grenzen verleggen - Milieudienst IJmond

grenzen
verleggen
JA A RV E R S L A G 2 0 0 4

Inhoud
Voorwoord 4
Samenwerken binnen grenzen 7
Projecten 9
Kwaliteitsverbetering 9
Bodem 10
Geluid 14
Luchthaven Schiphol 15
Lucht 16
Milieuvergunningen 16
Handhaving 18
Duurzaam beleid 21
Interne ondersteuning 25
Dienstverlening 29
Personeel en organisatie 31
Financiën 35
Bijlagen 41
Overzichten milieuvergunningen en handhaving 41
Productverantwoording per gemeente 42
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
3

4
Voorwoord
Op 1 april 2004 vierden wij ons vijfjarig bestaan.
Onze directeur, Bert Pannekeet verwoordde het
tijdens zijn toespraak die dag als volgt: “Onze
organisatie is af”. In eerste vijf jaar van de milieudienst
hebben we hard gewerkt aan de ontwikkeling
en opbouw van onze organisatie. De
Milieudienst IJmond is ontstaan door de samenvoeging
van de vier milieuafdelingen van de
gemeenten Beverwijk, Heemskerk, Velsen en
Uitgeest. Al deze verschillende achtergronden
moesten één organisatie worden. Dat is, na een
intensief proces van groeien en leren, gelukt.
We slaagden erin één dienst te worden met een
duidelijk herkenbaar gezicht en een prettige
werksfeer. We zijn een organisatie die in beweging
is en we hebben onszelf een nieuw doel
‘Vijf jaar groeien en leren’
redactie v.l.n.r.: Kerensa Sleven, René Jansen, Riëtte Boom-Pot, Sophie Zwetsloot,
Jos van Kessel (Annemarie Bogaart staat niet op de foto).
gesteld: te blijven groeien naar een organisatie
van professionals waarbij een optimale dienstverlening
centraal staat.
Een leefbare IJmond bereiken we niet alleen,
hiervoor hebben we ook anderen nodig. Daarom
werken we voortdurend, zowel binnen de organisatie
als daarbuiten, samen met anderen.
Veel projecten die we in dit jaarverslag beschrijven
kwamen zo tot stand. Intern hebben de
verschillende teams nauw met elkaar samengewerkt.
Binnen het project intranet zijn alle
teams van onze organisatie betrokken. En de
Strategische Nota Schiphol is ontwikkeld door
medewerkers uit de teams Milieubeleid en
Juridische zaken, Techniek en Facilitaire zaken.

In externe projecten stapten we regelmatig
over de grens van gemeenten en instellingen.
We zochten samenwerking met brandweer,
politie, ministeries, provincies, ondernemersorganisaties,
etc. Het project Havenafvalstoffenplan
Noordzeekanaalgebied is een regiooverschrijdend
project waarbij onze juristen
nauw samenwerkten met verschillende externe
partijen. Dichter bij huis gaven we, met onze
partners, verder vorm aan de professionalisering
van de handhaving. Het thema duurzaamheid
nam in 2004 ook een belangrijke plaats in.
De aanstelling van een Regionaal Dubo
Consulent is één van de manieren waarop we
de kansen voor duurzame ontwikkeling in de
IJmond willen vergroten. In dit jaarverslag staan
deze en andere projecten beschreven. In het
hoofdstuk Dienstverlening besteden we aandacht
aan de taken die we uitvoerden voor gemeenten
in Zuid-Kennemerland. Op dit gebied maakten
we in 2004 ook een aantal belangrijke ontwikkelingen
door.
In 2004 kwam ook een langdurige samenwerking
ten einde. De heer Kooiman moest zijn functie
als wethouder van de gemeente Beverwijk neerleggen.
Daarmee beëindigde hij, na vijf jaar,
ook zijn functie als bestuursvoorzitter van onze
dienst. In zijn plaats trad wethouder mevrouw
Beens-Jansen aan.
Samenwerken is grenzen verleggen.
En grenzen verleggen betekent soms ook dat
we tegen grenzen aanlopen. Samenwerking kan
stagneren omdat bijvoorbeeld niet alle partijen
even ver willen gaan. We ervaren dat onze
ambities niet altijd worden overgenomen.
Dat vraagt een flexibele houding van onze
organisatie ten opzichte van onze samenwerkingspartners.
Maar ook een kritische
houding ten opzichte van onszelf. We moeten
ons blijven afvragen of onze ambities realistisch
zijn. Bert Pannekeet geeft hierover zijn visie in
dit jaarverslag. In andere interviews zijn
projecten beschreven die wij uitvoerden voor
de vier IJmondgemeenten. Medewerkers die
betrokken waren bij deze projecten vertellen
over hun ervaringen.
Ook dit jaarverslag kwam door samenwerking
tot stand. Alle voorgaande jaarverslagen werden
inhoudelijk vormgegeven door het managementteam.
Dit jaar is een redactie gevormd met
medewerkers uit elk team. De redactieleden
hielden en schreven de interviews en zijn verantwoordelijk
voor de inhoud en de vormgeving van
dit jaarverslag.
De redactie
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
5

SAMENWERKEN BINNEN GRENZEN
Bert Pannekeet
Samenwerken
binnen grenzen
In 2004 bestond de Milieudienst IJmond vijf jaar. Tijd om stil te staan bij de afgelopen
periode en kritisch naar onszelf te kijken. We richten ons op een aantal onderwerpen
als duurzaamheid en samenwerken. Aan het woord is Bert Pannekeet, directeur van de
Milieudienst IJmond.
“Wanneer wij adviseren over ruimtelijke ontwikkelingen balanceren we vaak op de grens van wat
wettelijk is toegestaan. Milieukundig gezien zitten grote delen van de IJmond vol. Nog niet zo lang
geleden bleek vanuit een satellietfoto dat de Randstad, waaronder de IJmond, één van de meest
vervuilde gebieden van de wereld is als je kijkt naar de uitstoot van NOx. We hebben overlast van
Schiphol en we zitten op een aantal plaatsen op de grens als het gaat om de maximale normen
voor geluid, stof en geur. Daarnaast hebben we te maken met een hoge verkeersintensiteit. Binnen
dat spanningsveld woedt er vanuit verschillende disciplines een gevecht om de ruimte. Zowel het
bedrijfsleven als de gemeenten hebben hoge ambities als het gaat om groei. Binnen dit spanningsveld
kan groei alleen worden gerealiseerd wanneer we duurzame oplossingen bedenken.
De IJmondgemeenten hebben binnen hun milieuvisies dan ook hoog ingezet op duurzame
ontwikkeling. Toch bleek het in de afgelopen periode lastig om dit beleid uit te voeren. Er is binnen
het maatschappelijke krachtenveld nog te weinig draagvlak voor duurzame ontwikkeling. Een aantal
doelstellingen is nog lang niet bereikt, zeker niet op het gebied van duurzaam bouwen. Als ik kijk
naar het huidige uitvoeringsniveau en het draagvlak voor duurzaam bouwen, blijkt dat de uitvoering
drastisch moet worden aangescherpt”.
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
7

8
“In 2004 hebben wij – onder de naam Waterlandoverleg – het
initiatief genomen voor een ambtelijk overleg met gemeenten,
bedrijfsleven en de provincie Noord-Holland. Doel van het
(informele) overleg is overeenstemming te krijgen over grenzen en
(on)mogelijkheden ten aanzien van de ruimtelijke invulling van de
IJmond en van hieruit oplossingen te bedenken voor de ambities van
alle partijen. Het overleg spitst zich toe op een aantal knelpuntlocaties
rondom het industrieterrein IJmond. Het overleg heeft driemaal
plaatsgevonden op het Landgoed Waterland, vandaar de naam
Waterlandoverleg. Gezamenlijk hebben we de grenzen en de ambities
van de verschillende partijen in kaart gebracht en onderzocht op
welke wijze er voor alle partijen een win-win situatie kan ontstaan.
Begin 2005 zal een bestuurlijke bijeenkomst in dezelfde setting
worden georganiseerd”.
“Een andere opmerkelijke vorm van samenwerking is de handhaving
van de milieuwetgeving in het Noordzeekanaalgebied. Onder regie
van de provincie gaan we in dit gebied samen met Zaanstad en
Amsterdam en de waterkwaliteitsbeheerders een aantal pilotprojecten
uitvoeren, gericht op handhaving van de milieuwetgeving. Na een
analyse van de milieuproblematiek bleek dat zowel in de IJmond als
in Zaanstad en Amsterdam dezelfde soort van havengerelateerde
milieuproblematiek aanwezig is. Binnen een drietal proefprojecten
bekijken we of samenwerking en uitwisseling van gegevens kwaliteitsen
efficiëntiewinst oplevert. Ook hier geldt dat het milieu niet stopt
bij de gemeentegrens”.
“Ik ben bijzonder tevreden over de samenwerking met onze
gemeenten. Processen lopen gesmeerd en de medewerkers van
de gemeenten waarderen dat ook zo, merk ik. Met dank aan onze
schakelfunctionarissen die er voor zorgdragen dat het contact tussen
de gemeenten en de verschillende afdelingen binnen de milieudienst
goed verloopt. Om onze dienstverlening te optimaliseren zal de
komende jaren hard worden gewerkt om onze milieugegevens digitaal
beschikbaar te maken voor onze collega‘s”.
“2004 was een bewogen jaar. Medewerkers van de milieudienst zijn
enthousiast en willen altijd voor een tien gaan. Daarnaast zijn onze
ambities hoog. Een valkuil is dan ook dat we vaak heel veel in een
korte tijd willen realiseren. Voor 2005 hebben we een realistisch
werkprogramma opgesteld waarin de nodige ruimte is opgenomen
voor onvoorziene vragen en actualiteiten. Uitvoering van milieubeleid
is soms niet voorspelbaar. Het is daarom van belang kritisch te blijven
kijken naar de afgelopen jaren en ten behoeve van de programmering
daarvan te leren.
We hebben in de afgelopen jaren 20% efficiency gerealiseerd. Onze
tarieven zijn laag en uit kengetallen blijkt dat onze productiviteit hoog
is. Desondanks zullen we de komende periode worden geconfronteerd
met bezuinigingen binnen onze gemeenten. Dit leidt tot nieuwe
uitdagingen. We zullen creatief moeten blijven werken en actief op
zoek moeten naar verbreding. Een goed bedrijf is een bedrijf waar
mensen met plezier naar hun werk gaan. De milieudienst is
zo’n bedrijf. Ik heb dan ook alle vertrouwen in de toekomst”.
Kerensa Sleven

PROJECTEN
Kwaliteitsverbetering
De Milieudienst IJmond geeft een constante
impuls aan de kwaliteitsverbetering. Hiervoor
hebben we in 2003 een ontwikkelingstraject op
het gebied van kwaliteitszorg ingezet. Dit traject
betreft de gehele organisatie en is opgezet
conform het INK model (INK staat voor Instituut
Nederlandse Kwaliteit). In het afgelopen jaar
hebben wij weer een aantal kwaliteitsprojecten
uitgevoerd. Maar we constateren ook dat de
stappen binnen het traject niet als zodanig
worden herkend en geregistreerd. Wij hebben
ervoor gekozen om eind 2004 / begin 2005 aan
de hand van de negen modules in het INK model
alle kwaliteitsimpulsen in de dienst te inventariseren
en te registreren. Na ordening laten wij
eind 2005 opnieuw een audit door een extern
deskundige uitvoeren.
Werkprocessen
In 2003 begonnen wij met het beschrijven van
de werkprocessen. Hieraan is in 2004 een vervolg
gegeven. De volgende werkprocessen zijn
beschreven: beoordeling van technische rapportages,
de advisering van bestemmingsplannen
en de klachtenafhandeling. De beschrijving van
de werkprocessen komt veelal tot stand door
samenwerking tussen verschillende teams binnen
de milieudienst. Voor bijvoorbeeld het werkproces
klachtenafhandeling is intensief overleg gevoerd
tussen het secretariaat (dat de telefonische
melding van een klacht aanneemt) en de milieuinspecteurs
(die de klager benaderen en de klacht
onderzoeken). Het resultaat van deze samenwerking
is dat de beschreven werkprocessen,
doordat ze geoptimaliseerd en gestroomlijnd zijn,
door de betrokken teams beter kunnen worden
uitgevoerd.
Klantenonderzoek
In 2004 voerden wij twee klantenonderzoeken
uit. Naar aanleiding van de nieuwe vormgeving
en de gewijzigde inhoud van het jaarverslag 2003
vroegen wij raadsleden van de IJmondgemeenten
naar hun mening hierover. De uitkomst van deze
enquête was overwegend positief. Men vond
het jaarverslag overzichtelijk en goed leesbaar.
Het belangrijkste om te lezen vond men de
teksten over handhaving en de teksten over onze
producten, projecten en de financiële verantwoording.
Een tweede onderzoek dat wij in 2004
begonnen, is een tevredenheidsonderzoek onder
ondernemers. Wij onderzoeken bij deze doelgroep
de tevredenheid over onze dienstverlening naar
aanleiding van het eerste controlebezoek dat zij
kregen. De respons op het onderzoek is, tot op
heden, 23.3%. Opvallend is dat 90% van de
respondenten tevreden is over het controlebezoek
en de uitleg die onze medewerkers gaven over
de reden van de controle en de geldende milieuwetgeving.
Intranet
Bij de start van de Milieudienst IJmond in 1999,
is gebruik gemaakt van bestaande, vanuit de
gemeenten afkomstige, systemen. Voor de
efficiëntie van onze werkprocessen en een
optimaal intern en extern gebruik, willen wij
tussen al deze systemen samenhang aanbrengen.
Wij zetten intranet op als centraal register waar
alle gegevens en gebruikte systemen binnen de
milieudienst onder hangen. In 2004 heeft de
projectgroep intranet een projectplan opgesteld.
In de loop van het jaar zijn grote vorderingen gemaakt
met het klaarmaken van de systemen voor
intranet. Naar verwachting staat intranet in het
voorjaar van 2005 online.
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
9

