O:\leerplan-2002\3de graad TSO - VVKSO - ICT-coördinatoren
O:\leerplan-2002\3de graad TSO - VVKSO - ICT-coördinatoren
O:\leerplan-2002\3de graad TSO - VVKSO - ICT-coördinatoren
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Studierichting<br />
Houttechnieken<br />
Derde <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK<br />
1ste leerjaar/2de leerjaar<br />
SECUNDAIR ONDERWIJS<br />
Guimardstraat 1 - 1040 BRUSSEL<br />
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS<br />
- Licap-uitgave - Brussel -<br />
Licapnummer: D/1992/0279/064<br />
december 1992
HOUTTECHNIEKEN<br />
LESSENTABEL<br />
1ste lj. 2de lj.<br />
1 Basisvorming 12 12<br />
2 Optie<br />
AV Godsdienst 2 2<br />
AV Aardrijkskunde 1 1<br />
AV Frans 2 2<br />
AV Geschiedenis 1 1<br />
AV Lichamelijke opvoeding 2 2<br />
AV Nederlands 2 2<br />
AV Wiskunde 2 2<br />
2.1 Studierichting (fundamenteel gedeelte) 20 20<br />
PV Praktijk/Stages Hout (x) 8 8<br />
TV Elektromechanica/Elektronica/Hout/Mechanica (x) 2 1<br />
Meet- en regeltechnieken<br />
TV Elektromechanica/Hout/Mechanica (x) 1 1<br />
Sterkteleer<br />
TV Hout 9 10<br />
Beroepseconomie (x) 0 1<br />
Laboratorium (x) 2 2<br />
Stijlleer-vormgeving (x) 0 1<br />
Technisch tekenen (x) 4 4<br />
Technologie (x) 3 2<br />
2.2 Complementair gedeelte: maximum 4 4<br />
- Te kiezen uit de vakken en/of de specialiteiten opgesomd in het Besluit van de Vlaamse Executieve van 5<br />
juni 1989 tot vaststelling van de algemene vakken, de kunstvakken, de technische vakken en de praktische<br />
vakken.<br />
- Wanneer in het complementair gedeelte één of meer vakken gekozen worden die ook voorkomen in de<br />
basisvorming of in het fundamenteel gedeelte dan vervallen deze vakken niet in de basisvorming, noch in<br />
het fundamenteel gedeelte.<br />
- Pedagogische aanbevelingen:<br />
PV Praktijk/Stages Hout (x) 2• 2•<br />
TV Hout<br />
Laboratorium (x) 1• 1•<br />
Stijlleer-vormgeving (x) 1• 0<br />
Technologie (materialen) (x) 0 1•<br />
(x) Voor deze vakken is het leerplan in deze brochure opgenomen.<br />
(•) Deze aanduiding staat voor uitbreiding van het aantal lessen voorzien in de basisvorming of in het<br />
studierichtingsgedeelte.
INHOUD<br />
1 BEGINSITUATIE .................................................... 4<br />
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN ...................................... 4<br />
3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN ......................... 5<br />
4 RELATIE TUSSEN DE DOELSTELLINGEN, DE EVALUTIE EN DE<br />
GEINTEGREERDE PROEF ........................................... 7<br />
5 TAXONOMIE ....................................................... 8<br />
6 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />
METHODOLOGISCHE WENKEN ..................................... 8<br />
PV Praktijk/Stages Hout ............................................... 9<br />
TV Elektromechanica/Elektronica/Hout/Mechanica<br />
Meet- en regeltechnieken ........................................... 17<br />
TV Elektromechanica/Hout/Mechanica<br />
Sterkteleer ....................................................... 23<br />
TV Hout<br />
Beroepseconomie .................................................. 37<br />
TV Hout<br />
Laboratorium .................................................... 46<br />
TV Hout<br />
Stijlleer-vormgeving ................................................ 58<br />
TV Hout<br />
Technisch tekenen ................................................. 62<br />
TV Hout<br />
Technologie ....................................................... 69<br />
7 BIBLIOGRAFIE ..................................................... 86<br />
blz.
- 4 -<br />
Werken aan het christelijk-gelovig opvoedingsproject is een opdracht van de hele schoolgemeenschap.<br />
Deze uitdaging is zeker geen aangelegenheid van de leraar godsdienst alleen. Elk vak kan<br />
in zijn dialoog met de werkelijkheid een eigen bijdrage leveren tot een christelijk geïnspireerd<br />
zoeken naar waarheid. Elk vak biedt de kansen en de mogelijkheden om tot waardenverheldering<br />
of gelovige duiding te komen. In elk vak kunnen leraars vanuit een dialogale houding jonge<br />
mensen aanzetten tot een christelijk-ethische reflectie op de inhouden, tot een houding van verwondering<br />
en bewondering, van solidariteit, van eerbied en dankbaarheid.<br />
In de beschrijvingen van de studieprofielen is de dimensie van het christelijk-gelovig opvoedingsproject<br />
steeds op de achtergrond aanwezig. Hier en daar wordt uitdrukkelijk op de mogelijkheden<br />
gewezen om het opvoedingsproject vanuit de componenten of de eigenheid van de studierichtingen<br />
concrete gestalte te geven.<br />
1 BEGINSITUATIE<br />
De opleidingen 'Hout- en bouwkunde' en 'Houttechnieken' 2de <strong>graad</strong> krijgen een normaal en noodzakelijk<br />
vervolg in de 3de <strong>graad</strong> 'Houttechnieken'.<br />
In de 2de <strong>graad</strong> zijn de leerinhouden naar enkelvoudige technische verwezenlijkingen gericht.<br />
In de 3de <strong>graad</strong> Houttechnieken worden de leerinhouden van Technisch tekenen, Technologie en Praktijk in een<br />
toegepaste vorm verwerkt.<br />
Een zekere mate van ruimtelijk inzicht en een goede kennis van de enkelvoudige materialen en dito constructies<br />
is een noodzaak.<br />
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />
Als basis voor de algemene doelstellingen verwijzen we naar de studieprofielen die door de Sectorcommissie<br />
Hout van de VLOR zijn uitgewerkt. (Document 1991-1992 ...) (*)<br />
Het lijkt ons absoluut noodzakelijk dat elke school over dit document zou beschikken en het zou gebruiken als<br />
basisdocument bij het bespreken van het studieprofiel. Omwille van de lijvigheid van het document kunnen wij<br />
in het plaatsbestek van dit leerplan slechts enkele summiere gegevens overnemen.<br />
2.1 Algemene kennis<br />
- Praktische taalbeheersing bezitten.<br />
- Over een vakspecialiteit een gesprek voeren.<br />
- Kritische zin bezitten.<br />
- Een christelijke ingesteldheid verwerven.<br />
2.2 Beroepsgerichte kennis<br />
- Technieken over planning en organisatie beheersen.<br />
- Technisch rapporteren.<br />
- Kennis hebben over de aankoop van grondstoffen en gereedschappen.<br />
- Werkvoorbereidingen opstellen voor enkelvoudige uitvoeringen en voor serieverwerkingen.<br />
- Machines instellen en sturen.<br />
- Prijsbewust denken in functie van kwaliteit en stabiliteit bij schrijn- en timmerwerkuitvoeringen.<br />
- Principes die aan de basis van meubelstijlen liggen, kennen om deze in passende situaties te transfereren.<br />
(*) Rapport betreffende profielen en opleidingen in de houtsector<br />
Vlaamse Onderwijsraad, Jozef II-straat 68, 1040 Brussel.
- 5 -<br />
- Begrippen van thermische en akoestische isolatie kennen.<br />
- Kwaliteitsbewust denken en handelen.<br />
- De computer integreren.<br />
2.3 Vereiste vaardigheden<br />
- De voorhanden zijnde machines instellen en bedienen.<br />
- Verspaningstechnieken toepassen.<br />
- Gereedschappen verantwoord instellen.<br />
- Zin voor afwerking tonen.<br />
2.4 Vereiste persoonlijkheidskenmerken<br />
De volgende kenmerken in zekere mate bezitten:<br />
- doorzettingsvermogen,<br />
- zin voor verantwoordelijkheid,<br />
- flexibiliteit,<br />
- zin voor nauwkeurigheid,<br />
- bereidheid tot navorming,<br />
- kwaliteitsbewust handelen,<br />
- zin voor veiligheid en hygiëne,<br />
- ambitieuse ingesteldheid,<br />
- creativiteit.<br />
2.5 Verdere studies<br />
- Een 3de specialisatiejaar van de 3de <strong>graad</strong>.<br />
- Hoger onderwijs van het korte type (graduaat) of het lange type (voor de allerbesten).<br />
- Onderwijs voor sociale promotie.<br />
- Pedagogisch hoger onderwijs (Technisch regentaat).<br />
2.6 Tewerkstellingsmogelijkheden<br />
- Zelfstandige (eventueel na enkele jaren ervaring en verdere bijscholing)<br />
- In houtbewerkende en houtverwerkende bedrijven:<br />
. als technicus, bedienaar-programmeur van CNC-machines, medewerker op het studiebureel of op het<br />
planningsbureel,<br />
. als technisch-commercieel medewerker.<br />
- In toeleveringsbedrijven voor de houtsector, de meubelhandel, de houthandel in een technisch commerciële<br />
functie.<br />
3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
3.1 Vakkenintegratie<br />
In de 3de <strong>graad</strong> van de studierichting 'Houttechnieken' moet speciaal gelet worden op de noodzakelijke binding<br />
van de verschillende leerinhouden over de vakken heen.<br />
Door de idee van integratie tussen TV en PV krijgen de technische vakken een meerwaarde. De leerinhouden<br />
worden hier in een gerichte vorm verwerkt langs voorbeelden gehaald uit het produceren.<br />
Om te komen tot een goede coördinatie en om overlappingen te vermijden, is het noodzakelijk om per <strong>graad</strong><br />
gezamenlijk de jaarplannen op te stellen. Dit geldt ook voor de combinatie Laboratorium met Materialen<br />
enerzijds en voor Technologie constructies en Technisch tekenen anderzijds.
- 6 -<br />
Als voorbeeld van een dergelijke horizontale planning vernoemen we het onderdeel "trappen". Zowel in<br />
Technologie, in Technisch tekenen als in Praktijk komt dit gegeven aan bod. Alle soorten trappen kunnen in<br />
elk vak uitvoering verwerkt worden.<br />
Naargelang de afspraken over deze leerinhouden kan in Technisch tekenen een trap met gebogen binnenwand<br />
getekend worden, in Technologie kunnen de verdrijvingen aan bod komen en in de Praktijk kan een kuipstukverbinding<br />
uitgevoerd worden.<br />
Er zijn uiteraard nog enkele andere invalshoeken die een verrijking voor elk vak garanderen. Zonder in<br />
extremen te vervallen is het mogelijk deze aspecten regelmatig in de verwerking van de leerinhouden in te<br />
lassen.<br />
3.2 Kwaliteitszorg<br />
De IKZ-gedachte kan zonder veel theorie in elk vak ingang vinden. Zowel bij het opstellen van de werkvoorbereiding,<br />
als naar de uitvoering van een opdracht, zowel in TV als in PV, wordt het streven naar kwaliteit<br />
meeverrekend.<br />
Telkens kunnen de stappen: plannen, uitvoeren, evalueren en bijsturen ingecalculeerd worden, zodat zij na<br />
enige tijd bij de leerlingen als een spontane attitude optreden.<br />
Leerlingen vertrouwd maken met een zekere vorm van zelfcontrole is eveneens aan te bevelen.<br />
3.3 Integratie informatica<br />
Waar in de 2de <strong>graad</strong> in basisinformatica werd voorzien, volgt in de 3de <strong>graad</strong> de volledige integratie in de<br />
technische en praktische vakken.<br />
Bij de keuze van de oefeningen zal men daar terdege rekening mee houden.<br />
In elk vak kan men het gebruik van de computer integreren, maar de integratie naar verschillende vakken samen<br />
biedt meer mogelijkheden. Zo is het mogelijk dat uitvoeringen in het vak Technisch tekenen gebruik maken<br />
van de informatie uit het vak Materialen en dat hierop verder gewerkt wordt in Laboratorium. Bij de stap naar<br />
Praktijk kan de tekening een aanvulling krijgen in functie van de uitvoering. De computer kan eveneens een<br />
hulp zijn bij de uiteindelijke prijsberekening.<br />
In een speciale verwerking met de computer is voorzien als de school over een CNC-machine beschikt. Het<br />
Technisch tekenen zal dan evolueren doordat men rekening houdt met de principes van verspanen die aan de<br />
machine uitgevoerd worden.<br />
Bij het tekenen van raamuitvoeringen moet in eerste instantie de op school aanwezige frezenset verwerkt<br />
worden. Door de welbepaalde eigenschappen van de frezenset krijgt de tekening een specifieke opbouw.<br />
3.4 Veiligheid en gezondheid<br />
Vanuit een steeds sterker wordend milieu- en veiligheidsbewustzijn, worden er in elk vak elementen veiligheid<br />
en gezondheid ingebouwd.<br />
Het is bovendien nodig dat wettelijke voorschriften met betrekking tot veiligheid en gezondheid in de houtbewerking<br />
aan de leerlingen meegedeeld worden.<br />
In elke opdracht kan ruimte worden voorzien om deze belangrijke elementen te verwerken. Bijvoorbeeld:<br />
- veiligheid bij het instellen van machines,<br />
- bescherming bij het gebruik van grondstoffen,<br />
- veiligheid bij afwerkingstechnieken,<br />
- veiligheid in de lokalen: onder andere lab, praktijk.<br />
Zeker met betrekking tot de afwerkingstechnieken (spuittechnieken) zal men rekening moeten houden met de<br />
bepalingen van Vlarem II.
