goed toezicht hierop,
onder andere door Provincie die hierin als bevoegd gezag geldt, dient dit te
waarborgen. Ook bij toekomstige uitbreiding van Twence. Ook over de in rekening
te brengen tarieven voor het verwerken van huisvuil dienen duidelijke afspraken
te worden gemaakt. Beiden in het belang van de burgers, onze inwoners.
Maar dient hiervoor de Regio aandeelhouder te zijn van Twence? Naar onze
mening niet. Dit behoort niet meer tot de primaire taken van de overheid. Maar wij
praten hier wel over gemeenschapsbezit. Moeten wij dit dan zomaar afstoten?
Zoals al toegelicht in de commissie, vinden wij het bedrijfsrisico op termijn te
groot. Door de verwachte uitbreidingen in de afvalverwerkingindustrie zal er op
termijn sprake zijn van overcapaciteit. Wil Twence dan mee concurreren, dan zal
er moeten worden geïnvesteerd in onder andere innovatieve oplossingen. Als
actief aandeelhouder, een wens van veler gemeenten, zal de Regio hier mede het
initiatief in moeten gaan nemen. Echter, door de voorgenomen uitkering van het
superdividend, 80 miljoen in 10 jaar ten behoeve van de Agenda van Twente, en
het reguliere dividend wordt de ruimte voor Twence BV echter beperkt. Juist dit
aspect is naar onze mening een argument dat dit nu juist een moment is om
verkoop van het aandelenpakket te gaan bekijken.
Want door niet akkoord te gaan met de verkoop gaan wij indirect via de Regio
garant staan voor toekomstige investeringen van Twence BV. Op 10 november
2005, nog maar 2,5 jaar geleden hebben wij als Twentse gemeente de
garantstelling voor een door Twence BV aangaande geldlening verworpen.
Waarom dan nu wel blanco de toekomst in. Erg onzeker. Ook voor ons als
gemeente Wierden. Wierden is echter maar één van de 14 gemeenten die over al
dan niet verkoop van het aandeelpakket een beslissing dient te nemen. Een
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 8

eslissing die uiteindelijk door de Regioraad zal worden genomen op 21 mei.
Mocht tot verkoop worden besloten, dan willen wij graag dat het besluit wordt
genomen op basis van het voorliggende voorstel van het DB van de Regio.
Zonder amenderingen voor wat betreft besteding van de opbrengst. Er dient geen
extra regionaal fonds te worden gevormd voor toekomstige investeringen in de
Regio. Kortom de opbrengst moet conform het voorstel van het DB worden
aangewend. Door deze verkoop zal het jaarlijkse dividend komen te vervallen. Wij
hebben in de commissievergadering van wethouder De Putter al vernomen dat
het wegzetten van een deel van de te ontvangen gelden, toereikend is om dit
wegvallen van het dividend op te vangen. Iets wat voor ons als CDA-fractie
noodzakelijk en belangrijk is. Maar komt het tot verkoop? Als wij de stand van
zaken tot nu toe bekijken, zal het voorstel van het DB mogelijk geen meerderheid
van stemmen krijgen en zal de verkoop geen doorgang vinden. Enschede,
Hengelo, Tubbergen, Hof van Twente, misschien Dinkelland, naar onze informatie
uit de besprekingen die wij de laatste weken hebben gevoerd, zullen tegen
verkoop gaan stemmen. Maar als de meerderheid hiertoe besluit, dan krijgen wij
als gemeente Wierden te maken met een garantiestelling ten behoeve van
Twence. Waarmee wij op voorhand veel moeite hebben. Veel gemeenteraden
hebben al te kennen gegeven dan mee te willen praten over invulling van het
actief aandeelhouderschap. Een strategisch plan dat aan de Regiovergadering zal
moeten worden voorgelegd. Ons inziens hoort bij dit plan ook de mate van
garantiestelling en de invloed daarvan op onze eigen begroting nader te worden
belicht. Voorzitter, als CDA kunnen wij ons vinden in het voorstel om het
aandelenpakket van de Regio in Twence BV te gaan verkopen, conform het
voorstel van het DB van de Regio. Bij onverhoopt geen doorgang vinden van
deze verkoop dient er nader overleg plaats te vinden over invulling van het actief
aandeelhouderschap en de consequenties van de garantiestelling. Dank u.
De voorzitter: de heer Bekke, dank u. De heer Van Maasacker aan u het woord.
De heer Van Maasacker (FvM): meneer de voorzitter, ik ben de afgelopen
maanden van mening veranderd. Dat is niet de afgelopen maand gebeurd, want
ik heb nog steeds hetzelfde standpunt als wat ik destijds in de commissie heb
verwoord. Toen ik voor de eerste keer kennis nam van het voornemen van de
voorzitter van de Regio om Twence in de verkoop te doen, althans die
mogelijkheid te onderzoeken, was ik ervoor, omdat daarmee iets terug zou
komen. Iets terug zou komen in de vorm van innovatieroute en iets terug zou
komen voor de Agenda van Twente. Om dat geld uit de gemeentebegroting te
trekken, dat leek mij vrij bezwaarlijk. Dus in eerste aanleg had ik het idee: dit klinkt
eigenlijk wel gezond. Daarna is een discussie ontstaan in de Regio en die is heel
diep gevoerd en heeft ook tot diepe tegenstellingen geleid. Ook zelfs binnen één
en dezelfde partij. Je ziet in het ene geval dat de PvdA of wat er voor doorgaat,
voor is en in een andere gemeente is die tegen. Hetzelfde geldt voor VVD. Het
grijpt diep in en daarmee is het een discussie geworden omtrent ideologie. Maar
ik voeg daar iets aan toe. Waar wij vandaag eigenlijk met elkaar over spreken,
heeft veel meer te maken met welk belang hechten wij aan die Regio.
Als je als Twentse gemeente beleid wil voeren met die Twentse gemeente, dan
moet er ook iets beleid te voeren zijn. Met name termen als milieu, afval, ook de
modieuze term groen gas. Groen gas is gas dat wordt gemaakt uit afval. Ik zie
vele projecten in Nederland die door overheden worden gedragen. Daarmee
geven overheden aan dat zij met dat milieubeleid/ afvalbeleid ernst willen maken
en dat gezamenlijk willen doen. Ik denk ook tegelijkertijd aan het voortbestaan
van de Regio. Ik moet u zeggen, ik kan niet voorspellen wat volgens mij het
regiobestuur gaat doen als dit voorstel afketst. Dat is aan hen, niet aan mij. Maar
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 9

het gaat wel om de vraag wat ga je uiteindelijk als gemeente Wierden in die Regio
nog voorstellen. Dan zoek je naar, vind ik, mogelijkheden om elkaar op te zoeken,
om elkaar te vinden om die gebieden die je binden. Dan doe je Twence wat mij
betreft niet in de aanbieding. Het is ook supergevaarlijk om dat te doen, want wij
weten dan dat dit bedrijf in handen kan komen van partijen die wij nog niet
kennen. Ik hoor collega Goosen zeggen van dan komt dat terecht in industrie, in
particuliere bedrijven en hoe gaat het dan met afvaltarieven, is er dan niet een
overcapaciteit et cetera. Mag ik u het beeld schetsen? Wat ik heb gezien, is dat
dit soort bedrijven die in wat rustiger omgeving zijn groot gebracht, dan één keer
op de markt komen, worden opgeslokt door eerst wat grotere Nederlandse
partijen en die worden vervolgens opgeslokt door grote buitenlandse bedrijven.
Dat is het schrikbeeld wat ik zie. Het beeld dat wij nu onze eigen beleid kunnen
voeren op het gebied van milieu, afval, energie, duurzaamheid. Het beeld wat ik
denk dat gaat ontstaan, is dat wij over twee jaar hier een Franse afvalverwerker
hebben of waar die dan ook maar mag komen. Dat beeld dat benauwt mij. Ik moet
u zeggen, ik was aanvankelijk voor op grond van het feit dat wij geld wilden
vrijspelen voor een aantal goede projecten. De directie van Twence, die ik
karakteriseer als goed en ter zake kundig en weet wat er speelt, heeft gezegd dat
wij in staat zijn om dat geld op een andere manier vrij te spelen. Er is langdurig
over gesproken, ik stel dat zeer op prijs. Dan zeg ik, de reden van de voorzitter
van de Regio om destijds te beginnen met dit voorstel Twence in de verkoop, is
achterhaald door de feiten. Het was een financiële kwestie. Die financiële kwestie
is opgelost en daarmee vervalt volgens mij de grondslag om hier mee door te
gaan.
Ik moet u zeggen, ik ben tegen. Ik heb nog twee opmerkingen. Een opmerking
richting de voorzitter van de raad. Afgelopen weekend zag ik in Dagblad Tubantia
de mogelijkheid staan, dat bij een verdeeld stemmende gemeenteraad de ene
vertegenwoordiger zeg maar globaal de helft van het aantal stemmen inbrengt in
de Regio en de ander vertegenwoordiger ook. Ik stel aan u de vraag, hoe zit dat
in Wierden? Dat mag u straks even zeggen.
Tweede punt. De heer Goosen heeft natuurlijk een vraag gesteld, hoe je dan
omgaat met zo’n potje. U zult begrijpen, dat ik nog de ijdele hoop heb dat deze
raad uiteindelijk zal gaan stemmen tegen verkoop en dat de kwestie die u heeft
opgeworpen hier niet aan de orde is. Ik vind het prematuur om er reeds een
antwoord op te geven. Ik wil mijn betoog in de eerste termijn hierbij laten. Dank u
wel.
De voorzitter: dank u, de heer Van Maasacker. Wij gaan naar de heer Fruytier.
De heer Fruytier (VVD/GB): dank u wel, voorzitter. De Regio Twente is mede
gezien het bedrag dat aan de orde is voor de financiering van de Agenda van
Twente gaan onderzoeken of er bij de afvalverwerking Twence BV ruimte is om in
deze financieringsbehoefte te kunnen voorzien. ING Corporate Finance heeft
daarvoor de belangen in de Regio Twente onderzocht, vervolgens is verder
onderzoek verricht door de commissie Brekelmans. Deze commissie adviseerde
de belangen in Twente volledig te verkopen. Dit standpunt werd overgenomen
door de meerderheid van het dagelijks bestuur in de Regio. Ten slotte is in het
najaar aan Ernst & Young verzocht een second opinion uit te voeren. Daaruit zijn
twee opties naar voren gekomen. Of de Regio Twente blijft een
meerderheidsaandeel houden en kiest voor een actief aandeelhouderschap en de
ander optie is de verkoop van het volledige belang van de Regio in Twence. De
andere twee mogelijkheden en dat zijn het meerderheidsbelang of het hebben
van een gouden aandeel, worden door Ernst & Young niet als reële opties gezien.
Volgens ons is dat ook een terechte conclusie, gezien het negatief effect dat dat
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 10

zou hebben op de verkoopprijs. Zoals ook al eerder is aangegeven vanavond
heeft het dagelijks bestuur van de Regio Twente gekozen voor de verkoop van
het volledige belang van Twence, dus optie 2. Het college van B en W van
Wierden stelt nu de raad voor hiermee in te stemmen. Is dat wel zo verstandig?
Als wij nu het hele adviestraject overzien, dan kunnen wij niet anders concluderen
dan dat alleen de redenering tot verkoop is gevolgd. Vaak wordt de nadruk gelegd
op gevaren bij het voortzetten van het aandeelhouderschap. De kansen die zich
aandienen worden onvoldoende benoemd of worden niet onderzocht. Wij zijn van
mening dat Ernst & Young niet anders had kunnen adviseren, dan op de wijze
zoals zij heeft gedaan. Immers, de opdracht van Ernst & Young had dezelfde
insteek: wat zijn de mogelijke risico’s en niet wat zijn de kansen. Verder is het
rendement van de onderneming Twence onvoldoende aan bod gekomen. Tijdens
verschillende bijeenkomsten zijn de argumenten van voor- en tegenstanders van
de verkoop van Twence uitgewisseld. Ook in de commissievergadering binnen
onze gemeente. Hierbij valt op dat de redeneringen logisch zijn opgebouwd en
voor beide standpunten valt veelal wat te zeggen. Te denken valt hierbij aan het
waarborgen van de milieudoelstellingen, maar ook de vraag in welke situatie houd
je het beste grip op de tarieven van de afvalverwerking. Allebei belangrijke zaken.
Het milieu moet volgens ons zo min mogelijk worden belast. Ik denk dat iedereen
die mening is toe gedaan. Ook de tarieven dienen bij voorkeur zo laag mogelijk te
zijn, ook een standpunt dat iedereen zal huldigen. Daarbij speelt ook nog mee dat
de onderneming Twence in de loop der jaren zijn omzet zal generen uit andere
facetten, dan nu het geval is en dit laatste hoeft per definitie niet nadelig te zijn.
Twence zal een rol gaan spelen op het gebied van de levering van duurzame
energie en het is ook een publiek belang daar sturing aan te kunnen geven.
Dit facet komt in zijn geheel niet aan bod bij de afweging die tot nu toe is
gemaakt. Wat volgens ons ook onvoldoende aan de orde is gekomen in de
rapporten van ING, de commissie Brekelmans en Ernst & Young, is de positie die
wij nu innemen als Regio. Namelijk die van aandeelhouder. Wij zijn namelijk
mede-eigenaar van een onderneming met een bepaald rendement. Over het
totale rendement van de onderneming Twence wordt geen melding gemaakt, wel
over een dividendrendement. Dat lager is dan de rente op risicovolle
staatsobligaties. Dat is echter een bekend gegeven. Deze is immers altijd lager.
De rest van de winst blijft namelijk in de onderneming, om te kunnen
ondernemen. Bovendien valt het uitgekeerde dividend in het niet bij het totale
rendement van de onderneming. Ernst & Young wees ons ook op de risico’s in de
toekomst, maar deze risico’s zijn niet afgezet tegen het totale rendement van de
onderneming. Dan kan het risico wel in een heel ander daglicht komen te staan.
Ook wordt in het rapport van Ernst & Young niet ingegaan op de
winstontwikkeling, zoals deze in het verleden was en er wordt ook niet ingegaan
op de winstontwikkelingen in de toekomst. Er is geen onderzoek gedaan naar de
kansen van Twence in de markt van omzetten van afval in grondstoffen in
bouwstoffen en energie. Afval krijgt steeds meer waarde. Er is nu uitsluitend
gekeken naar de verbrandingscapaciteit van Twence.
Voor ons als fractie VVD/GB staat als een paal boven water dat Twence een
voortreffelijk bedrijf is. Gisteren stond nog in het Financieel Dagblad een winst van
25 a 30 miljoen euro per jaar. Dat is ongeveer wat wij hier in de gemeente per jaar
ook uitgeven. Je kunt ook stellen dat het geïnvesteerde geld goed is belegd, nu
met een deel van die winsten de Agenda van Twente kan worden gefinancierd.
Verder zijn wij van mening dat Twence voldoende aannemelijk heeft gemaakt, dat
het in de komende tien jaar met een spreiding 80 miljoen extra kan en wil uitkeren
aan de Regio, zonder onaanvaardbare risico’s te lopen. Hierbij verwijzen wij naar
brieven van 6 juli en 3 augustus 2007 van Twence aan het dagelijks bestuur van
de Regio Twente.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 11

Bij verkoop van Twence ontvangt de Regio ook niet meer het reguliere dividend.
Dit betekent dat de gemeente extra geld in haar eigen begroting moet vrijmaken
of een aanzienlijk deel van de opbrengst opzij moet zetten om het verlies te
kunnen opvangen. In de praktijk betekent dit, de hele Regio bekijkende, dat zo’n
80 miljoen euro van de opbrengst opzij moet worden gezet om aan die
verplichting, namelijk de bijdrage die nu wordt gedaan aan de Regio, te kunnen
voldoen in de toekomst. Met andere woorden 80 miljoen van de
verkoopopbrengst van Twence kan niet worden besteed aan projecten. Al dan
niet in de eigen gemeente. Het geld dat hiermee kan worden aangewend, is zo
wel heel erg duur geld geworden. Verder dienen de voorstanders van de verkoop
van het belang van Twence zich af te vragen of het nu wel het juiste
verkoopmoment is. Afgezien van het feit dat dit moment moeilijk is te bepalen, is
het beursklimaat nu alles behalve gunstig. Bovendien heeft Twence onlangs nog
behoorlijk geïnvesteerd en heeft dus extra aflossingsverplichtingen. Dit heeft
waarschijnlijk een drukkend effect op de verkoopprijs.
Onze conclusie is dan ook om het eigen aandeel van Twence nu niet te verkopen
om de Agenda van Twente te financieren. Onze voorkeur gaat uit naar het
accepteren van de financiële bijdragen door Twence. Op deze manier hebben wij
de financiering van de Agenda van Twente geregeld en is onze Regio over
pakweg 10 jaar nog steeds eigenaar van een winstgevend bedrijf. Het is in onze
ogen bovendien onverstandig om op korte termijn het eigen belang aan een goed
renderende onderneming te onttrekken, om hiermee projecten binnen de eigen
gemeente financieel te regelen. Afgezien van het feit dat niet het volledige bedrag
hiervoor kan worden ingezet, mist de gemeente op langere termijn ook inkomsten.
Minimaal 4 miljoen, dat is het basisdividend en wellicht wel 12 miljoen, ook na die
10 jaar. Inkomsten die volgens ons dan het beste in de Regio kunnen worden
besteed. Mocht de Regio beslissen om Twence te verkopen, dan pleiten wij
ervoor een aanzienlijk deel van deze opbrengst onder te brengen in een regionaal
fonds. Dat is ook een beetje de gedachte die de heer Goosen van de
ChristenUnie in feite al aangaf. Zodoende heeft de Regio gemakkelijker de
beschikking over gelden om grootschalige projecten uit te voeren.
Maar voorzitter, zover is het echter nog niet. Daarom willen wij onze
vertegenwoordigers in de Regioraad meegeven niet in te stemmen met de
verkoop van aandelen in Twence BV. Voor ons is van belang dat de Regio
Twente haar positie als meerderheidsaandeelhouder continueert, met als primaire
doel het borgen van publieke belangen. Hieronder vallen wat ons betreft naast het
inzamelen van afval en de verwerking ervan, het realiseren van een zo laag
mogelijk verwerkingstarief tegen zo hoog mogelijk milieurendement. Dat staat ook
in de eerste optie in het stuk van Ernst & Young.
De vertegenwoordiger van de Regioraad heeft ook gevraagd om wat te zeggen
over een actieve opstelling van de gemeente als aandeelhouder. Dat lijkt ons wel
logisch, maar hierbij past dat alle gemeentelijke afvalstromen lopen via Twence.
Bovendien moeten wij eigenlijk proberen die capaciteit die wij zelf niet zouden
kunnen invullen met huishoudelijk afval, te krijgen aangeleverd van andere
medeoverheden. Een garantstelling van de Regio Twente of Twentse gemeenten
voor investeringen in Twence is te allen tijde afhankelijk hoe het risico zich
verhoudt tot het totale rendement. Wij vinden dat er eerst onderzoek naar moet
worden gedaan.
Voorzitter, onze VVD/GB-fractie vindt dat het milieu zo min mogelijk moet worden
belast. Dat de tarieven bij voorkeur zo laag mogelijk dienen te zijn, dat de Agenda
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 12