10
Milieumonitoring
Elke vier jaar stellen wij voor de deelnemende
gemeenten een milieuvisie op. In 2002 stelden
wij een milieuvisie op voor de gemeenten
Beverwijk, Velsen en Heemskerk en in 2003 voor
de gemeente Uitgeest. Door het milieubeleid te
monitoren, kunnen wij vaststellen of het uitgevoerde
beleid het gewenste resultaat oplevert.
De gemeenteraden hebben daarom, na vaststelling
van de milieuvisies, bepaald dat zij
milieumonitoring belangrijk vinden. In overeenstemming
met dit besluit zijn wij, samen met
een extern bureau, een traject begonnen voor het
opzetten van een milieumonitoringsysteem en
een nulmeting. Bij dit proces hebben we de vier
IJmondgemeenten betrokken. Met hen hebben
wij acht thema’s gekozen en hierbij indicatoren
geselecteerd, waarna een eerste meting van
gegevens is uitgevoerd en verwerkt in de Milieumonitoringsrapportage
2003-2004.
Gemeenschappelijke Regeling Milieudienst
IJmond en mandaten
In 2004 hebben wij onze Gemeenschappelijke
Regeling en mandaten moeten herzien. Dit
bleek noodzakelijk na twee beroepszaken bij de
Raad van State. De Raad van State oordeelde dat
niet duidelijk was welke bevoegdheden door de
deelnemende gemeenten bij ons waren ondergebracht.
Door de Gemeenschappelijke Regeling te
herzien, hebben wij deze onduidelijkheid
gerepareerd. In samenwerking met juridisch
medewerkers van de deelnemende gemeenten,
hebben wij een nieuwe Gemeenschappelijke
Regeling en bijbehorende mandaatbesluiten
opgesteld. De Gemeenschappelijke Regeling
regelt de taken en bevoegdheden van de
milieudienst, de relatie tot de deelnemende
gemeenten, de begrotingscyclus, de cyclus van
het jaarprogramma en de samenstelling en werkwijze
van ons dagelijks en algemeen bestuur.
De mandaten waarborgen dat onze directeur
en teamleiders bevoegd zijn tot het nemen van
handhavingbesluiten en besluiten over vergunningen,
meldingen en dergelijke. Wij zullen zowel
de Gemeenschappelijke Regeling als de mandaten
jaarlijks gaan controleren en zonodig bijstellen.
Bodem
Bodemonderzoeken en -saneringen
De bodemkwaliteit is een belangrijke factor bij
de uitvoering van civiel- en bouwtechnische
werkzaamheden. De bodemkwaliteit wordt vastgesteld
met behulp van een bodemonderzoek.
In de meeste gevallen geven marktpartijen de
opdracht voor deze onderzoeken. Wij beoordelen
de rapportages en adviseren over de vervolgstappen.
Daarnaast verstrekken wij namens
de gemeenten ook opdrachten aan onderzoeksbureaus
om de bodemkwaliteit in kaart te
brengen. Voor een overzicht van het aantal
bodemonderzoeken en –saneringen in 2004,
verwijzen wij naar de bijlagen.
Kwaliteitseis bodemadviesbureaus
De resultaten van een bodemonderzoek kunnen
grote technische, maatschappelijke en financiële
gevolgen hebben voor de uitvoering van een
project. Wij vinden het belangrijk dat de kwaliteit
van een bodemonderzoek aan een aantal eisen
voldoet. Daarom zijn wij in 2004 begonnen met
het stellen van kwaliteitseisen aan bodemadviesbureaus.
Een adviesbureau dat in aanmerking wil
komen voor een offerteaanvraag moet SIKB / BRL
2000 gecertificeerd zijn (Stichting Infrastructuur
Kwaliteitsborging Bodembeheer / Beoordelings-
RichtLijn). Dit certificaat waarborgt de kwaliteit
van het veldwerk. In mei 2004 hebben wij twintig
ongecertificeerde adviesbureaus in Noord-
Holland schriftelijk op de hoogte gesteld van de
ingestelde eis. Zij kregen tot 1 december 2004 de
tijd om zich te certificeren. Vijf van de twintig
bureaus geven aan zich niet te laten certificeren.
De overige bureaus zijn inmiddels gecertificeerd
of zijn hiermee bezig. Twee bureaus gaven aan
zelf geen veldwerk te verrichten, maar dit uit te
besteden aan gecertificeerde bureaus. In de toekomst
gaan wij ook eisen stellen aan de milieukundige
begeleiding (BRL 6000) en het uitvoeren
van saneringen (BRL 7000).

PROJECTEN
Informatievoorziening aan makelaars
Bodeminformatie kan ook van invloed zijn op de
waarde van onroerend goed. Daarom ontvangen
wij veel aanvragen voor bodeminformatie
van makelaars. Deze informatie verstrekken wij
schriftelijk, via de zogenaamde makelaarsfaxen.
Wij willen deze informatievoorziening aan
makelaars automatiseren, zodat zij via onze website
snel kunnen beschikken over de gevraagde
bodeminformatie. Omdat wij willen waarborgen
dat wij betrouwbare informatie verstrekken
hebben wij eerst beoordeeld of alle archiefgegevens
op een correcte en uniforme manier
in ons digitale bodeminformatiesysteem zijn
vastgelegd. In het afgelopen jaar hebben twee
trainees zich hier elk een half jaar mee beziggehouden.
In de loop van het jaar bleek dat er
meer tijd met het project gemoeid was dan wij
hadden voorzien. Daarom is besloten de aanleg
van de benodigde ICT-infrastructuur uit te stellen
tot begin 2005. Wij gaan met een kleine groep
makelaars een pilot draaien voor de onroerendgoedtransacties
binnen de gemeente Velsen.
Wanneer dit naar wens verloopt, volgen de
overige IJmondgemeenten.
Ronald van Tunen
ONDERTUNNELING SPOOR
CASE 1
Gemeente: Uitgeest
Project: ondertunneling spoor Uitgeest
Team: Techniek
Bodemadviseur: Ronald van Tunen
Bodemkwaliteit: afhankelijk van de
kwaliteit van de grond gelden er meer
of minder beperkingen voor het
gebruik ervan
“We willen voorkomen dat de kwaliteit
van de bodem achteruit gaat”.
In 2004 is in de gemeente Uitgeest gewerkt aan twee ondertunnelingen. Een
verkeerstunnel van de Waldijk, onder 6 spoorlijnen door, naar de Provinciale
weg A203 en een perrontunnel. Deze tunnel loopt van de Geesterweg naar de
Kleis en moet de veiligheid van fietsers en voetgangers garanderen.
De rol van de milieudienst omvatte een aantal deeltaken. Eén van deze taken betrof de
uitvoering van het Bouwstoffenbesluit. In het kader van dit besluit wordt het zand en de
grond dat wordt toegepast, gezien als een bouwstof. Ronald van Tunen: “We controleren het
zand en de grond dan ook op de kwaliteit. Dit doen wij door de kwaliteitsgegevens van deze
bouwstoffen op te vragen. Afhankelijk van de kwaliteit gelden er meer of minder beperkingen
bij het gebruik. Als grond boven bepaalde waarden vervuild is, mag deze alleen gebruikt
worden nadat het bij ons gemeld is en moet het ‘terugneembaar toegepast worden’. Dit houdt
in dat grond van een bepaalde kwaliteit enkel gebruikt mag worden in combinatie met grond
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
11

12
van dezelfde kwaliteit. Doel is te voorkomen dat de kwaliteit van de bodem achteruit gaat”, aldus
Ronald. “We hebben bodemonderzoeken beoordeeld voor beide tunnels en een geluidsonderzoek
verricht, waarbij gekeken is of de nieuwe situatie voldoet aan de geluidsnormen”.
Een optimale uitvoering van het Bouwstoffenbesluit vraagt om nauw contact tussen onze
organisatie en de aannemers, zowel voorafgaande aan het project, als ook tijdens. “Het contact
vooraf is noodzakelijk, om te voorkomen dat we later tegen problemen aanlopen. Tijdens het
project moeten we contact onderhouden om toezicht te houden en adviezen uit te brengen
over waar welke grond gebruikt kan worden. Interessant hierbij is dat we bij elke partij een
andere vorm van draagvlak en bewustzijn moeten creëren. Zo staan grotere aannemers positief
tegenover overleg met de Milieudienst IJmond. In de praktijk zijn er ook instanties/bedrijven die
zelf beslissingen nemen, zonder deze bij ons te verifiëren. Dit kan later tot problemen leiden. Het
contact verloopt dan in het begin erg stroef. Voor dit project is het overleg niet automatisch tot
stand gekomen, maar meer als reactie op ontwikkelingen”, vertelt Ronald.
“Voor kleinere aannemers is overleg met ons nog niet vanzelfsprekend. Ik probeer daar bewustzijn
te creëren door bedrijven tijdens een controle te wijzen op de voordelen van een vooroverleg
en ze uit te leggen wat hun winst is. Het Bouwstoffenbesluit wordt door elke gemeente anders
geïnterpreteerd. Door met ons contact op te nemen, kan per situatie bekeken worden wat de
mogelijkheden zijn. Wanneer aannemers zelf knopen doorhakken, zonder overleg met bevoegd
gezag, kunnen ze tegen onverwachte problemen aanlopen. Zeker op het laatste moment is het dan
moeilijk om wijzigingen door te voeren. Zo is grond niet meer te controleren als er al een asfaltlaag
overheen ligt! Dat betekent dus dat ook wij, als milieudienst, een proactieve houding moeten
aannemen en niet moeten afwachten”.
Egon van Zon

PROJECTEN
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
(ISV)
In 2004 leverden wij een bijdrage aan het ISV-2
programma (2005-2009) voor de IJmondgemeenten.
Rijksoverheid en provincie streven ernaar
dat stedelijke vernieuwing gepaard gaat met een
verhoging van de milieukwaliteit in de omgeving.
Het milieu moet worden meegenomen als integraal
onderdeel van de vernieuwing. De milieuthema’s
bodemsanering, geluidssanering, milieukwaliteit
(milieuduurzaamheid) en luchtkwaliteit
spelen hierbij een belangrijke rol. Deze thema’s
zijn opgenomen in de milieuparagraaf van de
gemeentelijke Meerjaren Ontwikkelingsprogramma’s.
Bij de uitwerking van de gemeentelijke ISV
projecten worden duurzaamheidmaatregelen in
de projectbeschrijving verder geconcretiseerd.
Wij zullen hierbij de nadruk leggen op het door
de IJmondgemeenten vastgestelde beleid voor
duurzaam bouwen en het klimaatbeleid.
Een deel van de ISV-2 gelden zetten wij in voor
het vervullen van onze wettelijk verplichte taken
op het gebied van bodem- en geluidssanering.
Het eerste ISV programma (looptijd 2000-2004)
richtte zich op het planmatig in beeld brengen en
beheren van bodemverontreiniging. In de periode
daarna tot 2032 moeten de geïnventariseerde
bodemverontreinigingen zodanig beheersbaar
worden gemaakt, dat deze geen belemmering
meer vormen voor stedelijke ontwikkeling. Het
ministerie van VROM streeft ernaar dat bodemonderzoek
en -sanering zoveel mogelijk door
marktpartijen wordt uitgevoerd. Het ISV-budget
kan dan worden gebruikt om knelpunten op te
lossen.
In 2004 hebben we de bodemprogramma’s
voor de ISV-2 periode opgesteld. In deze periode
ligt het zwaartepunt op het afwerken van de
werkvoorraad en het beheersen van de bodemproblematiek.
Daarnaast hebben wij budget
aangevraagd voor de uitvoering van enkele
milieuhygiënisch urgente projecten, zoals verschillende
nazorglocaties en de sanering van
bodemverontreiniging in de Rivierenbuurt in
de gemeente Velsen.
Het project ‘Oriënterend Onderzoek nieuwe stijl’
hebben wij in het afgelopen jaar verder vormgegeven.
Dit is een project waarbij uitgebreid
archiefonderzoek wordt uitgevoerd naar voormalige
activiteiten op een locatie. Vervolgens
bepalen wij of feitelijk bodemonderzoek noodzakelijk
is. In 2005 brengen wij prioritering aan
in de locaties waar wij bodemonderzoek noodzakelijk
achten. Hierbij zullen eerst de locaties
worden aangepakt waar stedelijke ontwikkeling
plaatsvindt of die een hoge milieuhygiënische
saneringsurgentie hebben.
In Beverwijk is het nader onderzoek naar de
oplosmiddelenverontreiniging in de Zeestraat
afgerond. Het saneringsonderzoek is eind 2004
opgestart. In Heemskerk wordt de sanering van
oplosmiddelen aan de Kerklaan herzien. De
huidige saneringsmethode is niet meer effectief.
Inmiddels zijn er nieuwe inzichten om de verontreiniging
met oplosmiddelen te saneren.
Pilotsanering Rivierenbuurt
De gemeente Velsen heeft in 2004 de pilotsanering
van de, met oplosmiddelen verontreinigde,
locatie Rivierenbuurt aanbesteed.
Wij zijn in het kader van het ISV-programma
projectleider van dit project. In overleg met de
projectgroep Rivierenbuurt is gekozen voor een
pilotsanering zodat wij de saneringsmethode in
het veld kunnen testen en om een goed prestatiebestek
op te kunnen stellen voor de volledige
bronsanering. De oplosmiddelen in de bodem
worden uit de verontreinigingsbron verwijderd
via chemische oxidatie met permanganaat.
Samen met de andere betrokkenen bij deze
sanering, de provincie Noord-Holland, TNO en
de firma Tauw, vormen wij een consortium. Dit
consortium neemt deel aan een project van de
Stichting Kennisontwikkeling Kennisoverdracht
Bodem (SKB) om kennis te delen over nieuwe
onderzoeks- en saneringstechnieken. Door deelname
aan dit project kregen wij van SKB extra
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
13