3.5 Europese dimensie<br />
- 7 -<br />
Er zijn tal van mogelijkheden om de opleiding te oriënteren naar een Europese dimensie, bijvoorbeeld door:<br />
- het kennen en toepassen van de Europese normen,<br />
- milieuproblemen in een ruimer perspectief te zien,<br />
- contacten met buitenlandse opleidingsvormen,<br />
- uitwisseling op leerlingenniveau,<br />
- culturele uitwisseling in functie van de opleiding bijvoorbeeld met betrekking tot design.<br />
3.6 Evaluatie<br />
Om het in de gedachten van IKZ te formuleren: evaluatie moet 'een bestendige verwerking' krijgen.<br />
Benevens de evaluatiemomenten die door elke leraar in zijn jaarplan verwerkt zijn, moeten we de leerlingen<br />
modellen aanbieden waardoor ze langs zelfevaluatie hun leerproces kunnen bijsturen.<br />
Door regelmatige en goed geplande evaluatiebeurten kunnen we zowel het proces als het produkt van fouten<br />
vrijwaren.<br />
Zo wordt er gewerkt aan een mentaliteit waarbij ook de persoonlijke vaardigheden worden geactiveerd.<br />
3.7 Relatie tot het bedrijfsleven<br />
Omdat niet alle recente machines op de scholen kunnen aanwezig zijn is het noodzakelijk om met de bedrijven<br />
uit de regio concrete afspraken te maken om op regelmatige tijdstippen minstens observatiestage te kunnen<br />
lopen. Voor bepaalde onderdelen van dit leerplan zal het zelfs nodig zijn om de machines van de bedrijven te<br />
kunnen gebruiken, indien de school niet zelf over de apparatuur beschikt (zie CNC).<br />
4 RELATIE TUSSEN DE DOELSTELLINGEN, DE EVALUATIE EN DE GEINTEGREER-<br />
DE PROEF<br />
- In zijn taak als didacticus heeft de leraar een plannings- en voorbereidingstaak: hij zet het leerplan om in een<br />
jaarplanning en de verschillende leerinhouden en doelstellingen zet hij om in een aangepast didactisch<br />
proces. De leraar heeft uiteraard ook een beoordelingstaak: hij moet de kennis, de vaardigheden en de<br />
attitudes van de leerlingen objectief evalueren in functie van de doelstellingen.<br />
- Een verantwoorde evaluatie vertrekt dus van duidelijk geformuleerde en operationele lesdoelstellingen. In<br />
dit leerplan worden geen les-, maar leerplandoelstellingen geformuleerd, die een lessenreeks overspannen.<br />
Alle leerplandoelstellingen van de vakken van het studierichtingsgedeelte worden omvat door de algemene<br />
doelstellingen van de studierichting. De einddoelstellingen sluiten op hun beurt aan bij het studie- of<br />
beroepsopleidingsprofiel dat wij in de 3de <strong>graad</strong> duidelijk nastreven en dat een probleemloze overstap naar<br />
een functie- of beroepsprofiel moet kunnen garanderen. Dit functie- of beroepsprofiel werd door de<br />
beroepsfederaties geformuleerd binnen de voormalige Hoge Raad voor het Technisch en Beroepsonderwijs<br />
of binnen de huidige sectoriële commissies van de Vlaamse Onderwijsraad.<br />
Een leraar die zijn evaluatie ernstig wil opvatten, moet zich dus bewust zijn van de verschillende<br />
doelstellingen die hij minimaal moet bereiken om tenslotte aan het studieprofiel te beantwoorden.<br />
- In het totale toetsingsmechanisme moet de leraar aandacht hebben voor de permanente evaluatie of het<br />
dagelijks werk (zeker voor de praktische vakken), voor de formatieve toetsen (waarin de foutenanalyse en<br />
de remediëring een belangrijke rol spelen) en voor de summatieve toetsen of voor de examens.
- 8 -<br />
Binnen het evaluatiesysteem neemt de geïntegreerde proef een speciale plaats in. De relatie tussen de<br />
geïntegreerde proef, de einddoelstellingen en het nagestreefde studie- of beroepsopleidingsprofiel moet de<br />
leraar duidelijk voor ogen staan.<br />
De geïntegreerde proef die in de loop van het 2de leerjaar van deze 3de <strong>graad</strong> moet georganiseerd worden,<br />
wil het geheel van kennis, vaardigheden en attitudes gericht op de beroepsactiviteit evalueren en omvat de<br />
vakken van het fundamenteel optioneel gedeelte. De geïntegreerde proef heeft een vakoverschrijdend, een<br />
beroeps- en realiteitsgericht karakter.<br />
De proef kan de vorm aannemen van een project dat vanaf het begin van het schooljaar opgebouwd wordt<br />
en waarvan het zwaartepunt op het einde van het schooljaar ligt. Ook een eindwerk of een praktische<br />
realisatie kan op dezelfde wijze langzamerhand tot stand komen.<br />
Het concept, het ontwerp, de realisatie van de proef moet van bij het begin van het 2de leerjaar van de 3de<br />
<strong>graad</strong> aandacht krijgen. De aanstelling van de beoordelingsjury, die voor een groot deel uit deskundige<br />
buitenstaanders moet bestaan, dient ook in het begin van het schooljaar te gebeuren.<br />
Samenvattend kunnen wij besluiten dat bij de interpretatie van dit leerplan voor de 3de <strong>graad</strong> niet voorbijgegaan<br />
kan worden aan het studieprofiel, de einddoelstellingen en de evaluatie ervan in de geïntegreerde proef.<br />
5 TAXONOMIE<br />
Voor de Technische Vakken (TV) is dit leerplan opgesteld in de vorm van leerinhouden en verwerking<br />
die samen de doelstellingen vormen. Het minimum niveau van de verwerking wordt ook aangegeven.<br />
Hiervoor wordt de taxonomie van BLOOM toegepast met de volgende afkortingen:<br />
K = Kennen B = Begrijpen T = Toepassen<br />
A = Analyseren S = Synthetiseren E = Evalueren<br />
Voor de Praktische Vakken (PV) maakt men gebruik van de taxonomie voor de psychomotorische<br />
doelstellingen volgens BRION, met de volgende afkortingen:<br />
W = Waarnemen N = Nabootsen<br />
I = Inoefenen B = Beheersen<br />
De B en U in de kolommen betekenen basis en uitbreiding.<br />
De basisdoelstellingen MOETEN bereikt worden.<br />
6 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />
METHODOLOGISCHE WENKEN
- 9 -<br />
PV Praktijk/Stages Hout 1ste en 2de leerjaar: 8 u./w. (+ 2 u./w.)<br />
1 BEGINSITUATIE<br />
In de 2de <strong>graad</strong> 'Houttechnieken' en 'Hout- en bouwkunde' werd de basis van uitvoeren naar enkelvoudige<br />
opdrachten georiënteerd. De leerlingen hebben de machines en de uitvoeringen ervaren als gericht naar een<br />
welomschreven opdracht.<br />
De werkmethode werd samen met de leerlingen opgesteld, maar onder volledige verantwoordelijkheid van de<br />
leraar. De opdrachten waren zuiver opgesteld en zo uit te voeren. Zodoende leerde men de eigenheid van elke<br />
uitvoering en van elke machine kennen.<br />
De leerlingen kennen dus de principes van zagen, schaven, frezen, boren en schuren en kunnen ze uitvoeren.<br />
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />
2.1 Beroepsgerichte vaardigheden, kennis en inzicht<br />
- Houtbewerkingsmachines kennen en inschakelen in een welbepaald uitvoeringsplan.<br />
- Machines instellen in functie van een goed omschreven uitvoering.<br />
- De elementen bij verspaning van hout kennen en ontleden; aanpassingen voorstellen die een verbetering<br />
naar verspaning toe inhouden.<br />
- De veiligheidsvoorschriften bij het werken met machines kennen en toepassen met betrekking tot:<br />
@ het voorkomingsbeleid,<br />
@ de afscherming van draaiende en snijdende delen,<br />
@ de aanduiding van rotatiefrequentie van snijdende delen,<br />
@ de instructiekaarten.<br />
- CNC situeren in de totaliteit van het produceren:<br />
@ toepassingen aangeven,<br />
@ mogelijke uitvoeringen met voorhanden zijnde machines interpreteren en toepassen.<br />
- Afwerkingstechnieken kennen en toepassen:<br />
@ de eigenschappen van de produkten kennen en hun toepassing verantwoord uitvoeren,<br />
@ de etikettering ontleden en eventuele veiligheidsvoorschriften verklaren,<br />
@ spuittechnieken kennen en toepassen om tot een optimale uitvoering te komen,<br />
@ milieubewust omgaan met produkten.<br />
- Langs contacten met de nijverheid brede ervaringen opdoen.<br />
- Werkmethodes opstellen en interpreteren in functie van een welomschreven opdracht.<br />
- Kennis hebben van alle materialen die in elke opdracht verwerkt worden.<br />
- De keuze van de materialen bepalen volgens de voorschriften van de opdracht en verantwoorden in functie<br />
van de afwerking.<br />
- Verbindingen en middelen bepalen die de meeste garantie geven op kwaliteitsuitvoeringen.<br />
- Lijmen kiezen die voldoen aan de vooropgestelde kwaliteits- en uitvoeringsplanning.
- 10 -<br />
- De keuze van de verbindingen verantwoorden in functie van de uitvoeringsmogelijkheden in de werkplaats,<br />
en in het perspectief van het kwaliteitsstreven van de opdracht.<br />
- De organisatie van de werkplaats bepalen om tot een optimale verwerking van de opdracht te komen.<br />
- Deelopdrachten plannen en uitvoeren.<br />
- Varianten voorstellen en uitvoeren bij bestaande werkmethoden.<br />
2.2 Attitudes<br />
De IKZ-gedachte integreren in elke opdracht om langs bestendige zelfcontrole tot een goed resultaat te komen.<br />
- Verantwoordelijkheidszin activeren.<br />
- Respect voor het werk en de eigendom van anderen opbrengen.<br />
- Nauwgezetheid tonen.<br />
- In groep kunnen werken.<br />
3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
- Praktijk is hier opgevat als een synthese-activiteit waarin men plant, toepast en uitvoert wat men in de<br />
technische vakken theoretisch aanbracht.<br />
Een juiste werkmethode vormt de basis voor de planning. Het produkt is een middel, maar wel een<br />
belangrijk middel om alle uitvoeringen te leren beheersen. Het proces, de werkmethode vormt de basis voor<br />
de verwerking.<br />
- Het is aangewezen om de praktische uitvoeringen ook te toetsen op hun waarde; dit gebeurt in het Laboratorium.<br />
Een bestendige wisselwerking tussen Praktijk en Laboratorium is noodzakelijk.<br />
- De geïntegreerde proef is een belangrijk element in de praktijkopleiding. In de loop van de praktijkuren zal<br />
aan de opbouw van de geïntegreerde proef gewerkt worden. Bij deze geïntegreerde proef is een wisselwerking<br />
school-bedrijf van kapitaal belang. Binnen de geïntegreerde proef zou in complementariteit tussen de<br />
verschillende leerlingen van één klas aan de totaalopdrachten (zie punt 1.2) moeten kunnen worden gewerkt.<br />
- De leerinhouden PV worden hoofdzakelijk in het praktijklokaal verwerkt. Het technisch lokaal en het Lab<br />
zouden in optimale omstandigheden steeds bereikbaar moeten zijn om elementen als "plannen, onderzoeken,<br />
en andere" in te schakelen.<br />
- Bij het onderdeel Afwerkingstechnieken (Spuittechnieken) moet rekening gehouden worden met de<br />
bepalingen van Vlarem II. Bij alle aspecten van de Praktijk is veiligheid en ongevallenpreventie essentieel.<br />
- Bij het plannen van speciale opdrachten kunnen halffabrikaten vanuit andere klassen en zelfs uit de<br />
nijverheid betrokken worden.<br />
- Stages zullen ook in het <strong>TSO</strong> stilaan een verworvenheid moeten worden om de leerlingen de kans te geven<br />
hun kennis uit te breiden naar de volgende gebieden:<br />
@ Ontwerp en planning<br />
@ Werkpoststudie<br />
@ Produktieprocessen<br />
@ Nieuwe technologieën (voor CNC indien de school hierover niet zelf beschikt)<br />
@ Sociale vaardigheden.