van Twente kan worden gefinancierd door het uitkeren van het superdividend
door Twence en dat wij nu niet de kip met gouden eieren moeten slachten. Tot
zover onze bijdrage. Dank u wel.
De voorzitter: dank u, heer Fruytier. Het woord is aan de heer Klaas.
De heer Klaas (PPW): dank u wel voorzitter. Wij zijn nu een hele tijd bezig om te
bekijken of wij de belangen van onder andere onze gemeente in Twence moeten
verkopen. Daar is veel, erg veel discussie over. Aanleiding is natuurlijk de Agenda
van Twente. Daar hebben wij veel geld voor nodig. Dat was oorspronkelijk ook het
idee. Twence verkopen levert meer dan voldoende middelen op om die
ambitieuze agenda uit te kunnen voeren. Achteraf, nu, blijkt dat wij voor die reden
Twence niet echt hoeven te verkopen. Twence levert ons ook dat geld op in de
vorm van een zogenaamd superdividend. Klaar. Dan hoeven wij eigenlijk niet
verder te kijken, zou je zeggen. Maar wat gebeurt er. Allerlei meningen,
onderzoeken en standpunten geven aan dat je Twence juist wel of niet zou
moeten verkopen. Ons college zegt: wel verkopen met daarbij twee belangrijke
argumenten. Men acht Twence niet een bedrijf dat is bedoeld om het openbaar
belang te dienen. Er zijn meer dan voldoende garanties dat afval kan worden
verwerkt, zonder dat je je daar als overheid direct mee bemoeit. Als tweede
argument noemt het college bedrijfs-economische redenen. Gemeenten moeten
niet willen ondernemen. Dat is wat er bij Twence gebeurt. De zogenaamde derde
verbrandingslijn, het is net ook al genoemd, is volledig bedoeld voor Duits
bedrijfsafval en slecht 1/3 deel is huishoudelijk afval. Wat mij betreft, wat ons
betreft als PPW zijn dat valide argumenten die absoluut steek houden.
Een ander argument dat niet wordt genoemd, is dat bij niet verkopen er eigenlijke
dient te worden gekozen voor een actief aandeelhouderschap. De band met
Twence wordt dan veel verder en veel nauwer aangehaald. In dat geval, en
VVD/GB heeft het net al genoemd, moeten alle gemeenten hun afval verplicht bij
Twence aanbieden en dient er een gemeentelijke garantiestelling te zijn. Nu
kunnen gemeenten gewoon voor de goedkoopste aanbieder kiezen, als zij dat
willen. Dat kan dan uiteraard niet meer.
Wat betekent actief aandeelhouderschap eigenlijk. Wat zijn dan alle bijbehorende
voorwaarden en verplichtingen. Hebben de tegenstanders van verkoop, en ik heb
een beetje gegokt, maar in mijn blaadje staat bijvoorbeeld de VVD/GB en de FvM,
hebben zij zich al afgevraagd wat dat betekent. Actief aandeelhouderschap.
Misschien, en daar ben ik erg benieuwd naar, willen zij straks aangeven hoe zij
dat zien. Hoe gaan wij straks als gemeenten ons actief als aandeelhouder
opstellen bij Twence. Wat ik mij ook afvraag, is hoe zien jullie het dat je niet meer
kunt inkopen bij de goedkoopste aanbieder, zoals nu wel gebeurt. Een verplichte
winkelnering. Zien jullie dat ook als een wenselijke ontwikkeling?
Natuurlijk kun je ook afvragen of je milieubelangen of het innovatief belang wil laat
meespelen. Of dat je de kip met de gouden eieren verkoopt. Of misschien te
vroeg verkoopt. VVD/GB gaf net aan dat de aandelenmarkt niet sterk staat, ik
vraag mij dan af wie moet bepalen wanneer er wel wordt verkocht. Ik begrijp er
ook uit dat de VVD/GB eigenlijk niet tegen verkoop is, maar niet op dit moment.
Dat vraag ik maar even. Wel is duidelijk dat de prijzen voor de burgers bij verkoop
niet direct hoeven te stijgen. Althans volgens het voorstel. Dat moet bij eventuele
verkoop zeker meespelen. Hetzelfde geldt voor de milieueffecten. Die moeten, en
volgens mij zijn die, gewaarborgd.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 13

Een ander niet onbelangrijk argument is de rol voor onze gemeente in de Regio.
Of wij nu voor of tegen stemmen, hoe groot is onze invloed. Wat betekent deze
discussie voor de samenhang in de Regio. Stel een aantal gemeenten is voor
verkoop, maar stelt eisen waar wij het nog niet over hebben gehad. Bijvoorbeeld
door af te spreken dat een groot aandeel van de opbrengsten van de verkoop
naar de Regio gaan. Zoals net in zekere zin verwoord door de ChristenUnie. Die
kan het dan vervolgens beheren om daarmee grote projecten uit te voeren. Of
juist andersom, ook genoemd in een gemeente. Al het geld gaat naar de
individuele gemeente. Die bepalen dan vervolgens wanneer zij betalen voor een
Regio-onderdeel. Willen wij dat? Moeten wij het daar nu zo ook over gaan
hebben, voordat wij voor of tegen zijn? Een heleboel lastige vragen waar wij het
niet over hebben, terwijl wij het als belangrijkste argument zien: wel verkopen.
Een vraag van de ChristenUnie die is genoemd, willen wij nu de helft van de
opbrengst. Is het niet verstandig om nu te zeggen, wij gaan de helft van de
opbrengst voor de Regio garanderen en de andere helft voor de gemeente.
Meeropbrengst. Ik kan daar nu nog geen mening over geven, omdat ik niet weet
wat de effecten zijn. Het lijkt mij erg lastig om nu al te zeggen dat dat een
voorwaarde is. Plus dat je natuurlijk verschrikkelijk afhankelijk bent van wat de
andere gemeenten zeggen en wat er in de Regio wordt gestemd.
Goed, wat is dan uiteindelijk onze mening. U hebt kunnen horen dat wat het
college voorstelt, wij dat zien als hele valide argumenten. Dat door met name het
bedrijfs-economische risico en de marktwerking, de vrije markt, wij Twence
eigenlijk niet meer nodig hebben. Dat wij het in het verleden, toen wij begonnen,
het nodig hadden als een belangrijk instrument voor afvalverwerking, maar dat het
op dit moment niet meer speelt. Het is een gezond bedrijf dat bijzonder goed kan
draaien. Op dit moment moeten wij ons niet blijven vasthouden aan een bedrijf
waarvan je zou kunnen zeggen, over 10 jaar is het nog steeds een gezond bedrijf.
Dat is echt een glazen bol. Die risico’s moet je afvragen of wij die als gemeente
moeten willen dragen. De belangrijkste vraag: willen wij een actief
aandeelhouderschap en wat betekent dat. In eerste instantie zeggen wij, nee.
Dank u.
De voorzitter: eveneens dank in uw richting. Ik geef zo het woord aan wethouder
De Putter ten aanzien van de verkoop aandelen Twence. Allereerst nog even een
punt waar de heer Van Maasacker naar vroeg. Uit de gemeenschappelijke
regeling van de Regio Twente, hoe werkt zo’n gemeenschappelijke regeling van
14 gemeenten en met name op het punt van stemrecht. In artikel 11 van de
regeling is aangegeven, dat een lid van het algemeen bestuur beschikt over het
aantal stemmen dat wordt bepaald door het aantal inwoners van zijn gemeente bij
aanvang van het kalenderjaar waarin de stemming plaatsvindt. Welk inwonertal
wordt gedeeld door het aantal leden van de betreffende gemeente in het
algemeen bestuur. Dat is voor ons 23.500, daaromtrent. Artikel 16 geeft aan in lid
2, dat elk lid van het dagelijks bestuur in de vergadering één stem heeft. Dat
betekent dat onze vertegenwoordiger uit de raad dan 23.499 stemmen heeft en
de vertegenwoordiger van het college van B en W, wethouder Broeze, één stem.
Hadden wij géén vertegenwoordiger in het DB, dan worden de stemmen over de
vertegenwoordigers in het AB verdeeld. Ten aanzien van het besluit dat wordt
genomen, mag worden verwacht dat de vertegenwoordigers van de gemeente het
besluit van de gemeente daar naar voren brengen. Dat betekent dus het besluit
dat wordt genomen, kan unaniem zijn, kan ook met meerderheid zijn. Maar wordt
niet verdeeld naar rato van voor- of tegenstemmers. Betrokkene deelt daar het
besluit mee van de raad zoals u ook gewend bent over andere punten, aan-/
verkopen, bestemmingsplannen besluiten te nemen. Dit even daar waar het ging
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 14

om de gemeenschappelijke regeling van de Regio Twente. Met betrekking tot het
onderwerp geef ik graag wethouder De Putter de gelegenheid om zijn visie op
datgene wat is aangegeven namens het college, naar voren te brengen.
Wethouder De Putter: dank u wel, voorzitter. Voorzitter, als ik de leden van de
raad hoor spreken, als ik zie welke informatie al over u is uitgestort in de tijden die
achter ons liggen, dan denk ik wat zal ik van onze kant hier nog aan toevoegen.
Wij hebben vanuit het college ons standpunt neergelegd. Ik zal daar zo meteen
nog een paar accenten zetten. Vervolgens loopt in de commissie, maar ook zeker
vanavond, de discussie zoals die volgens mij in duaal is bedoeld, tussen de
verschillende raadsfracties voorzien van duidelijk veel informatie en kennis in hun
rugzak. Prima. Dus wat zal ik daar nog aan toevoegen.
De voorzitter: de heer Van Maasacker.
De heer Van Maasacker (FvM): ja, dank u wel. De heer De Putter komt nu al
twee keer toe aan het onderwerp dat hij eigenlijk niet weet wat hij gaat zeggen.
Dan zal ik maar een vraag stellen. Kunt u wellicht aangeven in uw eerste
termijn…
Wethouder De Putter: voorzitter, vindt u het goed dat ik dan eerst mijn verhaal
houd. Dan heeft meneer Van Maasacker iets om op te vragen.
De heer Van Maasacker (FvM): ja, maar die vraag heb ik nu al meteen. Zou u
kunnen aangeven, u bent portefeuillehouder Milieu, wat mist u straks als wij
Twence verkopen. Wat zult u dan missen in het milieubeleid of hoe kunt u dat
goed maken. Zou u daar een accent op kunnen leggen?
De voorzitter: wilt u dit bij uw beschouwing betrekken.
Wethouder De Putter: ik neem het in mijn beschouwing mee, voorzitter. Het zat
er eerlijk gezegd al in.
Waar je bij alle argumenten die je de revue ziet passeren, niet alleen hier maar
overal in de raden en bij de portefeuillehoudersoverleggen zoals wij die in de
Regio hebben gehad, dan zie je een werkelijk mêlee aan argumenten. Waarbij het
goed is dat je het tot de kern van de vraag eigenlijk terugbrengt. Die kern van de
vraag is, dacht ik, het mooist verwoord door de heer Poppe tijdens één van hun
bijeenkomsten. Die zei: Je moet je afvragen, is het een marktbedrijf of is het een
nutsbedrijf. Dat is natuurlijk een kernvraag. Bij een marktbedrijf en daar zijn er
vele mooie van, zijn wij toch geen deelnemer in. Ik kan ook hier binnen de
gemeente mooie bedrijven opnoemen die veel rendement maken, kippen met
gouden eieren om in de termen van meneer Fruytier te praten, maar wij zijn daar
toch geen deelnemer in. Waarom niet, omdat het onze taak niet is om met het
geld van de burgers in een bedrijf te zitten en zeker niet om daar risico in te lopen.
Dus naar die kern wilde ik het even terugbrengen.
Als je dan kijkt naar Twence, is het een mooi bedrijf? Jazeker, is het een mooi
bedrijf. Als je kijkt naar wat zij doen, 1/3 huishoudelijk afval en 2/3 zit in de markt.
Voor 2/3 is het echt een bedrijf voor bedrijfsafval. Waarbij de derde
verbrandingslijn is bedoeld voor Duits afval. Waar in Duitsland veel centrales
worden bijgebouwd, omdat je niet meer mag storten en er dreigt zelfs een
overcapaciteit, dan ziet u dat wij in een marktbedrijf zitten dat al maar meer
risico’s neemt. Dat brengt ons in ieder geval tot de keuze om te zeggen dat wij het
eigenlijk niet meer moeten doen. Ook buiten de Agenda van Twente. Dat
financiële verhaal, is eigenlijk even daarnaast lopend. Wat mij betreft, zie je dat je
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 15

daar eigenlijk niet meer in zou moeten deelnemen. Trekt u de analogie maar naar
Cogas en het leveringsbedrijf. Ook daar heeft die discussie over plaatsgevonden
en naar aanleiding daarvan heeft de discussie ook hier plaatsgevonden en
bijvoorbeeld ook in de gemeenteraad in Almelo.
Dan loop ik even wat zaken langs die zo te berde zijn gebracht door de
verschillende sprekers. Eén zaak die meneer Goosen aanhaalt, die heeft mij
inderdaad ook gefrappeerd. Dat is dat over het transport van afval, waar niemand
zich drukt om maakt. Maar als ik naar in de markt zetten naar privatisering van
bedrijven kijk en ik kijk een beetje naar analogie, dan denk ik even aan NS. Het
reizigersgedeelte hebben wij in de markt gezet, de infrastructuur hebben wij zelf
gehouden. Kijk ik naar Cogas, het risicovolle gedeelte, de levering hebben wij in
de markt gezet, maar alles wat in de grond ligt, het netwerk, dat hebben wij zelf
nog. Hier hebben wij het net andersom. Want het transport van afval, in feite je
netwerk zoals wat wij bij Cogas in de grond hebben liggen, dat staat al jaren op
afstand. Dat hebben wij al jaren geprivatiseerd. Dus kijkend naar analogie, in
wezen een beetje raar.
Voor mijn gevoel denk ik dat het superdividend en de 80 miljoen die je daarmee
uit Twence trekt, dat daar wat al te lichtvaardig over wordt gedacht. Op dit
moment keren zij een dividend uit van 4 miljoen op jaarbasis. Dus als je die 80
miljoen daarbij uittrekt, denk ik dat ik de heer Goosen kan nazeggen, dat is wel
een aanslag op je eigen vermogen. Het is ook een aanslag op je innovatief
vermogen. Niet voor niets hebben wij in het voorstel ook gezegd dat een
belangrijk deel van de waarde van het bedrijf komt, omdat een deel van het
dividend ook gewoon in dat bedrijf als spaarpot zit. Die trek je natuurlijk wel leeg.
Een opmerking die u ook maakte, de heer Goosen, de huid verkopen voordat de
beer is geschoten. Kan ik u in ieder geval wat Wierden betreft geruststellen. In de
Nota Meerjarenbeleid is op nog geen enkele manier rekening gehouden met de
opbrengsten van Twence. Dus alleen met de gelden zoals wij die op dit moment
kennen. Helft richting Regio, helft richting gemeente. Ik kan niet helemaal
overzien wat de financiële consequenties daarvan zijn. Maar één ding, ik mag dat
ook rustig zo zeggen, heeft mij in de discussie van de Regio wel gestoord. Dat is
de geluiden die ik van sommige fracties uit grote steden kreeg, doe het in een
regiofonds. Want anders gaan die lokale bestuurders er toch maar leuke dingen
mee doen. Ik chargeer het nu eventjes. Dat vind ik toch een miskenning van de
lokale gemeenteraden, alsof u als lokale gemeenteraad niet in staat bent om juist
de dingen voor uw burgers te doen. Wat dat aangaat, denk ik dat wij daar eigenlijk
heel goed zelf de besteding voor zouden kunnen vinden. En ik denk dat ik
daarmee ook spreek voor een boel andere gemeentes, die een boel wensen
hebben die zij voor hun burgers graag zouden willen vervullen.
Dat er geld bij een eventuele verkoop naar de gemeente zou moeten komen,
meneer Bekke, haak ik eventjes in op wat u zei: bij verkoop zullen wij het dividend
dat wij nu mislopen, moeten opvangen. Dat is waar. Dat is een gat van 144.000 in
onze structurele begroting, dat is heel belangrijk. Maar dat vereist natuurlijk wel
dat het geld wel naar de gemeente komt. Als het in een regiofonds wordt gestort,
hebben wij die mogelijkheid niet. Dan blijven wij inderdaad met een gat in onze
structurele begroting achter.
Dan van verschillende kanten de vraag naar het actief aandeelhouderschap. U
merkt wel in het commentaar van andere raden, dat het niemand 100% helder
voor de geest staat wat je daar nou precies bij moet voorstellen. Eén is wel zeker,
dat is dat de banden met Twence nauwer worden aangehaald en dat de levering
van het afval waarmee wordt gerekend, 220.000 ton die wij op dit moment
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 16

gewoon niet halen met elkaar als gemeenten, dat je daar toch wel degelijk dichtbij
zult moeten komen. Dan ontstaat in ieder geval, een klein stukje antwoord op uw
vraag meneer Van Maasacker, een frictie met je milieudoelstellingen. Want
bedrijfs-economisch, als actief aandeelhouder zul je dus afval moeten leveren,
terwijl je milieudoelstelling is om de afvalstroom te verminderen. Daar zit een
discrepantie tussen. Hoe scherp die wordt, dat kan niemand mij op dit moment
nog vertellen. Dan, meneer Bekke, heeft u ook gewezen op de risico’s van
overcapaciteit en de beperking van Twence door het superdividend.
Dan ga ik naar meneer Van Maasacker. Dat u van mening bent veranderd, was
ons ook opgevallen. Uw eerste commentaar op het rapport van de commissie
Brekelmans was zeer lovend en verkoop leek u ook goed. U zegt een dingetje,
discussies omtrent de ideologie. Ik moet u zeggen, daar verbaas ik mij zo af te toe
wel wat over. Omdat zij een beetje precies contrair worden gevoerd. Een liberale
fractie zoals in de grote steden, hoor ik nee, je mag Twence niet verkopen. Terwijl
de jaren achter ons, ook landelijk, hebben laten zien dat zij juist diegenen zijn die
alles in de markt wilden zetten en alles wilden privatiseren. Gaan jullie dan nu dat
schip weer de andere kant op laten varen? Ik weet het niet, maar als je praat over
ideologie dan vond ik dat een vreemde. Dan vond ik uw stelling wel erg
interessant om als Regio beleid te voeren op het punt van afval, milieu, groene
energie. De stelling dat Twence juist de Regio bindt. Eventjes flauw, als ik naar de
discussie kijk op dit moment in de verschillende raden, denk ik binden? Het geeft
mij meer het idee dat de kikkers de kruiwagen uitspringen. Vraag die het bij mij
juist oproept is, nu heb je een eigen beleid, nu kun je tegen Twence zeggen, wij
willen samen bijvoorbeeld graag innoveren. Wij willen graag een
biomassacentrale en daar groene energie uithalen. Dat doen zij al. Daar zijn wij
eerlijk gezegd als overheid niet voor nodig. Als milieuwethouder mis ik daar eerlijk
gezegd straks niets in. Want een proef met biomassa, dat zijn wij met Twence al
op de rails aan het zetten. Wie de eigenaar ook is. Of wij dat zijn of straks een
ander bedrijf, dat maakt in wezen niets uit. Want die proef leggen wij alvast, daar
gaan wij al mee aan de slag.
De voorzitter: de heer Van Maasacker.
De heer Van Maasacker (FvM): ik dacht dat u even vertrokken was.
De voorzitter: nee, ik ben er wel. U bent er ook?
De heer Van Maasacker (FvM): ja, ik luister met aandacht naar de heer
De Putter. Hoe zit dat in de toekomst. U zegt: wij zijn nu bezig dat beleid vorm te
geven, dat doen zij al. Ja, op dit moment is er nog die relatie tussen de Regio en
Twence. U brengt het als argument van wij hebben dat straks niet meer nodig,
want dat doen zij al uit zichzelf. Als daar geen verschil in is, dan zeg je na verloop
van tijd, maar dan zou ik toch kiezen om dat actieve beleid vanuit jezelf op hen
neer te leggen, in plaats van het aan de markt over te laten?
Wethouder De Putter: de mogelijkheden om met biomassa iets te doen, hebben
wij bij Twence. Gewoon, omdat wij samen al die biomassacentrale hebben
opgezet. Maar ik zou het ook in de markt kunnen zetten. Ik kan ook in Goor zo’n
proef doen. Ik kan ook kleinschaliger die proef doen. Daar heb ik in wezen
Twence niet voor nodig. Wel graag, want zij hebben die mogelijkheden. Maar op
dit punt maakt het voor mij als milieuwethouder op dit moment nog niet uit. Ik
verwacht eerlijk gezegd ook niet in de toekomst. Omdat ik ook heel goed weet dat
afval en de omzetting daarvan in energie lucratief is. Of het nu in onze handen is
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 17