14
budget om alternatief onderzoek uit te voeren
naar de afbraak van de oplosmiddelen tijdens de
sanering. Voorafgaande aan de feitelijke start van
de pilotsanering, hebben wij de actuele verontreinigingssituatie
in het gebied in kaart gebracht.
Naar verwachting gaat de pilotsanering in het
eerste kwartaal van 2005 van start.
Bodemkwaliteitskaart
Overeenkomstig het ISV-bodemprogramma
2000-2004 stellen wij voor de IJmondgemeenten
een bodemkwaliteitskaart op. Met deze kaart
is het ondermeer mogelijk om, op basis van de
Ministeriële Vrijstellingsregeling Grondverzet,
grondverzet te verrichten, waarbij de grond weer
een onderdeel van de ontvangende bodem zal
vormen. De bodemkwaliteitskaart en het bodembeheerplan
geven inzicht in de bodemkwaliteit
van onverdachte locaties. Hierdoor kunnen grondstromen
op elkaar worden afgestemd. Hergebruik
van grond wordt gereguleerd waardoor partijkeuringen,
die verplicht zijn volgens het Bouwstoffenbesluit,
in veel gevallen niet nodig zijn,
wat tijdwinst en kostenbesparing oplevert. Naast
de voordelen bij grondverzet biedt de bodemkwaliteitskaart
ook duidelijkheid over de vraag
of er bodemonderzoek nodig is bij een grondtransactie
of bouwaanvraag. Wij gaven een
adviesbureau de opdracht een bodemkwaliteitskaart
op te stellen voor de IJmondgemeenten.
Daarnaast begeleiden wij voor de gemeenten
Bloemendaal, Haarlemmerliede-Spaarnwoude
en Bennebroek de ontwikkeling van een bodemkwaliteitskaart
en bodembeheerplan. Wij
verwachten de definitieve versies van de bodemkwaliteitskaarten
en beheerplannen in het
tweede kwartaal van 2005 klaar te hebben.
Geluid
Verkeersmilieukaart
In 2003 zijn wij begonnen met een grootschalige
actualisatie van de verkeersmilieukaart (VMK).
De VMK is software dat als ondersteunend instrument
gebruikt wordt om voorspellingen te
doen over de gevolgen van een verkeerssituatie.
VMK is een gezamenlijk project van de gemeenten
Velsen, Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en
Castricum. Wij traden op als projectleider. In 2004
hebben wij de actualisatie van de VMK nagenoeg
afgerond. De gegevens in de VMK kunnen worden
gebruikt om beslissingen te nemen op het gebied
van milieu (luchtverontreiniging en geluidhinder),
verkeer en ruimtelijke ordening. De VMK bestaat
uit een verkeersmodel en een milieumodel. Het
verkeersmodel voorspelt hoe verkeer gaat rijden
in een bepaald gebied. Het milieumodel berekent
geluidsuitstraling van verkeer op de gevels van
de woningen en de uitstoot van stoffen. In de
geactualiseerde VMK zijn twee verkeerssituaties
in kaart gebracht, te weten de huidige situatie en
de situatie in 2015 bij vastgesteld beleid. Hiermee
hebben wij een belangrijk instrument in handen
voor de beoordeling van ruimtelijke plannen,
verkeersbeleid en milieubeleid. Uit de geactualiseerde
VMK blijkt dat de wegen in de IJmond
in de toekomst steeds drukker worden. Hierdoor
zal de geluidbelasting en uitstoot van stoffen
toenemen. Toegenomen drukte leidt ook tot
congestie van de wegen. Wij zullen de gemeentebesturen
adviseren om nader onderzoek te doen
naar de groei van het autoverkeer en maatregelen
te treffen om de effecten van deze groei te beperken.
Hierbij zoeken wij aansluiting bij de implementatie
van de EU-richtlijn Omgevingslawaai.
Deze richtlijn is van toepassing op omgevingslawaai
waaraan mensen worden blootgesteld. In
dit kader moeten de gemeenten Beverwijk, Velsen
en Heemskerk in 2007 beschikken over geluidbelastingkaarten
en in 2008 over actieplannen.
Sanering weg- verkeerslawaai
Dit betreft de isolatie van woningen van
particulieren en huurwoningen die een te hoge
geluidbelasting hebben, veroorzaakt door wegof
railverkeer. Vanaf 2004 wordt deze isolatie
gefinancierd met behulp van geld uit het
Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV).
Wij voeren dit project, met ondersteuning van
adviesbureau Metz, inmiddels al tien jaar uit.

PROJECTEN
In 2004 zijn er veertien woningen geïsoleerd.
Alle eigenaren van woningen die voor isolatie
in aanmerking komen worden op volgorde
van prioriteit benaderd door middel van een
vragenlijst.
Project A208
In 2004 is onderzoek verricht naar de geluidoverlast
van de Rijksweg A208 te Santpoort-
Noord op de omliggende wijken. Om deze
geluidoverlast te verminderen is de haalbaarheid
van een geluidscherm onderzocht en gekeken
naar het draagvlak voor een geluidscherm onder
de bewoners langs de Rijksweg. Door middel van
een enquête vroegen wij de bewoners naar hun
mening. Reacties gingen onder andere over het
verlagen van de snelheid op de Rijksweg en het
gebruik van geluidreducerend asfalt. Ook in het
kader van de procedure die voor een eventueel
geluidscherm moet worden gevoerd, is het
belangrijk te weten of in de toekomst de snelheid
en/of de wegdekverharding wijzigt, wat weer
invloed op de geluidbelasting en daardoor op het
ontwerp van een scherm heeft. De wegbeheerder,
de provincie Noord-Holland, gaat naar aanleiding
hiervan onderzoek doen naar de mogelijkheden
van snelheidverlaging en geluidreducerend asfalt.
Afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek
wordt dan opnieuw beoordeeld of een geluidscherm
noodzakelijk is.
Luchthaven Schiphol
Meten van vliegtuiggeluid
Op 20 februari 2004 nam de Luchthaven Schiphol
de Polderbaan in gebruik. De inwoners van de
IJmondgemeenten worden sindsdien geconfronteerd
met lager overvliegende vliegtuigen die
voor veel overlast en klachten zorgen. Er gelden
geen geluidsnormen ter plekke van de bebouwde
omgeving in de IJmond. In de Wet luchtvaart
wordt de handhaving van de geluidsnormen
gebaseerd op berekende geluidniveaus.
De IJmondgemeenten vinden dat geluid ook
gehandhaafd moet worden op basis van geluidmetingen.
Het grootste deel van de IJmondgemeenten
ligt buiten de zones waar geluid
gemeten wordt. Daarom heeft de gemeenteraad
van Velsen besloten zelf vier meetpunten aan
te schaffen. Dat zijn meetpunten van Omegam
geworden, die in de volksmond Luistervink
worden genoemd. Wij begeleiden het gehele
proces. In 2004 zijn drie meetpunten geplaatst
in Santpoort, Velserbroek en Oud-Velsen. Deze
locaties hebben wij in overleg met het Platform
Velsen Overlast Schiphol bepaald. Voor het vierde
punt zoeken wij nog een geschikte locatie.
De eerste meetresultaten verwachten wij in
het eerste kwartaal van 2005. De Luchthaven
Schiphol gebruikt voor het meten van vliegtuiggeluid
het NOMOS meetsysteem. Dit is van alle
mogelijke meetsystemen het meest geavan-
ceerde. Het maakt als enige gebruik van radargegevens,
waardoor met zekerheid kan
worden vastgesteld dat gemeten geluid daadwerkelijk
van een vliegtuig afkomstig is. De
Luchthaven Schiphol plaatst in totaal 5 NOMOS
meetpunten in onze regio; te weten Uitgeest,
grens Heemskerk / Beverwijk, Velsen en
Castricum (2). Tenslotte bestaat er nog een
derde meetsysteem. Dit zijn de meetpunten
van de Stichting Geluidsnet. Na een pilot is deze
stichting bezig gemeenten te interesseren voor
het systeem. De gemeente Heemskerk heeft
besloten dat zij in 2005 drie Geluidsnet meetpunten
plaatst.
Strategische Nota Schiphol
De IJmondgemeenten nemen, samen met de
gemeente Castricum, als cluster noord deel aan
de Commissie Regionaal Overleg Luchthaven
Schiphol (CROS). Per cluster heeft een bestuurlijke
vertegenwoordiger en een bewonersvertegenwoordiger
zitting in de CROS. Wij adviseren de
cluster noord op het gebied van strategisch en
communicatiebeleid. Op initiatief van ons dagelijks
bestuur hebben wij samen met de gemeente
Castricum de Strategische Nota Schiphol opgesteld.
Met de nota hebben wij een instrument in
handen om proactief te reageren op de ontwikkelingen
rond de luchthaven. De nota is door
alle gemeenteraden enthousiast ontvangen en
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
15

16
vastgesteld. Doel is meer hinderbeperking voor
inwoners van de gemeenten in de cluster noord,
zonder dat deze verplaatst wordt naar andere
gemeenten rond de luchthaven. Een belangrijk
onderdeel is (structureel) overleg met betrokkenen,
zoals de staatssecretaris van Verkeer &
Waterstaat, het ministerie, inwoners en
belangengroepen. In de komende periode richten
we ons sterk op de evaluatie van de Wet luchtvaart
in 2006. We merken dat wij, mede door de
Strategische Nota en de proactievere houding van
de cluster noord, serieuzer genomen worden als
gesprekspartner. Een voorbeeld is de toezegging
van de staatssecretaris voor een bezoek aan de
cluster noord in het voorjaar van 2005.
Lucht
Besluit luchtkwaliteit (fijn stof)
Bij planvorming is luchtkwaliteit één van de
milieuaspecten waar onderzoek naar gedaan
moet worden. Het Besluit luchtkwaliteit vermeldt
dat wij moeten onderzoeken of bij gevoelige
bestemmingen aan de bepalingen van het besluit
wordt voldaan. Gevoelige bestemmingen zijn
woonbestemmingen (inclusief tuin), scholen,
ziekenhuizen, verzorgingshuizen en andere
gebouwen waar zich gevoelige groepen bevinden
(inclusief tuinen en verblijfsruimten) en sportvelden.
In het besluit staan grenswaarden die per
2005 (fijn stof) of 2010 gelden (overige stoffen).
Voor nieuwe situaties zijn de grenswaarden
onmiddellijk van kracht. Voor bestaande situaties
gelden voor stikstof en fijn stof zogenaamde
plandrempels. Deze worden elk jaar aangescherpt
tot de grenswaarden zijn bereikt. In de IJmond
is sprake van enigszins verhoogde achtergrondconcentraties
van fijn stof vanwege bedrijven op
het Industrieterrein IJmond. In december 2004
zijn wij in samenwerking met de provincie Noord-
Holland een onderzoek naar de fijn stof concentratie
in de regio begonnen. De eerste resultaten
verwachten wij in mei 2005.
Milieuvergunningen
Wet milieubeheer
De Wet milieubeheer is van toepassing op veel
bedrijven en instellingen binnen de IJmond.
In het kader van deze wet verlenen wij namens
de IJmondgemeenten en de gemeenten
Bennebroek en Zandvoort milieuvergunningen.
In de milieuvergunning worden voorschriften
opgenomen waaraan een bedrijf of instelling (de
wet spreekt van inrichtingen) moet voldoen om
milieubelasting te voorkomen of zoveel als mogelijk
te beperken. De milieuvergunningprocedure
duurt (indien er geen bezwaren zijn ingediend)
maximaal zes maanden. Omdat veel bedrijven en
instellingen gelijksoortige activiteiten verrichten
zijn in de Wet milieubeheer categorieën van inrichtingen
aangewezen waarvoor de vergunningplicht
vervalt. In de Algemene Maatregelen van
Bestuur (AMvB) worden voor deze inrichtingen
voorschriften gesteld. Het voordeel voor deze
groep van inrichtingen is dat er geen langdurige
procedure hoeft te worden doorlopen. Men kan
volstaan met een melding. Voorbeelden zijn
onder andere garagebedrijven, horeca en tankstations.
In ons Wet milieubeheerbestand maken
wij dan ook een onderscheid in vergunningplichtige
en meldingsplichtige inrichtingen.
In de bijlagen is een overzicht van procedures
en termijnen van het afhandelen van milieuvergunningen
en AMvB meldingen en termijnen
opgenomen.
Advies bouw- en sloopplannen
Bij de overleggen van de afdelingen bouwkunde
van de IJmondgemeenten zijn wij aanwezig en
toetsen alle ingekomen bouw- en sloopplannen
op milieurelevantie. Wanneer milieuaspecten een
rol spelen, schrijven wij een advies op het gebied
van bodem, geluid en de Wet milieubeheer. Voor
specifiek gemeentelijke overzichten van de bouwen
sloopplannen verwijzen wij naar de bijlagen.