- 11 -<br />
Bepaalde scholen hebben hierin een traditie, voor andere zal dit stilaan moeten opgebouwd worden.<br />
Hoeveel uren Stages binnen de 8 u. PV Praktijk/Stages ingericht worden, is afhankelijk van de lokale<br />
situaties. Hierbij spelen elementen als de contacten met het plaatselijk bedrijfsleven, de complementariteit<br />
van de uitrusting in de stagebedrijven tegenover de infrastructuur van de school een belangrijke rol. Met<br />
betrekking tot de vorm van de stages (blokstages of alternerende stages) willen wij geen dwingende<br />
uitspraken doen. Uiteraard zal de stagebegeleider er steeds moeten op toezien dat de stage voldoende echte<br />
"leerervaringen" inhoudt. Hiervoor zijn een degelijke voorbereiding, een ernstige begeleiding, een grondige<br />
evaluatie en nabespreking absolute voorwaarden. Voor de stage-organisatie verwijzen wij naar de ministeriele<br />
omzendbrief SOZ(91)15 van 10.7.1991.<br />
4 LEERINHOUDEN, COGNITIEVE EN MOTORISCHE LEERPLANDOELSTELLINGEN
PV Praktijk/Stages Hout 1ste en 2de leerjaar: 8 (+ 2) u./w.<br />
Nr. LEERINHOUDEN COGNITIEF MOTORISCH W N I B<br />
1 HET VERSPANEN<br />
- Snijhoek<br />
- Vrijloophoek<br />
- Spaanhoek<br />
- Snijsnelheid<br />
- Omtreksnelheid<br />
- Aanvoersnelheid<br />
- Handaanvoer<br />
- Automatische aanvoer<br />
- Meeloop<br />
- Tegenloop<br />
2 HET NOODZAKELIJKE EERSTE<br />
ONDERHOUD VAN DE MACHINES<br />
3<br />
3.1<br />
- Snijdende delen<br />
- Beschermende delen<br />
- Overbrengingen<br />
VERSCHILLENDE VORMEN VAN<br />
VERSPANEN<br />
In massief hout<br />
- Langshout<br />
- Dwarshout<br />
De begrippen bij verspanen verklaren in<br />
functie van:<br />
- zagen,<br />
- schaven,<br />
- frezen,<br />
- boren,<br />
- draaien,<br />
- schuren.<br />
Controle uitvoeren op de standtijd van de<br />
snijdende delen.<br />
De best geschikte snelheden instellen.<br />
Aan de hand van notities de standtijd van<br />
de snijdende delen verklaren.<br />
De verschillende vormen van verspanen<br />
verklaren naar gelang van:<br />
- snijgereedschap,<br />
- machine,<br />
- te verwerken materiaal.<br />
Het verspanen oordeelkundig uitvoeren.<br />
Elke machine instellen en bedienen met<br />
inachtname van de veiligheidsvoorschriften<br />
(zie instructiekaarten).<br />
Snijdende delen vervangen en instellen.<br />
Regelmatige controle op elk onderdeel<br />
uitvoeren:<br />
- snijdende delen,<br />
- overbrengingen,<br />
- veiligheidsvoorzieningen.<br />
De verschillende verspaningen uitvoeren.<br />
De best geschikte snijgereedschappen kiezen<br />
bij een goedomschreven opdracht.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
- 12 -
3.2 In plaatmaterialen<br />
- Hout<br />
- Verlijmd met kunststof<br />
- Kunststof<br />
4 DE SPECIFIEKE EIGENSCHAPPEN<br />
VAN ELKE MACHINE<br />
- Mechanische bouw<br />
- Elektrisch schema<br />
- Bediening<br />
- Veiligheid<br />
5 DE WERKMETHODE<br />
- Omschrijven van de opdracht<br />
- Ontleding van de uitvoeringen<br />
- Uitvoeringen rangschikken<br />
- Specificiteit van elke uitvoering<br />
- Evaluatie van de uitvoeringen<br />
6 MEUBELUITVOERINGEN<br />
-Stoel<br />
- Tafel<br />
-Kast<br />
-Bed<br />
- Bureau<br />
De verschillen tusen handaanvoer en automatische<br />
aanvoer interpreteren.<br />
De consequenties voor het snijgereedschap<br />
verklaren.<br />
Elke machine ontleden in:<br />
- vaste delen,<br />
- bewegende delen,<br />
- specifieke voorschriften.<br />
Een werkmethode opstellen voor elke opdracht.<br />
De organisatie van een werkpost verklaren.<br />
Inzien hoe een volgorde van uitvoeringen<br />
is opgebouwd.<br />
Eventuele verbeteringen uitwerken.<br />
Een uitvoering plannen en produceren met<br />
inachtname van:<br />
- materiaalkeuze,<br />
- beschikbaar machine-arsenaal,<br />
- voorziene afwerking,<br />
- tijdschema.<br />
Gebruik maken van apparatuur die een<br />
hoge <strong>graad</strong> van veiligheid garandeert.<br />
Elke bewerking bij elke machine op een<br />
ergonomische en veilige manier uitvoeren.<br />
Planmatig werken:<br />
- de organisatie van elke werkpost efficient<br />
uitvoeren,<br />
- notities nemen van elke onderdeel,<br />
- gelijkaardige uitvoeringen samen plannen,<br />
- deelopdrachten afzonderlijk verwerken.<br />
Alleen en(of) in groep elke uitvoering eigenhandig<br />
instellen en verrichten:<br />
- telkens veiligheidsinstructies in acht nemen,<br />
- regelmatige controles uitvoeren.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
- 13 -
7<br />
7.1<br />
7.2<br />
7.3<br />
7.4<br />
Nr. LEERINHOUDEN COGNITIEF MOTORISCH W N I B<br />
SCHRIJNWERKCONSTRUCTIES<br />
Ramen<br />
- Enkelvoudige ramen<br />
- Samengestelde ramen<br />
Deuren<br />
- Binnendeuren<br />
- Buitendeuren<br />
Trappen<br />
Dakconstructies<br />
8 HET VERSPANEN VAN HOUT IN<br />
HET TOTAALCONCEPT VAN<br />
PRODUCEREN<br />
-Ontwerp<br />
- Uitvoering<br />
- Werkmethode<br />
- Afwerking<br />
Vanuit een tekening een raamconstructie<br />
opbouwen en uitvoeren.<br />
Rekening houden met voorgeschreven<br />
hang- en sluitwerk.<br />
De specificiteit van deuren met betrekking<br />
tot de uitvoering verklaren.<br />
In de voorgeschreven afwerking van de<br />
uitvoering voorzien.<br />
De voorschriften voor trappen kennen en<br />
aanwenden bij de uitvoering.<br />
Ontwerptekeningen voor schrijnwerk in<br />
een werkmethode omzetten en de uitvoering<br />
ervan plannen.<br />
Deelopdrachten omschrijven en plaatsen<br />
op de exacte werktpost.<br />
Interpreteren en verklaren van uitvoeringen:<br />
- serieproduktie,<br />
- enkelvoudige uitvoering,<br />
- deeluitvoering.<br />
De uitvoeringen (voor 7.1, 7.2, 7.3 en<br />
7.4) volgens de afgesproken werkmethode<br />
(zie punt 5) verrichten:<br />
- ordelijk schikken,<br />
- veiligheid in acht nemen,<br />
- optimale kwaliteit nastreven,<br />
- notities maken met betrekking tot kwaliteit<br />
en voorziene tijdsbenutting.<br />
De constructie exact in uitvoering brengen.<br />
Elke machine instellen voor de specifieke<br />
opdracht en verder:<br />
- ordelijk sorteren,<br />
- de uitval noteren,<br />
- het resultaat (de kwaliteit) evalueren.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
- 14 -
9 HET PERSEN VAN HOUT<br />
- Vlakke pers<br />
- Raampers<br />
- Korpuspers<br />
10 SPECIALE OPDRACHTEN<br />
- Verandabouw<br />
- Erkerbouw<br />
- Speciale trappen<br />
- Kunststofschrijnwerk<br />
- Verlijmde spanten<br />
- Dakafwerkingen<br />
11 AFWERKINGSTECHNIEKEN<br />
- Kleuren en beitsen<br />
- Vernissen en lakken<br />
- Boenen<br />
- Spuittechnieken<br />
Het persen plannen in functie van:<br />
- uitvoering:<br />
. houtsoort,<br />
. lijmsoort,<br />
. plaatmateriaal,<br />
- mogelijkheden:<br />
. verwarming,<br />
. open tijd,<br />
. opspantijd,<br />
. drukgrootte.<br />
De vereisten en uitvoeringen van constructies<br />
vertalen naar speciale opdrachten.<br />
Rekening houden met voorschriften inzake<br />
veiligheid en brandpreventie:<br />
- materiaalkeuze,<br />
-verwerking,<br />
- onderhoud,<br />
- gewenste kwaliteit.<br />
Verschillende technieken verklaren vanuit<br />
de samenstelling van de produkten en de<br />
eigenschappen van het te bewerken materiaal:<br />
- etikettering verklaren,<br />
- belang van veiligheid en gezondheid<br />
inzien.<br />
Verlijmingen voorbereiden en ordelijk<br />
uitvoeren volgens het principe van planning,<br />
uitvoering, controle.<br />
Speciale uitvoeringen verwerken in functie<br />
van:<br />
- eenmalige uitvoering,<br />
-seriewerk,<br />
- plaatsing,<br />
- transport: intern en extern.<br />
De techniek van het afwerken in goede<br />
omstandigheden uitvoeren:<br />
- organiseren van de afwerking,<br />
- orde en netheid handhaven,<br />
- veiligheidsvoorschriften naleven met<br />
betrekking tot kledij, lucht, water,<br />
- spuitinstallaties efficiënt gebruiken en<br />
onderhouden.<br />
B<br />
U<br />
B<br />
- 15 -
Nr. LEERINHOUDEN COGNITIEF MOTORISCH W N I B<br />
12 TOTAALOPDRACHTEN<br />
- Interieur<br />
- Keuken<br />
- Winkel<br />
- Living<br />
- Dakuitvoering<br />
- Trappenhuis<br />
- Atelier<br />
- Skeletbouw<br />
13 CNC-TOEPASSINGEN<br />
- Programmeren aan de machine<br />
- Programmeren langs tekenen (CAD)<br />
- Het maken van mallen<br />
- Opspansystemen:<br />
. mechanisch,<br />
. pneumatisch,<br />
. vacuüm<br />
- Soorten gereedschap naar vorm en materiaal<br />
Het proces als een belangrijk element in<br />
het produceren ervaren:<br />
- voorcalculatie opstellen,<br />
- produktie plannen en evalueren,<br />
- elke deelopdracht in rekening brengen<br />
binnen de totale kostprijs.<br />
Inzicht verwerven in de specifieke toepassingen<br />
van verspanen.<br />
Het CAD-tekenen opbouwen naar een<br />
mogelijke uitvoering.<br />
De verschillen in uitvoering naar frezen<br />
- meeloop,<br />
- tegenloop,<br />
oordeelkundig toepassen.<br />
De volgorde van freesuitvoeringen opstellen.<br />
Onderzoek verrichten naar de kwaliteit<br />
van het gereedschap en de uitvoering, de<br />
verbeteringen voorstellen.<br />
Uitvoeringen plannen:<br />
- eventuele wijzigingen verantwoorden,<br />
- het ontwerp respecteren,<br />
- kwaliteit nastreven,<br />
- specifieke voorschriften naleven.<br />
Opdrachten met eenvoudige programmering<br />
uitvoeren.<br />
Snijgereedschappen instellen en vervangen.<br />
Specifieke veiligheidsvoorschriften inlassen.<br />
Gereedschappen gebruiken volgens de<br />
opgegeven voorschriften.<br />
B<br />
U<br />
- 16 -
- 17 -<br />
TV Elektromechanica/Elektronica/Hout/Mechanica<br />
Meet- en regeltechnieken<br />
1 BEGINSITUATIE<br />
1ste leerjaar: 2 u./w.<br />
2de leerjaar: 1 u./w.<br />
- Dit vak is niet zomaar een voortzetting van "Gereedschaps- en machineleer" van de 2de <strong>graad</strong>. Vele<br />
elementen uit andere technische vakken moeten gekend zijn om inzicht te verwerven in de werking en het<br />
doel van de gereedschappen, de meetapparatuur, de nieuwe machines en de sturingstechnieken.<br />
- De opgedane algemene kennis uit de informatica vindt in de 3de <strong>graad</strong> vele praktische toepassingen.<br />
- De pneumatica, zowel de aandrijf- als de besturingstechniek, zal voor de leerlingen totaal nieuwe leerstof<br />
zijn.<br />
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />
- De beschrijving en de toepassing van de verschillende machines en gereedschappen, die niet aan bod<br />
kwamen in de 2de <strong>graad</strong>, kennen. (De 2de <strong>graad</strong> richtte zich naar basismachines en -gereedschappen.)<br />
- Bijzondere aandacht opbrengen voor het aspect veiligheid.<br />
- Snijgereedschappen op de juiste manier plaatsen en houtbewerkingsmachines juist instellen met het oog<br />
op een nauwkeurig eindprodukt.<br />
- De CNC-machines gebruiken als exponent van de technologische vooruitgang in de houtsector en de<br />
toepassing van de kennis opgedaan in de technische vakken.<br />
- Pneumatische aandrijf- en besturingsproblemen inzien en goede oplossingen voorstellen en uitvoeren.<br />
- Eenvoudige toepassingen van moderne sturingstechnieken begrijpen zonder voorkennis van de Booleaanse<br />
vergelijkingen en met een beperkte vooropleiding Elektriciteit.<br />
3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
- Goede afspraken maken met de leraars PV en TV voor de leerinhouden: Machines, Gereedschappen,<br />
Regeltechnieken, Meettechnieken en CNC.<br />
- Zo vlug mogelijk overgaan van de abstracte pneumatische schema's naar concrete pneumatische schakelingen.<br />
Deze laatste worden op simulatietafels uitgevoerd.<br />
- Eenvoudige toepassingen maken van PLC-sturingen in combinatie met pneumatische aandrijvingen.<br />
4 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />
METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Elektromechanica/Elektronica/Hout/Mechanica - Meet- en regeltechnieken 1ste leerjaar: 2 u./w.<br />
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
1 STUDIE VAN DE MACHINES<br />
2<br />
2.1<br />
- Vierzijdige machines<br />
- Persopsluitbanken<br />
- Afwerkingsinstallatie<br />
- Slijpmachines<br />
- Fineerverwerkingsmachines<br />
- Afzuiginrichting<br />
STUDIE VAN DE SNIJGEREED-<br />
SCHAPPEN<br />
De beschrijving en de toepassing van<br />
de verschillende machines kennen.<br />
De machines "regelen" in relatie tot de<br />
afwerkings<strong>graad</strong> en de nauwkeurigheid.<br />
Inzicht verwerven in de aspecten veiligheid,<br />
gezondheid en afvalverwerking.<br />
Zaag-, frees- en boorgereedschap De verschillende zaagbladen en het<br />
frees- en boorgereedschap in functie<br />
van de materialen: massief hout,<br />
plaatmateriaal en kunststof kennen om<br />