of in handen van een particulier bedrijf. In beide overigens, of je Twence nu
beschouwt als een afvalverwerker of als een energie opwekker. Beiden zijn
risicovolle markten.
Wat u opbracht was, nu kunnen wij nog een eigen beleid voeren als Regio en
straks is het beleid misschien wel van een Frans bedrijf. Dat klopt, dat zou zo
maar kunnen. U weet overigens dat vanuit Twence ook zeer nadrukkelijk is
gesteld naar de Regio, wij willen niet dat als je tot verkoop overgaat, dat je dan
Twence in handen speelt van durfkapitaal. Daar heeft de Regio van gezegd, nee,
daar heeft u gelijk in. Als wij het doen, dan is het naar strategische partners. Dus
mensen uit de markt. Uit diezelfde markt moet ik dan zeggen. De vraag van eigen
beleid dan wel beleid in vreemde handen, daarmee stipt u eigenlijk ook één van
de punten aan van risico. Dat is namelijk of Twence heel eenvoudig niet een te
kleine speler in deze grote markt is. Een markt die almaar groter wordt en waar
ook Twence zich met expansie op heeft gericht. Want die derde verbrandingslijn
is er natuurlijk niet voor niets gekomen. Dat is, omdat je groter moet worden. Dat
brengt dus risico’s met zich mee.
De heer Fruytier, uw opmerkingen aan het adres van Ernst & Young, dat zij alleen
hebben geredeneerd naar verkoop. Dat hun rapport onvolledig is. Ik moet u
zeggen dat, als college kan ik daar niet zoveel mee en ik ben bang Ernst & Young
ook niet. U heeft de vragen die aan hen zijn gesteld van tevoren ook gezien en
naar mijn idee hebben zij daar keurig antwoord op gegeven. Volgens mij heb ik
eigenlijk in mijn verhaal al uw vragen en opmerkingen al meegenomen. Daar waar
het gaat om bij verkoop het in een regionaal fonds te storten. U kent mijn
opmerking daar intussen al een beetje over. Ik vind dat je dat eigenlijk niet zou
moeten doen en dat je dat met een gerust hart aan de gemeentes zelf over kunt
laten.
De heer Klaas, ik kijk even langs mijn aantekeningen of er nog vragen zijn die ik
vanuit uw betoog niet heb beantwoord. Volgens mij ben ik rond. Voorzitter, bij
deze mijn betoog voor de eerste termijn.
De voorzitter: dank u, dan gaan wij naar de tweede termijn. Wij beginnen weer
bovenaan het lijstje, ik geef graag het woord aan de heer Goosen.
De heer Goosen (CU): voorzitter, de wethouder heeft in zijn reactie ook al wat
ideologische onderdeeltjes meegepakt. Daar was het mij ook wel een beetje om
begonnen, want in mijn betoog heb ik bewust een soort vertrouwen uitgesproken
voor het bedrijfsleven. Waarom? Omdat ik in de commissie, met name vanuit de
fractie van de VVD/GB hoor, het vooral niet in handen te spelen van het
bedrijfsleven, want dan gaan er een aantal dingen niet goed. Dan hebben zij hun
zorg bij de tarieven, dan zijn er zorgen voor het milieu. Dan denk ik, waarom
vertrouwen wij dat niet toe aan het bedrijfsleven. Het is niet een kwestie van
verkopen en dat is het en wij laten het maar worden wat ervan komt. Wij gaan
natuurlijk als overheid vergunningen verstrekken, toetsen, wij hebben onze
wetten. Die wettelijke waarborgen, gaan wij zorgen voor handhaving, naleving.
Waarom heeft u dat wantrouwen in de markt? Uitgerekend van uw fractie,
verbaast mij dat. Dat is ook de ideologie in dit debat. De wethouder is er ook al
even op ingegaan. Links, die hebben intussen wel dat vertrouwen opgebouwd in
de markt. Vroeger wilden ze alles aan zich houden wat overheid was en liefst
zelfs nationaliseren, maar die tijden zijn kennelijk veranderd. Misschien moeten
wij hier concluderen dat links en rechts niet meer bestaan. Zou maar zo kunnen.
De heer Van Maasacker komt met een Frans bedrijf. Wat is daar mis mee? Wij
hebben hier volgens mij Electrabel. Volgens mij heb ik nog geen haperingen
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 18

meegemaakt in de gas- en stroomleveranties, dus ik heb op voorhand geen
redenen om meer te twijfelen aan een dergelijk bedrijf in private handen, dan in
de overheid. Ik zou dat ook wel graag uitgesproken willen hebben. Dan denk ik
dat er bij de fractie VVD/GB een misverstand is. Hij heeft het over rendement dat
hoger is dan alleen het goedmakertje voor het dividendrendement. Daar heeft hij
gelijk in. Dat bedrijf draait goed, maakt goede winsten, maar dat is juist ook de
reden, dat als je die winst verkapitaliseerd, dat het daarom ook zo’n hoge
opbrengst genereert. Op het moment dat wij verkopen en cashen, dan valt die
opbrengst toe aan de verkoper, in dit geval de Regio en die vertaalt het dan door
naar de gemeenten. Het is niet zo dat wij het gaan mislopen. De heer De Putter
heeft ook al gezegd, of wij allemaal meteen pot gaan verteren, daar zijn wij zelf
bij. Om het wel of niet te doen, die discussies worden gevoerd. Ik vind het een
beetje flauw om dan te denken, dat gaan die lagere overheden zomaar even
weggeven. Alhoewel, de verleiding zal groot zijn, om nog even extra geld bij
tunneltjes enzovoort te doen. Daar gaan wij over discussiëren hier in de
gemeenteraad. Misschien zijn er ook nog wel andere verlangens.
Nog even om misverstanden te voorkomen. Als het gaat over eventuele
fondsvorming. Dan gaat het wat mij betreft alleen maar over het meerdere boven
de 50 miljoen innovatieroute, boven de 30 miljoen van de Agenda van Twente,
boven het goedmakertje van de dividend. Dat geld wat daar bovenuit stijgt, daar
zou je met z’n allen over moeten discussiëren, doen wij er verstandig aan van
geef maar hier. Daarmee trek je een aantal tegenstemmers niet over de lijn, die
denken, dan krijgen wij dat geld niet, dan wordt het niet in de economie van
Twente gestopt. Je zou elkaar daar moeten vinden, of het halverwege moet zijn of
60 – 40, daar kun je over discussiëren. Misschien is dat iets wat zou kunnen
worden ingebracht. Daar laat ik mij in tweede termijn over uit. Voor de rest heb ik
geconcludeerd dat de meerderheid van deze raad gewoon voor is. Dank u wel,
voorzitter.
De voorzitter: de heer Bekke.
De heer Bekke (CDA): voorzitter, ik kan beginnen met de slotwoorden van de
heer Goosen, dat de meerderheid van deze raad neigt ervoor te zijn. Dat is de
CDA-fractie ook nog steeds na deze discussie. De vraag van de heer Goosen,
moeten wij nu een potje voor de meeropbrengst van 50% na gaan streven?
Moeilijk om daar nu een mening over te geven. Te meer ook, omdat de vraag dan
direct komt, wie gaat het potje nu beheren? Gaat de commissie Plattelands
Gemeente dat beheren of gaat de commissie Netwerkstad het beheren. Dan
krijgen wij die discussie weer, waar moet het geld dan aan worden verdeeld. Is
dat op basis van het inwoneraantal, dan blijft er voor de plattelandsgemeenten
veel minder over, dan voor…Dan heb je elke keer die discussie weer, maar die
discussie komt ook weer als het geld allemaal naar de gemeentes gaat en de
toekomstige Agenda van Twente moet worden gefinancierd, dan krijg je die
discussie in de raden en niet alleen maar door onze vertegenwoordiger in de
Regio. Daar heb ik nog geen uitgesproken mening over. Dat is meteen ook een
antwoord op de wens van de VVD/GB om dan maar een potje daarvoor te gaan
reserveren. Dat kan niet onze instemming hebben en op die manier willen wij
onze Regiovertegenwoordiger ook niet naar de Regiovergadering sturen. Wij
hebben ook gehoord dat dat op heel veel bezwaar stuit bij andere fracties in
diverse Twentse gemeenten. Die willen niet een extra fonds gaan vormen voor
toekomstige bestedingen van de Agenda van Twente. Die willen het op dat
moment als het aan de orde is, als de raad een afweging wil maken.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 19

Wat ons ook opvalt, is dat de heer Fruytier heel veel waarde hecht aan die twee
brieven van de directie van Twence. Ze spreken in die brieven natuurlijk voor hun
eigen belang, maar in zijn bijdrage, keer op keer, blijkt dat de heer Fruytier weinig
waarde hecht aan de rapporten van Brekelmans, van ING, van Ernst & Young,
terwijl die twee brieven van de directie van Twence volledig instemming van hem
gaan krijgen, terwijl hij bij de rapporten twijfel heeft.
Twence is een voortreffelijk bedrijf, nu. Misschien ook over 10 jaar, maar wie heeft
er dan over 10 jaar betaald. Wij zien als CDA-fractie daar toch een stukje
financiering op termijn richting gemeentes komen. Zeker gezien de argumenten
die wij aangedragen hebben voor overcapaciteit in de afvalverwerkingsmarkt, dan
zal Twence mee moeten, dan hebben wij als gemeente garantiestelling en dan
zullen wij als gemeente daar onze bijdrage moeten leveren. Hetzij door een
mindere bijdrage door de Regio aan de gemeente, hetzij nog weer door een
voorziening die moet worden getroffen. Wij zullen toch bij moeten gaan dragen.
Heel kort. De Fractie van Maasacker, die vindt dat de discussie de Regio bindt.
Dat kunnen wij niet zeggen van al die discussies die wij hier in deze raad van de
gemeente Wierden hebben. Want die discussies drijven ons steeds verder uit
elkaar. Ik vind het een beetje een aparte opstelling. Discussie bindt en het drijft
ons uit elkaar.
Voorzitter, de beantwoording van de wethouder was volledig en wij blijven bij ons
standpunt, zoals in eerste termijn ingenomen. Dank u wel.
De voorzitter: dank u, dan gaan wij naar de heer Van Maasacker. Aan u het
woord.
De heer Van Maasacker (FvM): meneer de voorzitter. Het is duidelijk geworden
wat er in deze raadsvergadering is gebeurd. Er zijn twee grote verliezers.
Enerzijds is dat de Regio en anderzijds is dat het milieu. Ik moet u eerlijk zeggen,
met gekromde tenen zat ik te luisteren naar onze wethouder.
De voorzitter: de heer Bekke.
De heer Bekke (CDA): u stelt dat milieu de grote verliezer is in deze hele
discussie. Natuurlijk gaat u nog verder met uw betoog, maar ik heb naar dezelfde
discussie mogen luisteren als u en ik heb ook de wethouder, en ook andere
vertegenwoordigers van de raad, horen zeggen, dat het milieuaspect in goede
handen is bij de Provincie en of het nu een private partij is of een publieke partij,
dat men moet voldoen aan de wetgeving die op milieu van toepassing is. Om nu
al te concluderen dat het milieu de grote verliezer is in deze discussie, dat vind ik
wel heel erg voorbarig.
De heer Van Maasacker (FvM): milieu is de grote verliezer, omdat u en ook de
wethouder met name die argumenten gebruikt die bij een harde economische
opstelling horen. Dat heeft te maken met bedrijfsrisico, de markt. Dat zijn typisch
argumenten die bij koele rekenmeesters horen. Tot die koele rekenmeesters wil ik
mij niet rekenen. Actief aandeelhouderschap van de Regio in Twence houdt in dat
je staat voor innovatie, dat je staat voor het opstellen van milieubeleidsregels. Ik
zie in dit land milieubedrijven die in handen zijn van overheden, die ervoor gaan
om het milieueffect voorop te stellen en niet de pecunia. Ik maak het mee in mijn
beroep, daar waar het gaat om subsidieaanvragen, dat mensen zeggen, die
subsidie die doet mij geen lor, maar ik wil als bedrijf laten zien wat wij in
Nederland doen op het gebied van transitie van afval naar energie. Ik zie
bedrijven waar bij de auto van de directeur loopt op het afval wat hij via via heeft
opgeslorpt in Amsterdam. Daarmee geef ik aan, dat dat beleid nu nog eens een
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 20

keer kan worden behouden. Deze raad niet. Deze raad in termen, nogmaals, van
markt, van kansen, van bedrijfsrisico’s. Je moet vooral het beeld schetsen dat wij
veel risico’s gaan lopen de komende jaren. Dat doet het altijd erg goed. Daar
gelooft iedereen namelijk in. Als wij inderdaad over 10 jaar in een neerwaartse
spiraal zitten, dan moeten wij nu snel gaan verkopen. Ik mis in deze raad het
milieu. Ik mis in dit verhaal de gerichtheid op de universiteit Twente. Ik moet u
vertellen dat ik wel eens bedrijven benader en dan graag eens met de afdeling
R&D wil spreken (Research & Development). Dan krijg ik een nummer in
Amerika. Dat is wat er namelijk gaat gebeuren op het moment dat je dit soort
bedrijven in handen gaat geven van particulieren. Die zetten na verloop van tijd
hun R&D op, gaan deze concentreren en dat gaat meestal buiten Nederland.
Uitgerekend bij de universiteit Twente hebben wij een poot op het gebied van
energietechnologie. Laten wij die gewoon behouden. Dat is werkgelegenheid in
deze regio, meneer De Putter. Dat is werkgelegenheid. Milieu kan tot
werkgelegenheid leiden. Dat zijn een aantal elementen, meneer Bekke, ik geef
een vrij lang antwoord, dat mis is. Dat mis is, ik doe er nog maar eens een keer
een pleidooi voor, dat wij dat moeten zien te behouden.
Ik geloof in de maakbaarheid van de samenleving. Het is misschien een begrip uit
de jaren 70, maar ik geloof er nog steeds in. De overheid kan nog steeds
opkomen voor de belangen van de burgers. De mensen beschermen die de
behoefte hebben aan die bescherming. Dat geldt ook op het gebied van milieu.
In de richting van de voorzitter, dank voor uw antwoord. Het was mij zeer helder
wat u zei over die stemverhoudingen. Ik had de hoop dat wij op basis van straks
even stemmen tot de conclusie hadden kunnen komen, dat 5000 stemmen zijn
voor behoud van Twence en misschien het restant et cetera. Waardoor dat
minderheidsstandpunt toch wordt gehoord. Ik vind het in dat opzicht uitermate
jammer dat de heer De Boer vanavond niet aanwezig is, want ik stel het erg op
prijs dat hij ook in die Regioraad vanuit onze gemeente aangeeft wat ons
bezighoudt. Dat het niet uitsluitend en alleen gaat om die economische belangen.
Ik hoop eigenlijk dat meneer Ter Beke genegen is om die avond het woord te
voeren op dit punt. Hij is plaatsvervanger en ik hoop dat hij in ieder geval het
gevoel van deze raad en van deze discussie mee wil nemen.
Helaas, het milieu heeft verloren. Ik vind het ook jammer. Ook in de richting van
PPW zeg ik dat. Ik had bij u juist gehoopt dat u daar nog wat zou passen. Ik geef
die hoop maar gewoon op. U zit in het CDA-kamp. U doet dat goed en dat leidt er
toe dat er een meerderheid in deze raad gaat ontstaan voor verkoop van Twence
en ik hoop dat de hele regio gezamenlijk nog een beetje achter het standpunt
staat dat ik verhuldig. Dank u.
De voorzitter: dank u. De heer Klaas, aan u het woord. Sorry, als er één mag
spreken en het recht heeft om te spreken. U bent aangesproken, meneer Fruytier.
Ik keek het rijtje al even verder af, maar volkomen terecht. U bent aan zet. Een
paar hebben al stukken neergezet in uw richting. Gaat uw gang.
De heer Fruytier (VVD/GB): dank u wel, voorzitter. Er zijn opmerkingen gemaakt
naar onze zijde toe. Wij proberen daar antwoord op te geven. Vanuit de PPW is
op een gegeven ogenblik aangegeven wat wij onder actief aandeelhouderschap
verstaan. Wat wij er onder andere onder verstaan, heb ik in eerste termijn al
aangegeven. Dat is toch een actieve opstelling om je afvalstoffen dan te brengen
bij het bedrijf waar je eigenaar van bent. Volgens mij doet de gemeente Wierden
dat ook. Het verhaal, dan kun je het niet brengen naar de goedkoopste. Als je
eigenaar bent zit er ook een dividend poot aan, waarbij je compensatie kunt
krijgen als je denkt dat je nu duurder uit bent. Dan zou je netto toch goedkoop uit
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 21

kunnen komen in feite, qua kosten. Bovendien vatten wij daaronder, en dat heb ik
ook al aangegeven, dat je moet proberen om de capaciteit die je dan zelf niet kunt
invullen, om die binnen te halen door te shoppen bij medeoverheden. Bij wijze
van spreken, die laat je ook nog toetreden tot je aandeelhouderschap, dat je het
aantal deelnemers nog eens gaat vergroten. Er is ook al een discussie binnen de
Provincie gaande om te bekijken of zij ook niet medeaandeelhouder zouden
kunnen worden. Wat dat betreft, zou de discussie ook die kant nog op kunnen
gaan.
De garantstelling is ook een punt waarbij je kunt zeggen, actief
aandeelhouderschap. Sta garant voor de investeringen die moeten worden
gedaan. Daarvan hebben wij ook in eerste termijn ook al gezegd, dat zou je in
feite eerst moeten onderzoeken in hoeverre je garant kunt staan. Het is juist dat in
het verleden ook om garantstelling is gevraagd. Alleen toen hebben de
gemeenten een afweging gemaakt om daarvoor niet garant te gaan staan, voor
die derde lijn die op wordt gezet.
Aan de andere kant ook de risico’s die je daarbij moet afwegen. Ik denk dat daar
ook heel goed naar moet worden gekeken. Er zijn natuurlijk ook financiers die die
afweging hebben gemaakt, toen zij de gelden ter beschikking stelden om die lijn
op te zetten.
De heer Goosen heeft nog gesproken over het rendement en de risico’s. Mijn
verhaal was eigenlijk gebaseerd op het feit dat er in het onderzoek van de
commissies en de ING en Ernst & Young niet naar is gekeken om dat af te zetten
tegen het totaal rendement. Ik snap wel dat het rendement nu toeneemt, doordat
wordt gesproken over verkoop. Dat zit min of meer dan in het rendement
versleuteld van een onderneming.
Dan refereer ik ook nog even aan de opmerking van de wethouder ten aanzien
van gelden die je er dan uithaalt voor de Agenda van Twente. Dat het een grote
aanslag kan zijn op het ondernemen. Als je bekijkt, dat er nu 25-30 miljoen onder
aan de streep als winst staat en dat er ook wordt aangegeven dat men een
solvabiliteit als ondergrens daarbij aanhoudt en dat er dan toch die gelden kunnen
vrijkomen om te kunnen voldoen aan die Agenda van Twente. Dan is daar toch
goed naar gekeken in onze optiek. Dan valt het ook nog wel mee met de risico’s
die je loopt naar onze inschatting.
CDA had nog een opmerking over de eenzijdigheid. Dat wij meer waarde hechten
aan de brieven van de gemeente Tubbergen die zijn geschreven in het verleden.
Ik heb op zich geen…
De voorzitter: de heer Bekke.
De heer Bekke (CDA): de twee brieven van de directie van Twence in juni
waaraan u refereert in uw betoog, daar doelde ik op, niet van de gemeente
Tubbergen.
De heer Fruytier (VVD/GB): klopt, maar ook de gemeente Tubbergen. Er is veel
meer aan de hand, dan hier in feit is aangegeven en ook vanuit die hoek zijn er
opmerkingen over gemaakt. Er werd gezegd, dat ik in elk geval veel waarde hecht
aan die brieven die toen zijn gestuurd, daarmee werd ook de conclusie getrokken
dat ik dan de hele verslaglegging van de commissies een beetje bagatelliseer of
minder waarde aan zou hechten. Dat is geenszins het geval. Daar heb ik op zich
geen uitspraak over gedaan, maar ik wil bij deze wel aangeven dat het op zich
prima rapporten zijn als je kijkt naar de vraagstelling waarmee zij op pad zijn
gestuurd. Dat heb ik wel aangegeven. De conclusie is dan, dat je op een gegeven
ogenblik tot zo’n advies komt. Ik heb ook aangegeven, dat er in het hele traject
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 22