Gedogen
PROJECTEN
Bestuurlijk gedogen is het door het bestuur
(bewust) afzien van optreden, waartoe het
bestuur juridisch bevoegd, feitelijk in staat is.
Als reactie op een overtreding treedt het be-
stuursorgaan dus niet op. Hierbij moet er wel uit-
zicht zijn op een ‘legale’ situatie. Een bedrijf heeft
zich bijvoorbeeld uitgebreid en heeft daarvoor
nog geen vergunning, maar heeft die wel aangevraagd.
Totdat de nieuwe vergunning is verleend,
kan het bestuur besluiten te gedogen zodat de
activiteiten van het bedrijf niet stilgelegd
hoeven te worden. Voor gedoogverzoeken blijft
ons beleid, dat wij ons zo terughoudend mogelijk
opstellen. In 2004 hebben wij één gedoogverzoek
ontvangen waarvoor wij een beschikking onder
voorwaarden hebben opgesteld.
Europese regelgeving
De IPPC-richtlijn (Integrated Pollution Prevention
and Control) is een richtlijn van de Europese
Unie die de lidstaten verplicht voor bepaalde
categorieën van inrichtingen zorg te dragen voor
een integrale vergunningverlening. De vergunningen
zijn gebaseerd op de toepassing van ‘Best
Available Techniques’ (BAT), ofwel de stand der
techniek. Nieuwe en substantieel gewijzigde inrichtingen
moeten sinds 1999 voldoen aan deze
richtlijn, bestaande inrichtingen met ingang van
31 oktober 2007. In 2004 inventariseerden wij
ons gehele inrichtingenbestand op het gebied
van de IPPC-richtlijn. Binnen ons werkgebied valt
slechts één bedrijf onder deze richtlijn.
Verruimde reikwijdte
In het kader van de Wet milieubeheer hebben
gemeenten ook een taakstelling om maatregelen
op het gebied van energiebesparing,
afvalpreventie, zuinig gebruik van grondstoffen
en verkeer en vervoer in de milieuvergunning
op te nemen. In vaktaal hebben wij het over ‘de
verruimde reikwijdte’ van de Wet milieubeheer.
Maatregelen worden door onze medewerkers
specifiek per bedrijf of instelling bekeken. Maatregelen
die binnen vijf jaar kunnen worden terugverdiend,
kunnen wij voorschrijven in de milieuvergunning.
Na vijf jaar leveren deze maatregelen
ook een financiële besparing op. Wij vinden
het daarom zeer belangrijk dat wij ondernemers
goed informeren en adviseren over dit soort
maatregelen. Ook op het gebied van duurzaam
bouwen speelt de verruimde reikwijdte een rol.
Bij grote bouwprojecten adviseert de, in 2004
aangestelde, duurzaam bouwen consulent.
De Subsidieregeling Aanpak Milieudrukvermindering
(SAM) is ingesteld voor gemeenten
en samenwerkingsverbanden. De SAM geeft een
financiële impuls voor het uitvoeren van taken
binnen de verruimde reikwijdte. In 2004 hebben
wij voor de IJmondgemeenten subsidie ontvangen
voor de periode 1 oktober 2004 tot 1 oktober
2006. Met deze subsidie geven wij onder andere
uitvoering aan het project Supermarkten. Met de
voorbereiding hiervan zijn wij in 2004 gestart.
Dit project is een bijzondere samenwerking
tussen de milieudiensten van de IJmond,
Amsterdam, Midden-Holland en Haaglanden.
Verder worden de subsidiegelden aangewend om
onze milieu-inspecteurs regelmatig bij te scholen
op het gebied van de verruimde reikwijdte.
Externe veiligheid
Het ministerie van VROM stelde in 2004 geld
beschikbaar voor het project Congruentie
advisering en integrale aanpak van veiligheidsrisico’s.
Wij voeren dit project uit namens de
veiligheidsregio Kennemerland. Dit zijn de
gemeenten Bennebroek, Beverwijk, Bloemendaal,
Haarlem, Haarlemmerliede-Spaarnwoude,
Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen,
Zandvoort en de regionale brandweer. De
doelstelling van dit project is het opstellen van
een procesbeschrijving voor een integrale,
doeltreffende en efficiënte aanpak van veiligheidsrisico’s.
Om veiligheidsrisico’s aan te kunnen
pakken, streven wij naar een goede samenwerking
tussen de afdelingen bouw- en woningtoezicht,
ruimtelijke ordening, milieu en de
regionale brandweer. Het ministerie van VROM
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
17

18
stelde ook geld beschikbaar voor het project
Inventarisatie gegevens risico-objecten in het
kader van het Register Risico’s Gevaarlijke Stoffen.
Wij voerden dit project uit in samenwerking met
de provincie Noord-Holland met als doel een
risicokaart van Noord-Holland.
Handhaving
Controle, toezicht en handhaving
De handhaving van de milieuvoorschriften is
en kerntaak van het gemeentelijk milieubeleid.
Naast de uitvoering van branche- of gebiedsgerichte
handhavingprojecten, hebben wij in
2004 veel bedrijven en instellingen individueel
en integraal gecontroleerd. Alle nieuwe bedrijven
en instellingen worden standaard door een van
onze medewerkers bezocht. Ook naar aanleiding
van klachten controleren we bedrijven. Voor een
consequente handhaving hanteren wij de strategie
zoals deze in 2000 door de IJmondgemeenten
is vastgesteld. Na de eerste controle voeren we
een hercontrole uit en wordt in overleg met het
bestuur, zonodig corrigerend opgetreden. Onze
inspecteurs zijn ingedeeld in vier rayons en zij
houden binnen hun rayon toezicht op de naleving
van de milieuwetgeving en -regelgeving en
onderhouden de contacten met de burgers en
bedrijven. Voor specifiek gemeentelijke overzichten
van het aantal milieucontroles verwijzen
wij naar de bijlagen.
Milieuklachten
De milieuklachten in 2004 hadden onder meer
betrekking op hinder van geluid, geur en vervuiling.
Klachten worden zowel telefonisch als
schriftelijk bij ons ingediend. In 2004 hebben wij
in totaal 265 milieuklachten behandeld. Dit is
een afname ten opzichte van 2003 (290 milieuklachten).
Voor specifiek gemeentelijke overzichten
verwijzen wij naar de bijlagen.
Servicepunt handhaving
Het servicepunt handhaving, dat sinds de oprichting
van de Milieudienst IJmond bij ons is
ondergebracht, stimuleert de samenwerking
tussen de handhavinginstanties die werkzaam
zijn in de regio IJmond / Zuid-Kennemerland.
De volgende instanties werkten in 2004 samen:
• provincie Noord-Holland
• gemeenten Bennebroek, Bloemendaal,
Haarlemmerliede-Spaarnwoude, Heemstede
en Zandvoort
• VROM-inspectie
• politie
• Openbaar Ministerie
• Rijkswaterstaat
• waterschappen
• Milieudienst IJmond
In het milieuhandhavingsprogramma 2004 zijn
de verschillende projecten opgenomen die door
genoemde instanties gezamenlijk zijn uitgevoerd.
Speerpunten in 2004 waren externe veiligheid
en verruimde reikwijdte. Het servicepunt coördineerde
en bewaakte de uitvoering van het
milieuhandhavingsprogramma. Daarnaast ondersteunde
het servicepunt de bestuurlijke instanties
in de regio bij de uitvoering van het landelijk
traject professionalisering van de handhaving.
Binnen dit traject moeten alle bestuurlijke instanties
per 1 januari 2005 voldoen aan een
aantal criteria. Het servicepunt handhaving heeft
hiervoor een aantal regionale professionaliseringsdocumenten
en -protocollen opgesteld.
De samenwerking tussen de handhavinginstanties
in de regio IJmond / Zuid-Kennemerland
is geformaliseerd in twee samenwerkingsdocumenten,
te weten een bestuursovereenkomst
en een strafrechtelijk complement. In 2004
eindigde de looptijd van beide documenten.
Daarom heeft het servicepunt handhaving een
nieuwe bestuursovereenkomst en een nieuw strafrechtelijk
complement opgesteld. Op 6 juli 2004
zijn beide documenten, tijdens een feestelijke
bijeenkomst, door de betrokkenen ondertekend.
De regio IJmond / Zuid-Kennemerland was daarmee
de eerste en enige regio in Noord-Holland
die de documenten vernieuwde en professionaliseerde.
De ervaringen die daarmee zijn opgedaan,
gebruikt de provincie voor het opstellen van een
provinciebreed samenwerkingsdocument.

PROJECTEN
Richard Boom en Marcel Peereboom
CASE 2
Gemeente: Beverwijk
Project: Quickscan Beverwijk
Team: Milieubeheer
Projectleider: Richard Boom
Trainee: Marcel Peereboom
Quickscan: bedrijfscontrole gericht op een aantal specifieke
aspecten
Aantal bezochte bedrijven: 350
Periode: juli t/m november 2004
QUICKSCAN INDUSTRIETERREIN DE PIJP
“Met elkaar op pad betekent kennis
delen en van elkaars aanpak leren”.
Voor de Quickscan van Beverwijk is gekozen voor de onderwerpen brandveiligheid en
opslag en/of aanwezigheid van gevaarlijke stoffen. De afstanden van bedrijven tot
andere bedrijven en woon- of verblijfsgebouwen is daarbij ook betrokken. Aan het
woord zijn Richard Boom en Marcel Peereboom.
Richard Boom: “In Beverwijk leefde de wens om iets te doen met veiligheid. Veiligheid is
een belangrijk thema geworden na de incidenten in Enschede en Volendam. De keuze viel
op het industrieterrein de Pijp. Dit terrein bestaat al lang en heeft een grote diversiteit aan
bedrijfsactiviteiten. Dat maakt het interessant om dit terrein eens goed qua veiligheid in kaart te
brengen. Het voordeel van een Quickcscan is dat we alle bedrijven bezocht hebben. In relatief korte
tijd krijg je een goede indruk van het nalevinggedrag van een bedrijf”.
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
19

20
Richard en Marcel doen een Quickscan niet alleen. Het thema
veiligheid gaat verder dan uitsluitend milieu. Veiligheid is ook
openbare orde, brandveiligheid en veilig bouwen. Daarom is
er een projectteam opgericht bestaande uit medewerkers van de
afdeling bouw- en woningtoezicht, ruimtelijke ordening, politie
en brandweer en de provincie. Gezamenlijk zouden de bedrijfscontroles
worden uitgevoerd. Richard: “Gezien het grote aantal
bedrijven dat we moesten bezoeken, hebben we een extern
adviesbureau opdracht gegeven met ons de controles
uit te voeren”.
“Met elkaar op pad betekent kennis delen en van elkaars aanpak
leren. De brandweer leert van bouw- en woningtoezicht over
constructies. Bouw- en woningtoezicht weer over compartimentering.
Verder kunnen de andere partijen van onze milieuinspecteurs
weer wat leren over de veilige opslag van gevaarlijke
stoffen en over bodembescherming”.
“Knelpunten die zich in dit project voordeden - maar die ook de
samenwerking in de toekomst in de weg staan - zijn de wil tot
samenwerken en de inzet die daarbij hoort, en het leveren van de
benodigde capaciteit. Vaak wordt een verzoek tot samenwerking
aanvankelijk enthousiast ontvangen, maar uiteindelijk toch
afgewezen omdat de capaciteit ontbreekt”.
Marcel Peereboom houdt zich vooral bezig met het invoeren van
de resultaten in het automatiseringssysteem Top Milieu. Marcel:
”Ondanks de goede voorbereiding van het project en de instelling
van een begeleidingscommissie kwam in de loop van het project
aan het licht dat we, bij het verwerken van de gegevens, veel
aandacht moeten besteden aan de invoering ervan. Aanvankelijk
gebeurde dit door diegenen die de bedrijfscontroles hadden
uitgevoerd. Gaandeweg hebben we richtlijnen opgesteld zodat
de eenduidigheid van de gegevens werd gewaarborgd. Dat is van
groot belang, wanneer je in de toekomst gegevens wilt raadplegen”.
De bedrijven die we bezochten, zijn vooraf betrokken bij de opzet
van het project. Richard: “Er bleek breed draagvlak bij de bedrijven
te bestaan voor het thema veiligheid. Niet dat bedrijven op
voorhand in de rij staan als het om handhaving van de milieuregels
gaat, maar over een project gericht op veiligheid waren de
meeste bedrijven enthousiast. Zij hechten aan een goed imago en
veiligheid is, na de grote ongelukken in Nederland, een thema dat
ook bij het bedrijfsleven hoog scoort”.
Jos van Kessel

PROJECTEN
Tweedelijns toezicht door de VROM-inspectie
De VROM-inspectie heeft tot taak tweedelijns
toezicht te houden op de uitvoering van de wettelijke
milieutaken door gemeenten. De gemeenten
Beverwijk en Velsen zijn in 2003 en 2004 door de
inspectie onder meer gecontroleerd op de taken
vergunningverlening, handhaving en het aspect
externe veiligheid. Over het algemeen zijn de
resultaten van deze controles zeer goed. De inspectie
heeft een aantal aandachtspunten aangegeven.
Aan deze punten zal de milieudienst in
2005 extra aandacht besteden.
Duurzaam beleid
Habitat- en vogelrichtlijn
Bij de beoordeling van ruimtelijke projecten is
er, naast het bestemmingsplan en bouw- en
milieuregelgeving, een toetsingskader bij gekomen.
De gemeente moet in haar afweging
rekening houden met natuur- en ecologische
aspecten, de zogenaamde groene wetgeving.
Over de hele wereld worden natuurgebieden
aangetast en plant- en diersoorten bedreigd.
Om deze gebieden en soorten te beschermen,
heeft de EU de Habitat- en vogelrichtlijn opgesteld.
Het EU-beleid voor de bescherming van
soorten is op Nederlands niveau vertaald in de
Flora- en Faunawet. De gebiedsbescherming is
gereguleerd in de Natuurbeschermingswet.
Beide ‘groene’ wetten kunnen gevolgen hebben
voor de uitvoering van ruimtelijke plannen op gemeentelijk
niveau. Overtreding van de regels uit
deze wetten kan leiden tot onthouding van provinciale
goedkeuring van bestemmingsplannen
en beboeting en stillegging van bouwprojecten.
De groene wet- en regelgeving is bijzonder
complex én het is vaak onduidelijk aan welke
eisen gemeenten moeten voldoen. Daarom zijn
wij in 2003 begonnen met het project Implementatie
groene wetgeving in de IJmond. Voor dit
project hebben we de groene wet- en regelgeving
met de daarbij behorende procedures en
toetsingscriteria in kaart gebracht. Ook brachten
wij de diverse beschermde gebieden in de IJmond
in kaart. Onze bevindingen hebben wij met de
betrokken gemeenten besproken en samengevat
in het rapport Beleidskader en protocol voor de
toepassing van wetgeving voor soort- en gebiedsbescherming
op ruimtelijke projecten. In november
2004 is dit rapport aan de gemeentebesturen
ter besluitvorming aangeboden.
Duurzaam bouwen
In maart 2004 is een van onze medewerkers
officieel aangesteld als regionaal DuBo consulent.
Een financiële bijdrage van Stichting Nationaal
DuBocentrum maakte dit mogelijk. De consulent
zorgt dat de ontwikkelde ambities op het gebied
van duurzaam bouwen (Dubo) in de praktijk
worden gebracht en helpt om het beleid van
duurzaam bouwen te ontwikkelen en te verankeren
binnen de gemeenten. In dit verband
loopt het project Energie in de breedte dat zich
richt op implementatie van duurzaam bouwen
binnen onze eigen organisatie en binnen de
gemeenten. Het project legt de relatie tussen
klimaatbeleid en het energieaspect in de milieuvergunning.
Wij spannen ons ook in voor het
afsluiten van een convenant met de woningcorporaties
binnen de IJmond. Wij verwachten
dat de ondertekening van dit convenant in het
eerste kwartaal van 2005 plaatsvindt. Voor de
Broekpolder zetten wij ons in voor een aanvullende
ambitie op het gebied van duurzaamheid,
omdat de oude ambitie dateert van 1999. Dit is
helaas niet gelukt. Daarnaast hebben wij in 2004
een aantal inhoudelijke adviezen uitgebracht aan
de gemeenten.
Kenmerkend voor deze processen is dat ze langer
duren en moeilijker verlopen dan in voorgaande
jaren. Dit beeld is landelijk. Initiatiefnemers van
ruimtelijke ontwikkelingsprojecten houden zich
aan de wettelijke vereisten en passen steeds
minder extra duurzaamheidmaatregelen toe.
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
21