tot een kwalitatief goed eindprodukt te<br />
komen.<br />
2.2 Het verband snijsnelheid, rotatiefrequentie<br />
en aanvoersnelheid<br />
De begrippen snijsnelheid, rotatiefrequentie<br />
en aanvoersnelheid definiëren.<br />
Het verband leggen tussen deze begrippen.<br />
2.3 Nieuwe industriële machines De evolutie van de automatisering in<br />
de houtsector schetsen (elektrisch,<br />
mechanisch, hydraulisch, pneumatisch,<br />
elektronisch).<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Aanbrengen in de machinezaal.<br />
Documentatie klaarleggen.<br />
B Technische documentatie van zagen,<br />
frezen en boren ter beschikking hebben.<br />
B<br />
Cijfervoorbeelden geven.<br />
B Bedrijfsbezoeken inschakelen.<br />
Documentatie verzamelen.<br />
- 18 -
3<br />
3.1<br />
3.2<br />
MEETTECHNIEKEN<br />
Afstandsmetingen<br />
- Meetklok<br />
- Schuifpasser<br />
- Micrometer<br />
Vochtigheidsmetingen<br />
- Houtvochtigheidsmeter<br />
- Luchtvochtigheidsmeter<br />
3.3 Comfortmetingen<br />
4<br />
4.1<br />
- Geluidssterktemeter<br />
- Lichtsterktemeter<br />
CNC-MACHINES<br />
Soorten<br />
- Frezen<br />
-Boren<br />
- Draaien<br />
Inzicht verwerven in de werking en de<br />
toepassingsmogelijkheden van de nieuwe<br />
industriële machines.<br />
Een concrete industriële machine in<br />
grote lijnen beschrijven.<br />
De verschillende meetinstrumenten<br />
correct aflezen.<br />
Het gebruik van de meetinstrumenten<br />
beschrijven bij het instellen van de<br />
machines.<br />
Hierbij belangrijke aspecten als<br />
nauwkeurigheid, veiligheid en gezondheid<br />
in acht nemen.<br />
Het verspanen vertalen naar de CNCmachine.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B De verschillende meetinstrumenten<br />
gebruiken.<br />
B Toepassen op aanwezige machines of<br />
na bedrijfsstage.<br />
- 19 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
4.2 Principewerking<br />
- Opspannen werkstukken<br />
- Opspannen gereedschap<br />
- Bewegingen van de werkstukken<br />
- Bewegingen van de gereedschappen<br />
4.3 Programmeervormen<br />
- Hoofdprogramma<br />
- Hulpprogramma<br />
- Programmacodes<br />
- Functies<br />
4.4 Instellen van de machine<br />
- Nulpunt<br />
- Snijgereedschap<br />
- Correcties<br />
- Kaliber en werkstuk<br />
4.5 Toepassing op de machine<br />
- Ingeven van waarden<br />
- Instellen van het nulpunt, van de<br />
radiuscorrecties en van de lengtecorrecties<br />
- Parameters<br />
- Programma intikken<br />
De principewerking omschrijven. B Afspraken met de leraar PV voor de<br />
uitvoeringen en de oefeningen.<br />
Oefenen met verschillende programmeervormen<br />
Gemaakte programma's uittesten. B<br />
Begrijpen en toelichten van de toepassingen<br />
op de machine.<br />
B<br />
B Vanuit Technisch tekenen enkele opdrachten<br />
hiernaar richten.<br />
- 20 -
TV Elektromechanica/Elektronica/Hout/Mechanica - Meet- en regeltechnieken 2de leerjaar: 1 u./w.<br />
5<br />
5.1<br />
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
PNEUMATICA<br />
Fysische principes voor perslucht Eigenschappen van perslucht kennen.<br />
Druk, overdruk, onderdruk, eenheid<br />
van druk omschrijven.<br />
De algemene gaswet formuleren en<br />
toepassen voor perslucht.<br />
Het probleem condensatievorming aantonen<br />
en oplossen.<br />
5.2 Onderdelen van een pneumatische<br />
installatie<br />
5.3 Ventielen<br />
- Stuurventielen<br />
- Blokkenventielen<br />
- Drukregelventielen<br />
- Stroomregelventielen<br />
De onderdelen van de persluchtproduktie<br />
opnoemen.<br />
De werking van de compressoren uitleggen.<br />
De buisdiameter van een leidingnet<br />
berekenen.<br />
Materialen en soorten fittings van persluchtleidingen<br />
bespreken.<br />
Doel en werking van boilers, filters,<br />
waterafscheiders, drukreduceerventie-<br />
len en smeertoestellen bespreken.<br />
De verschillende soorten cilinders bespreken.<br />
Symbolen van deze cilinders tekenen.<br />
Op een doorsnede de onderdelen van<br />
een dubbelwerkende cilinder benoemen.<br />
Symbolen voor functies en bedieningen<br />
tekenen.<br />
Werking van de verschillende ventielen<br />
uitleggen.<br />
De verschillende manieren van afdichting<br />
bespreken.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B Een diagram met dauwpuntskromme<br />
maken.<br />
Leidingmateriaal, fittings, materiaal<br />
voor conditionering van perslucht en<br />
cilinders ter beschikking hebben.<br />
Stuurventielen met verschillende bedieningen<br />
ter beschikking hebben.<br />
De nadruk leggen op het snelheidsregelventiel.<br />
- 21 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
5.4 Hydro-pneumatische systemen<br />
- Drukomzetters<br />
- Drukversterkers<br />
- Olie-remcilinders<br />
- Voedingsaggregaten<br />
Ventielbedieningen omschrijven.<br />
Een evolutie in de montage van ventielen<br />
schetsen.<br />
De hydro-pneumatische systemen beschrijven<br />
en hun toepassingen verklaren.<br />
5.5 Samengestelde schakelingen Schakelingen op een simulatietafel opbouwen.<br />
Vaststellingen formuleren voor de<br />
schakeling in werking.<br />
Goede oplossingen bedenken voor<br />
pneumatische problemen.<br />
6 PLC De benaming PLC verduidelijken.<br />
De opbouw van een PLC beschrijven.<br />
Het verband leggen tussen een handgeregeld<br />
proces en een besturing met<br />
PLC.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B Beschrijving en toepassingen.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B De verschillende schakelingen opbouwen<br />
op simulatietafels.<br />
Aan de hand van een eenvoudig<br />
voorbeeld (b.v. een logische ENfunctie)<br />
aantonen dat een klassieke<br />
opbouw van een besturing weinig<br />
flexibel en tijdrovend is, zeker in<br />
vergelijking met PLC.<br />
- 22 -
TV Elektromechanica/Hout/Mechanica<br />
Sterkteleer<br />
1 BEGINSITUATIE<br />
- 23 -<br />
1ste leerjaar: 1 u./w.<br />
2de leerjaar: 1 u./w.<br />
Zowel voor de leerlingen die komen uit de 2de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong> 'Houttechnieken', als voor de enkelen die komen<br />
uit de studierichting <strong>TSO</strong> 'Hout- en bouwkunde', bouwt sterkteleer voort op de basis die werd gelegd in het<br />
vak Elektromechanica/Mechanica van de 2de <strong>graad</strong>. In dit vak kwamen voornamelijk bewegingsleer en bewegingsmechanismen<br />
aan bod en in beperkte mate ook krachtenleer. Krachtenleer evenwel is voor een<br />
'Houtkundige' zeer belangrijk. Het ligt immers aan de basis om de statische problemen te kunnen bestuderen<br />
die zich in de hout- en bouwsector voordoen.<br />
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />
- Geen berekenaars vormen, maar wel houttechniekers met een theoretisch-praktisch inzicht in het gedrag<br />
van een constructie onder inwerking van belastingen.<br />
- De geometrische en de fysische kenmerken van bouwelementen berekenen of bepalen.<br />
- Een onderscheid maken tussen permanente en veranderlijke belastingen en deze kunnen bepalen in zowel<br />
een uiterste- als in een gebruiksgrenstoestand.<br />
- De begrippen kracht en moment omschrijven in relatie met de belasting.<br />
- Van isostatische constructie-elementen, de reactiekrachten berekenen (de noodzakelijke voorwaarde opdat<br />
deze in evenwicht zouden zijn).<br />
- De manier vaststellen waarop krachten op of in een doorsnede inwerken.<br />
- Op een willekeurige plaats in een belaste isostatische balk, de inwendige krachten en spanningen bepalen.<br />
- De geometrische kenmerken van een vlakke figuur berekenen.<br />
- Inzicht verwerven in het vervormingsgedrag van isostatische balken, onder invloed van de belasting.<br />
- Het verschil onderkennen tussen centrische en excentrische druk.<br />
- Het fenomeen knik onderkennen als instabiliteitsverschijnsel.<br />
3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
- Demonstratief de evenwichtsvoorwaarden aangeven.<br />
- Inzicht in de oplossingsmethodiek is zeer belangrijk. Daarom dient men:<br />
@ eenvoudige gevallen in detail te behandelen en ingewikkelde gevallen tot eenvoudige te herleiden,<br />
@ toetsen met open boek te voorzien en per afgerond geheel,<br />
@ een hoofdstuk overstijgende oefeningen te voorzien die daardoor bijdragen tot een verhoging van het<br />
inzicht tussen de leerinhouden die in de aparte hoofdstukken werden behandeld.<br />
- Oefeningen dienen materiaalgebonden en situatiegebonden te worden geconcretiseerd.<br />
- Beperk de theoretische benadering tot het allernoodzakelijkste. Maak tijd vrij voor begeleide oefeningen.<br />
- Oefeningen maken als huiswerk hebben pas dan effect, indien ook de uitkomst wordt meegegeven<br />
(stimulering van het zoekproces naar de juiste oplossing) of indien later het resultaat klassikaal of<br />
individueel wordt besproken.<br />
4 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />
METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Elektromechanica/Hout/Mechanica - Sterkteleer 1ste en 2de leerjaar: 1 u./w.<br />
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
1 GEOMETRISCHE EN FYSISCHE<br />
KENMERKEN VAN<br />
LICHAMEN<br />
- Volume<br />
- Massa<br />
. absolute volumemassa<br />
. schijnbare volumemassa<br />
2 KRACHT EN MOMENT<br />
2.1 Verband tussen kracht en massa<br />
- Relatie<br />
- Eenheid<br />
2.2 Verband tussen kracht en moment<br />
en de uitwerking van een koppel<br />
- Begrip moment<br />
- Grootte van het moment<br />
- Zin van het moment (draaizin)<br />
- Koppel van krachten<br />
Van willekeurige bouwelementen de<br />
volumes bepalen.<br />
De eenheid van een massa kennen en<br />
met voorbeelden aantonen dat deze een<br />
constante is.<br />
Met voorbeelden aantonen dat voor<br />
sterkteberekeningen de schijnbare<br />
volumemassa van bouwmaterialen<br />
moet gekend zijn en terzake tabellen<br />
raadplegen.<br />
De relatie tussen kracht, massa en<br />
versnelling weergeven.<br />
In 'orde van grootte' de versnelling op<br />
aarde kennen en aangeven dat deze van<br />
plaats tot plaats verschilt.<br />
Het verschil tussen een kracht en een<br />
massa aantonen.<br />
De eenheid van kracht kennen.<br />
Aantonen dat een kracht een bepaalde<br />
grootte en zin heeft en zich op zijn<br />
werklijn mag verplaatsen.<br />
Het begrip moment omschrijven, de<br />
grootte bepalen en de draaizin onderkennen.<br />
Een bepaald moment vervangen door<br />
een koppel van krachten waarvan<br />
ofwel de tussenafstand ofwel de<br />
grootte van de kracht gekend is.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B Verschil in schijnbare volumemassa<br />
doen aanvoelen door uitersten met<br />
elkaar te vergelijken, onder andere<br />
water, beton, isolatie-materiaal, grond<br />
... Raadpleeg gegevens uit norm NBN<br />
B03-102.<br />
Begrippen zoals absolute volumemassa<br />
en schijnbare volumemassa worden<br />
ook behandeld in Constructie bij de<br />
bespreking van grond en verdichting.<br />
Overleg met de betreffende leraar is<br />
noodzakelijk.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
(Herhaling 2de <strong>graad</strong>).<br />
De nadruk leggen op het feit dat in de<br />
omgangstaal meestal niet de kracht<br />
belangrijk is, maar wel de massa. Bijvoorbeeld<br />
de massa die een hoeveelheid<br />
stenen vertegenwoordigt.<br />
Enkel de aanvaardbare afgeleide eenheden<br />
van een kracht hanteren in verdere<br />
berekeningen, dus zeker niet de<br />
dN.<br />
Demonstratief de begrippen toelichten<br />
en de relatie leggen met de symbolische<br />
voorstelling.<br />
- 24 -
3 BEREKENING VOLGENS DE<br />
METHODE VAN DE GRENSTOE-<br />
STAND<br />
3.1 Grenstoestanden<br />
- De uiterstegrenstoestand<br />
- De gebruiksgrenstoestand<br />
3.2 De overschrijdingskans van grenstoestanden<br />
3.3 Oorzaken en in rekening brengen<br />
van onzekerheden<br />
- Onzekerheden over de gebruikte<br />
materialen (materiaalcoëfficiënt)<br />
. het in rekening brengen van<br />
karakteristieke sterkten van<br />
materialen<br />
. verschil in sterkte tussen proefresultaten<br />
en verwerkte materialen<br />
- Onzekerheden over de gebruikte<br />
belastingen (belastingscoëfficiënt)<br />
. voorspelbaarheid van de grootte<br />
van de (karakteristieke) belastingen<br />
. verschil in aangenomen belastingen<br />
en werkelijke belastingen<br />
. het niet tegelijkertijd optreden van<br />
ongunstige effecten<br />
. onvolmaaktheden in de berekeningen<br />
De begrippen uiterstegrenstoestand en<br />
gebruiksgrenstoestand aan de hand<br />
van concrete voorbeelden omschrijven.<br />
In orde van grootte de overschrijdingskans<br />
van een grenstoestand<br />