alleen naar de afvalverbranding is gekeken en niet zozeer naar de kansen in de
toekomst. Ook voor wat betreft je dan kunt doen met de opbrengsten die uit dat
afval komen: de grondstoffen, de energie, waarmee je ook geld kunt genereren en
waarvan over het algemeen wordt gezegd dat het vele inkomsten kan genereren,
waarbij je toch in dubbele cijfers in opbrengstpercentage kunt denken.
In grote lijnen zijn dat in feite de opmerkingen die naar onze kant zijn gekomen. Ik
wil tenslotte nog wel even afsluiten. Ik zie ook wel wat de stemverhouding gaat
worden. Uit het betoog wat wij hebben gehouden, mag duidelijk zijn dat wij niet
kunnen instemmen met het raadsvoorstel wat nu voor ons ligt. Wij willen de
vertegenwoordigers in het algemeen bestuur in Twente toch nog wel wat dingen
meegeven. Om te kijken of er onderzoek kan worden gedaan, naar de risico’s die
verbonden zijn aan de onderneming ten opzichte van het rendement van Twence.
Om nu eens goed de situatie op de afvalmarkt in beeld te brengen en niet alleen
de afvalverwerking, maar ook het traject daarna en wat zijn dan je kansen. Ik geef
nu de vraagstelling mee, niet in de trant van de risico’s die je loopt, maar kijk ook
eens naar kansen.
Je zult ook, als er een besluit valt voor wat betreft het behoud van Twence, dat is
in feite ook mogelijk, dan moet je inventariseren wat de standpunten zijn binnen
de Twentse gemeenten om invulling te geven van het actief aandeelhouderschap.
Dank u wel.
De voorzitter: de heer Bekke.
De heer Bekke (CDA): ik snap dat de heer Fruytier een aantal vragen heeft die hij
mee wil geven aan de vertegenwoordiger van onze raad naar de Regio toe, maar
onze vertegenwoordiger gaat daar heen om een besluit te nemen. De vragen die
u allemaal wilt hebben gesteld, zijn volgens ons allemaal vragen die mee hadden
moeten worden genomen in de second opinion. Er is toen een inventarisatie
geweest, wat wilt u onderzocht hebben. Als u die vragen nu mee gaat geven aan
onze vertegenwoordiger naar de Regio, dan gaat hij een discussie aan die niet
meer aan de orde is. De discussie is nu alleen aan de orde, van stemmen wij in
met het voorstel of stemmen wij niet in met het voorstel.
De heer Fruytier (VVD/GB): de opmerkingen die ik heb gemaakt richting de
vertegenwoordiger naar de Regio, gaan natuurlijk verder, dan de vergadering die
in mei plaatsvindt. Op grond van het besluit dat daar wordt genomen, zul je toch
verder moeten. Wat voor een besluit je ook neemt. Uiteindelijk in die vergadering
van het algemeen bestuur, van de Regio Twente, komt toch een vervolgtraject
hoe je dat gaat invullen. Er zullen toch discussiemomenten blijven zijn. Of er nu
een besluit tot verkoop komt of een besluit voor behoud van Twence. Je zult dan
in die toekomst daar een besluitende discussie moeten hebben. Dat zal na de
bijeenkomst in mei, zal dat in feite moet worden opgezet. Het zijn maar gedachten
die ik maar vast meegeef. Niet met de bedoeling om daar volgende maand
meteen al zaken te gaan doen. Ik denk dat men toch eerst, wat er ook uitkomt in
mei aan besluit, het zal toch eerst moeten bezinken. Dan ga je niet meteen als de
hamer is gevallen, het besluit is genomen, dan ga je meteen verder met de
discussie.
De voorzitter: de heer Van Maasacker.
De heer Van Maasacker (FvM): heer Bekke, u verwacht derhalve dus dat de
vertegenwoordiger van ons uitsluitend even aangeeft wat de meerderheid vindt en
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 23

niet aangeeft wat het gevoel is, zoals dat hier speelt. Ik moet u eerlijk zeggen, dat
was in mijn tijd anders en volgens mij in de tijd van de voorzitter ook anders.
De voorzitter: u rond af de heer Fruytier.
De heer Fruytier (VVD/GB): ik was in feite klaar. Dank u wel.
De heer Bekke (CDA): voorzitter, mag ik antwoord op de vraag van de heer Van
Maasacker. De Regiovertegenwoordiger, de heer De Boer, die verkondigt hier het
meerderheidsstandpunt van de raad op het voorstel wat voorligt en in stemming
wordt gebracht. Dat hij daarnaast enige gevoelens van de raad overbrengt ten
aanzien van de kritische vraagstelling, dat is aan de heer De Boer zelf of aan zijn
plaatsvervanger de heer Ter Beke. Hij vertegenwoordigt de raad daar en brengt
het meerderheidstandpunt van de raad naar voren. Het is aan hem hoe hij het
verder verwoordt.
De heer Van Maasacker (FvM): ik vind het een stuk sympathieker klinken, dan
wat u zojuist zei. Want zoals u het nu verwoordt, daar kan ik mij geheel in vinden.
Zo is het ook de traditie, zoals het altijd werd gedaan door deze gemeente,
waarvoor dank.
De voorzitter: de heer Klaas. Gaat uw gang.
De heer Klaas (PPW): dank u wel, voorzitter. Ten eerste wil ik even zeggen dat
wat ons de wethouder heeft verteld, dat het een verhelderend en duidelijk betoog
was. Wat alleen maar meer voeding heeft geven aan ons voorgenomen besluit.
Maar goed, ik wil nog wel even reageren op wat de verschillende fracties hebben
gezegd. Om te beginnen met de ChristenUnie. Die dan zegt, om in de woorden
van meneer Van Maasacker te spreken, bijna een politieke aardverschuiving
teweeg te brengen. Even voor alle duidelijkheid, wij zijn niet links, wij zijn niet
rechts, maar wij zijn….wij zijn gewoon trots op Twence.
De heer Van Maasacker (FvM): voorzitter, ik kan mij herinneren dat dit met name
werd gezegd door CDA. Wij buigen niet naar links, wij buigen niet naar rechts.
Dus u zit al helemaal in de terminologie.
De heer Klaas (PPW): nee, meneer Van Maasacker, ik kom zo bij u. U heeft ook
hele leuke dingen gezegd vanavond.
De voorzitter: de heer Klaas, gaat u verder.
De heer Klaas (PPW): ik wil nog even verder gaan. Ik ga dus ook niet zeggen wat
ik zonet eigenlijk een beetje in mijn mond had, wij vinden het gewoon een
verstandig voorstel zoals het college het nu heeft verwoord. Dat is nogmaals
duidelijk betoogd door het college. Ook het voorstel van de ChristenUnie om
bijvoorbeeld een gedeelte van de opbrengst, van de meerwaarde van de
opbrengst, te bestemmen voor de Regio. Je zou kunnen zeggen, als het nodig is
om de anderen over de streep te trekken, zou je dat middel kunnen gaan inzetten.
Het risico wat je daar natuurlijk bij hebt, is dat je het dan wel neerlegt bij een
groep waar de gemeente Wierden maar een heel kleine stukje invloed op zal
hebben. Jullie weten allemaal, op het moment dat die gelden daar worden
neergezet en geparkeerd dat bij meerderheid wordt besloten waar die gelden
naar toe gaan. Dan is het natuurlijk lastig waar ligt dan precies onze invloed nog
op die middelen. Zou je die overhevelen, zoals is voorgesteld, 50-30 miljoen naar
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 24

de Regio en de andere opbrengsten van de meerwaarde naar onze gemeente
zelf, dan hebben wij natuurlijk wel meer invloed. Althans in de discussie.
De voorzitter: de heer Goosen.
De heer Goosen (CU): voorzitter, mag ik ook even in herinnering brengen. Wij
hebben natuurlijk als Wierden daar ook nogal wat belangen liggen. Wij zijn
natuurlijk maar een klein spelertje in dat geheel, dat klopt. Maar samen vormen
wij de Regio en samen zijn wij ook Twente. Ik vind niet dat wij te krampachtig en
te benauwd moeten zijn en zeggen geef hier dat geld. Want als je het eenmaal in
de knip hebt, dat geldt ook voor al die andere lidstaten, dan komt het er moeilijk
uit. Terwijl je toch grote belangen hebt. De belangen van Wierden zijn fors, wij
hebben een aantal dingen ook ingediend. Wij hopen ook dat het tot
verwerkelijking komt. Ik hou ook in het achterhoofd dat soort belangen, positief
meedenken over de eventuele vorming van het fonds. Dan roep ik de andere
partijen daar ook toe op. Dank u wel.
De heer Klaas (PPW): goed om daar nog even op te reageren. Eventueel,
positief, als het nodig is om de anderen over de streep te trekken. Want
nogmaals, ik zou het zelf prettiger vinden als wij hier over de middelen kunnen
beslissen, in deze raad. En niet in de Regio als één van ons ons daar
vertegenwoordigt, waardoor de discussie toch wat lastiger is. Dat is gewoon mijn
eigen mening.
Goed, dan de Fractie van Maasacker. U noemt innovatie, u noemt opstellen van
milieuregels, u zegt zelfs het gaat u niet op de pecunia. Het grappige is, als je het
over milieu hebt, pecunia non olet, u vast niet onbekend. Daar gaat het nu niet
alleen om. Maar het is wel belangrijk. U gebruikt namelijk hele grote woorden. Het
milieu heeft verloren. Nou, ik zou zeggen dat is te gek voor woorden om dat te
zeggen. Als u hebt geluisterd naar de wethouder, die ziet wat de afspraken zijn
die de Provincie maakt, die wij allemaal met elkaar maken, hoe kunt u dat
zeggen. Ik snap het gewoon niet. Misschien kunt u dat nog eens heel goed
uitleggen.
De voorzitter: de heer Van Maasacker.
De heer Van Maasacker (FvM): als ik luister naar de woorden van u en de
wethouder, dan hoor ik termen als risico, marktwerking. Dat zijn de centrale
begrippen, dat zijn ook de centrale vragen waarop u uw vraag heeft beantwoord.
Dat brengt mij ertoe om PPW die ik ken vanuit een programma waarbij milieu een
belangrijke rol speelt, dat geeft u vanavond helemaal weg. Daar sta ik voor, kijkt u
zelf maar in uw eigen programma. Ik merk niets meer van u, helemaal niets meer
van enig milieubesef bij u.
De heer Klaas (PPW): ik ben blij dat u nu weer de maakbare samenleving
terugbrengt in deze discussie. Tegelijkertijd met het milieu. Dus ik ben benieuwd
naar uw nieuwe partijprogramma komend jaar en de nieuwe naam, want die zal
ongetwijfeld ook anders worden. Dat is leuk om te horen, u mag ons de spiegel
voorhouden, maar wij zijn gewoon een verstandige partij. En wij waaien niet met
alle winden mee. Wij gaan niet zegen, het milieu is het milieu ongeacht wat het
milieu is. Nee, wanneer ga je nu verstandige besluiten nemen en een verstandig
besluit nu is om het college op te volgen dat zegt verkopen. U wilt toch niet met
geld, met pecunia zoals u het noemde, totaal onbelangrijk zoals u het nu noemt,
voor ons is het wel belangrijk. Want het is niet mijn geld, het is ook niet uw geld,
het is gemeenschapsgeld en daar willen wij gewoon geen risico mee lopen. U
zegt Twence is een geweldig bedrijf en moeten wij houden. U zegt dus ook
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 25

Twence verkopen zorgt ervoor dat het weer een slecht bedrijf wordt, want het kan
alleen maar als wij actief sturen. Ik vraag mij af wat u daarmee bedoelt, actief
sturen. Ik heb het u net ook al gevraagd. U noemt voor mij wat vage uitspraken
van dat moet en dat moet, moeten vooral op het milieu letten. Ik vraag mij af of u
zich wel realiseert wat het zou betekenen als wij met z’n allen zeggen verplichte
winkelnering, verplicht actief die Regio in stand houden. U heeft ongetwijfeld ook
gelezen hoe het in Alkmaar zit met die 51 gemeenten, niet 14, die daar hun regio
afvalverwerker in stand houden. Wat overigens erg goed uitvalt. Maar het
betekent wel heel veel werk. Dat moet u zich goed realiseren. Je moet je afvragen
of zoals wij het hier hebben georganiseerd, waarbij al 2/3 van de opbrengsten
vanuit het bedrijfsleven naar binnenkomen, of wij dat wel willen. Willen wij dat?
Wij willen dat dus niet. Als het alleen maar een nutsvoorziening was en ik vind dat
de wethouder dat heel duidelijk heeft geformuleerd, als je kijkt naar de analogie
van Cogas. Ik kan mij niet herinneren dat u toen heeft tegengestemd, misschien
wel, kan ik mij niet herinneren. Was u toen al van het CDA af, anders had u vast
tegengestemd.
De heer Van Maasacker (FvM): ik denk dat u daar eens een keer mee moet
ophouden, want u zegt dat nu elke keer.
De heer Klaas (PPW): ik vraag het gewoon even, dan weet ik het duidelijk.
De heer Van Maasacker (FvM): u brengt die plaat elke keer. U gaat mij elke keer
vragen naar het verleden. Ik zit nu in de raad en heb nu mijn standpunten.
De heer Klaas (PPW): dat doet u toch ook bij mij over PPW. Dat is toch
hetzelfde.
De heer Van Maasacker (FvM): ja, daar heb ik ook alle reden toe. U heeft geen
afstand genomen van uw partijprogramma, naar ik aanneem. Dat heb ik wel
gedaan. Waar het mij om gaat, meneer Klaas, is dat als het er echt om gaat
spannen, als het echt om reële argumenten gaat, kiest u voor marktwerking,
bedrijfs-economische motieven, angst. Dat moment van verkopen dat zijn
allemaal economische motieven die u inbrengt. Ik moet u eerlijk zeggen ik flapper
met de oren, omdat dat uitgerekend van uw partij te moeten vernemen, dat u
geen enkel milieuargument noemt en dat u daar vervolgens ook aangeeft dat de
wethouder hier louter en alleen ook economische motieven heeft gegeven, net als
het volledige college, want het college volgt de weg van de economische
rekenmeesters Brekelmans, Ernst & Young en het Regiobestuur. U volgt getrouw.
De heer Klaas (PPW): heel fijn, meneer Van Maasacker dat u dat zo opmerkt. U
mag dat concluderen, ik ben het absoluut niet met u eens, want het milieu is
uitstekend gewaarborgd. Ook bij een Twence, zelfs bij een particuliere…u wilt
toch niet zeggen dat zij straks alle rotzooi maar in het water gooien en zich
helemaal niet houden aan alle vastgestelde regels, omdat het een bedrijf is.
Gebeurt dat ook bij alle particuliere bedrijven die wij nu al kennen? Goed, ik denk
dat het niet goed is om hier verder op in te gaan. Ik wil mijn verhaal nog even
afmaken als dat mag. Wij hebben het ook gehad, de VVD/GB zegt dat actief
aandeelhouderschap door een dividendregeling misschien de vrije winkelnering
wat gemakkelijker wordt, want opgeteld is het toch goedkoper. Ik vraag mij af of
het zo is. Want dat zou nu dan ook al zo zijn en toch kiezen gemeenten daar niet
voor. U zegt ook dat er nog een heleboel onderzoeken moeten plaatsvinden. Ik
heb nog steeds het gevoel dat u eigenlijk wel voor verkoop bent, maar nog niet
nu. U zegt, eigenlijk zou er nog een derde onderzoek moeten plaatsvinden. Dat
merken wij ook bij de afsluiting, dat u toch weer een heleboel vragen meeneemt.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 26

Dat weten wij gewoon nog niet, dat mag, daar bent u vrij in. Dat gevoel heb ik
alleen. Voor ons is het duidelijk, wij stemmen in met het voorstel van het college.
Dank u wel.
De voorzitter: de heer Fruytier en daarna mevrouw Ter Horst.
De heer Fruytier (VVD/GB): dank u wel, voorzitter. Om op die laatste opmerking
van de heer Klaas even in te gaan. Natuurlijk zijn er ook zaken nog niet helemaal
uitgekristalliseerd. Dat heb ik ook aangegeven door de eenzijdigheid zoals die
naar voren is gebracht. Dat je ook naar de andere facetten moet kijken. Dat
onderzoek vinden wij belangrijk, dat het gebeurt, daar pleiten wij ook voor. Dat
kun je in beide situaties doen, als je aandeelhouder bent of als je geen
aandeelhouder bent. Maar als je aandeelhouder bent, kun je aandeelhouder
blijven. Als je de boel hebt verkocht en je zou er dan nog naar willen kijken, dan
kun je die aandelen nooit meer tot je nemen.
De voorzitter: mevrouw Ter Horst.
Mevrouw Ter Horst-Oppewal (CDA): ja, ik wilde nog even reageren op wat de
heer Van Maasacker net zegt. U verwijt de heer Klaas dat hij afstand neemt van
zijn partijprogramma, maar dat is gemakkelijk. U zegt, ik zit in de raad, wat is uw
partijprogramma? U zit hier, niemand kan u zeggen dat is uw partijprogramma.
Waar staat u nu eigenlijk voor. U bent eigenlijk overal tegen. Ik heb het eens
bijgehouden. Het is echt ongelofelijk. Dat is gemakkelijk praten als je nergens
verantwoording voor wil afleggen.
De voorzitter: de heer Van Maasacker.
De heer Van Maasacker (FvM): ik vind het toch wel even handig om erop te
reageren en te kijken of er nog wat serieuze elementen in zitten. Ik zit hier als 1
van de 19 raadsleden. Voor het beste voor deze mensen, voor het beste van
deze raad. Ik heb afstand genomen, doelbewust, van het programma dat u
aanhangt. Ik heb daar mijn argumenten voor en ik heb daar mijn redenen voor. U
geeft daarbij vervolgens aan dat ik veel tegen ben. Ja, dit college, het is ook
uitermate gemakkelijk om tegen dit college te zijn als ik zie langs welke weg zij
politiek bedrijven. Ik probeer door middel van argumenten hier op tafel aan te
geven, u reageert daar vrij sterk op dat is uw kracht, om aan te geven dat er een
alternatieve weg is voor dit college.
Mevrouw Ter Horst-Oppewal (CDA): ja, u zegt: ik neem er helemaal afstand
van. Maar als ik het eens een beetje bijhoud, u bent tegen de tunnel, tegen het
Cultuurhuis, tegen het Zenderink, tegen het botenhuis, tegen…ik kan eigenlijk niet
opnoemen waar u nu voor bent. Als u zegt, ik ben voor de burgers, ik merk het
niet. Ik vind u totaal niet constructief in deze gemeenteraad. U gaat in op
procedures, maar u bent niet constructief bezig voor de burgers. Dat u eens wat
klaar maakt, want dat zit er gewoon niet in. Het is ook gemakkelijk als je geen
programma hebt.
De heer Van Maasacker (FvM): op alle argumenten, op alle dossiers die u noemt
zijn mijn argumenten gegeven. Argumenten die u van mij wel kent en ik ken de
uwe niet.
Mevrouw Ter Horst-Oppewal (CDA): dan moet u het programma lezen.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 27