22
Duurzame bedrijventerreinen
In 2004 rondden wij het plan van aanpak Duurzame
bedrijventerreinen af. Dit plan bevat een
overzicht van alle bedrijventerreinen in de IJmond
en de mogelijkheden om op deze terreinen duurzame
maatregelen te realiseren. Tegelijkertijd
met de ontwikkeling van dit plan is eind 2003 een
convenant opgesteld door het projectbureau van
het economisch stimuleringsprogramma Masterplan
Noordzeekanaalgebied. In dit convenant is
een streefbeeld geformuleerd dat dient als
ambitieniveau ten aanzien van duurzaamheid.
Dit is het minimale uitgangspunt voor
elk bedrijventerrein aan het Noordzeekanaal.
Alle partijen van het Masterplan - lokale overheden,
Milieufederatie, grote ondernemingen,
bedrijvenvertegenwoordigers en bedrijventerreinorganisaties
- hebben het convenant
ondertekend. In de Milieuvisies 2002-2006 van
de gemeenten Beverwijk en Velsen is als opdracht
voor de toekomst opgenomen dat aansluiting
gezocht moet worden bij het Masterplan. We
moeten echter constateren dat er zowel door
ons als door het Masterplan nog geen concrete
resultaten zijn geboekt. Als milieudienst lopen we
aan tegen de onwelwillendheid van het bedrijfsleven
en de bedrijventerreinbeheerders. Ondanks
het convenant zijn milieuambities die uitstijgen
boven de wettelijke maatregelen schaars binnen
het bedrijfsleven. De praktijk wijst uit dat een
bedrijventerrein alleen goed duurzaam is in te
richten als het een nieuw terrein betreft en als
het eigendom is van de gemeente. Wij zullen ons
specifiek op die terreinen gaan richten. Ook zal
de samenwerking met het Masterplan in 2005
verder vorm moeten krijgen om betere resultaten
te kunnen boeken.
Havenafvalstoffenplan Noordzeekanaalgebied
In samenwerking met het Gemeentelijk Havenbedrijf
Amsterdam, de Havendienst Zaanstad,
Corus, de gemeenten Velsen en Beverwijk en
Zeehaven IJmuiden, stelden wij het Havenafvalstoffenplan
Noordzeekanaalgebied op. Het plan is
een uitwerking van de wet voor de havens langs
het Noordzeekanaal. Het beschrijft de organisatie,
processen, meldingen, financiële afwikkeling
en maatregelen die moeten worden genomen
in het Noordzeekanaalgebied. Volgens deze wet
moet elk schip verplicht haar scheepsafval afgeven
aan een havenontvangstvoorziening. De
afgifte van gevaarlijke stoffen of restanten van
gevaarlijke stoffen (ladingsresiduen) is niet verplicht.
De havenontvangstvoorzieningen bieden
wel de faciliteiten om deze afvalstoffen af te
geven. Onze bijdrage aan de ontwikkeling van
het plan bestond uit de secretariaatsvoering en
de beleidsmatige en juridische advisering bij de
opstelling van deze nieuwe nationale wetgeving.
Steunpunt natuur- en milieueducatie (NME)
Het steunpunt coördineert de NME-taken voor
de regio Kennemerland en IJmond. In 2004
bestond het ledenbestand uit 26 organisaties.
In samenwerking met alle zeven NME-centra in
de regio coördineerde het steunpunt in 2004
de ontwikkeling van de digitale NME-wijzer
(www.nme-wijzer.nl). De digitale versie vervangt
de papieren NME-wijzer. De website bevat
dezelfde informatie maar heeft een aantal grote
voordelen. Basisscholen kunnen direct zien of er
nog plaats is voor de gekozen activiteit, omdat
de scholen on-line kunnen boeken besparen de
NME-centra veel tijd en de website bevat de
laatste nieuwtjes op NME-gebied. Daarnaast
is de website veel goedkoper dan de gedrukte
versie. Het steunpunt heeft veel tijd en energie
gestoken in het bekendmaken van de website bij
de scholen in de regio. De basisscholen weten de
website goed te vinden want het aanbod voor
2005 is al volgeboekt. Uit de resultaten van dit
project blijkt het belang van een goede
samenwerking tussen de NME-organisaties.
Het steunpunt vervult hierbij een belangrijke
coördinerende rol.

PROJECTEN
Justine Krol en Theo van Son
CASE 3
Gemeente: Heemskerk
Project: Zonnewoningen
Team: Milieubeleid en Juridische zaken
Beleidsadviseur: Justine Krol
Regionaal DuBo consulent: Theo van Son
Duurzaam bouwen: spaarzaam en effi ciënt gebruik van
grondstoffen en materialen bij bouwplannen
DUURZAAM BOUWEN
“Duurzaam bouwen is elke keer
weer een uitdaging”.
Eén van de taakaccenten van de milieudienst is Duurzaam Bouwen. Maar wat is
Duurzaam Bouwen, wat is de rol van de Milieudienst IJmond en wat wordt er in de
praktijk mee gedaan? Het antwoord op deze vragen komt van Justine Krol en Theo
van Son. Zij zijn de drijvende krachten achter Duurzaam Bouwen (Dubo) in het
werkgebied van de Milieudienst IJmond.
Op de vraag wat duurzaam bouwen is vertelt Justine Krol: “Dubo is een manier van bouwen waarbij
je in alle bouwfasen rekening houdt met het milieu. Dus niet alleen bij het gebruik van materialen
maar ook bij de manier van bouwen. Denk bijvoorbeeld aan de ligging van woonkamers. Plaats je
die aan de noordkant of de zuidkant van de woning?”. Theo van Son: “Duurzaam bouwen leunt op
drie poten. De sociale kwaliteit, de economische kwaliteit en de milieukwaliteit van het bouwwerk.
Deze drie kwaliteiten hebben veel overlap en kunnen elkaar dus versterken. Uit het oogpunt van de
milieudienst kun je bijvoorbeeld economische voordelen gebruiken om het milieudoel te bereiken”.
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
23

24
Op de vraag of Dubo een wettelijke taak is antwoordt Theo: “Dubo is geen wettelijke maar een
stimulerende taak. Het staat in het nationaal milieubeleidsplan 4 (NMP4). Op lokaal niveau is het
meegenomen als beleid in milieuvisies en diverse nota’s. Het is de bedoeling dat in de toekomst
Dubo een wettelijke taak wordt. Nu zie je al dat veel zaken als heel gewoon worden gezien en dan
ook standaard worden meegenomen bij de bouw van een pand. Denk dan aan energiebesparende
maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder. Als extra duwtje in de rug is er voor
bedrijven en overheid subsidie te verkrijgen van het CO Servicepunt van de provincie”. Volgens
2
Theo en Justine is het Dubo-beleid door de diverse gemeenten inmiddels vastgesteld maar, is
naast een paar kleine successen, de uitvoering hiervan in de praktijk nog minimaal.
Beiden zijn adviseur voor de gemeenten en geven ondersteuning bij projecten. In de
gemeente Heemskerk worden in het plan de Waterakkers twaalf Zonnewoningen gebouwd.
“Zonnewoningen zijn woningen met een keurmerk van het Wereld Natuur Fonds. Deze huizen
gebruiken een kwart minder energie dan gewone nieuwbouw en sparen het milieu doordat ze
helpen klimaatverandering tegen te gaan”, aldus Justine. In de huizen worden onder andere
zonneboilers en zonnecollectoren toegepast, al het hout in de woningen draagt het FSCkeurmerk
en de woningen hebben een gunstige ligging ten opzichte van de zon. De bouw van
de Zonnewoningen sluit aan bij het Heemskerkse Dubo-beleid. Theo: “Na een intensief en
weerbarstig communicatietraject met de ontwikkelaar en de architect kwamen we overeen twaalf
zonnewoningen te bouwen”. Keer op keer blijkt duurzaam bouwen moeilijk te realiseren. Theo:
“Dubo-maatregelen stijgen uit boven de wettelijke verplichtingen in de woningbouw. Met het
huidige economische klimaat en het gebrek aan kennis over duurzaam bouwen is het erg moeilijk
partijen te overtuigen en draagvlak te creëren”.
Theo en Justine constateren dat er naast de positieve ontwikkelingen ook veel teleurstellingen op
hun pad komen. “Het is, ondanks alle goede bedoelingen van de partijen, vaak moeilijk om Dubo
ook werkelijk te laten uitvoeren”. Ondanks dat blijft het een boeiend en leerzaam proces. “Het is
elke keer weer een uitdaging. Bij elk nieuwbouwproject blijven we, totdat de eerste paal de grond
in gaat, Dubo onder de aandacht brengen”.
Annemarie Bogaart
KIMO
De milieudienst faciliteert in opdracht van de
gemeente Velsen het KIMO. KIMO is een Europese
milieuorganisatie voor lokale overheden rond de
noordelijke zeeën en wil daar waar dat nodig is
invloed uitoefenen op de beleidsvoorbereiding en
uitvoering van veiligheids- en milieuaangelegenheden
van hogere overheden. In veel opzichten
was het voor KIMO Nederland en België een
bijzonder jaar. Het dagelijks bestuur van de organisatie
is uitgebreid met de heer R. Smits (wethouder
van de gemeente Den Haag) en de heer
H. Groen ( burgemeester van de gemeente Noordwijk).
In 2004 is het Fishing fot Litter project afgesloten.
De twaalf aan dit project deelnemende
schepen, hebben meer dan 100.000 kilogram
zwerfafval uit de Noordzee verwijderd. Dit project
zal in 2005, met overheidssteun, in verschillende
havens worden voortgezet. Het onderzoek naar
afvalstromen uit de visserij in België, dat door de
Universiteit van Gent is uitgevoerd, is afgerond
met een congres op 1 oktober 2004 in Brugge.
Verdere uitwerking en implementatie vinden in
2005 plaats. In samenwerking met ProSea heeft
KIMO Nederland en België een cursus ‘antwoorden
bij incidenten op zee’ verzorgd. Deze cursus is
ontwikkeld naar aanleiding van een aantal grote
scheepsrampen. In 2005 krijgt deze cursus een
vervolg in de provincies Noord-Holland en West-
Vlaanderen. Op de driedaagse internationale be-