kennen.<br />
De karakteristieke sterkte van een<br />
materiaal omschrijven.<br />
De rekenwaarde voor de sterkte [Rd]<br />
bepalen (= karakteristieke sterkte /<br />
materiaalcoëfficiënt).<br />
De karakteristieke belasting omschrijven.<br />
De rekenwaarde van de belasting [Sd]<br />
bepalen (= karakteristieke belasting x<br />
belastingscoëfficiënt).<br />
NBN B03-001 (1988)<br />
B Met praktische voorbeelden het overschrijden<br />
van deze grenstoestanden<br />
toelichten.<br />
U Het verschil tussen normale, verhoogde<br />
en verminderde veiligheid toelichten.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Statistische verwerking (curve van<br />
Gauss), zowel van de proefresultaten<br />
op de materialen als van de optredende<br />
belastingen, in grafiekvorm voorstellen<br />
en toelichten.<br />
- 25 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
3.4 Basisvoorwaarde Sd
3.5.2 DE VERANDERLIJKE BELASTIN-<br />
GEN<br />
- Gebruiksbelastingen<br />
3.6 Rekenwaarde van de basisveranderlijken<br />
- Rekenwaarde van de eigenschappen<br />
van de materialen<br />
- Rekenwaarde van de belasting<br />
3.7 Combinaties van belastingen<br />
- Combinaties in de uiterste grenstoestand<br />
- Combinaties in de gebruiksgrenstoestand<br />
3.8 Het in rekening brengen van de<br />
oppervlaktekenmerken van het lichaam<br />
waarop de kracht inwerkt<br />
- De oppervlakte waarop de kracht<br />
inwerkt wordt buiten beschouwing<br />
gelaten = puntbelasting [ N ]<br />
- De lengte waarop de kracht inwerkt<br />
wordt in rekening gebracht =<br />
lijnbelasting [ N/m1 ]<br />
- De lengte en de breedte (de oppervlakte)<br />
waarop de kracht inwerkt<br />
wordt in rekening gebracht =<br />
vlakbelasting [ N/m2 ]<br />
Met bijvoorbeeld ter beschikking<br />
gestelde tabellen de gebruiksbelasting<br />
bepalen.<br />
De materiaalcoëfficiënt in tabellen<br />
opzoeken en toepassen.<br />
De belastingscoëfficiënt in tabellen<br />
opzoeken en toepassen.<br />
Voor een bepaalde belastingsituatie een<br />
belastingcombinatie maken voor een<br />
uiterste grenstoestand en voor een<br />
gebruiksgrenstoestand.<br />
De belangrijkheid van het al of niet in<br />
rekening brengen van de oppervlaktekenmerken<br />
van een lichaam<br />
(waarop de krachten inwerken) omschrijven<br />
naar lastendaling toe.<br />
Van een vlakbelasting (plaat) overgaan<br />
naar een lijnbelasting (balk) naar een<br />
puntbelasting (kolom)(telkenmale<br />
wordt één 'lengte dimensie' minder in<br />
rekening gebracht).<br />
Een lijnbelasting en een puntbelasting<br />
symbolisch voorstellen.<br />
De begrippen gelijkmatig en nietgelijkmatig<br />
verdeelde vlak- en lijnbelasting<br />
omschrijven en herkennen.<br />
B<br />
B Alleen de belangrijkste gebruiksbelastingen<br />
toelichten.<br />
B<br />
B<br />
Tabel met de coëfficiënten ter beschikking<br />
stellen.<br />
B Concrete situaties toelichten.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Om de begrippen vlakbelasting, lijnbelasting<br />
en puntbelasting aan te brengen<br />
maakt men best een ruimtelijke<br />
voorstelling. Eventueel gebruikt men<br />
een maquette waar de belastingen<br />
worden op aangegeven.<br />
Eenvoudig geïntegreerd voorbeeld<br />
uitwerken met strookbreedte (plaat)<br />
gelijk aan de eenheid en balklengte<br />
gelijk aan een veelvoud van de eenheid.<br />
De bedoeling bestaat hierin, dat men<br />
zich de ruimtelijke lastendaling visueel<br />
kan voorstellen.<br />
- 27 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
4 UITWENDIG EVENWICHT<br />
4.1 Actie en reactie Begrippen omschrijven en elkaars<br />
relatie met praktische voorbeelden<br />
aantonen.<br />
4.2 Verbindingen van een lichaam met<br />
de omgeving<br />
- Een volmaakte inklemming<br />
- Een vast steunpunt<br />
- Een beweegbaar steunpunt<br />
4.3 Uitwendige evenwichtsvoorwaarden<br />
van krachten inwerkend op een<br />
lichaam in een plat vlak<br />
- Evenwicht van verticale krachten<br />
- Evenwicht van horizontale krachten<br />
- Evenwicht van de momenten<br />
4.4 Het berekenen van de reactiekrachten<br />
van isostatische balken<br />
- Isostatisch - hyperstatisch<br />
- Balk op twee steunpunten<br />
. zonder overkragingen<br />
. met één overkraging<br />
. met twee overkragingen<br />
- Aan één zijde ingeklemde balk<br />
Het aantal van de onbekende krachten<br />
in een verbinding bepalen.<br />
Deze onbekende krachten herleiden tot<br />
één kracht en een koppel van krachten.<br />
Symbolisch de verbindingen en daarin<br />
de onbekende krachten voorstellen.<br />
Omschrijven waarom de werkingen of<br />
de belastingen (in een plat vlak beschouwd)<br />
aan drie evenwichtsvoorwaarden<br />
dienen te voldoen.<br />
Het evenwicht van verticale krachten,<br />
van horizontale krachten en van de<br />
momenten analytisch uitdrukken.<br />
De begrippen isostatisch en hyperstatisch<br />
omschrijven in relatie met het<br />
aantal bekende en onbekende vergelijkingen.<br />
Van isostatische balken, belast door<br />
puntkrachten en/of gelijkmatig verdeelde<br />
lijnbelastingen, de reactiekrachten<br />
berekenen.<br />
B Demonstratief toelichten.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Schematisch en demonstratief toelichten.<br />
De uitwerking van het koppel in<br />
een volmaakte inklemming vervangen<br />
door een moment.<br />
Met voorbeelden toelichten dat er ook<br />
geen volmaakte inklemmingen zijn<br />
(hoeksverdraaiing ...).<br />
Duidelijk bij elk voorbeeld de werkingen<br />
(belastingen) en de reactiekrachten<br />
in een aparte verzameling<br />
plaatsen. Duidelijke afspraken maken<br />
bij de keuze van de positieve richting<br />
van de krachten en de momenten.<br />
Demonstratief de evenwichtsvoorwaarden<br />
toelichten.<br />
Schetsmatig isostatisch en hyperstatisch<br />
constructies weergeven.<br />
Steeds de bekende en de onbekende<br />
krachten in een aparte verzameling<br />
plaatsen. Neem steeds dezelfde positieve<br />
richting aan voor de symbolische<br />
voorstelling van de reactiekrachten<br />
vóór de berekening wordt aangevat.<br />
- 28 -
5 INWENDIG EVENWICHT<br />
5.1 Onderverdeling van de krachten<br />
naar de wijze waarop deze op of in<br />
een normaaldoorsnede inwerken<br />
- Loodrecht op een doorsnede =<br />
normaalkracht<br />
- Gelegen in de doorsnede =<br />
dwarskracht<br />
- Twee krachten loodrecht op een<br />
doorsnede, evenwijdig aan elkaar<br />
en tegengesteld van zin =<br />
buigend koppel ... buigmoment<br />
- Twee krachten gelegen in een<br />
doorsnede, evenwijdig aan elkaar<br />
en tegengesteld van zin =<br />
wringend koppel ... wringmoment<br />
5.2 De normaalkracht, de dwarskracht<br />
en het buigend koppel in een willekeurige<br />
doorsnede van een isostatische<br />
balk<br />
- Balk op twee steunpunten<br />
. zonder overkragingen<br />
. met één overkraging<br />
. met twee overkragingen<br />
- Aan één zijde ingeklemde balk<br />
Een normaaldoorsnede ruimtelijk en in<br />
aanzicht tekenen.<br />
In deze normaaldoorsnede de inwerkende<br />
krachten tekenen.<br />
Het effect van deze inwerking verklaren.<br />
Een gedeelte van een (lichaam)<br />
bouwelement afzonderen.<br />
De grootte van de in te voeren krachten<br />
of koppels bepalen opdat na<br />
afzondering de delen in evenwicht zijn.<br />
De relatie onderkennen tussen de<br />
krachten en de koppels die zowel het<br />
ene deel als het andere deel in evenwicht<br />
houden.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Ruimtelijke voorstelling maken van<br />
zowel het doorgesneden lichaam als<br />
van de krachten die op deze doorsnede<br />
inwerken.<br />
Afspraak maken welke zin van de<br />
dwarskracht en draairichting van het<br />
koppel men als positief en negatief<br />
aanneemt.<br />
Zich beperken tot gelijkmatige verdeelde<br />
lijnbelastingen en/of puntkrachten.<br />
Steeds de gekende en de<br />
ongekende krachten die op een deel<br />
van een constructie inwerken in een<br />
verzameling plaatsen. Niet uitsluitend<br />
één deel van het lichaam afzonderen,<br />
ook het andere deel. De relatie tussen<br />
de krachten die de delen in evenwicht<br />
houden toelichten.<br />
- 29 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
5.3 Dwarskrachtfunctie- en momentenfunctie,<br />
dwarskrachtenlijn en momentenlijn<br />
- Superpositiebeginsel<br />
- Dwarskrachtenlijn<br />
- Momentenlijn<br />
.maxima<br />
. minima<br />
5.4 Type belastingen inwerkend op een<br />
balk op twee steunpunten<br />
- Balk met 1 puntbelasting in het<br />
midden<br />
- Balk met 1 puntbelasting uit het<br />
midden<br />
- Balk met een gelijkmatig verdeelde<br />
lijnbelasting<br />
6 RELATIE KRACHT - SPANNING<br />
en SPANNING - VERVORMING<br />
6.1 Spanning<br />
- Relatie kracht - spanning<br />
Het begrip superpositiebeginsel kennen<br />
en toepassen bij eenvoudige belastingen.<br />
Analytisch de dwarskrachtenfunctie en<br />
momentenfunctie opstellen en deze in<br />
tekening brengen (dwarskrachtenlijn en<br />
momentenlijn).<br />
Van enkele type-belastingsgevallen de<br />
maximum dwarskracht en het maximum<br />
moment uitrekenen.<br />
Met bijvoorbeeld het superpositiebeginsel<br />
een willekeurig belastingsgeval<br />
tot type-belastingsgevallen herleiden.<br />
Het begrip spanning omschrijven.<br />
De relatie 'kracht - spanning' in formulevorm<br />
uitdrukken en toelichten.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
U<br />
B<br />
Relatie leggen met de wiskundige<br />
vergelijking van rechte en parabool.<br />
Relatie leggen met maxima en minima<br />
van een functie. Afspraak maken in<br />
verband met de aangenomen positieve<br />
richting van het X-Y-assenstelsel.<br />
Berekende type-belastingen met<br />
tabellen toelichten en voor andere<br />
belastingen tabellen interpreteren.<br />
Voldoende benadrukken dat bij spanningen<br />
de oppervlaktedimensies,<br />
waarop de kracht inwerkt, in rekening<br />
worden gebracht.<br />
- 30 -
6.2 Relatieve verlenging Het begrip relatieve verlenging omschrijven<br />
en in formulevorm uitdrukken<br />
in functie van de verlenging.<br />
6.3 Spannings-rekdiagram<br />
- Kracht-verlengingsdiagram<br />
- Spannings-relatieve verlengingsdiagram<br />
. elasticiteitsmodulus [ N/m2 ]<br />
. grensspanning<br />
. toelaatbare spanning<br />
. grensvervorming<br />
. toelaatbare vervorming<br />
6.4 Soorten spanningen<br />
- Normaalspanning<br />
. trekspanning<br />
. drukspanning<br />
- Schuifspanning<br />
- Buigspanning<br />
Begrippen omschrijven.<br />
De relatie 'spanning - relatieve verlenging'<br />
in formulevorm uitdrukken en<br />
toelichten.<br />
Met voorbeelden aantonen dat materialen<br />
beperkt krachten/spanningen kunnen<br />
opnemen.<br />
Met voorbeelden omschrijven dat<br />
bepaalde veiligheidsmarges dienen<br />
gehanteerd in functie van de specifieke<br />
eigenschappen van de materialen.<br />
Omschrijven waarom de bouwheer, of<br />
het gebruik, bepaalde beperkingen oplegt<br />
aan de vervormingen van<br />
bouwelementen.<br />
De gebreken van bepaalde bouwmaterialen<br />
omschrijven in functie van de<br />
optredende spanningen.<br />
Relatie leggen tussen de naamgeving<br />
van de verschillende soorten spanningen<br />
en de manier waarop de<br />
krachten op een bepaalde doorsnede<br />
inwerken.<br />
Schematisch de verschillende spanningen<br />
aangeven.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B Toelichten dat een verlenging/verkorting<br />
niet alleen door spanningen<br />
wordt veroorzaakt.<br />
B<br />
In grafiekvorm de relatie tussen kracht<br />
en verlenging, spanning en relatieve<br />
verlenging, weergeven.<br />
Afspraken maken bij het weergeven in<br />
grafiek welke positieve richting men<br />
aanneemt voor trekkracht/trekspanning<br />
en drukkracht/drukspanning. Zie<br />
eveneens volgende paragraaf.<br />
Voor zowel staal, hout als beton deze<br />
grafieken toelichten en wijzen op hun<br />
eigenschappen.<br />
B In een normaaldoorsnede eerst de<br />
krachten tekenen en daarna deze<br />
vervangen door spanningen.<br />
Bij buigspanningen eerst materiaal<br />
nemen dat zowel trek- als drukspanningen<br />
kan opnemen (b.v. hout) en<br />
daarna een materiaal dat bijna uitsluitend<br />
druk opneemt (beton).<br />
- 31 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
7 GEOMETRISCHE KENMERKEN<br />
VAN EEN VLAKKE FIGUUR<br />
7.1 Oppervlakte De oppervlakte van een vlakke figuur<br />
berekenen.<br />
Het superpositiebeginsel terzake<br />
onderkennen.<br />
7.2 Statisch moment van een oppervlakte<br />
rond een as<br />
- Opsplitsen in deeloppervlakken<br />
- Superpositiebeginsel<br />