De voorzitter: dank u. Wij ronden af. U bent klaar. Dan hebben wij nog de
gelegenheid om te luisteren naar de wethouder, alvorens ik de conclusie trek.
Geeft mij wel de gelegenheid om even aan te geven dat ik de notuliste hierbij wil
verzoeken om bij voorrang dit deel van de notulen met betrekking tot Twence te
produceren, waarbij ik de griffier verzoek om zo snel mogelijk dat deel van die
notulen ter kennis van de raad te brengen en de vertegenwoordigers in de
Regioraad, zodat zij het verloop van deze discussie in elk geval bij zich hebben.
Die afspraak maken wij evenzeer. Wethouder, aan u het woord.
Wethouder De Putter: dank u, voorzitter, ik heb vanzelfsprekend de discussie
met interesse gevolgd. Boeiend. Er komen bij mij wel wat vragen op. Ik twijfel een
beetje of ik ze wel zal stellen.
Meneer Van Maasacker, als u zegt milieu is de verliezer. Welke rol ziet u bij
Twence en milieu? Daar ben ik zo nieuwsgierig naar. Weet u waarom ik dat
vraag? Omdat ik in de discussies van de afgelopen paar jaar ook wel heb geleerd
dat milieu als een soort toverwoord in de arena wordt gegooid. Waarvan ik denk,
ik had heel vroeger op de opleiding een docent, die als hij ergens niet uit kwam,
dan riep hij “Muziek”. Zo hoor ik dat hier ook “Milieu”. Ik ken het bedrijf Twence
toch redelijk goed. Ik weet van de verbranding van hun afval, door alle technieken
die zij toepassen, volgens mij is het zelfs het schoonste afvalverwerkende bedrijf
dat wij in Nederland kennen. Ik weet hoe zij werken bij de biomassa centrale. Dat
verandert niet op het moment dat het in andere handen is. Die techniek die is er,
die blijft gebruikt worden. Het enige dat ik mij kan voorstellen, is dat uw invulling
van actief aandeelhouderschap is, dat wij samen een nutsbedrijf zijn dat op de
Boldershoek aan innovatie doet. Volgens mij is dat een heel andere discussie.
Ik wil u toch nog even op iets anders wijzen en dat is de term risico. U zegt, het is
zo gemakkelijk, je wijst op risico’s aan de ene kant. Psychologisch trucje, belofte,
maar geld aan de andere kant. Dan is de keuze heel gemakkelijk. Je komt dat in
de geschiedenis tegen en u kent u klassiekers waarschijnlijk wel, daar kom je het
overal tegen. Die psychologische truc. Waar wij aan hebben gerefereerd dat moet
u morgen maar eens op Internet nazoeken, dat is de wet Fido, de wet
Financiering Decentrale Overheden. Die in feite zegt, lage overheden het is u
verboden om expliciet te investeren in aandelen om bedrijfseconomische redenen
en die ook zegt je mag geen risico lopen met het geld van de burgers. Nu is dat
bij Twence niet direct aan de orde, want wij zitten er al in. Wij hebben het vanuit
de historie opgestart.
In de geest van deze wet is het vanzelfsprekend wijs om te wijzen op de risico’s
die wij aangaan, omdat het gewoon een marktbedrijf is. Vandaar de term risico’s
die hier is gebruikt en niet als een soort psychologisch trucje om mensen over de
streep te trekken.
Voorzitter, meer hoef ik niet meer te berde te brengen in deze ronde.
De voorzitter: mijn dank. Ik constateer na twee termijnen.
De heer Goosen (CU): mag ik u verzoeken om hoofdelijk te stemmen.
De voorzitter: wij gaan hoofdelijk stemmen over het voorstel van het college van
B&W. Wij gaan even kijken bij wie de stemming begint. Stemt u voor, dan bent u
voor het collegevoorstel en anders bent u tegen het collegevoorstel. Wij beginnen
de stemming bij het lid van de raad met nummer 1.
De heer Schapink: voor
De heer Lammertink: voor
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 28

Mevrouw Ter Horst-Oppewal: voor
De heer Ter Beke: voor
De heer Hagedoorn: voor
De heer Bekke: voor
De heer Ooms: voor
Mevrouw Van Rijk-Veenendaal: voor
De heer Klaas: voor
De heer Slagers: voor
De heer Ros: voor
De heer Fruytier: tegen
Mevrouw Ekkelenkamp-Assink: tegen
De heer Nijzink: voor
De heer Goosen: voor
Mevrouw Brinkman-Jansen: voor
De heer Van Maasacker: tegen
Er zijn 17 stemmen uitgebracht, waarvan 3 tegen en 14 voor. Derhalve is het
voorstel met 14 tegen 3 stemmen aangenomen. Aldus besloten.
De raad besluit conform het voorstel.
10. Voorstel van de bezwarencommissie van de Provincie Overijssel tot schorsing
van behandeling van het bezwaar tegen het niet goedkeuren van de begroting
2008 door GS
De voorzitter: wie van u wenst hierover het woord. Ik begin bij de heer Goosen
en ga vervolgens verder.
De heer Goosen (CU): voorzitter, dank u wel. Het is natuurlijk niet leuk om het
continue te moeten horen, maar feit is dat wij als gemeente Wierden nog steeds
vallen onder financieel toezicht van de Provincie en dat wij nog steeds geen
goedgekeurde begroting 2008 hebben. Dat is geen visitekaartje. Wij moeten zo
snel mogelijk van die situatie af, dat zullen wij, denk ik met elkaar eens zijn. Nu
loopt er een bezwaarschrift tegen dat financieel toezicht en heeft de provinciale
bezwarencommissie het op een akkoordje gegooid met de vertegenwoordigers
van onze gemeente om nog maar even te wachten met de verdere behandeling
van het bezwaar. Mits ook de raad van de gemeente Wierden toestemt. Nu zit
daar ons punt niet . Wij gaan akkoord. Ware het niet dat in uw eigen voorstel een
aantal voorwaarden staan waaronder de Provincie bereid is om alsnog tot
goedkeuring van de begroting 2008 te komen. Eén daarvan is dat uw college naar
verwachting in week 15, ik citeer, reeds een concreet voorstel tot een te begroten
bedrag voor de Passie in 2008 zal doen aan de gemeenteraad. Volgens mij leven
wij intussen in week 14, als ik dat goed heb nagekeken. Ik heb nog steeds niets
gezien. Ook niet vrijdagmiddag. Dan zeg ik, het schiet niet op. Daarom dus de
prangende vraag, wanneer wel. Want de vier weken die GS nodig hebben om de
voorbereiding te kunnen goedkeuren, zijn bijna verlopen. Je slaat toch geen goed
figuur als straks de Provincie zover is en het wachten is nog steeds op die
gemeente Wierden. Hoe kijkt het college c.q. de wethouder hier tegen aan. Dank
u wel.
De voorzitter: dank u, de heer Goosen. De heer Van Maasacker.
De heer Van Maasacker (FvM): voorzitter, als u een stopwatch op de Pontiac
heeft zitten, dan mag u hem nu indrukken. Ik vind het nog steeds onzin dat wij
over dit onderwerp spreken. U bent daar geweest, bij de bezwarencommissie. U
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 29

heeft daar gesproken. De voorzitster van de commissie doet een tussentijds
voorstel, dat is een voorlopige voorziening. U bent niet gemachtigd als college om
te handelen in het belang zoals wij met elkaar hebben afgesproken. Wat mij
betreft, gaat u gewoon akkoord, hoeft u niet onze raad te vragen. Een beetje
slagvaardigheid. U mag het gewoon wat mij betreft allemaal zelf oplossen. Het is
op zichzelf heel vreemd dat wij nu moeten reageren op basis van een mondelinge
uitspraak, mondeling verzoek van de bezwarencommissie. Dat lijkt mij binnen één
minuut.
De voorzitter: dank u voor deze bijdrage. Wethouder Velten, aan u het woord.
Wethouder Velten: de heer Goosen stelt dat er nog steeds sprake is van
financieel toezicht. Formeel is dat natuurlijk ook zo, maar ik heb in één van de
vorige bijeenkomsten al gemeld, dat ik met de heer Klaasen daarover heb
gesproken en dat hij heeft aangegeven, dat wat hem betreft daar geen sprake
meer van is. Ik ben met u eens dat wij zo snel mogelijk de zaken helder moeten
hebben en daar zijn wij, ook in samenspraak met de Passie mee bezig. De Passie
heeft een eerste inrichting en sportvoorzieningen aangevraagd. Daarover lopen
op dit moment de discussies en daar moet een concreet voorstel voor komen. U
heeft het over week 15. Ik merk even op dat wij ook steeds hebben gesteld dat
dan ook de uitspraak van de Raad van State duidelijk zou moeten zijn. Nu heb ik
vanmiddag nog weer even op de site van de Raad van State gekeken en die
uitspraak is morgen niet te verwachten. Ik constateer even dat het volgende week
Koninginnedag is en ik neem aan dat de Raad van State dan geen uitspraken
doet. Dan wordt het al een beetje moeilijk met Hemelvaart en dat soort dagen.
Dan komen wij al in de week daarop, waarin de termijn overschreden zou worden
van 6 mei, waarin de Raad van State een uitspraak zou moeten doen. Ik weet niet
hoe de Raad van State daar mee om gaat. Ik verwacht…en dat is natuurlijk
belangrijk voor onze vaststelling van het concrete bedrag, nogmaals wij zijn daar
met de Passie in overleg en ik denk dat wij op zich er wel uitkomen. Wij zullen
nadrukkelijk ook uw standpunt willen volgen. Nogmaals, wat dat betreft proberen
wij snel een oplossing te zoeken. Misschien nog vermeldenswaardig, dat ik dan 9
mei opnieuw een gesprek met de gedeputeerde heb, die heeft gezegd dan wil ik
toch eens even langskomen om een aantal punten te zetten. Het gaat ook nog
over een aantal andere zaken, zeker ook over deze zaak. Ik verwacht eerlijk
gezegd dat wij dan een heel eind verder zijn.
De voorzitter: de heer Slagers.
De heer Slagers (PPW): hoeveel geld de Passie nodig heeft, heeft waarschijnlijk
ook te maken met het aantal leerlingen dat zich heeft aangemeld. Heeft u een
idee hoeveel leerlingen zich hebben aangemeld.
Wethouder Velten: in de bijeenkomst met de bewoners van de Beenstraat is een
getal van 28 gemeld.
De voorzitter: dank u. Wenst u een tweede termijn, anders constateer ik dat u
akkoord gaat.
De raad besluit conform het voorstel.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 30

11. Aankoop bedrijfslocatie Rondweg 30 te Enter
De voorzitter: vleesveebedrijf van de maatschap Morsink. Wie van u wenst
hierover het woord. De heer Nijzink, de heer Ooms, de heer Van Maasacker,
mevrouw Ekkelenkamp. Het woord is aan de heer Nijzink.
De heer Nijzink (CU): dank u, voorzitter. De aankoop van een agrarisch bedrijf
met klaarblijkelijk de waarde van ruim € 2,8 miljoen. Het agrarisch bedrijf geeft
overlast voor omliggende bedrijven in de vorm van geur en fysieke overlast. Er
zijn vast meer bedrijven in de gemeente die dat soort overlast veroorzaken, maar
dat is op voorhand geen reden om het bedrijf dan maar weg te kopen. Voorts
wordt gesteld dat het bedrijf geen uitbreidingsmogelijkheden meer heeft. Ook
daarvan zijn er meer bedrijven in deze gemeente. Dat is wederom geen reden om
die bedrijven dan maar uit te kopen. Als laatste reden lezen wij dat het bedrijf niet
meer in de huidige omgeving past. Dat snijdt hout, want in de visie Rondweg is
geen ruimte voor agrarische activiteiten. Het gevolg is dat de gemeente op de
blaren moet zitten en wel op de financiële blaren, want van een sluitende
exploitatie daarvan lijkt ons geen sprake. Uw college, voorzitter, heeft echter geen
gevolg gegeven aan onze opmerking in de commissievergadering als het gaat om
de openbaarheid van de exploitatiebegroting. Wat gaat deze oplossing de
gemeenschap nu kosten. Dat een agrarisch bedrijf wordt uitgekocht om op die
manier meer problemen te voorkomen, daar is op zich wel wat voor te zeggen.
Waarom mag dat niet kenbaar worden gemaakt? Verder zien wij dat het voorstel
wel is aangepast met € 5 ton, naar aanleiding van de opmerkingen in de
commissievergadering. Tot slot nog een aantal vragen. Gaat de exploitatie uit van
alleen de opbrengst uit het perceel aan de Rondweg of ook van inkomsten uit de
andere genoemde percelen? Hoeveel woningen worden er teruggebouwd in het
kader van rood voor rood? In haar schrijven van december 2006 maakt de
Provincie gewag van de onzekerheden. Zijn er nog steeds onzekerheden nu de
onderhandelingen zijn afgerond? Tot zover, dank u wel.
De voorzitter: dank u, heer Nijzink. Wij gaan naar de heer Ooms.
De heer Ooms (CDA): dank u wel, voorzitter. Jammer dat het zover heeft moeten
komen, maar blij dat er nu een oplossing is. Blij dat de gemeente met de heer
Morsink tot een overeenkomst is gekomen. Het CDA en de bedrijven op het
industrieterrein en die moeten wij zeker niet vergeten. Om het CDA mocht hij daar
wel blijven zitten, maar om die bedrijven op het industrieterrein, daar zat hij klem
mee. Hij moest een nieuwe milieuvergunning, omdat hij niet aan de huidige
milieueisen kon voldoen. Het kalverbedrijf opkopen was daarom de enige optie
volgens ons. Je kunt een boer niet laten doodbloeden op een plek waar die zit.
Wij weten ook dat de ondernemers op het industrieterrein van plan waren, als
deze oplossing niet was gekomen, om te komen met een opschorting van de
milieuvergunning. Dat staat duidelijk in de papieren. Om toch die bezwaren uit de
weg te gaan, moet je het bedrijf opkopen vindt het CDA. De heer Morsink moet
uitbreiden om de welzijnseisen. Wij weten allemaal dat die in de landbouw zeer
zwaar zijn. Hij zal groter moeten bouwen, meer ruimte voor zijn kalveren en dat is
daar niet mogelijk. Dat willen wij niet en dat willen ook de bedrijven op het
industrieterrein niet. Mede gelet op het geld dat de gemeente terug kan verdienen
aan de verkoop van de grond, daarom zijn wij voor aankoop. Wij hebben allemaal
de stukken in kunnen zien en wij weten ook hoeveel de gemeente erbij moet
doen. Dat dat veel geld is, dat weten wij allemaal, maar het is wel de beste
oplossing. Dat kan met de verkoop van de grond voor een groot deel weer
worden terugverdiend. Alle plussen en minnen op een rij gezet en de financiële
bijdrage van de Provincie waar wij deze week nog weer een schrijven van hebben
gehad, dat de heer Morsink valt onder de problemen ernstige stankhinder. Dat het
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 31

ernstig is, dat weten wij allemaal. Wij zijn ook bij Vonder Interieurs geweest en wij
weten ook hoe die man er mee zit te zweten. Ik heb hem onlangs nog gebeld. Hij
zegt, dit is toch de beste oplossing. Dat hij daar dan geen geld bij doet, het is niet
zijn probleem, dat de heer Morsink de stank veroorzaakt. Het is mede door de
heer Morsink en door de gemeente zo gekomen. Het is gewoon gegroeid. Daar
kunnen wij niets aan doen. Hetzij zo. Het industrieterrein is ook naar de heer
Morsink toe gekomen en de heer Morsink is niet naar het industrieterrein
gekomen. Dan dien je er met elkaar uit te komen. Dan zijn wij ook zeer blij dat de
Provincie de financiële bijdrage doet. Als laatste willen wij de wethouder nog
oproepen, ga ook met de mensen erom heen in gesprek. Het had misschien al
eerder gekund, als wij in de commissie GG het besluit hadden genomen. Wij
willen er hier vanavond nog even over praten. Dat kan. Wij zijn voor aankoop van
de bedrijfslocatie van de heer Morsink.
De voorzitter: dank u, de heer Ooms. De heer Van Maasacker, aan u het woord.
De heer Van Maasacker (FvM): voorzitter, dank u wel. Er is een nare situatie
ontstaan in Enter. Die vraagt om een oplossing. Ik vind ook dat u als college goed
bezig bent die oplossing voor elkaar te krijgen. Ik heb toch nog een aantal vragen.
Als ik alles doorneem, dan stuit ik nog op een paar zaakjes. Wat gaan wij nu
eigenlijk in de nabije toekomst doen? Dat vind ik wel belangrijk om te weten.
Tijdens de vorige commissievergadering was u daar niet erg open over. Ik zie nu
dat u refereert aan een streefbeeld, waarbij scenario twee aan de orde is. Ik zou
graag willen weten wij nou precies opkopen, want ik had mij kunnen voorstellen
dat wij daar de boerderij opkopen. Als zelfs percelen worden opgekocht in de
gemeente Markelo, dan vraag ik me af wat wij precies allemaal aan het doen zijn.
De stank kan groot zijn, maar toch waarschijnlijk niet zo dat die tot in Markelo
doordringt. Ook in Wierden zelf bent u onduidelijk of wij nu alleen percelen kopen
rondom het probleempunt of dat wij zelfs nog meer gronden gaan opkopen.
Voor mij is en blijft een pijnpunt rood voor rood. Rood voor rood is een probleem,
omdat u zelf aangaf in de vorige commissievergadering dat dit gevalletje nog valt
onder de oude regeling. Dat lijkt mij helemaal niet, want u heeft pas in februari
overeenstemming weten te bereiken en u heeft zelf op 29 november de regels
veranderd. Kortom, ik vraag mij af, als wij de regels veranderen en zoals u heeft
gedaan op 29 november, ik blijf er overigens bij dat de raad dat moet goedkeuren,
maar als zodanig zijn wij het met de regels wel eens. Op 29 november past u de
regels aan en u gaat nu voor eigen situatie de regels weer een beetje rekbaar
uitleggen. Ik vind dat dat niet kan. Ik weet ook dat u zeer onlangs andere gevallen
van rood voor rood heeft afgewezen onder meer op basis van het feit dat deze
regeling sinds 29 november is vervallen. U had nog andere redenen overigens,
maar u noemde in ieder geval onder meer 29 november. Wij waren er financieel
gezond uit op de laatste commissievergadering en nu zegt u ineens, ik laat het
woonhuis staan. Dan moet u uitleggen wat dat voor een consequenties heeft,
want dat kan ik niet overzien. Overigens ben ik het ook met de heer Nijzink eens,
als hij zegt, die exploitatiebegroting mag wat ons betreft best meer in de
openbaarheid komen. Ik heb hem niet gezien. Ik ben niet in de gelegenheid om
overdag hier op het gemeentehuis deze begroting te komen inzien.
Ik heb vorige keer ook gesproken tijdens de commissievergadering over de
inklemming die gaat plaatsvinden rondom Morsink. Daar is nog één pand, dat is
het pand van de familie Kamphuis. U zei daar de vorige keer niets over, maar u
suggereerde dat er gesprekken hebben plaatsvonden. Kunt u mijn uitleggen wat
voor een soort gesprekken dat zijn? Met wie en hoe? Het lijkt mij een uitermate
nare situatie, die man wordt straks van alle kanten ingeklemd. Niet in de laatste
plaats, dat was voor mij ook nieuw, de heer De Putter gaf vorige week tijdens de
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 32

