22.09.2013 Views

Opm. Drents landschap 12 - Stichting Het Drentse Landschap

Opm. Drents landschap 12 - Stichting Het Drentse Landschap

Opm. Drents landschap 12 - Stichting Het Drentse Landschap

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

6 <strong>Het</strong> Hijkerveld<br />

oudheden. De schulte van Beilen bezocht daarom op<br />

15 december 1818 het terrein ten noordwesten van Hijken.<br />

In zijn rapport maakt hij betrekkelijk gedetailleerd melding<br />

van wallen die hij interpreteert als overblijfselen van legerplaatsen.<br />

Verder beschrijft hij dat er wel 60 heuveltjes liggen<br />

‘kennelijk niet veroorzaakt door zandverstuivingen’.<br />

De belangstelling voor de wallen en heuvels bleef ook daarna.<br />

In 1833 bezocht prof. C.J.C. Reuvens het terrein bij<br />

Hijken en in zijn boek ‘<strong>Drents</strong>che Oudheden’ (1848) geeft<br />

L.J.F Janssen een beschrijving van de wallen en van zijn<br />

onderzoek in enkele heuvels.<br />

Heuvels van aarde en op papier<br />

Sinds de vorige eeuw is er veel veranderd op het Hijkerveld.<br />

Door ontginningen, met name tussen 1930 en 1969, zijn<br />

veel prehistorische monumenten verdwenen. Gelukkig heeft<br />

er vaak vooraf een systematisch onderzoek plaatsgevonden,<br />

zodat veel van wat verdween in ieder geval nog op papier<br />

vastgelegd is. Met name de bekende Groninger archeoloog<br />

prof. dr. A.E. van Giffen heeft hierbij een grote rol gespeeld.<br />

Binnen het niet ontgonnen natuurterrein zijn vandaag de<br />

dag nog 21 grote grafheuvels over. Eén daarvan werd pas in<br />

1995 op het Noorderveld ontdekt. Bezien we de verspreiding<br />

van de verdwenen en nog bestaande heuvels, dan valt op dat<br />

er een aantal groepen te onderscheiden is. Ten oosten van<br />

het Noord Hijkerzand liggen nog twee heuvels die oorspronkelijk<br />

deel uitmaakten van een groep van 18 stuks,<br />

voornamelijk daterend uit de IJzertijd. Zuidelijk hiervan lag<br />

een groep van minimaal 24 heuvels uit Brons- en IJzertijd.<br />

Ze zijn alle ten prooi gevallen aan de ontginningen. In het<br />

Noorderveld ligt een in 1952/53 onderzochte en daarna<br />

gerestaureerde ijzertijd-heuvel met aansluitend een groep<br />

van minstens 8 kleine heuvels en een langwerpig grafmonument.<br />

Mogelijk dateren ze uit de overgang van de Late<br />

Bronstijd naar de Vroege ijzertijd. Tot slot ligt op het<br />

Landgoed Hooghalen een groep van 15 heuvels daterend uit<br />

het Neolithicum en de Bronstijd en mogelijk de IJzertijd. In<br />

1952/53 werden er 10 van opgegraven en na het onderzoek<br />

gerestaureerd.<br />

Heuvels die niet tot de groepen behoren, lagen en liggen ten<br />

zuiden van de Leemdijk en ten oosten van het Landgoed<br />

Hooghalen. Nog juist binnen de begrenzing van ons gebied<br />

Grafheuvelopgraving op het Hijkerveld in 1930.<br />

De heuvel is volgens de door prof. Van Giffen<br />

ontwikkelde kwadranten-methode blootgelegd.<br />

ligt op de markegrens Halen - Hijken een grafheuvel,<br />

precies op de plek waar deze grens een knik vertoont.<br />

Mogelijk is dit de zogeheten Villersberg die op 18 augustus<br />

1681 wordt genoemd bij het vaststellen van de markegrens.<br />

De met wallen omgeven akkers uit de IJzertijd (Celtic field)<br />

strekken zich uit over het gebied ten zuiden van de schaapskooi<br />

tot over de Leemdijk. Tot voor kort leken ze alleen op<br />

luchtfoto’s nog herkenbaar te zijn, maar in 1991 werd<br />

ontdekt dat ten noorden van de schaapskooi toch nog<br />

wallen bewaard zijn gebleven.<br />

Ook in het Laaghalerveld hebben heuvels en een Celtic field<br />

gelegen maar deze laten we hier verder buiten beschouwing.<br />

Jagers en verzamelaars<br />

Aan de rand van een ven op het Hijkerveld zijn vuurstenen<br />

werktuigen en afval gevonden die dateren uit het laatste deel<br />

van de Oude steentijd. Ze zijn vermoedelijk tussen 11.600<br />

en 10.700 v.Chr door ter plaatse bivakkerende jagers achtergelaten.<br />

Meer aanwijzingen voor bewoning kennen we uit<br />

de Midden steentijd (9500-4400 v.Chr.). De meeste vondsten<br />

uit deze tijd zijn aan de rand van vennen gedaan. Dat is geen<br />

toeval. Omdat men vooral door jacht, visvangst en het verzamelen<br />

van voedsel in z’n levensonderhoud voorzag, waren<br />

reliëfrijke en daardoor ecotopenrijke terreinen ideaal. Ook<br />

de aanwezigheid van water was natuurlijk van belang.<br />

Verschillende voorwerpen werden door oplettende wandelaars<br />

opgeraapt op zandpaden in het gebied. Verder heeft de<br />

bekende amateurarcheoloog Tjerk Vermaning op omliggende<br />

akkers veel materiaal verzameld.<br />

In de Midden steentijd werd het klimaat beter, de laatste ijstijd<br />

was voorbij. De vegetatie ontwikkelde zich van een bos<br />

met dennen en berken naar een gemengd bos met Es, Eik,<br />

Linde, Iep, Hazelaar en Els. Dieren als Edelherten, Elanden,<br />

Reeën, Everzwijnen, gevogelte en vis stonden op het menu.<br />

Daarnaast werden eieren, bessen, noten e.d. verzameld.<br />

We gaan er vanuit dat men in deze periode in koepelvormige<br />

hutten woonde.<br />

De eerste boeren<br />

In de Nieuwe steentijd (4400 - 2100 v.Chr.) voorzag de<br />

mens niet langer in z’n levensonderhoud door jagen en<br />

verzamelen. Landbouw werd de belangrijkste bestaansbron.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!