7.3 Het zwaartepunt<br />
- Keuze van de plaats van het assenstelsel<br />
7.4 Het lijntraagheidsmoment en de<br />
traagheidsstraal<br />
- Lijntraagheidsmoment<br />
- Traagheidsstraal<br />
Het statisch moment berekenen rond<br />
een willekeurige as van eenvoudige<br />
vlakke figuren.<br />
Het superpositiebeginsel terzake<br />
toepassen voor het statisch moment van<br />
een gehele oppervlakte.<br />
De voorwaarde omschrijven wanneer<br />
een as door het zwaartepunt van een<br />
figuur gaat.<br />
De plaats van het zwaartepunt van<br />
eenvoudige vlakke figuren, berekenen.<br />
Van eenvoudige figuren rond het<br />
zwaartepunt het lijntraagheidsmoment<br />
en de traagheidsstraal berekenen.<br />
B<br />
B<br />
B Voor een willekeurige vlakke figuur<br />
gebruikt men het best de methode van<br />
Flesner (coördinatenmethode).<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Aangeven dat het statisch moment rond<br />
verschillende assen niet gelijk is en<br />
daarbij de wiskundige relatie aangeven.<br />
Duidelijk toelichten dat het<br />
statisch moment ten overstaan van<br />
symmetrie-assen nul is en hieruit de<br />
plaats van het zwaartepunt afleiden.<br />
De noodzaak om het statisch moment<br />
te berekenen rond twee assen toelichten.<br />
Tabelmatig de gegevens verwerken.<br />
De nadruk leggen op het feit dat bij het<br />
samenstellen van figuren door<br />
meerdere deelfiguren de traagheidsmomenten<br />
of traagheidsstralen niet<br />
mogen worden opgeteld.<br />
- 32 -
7.5 Verandering van het lijntraagheidsmoment<br />
bij verschuiving van de<br />
assen<br />
8 ENKELVOUDIGE VLAKKE<br />
BUIGING<br />
8.1 Verloop der normaalspanningen<br />
- Hypothese van Bernouilli<br />
- Wet van Hooke<br />
- Grootte van de normaalspanningen<br />
De verandering van het lijntraagheidsmoment<br />
berekenen bij verschuiving<br />
van de assen.<br />
De vervorming van een doorsnede van<br />
een op buiging belaste balk tekenen.<br />
De spanning in een willekeurige vezel<br />
berekenen met de wet van Hooke.<br />
8.2 Ligging van de neutrale lijn Bewijzen dat de neutrale lijn door het<br />
zwaartepunt van de doorsnede gaat.<br />
8.3 Buigingsformule De buigingsformule opstellen en in<br />
oefeningen gebruiken.<br />
8.4 Weerstandsmomenten<br />
- Rechthoekige doorsneden<br />
- Metalen profielen<br />
Van rechthoekige doorsneden het<br />
weerstandsmoment berekenen en van<br />
metalen profielen met bijvoorbeeld een<br />
tabellenboek bepalen.<br />
8.5 Toepassingen Indien het maximummoment gegeven<br />
is, het vereiste metalen profiel of een<br />
houten doorsnede bepalen.<br />
9 DOORBUIGING<br />
9.1 Probleemstelling Omschrijven dat de doorbuiging behoort<br />
tot het probleem van de<br />
gebruiksgrenstoestand.<br />
U Door een eenvoudig cijfervoorbeeld<br />
aantonen.<br />
B<br />
B<br />
Situatie schematisch voorstellen.<br />
Spanningen in verschillende vezels met<br />
elkaar in relatie brengen.<br />
B De voorgaande schematische voorstelling<br />
gebruiken bij de toelichting.<br />
B De buigingsformule op verschillende<br />
manieren voorstellen.<br />
B Tabellen van profielen ter beschikking<br />
stellen en toelichten.<br />
B Concrete voorbeelden uitwerken.<br />
Oefeningen gemaakt in par. 5.3 en 5.4<br />
kunnen verder worden uitgediept.<br />
B Met praktische voorbeelden verschillende<br />
factoren omschrijven, die de toelaatbare<br />
doorbuiging beïnvloeden.<br />
- 33 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
9.2 Toelaatbare doorbuigingen<br />
- In uiterstegrenstoestand<br />
- In gebruiksgrenstoestand<br />
9.3 De doorbuiging van isostatische<br />
balken op twee steunpunten zonder<br />
overkraging(en)<br />
10 CENTRISCHE EN EXCEN-<br />
TRISCHE DRUK<br />
De toelaatbare doorbuigingen kunnen<br />
bepalen aan de hand van ter<br />
beschikking gestelde tabellen.<br />
De doorbuiging in het midden berekenen<br />
aan de hand van ter beschikking<br />
gestelde formules voor een gelijkmatig<br />
verdeelde lijnbelasting en een<br />
puntbelasting. Het superpositiebeginsel<br />
terzake toepassen.<br />
10.1 Centrische druk De minimumoppervlakte berekenen<br />
voor een inwerkende puntkracht in een<br />
uiterste grenstoestand.<br />
De normaalspanning berekenen op een<br />
oppervlakte in zowel een uiterste- als<br />
een gebruiksgrenstoestand.<br />
10.2 Excentrische druk<br />
- Centrische drukkracht<br />
-Moment<br />
Het begrip excentrische druk omschrijven.<br />
De relatie aangeven tussen een excentrische<br />
drukkracht en een centrische<br />
drukkracht plus een moment.<br />
B Tabellen ter beschikking stellen en<br />
toelichten.<br />
B Tabellen ter beschikking stellen en<br />
toelichten.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
U<br />
Concrete voorbeelden uitwerken.<br />
Oefeningen gemaakt in par. 5.3 en 5.4<br />
kunnen verder worden uitgediept.<br />
Nodige opleglengten van balken,<br />
oppervlakte van kolommen of funderingen<br />
..., kunnen worden uitgerekend.<br />
Voldoende toelichten dat bij de berekeningen<br />
problemen ontstaan indien<br />
het materiaal geen trek kan opnemen<br />
(grond, beton ...).<br />
- 34 -
11 KNIK<br />
- Het knikverschijnsel<br />
- Formule van Euler<br />
- Kniklengten<br />
- Slankheid<br />
- Beperkte geldigheid van de formule<br />
van Euler<br />
- Knikklassen volgens de Belgische<br />
Normen NBN B51-001<br />
- Knikberekening volgens de Belgische<br />
normen<br />
- Controleberekening<br />
- Ontwerpberekening<br />
12 AFSCHUIVING<br />
12.1 Schuifspanningen<br />
- Afschuifvlak - schuifspanning<br />
- Stuikvlak - stuikdruk<br />
- Eensnedig en meersnedige<br />
afschuif- en stuikvlakken<br />
Het begrip 'spanningsprobleem' en het<br />
begrip 'evenwichtsprobleem' omschrijven<br />
in relatie met het knikverschijnsel.<br />
De stabiliserende en de niet-stabiliserende<br />
elementen in de formule van<br />
Euler toelichten.<br />
Het verband inzien tussen enerzijds de<br />
reductiecoëfficiënten (in functie van de<br />
slankheid) volgens de Belgische<br />
normen en anderzijds de formule van<br />
Euler.<br />
De slankheid berekenen van rechthoekige<br />
kolommen en profielen.<br />
De knikklassen voor metalen profielen<br />
bepalen.<br />
Een controleberekening doen volgens<br />
de Belgische normen.<br />
Een ontwerpberekening uitvoeren<br />
volgens de Belgische normen.<br />
De minimum afschuif- en stuikoppervlakte<br />
berekenen voor een inwerkende<br />
langskracht in een uiterste<br />
grenstoestand.<br />
Zowel de schuifspanning in een afschuifoppervlakte,<br />
als de stuikdruk op<br />
een stuikoppervlakte berekenen in<br />
zowel een uiterste- als een gebruiksgrenstoestand.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
U<br />
B<br />
B<br />
Voor het toelichten van de formule van<br />
Euler vertrekt men best van de<br />
doorbuigingsformule van een excentrisch<br />
gedrukte staaf. Door het verhogen<br />
van de drukkracht stelt men<br />
daarbij vast dat een maximumwaarde<br />
een oneindige doorbuiging tot gevolg<br />
heeft. Uit deze formule is de Eulerkracht<br />
eenvoudig af te leiden.<br />
Tabellen van de normen terzake ter<br />
beschikking stellen en toelichten.<br />
Concrete voorbeelden uitwerken van<br />
zuivere schuifspanningen.<br />
- 35 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
12.2 Schuifspanningen in onderling loodrechte<br />
vlakken<br />
12.3 Bepalen van de schuifkracht en de<br />
schuifspanning in een langsvlak van<br />
een balk op buiging belast<br />
- Voor een willekeurig langsvlak<br />
- Ter plaatse van de neutrale lijn<br />
Met bijvoorbeeld een schets aantonen<br />
dat in twee onderling loodrechte<br />
vlakken de schuifspanningen (schuifkrachten)<br />
naar elkaar toe of van elkaar<br />
weg zijn gericht.<br />
De vervorming van een kubusje (in<br />
aanzicht voorgesteld) onder invloed<br />
van deze schuifspanning schetsen en de<br />
druk- en trekzones aanduiden.<br />
De formule opstellen die het verband<br />
weergeeft tussen de dwarskracht en de<br />
schuifspanning in een willekeurig<br />
langsvlak.<br />
Omschrijven hoe er maatregelen<br />
kunnen worden getroffen om de<br />
schuifspanningen op te nemen.<br />
B<br />
B<br />
U<br />
Kubusjes nemen ter hoogte van de<br />
neutrale lijn.<br />
Tweedimensionale voorstelling is<br />
voldoende.<br />
U Belangrijk is dat men het juiste statisch<br />
moment bepaalt van die doorsnede die<br />
kan afschuiven rond de neutrale vezel.<br />
Maximum schuifspanning bepalen voor<br />
een rechthoekige doorsnede.<br />
- 36 -
TV Hout<br />
Beroepseconomie<br />
1 BEGINSITUATIE<br />
Dit is een totaal nieuw vak. Er is geen voorkennis.<br />
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />
- 37 -<br />
De overgang van school naar bedrijf is voor bijna alle leerlingen een stap in het onbekende.<br />
2de leerjaar: 1 u./w.<br />
Het is dan ook evident dat jongeren die hun secundaire studies beëindigen, een aantal basisprincipes van<br />
bedrijfsorganisatie kennen.<br />
De algemene doelstelling van het vak "beroepseconomie" is dan ook de leerlingen een algemeen beeld te<br />
geven van de ingewikkeldheid van het bedrijf en het bedrijfsleven.<br />
Deze doelstelling kan op de volgende wijze bereikt worden :<br />
- door de leerlingen een algemeen beeld te geven van de structuur van de bedrijven via een minimum aan<br />
basiskennis.<br />
- door de leerlingen aan te sporen tot nadenken, tot het zoeken naar oplossingen en tot gemotiveerd werken<br />
via het kritisch bespreken van actuele problemen.<br />
- door de leerlingen te overtuigen dat een goede organisatie aanleiding geeft tot het kwalitatief en kwantitatief<br />
verbeteren van de produktie.<br />
- door de integratie van kwaliteitszorg, veiligheid en hygiëne in al hun activiteiten aan te moedigen.<br />
De toegemeten tijd is kort, hieruit volgt de noodzaak het leerplan soepel te interpreteren.<br />
Ga praktisch tewerk gezien het grote aanbod van het studiemateriaal en de voortdurende verandering op<br />
technisch, economisch en sociaal gebied.<br />
3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
- Kies een produktiebedrijf in de vakspecialiteit van de leerlingen, groot genoeg om alle delen van het<br />
leerplan aan bod te laten komen.<br />
- Geef bij de theoretische uitleg zoveel mogelijk een praktische toepassing.<br />
- Een bedrijfsbezoek biedt alvast vele mogelijkheden om de geziene leerstof te illustreren.<br />
- Geef de leerlingen bij bedrijfsbezoeken welbepaalde opdrachten. Analyseer en bespreek deze opdracht<br />
daarna in klasverband.<br />
- Bij planning en procesbeheersing speelt de computer een belangrijke rol.<br />
4 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />
METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Hout - Beroepseconomie 2de leerjaar: 1 u./w.<br />
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METH. WENKEN<br />
1 INLEIDING Het begrip onderneming en het nagestreefde<br />
doel omschrijven.<br />
2 DE ECONOMISCHE KRING-<br />
LOOP<br />
3 ALGEMENE ORGANISATIE<br />
3.1 Bedrijfsstructuren<br />
(van eenmanszaak tot onderneming)<br />
Begrippen als goederenstroom,<br />
geldstroom, diensten en arbeidscircuit<br />
verklaren.<br />
De onderlinge samenhang beschrijven.<br />
De verschillende bedrijfsvormen<br />
kennen.<br />
De specifieke kenmerken van elke<br />
bedrijfsvorm omschrijven.<br />
3.2 Organisatievormen De meest voorkomende organisatievormen<br />
kennen en toelichten.<br />
- De lijnorganisatie.<br />
- De functionele organisatie.<br />
(Taylorstelsel)<br />
- De lijn en staforganisatie.<br />
De voor- en nadelen van de verschillende<br />
organisatievormen bespreken.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
U<br />
B<br />
Illustreren met praktische voorbeelden<br />
uit de eigen beroepsspecialiteit.<br />
Zoveel mogelijk voorbeelden uit de<br />
eigen specialiteit geven.<br />
Uitgewerkte voorbeelden in<br />
schemavorm bespreken met de<br />
leerlingen.<br />
Ter gelegenheid van een bedrijfsbezoek<br />
de aandacht vestigen op de<br />
organisatievorm van dit bedrijf.<br />
- 38 -
4 MARKETING Weten wat men onder 'marketing'<br />
verstaat.<br />
Het begrip 'vrije markteconomie'<br />
omschrijven.<br />
Oorzaken van te lage produktiviteit<br />
opnoemen.<br />
5 PRODUKTIVITEIT EN PLAN-<br />
NING<br />
5.1 Produktiviteit Het begrip produktiviteit en rendement<br />
definiëren.<br />
De factoren opsommen die de produktiviteit<br />
en het rendement beïnvloeden.<br />
5.2 Planning Het begrip planning omschrijven.<br />
De soorten planningen:<br />
- in de tijd<br />
- in functie van de produktie<br />
kennen en bespreken.<br />