PROJECTEN
stuursvergadering in oktober waren 62 delegaties
aanwezig. KIMO kreeg in 2004 een nieuwe website:
www.kimointernational.org.
Klimaatbeleid
Nederland is medeondertekenaar van het Kyoto
Protocol uit 1997. Hierin zijn afspraken opgenomen
over de verlaging van broeikasgassen
(CO ). Deze afspraken betekenen voor ons land
2
dat de uitstoot van broeikasgassen tussen 2008
en 2012 met 6% moet afnemen ten opzicht van
1990 en dat in 2020 10% van het totale energieverbruik
uit duurzame bronnen afkomstig moet
zijn. Provincies en gemeenten hebben grote
invloed op het klimaatbeleid door hun rol bij de
vergunningverlening en de ruimtelijke ordening.
Zij kunnen belangrijke randvoorwaarden stellen
voor de verlaging van broeikasgassen. Rijksoverheid,
provincies en gemeenten hebben in het
Bestuursakkoord Nieuwe Stijl (BANS) afgesproken
dat gemeenten en provincies zich sterker gaan
inzetten voor het klimaat. Hiervoor is subsidie
beschikbaar gesteld. Voor de IJmondgemeenten
stelden wij samen met de gemeenten en het
provinciaal CO Servicepunt een actieprogramma
2
op en verzorgden de BANS subsidieaanvraag. Met
deze subsidie, die bedoeld is voor personele inzet,
communicatie en onderzoek, wordt het klimaatbeleid
in de organisatie geïmplementeerd en het
actieprogramma uitgevoerd.
Interne ondersteuning
Automatisering
Het oude netwerk voldeed niet meer aan onze
eisen voor betrouwbaarheid en flexibiliteit.
Daarom vervingen wij in 2004 de gehele infrastructuur
door nieuwe systemen. Daarvoor
hebben wij drie nieuwe servers aangeschaft die
onze e-mail en intranet ondersteunen en waarmee
voldoende opslagcapaciteit is gerealiseerd
voor toekomstige gebruikerswensen. Het nieuwe
netwerk is in januari 2004 in gebruik genomen,
waarna de rest van het jaar is gebruikt voor het
aanpassen van het systeem aan de wensen van
onze medewerkers. Alle PC’s zijn opgewaardeerd
naar Windows XP en alle netwerkcomponenten
en bekabeling zijn vervangen. In 2004 zijn ook
een aantal nieuwe applicaties in gebruik genomen
en is ons gehele Office 97 pakket vervangen
door Office XP om de nieuwe mailserver
beter te kunnen ondersteunen. Binnen de werkprocessen
van de milieudienst zal automatisering
een steeds belangrijker plaats innemen. De Rijksoverheid
stimuleert en verplicht het inzichtelijk
maken van milieugegevens voor burgers (Verdrag
van Aarhus). Binnen dit kader zullen wij gegevens
over bodem, geluid, lucht en veiligheid beschikbaar
gaan stellen via internet, waarvoor onze
webpagina aangepast wordt. Daarnaast werken
we aan de optimalisatie van gegevensuitwisseling
met andere gemeentelijke diensten, zoals
de brandweer en de afdeling bouw- en woningtoezicht.
Financiën
In 2004 investeerden we veel tijd in de optimalisatie
van onze financiële administratie.
Er is externe expertise ingehuurd om een aantal
verbeterpunten uit te werken en in november
is een parttime medewerker aangesteld op
controllersniveau om de kwaliteitsbewaking
van de financiële administratie te borgen. Deze
inspanningen hebben geleid tot een verbeterde
projectadministratie, een structurele rapportage
aan het management en een verbeterd inzicht in
actuele financiële zaken. Een aantal activiteiten
uit 2004 lopen door in het nieuwe jaar. De opzet
van de nieuwe financiële administratie en de
implementatie van de bijbehorende software
ronden wij naar verwachting eind januari af.
Ook een verbeterd urenregistratiesysteem en
de bijbehorende koppeling naar de financiële
administratie zal in die periode gereed zijn. Onze
ambitie voor 2005 is op elk moment een overzicht
te kunnen genereren van de actuele financiële
stand van zaken.
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
25

26
CASE 4
Gemeente: Velsen
Project: Havenverordening
Team: Facilitaire zaken
Medewerker automatisering: Alex Deijle
Communicatieadviseur: Egon van Zon
Medewerkers financiën: Marit Rooks en Jacqueline van Tunen
Havenverordening: veiligheids- en milieuregels scheepvaart en
kadegebonden activiteiten
HAVENVERORDENING VELSEN
Het unieke karakter van de haven in Velsen vraagt om
duidelijke regels. Daarom is een havenverordening onontkoombaar.
Op 1 januari 2005 is de Havenverordening
Velsen officieel in werking getreden. Uitgangspunten
waren harmonisatie van de regelgeving en een
één-loketgedachte. De gemeente Velsen gaf de
Milieudienst IJmond en het Gemeentelijk Havenbedrijf
Amsterdam (GHA) opdracht om, in mandaat, de Havenverordening
Velsen uit te voeren. Het team Facilitaire
zaken vervulde een belangrijke ondersteunende rol
binnen het project.
v.l.n.r: Egon van Zon, Marit Rooks, Alex Deijle en Jacqueline van Tunen
“Een betrouwbare, snelle samenwerking is noodzakelijk”.
“Om de één-loketgedachte te kunnen garanderen was het van belang
een betrouwbare, snelle samenwerking op te zetten met het GHA.
Hiervoor moest bij ons hetzelfde systeem draaien als waarmee het
GHA nu werkt”, vertelt Alex Deijle. “We hebben dit zo opgezet, dat we
via een ‘terminal server verbinding’ gebruik kunnen maken van het
systeem waarmee GHA werkt”.
Naast het automatiseringsgedeelte is communicatie ook een
belangrijk facet bij de invoering van de Havenverordening. Bij het
project zijn meerdere partijen betrokken. Egon van Zon: “We moeten
dus goed afstemmen wie welk traject oppakt en hoe we de informatie

PROJECTEN
naar buiten brengen. In eerste instantie communiceren we vanuit de eerste
lijn, in dit geval de gemeente Velsen. Op onze eigen website geven we
ruimschoots informatie over het project. We zijn de betrokken partijen in
de haven actief aan het informeren, om zo draagvlak te creëren. Op langere
termijn zullen we een bijeenkomst organiseren”.
In de voorbereidingsfase speelde financiën een belangrijke rol. In
samenwerking met de projectleider is bepaald wat de belasting voor de
milieudienst zou worden ten behoeve van het project. “We hebben hierover
een advies uitgebracht aan ons managementteam. Vervolgens maakten we
het project administratief aan. Deze administratie werken we nauwkeurig
bij”, vertelt Jacqueline van Tunen. Belangrijke input hiervoor zijn de bestede
en geregistreerde uren ten behoeve van het project. Hiertoe zijn producten
aangemaakt in het tijdschrijfsysteem BigBen. “Doordat de medewerkers
nu hun werk toeschrijven aan verschillende producten, kunnen we
vergelijken hoeveel en welke uren er zijn besteed ten opzichte van de
begroting. Maandelijks maken we deze vergelijking en communiceren hier
frequent over naar de projectleider”, aldus Marit Rooks.
De Havenverordening bestaat uit een groot aantal deelprojecten. Al deze
projecten vragen een bepaalde vorm van ondersteuning. Het secretariaat
staat aan de basis van deze ondersteuning. Omdat onze organisatie zo is
ingericht dat alle communicatie - naar en vanuit onze organisatie - via de
secretariaatsmedewerkers loopt, spelen zij een belangrijke rol in een goed
verloop van het project.
Riëtte Boom-Pot
Secretariaat
Het secretariaat heeft binnen onze organisatie
een spilfunctie; alles wat onze organisatie
binnenkomt (bezoekers, post, telefoon, vragen,
klachten, etc) en alles wat naar buiten gaat,
verloopt via het secretariaat. Daardoor is het
secretariaat het verzamel- en verdeelstation
van alle informatie die binnen onze organisatie
gebruikt wordt. Zij fungeert ook als filter om de
huisstijl en de kwaliteit van uitgaande stukken
te bewaken. Hiermee is het secretariaat mede
bepalend voor ons imago. In 2004 constateerden
wij dat het archiefbeheer een verbeterpunt is
binnen het secretariële takenpakket. Onze visie
is om zoveel mogelijk gebruik te maken van de
digitale mogelijkheden om de organisatie van
informatie te voorzien. In 2005 willen wij, met de
invoering van een nieuw postregistratiesysteem
en het opleiden van enkele medewerkers, het
archiefbeheer een kwaliteitsimpuls geven.
Communicatie
In 2004 is de rol van communicatie binnen onze
organisatie duidelijker vormgegeven en hebben
we onze visie voor het communicatiebeleid vastgelegd
in een communicatiebeleidsplan 2004-
2008. Het plan beschrijft naast de visie en de
strategie ook de plaats, rol en taken van communicatie
binnen de organisatie. Wij streven binnen
ons communicatiebeleid naar het creëren en
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
27

28
instandhouden van draagvlak bij onze externe
doelgroepen voor het milieubeleid en de uitvoering
daarvan. Om de regels voor interne en
externe communicatie van de organisatie duidelijk
vast te leggen, ontwikkelden wij het communicatieprotocol.
We willen een eenduidig beeld
in onze visuele (huisstijl), schriftelijke (brieven
of e-mails) en mondelinge communicatie
(presentaties of telefoongesprekken). In het
communicatieprotocol zijn hiervoor de spelregels
opgenomen. Beide documenten zijn vastgesteld
door ons managementteam. Daarna heeft een
stafmedewerker communicatie de documenten
gepresenteerd binnen de teams.
Bij de oprichting van de milieudienst kozen wij
een huisstijl die het (gewenste) imago van de
dienst ondersteunt. Het uitgangspunt van de
huisstijl is ‘sporen’, die op verschillende manieren
terugkomen in het logo. Sporen zijn opgevat als
‘stempels, afdrukken’ die door mens, plant en dier
worden achtergelaten in de leefomgeving.
Het lettertype is ook een element van de huisstijl.
Ons lettertype (ITC Sans Book) bleek echter buiten
onze organisatie digitaal niet altijd goed leesbaar.
Daarom zijn wij afgelopen jaar overgegaan op het
lettertype Verdana, dat op elke computer goed
leesbaar is. Hiervoor moesten wij alle standaardbrieven
en andere schriftelijke communicatiemiddelen
aanpassen aan het nieuwe lettertype.
Archiefbeheer
De Provinciale Archiefinspectie (PAI) en de
Archiefdienst voor Kennemerland hielden afgelopen
jaar een integrale inspectie van ons archief.
Hierbij beoordeelden zij alle bouwkundige en
inhoudelijke aspecten. In haar rapportage prijst
de PAI ons voor de inspanningen die wij tot nu
toe op bouwkundig vlak verrichtten. Wij voldoen
aan bijna alle gestelde eisen. Als verbeterpunt
noemt de PAI kennis van de beheersing van het
archief en de structurele inbedding van het
archief in de werkprocessen. Wij streven ernaar
in 2005 aan de eisen van de PAI te zullen voldoen
(zie ook Secretariaat).

DIENSTVERLENING
Dienstverlening
In 2000 is de Milieudienst IJmond met de
gemeenten Bennebroek, Bloemendaal,
Haarlemmerliede-Spaarnwoude, Heemstede
en Zandvoort dienstverleningsovereenkomsten
aangegaan voor het uitvoeren van milieutaken.
In 2002 startten wij ook met het uitvoeren van
taken in de gemeente Noordwijkerhout.
Voor het stadsdeel Geuzeveld-Slotermeer in
Amsterdam hebben wij in 2002 op projectbasis
een milieubeleidsplan opgesteld. In 2005 zullen
wij voor dit stadsdeel een milieumanagementsysteem
opstellen.
De samenwerking met de gemeenten Bennebroek
en Zandvoort is in 2004 uitgebreid. Wij verrichten
nu alle milieutaken voor deze gemeenten.
Daarvoor zijn wij met Zandvoort en Bennebroek
nieuwe dienstverlingsovereenkomsten aangegaan
voor een periode van 10 jaar. Aan het einde
van 2004 hebben wij de overeenkomsten met
Bloemendaal, Haarlemmerliede-Spaarnwoude
en Heemstede opnieuw met een periode van vijf
jaar verlengd. De overeenkomst met de gemeente
Noordwijkerhout loopt eind 2005 af. Wij voeren
de taken voor deze gemeenten op projectbasis uit
door specifiek voor deze gemeenten aangetrokken
medewerkers.
De onderstaande tabellen geven een overzicht
van de uitgevoerde taken in deze gemeenten.
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
29

30
Zandvoort
Voor Zandvoort voeren wij alle taken uit binnen een contract van 2800 uur.
In 2004 hebben wij onder andere de volgende taken uitgevoerd:
advisering over:
bodem: makelaarsfaxen, ISV, beoordeling bodemonderzoek,
bouwstoffenbesluiten
geluid
asbest
lucht (besluit luchtkwaliteit)
advisering over APV-gerelateerde onderwerpen:
verkoop vuurwerk
kerstboomverbranding
inventarisatie bedrijvenbestand
afronding centrumgebied en Bentveld
uitvoeren van 147 bedrijfscontroles bij 83 bedrijven, waaronder:
20 bestuurlijke vooraankondigingen
1 last onder dwangsom
in behandeling nemen van 8 aanvragen milieuvergunning:
6 vergunningen verleend
6 vergunningen gepubliceerd
1 vergunning in procedure gebracht (publicatie 2005)
uitvoeren van 5 controles Bouwstoffenbesluit van werken (niet inrichting-
gebonden), waaronder:
1 bestuurlijke vooraankondiging
beleidsadvisering over:
duurzaam bouwen
(start) opstellen milieuwerkprogramma
opstellen analyse en prioriteitstelling
bestemmingsplannen
gemeentelijke interne milieuzorg
klimaatbeleid (subsidieaanvraag BANS)
Bennebroek
Vanaf 1 mei 2004 is de dienstverlening voor Bennebroek uitgebreid van 230 uur
naar 980 uur. In 2004 hebben wij onder andere de volgende taken uitgevoerd:
advisering over:
bodem: makelaarsfaxen, ISV, beoordelen bodemonderzoek
geluid (hogere waarde procedure)
asbest
advisering over APV-gerelateerde onderwerpen:
verkoop vuurwerk
ontheffing routering gevaarlijke stoffen
kerstboomverbranding
lozing uit niet-inrichtingen
uitvoeren van 30 bedrijfscontroles bij 19 bedrijven, waaronder:
4 bestuurlijke vooraankondigingen
1 last onder dwangsom
in behandeling nemen van 4 aanvragen milieuvergunning:
1 vergunning verleend
1 vergunning gepubliceerd
2 vergunningen in procedure gebracht (publicatie 2005)
advisering met betrekking tot de beleidsaspecten:
duurzaam bouwen
opstellen milieuwerkprogramma
opstellen analyse en prioriteitstelling
bestemmingsplannen
afhandelen van calamiteiten