RegioFM uitzending aan, dat op die locatie een weg komt. Wat gaat daar nou
eigenlijk allemaal ontstaan?
Laatste punt. Ik heb opgevraagd de beschikking van de Provincie, zowel richting
griffie als college dank voor het toezenden. Maar het brengt mij wel op een aantal
punten. U spreekt uit dat er sprake dient te zijn van drie rood voor rood gevallen.
De Provincie spreekt uitsluitend over twee op basis van de oude regeling, die dus
in de nieuwe regeling niet meer zou kunnen. Ik zie een heleboel opmerkingen
over wat zijn wel en wat zijn niet subsidiabele kosten. Ik moet u eerlijk zeggen, ik
denk dat ik van dit vak iets weet, maar dit zijn over het algemeen geen
voortekenen dat die volledige € 500.000 kan gaan worden uitgekeerd. Want
destijds beschouwden wij de aankoop van de bedrijfswoning als niet subsidiabele
kosten. De aankoop draagt niet bij aan het oplossen van het stankknelpunt.
Verder zijn wij van mening dat de kosten van bouwrijp maken van de kavel en het
herinrichten hiervan niet subsidiabel zijn. U stelt weliswaar in de notitie dat het vrij
zeker is dat dat geld gaat komen, dat verhaal heb ik vaker gehoord. Als ik dit zo
lees krijg ik het er een beetje warm van. Wat mij betreft, u bent op de goede weg,
maar ik wil wel graag een aantal dingen weten, voordat wij dit bedrag beschikbaar
gaan stellen. Dank u wel.
De voorzitter: dank u. Mevrouw Ekkelenkamp, aan u het woord.
Mevrouw Ekkelenkamp-Assink (VVD/GB): dank u wel voorzitter. Een krediet
van € 2.8500.000 wordt gevraagd voor de aankoop van het vleeskalverenbedrijf
van de maatschap Morsink aan de Rondweg 30 te Enter. Door uitbreiding van
regelgeving, de verscherpte milieunormen is het niet meer mogelijk om dit
vleeskalverenbedrijf op deze plek uit te breiden. Ook zijn er diverse klachten van
andere ondernemers op het bedrijventerrein Baanakkers, zoals geurhinder. Met
de aankoop van Rondweg 30 zijn dus meerdere partijen gebaat. Na de aankoop
zal worden geprobeerd het gebied te herontwikkelen, waardoor de
aankoopkosten gedeeltelijk kunnen worden terug verdiend. Na de aankoop, als dit
doorgaat, worden de bedrijfsactiviteiten afgebouwd.
Even naar meneer Van Maasacker ten aanzien van het bedrag, dat heeft ons
college dit keer volgens mij heel goed onderbouwd. Want als de bijdrage van de
Provincie niet doorgaat, dan heb ik het idee, dat toch het hele bedrag gedekt is.
VVD/GB gaat dus akkoord met de aankoop van Morsink. Dank u wel.
De voorzitter: dank u, mevrouw Ekkelenkamp. Het woord is thans aan wethouder
Broeze.
Wethouder Broeze-van der Kolk: dank u wel voorzitter. De aankoop van
Morsink heeft veel ambtelijke ondersteuning gehad. Wij hebben veel gesproken
met omwonenden. Wij hebben regelmatig om maar vast… Wij willen best op
verzoek van het CDA ingaan om nu weer met omwonenden te spreken. Maar ik
heb regelmatig met hun gesproken om te zeggen… Zij hebben mij heel vaak
gevraagd wanneer die aankoop doorgaat. Wij hebben veel nodig gehad om bij te
sturen. Wij hebben ook veelvuldig met Kerkhof gesproken. Er zijn zelfs mensen
geweest die ook geld hebben geboden. Wij zijn eigenlijk begonnen met een
besluit te nemen in 2006 in het college, ik weet niet meer of het oktober of
november was, van wij gaan Morsink aankopen. Toen zijn wij naar de Provincie
gegaan, daar refereert de heer Van Maasacker aan, over die beschikking. Daar
staan dus voorwaarden in. Ondertussen hebben wij, toen wij mondelinge akkoord
hadden met de heer Morsink, gelijk gevraagd om al die pijldatums voor te leggen.
Want er staat onder andere ook dat het 31 december 2008 geregeld moet zijn.
Leg nu even voor aan de Provincie of het werkelijk zo is, voordat ik naar de raad
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 33

ga. Dit is duidelijk. Wij hebben nu een brief van de beschikking. Ik heb de
gedeputeerde gisteren voor 2 weken geleden mondeling gesproken, dat ik daar
graag een brief over wilde hebben. Die brief is er. Met onze brief van 4 december
2006, kenmerk… hebben wij u een subsidie verleent van maximaal 500.000 euro,
bestemd voor het oplossen van het stankknelpunt Morsink Rondweg 30. De
looptijd van het project wordt verlengd tot 1 juni 2009. Dat hebben wij nu allemaal
keurig geregeld, dus op dat punt hebben wij hier een bevestiging van. Dat was
ook mijn bedoeling. Dat is ook eerlijk tegenover de raad of het voor elkaar komt.
De voorzitter: de heer Van Maasacker.
De heer Van Maasacker (FvM): als ik u mag onderbreken. Is het daarmee ook
vastgelegd in dat contact? Want u zegt ik heb mondeling gesproken met de
gedeputeerde, is daar ook afgesproken dat aan de voorwaarden allemaal is
voldaan? Dat die € 500.000 allemaal keurig netjes binnen gaat komen?
Wethouder Broeze-van der Kolk: ja, dat is afgesproken.
De heer Van Maasacker (FvM): de gedeputeerde heeft dat gezegd?
Wethouder Broeze-van der Kolk: ja, die heeft dat gezegd. Die € 500.000
hebben wij ook tevoren afgesproken. Wat zijn de voorwaarden, wat kunnen wij
daar allemaal. Ik zal daar even op ingaan hoe dat allemaal precies is gekomen. Ik
heb een wat langer antwoord dan normaal.
De aankoop van Morsink. U heeft gevraagd, de ChristenUnie, waarom niet de
openbaarheid wordt gekozen om dit bedrag kenbaar te maken. Wij hebben
hiervoor juist gekozen omdat Schipper de vorige keer, de mensen er zelf veel last
van hebben dat het openbaar werd gemaakt. Dat zij door iedereen werden
aangesproken alsof je de staatsloterij hebt gewonnen. De mensen hebben
gereageerd naar ons, dat zij dat erg vervelend vinden en of wij dat niet anders
kunnen doen. Alles staat er in, kan dat nou echt niet anders. Toen hebben wij
ervoor gekozen…wij hebben niets te verbergen, wij kopen het aan voor
€ 2.850.000.00 en wat de gemeenschap erbij moet doen. U als raadsleden hoort
op de hoogte te zijn van wat het is. Wij hebben gezegd dat wij het bedrag bij de
griffier neerleggen. Zo doen wij dat nu. Mensen vinden dat niet prettig. Wij moeten
luisteren naar de inwoners. Wij hebben dat nu gedaan. Wij houden altijd de
discussie over hoever moet je communiceren, wat moet iedereen weten.
De voorzitter: de heer Nijzink.
De heer Nijzink (CU): de wethouder redeneert dat in dit geval de heer Morsink
zich eigenlijk schuldig zou moeten voelen dat de gemeenschap hier geld bij doet,
wanneer dit kenbaar wordt gemaakt.
Wethouder Broeze-van der Kolk: ik zeg niet dat hij schuldig voelt. De mensen
vinden het vervelend dat wij het openbaar maken. Daar worden wij als college op
aangesproken. Dat is de vorige keer veelvuldig gebeurd. Wij hebben gezegd dat
wij het dan gewoon niet meer doen. Maar de raad, u als raad, moet een beslissing
nemen en u moet weten wat het precies is. Daarom hebben wij het neergelegd. U
heeft allemaal de gelegenheid gehad om er naar te kijken. Wij hebben besloten
om dit niet te doen. Dat heb ik ook de vorige keer in de commissie aangegeven.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 34

De heer Nijzink (CU): voorzitter, wij hebben de gelegenheid gehad. Ik heb
gebruik gemaakt van de gelegenheid. Nu weet ik het, maar ik kan er niets mee
want het is vertrouwelijk.
Wethouder Broeze-van der Kolk: oké, dat is toch prima.
De heer Nijzink (CU): dat lijkt mij niet erg transparant richting de burger.
Wethouder Broeze-van der Kolk: oké.
De heer Van Maasacker (FvM): ik vind dat de wethouder daar wat gemakkelijk
over heen stapt. Het gaat hier over gemeenschapsgeld. Ik moet u zeggen, dat ik
ook niet hebben kunnen kijken. Ik ben nog niet in de gelegenheid geweest. Dat
komt in een ander geval ook niet voor. Maar u spreekt hier over
gemeenschapsgeld, geld van ons allen van 23.500 inwoners, stoppen wij in dit
project. Ik moet u eerlijk zeggen, dat ik niet hoef te weten wat de heer Morsink uit
dit geheel netto haalt, dat interesseert mij geen bal, maar ik wil wel weten wat het
de gemeente feitelijk kost.
Wethouder Broeze-van der Kolk: houd daar wat mij betreft een stemming over,
of u dat wil of niet. Ik heb geen ander antwoord. Wij hebben dit zo aangestuurd en
zo besproken omdat de vorige keer daar heel veel negatieve reacties op kwamen.
Wij gaan verder.
CDA, de oplossing nieuwe milieuvergunning. Die werd niet afgegeven.
Ondernemers waren van plan om die opschorting aan te vragen, dat klopt ook.
Daar hebben wij ook gesprekken over gehad. Zij hebben daar ook ernstig hinder
van. Wij vinden dit ook de beste oplossing. Die stankproblemen en het
stankknelpunt, het geld dat wij daarvoor ontvangen van de Provincie is wel
bijzonder. Er is geld in het reconstructiebudget voor maar drie bedrijven in
Overijssel. Dus het is bijzonder. Er is juist gekeken naar waar de situatie van de
heer Morsink ligt. Omdat die daar zo ingeklemd ligt… Hij valt in het
reconstructieplan en kon die ook niet mee worden genomen in een één of ander
regelgeving. Dus hij viel net overal buiten. Dat was een reden voor de
gedeputeerde om te zeggen, dat dit nu net één van die drie stankknelpunten is
die wij kunnen toestaan, omdat naar de gemeente Wierden te laten gaan voor dit
probleem.
De Fractie van Maasacker. Wij hebben gekozen voor de nabije toekomst voor
scenario 2. Wat kopen wij nu precies op, perceel in Markelo. Ik kan u vertellen,
dat perceel in Markelo ligt net aan de andere kant van de A1. Het is Hof van
Twente. Het is aansluitend aan de andere kant van de A1 waar Morsink ook
gronden heeft liggen. Wij hebben gekocht waar zijn bedrijf staat en aan de andere
kant van de Rondweg heeft hij ook nog een stukje grond, dat hebben wij ook
gekocht. Het is precies aan de andere kant van de A1, het is aansluitend met het
andere stuk. Wij hebben gewoon opgekocht wat hij heeft. Of dat nu de gemeente
Markelo is, wij hebben opgekocht wat hij heeft. Hij heeft zelf de mogelijkheid, dat
hebben wij ook besproken dat zeg ik er even bij, als hij zijn bedrijf oplevert mag hij
zelf nog kiezen of hij die gronden wil terugkopen. Wij kopen die gronden op, als hij
die gronden wil terugkopen voor het geld dat wij ervoor hebben geboden wat daar
buiten ligt, dan heeft hij daar de mogelijkheid nog voor tot en met 31 mei. Dat
staat in het contract. Dus dan ben ik heel duidelijk op dat punt.
De voorzitter: mevrouw Ekkelenkamp.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 35

Mevrouw Ekkelenkamp-Assink (VVD/GB): mag hij dus alleen de grond dat in
Markelo ligt, krijgt hij daar de kans…
Wethouder Broeze-van der Kolk: nee, wat aan de andere kant van de A1 is
waar wij geld voor hebben geboden. Niet aan de Rondweg, waar daar gaat het
ons juist om.
Mevrouw Ekkelenkamp-Assink (VVD/GB): nee, ik vraag of het de grond is die in
Markelo ligt.
Wethouder Broeze-van der Kolk: nee, de andere ook.
Mevrouw Ekkelenkamp-Assink (VVD/GB): tegenover zijn bedrijf ook?
Wethouder Broeze-van der Kolk: nee. Wat aan de Rondweg ligt, kopen wij
sowieso. Hij kan terugkopen wat hij aan de andere kant van de A1 heeft liggen.
Dat is een stuk in de gemeente Wierden en een stuk in Hof van Twente. Dat is
aansluitend aan elkaar. Wij hebben in het college ook eerst gezegd dat wij niet
wat in een andere gemeente gaan kopen. Maar toen zagen wij hoe het lag en
daardoor is het in de onderhandelingen meegenomen.
De Fractie van Maasacker vraagt over het woonhuis laten staan. U kiest voor
scenario 2. Ja, dat hebben wij ook. Wij hebben het dan over de nieuwe woning.
De oude woning van Morsink staat er nu nog. Deze wordt afgebroken, die wordt
gesloopt. Die hebben ons gevraagd, omdat hier de mensen Morsink senior ouder
zijn, de woning zolang laten staan. Die moeten zij nu afbreken, de oude woning,
dan vervalt dat recht. Die nieuwe dienstwoning zouden wij eventueel als je daar
een bedrijfshal plaats als dienstwoning gebruiken. Dat is een nieuwe woning en
die kopen wij erbij. Het zou zonde zijn om dat geld gelijk te vernietigen.
De heer Van Maasacker (FvM): was dat in uw plan besloten toen u hier zat in de
commissie grondgebiedzaken? Want toen zou alles vertrekken. U heeft namelijk
het raadsvoorstel aangepast. Het komt hier zelden voor dat u dat doet. Dus heeft
dat ook weer gevolgen voor de exploitatie.
Wethouder Broeze-van der Kolk: nee, dat was toen in het voorstel ook
meegenomen. Ik heb alleen om de discussie, omdat de vorige keer de discussie
om de huizen ging, wilde ik duidelijkheid hebben dat die nieuwe dienstwoning in
onze planning gewoon blijft bestaan.
Dan hebt u een vraag over dat er 2 woningen staan in het voorstel in plaats van 3.
Dat klopt. Op basis van het aantal vierkante meters wat er wordt gesloopt, kunnen
er 2 huizen terugkomen. Maar als je een bedrijf verplaatst heb je de mogelijkheid
om een extra huis toe te kennen, dat is voor de verplaatsing. Dat is hier gebeurd.
De heer Van Maasacker (FvM): wij hebben toch net afgesproken mevrouw dat
vanaf 29 november…
Wethouder Broeze-van der Kolk: daar kom ik nog op terug.
De heer Van Maasacker (FvM): oh, ik dacht dat u al klaar was.
Wethouder Broeze-van der Kolk: nee.
De heer Van Maasacker (FvM): u kent mijn vraag al of u voelt hem al aankomen.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 36

Wethouder Broeze-van der Kolk: ja. Die verplaatsing heeft niets met uw vraag
van 29 november te maken. Helemaal niets. Want dat is gewoon een voorwaarde.
Als wij een bedrijf verplaatsen in de Provincie Overijssel, dan mag je rekenen wat
er wordt gesloopt wat voor aantal huizen je terug mag hebben. Maar je mag voor
die verplaatsing, als je een bedrijf verplaatst, een extra woning toekennen. Dat is
hier gebeurd voor rood voor rood dan.
Uw vraag van rood voor rood van 29 november, dat is een iets langer antwoord.
Door de raad zijn de kaders vastgesteld van het provinciaal beleid, ik begin even
bij het begin, in 2006. Dat was het provinciale beleid, dat hebben wij letterlijk
overgenomen. Met dien verstande als de Provincie iets zou wijzigen, ik dat ook
aan u zou doorgeven. In 2007 heeft de Provincie dus enkele criteria veranderd
onder andere de ontmenging. Op dat moment hebben wij die ontmenging in ons
college besproken en meegenomen. Een praktisch besluit want iedereen, ook
raadsleden hebben dat veelvuldig aangegeven, had moeite met dat er gebouwen
gesloopt werden in andere gemeenten, hebben wij meegenomen in dat punt in
het college dat wij hier in de gemeente 300 m2 moeten slopen, wil je daarvoor in
aanmerking komen en op de plek terugbouwen indien mogelijk. Indien mogelijk is
dus zo, bij Morsink als je daar een hal bouwt, bouw je daar geen 3 huizen terug.
Dan is dat een reden om ergens anders huizen te bouwen. Het volgende is, dat
wij dat toen in het college hebben besloten. Tussen kaders en uitvoering ligt een
heel klein verschil. Wij hebben gemeend, dat wij als college dat konden doen. Wij
hebben dat ter informatie aan de commissie grondgebied aangeklikt. Daar heeft
VVD/GB gezegd dat zij dit willen bespreken. Dat hebben wij toen besproken in
februari, die willen het rood voor roodbeleid bespreken. In de commissie heeft de
heer Van Maasacker twee vragen gesteld. De ene vraag was in elk geval of wij
het als college wel hadden moeten beslissen.
De voorzitter: mevrouw Ekkelenkamp.
Mevrouw Ekkelenkamp-Assink (VVD/GB): volgens mij komt u waar u het nu
over heeft, in de volgende commissie grondgebied naar voren.
Wethouder Broeze-van der Kolk: nee, maar ik moet even mijn verhaal afmaken
anders begrijpt de heer Van Maasacker mij niet.
Mevrouw Ekkelenkamp-Assink (VVD/GB): volgens mij gaat het alleen maar
over de aankoop van…
Wethouder Broeze-van der Kolk: nee. Hij heeft het net gevraagd. Wij hadden 29
november en besluit genomen in het college, ik moet dat even uitleggen anders
dan heeft hij de juridische kneep niet te pakken. Daar kom ik nog aan. In februari
heeft hij twee vragen gesteld. Wie dat zou moeten doen, daar hebben wij
antwoord op gegeven, daar was de heer Van Maasacker niet tevreden mee. Dat
hebben wij in de vorige commissie weer besproken. Nu hebben wij dat uitgezocht
en blijkt dus dat het naar de raad toe moet. Maar wij als college hebben, omdat
het van oktober werd verplaatst naar december, naar februari nog steeds niet
gepubliceerd. Dus het is juridisch nog niet aangenomen. Nu gaan wij het in de
volgende vergadering voorleggen aan de raad, dat is in de commissie
grondgebiedzaken van 26 mei en het raadsvoorstel komt in de maand juni. Dat is
het verhaal. U zegt dat ik zelf het beleid zit te veranderen, dat doe ik dus niet.
De voorzitter: de heer Van Maasacker.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 37