Het doel en de taken van de planning<br />
omschrijven.<br />
6 PRODUKTIEPLANNING Het begrip produktieplanning omschrijven.<br />
Inzicht hebben in de factoren die de<br />
produktieplanning beïnvloeden.<br />
U<br />
B<br />
U<br />
B<br />
Illustreren met een praktisch voorbeeld.<br />
B Illustreren met een praktisch voorbeeld.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Illustreren met een praktisch voorbeeld<br />
eigen aan de specialiteit.<br />
- 39 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
Begrippen capaciteitsplanning, bezettingsplanning<br />
en orderplanning omschrijven.<br />
Het belang en de noodzaak van deze<br />
planningen aantonen.<br />
7 STUDIE- EN TEKENBUREAU Het doel en de opdrachten van het<br />
studiebureau en van het tekenbureau<br />
omschrijven.<br />
Het verloop vanaf de voorstudie tot het<br />
afgewerkte produkt bespreken.<br />
8 WERKVOORBEREIDING Het doel en de taken van de werkvoorbereiding<br />
beschrijven.<br />
9 WERKVERDELING Het doel en de taken van de werkverdeling<br />
omschrijven.<br />
Het belang van een goede werkverdeling<br />
toelichten.<br />
10 ARBEIDSANALYSE Het begrip arbeidsanalyse omschrijven.<br />
De technieken gebruikt bij arbeidsanalyse<br />
omschrijven.<br />
- Methodenstudie.<br />
- Arbeidsmeting.<br />
De techniek van de multimomentopname<br />
(MMO) bespreken.<br />
B<br />
B<br />
Illustreren met een praktisch voorbeeld<br />
eigen aan de specialiteit.<br />
Orderplanning illustreren met de Ganttplanning<br />
en de PERT-netwerkmethode.<br />
B Samen met de leerlingen een praktisch<br />
voorbeeld bespreken.<br />
B<br />
B Uitleggen met behulp van een praktisch<br />
voorbeeld.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
U<br />
Illustreren met een praktisch voorbeeld.<br />
Toepassen op een praktisch voorbeeld.<br />
- 40 -
11 PROCESANALYSE Definiëren wat men verstaat onder<br />
procesanalyse. Het doel van de procesanalyse<br />
omschrijven.<br />
Het principe en het nut van het fabricage-,<br />
het procesanalyse- en het omloopschema<br />
uitleggen.<br />
12 WERKPOSTSTUDIE Begrip werkpost en werkpoststudie<br />
definiëren.<br />
De werkmethode gevolgd bij werkpoststudies<br />
omschrijven:<br />
- studie van de werkpostinrichting,<br />
- studie van de bewegingen,<br />
- studie van de tijden,<br />
- studie van de ergonomie.<br />
13 KOSTPRIJSBEREKENING Het begrip en de soorten kostprijzen<br />
definiëren.<br />
Het doel van de kostprijsberekening<br />
omschrijven.<br />
De verschillende elementen waaruit<br />
een kostprijs is samengesteld bepalen<br />
en toelichten.<br />
Begrippen die belangrijk zijn bij<br />
kostprijsberekeningen toelichten:<br />
- voor- en nacalculatie,<br />
- directe en indirecte kosten,<br />
- vaste en variabele kosten.<br />
B<br />
U Uitgewerkt voorbeeld met fabricage-,<br />
procesanalyse- en omloopschema<br />
gebruiken ter illustratie.<br />
B<br />
B Illustreren met een praktisch voorbeeld<br />
in de eigen werkplaats.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Illustreren met praktisch voorbeeld<br />
uitgewerkt met de MTM-methode.<br />
- 41 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
14 PERSONEEL Rechten en plichten van werkgever en<br />
werknemer bondig omschrijven.<br />
15<br />
15.1<br />
VEILIGHEID EN HYGIENE<br />
De soorten statuten en arbeidsovereenkomsten<br />
bespreken.<br />
Weten wat men verstaat onder "sociale<br />
zekerheid".<br />
Arbeidsongevallen Mogelijke oorzaken van ongevallen<br />
omschrijven.<br />
Voorkomen van arbeidsongevallen<br />
bespreken.<br />
Gevolgen van arbeidsongevallen,<br />
zowel voor werkgever als voor werknemer,<br />
omschrijven.<br />
15.2 Eerste hulp bij ongevallen Basisregels in verband met eerste hulp<br />
bij ongevallen toepassen.<br />
Werking van de dienst EHBO omschrijven.<br />
15.3 Reglementeringen Specifieke voorschriften voor het<br />
beroep opzoeken en omschrijven.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Voorbeeldformulieren van arbeidsovereenkomsten<br />
aan de leerlingen<br />
geven.<br />
B Concrete voorbeelden uit de school,<br />
vooral in de eigen werkplaats.<br />
Didactische panelen gebruiken.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B Het ARAB en het AREI ter beschikking<br />
hebben voor opzoekingswerk.<br />
- 42 -
15.4 Dienst veiligheid, gezondheid en<br />
verfraaiing<br />
16<br />
16.1<br />
INTEGRALE KWALITEITS-<br />
ZORG (IKZ)<br />
Het doel en bevoegdheden van het<br />
comité en van de dienst veiligheid, gezondheid<br />
en verfraaiing omschrijven.<br />
Wettelijke voorschriften aangaande<br />
verkiezing en samenstelling van dit<br />
comité kennen.<br />
Kwaliteitsbeheersing De begrippen kwaliteit,<br />
kwaliteitsbeheersing omschrijven.<br />
De kerngedachte van de kwaliteitsbeheersing<br />
toelichten en concretiseren in<br />
de Demingcirkel.<br />
16.2 Integrale kwaliteitszorg Het begrip IKZ omschrijven.<br />
De filosofie en de motivatie die<br />
erachter schuilen inzien en uitleggen.<br />
De zes basisregels van Ishikawa<br />
verwoorden en toelichten en toepassen.<br />
16.3 Kwaliteitsmotivatie Begrip kwaliteitsmotivatie uitleggen. B<br />
De voorwaarden en de middelen tot<br />
kwaliteitsmotivatie bespreken.<br />
U<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Met praktische voorbeelden deze<br />
begrippen illustreren.<br />
Illustreren met behulp van de kwaliteitsspiraal.<br />
- 43 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
16.4 Kwaliteitskosten Het doel van een kwaliteitskostenonderzoek<br />
uitleggen.<br />
Aan de hand van een diagram het<br />
waardenverloop van de kwaliteitskosten<br />
ten opzichte van de volmaaktheids<strong>graad</strong><br />
toelichten.<br />
16.5 Kwaliteitskringen Het doel en de principes van kwaliteitskringen<br />
verduidelijken.<br />
16.6 Groepsdynamische technieken De groepsdynamische technieken die<br />
toegepast worden bij het behandelen<br />
van problemen bespreken en toelichten.<br />
- Brainstorming.<br />
- Visgraat of Ishikawa-diagram.<br />
- Pareto-analyse.<br />
17 PROCESBEHEERSING<br />
17.1 Kwaliteitsbeoordeling De kwaliteitsbeoordeling tijdens het<br />
fabricageproces toelichten.<br />
De soorten keuringen omschrijven.<br />
Het gebruik van controlekaarten bij<br />
proces- en bij prestatiebewaking<br />
toelichten en toepassen.<br />
B<br />
U<br />
B Illustreren met eenvoudige praktische<br />
voorbeelden.<br />
B Illustreren met praktische voorbeelden<br />
uit de eigen specialiteit.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Illustreren met praktische voorbeelden.<br />
- 44 -
17.2 Variabele keuringen Het doel van het verzamelen van<br />
meetbare grootheden omschrijven.<br />
Het doel en de voordelen van een<br />
grafische weergave met de methode<br />
van de frequentieverdeling toelichten.<br />
De begrippen "gemiddelde waarde" en<br />
"spreiding" kennen en berekenen.<br />
Hun verband met het produktieproces<br />
(instellen en tolerantie) inzien.<br />
De grafische voorstelling volgens<br />
normale verdeling (Gauss-curve)<br />
opstellen, bespreken en toepassen.<br />
Het principe, het doel en het gebruik<br />
van de X-R-kaarten toelichten.<br />
17.3 Attributieve keuringen Het doel en de principes van attributieve<br />
keuringen omschrijven.<br />
De soorten controlekaarten en hun<br />
gebruik toelichten.<br />
B<br />
U<br />
B Praktisch voorbeeld gebruiken.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Samen met de leerlingen een praktisch<br />
voorbeeld uitwerken.<br />
Laten inoefenen.<br />
Praktisch voorbeeld uitwerken.<br />
X-R-kaart samen met de leerlingen<br />
opstellen.<br />
Illustreren met eenvoudige voorbeelden.<br />
- 45 -
TV Hout<br />
Laboratorium<br />
1 BEGINSITUATIE<br />
- 46 -<br />
1ste leerjaar: 2 u./w. (+ 1 u./w.)<br />
2de leerjaar: 2 u./w. (+ 1 u./w.)<br />
De lessen Laboratorium vertrekken heel duidelijk vanuit de kennis opgedaan in de lessen Materialen in de<br />
2de en 3de <strong>graad</strong>. Ook elementen uit Constructieleer en Sterkteleer moeten gekend zijn.<br />
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />
- Een houtsoort herkennen.<br />
- Houtvocht meten en de relatie kennen tussen relatieve luchtvochtigheid en evenwichtsvochtgehalte.<br />
- De invloed van "krimpen en zwellen" bepalen.<br />
- Lijm als verbindingsmiddel beoordelen.<br />
- De oppervlakte van het hout "afwerken" (van kleuren en eindlagen voorzien).<br />
- Timmerhout classificeren.<br />
- Weten hoe hout mechanisch wordt beproefd. De proeven uitvoeren.<br />
- De meest geschikte houtverbindingen na beproeving kiezen.<br />
3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
De labinrichting zal gericht zijn op: materiaalonderzoek, afwerking en mechanische eigenschappen.<br />
De lessen Laboratorium beginnen in het 1ste leerjaar met houtdeterminatie, omdat dit een logische aansluiting<br />
geeft op houtanatomie uit het 2de leerjaar van de 2de <strong>graad</strong>. De andere onderwerpen van Laboratorium<br />
worden eerst theoretisch behandeld in de lessen Materialen.<br />
De lessen Laboratorium van het 2de leerjaar sluiten voor een groot deel aan op de lessen Sterkteleer.<br />
Overleg is dus zeker noodzakelijk.<br />
Goede verslagen met een degelijke evaluatie zijn uiteraard nodig.<br />
Studiebezoeken in functie van bepaalde onderwerpen met een voorbereiding, een verslag en een evaluatie zijn<br />
meer dan nuttig.<br />
Het Opleidingscentrum Hout heeft zeer goede teksten omtrent vele onderwerpen rond Materialen en<br />
Laboratorium en richt regelmatig voor leerlingen van de 3de <strong>graad</strong> voordrachten van één dag in. Deze<br />
voordrachten zijn sterk aan te bevelen. Onderwerpen zoals lijmen, afwerken en hout beproeven, komen aan<br />
bod.<br />
In het 2de leerjaar kunnen in de lessen Laboratorium natuurlijk nog andere nuttige proeven uitgevoerd<br />
worden dan deze vermeld in het leerplan.<br />
4 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />
METHODOLOGISCHE WENKEN
- 47 -<br />
SCHEMA MATERIALEN - LAB<br />
______________________________
TV Hout - Laboratorium 1ste leerjaar: 2 u./w. (+ 1 u./w.)<br />
1<br />
1.1<br />
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
HOUTHERKENNING<br />
- Determinatietabel<br />
Loepmethode<br />
1.2 Microscoopmethode<br />
- Preparaten<br />
- Klasseren van determinatie-elementen<br />
- Determinatie van de soort<br />
. vaten,<br />
. stralen (radiaal parenchym),<br />
. parenchym (axiaal parenchym),<br />
. kruisingsvelden,<br />
.volumieke massa,<br />
Een determinatietabel gebruiken.<br />
Met een loep kenmerken van houtsoorten<br />
vastleggen.<br />
Een loep gebruiken.<br />
De techniek van het aansnijden van het<br />
hout toepassen.<br />
Het gebruik van een loepmicrometer<br />
kennen (meten en tellen van de<br />
elementen).<br />
Preparaten (microsneden) maken.<br />
Volgende elementen klasseren:<br />
- vaten: afmeting, aantal, groepering,<br />
rangschikking,<br />
- stralen: breedte, hoeveelheid,<br />
- parenchym: paratracheaal, apotracheaal.<br />
Bij naaldhout het soort kruisingsveld<br />
vaststellen.<br />
De volumieke massa van een houtmonster<br />
bij benadering bepalen.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Zie ook Houtanatomie in het 2de<br />
leerjaar van de 2de <strong>graad</strong>.<br />
Beginnen met een tabel met een<br />
beperkt aantal soorten, later kan een<br />
meer uitgebreide tabel gebruikt worden<br />
of indien mogelijk de computer.<br />
Loep die 10x vergroot, is voldoende.<br />
Bij de loepmethode zal de leerling nog<br />
niet overgaan tot een definitieve<br />
bepaling van de soort.<br />
De juiste aansnijmethode aanleren,<br />
anders is er een groot gevaar voor verwondingen.<br />
Bij gebrek aan voldoende apparatuur<br />
(o.a. microtoom) kunnen deze preparaten<br />
aangekocht worden.<br />
Modeltekeningen van parenchym en<br />
kruisingsvelden gebruiken.<br />
- 48 -
. kleur, geur, brandbaarheid<br />
. determineren<br />
. controle<br />
2 HOUTVOCHT<br />
- Meetmethode voor het vaststellen<br />
van het vochtgehalte<br />
. met de droogstoof<br />
. met de vochtmeter<br />
- Relatie tussen evenwichtsvochtgehalte<br />
en luchtvochtigheid<br />
De kleur, geur, brandbaarheid enz.<br />
vastleggen.<br />
Met de gevonden elementen de<br />
houtsoort bepalen.<br />
Een controle doen door de gevonden<br />
houtsoort te vergelijken met de modelmicrofoto.<br />
Het vochtgehalte van hout bepalen via<br />
de droogstoofmethode.<br />
Het vochtgehalte bij hout bepalen met<br />
de vochtmeter.<br />
Vele metingen van houtvochtgehalte en<br />
luchtvochtigheid doen in verschillende<br />