PERSONEEL EN ORGANISATIE
Personeel en organisatie
De Milieudienst IJmond is een Gemeenschappelijke
Regeling van de gemeenten Velsen,
Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest. Voor diverse
gemeenten uit Zuid-Kennemerland voeren wij op
contractbasis milieutaken uit. Onze organisatie
bestaat uit vier teams: Milieubeheer, Techniek,
Milieubeleid & Juridische zaken en Facilitaire
zaken.
De samenstelling van ons dagelijks bestuur wordt
gevormd door de vier wethouders milieu van de
gemeenten in de Gemeenschappelijke Regeling.
Het algemeen bestuur bestaat uit de wethouders
milieu, aangevuld met leden van de gemeenteraden.
Algemeen bestuur
• mevrouw M. Beens-Jansen (Beverwijk)
• mevrouw A.M. Korf (Velsen)
• de heer L.W.M. van der Kolk (Heemskerk)
• de heer H.H. Eilert (Uitgeest)
• de heer H. Erol (Beverwijk)
• mevrouw Ir. A.V. Baerveldt (Velsen)
• de heer A. Blok (Velsen)
• de heer O.R. Wagner (Heemskerk)
Dagelijks bestuur
• mevrouw M. Beens-Jansen (Beverwijk)
• mevrouw A.M. Korf (Velsen)
• de heer L.W.M. van der Kolk (Heemskerk)
• de heer H.H. Eilert (Uitgeest)
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
31

32
Visie en ambitie
Wij zijn een kennisintensieve organisatie. Onze
medewerkers zijn hoger opgeleid, met een grote
mate van zelfstandigheid en een eigen verantwoordelijkheid.
Onze producten en diensten
zijn afhankelijk van de kennis, ervaring en
competenties van medewerkers. Het is voor onze
organisatie niet alleen van het grootste belang
dat medewerkers op de hoogte blijven van de
laatste wet- en regelgeving, maar ook dat zij
zichzelf op de zogenaamde ‘zachte’ aspecten,
houding en gedrag, kunnen blijven ontwikkelen.
Tegenwoordig is werk een manier om jezelf te
ontplooien en te ontwikkelen. Een positief werkklimaat
draagt daar aan bij. De Milieudienst
IJmond wil op het gebied van P&O de organisatiedoelen
zo goed mogelijk afstemmen op de
individuele doelstelling(en) van de medewerker.
De medewerker kan zijn ambities dichterbij
brengen door faciliteiten die de organisatie biedt,
terwijl diezelfde medewerker tegelijkertijd
meewerkt aan het verwezenlijken van onze
organisatiedoelen. Wij willen onze medewerkers
motiveren en inspireren en voor hen kansen
scheppen en condities creëren.
Opleiding en ontwikkeling
In 2004 hebben wij op verschillende manieren
invulling gegeven aan opleiding en ontwikkeling
van de eigen medewerkers. In februari is het
project Competentiemanagement gestart.
Competentiemanagement is een sturing- en
beheersinstrument van kennis en gedrag van
medewerkers en het benoemen van competenties.
Met dit project willen wij, op basis van
de huidige functionerings- en beoordelingssystematiek,
competenties verankeren in ons
personeelsbeleid. Dit resulteert in een eenduidig
beleid voor competenties en een persoonlijk
ontwikkelingsplan per (functie)groep. In een
projectgroep, met afgevaardigden uit elk team,
hebben wij de kerncompetenties voor de
organisatie benoemd en voor alle functies
competentieprofielen vastgesteld.
Het pilotproject Lifo (Life Orientations) dat wij in
2003 binnen team Milieubeheer draaiden, is in
2004 beschikbaar gesteld voor de gehele organisatie.
Lifo geeft inzicht in de gedragsvoorkeur
in gewone en spanning- of conflictsituaties.
Op basis van de uitkomst van de Lifo krijgen
onze medewerkers inzicht in hun persoonlijke
gedragstijl. Hierdoor leert men de stijl beter toe
te passen en productief te maken. In het persoonlijk
ontwikkelingsplan kunnen doelen gesteld
worden ten aanzien van de gedragsstijlen
waarbij het optimaliseren van de communicatie
het uitgangspunt is.
Samen met kennis vormen competenties en Lifo
de drie pijlers van het persoonlijk ontwikkelingsplan.
Kennis: de inhoud voor het uitvoeren van
de functie, competenties: hoe voer ik de functie
uit, Lifo stijl: voorkeursgedrag in goede en minder
goede omstandigheden. Wij hebben bewust gekozen
voor deze opzet, want het goed uitoefenen
van een functie is een combinatie van al deze
factoren.
Binnen de organisatie hebben we een Young
Potentials groep opgezet. Hieraan kan iedereen
die zich buiten het eigen werkveld wil ontwikkelen
deelnemen. We hebben de Young Potentials
gevraagd een project op zich te nemen en dit
volgens projectmatig werken te ontwikkelen. Op
deze manier hebben wij een veilige leeromgeving
gecreëerd voor de procesmatige aspecten van
projecten en het projectmatig werken.
Een andere vorm van ontwikkeling en opleiding
is het aanbieden van stageplaatsen. Niet alleen
de stagiaires leren in een stage, ook de begeleiding
biedt mogelijkheden tot ontplooiing van
onze medewerkers. Het begeleiden van een
stagiaire doet een beroep op communicatieve
vaardigheden, coachen, projectmatig werken en
overdracht van kennis. Ook komt de organisatie
in aanraking met de nieuwste kennis en inzichten
op de diverse vakgebieden. In 2004 heeft een

PERSONEEL EN ORGANISATIE
aantal studenten bij ons stage gelopen. Binnen
het team Milieubeheer heeft een stagiaire van
het Van Hall instituut onder meer een flowcard
opgezet bij de nadere eisen conform 8.40 AMvB’s.
Het team Facilitaire zaken had twee stagiaires.
Een student van het Nova College, met de afstudeerrichting
ICT-beheerder, heeft trainingen voor
Word, Excel en Powerpoint opgezet en gegeven.
Daarnaast heeft hij een technische opzet gemaakt
voor intranet. Een derdejaars student
Communicatie van de hogeschool INHOLLAND
heeft meegewerkt aan het communicatieprotocol.
Het team Techniek had het hele jaar
wisselende trainees van het traineeproject
Bodem van de provincie Noord-Holland. Ook in
2005 nemen wij deel aan dit project. Bij team
Milieubeleid en Juridische zaken onderzoekt een
stagiair de afvalproblematiek van de gemeente
Uitgeest. Dit onderzoek dient als basis voor een
plan van aanpak.
man/vrouw ratio
totaal organisatie
directie
facilitaire zaken
milieubeheer
milieubeleid & juridische zaken
techniek
0 20 40 60 80 100%
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
33

34
Het verzuimpercentage is met ruim 1% gestegen
ten opzicht van 2003. Dit is te verklaren door
vijf langdurig zieke medewerkers dit jaar. Vier
medewerkers zijn gedeeltelijk hersteld en werken
aan volledige reïntegratie in de eigen functie.
Een medewerker is inmiddels volledig hersteld.
Het totaal aantal ziekmeldingen en de meldingsfrequentie
(het gemiddeld aantal ziekmeldingen
per medewerker) zijn gedaald met respectievelijk
14% en 35%.
In- en uitstroom
In 2004 namen wij vier nieuwe medewerkers
in dienst. Team Facilitaire zaken is vanwege een
interne taakverschuiving aangevuld met 0.66 fte
fi nanciën en 1 fte communicatie ter vervanging
van een vertrekkende medewerker. Het team
Milieubeleid en Juridische zaken is aangevuld
met 0.88 fte beleid. De grondslag hiervoor is het
10-jaren dienstverleningscontract dat wij hebben
afgesloten met de gemeente Bennebroek. De
1 fte vacature bij de juristen van eind 2003 is
begin 2004 opgevuld. In 2004 hebben drie
medewerkers de organisatie verlaten. Bij het
team Milieubeheer zijn twee medewerkers met
een tijdelijke aanstelling uitgestroomd. Bij het
team Facilitaire zaken is één fulltime stafmedewerker
communicatie in vaste aanstelling uitgestroomd.
Vacatures
Alle huidige vacatures zijn binnen het team
Milieubeheer. Voor een evenwichtige opbouw
van het team en ter bevordering van de in- en
doorstroom binnen onze organisatie worden deze
vacatures het komende jaar ingevuld door junior
medewerkers.

FINANCIËN
Programmaverantwoording
Algemeen
Dit hoofdstuk geeft een toelichting op de fi nanciële
positie op 31 december 2004 en de baten
en lasten over 2004. Voor een uitgebreid inzicht
verwijzen wij u naar de jaarrekening. De realisatie
van de doelstellingen is elders in dit jaarverslag
toegelicht. Voor de productverantwoordingen per
gemeente verwijzen wij u naar de bijlagen.
Wijziging weergave 2004 ten opzichte
van 2003
Met ingang van het boekjaar 2004 moet de fi nanciële
verantwoording voldoen aan het Besluit
Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten
(verder: BBV). Omdat de begroting 2004
al in 2003 is goedgekeurd, kan de verantwoording
niet volledig aan het BBV voldoen en geldt 2004
als een overgangsjaar. De fi nanciële verantwoordingen
dienen zoveel mogelijk conform het BBV
opgesteld te worden. Voor de baten en lasten en
de balans is het gevolg dat de benaming en de
rubricering van de categorieën gewijzigd zijn ten
opzichte van voorgaande boekjaren en de begroting.
Om het inzicht te behouden zijn de vergelijkende
cijfers van 2003 en de begroting 2004 aan
de categorieën van 2004 aangepast. Tot slot is de
benaming van de verantwoording zelf gewijzigd.
Consequenties ten gevolge van het BBV
In 2004 heeft het BBV tot een wijziging met
fi nan ciële consequenties geleid. Het is niet meer
toegestaan verplichtingen op te nemen voor
jaarlijks terugkerende arbeidskosten van vergelijkbaar
volume. Hiermee worden verplichtingen
bedoeld als vakantiegeld en verlofdagen. Aangezien
de milieudienst deze verplichtingen tot
en met het boekjaar 2003 wel opnam, houdt dit
een stelselwijziging in. Dit heeft tot gevolg dat
de bovengenoemde verplichtingen van in totaal
€ 202.518, die per 31 december 2003 onder de
overige schulden zijn verantwoord, per 1 januari
2004 rechtstreeks zijn vrijgevallen ten gunste van
de algemene reserve. Deze wijziging is eenmalig.
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
35

36
Balans
Activa 2004 01 - 01 - 2004
inclusief stelselwijziging
Vaste activa
Materieel 369.805 459.191 459.191
Vlottende activa
Voorraden
Onderhanden werk projecten
Uitzettingen < één jaar
Overige vorderingen
Overige uitzettingen
Liquide middelen
- 617.781
346.909
64.539
1.044.436
2003
369.805 459.191 459.191
- 617.781
411.448
- 520.210
213.956
72.433
- 520.210
286.389
- 520.210
213.956
72.433
- 520.210
286.389
932.350
932.350
1.044.436 932.350 932.350
838.103 698.529 698.529
Totaal activa 1.207.908 1.157.720 1.157.720

FINANCIËN
Passiva 2004 01 - 01 - 2004
inclusief stelselwijziging
Vaste passiva
Eigen vermogen
Algemene reserve
Bestemmingsreserves
Saldo voor bestemming
resultaat
Voorzieningen
Vaste schulden met een rentetypische
looptijd van één jaar of langer
Vlottende passiva
Netto vlottende schulden < één jaar
Aflossing vaste schulden volgend boekjaar
Overige schulden
Overlopende passiva
348.611
101.573
- 106.731
118.338
100.895
162.719
343.453
240.000
118.338
308.913
247.424
219.233
556.337
219.233
106.395
247.424
219.233
2003
353.819
219.233
701.791 775.570 573.052
263.614
242.503
100.896
179.528
280.424
101.726
100.896
382.046
482.942
101.762
506.117 382.150 584.668
Totaal passiva 1.207.908 1.157.720 1.157.720
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
37

38
Baten & Lasten
BATENCATEGORIEËN
Resultaat projecten
Overige opbrengsten
Rentebaten
Overigen
LASTENCATEGORIEËN
Salarissen en sociale lasten (incl. dekking projecten)
Overige personeelslasten
Overige personeelslasten eigen personeel
Inhuur derden
Rente en afschrijvingen
Afschrijving materiële vaste activa
Rentelasten
Overige bedrijfslasten (incl. dekking projecten)
Incidentele baten en lasten
Nagekomen baten en lasten
Saldo van baten en lasten
Bijdragen deelnemende gemeenten
Resultaat voor bestemming
RESULTAATBESTEMMING
Mutaties bestemmingsreserves verplichtingen
Mutaties overige bestemmingsreserves
Toevoeging algemene reserve
Te retourneren aan deelnemende gemeenten
Restant nog te bestemmen resultaat
VOORSTEL RESULTAATBESTEMMING
Negatief resultaat ten laste van de algemene reserve
Vrijval positief effect stelselwijziging vanuit algemene reserve
Retournering aan deelnemende gemeenten
28.478
50.751
- 441.519
- 371.341
- 128.551
- 14.288
Rekening 2004 Begroting 2004 Rekening 2003
171.457
79.229
- 2.144.070
- 812.860
- 142.839
- 387.406
- 70.404
- 1.073
- 3.307.966
3.130.808
- 177.158
+ 70.428
- 106.731
-/- 106.731
+ 202.518
95.787
0
55.000
-192.043
- 60.013
- 130.175
- 20.857
27.073
55.000
- 2.400.530
- 252.056
- 151.032
- 418.743
- 3.140.288
3.140.288
0
28.365
50.614
- 142.426
- 162.595
- 112.597
- 19.298
39.699
78.979
- 2.081.142
- 305.021
- 131.895
- 422.007
126
5.120
- 2.816.141
3.063.565
247.424
-/- 97.000
-/- 75.000
-/- 35.726
39.698