De heer Van Maasacker (FvM): dat doet u wel. Want u heeft in andere gevallen
al reeds aangegeven in een schrijven gericht aan een familie hier uit Wierden dat
een rood voor rood regeling niet kan worden toegepast omdat u op 29 november
de regeling heeft veranderd. U heeft zelf in de regeling aangegeven, u heeft
daartoe een besluit genomen op 27/28 november, dat op die dag erna 29
november de regeling werd veranderd. Daar was de commissie het als zodanig
ook volledig mee eens. Helemaal niets mis mee. Het ging alleen om de vraag, en
nu gaan wij even een partijtje armdrukken wie het juridisch nog begrijpt, het gaat
om de vraag wie de bevoegdheid heeft. Die heeft de raad. U bent tot het inzicht
gekomen. Maar dat de regeling is veranderd op 29 november, ik denk dat de hele
raad het daar wel mee eens is. Nu komt u in een mallotige situatie dat u nu in dit
ene specifieke geval van Morsink de regels toch maar even gaat bijrekken. Ik
denk dat dat niet verstandig is. Ik denk dat wij beter kunnen spreken over een
andere regeling, want deze raad was het eens dat die grote bouwactiviteit aan de
Goorseweg onmenselijk waren. U heeft dat meteen kort gesloten op vragen van
PPW, daar zal PPW dus ook mee eens zijn, dat op 29 november die regeling is
veranderd. U moet nu niet gaan zeggen, ja nu komt het ons beter uit om het
alsnog niet te vinden. Nee, u was bezig met een goede regeling. Alleen wij
hadden het zelf moeten aannemen.
Wethouder Broeze-van der Kolk: u had het ook zelf kunnen aangeven en dat is
ook niet gebeurd.
De heer Van Maasacker (FvM): ik denk dat ik daar volledig openheid in heb
betracht, dat ik dat meteen geen goede zaak vond dat u dat deed. Ik heb vanaf 12
februari aangegeven dat dat toebehoort aan de raad, dan vind ik het een beetje
flauw dat u nu zegt, dat had u zelf maar moeten doen.
Wethouder Broeze-van der Kolk: de raad had zelf kunnen aangeven of ook
opdracht kunnen geven. U had ook kunnen zeggen tegen het college in februari,
jongens wij willen niet dat gedoe van wie er nu gelijk heeft. U had ook kunnen
zeggen, college wij gaan akkoord en het was vastgesteld, het was gepubliceerd.
Dan hadden wij het klaar gehad. Dat had ook gekund. Ik wil daar niet vervelend
over doen.
De heer Van Maasacker (FvM): nee, u begint nu de geschiedenis te vervalsen.
Wij zijn het er als raad mee eens dat er op 29 november een verandering heeft
plaatsgevonden in de rood voor rood regeling. Dat vonden wij een goed idee.
Wethouder Broeze-van der Kolk: dat is alleen 300 m2 op de plek terugbouwen,
dat was altijd al zo. Alleen kon je slopen in een andere gemeente, maar zoveel
mogelijk op de plaats terugbouwen was altijd al zo.
De voorzitter: de heer Van Maasacker, wij ronden dit af.
De heer Van Maasacker (FvM): de wethouder heeft zelf aangegeven tijdens de
vorige commissie grondgebiedzaken dat het viel onder de oude regeling. Nou,
prima.
Wethouder Broeze-van der Kolk: nu nog steeds, dat vertel ik net. Daarom moet
ik mijn verhaal ook wat langer houden.
Iemand wilde nog weten wat wij gaan doen na de aankoop met Morsink en wilden
graag weten wat wij gaan doen met de buurman. Dat heb ik de vorige keer ook
gezegd, daar kan ik mij niet over uitlaten. Als je als gemeente je
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 38

onderhandelingspositie wilt behouden, dan is het niet mogelijk om je uit te laten
over wat wij daar eventueel willen doen.
De heer Van Maasacker (FvM): bent u in onderhandeling met de buren.
Wethouder Broeze-van der Kolk: ik geef daar geen antwoord op.
De heer Van Maasacker (FvM): dat heb ik liever niet. Ik vind dat wij als raad over
het algemeen…
Wethouder Broeze-van der Kolk: u mag geïnformeerd worden zodra ik iets heb
wat ik melden kan. Ik kan niet…hoe kun je dat nu doen.
De voorzitter: de heer Ooms.
De heer Ooms (CDA): meneer Van Maasacker, ik vind dat je broedende kippen
niet moet storen in deze.
De heer Van Maasacker (FvM): ik weet helemaal niet of er nog kippen zitten.
De voorzitter: die worden hier wel genoemd. Wethouder vervolg u uw betoog.
Wethouder Broeze-van der Kolk: ik denk dat ik klaar ben, maar de heer Klaas
had volgens mij nog een vraag.
De heer Klaas (PPW): helemaal niet.
De voorzitter: dank u. Hebt u behoefte aan een tweede termijn of mag ik
concluderen dat u akkoord gaat met dit voorstel tot aankoop van het bedrijf
Morsink. Ieder akkoord.
De raad besluit conform het voorstel.
12. Realisatie kunstgrasvelden op het Sportpark Het Lageveld
De voorzitter: wie van u hierover het woord? De heer Klaas, gaat uw gang.
De heer Klaas (PPW): dank u wel voorzitter. Ondanks dat het vrij kort door de
bocht was, toen wij het kregen afgelopen vrijdag hebben wij wel begrepen dat als
wij het nu niet behandelen dan hebben wij een probleem. Dat zou jammer zijn,
want als je het leest ziet het eruit als een mooi voorstel. Wij slaan op een
voordelige manier twee vliegen in één klap. Een gewenste investering snel
kunnen realiseren op een financieel voordelige manier met instemming van alle
betrokken partijen, althans zo lees ik het. Maar wij hebben daar nog wel een paar
vragen bij. Hoe zit het met de garanties voor het gezamenlijk gebruik van die
kunstgrasvelden. Stel dat één van die clubs de tent dicht doet, kan dat? Als die
garanties er zijn, waar bestaan die uit? Een andere vraag die bij ons op komt is
hoe zit het nu met Enter? Door nu alle middelen per inwoner van een provincie in
te zetten voor de sportvelden in Wierden, is wel eerlijk naar Enter toe? Gaat daar
ook nog wat gebeuren of moeten wij daar op een andere manier vorm en inhoud
aan gaan geven. Als laatste. Verder wordt er gezegd dat verenigingen bereid zijn
tot een jaarlijkse bijdrage. Er wordt ook een bedrag genoemd. Kunt u aangeven of
dat om alle verenigingen gaat en of het een gegarandeerd bedrag is of dat dat
nog niet helemaal duidelijk is.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 39

De voorzitter: dank u, de heer Klaas. Mevrouw Ekkelenkamp aan u het woord.
Mevrouw Ekkelenkamp-Assink (VVD/GB): dank u wel voorzitter. In eerste
instantie werd er uitgegaan van twee zandingestrooide korfbalvelden. Het plan is
heel creatief bekeken en vermoedelijk door de sportvereniging zelf. Er wordt nu
gestreefd naar twee kunstgrasvelden, een korfbalwedstrijdveld en een
voetbalwedstrijdveld. VVD/GB vindt het een goed plan, dat na enkele financiële
hobbels toch nog goed is afgedekt. Het geld wat via de Provincie per inwoner
wordt gesubsidieerd zit een bedrag in van € 35.000,00 wat zal worden
gereserveerd voor de sport in Enter. Blijft dit bedrag ook in Enter? In dit gedeelte
van de gemeente ziet men ook graag uitbreiding van diverse sportactiviteiten.
Graag zouden wij hier nog onder uw aandacht willen brengen, dat wij de gedane
afspraken die hier nog staan van een sportambtenaar en een platformsport toch
heel graag op zeer korte termijn geregeld zouden zien. Dank u wel.
De voorzitter: dank u mevrouw Ekkelenkamp. De heer Van Maasacker.
De heer Van Maasacker (FvM): voorzitter dank u wel. Ik sta hier natuurlijk
eigenlijk op een moment, dat ik hier niet had willen staan, maar ik vind het
onderwerp wel belangrijk genoeg om er even een paar vragen over te stellen.
Wethouder, wilt u uitleggen wat hier nou het heel bijzondere van is, wat u aan het
doen bent. U bent deze raad vorig jaar uitgegaan met de toezegging dat wij een
onderzoek zouden laten doen oor Drijver & Partners, want het initiatief dat de
VVD/GB heeft genomen vorig jaar op 12 april een heleboel in de commissie. Dan
spreek je met al die sportverenigingen en die hebben allemaal wensen. Allemaal
wensen die zij graag gehonoreerd willen zien. U zat daar natuurlijk in vast. U heeft
vervolgens een extern onderzoek laten uitvoeren en u bent eruit gekomen en dat
heeft als zodanig deze raad ook geaccepteerd. Wie schetst mijn verbazing, dat ik
dan vervolgens zie dat u dan met die afspraken met die twee korfbalvelden dat u
er toch nog even iets met de voetbal bij ziet te regelen. Waarom gaat u dan niet
terug naar de sport, ik heb meer kansen meer mogelijkheden en betrekt u daar
ook andere verenigingen bij. Ik heb zeer onlangs een bidboek gezien van SV
Enter. Zag er wat mij betreft goed uit. Goede kansen. Heeft men u daar ook bij
benaderd? Welk probleem wordt daar nu specifiek opgelost. In Enter liggen grote
problemen, die worden nu opgelost. Althans, zij hopen dat te kunnen doen. Wat
zijn de problemen waarmee u bent geconfronteerd? Waarom bent u eigenlijk van
standpunt gaan veranderen? U had dit toch met twee vingers in de neus binnen
kunnen halen, door te zeggen ik voer uit datgene wat die raad aan het doen is.
Dan weet ik het wel, dan begint het hier een beetje mode te worden als dan
ergens een voordeeltje kan worden gehaald, dan gaan wij het alsnog proberen te
doen. Legt u mij dat voordeel eens uit?
De voorzitter: de heer Bekke.
De heer Bekke (CDA): ik begrijp dat de heer Van Maasacker het voorstel niet
heeft gelezen. Want als hij zegt dat de wethouder met twee vingers in de neus het
had binnen kunnen halen. De wethouder haalt niet met twee vingers in de neus,
maar met veel daadkracht meer binnen dan hij ons als raad heeft toegezegd. Dat
doet hij niet met twee vingers in de neus, maar dat doet hij met beleid. Dat beleid
resulteert ook in dat wij voor minder geld meer kunnen realiseren. Als u dan vindt
dat hij met twee vingers in de neus ons iets niet realiseert, dan snap ik dat u het
voorstel niet heeft gelezen.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 40

De heer Van Maasacker (FvM): meneer Bekke, daar kan ik helder en duidelijk in
zijn. Ik had ook gevonden dat dit nu niet had moeten worden behandeld. Dat klopt
dat ben ik met u eens.
De heer Bekke (CDA): dan vind ik dat u die woorden, zoals u die nu gebruikt niet
moet gebruiken in de raad, als u het voorstel niet heeft gelezen.
De heer Van Maasacker (FvM): je kunt achter deze plek veel lezen hoor. Kortom,
legt u nu precies uit wat hier de gimmick is wat is hier nu precies de oplossing.
Vervolgens komt u er aan dat er een stimuleringsbijdrage van € 5,00 per inwoner
is. Is die specifiek voor dit specifieke doel te gebruiken. Als ik denk aan een
stimuleringsbijdrage richting sport, dan denk ik aan heel andere dingen dan
uitsluitend voor dit ene probleempje. Ik wil graag van u weten, u spreekt hier over
een jaarlijkse verhoging met maximaal € 30.600,00 per jaar. Kunt u mij eens
uitrekenen wat dat betekent voor de OZB? Is daar een effect op? Dank u.
De voorzitter: dank u. De heer Bekke aan u het woord.
De heer Bekke (CDA): voorzitter, als CDA-fractie kunnen wij van harte
instemmen met het voorliggende voorstel om te komen tot realisatie van
kunstgrasvelden op sportpark Het Lageveld. Van harte instemmen, omdat het
voorstel mede is gebaseerd op goed overleg door wethouder Velten met de
gebruikers van sportpark Het Lageveld, de stichting Sportbelang in Wierden en de
SAWE en hun aller instemming kan verkrijgen. Goede afspraken zijn gemaakt.
Zijn er ook goede afspraken gemaakt over het gebruik? Ook van harte kunnen wij
instemmen, omdat het ook uitvoer geeft aan onze wens om te komen tot een
kwaliteitsimpuls voor de sport in de gemeente Wierden, waarvoor wij even als
andere fracties bij de behandeling van de nota meerjarenbeleid 2007-2009 en bij
de begroting 2008 hebben gepleit. Het plan geeft uitvoer aan de wensen zoals
neergelegd in het plan Den Drijver, waarin een aantal noodzakelijke investeringen
zijn opgenomen. Dat nu niet alleen een tweetal korfbalvelden, maar ook een
voetbalveld kan worden aangelegd binnen de stelpost, die wij als raad hiervoor
hebben gereserveerd, doet ons deugd. Dat de financiering hiervan een deel van
de door de Provincie beschikbaar gestelde gelden in het kader van de
stimuleringsregeling Sport accommodaties al een bestemming krijgen, vinden wij
een goede zaak. Dat een andere deel van deze gelden worden gereserveerd voor
toekomstige investeringen in accommodaties in Enter, vinden wij een verstandige
zaak. Er is haast om nu tot een besluit te komen. Vergaderingtechnisch misschien
niet de juiste weg, maar willen wij de aanleg van deze velden realiseren voor
aanvang van de competitie in september, dan moet er nu een besluit genomen
worden. Wij doen daar een heleboel sporters een erg groot plezier mee. Nu
besluiten betekent ook dat er een financieel voordeel valt te behalen van
€ 15.000. Een bedrag waarmee wij de wethouder van Financiën een plezier
kunnen doen.
Kwaliteitsimpuls voor de sport. Een goede zaak. Als CDA hebben wij eerder
aangegeven dat wij elk jaar opnieuw willen bekijken wat de mogelijkheden zijn,
om te komen tot verdere kwaliteitsimpulsen. De sportvereniging Enter heeft een
uitgewerkt plan ingediend voor de aanleg van een kunstgrasveld in 2009. Ook de
voetbalvereniging Omhoog heeft wensen om te komen tot aanleg van een
kunstgrasveld. Maar er is meer dan voetbal. Laten wij daar bij de toekomstige
investering ook bij stil staan. Bij de nota meerjarenbeleid en bij de begroting zullen
wij proberen een goede afweging te maken om te komen tot nieuwe
kwaliteitsimpulsen waarbij wij zeker de voorliggende wensen van onder andere
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 41

sportvereniging Enter verwoord in een goed onderbouwd plan, zullen meenemen.
Dank u wel.
De voorzitter: dank u de heer Bekke. Mevrouw Brinkman, aan u het woord.
Mevrouw Brinkman-Jansen (CU): dank u wel voorzitter. Realisatie van de
kunstgrasvelden sportpark Het Lageveld. Met dit voorstel van dit college wordt er
een lang geuite wens van de voetbalvereniging en de korfbalvereniging
gerealiseerd. Er is toegezegd dat er een inhaalslag moet worden gemaakt
rondom de wensen vanuit de sport. Dat dit voorstel vrijdags voor het weekend in
onze mailbox staat, was rijkelijk laat, waardoor er weinig overleg meer mogelijk
was voor onze fractie. Dit gaf allereerst irritaties en vraagtekens over de plannen
van dit voorstel. Hierbij kwamen weer aloude gedachten boven. Hoe zit het nu
met de andere ontwikkelingen rondom de sport? Het sportplatform waar wij sinds
najaar 2007 niets meer over hebben gehoord. Uiteindelijk telde voor mij het
belang van de sportvereniging. Omdat zij graag de velden klaar willen hebben
voor het nieuwe sportseizoen is dat voor ons doorslaggevend geweest, om dit
stuk toch goed te bestuderen. Maar ik hoop dat dit zeker geen precedent schept
voor andere voorstellen. Vanuit het eerste voorstel vanuit het college kwamen er
toch onduidelijkheden. Wij misten een dekking van € 150.000. Dit is bij het laatste
voorstel hersteld. Toch nog een paar opmerkingen.
Onder de toezegging schrijft u dat er nog € 35.000 van de subsidie van de
Provincie overblijft voor Enter. Dat is eenmalig geld. Ik neem aan dat het hiermee
ook vast stelt dat het echt voor de sportverenigingen in Enter is bedoeld.
Daarnaast is er een bedrag beschikbaar gesteld van € 30.600 structureel
beschikbaar gesteld ten laste van de stelpost actiepunten 2008. Dit betekent dat
voor de andere genoemde actiepunten geen financiële dekking meer is. Waarvan
ik er nog twee onder de aandacht wil brengen. Onder andere actiepunt 50, wat
voor de PPW toch altijd een belangrijk punt was, het ontwikkelen van het
educatief park. Hoe zit dat nu? Daarnaast actiepunt 51, opstellen van
beleidsregels voor subsidies aan organisaties die gericht op ondersteuning van
jongeren voor een groot deel wordt de jeugd ondersteund met dit voorstel. Er zijn
ook andere organisaties voor de jeugd binnen onze gemeente dat in dit voorstel
weer meer op de achtergrond komt te staan. Kan de wethouder ons voor de nota
meerjarenbeleid een lijst geven van alle verenigingen die hiermee worden
bedoeld onder actiepunt 51?
Daarnaast heb ik nog een punt van die € 30.600. Dit wordt nu bedoeld voor de
aflossing en wordt gegeven als subsidieverhoging voor de SAWE als aflossing
van de € 410.000. Als ik dat bereken, dan betekent dat een aantal jaren dat
bedrag structureel is vastgesteld voor dit project. Dat betekent toch indirect of
direct dat dat geld niet beschikbaar kan zijn voor andere sportdoeleinden. De
wethouder noemde net in de motivatie van regeling van werkzaamheden, dat hij
eigenlijk niet snapt dat wij als raad daar druk over maken, omdat wij blij moeten
zijn, want hij wint een bedrag, daar zijn wij ook wel blij mee. Daarmee wil hij wel
zeggen dat er een stelpost uit de actiepuntenlijst wordt vastgesteld voor iets wat
nu echt voor jaren is vastgesteld. Dat betekent dat er voor anderen geen ruimte
is. Dat is wel iets wat wij nu vaststellen, die € 30.600 kunnen wij niet meer ergens
anders voor besteden. Daar is het bedrag voor bedoeld, hoor ik de wethouder
zeggen. Dat klopt, maar er zijn meer actiepunten genoemd onder dezelfde
stelpost. Daar komt bij, er is een verzoek van Enter. Dat speelt ook een rol voor
onze fractie, hoe gaat het met de sportvereniging in Enter? Hoe gaat het met die
wensen die er toe zijn geuit in die hele uitgebreide commissievergadering. Alle
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 42

wensen van die sportverenigingen, dat speelt nog steeds een rol. Hoe komen die
nu uit de verf? Dat is voor ons nog een vraag.
Verder heb ik nog een verduidelijking rondom het voorstel. Daar noemt u onder
punt 2 de € 30.600 die u structureel beschikbaar uit de lasten stelpost actiepunt
2008. Even later noemt u ook punt 5, dat u de subsidie verhoogt van de SAWE
met een bedrag van dezelfde. Ik neem aan dat u hiermee hetzelfde bedrag
bedoelt. In het andere voorstel wordt het wel duidelijker omschreven, maar in het
uiteindelijke voorstel kan ik daar eigenlijk twee kanten mee op. Daar wilde ik
graag duidelijkheid over hebben. Dank u wel voorzitter.
De voorzitter: dank u, mevrouw Brinkman. Het woord is aan wethouder Velten.
Wethouder Velten: allereerst wil ik beginnen te stellen dat ik erg blij ben dat met
de grootst mogelijke meerderheid van de raad dit voorstel toch vanavond wordt
behandeld. Ik denk dat ik hiermee de gevoelens van heel veel sporters ook
verwoord. Mevrouw Brinkman heeft er net al op gewezen, op zich doen wij niet
veel spannends. Als ik het tot de essentie terugbreng, ik probeer het even, want
er is heel veel ruis om allerlei bedragen die worden geroepen. Wat is het geval?
Wij investeren een bedrag dat is gereserveerd voor twee korfbalvelden en wij
krijgen daarvoor terug twee korfbalvelden en een volwaardig voetbalveld a raison
ter waarde van € 356.000. Het enige wat u hiervoor vanavond moet beslissen is,
dat u daar € 77.500 vanuit de provinciale subsidie voor beschikbaar stelt. Voor die
€ 77.500 krijgt u iets wat eigenlijk begroot was op € 356.000. Dat is in essentie het
verhaal wat vanavond voorligt.
De haast die hiermee geboden was. De heer Klaas heeft gezegd, gehoord te
hebben dat er een vertraging oploopt als het nu niet wordt behandeld. In ieder
geval voor het voetbal betekende het dat wij een seizoen verder zijn, voordat de
voetbalclubs gebruik kunnen maken van een dergelijke voorziening. De heer
Klaas zegt, dan zit er een bedrag eigen bijdrage in en hoe gegarandeerd is dat.
Dat zijn de afspraken zoals deze er nu liggen. Zolang de voetbalclubs daarvan
gebruikmaken, zullen zij daaraan worden gehouden. Als SVZW morgen ophoudt
te bestaan, dat kan ik mij haast niet voorstellen, dan zullen zij er geen gebruik
meer maken. Dan komen wij in een andere situatie terecht, maar ik vat dat onder
de titel calamiteiten. Er zijn hele duidelijke afspraken gemaakt over de
financiering. Ik heb er alle vertrouwen in dat dat ook structureel geld zal blijken te
zijn.
De voorzitter: de heer Ros.
De heer Ros (PPW): met hoeveel verenigingen heeft u afspraken gemaakt over
het voetbalveld?
Wethouder Velten: drie verenigingen: Omhoog, Wierden en de Zwaluw hebben
daar afspraken over gemaakt.
De heer Ros (PPW): omdat Omhoog zelf een kunstgrasveld wil…
Wethouder Velten: dat heeft Omhoog ook gezegd, wij gaan van ganser harte
hierin mee. Zij leggen niet hun wens terzijde, dat nu dit is ingevuld, dat zij dit op
termijn niet gerealiseerd willen zien. Zij doen heel graag mee in dit project.
Dan speelt bij een heleboel partijen de vraag over Enter. Nu kan ik heel flauw
zeggen, dat daar al een kunstgrasveld ligt, dan moeten zij maar tevreden zijn. Ik
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 43