FINANCIËN
Toelichting baten en lasten
Te bestemmen resultaat
De staat van baten en lasten laat over 2004 een
negatief resultaat van € 177.158 zien. Dit resultaat
is hoofdzakelijk het gevolg van de vorming
van een voorziening ten laste van de overige
personeelslasten. Daarnaast zijn onder de incidentele
lasten posten opgenomen die niet waren
begroot, in totaal € 70.428. Deze posten worden
gedekt vanuit bestemmingsreserves, die door
middel van de resultaatbestemming 2003 zijn
gevormd. Hierna resteert een negatief saldo van
€ 106.731. Wij stellen voor dit negatieve resultaat
ten laste van de algemene reserve te brengen en
het effect van de stelselwijziging per 1 januari
2004 van € 202.518 positief vrij te laten vallen.
Hierna resteert een positief saldo van € 95.787,
dat geretourneerd kan worden aan de deelnemende
gemeenten.
Resultaat projecten
Het resultaat op projecten is hoger dan begroot
en toegenomen ten opzichte van 2003. De reden
hiervoor is dat het resultaat van één van de
projecten in 2004 definitief kon vrijvallen. Het
resultaat van dit project is opgebouwd gedurende
de boekjaren 2002 tot en met 2004. De dienstverlening
aan de gemeenten in Zuid-Kennemerland
en Noordwijkerhout is in 2004 voortgezet.
Er zijn langlopende contracten afgesloten met de
gemeenten Bennebroek en Zandvoort.
Overige opbrengsten
De opbrengsten uit de informatievoorziening
aan makelaars is gelijk aan de begroting en het
resultaat in 2003. De opbrengsten uit de verhuur
van kantoorruimte aan de Regio IJmond is lager
dan begroot, omdat er minder werkplekken
verhuurd zijn.
Salarissen en sociale lasten
Bij deze kostenpost wordt onderscheid gemaakt
in de salarissen en sociale lasten van de formatie,
die is ingezet om de werkprogramma’s van de
deelnemende gemeenten te realiseren en de
lasten van de projectformatie. Aan de deelnemende
gemeenten worden uitsluitend de lasten
doorberekend van de formatie die voor deze gemeenten
werkzaam is geweest. Voor een nadere
toelichting verwijzen wij u naar de jaarrekening.
Het totaal aan salarissen en sociale lasten is lager
dan begroot. Dit is onder andere het gevolg van
onderuitputting op de formatieruimte. Door
vacatures tijdelijk niet in te vullen was in 2004
de bezetting lager dan begroot. Dit is gecompenseerd
met extra inhuur om te voldoen aan de
afspraken uit het werkprogramma. De dekking
van de loonkosten uit projecten was hoger dan
begroot omdat er meer subsidieprojecten vol-
tooid zijn, dan verwacht werd. Daartegenover
waren de pensioenlasten juist hoger, als gevolg
van hogere werkgeversbijdragen.
Overige personeelslasten eigen personeel
Onder deze post worden onder meer de lasten
van vergoedingen, reiskosten, opleidingskosten,
employability en werving verantwoord. Hieronder
wordt ook de last van de vorming van een
voorziening verantwoord. Deze voorziening is
gevormd om een risico af te dekken inzake een
personele verplichting. Indien deze voorziening
buiten beschouwing wordt gelaten, wijken de
overige personeelslasten niet af van de begroting.
Inhuur derden
In 2004 is veel gebruik gemaakt van de inhuur
van externen. De inzet heeft plaatsgevonden
om tijdelijke onderbezetting op de formatie,
zwangerschapsverlof en extra lasten van de
Quickscan veiligheid industrieterreinen te compenseren.
Daarnaast is een financiële consultant
ingehuurd ten behoeve van de optimalisatie van
de projectadministratie.
Afschrijving op materiële vaste activa
De investeringen in het bedrijfspand worden
lineair afgeschreven over 10 jaar en de investeringen
in automatisering en telecommunicatie
worden lineair afgeschreven over 3,5 jaar.
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
39

40
Ten gevolge van nieuwe investeringen in de
automatisering zijn de afschrijvingslasten ten
opzichte van 2003 toegenomen. De afschrijvingslasten
zijn nagenoeg gelijk aan de begroting.
Rentelasten
Gedurende het boekjaar 2004 zijn er geen nieuwe
leningen aangegaan. De rentelasten zijn lager
dan in 2003. Dit is het gevolg van de reguliere
aflossingen gedurende het boekjaar. Ten opzichte
van de begroting zijn de lasten lager omdat in de
begroting is gerekend met de rentelasten van de
totale lening exclusief aflossingen.
Overige bedrijfslasten
Onder de overige bedrijfslasten worden alle
overige begrote lasten verantwoord. Deze
lasten wijken niet af van 2003 en de begroting
2004. De dekking vanuit de gerealiseerde
projecten is hoger dan begroot, omdat er meer
(subsidie)projecten zijn afgerond.

Overzichten milieuvergunningen en handhaving
Voor specifiek gemeentelijke overzichten verwijzen wij naar de productverantwoordingen in deze bijlage.
Toelichting: de wettelijke termijnen zijn vast-
gelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Bij alle
25 overschrijdingen zijn geen nadelige gevolgen
voor het bedrijf of het milieu ontstaan.
BIJLAGE I
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
41

42
Productverantwoording gemeente Beverwijk
Milieubeheer
Aantal inrichtingen: 1254
Aantal inrichtingen waar de gemeente de inrichting
drijft en tevens bevoegd gezag is: 12
behandelen van 35 vergunningprocedures
in behandeling nemen van 45 meldingen AMvB
uitvoeren van 631 controles
uitvoering geven aan het Servicepunt handhaving
IJmond
behandelen van 69 milieuklachten
behandelen van milieu-incidenten/-calamiteiten
wettelijk adviseurschap provinciale milieu-
inrichtingen -vergunningen
toezicht op milieugerelateerde APV taken
onderhouden en actualiseren bedrijvenbestanden
projectplan veiligheid
verruimde reikwijdte
professionalisering handhaving
tweedelijns toezicht VROM-inspectie
Quickscan veiligheid
Beverwijkse Bazaar
Milieubeleid en juridische zaken
opstellen jaarverslag
opstellen milieuwerkprogramma
juridische advisering
milieu-contactfunctionaris
Advisering en beleidsontwikkeling op het gebied van:
monitoring milieubeleid
bestemmingsplannen
geografisch informatiesysteem (GIS)
ruimtelijke ontwikkelingen
milieucommunicatie
Schiphol
externe veiligheid
duurzaam bouwen
energie en klimaatbeleid
duurzame bedrijvigheid
gemeentelijke interne milieuzorg
vogel- en habitatrichtlijn
steunpunt NME
havenbeleid
milieu en gezondheid
wijkgericht werken
Techniek
83 milieutoetsen bouw- en sloopplannen
toetsen en adviseren bij bodemonderzoek
verstrekken van bodeminformatie
beheren, onderhouden en actualiseren van het
bodeminformatiesysteem
advisering bodemprojecten
uitvoeren van Besluit opslaan in ondergrondse
tanks
toetsen en adviseren bij geluidsonderzoek
beheer en actualisering Verkeersmilieukaart (VMK)
uitvoeren sanering wegverkeerslawaai
uitvoeren ISV bodemtaken
uitvoeren van het Bouwstoffenbesluit
adviseren sanering industrielawaai
energiebesparingsonderzoek
ontwikkelen van bodemkwaliteitskaarten
uitvoeren Besluit luchtkwaliteit
= gerealiseerd
= gedeeltelijk gerealiseerd

Productverantwoording gemeente Heemskerk
Milieubeheer
Aantal inrichtingen: 677
Aantal inrichtingen waar de gemeente de inrichting
drijft en tevens bevoegd gezag is: 9
behandelen van 10 vergunningprocedures
in behandeling nemen van 42 meldingen AMvB
uitvoeren van 296 controles
uitvoering geven aan het Servicepunt handhaving
IJmond
behandelen van 40 milieuklachten
behandelen van milieu-incidenten/-calamiteiten
wettelijk adviseurschap provinciale milieu-
inrichtingen -vergunningen
toezicht op milieugerelateerde APV taken
onderhouden en actualiseren bedrijvenbestanden
projectplan veiligheid
verruimde reikwijdte
professionalisering handhaving
Milieubeleid en juridische zaken
opstellen jaarverslag
opstellen milieuwerkprogramma
juridische advisering
milieu-contactfunctionaris
Advisering en beleidsontwikkeling op het gebied van:
monitoring milieubeleid
bestemmingsplannen
geografisch informatiesysteem (GIS)
ruimtelijke ontwikkelingen
milieucommunicatie
Schiphol
externe veiligheid
duurzaam bouwen
energie en klimaatbeleid
duurzame bedrijvigheid
gemeentelijke interne milieuzorg
vogel- en habitatrichtlijn
steunpunt NME
Lokale Agenda 21
milieu en gezondheid
Techniek
47 milieutoetsen bouw- en sloopplannen
toetsen en adviseren bij bodemonderzoek
verstrekken van bodeminformatie
BIJLAGE II
beheren, onderhouden en actualiseren van het
bodeminformatiesysteem
advisering bodemprojecten
uitvoeren van Besluit opslaan in ondergrondse
tanks
toetsen en adviseren bij geluidsonderzoek
beheer en actualisering Verkeersmilieukaart (VMK)
uitvoeren sanering wegverkeerslawaai
uitvoeren ISV bodemtaken
uitvoeren van het Bouwstoffenbesluit
adviseren sanering industrielawaai
energiebesparingsonderzoek
ontwikkelen van bodemkwaliteitskaarten
uitvoeren Besluit luchtkwaliteit
= gerealiseerd
= gedeeltelijk gerealiseerd
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
43

44
Productverantwoording gemeente Uitgeest
Milieubeheer
Aantal inrichtingen: 288
Aantal inrichtingen waar de gemeente de inrichting
drijft en de provincie bevoegd gezag is: 1
Aantal inrichtingen waar de gemeente de inrichting
drijft en tevens bevoegd gezag is: 12
behandelen van 13 vergunningprocedures
in behandeling nemen van 13 meldingen AMvB
uitvoeren van 86 controles
uitvoering geven aan het Servicepunt handhaving
IJmond
behandelen van 14 milieuklachten
behandelen van milieu-incidenten/-calamiteiten
wettelijk adviseurschap provinciale milieu-
inrichtingen -vergunningen
toezicht op milieugerelateerde APV taken
onderhouden en actualiseren bedrijvenbestanden
verruimde reikwijdte
projectplan veiligheid
professionalisering handhaving
Milieubeleid en juridische zaken
opstellen jaarverslag
opstellen milieuwerkprogramma
juridische advisering
milieu-contactfunctionaris
Advisering en beleidsontwikkeling op het gebied van:
monitoring milieubeleid
bestemmingsplannen
geografisch informatiesysteem (GIS)
ruimtelijke ontwikkelingen
milieucommunicatie
Schiphol
afval
duurzaam bouwen
duurzame bedrijvigheid
gemeentelijke interne milieuzorg
energie en klimaatbeleid
vogel- en habitatrichtlijn
steunpunt NME
milieu en gezondheid
Techniek
26 milieutoetsen bouw- en sloopplannen
toetsen en adviseren bij bodemonderzoek
verstrekken van bodeminformatie
beheren, onderhouden en actualiseren van het
bodeminformatiesysteem
advisering bodemprojecten
uitvoeren van Besluit opslaan in ondergrondse
tanks
toetsen en adviseren bij geluidsonderzoek
beheer en actualisering Verkeersmilieukaart (VMK)
uitvoeren sanering wegverkeerslawaai
uitvoeren ISV bodemtaken
uitvoeren van het Bouwstoffenbesluit
uitvoeren Besluit luchtkwaliteit
energiebesparingsonderzoek
ontwikkelen van bodemkwaliteitskaarten
= gerealiseerd
= gedeeltelijk gerealiseerd

Productverantwoording gemeente Velsen
Milieubeheer
Aantal inrichtingen: 1820
Aantal inrichtingen waar de gemeente de inrichting
drijft en tevens bevoegd gezag is: 43
behandelen van 44 vergunningprocedures
in behandeling nemen van 97 meldingen AMvB
uitvoeren van 587 controles
uitvoering geven aan het Servicepunt handhaving
IJmond
behandelen van 142 milieuklachten
behandelen van milieu-incidenten/-calamiteiten
wettelijk adviseurschap provinciale milieu-
inrichtingen -vergunningen
toezicht op milieugerelateerde APV taken
onderhouden en actualiseren bedrijvenbestanden
verruimde reikwijdte
projectplan veiligheid
professionalisering handhaving
tweedelijns toezicht VROM-inspectie
Milieubeleid en juridische zaken
opstellen jaarverslag
opstellen milieuwerkprogramma
juridische advisering
milieu-contactfunctionaris
Advisering en beleidsontwikkeling op het gebied van:
monitoring milieubeleid
bestemmingsplannen
geografisch informatiesysteem (GIS)
ruimtelijke ontwikkelingen
milieucommunicatie
Schiphol
externe veiligheid
duurzaam bouwen
havens en kustbeleid
energie en klimaatbeleid
duurzame bedrijvigheid
gemeentelijke interne milieuzorg
steunpunt NME
vogel- en habitatrichtlijn
wijkbeheer
milieu en gezondheid
Techniek
146 milieutoetsen bouw- en sloopplannen
toetsen en adviseren bij bodemonderzoek
verstrekken van bodeminformatie
BIJLAGE II
beheren, onderhouden en actualiseren van het
bodeminformatiesysteem
advisering bodemprojecten
uitvoeren van Besluit opslaan in ondergrondse
tanks
toetsen en adviseren bij geluidsonderzoek
beheer en actualisering Verkeersmilieukaart (VMK)
uitvoeren sanering wegverkeerslawaai
uitvoeren ISV bodemtaken
uitvoeren van het Bouwstoffenbesluit
adviseren sanering industrielawaai
uitvoeren Besluit luchtkwaliteit
energiebesparingsonderzoek
ontwikkelen van bodemkwaliteitskaarten
= gerealiseerd
= gedeeltelijk gerealiseerd
Milieudienst IJmond JA ARVERSLAG 2004
45