ken ook het bidboek. Dat is mij door de voorzitter van de kunstgrascommissie
persoonlijk overhandigd en ik ben met de heer Van Maasacker eens, dat ziet er
perfect uit. Alleen de heer Van Maasacker noemt dat daar grote problemen zijn.
Vraagt u maar bij de club, die zijn er niet. Het is wel leuk, men wil graag een
kunstgrasveld, maar op grond van velden tekort, daar hebben wij het niet over.
Dat was hier ook niet de orde. Dat heeft Drijver & Partners geconstateerd. Het
ging om twee korfbalvelden, die moesten er komen. Met veel creativiteit hebben
wij er nog een voetbalveld bij in gefietst, zeg ik maar even in sportieve termen.
De voorzitter: de heer Van Maasacker.
De heer Van Maasacker (FvM): betekent dat dat u met zoveel woorden zegt dat
SV Enter naar haar kunstgrasveld kan fluiten in 2009.
Wethouder Velten: dat vind ik een suggestie die absoluut nergens op slaat.
De heer Van Maasacker (FvM): ik wilde het alleen even weten van u. U ging die
kant op.
Wethouder Velten: dat suggereert u, maar dat is absoluut niet mijn bedoeling
geweest. Ik heb gezegd dat ik het bidboek zeer serieus neem en dat wij er ook
heel serieus naar zullen kijken. De heer Klaas heeft al gevraagd, alle
verenigingen een bijdrage? Ja, alle verenigingen een bijdrage. Ik stel wel even
vast dat in de oplossing die nu is gezocht, namelijk een oplossing op veld vier,
voor degene die een beetje op de hoogte is van de situatie op Het Lageveld. Dat
is het veld naast het hoofdveld. Ik kijk even naar de heer Schapink.
De heer Schapink (CDA): ik mag niets zeggen.
Wethouder Velten: daar zitten nog een aantal afspraken, die verder gaan dan de
afspraken zoals deze hier zijn gemaakt. Dan gaat het om verlichting, dan gaat het
om het aanleggen van een veld, dat voldoet aan de topcompetitie die er
mogelijkerwijs zit aan te komen, waar een club gebruik van zou kunnen maken.
Daarover zijn ook nog weer financiële afspraken gemaakt. Wie mag de reclameinkomsten
hebben. Maar dat gaat buiten dit voorstel. Dit voorstel gaat uit van wij
financieren twee korfbalvelden en een volwaardig trainingsveld.
Mevrouw Ekkelenkamp stelt terecht dat er staat het resterende geld is
gereserveerd voor Enter. Ik stel vast dat u natuurlijk alle mogelijkheden krijgt om
daar nog over te beslissen. Dat zal medeafhankelijk zijn van hoe wij omgaan met
de aanvraag van de SV Enter.
De ontwikkelingen met betrekking tot de sportambtenaar lopen erg moeizaam. Er
zijn verschillende sollicitatieronden geweest, maar die hebben tot nu toe nog geen
resultaat opgeleverd. Met betrekking tot het sportplatform merk ik even op dat wij
met elkaar hebben afgesproken dat wij, dat zal u wij verder gaan in die
kwaliteitsslag, dat wij mensen weer bij elkaar brengen om te horen hoe men
invulling wil geven aan die kwaliteitsslag. Ik kom daar in mijn verdere
beantwoording nog even op terug.
De heer Van Maasacker vraagt wat er nu zo anders is. Ik heb geprobeerd dat aan
te geven. Wij hadden gepland twee kunstgrasvelden, zandingestrooid, wij krijgen
twee kunstgrasvelden, zandingestrooid en een rubberingestrooid kunstgrasveld
voor € 77.500. Een voorziening van € 3,5 ton extra. Dat vind ik een gimmick.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 44

Dan kan ik hem niet helemaal volgen, hoe dat met die onderzoeken gaat. Er is
een bijeenkomst geweest van de commissie waarin alle sportverenigingen die
wensen hadden, die wensen op die dag hebben kunnen uiten. Dat ging om
geweldig veel wensen. Daarvan hebben wij gezegd, in een rapport van Drijver is
geconstateerd dat er in principe drie dingen nodig zijn: onderzoek naar een
schaats/skeelerbaan, dat is het aanleggen van een kleedkamer bij Enter Vooruit,
en het aanleggen van twee kunstgrasvelden bij de korfbal. Dat was in feite
noodzakelijk, dat is ook opgenomen in de begroting in een stelpost. Vervolgens
heeft uw raad gezegd, maar daar blijft het niet bij. Wij gaan in de komende jaren
wel die kwaliteitsslag verder maken. Hoe die verder moet worden gemaakt,
daarover komen wij met elkaar te spreken in het verdere verloop van dit jaar, bij
de behandeling nota meerjarenbeleid, bij de begroting en misschien tussendoor
ook nog wel wanneer wij zeggen, wanneer wij over andere problemen willen
horen.
Ik heb al even gezegd, de grote problemen in Enter. Ik haal deze niet uit het
bidboek. Wat er overigens goed uitziet en wat heel gedegen aangeeft waarom
men wel een kunstgrasveld wil hebben en hebben dat ook keurig onderbouwd.
Dan zegt u, het doel van de subsidie. Die is heel helder. Die moet worden
besteed aan accommodatie in de sport aan NOC/NSF gerelateerde sporten. Een
kunstgrasveld bij de voetbal en de korfbal voldoet volgens mij daaraan.
CDA zegt, goed gesprek van de wethouder. Ik moet zeggen dat de gesprekken in
een plezierig sfeer hebben plaatsgevonden. Op een gegeven moment hebben wij
als gemeente de kaders aangegeven wat binnen de begroting voor ons betreft
mogelijk was en hebben ons toen teruggetrokken. Ik moet zeggen dat de
creativiteit van de clubs onderling heeft geleid tot een nog veel optimaler plan,
dan wij in eerste instantie voor ogen hadden. Dat heb ik zojuist omschreven.
Mevrouw Brinkman zit met de € 30.600, de € 310.000, de stelpost en alles wat er
niet uit moet. Zoals ik al heb gezegd € 310.000 was het bedrag dat wij nodig
hadden voor twee kunstgrasvelden. Dat is een gekapitaliseerd bedrag structureel
van € 30.600. Voor die kunstgrasvelden was ruim € 3 ton beschikbaar, in de
stelpost. Dat was een bedrag voor gerekend in de begroting van € 30.600. Dat
zetten wij op dit moment in.
Mevrouw Brinkman-Jansen (CU): dat is dan onder de actiepuntenlijst?
Wethouder Velten: dat is dan onder die actiepunten, maar alleen voor het bedrag
wat wij hebben gereserveerd voor de kunstgrasvelden. Niet voor andere zaken.
Mevrouw Brinkman-Jansen (CU): wat betekent dat dan voor die andere punten,
die ook in diezelfde actiepuntenlijst staan genoemd.
Wethouder Velten: ik neem aan dat daar ook bedragen voor geraamd zijn.
Mevrouw Brinkman-Jansen (CU): nee, dat zijn allemaal PM beramingen. Onder
andere was het totale bedrag € 30.600 het educatief centrum, wordt onder
dezelfde noemer genoemd. Wat ik u zeg, subsidies aan organisaties aan
jongeren. Dat wordt onder dezelfde noemer genoemd.
Wethouder Velten: laten wij nu even helder zijn, anders komen wij in een
spraakverwarring terecht. Hier staat € 310.000 geraamd voor kunstgrasvelden. Zo
staat het ook in de stelpost. Daar hangt een prijskaartje aan van € 30.600
structureel. Daar heeft u toe besloten, bij de begroting. Dat die andere PM zijn
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 45

geraamd en hoe dat geld dan, dan kijk ik even naar mijn collega. Dat komt bij de
nota meerjarenbeleid nog weer terug neem ik aan. Nogmaals, wij moeten niet het
verhaal krijgen dat wij het hele bedrag opsouperen. Nee, € 310.000 met een
jaarlijkse last van € 30.600, dat was voor de twee kunstgrasvelden waar wij nu dit
mooie project voor krijgen.
De voorzitter: de heer Goosen.
De heer Goosen (CU): kan de wethouder dan in de begroting aangeven, waar
die € 310.000 staat geraamd. Ik heb de begroting meegenomen en in de
begroting staat heel helder dat er nog een stelpost is van € 30.600 op structureel
voor aller handen activiteiten die mevrouw Brinkman heeft genoemd. Het is niet
zo dat er € 310.000 is geraamd voor sportvelden en dat er daarnaast nog een
post is structureel van € 30.600. U soupeert die stelpost van € 30.600 op voor
deze activiteit. Dat betekent dat er geen ruimte meer is voor de dingen die zij
noemt. Als het anders is, dan vraag ik heel beleefd aan u, wilt u de volgende keer
dat ons aantonen, want dat is namelijk niet het geval. Pagina 37 van de begroting.
Wethouder De Putter: ik heb de begroting niet bij mij. Het zal ongetwijfeld op
bladzijde 37 staan. Hij is in de begroting op genomen als € 30.600 structurele
lasten. Die vertegenwoordigen dat bedrag van € 310.000.
De heer Goosen (CU): dus is de stelling dat daarmee al het geld is opgespijkerd
voor dit.
Wethouder De Putter: deze € 30.600 is ook gelabeld voor dit doel.
Mevrouw Brinkman-Jansen (CU): dat staat niet duidelijk genoemd in de
begroting. Het staat in de begroting anders genoemd. Misschien moet u daar nog
eens naar kijken, anders snap ik niet, dan is dat niet duidelijk omschreven.
De heer Goosen (CU): voor de duidelijkheid van het debat, ik lees gewoon maar
even voor: wat het structurele gedeelte betreft, hebben wij als college een bedrag
van € 30.600 opgevoerd. Bij het bepalen van de omvang van de bedragen
hebben met name de volgende actiepunten een rol gespeeld. Actiepunten sport
2008, middenplein Enter, onderzoekskosten multifunctionele culturele
accommodatie Wierden, opstellen beleidsregels en nog een paar van die dingen
meer. Ik lees het niet anders, dan wat er staat.
Wethouder Velten: wethouder De Putter zal het nog even uitzoeken. Ik
constateer even, dat bijvoorbeeld deze € 310.000 voor het kunstgras wordt
gebruikt en dat wij ondertussen ook bezig zijn, en wat ook geld kost, met een
onderzoek naar de schaats/skeelerbaan en dat er ook geld blijkt te zijn voor een
kleedkamer bij Enter Vooruit in Enter. Dat het helemaal opgesoupeerd, blijkt mij
niet uit deze gegevens.
De voorzitter: mevrouw Brinkman.
Mevrouw Brinkman-Jansen (CU): dat wat u nu noemt, wordt ergens anders op
de begroting begroot. Dat wat wij noemen gaat over stelpunten actiepunten 2008
waarin verschillende punten worden genoemd.
Wethouder Velten: daar worden de stelpunten actiepunten sport en daar vallen
deze drie dingen onder.
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 46

Mevrouw Brinkman-Jansen (CU): daar vallen heel veel meer punten onder.
Wethouder Velten: maar ook de schaats/skeelerbaan.
Mevrouw Brinkman-Jansen (CU): dat staat er niet onder genoemd.
Wethouder Velten: dat zijn de actiepunten sport, alle drie. Dat zijn de dingen uit
het rapport Drijver.
Mevrouw Brinkman-Jansen (CU): dat klopt, maar dan hebben we het over een
ander bedrag dan wat…
Wethouder Velten: daar kunnen wij welles nietes over gaan. Volgens mij niet.
Dat gaat ons financiële deskundige samen met zijn medewerkers uitzoeken.
De voorzitter: de heer Van Maasacker.
De heer Van Maasacker (FvM): voordat wij beslissing nemen. Ik vind dat de
ChristenUnie een zeer essentieel punt hier naar voren haalt. Dat heeft ook te
maken met de consistentie in het beleid. Ik moet u eerlijk zeggen, voordat ik een
beslissing wil nemen, ja, nee of daar tussen in. Zou ik dat graag willen weten. Als
het niet klopt dan is het dus nee.
Wethouder Velten: verzoek om 5 minuten schorsen, om even dit verhaal
duidelijk te krijgen.
De voorzitter: de voorziening aan middelen is in ieder geval aanwezig. Als u wilt
schorsen, prima. De klok loopt wel door. Ik schors de vergadering voor 5 minuten.
Ik heropen de vergadering. Wilt u plaats nemen. Het woord is thans aan
wethouder Velten.
Wethouder Velten: ik geef het woord graag even door aan wethouder De Putter,
die samen…
De voorzitter: dat zal de voorzitter wel doen. De heer De Putter, aan u het woord.
Wethouder De Putter: ik begrijp voorzitter, dat ik toch het woord heb. Het zit toch
vrij eenvoudig in elkaar. In het rechterrijtje, daar is een aantal PM posten
opgenomen. Alleen het zijn PM-posten in de eenmalige sfeer. Waarvoor een
totaal bedrag is geraamd van 5 ton. Ook in de eenmalige sfeer. Daarmee
verbreed die € 30.000 die PM-posten in die eenmalige sfeer niet. Waar het gaat
om de actiepunten sport overigens, dan ziet u ook een PM in dat rechterrijtje van
eenmalig. Bijvoorbeeld het onderzoek naar de skeelerbaan. Dat is een eenmalige
uitgave zit daarin vervat.
Bij andere PM punten in de structurele sfeer, zoals bijvoorbeeld Landinrichting
Enter, Landinrichting Rijssen, daarvan hebben wij gezegd, die kunnen wij rustig
PM ramen, want daar komen wij nu nog niet aan toe. Dat hoeft financieel nog niet
te worden vertaald en dat zult u in de nota meerjarenbeleid ook zien. Daar zijn
deze wel vertaald. Uw angst, dat wij bijvoorbeeld de ontwikkeling van plan
educatief park verdringen… Nee dat gebeurt niet. Daar is ook geld voor geraamd.
Zij het in de eenmalige sfeer.
Mevrouw Brinkman-Jansen (CU): eenmalige sfeer van de € 5 ton?
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 47

Wethouder Velten: mevrouw Brinkman vraagt naar alle wensen van de
sportverenigingen. Dat is natuurlijk aan u. Ik heb al aangegeven, dat het om een
enorm bedrag gaat als wij het allemaal bij elkaar op tellen. Nogmaals, daar komen
wij in de komende tijd met elkaar over te spreken.
Nog even weer terug naar die subsidie van € 310.000 en het bedrag wat u aan
lening verstrekt. Daar zit zo’n € 150.000 tussen, wat u terecht opmerkt. Die wordt
weer gedekt uit de eigen bijdrage van de clubs. Tot zover voorzitter.
De voorzitter: mevrouw Brinkman.
Mevrouw Brinkman-Jansen (CU): ik had nog één vraag gesteld aan de
wethouder of hij ons voor de nota meerjarenbeleid een lijst van verenigingen kan
geven, die bedoeld zijn onder actiepunt 51, beleidsregels voor subsidie aan
organisaties die zich richt op ondersteuning van jongeren. Ik weet niet goed welke
verenigingen dat zijn, maar zou ik graag een lijst van willen ontvangen om ons te
beramen over hoe wij verder willen in de nota meerjarenbeleid rondom dit
voorstel.
De voorzitter: de heer Ros.
De heer Ros (PPW): de ombording om de velden, de reclameborden. Kunnen
alle verenigingen meedoen aan, of is dat principieel aan één vereniging.
De voorzitter: wordt ook meegenomen. Eerst even antwoord in de richting van
mevrouw Brinkman.
Wethouder Velten: mevrouw Brinkman, er is geen lijst van. Vanuit de nota
jongerenbeleid hebben wij gezegd, wij willen al die instanties die zich op dit
moment met jongeren bezig houden, voordat wij een heleboel geld in het
jongerenwerk, open jongerenwerk steken, willen wij ook kijken of wij deze clubs
kunnen ondersteunen. Dan moet u denken aan kerkelijke jongerenverenigingen,
aan scouting, aan Jong Nederland en aan dat soort instanties. Ik heb daar niet
een specifieke lijst van, waar ik zeg die vallen daar onder.
In de richting van de heer Ros. Die bebording is natuurlijk een zaak die de
afspraak is tussen de SAWE en SSW, als eigenaar en de clubs. Voor zover mijn
informatie is, is er één club geweest die heeft gezegd, de grote extra kosten die
het aanleggen op veld 4 met zich meebrengt willen wij dragen als wij ook de
inkomsten uit die reclamekosten mogen hebben. Daar zijn de andere clubs mee
akkoord gegaan.
De voorzitter: de heer Ros.
De heer Ros (PPW): dat houdt dus in dat de andere vereniging in principe minder
speeltijd krijgen op dat veld, in mijn ogen.
Wethouder Velten: maar daar is over gesproken en daar heeft men
overeenstemming over.
De voorzitter: heer Van Maasacker.
De heer Van Maasacker (FvM): dank u wel. Ik heb nog een vraag gesteld over
de OZB. Ik heb wethouder De Putter horen zeggen, dat daar een sprong in te
verwachten is. Het activeren van € 30.600 structureel heeft dat gevolgen voor de
OZB aanslag voor komende jaren?
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 48

Wethouder Velten: meneer Van Maasacker, wij hebben net uitgelegd dat het in
de structurele begroting van 2008 zit. Dan kunt u toch berekenen, dat dat voor de
OZB geen gevolgen heeft.
De heer Van Maasacker (FvM): voor u is dat misschien gesneden koek, voor
sommigen niet.
Wethouder Velten: dan hadden wij dat bij de vaststelling van de begroting 2008
moeten doen.
De voorzitter: wethouder, dank voor de beantwoording van al deze vragen.
Wenst u nog een volgende termijn of stemt u in met dit voorstel. Ik constateer dat
de fractie Van Maasacker geacht wenst te worden…
De heer Van Maasacker (FvM): nee, ik kan nu twee dingen doen. Ik kan de zaal
uitlopen, dan telt u mij niet mee. Dat heb ik eigenlijk het liefst. Ik kies niet ja, ik
kies niet nee. Zegt u maar wat ik kan of ik moet even naar buiten lopen, dan stelt
u vast dat er 16 mensen zijn.
De voorzitter: u weet zelf hoe het hoort. U vraagt mij iets wat u zelf weet. Als u
niet wilt stemmen.
De heer Van Maasacker (FvM): ik heb aangegeven dat ik vind dat hier…
De voorzitter: ons reglement van orde kent geen onthouding. Wanneer je er niet
bent, stem je niet mee. Ik praat nu al zo lang, dat de heer Van Maasacker de
gelegenheid heeft of heeft gehad om de zaal te verlaten en uit zijn aanwezigheid
blijkt dat hij thans deel neemt aan de stemming. Ik trek de conclusie, u stemt in
met dit voorstel.
De raad besluit conform het voorstel.
De voorzitter: ik dank u voor uw inbreng, medewerking en unanieme afronding
van dit debat op dit punt. Ik wens u allen wel thuis en tot ziens.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad van Wierden d.d. .
de griffier, de voorzitter,
drs. H.R. Lanning L.B. Kobes
Verslag raadsvergadering 22 april 2008.doc 49