omstandigheden: bij bijvoorbeeld:<br />
- vensterramen,<br />
- meubels,<br />
- een houten vloer,<br />
- een dakconstructie,<br />
- een buitenbetimmering,<br />
- een buitenloods,<br />
- hout in de omgeving van verwarming,<br />
-enz.<br />
Met deze gegevens een diagram<br />
opstellen met op de X-as de relatieve<br />
vochtigheid en op de Y-as het evenwichtsvochtgehalte.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B Determinatietabel gebruiken.<br />
Modelmicrofoto's (kops) ter beschikking<br />
stellen.<br />
Voor de proeven aansluitend op dit<br />
onderwerp: zie Materialen 1ste leerjaar<br />
van de 3de <strong>graad</strong> nr. 1.<br />
- 49 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
3 KRIMPEN, ZWELLEN EN<br />
"WERKEN" VAN HOUT<br />
3.1 Onderzoek krimp, boven en onder<br />
het vezelverzadigingspunt<br />
3.2 Krimppercentage in lengte, radiaal,<br />
tangentiaal<br />
3.3 Verhouding van de krimppercentage<br />
volgens de richting<br />
Conclusies trekken omtrent de krimp<br />
na meting boven en onder het vezelverzadigingspunt.<br />
Krimppercentage vaststellen bij<br />
verschillende houtsoorten:<br />
- van nat tot 12 % houtvochtigheid,<br />
- in lengterichting,<br />
- in radiale richting,<br />
- in tangentiale richting.<br />
Uit voorgaande gegevens afleiden hoe<br />
de krimp zich verhoudt in de<br />
verschillende richtingen.<br />
3.4 Stabiele en niet-stabiele houtsoorten Uit voorgaande gegevens afleiden<br />
welke houtsoorten stabiel en welke<br />
niet-stabiel zijn.<br />
3.5 "Werken" van hout<br />
Bepalen bij massief hout en bij<br />
verschillende plaatmaterialen<br />
Berekenen hoeveel (mm) een bepaalde<br />
onbehandelde, toegepaste houtsoort<br />
radiaal en tangentiaal gezaagd "werkt"<br />
onder invloed van een wisselende<br />
relatieve vochtigheid (tussen 30 - 60<br />
%; 60 - 90 % R.V.) bijvoorbeeld bij:<br />
- een massief tafelblad (in de breedte),<br />
B<br />
B Tabel gebruiken waarop het vezelverzadigingspunt<br />
van houtsoorten is<br />
aangegeven.<br />
B Tabellen en houtfiches raadplegen en<br />
met de resultaten vergelijken.<br />
B<br />
B Deze berekeningen uitvoeren met<br />
gegevens van houtfiches en tabellen.<br />
- 50 -
4<br />
4.1<br />
4.2<br />
LIJMVERBINDINGSPROEVEN<br />
Lijmbinding en de invloed van<br />
verschillende factoren hierop<br />
- Binding door indringing<br />
- Door specifieke binding<br />
Lijmvlakken<br />
- een massieve buitendeur (in de<br />
breedte),<br />
- een plankenvloer,<br />
- een traptrede.<br />
Van verschillende plaatmaterialen de<br />
krimping (lengte, breedte, dikte)<br />
onderzoeken in de droogstoof, van<br />
evenwichtsvochtgehalte tot volledig<br />
vochtvrij.<br />
Door een vergelijkend onderzoek<br />
vaststellen dat de sterkte van de<br />
binding verschillend is en hieruit de<br />
juiste conclusies trekken.<br />
Volgende situaties onderzoeken:<br />
- hout met grote en kleine poriën,<br />
- bij samenlijmen van houtsoorten met<br />
weinig en veel inhoudstoffen en<br />
harsen,<br />
- bij samenlijmen van stukken waarbij<br />
verschillende lijmsoorten worden<br />
gebruikt,<br />
- bij samenlijmen van stukken met veel<br />
stof op de lijmvlakken,<br />
- bij samenlijmen van dosse, kwartieren<br />
kopse vlakken,<br />
- bij samenlijmen van stukken volgens<br />
vezelrichting en stukken met gekruiste<br />
vezelrichting,<br />
- bij samenlijmen van stukken die<br />
slecht op elkaar passen,<br />
B<br />
B<br />
B<br />
In de lessen Materialen in de 2de <strong>graad</strong><br />
konden sommige proeven ook reeds<br />
uitgevoerd worden. Door gebrek aan<br />
tijd worden ze wellicht verschoven<br />
naar de 3de <strong>graad</strong>.<br />
Lijmfiches gebruiken.<br />
De gelijmde stukken op trek testen op<br />
de proefbank en in een verslag<br />
conclusies trekken.<br />
- 51 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
4.3 Lijmopdracht - bij samenlijmen van stukken waarbij<br />
de lijmopdracht te klein, te groot en<br />
juist is,<br />
- bij samenlijmen van stukken waar de<br />
open tijd ruim overschreden is,<br />
- bij samenlijmen van stukken waarbij<br />
4.4<br />
4.5<br />
4.6<br />
4.7<br />
5<br />
5.1<br />
Houtvochtgehalte<br />
Lijmverdunning<br />
Perstijd<br />
Persdruk<br />
OPPERVLAKTEAFWERKING<br />
Onderzoek van de voorbereidende<br />
bewerkingen op hout<br />
de temperatuur veel te laag is,<br />
- bij stukken die een veel te hoog<br />
vochtgehalte hebben,<br />
- bij stukken die gelijmd zijn met een<br />
sterk verdunde lijm,<br />
- bij het samenlijmen van stukken<br />
waarbij de perstijd te kort is geweest,<br />
- bij het samenlijmen van stukken<br />
waarbij een te kleine persdruk is<br />
toegepast.<br />
- Schuren De kwaliteit van het geschuurde oppervlak<br />
beoordelen.<br />
B<br />
Lijm en hout in de frigo in temperatuur<br />
laten dalen vóór het lijmen.<br />
De leerlingen zullen na het uitvoeren<br />
van de proeven zeker een duidelijk<br />
beeld krijgen van het feit dat meerdere<br />
factoren de lijming kunnen<br />
beïnvloeden.<br />
Zie Materialen 1ste leerjaar van de 3de<br />
<strong>graad</strong> punt 2.2.<br />
Het resultaat van de geschuurde<br />
oppervlakken kan onder microscoop<br />
beoordeeld worden:<br />
- schuren in lange, dwarse en schuine<br />
richting,<br />
- schuurpapier van verschillende soort<br />
en korrel gebruiken.<br />
- 52 -
- Bleken Hout van verschillende soort (eik, es,<br />
kers, RNG ...) bleken (ontkleuren).<br />
- Ontvetten Weten welke en hoe houtsoorten<br />
moeten worden ontvet.<br />
- Vlekken verwijderen Vlekken van verschillende aard op<br />
hout verwijderen.<br />
- Porigheid De juiste poriënvuller toepassen voor<br />
een open-, half-gesloten- en geslotenporige<br />
afwerking.<br />
5.2 Onderzoek van verschillende<br />
afwerkingsprodukten<br />
- Wasbeits en boenwas Eikenhout afwerken met wasbeits en<br />
boenwas<br />
- Kleuren van hout met:<br />
. natuurlijke kleurstoffen,<br />
. scheikundige kleurstoffen<br />
Hout kleuren met verschillende<br />
natuurlijke kleurstoffen.<br />
De invloed van een scheikundige<br />
kleurstof (b.v. ammoniak) vergelijken<br />
op looistofarme en looistofrijke houtsoorten.<br />
De looistof kunstmatig aanbrengen.<br />
B Verschillende bleekprodukten gebruiken.<br />
De veiligheidsvoorschriften in acht<br />
nemen.<br />
Een staalkaart aanleggen.<br />
B Bedoelde houtsoorten met verschillende<br />
ontvettingsmiddelen behandelen<br />
en het resultaat voor en na onder de<br />
microscoop vergelijken.<br />
B Met de juiste produkten de aangebrachte<br />
vlekken verwijderen.<br />
B De resultaten vergelijken onder de<br />
microscoop.<br />
B Het resultaat testen in verband met<br />
slijtvastheid en waterbestendigheid.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Een eenvoudige proef doen door 2<br />
stukken hout in ammoniakgas te<br />
brengen.<br />
Opletten bij het gebruik van kunstmatige<br />
looistof in verband met irritatie<br />
van de luchtwegen.<br />
Een staalkaart maken.<br />
- 53 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
Hout kleuren door "beroken".<br />
Hout kleuren met kaligène.<br />
Hout kleuren met metaalzouten, onder<br />
andere kaliumbichromaat en ijzersulfaat.<br />
. gemengde kleurstoffen Zelf kleuren samenstellen op basis van<br />
natuurlijke en scheikundige<br />
kleurstoffen.<br />
. industriële kleuren Industriële kleuren op basis van water,<br />
nitro-cellulose enz. toepassen.<br />
- Eindlagen (vernissen en lakken)<br />
. nitrocellulose<br />
. zuurhoudende<br />
. polyurethaan<br />
. watervernissen en -lakken<br />
. onverzadigde polyesters<br />
. acrylaten<br />
. alkydharsen<br />
De verschillende soorten eindlagen<br />
aanbrengen en het eindresultaat beoordelen<br />
op zowel massief hout als op<br />
verschillende plaatmaterialen.<br />
De eindlagen beoordelen in verband<br />
met:<br />
- krasvastheid,<br />
- invloed van water,<br />
- invloed van dranken onder andere<br />
alcoholhoudende,<br />
- invloed van inkt, white-spirit,<br />
huishouddetergenten enz.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Veiligheidsvoorschriften in acht<br />
nemen.<br />
Radiale en tangentiale vlakken vergelijken.<br />
Een staalkaart maken.<br />
Veiligheidsvoorschriften in acht<br />
nemen.<br />
Een staalkaart maken.<br />
B Het experiment laten primeren.<br />
Een staalkaart maken.<br />
B Gebruiksaanwijzingen goed in acht<br />
nemen.<br />
Een staalkaart maken.<br />
B<br />
B<br />
Aanbrengen met spuitpistool.<br />
Een staalkaart aanleggen.<br />
Eindlagen evalueren door testen; goede<br />
verslagen opstellen.<br />
Een staalkaart maken.<br />
Een staalkaart maken.<br />
- 54 -
6 WARMTE- EN GELUIDSISOLA-<br />
TIEPROEVEN<br />
Hout afwerken:<br />
- door cerusering,<br />
- door patineren.<br />
Met een kleine proefopstelling de<br />
warmte- en geluidsoverdracht<br />
onderzoeken.<br />
B<br />
B Een geluidsmeter is noodzakelijk.<br />
- 55 -
TV Hout - Laboratorium 2de leerjaar: 2 u./w. (+ 1 u./w.)<br />
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
1 CLASSIFICATIE VAN TIMMER-<br />
HOUT<br />
2 MECHANISCHE PROEVEN OP<br />
HOUT<br />
3<br />
3.1<br />
BEPROEVEN VAN VERBINDIN-<br />
GEN<br />
Verbindingen in de breedte<br />
- Bij massief hout<br />
- Bij plaathout<br />
Timmerhout classificeren volgens de<br />
KAR-methode in klassen S10 - S8 -<br />
S6, en volgens STS 04-Hout.<br />
Weten hoe het materiaal "hout" mechanisch<br />
wordt beproefd en de proef op de<br />
proefbank uitvoeren:<br />
- druk,<br />
-trek,<br />
- statische buiging,<br />
- dynamische buiging (schokweerstand),<br />
- afschuiving,<br />
- hardheid,<br />
- tractiesterkte,<br />
- splijtsterkte.<br />
Uit een reeks mogelijkheden de meest<br />
geschikte breedteverbindingen vaststellen<br />
(zowel bij massief hout als bij<br />
plaathout) na beproeving van de<br />
sterkte: met veer, koud tegen elkaar<br />
gelijmd, met tand en groef, met<br />
visbek, met drevels enz.<br />
3.2 Hoekverbindingen bij plaathout Uit een reeks mogelijkheden de meest<br />
geschikte hoekverbinding bij plaathout<br />
kiezen: met veer, met tand, met<br />
profiel, met drevels enz.<br />
B Op breuk belasten en dit resultaat<br />
vergelijken met de bepaalde klasse en<br />
met de volumieke massa van het<br />
proefstuk.<br />
B Proeven volgens NEN 225.<br />
Bijwonen van proeven in bijvoorbeeld<br />
het Opleidingscentrum Hout, het<br />
WTCB, de Universiteit Gent.<br />
B Het produkt "lijm" als<br />
verbindingsmiddel is voldoende<br />
beproefd geweest in het 1ste leerjaar<br />
van de 3de <strong>graad</strong>. In deze lessen gaat<br />
het om de "verbinding" (de<br />
constructie) waarbij lijm in zijn aanbevolen<br />
omstandigheden is toegepast.<br />
B De produktiekosten van de verbinding<br />
mogen bij het besluit uiteraard ook in<br />
overweging genomen worden.<br />
- 56 -
3.3 Massieve hoekverbindingen bij<br />
meubels (b.v. bij een kastdeur)<br />
Uit een reeks mogelijkheden de meest<br />
geschikte verbinding kiezen door<br />
beproeving, bijvoorbeeld:<br />
- klassieke pen- en gatverbinding<br />
(open en gesloten),<br />
- drevelverbinding,<br />
- de verbinding met of zonder tegenprofiel<br />
van lijst en groef,<br />
-enz.<br />
3.4 Massieve ladehoekverbindingen De meest geschikte hoekverbinding<br />
kiezen uit een reeks mogelijkheden:<br />
- met drevels,<br />
- met tand en groef,<br />
- genageld,<br />
- met zwaluwstaart.<br />
3.5 Hoekverbinding bij buitendeur Door beproeving de meest geschikte<br />
verbinding bepalen uit verschillende<br />
mogelijkheden:<br />
- klassieke pen- en gatverbinding<br />
(gesloten),<br />
- met drevels,<br />
- open verbinding, met frezenset.<br />
3.6 Stoelverbinding: voorpoot en<br />
zijregel<br />
3.7 Metalen- en kunststofverbindingsmiddelen,<br />
gebruikt bij houtverbindingen<br />
Door beproeving vaststellen welke<br />
verbinding het best geschikt is:<br />
- met pen- en gatverbinding,<br />
- met drevelverbinding.<br />
Het effect van het gebruik van metalen-<br />
en kunststofverbindingsmiddelen<br />
bepalen.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B Het lijmoppervlak berekenen in verband<br />
met sterkte.<br />
Verschillende diktes van drevels<br />
uittesten.<br />
B Vanuit de resultaten experimentele<br />
"nieuwe verbindingen" uittesten.<br />
- 57 -
TV Hout<br />
Stijlleer-vormgeving<br />
1 BEGINSITUATIE<br />
- 58 -<br />
1ste leerjaar: 0 u./w. (+ 1 u./w.)<br />
2de leerjaar: 1 u./w.<br />
In hun vroegere opleiding hebben de meeste leerlingen niet op een systematische wijze contact gehad met<br />
deze leerinhouden.<br />
Het is geenszins de bedoeling de leerlingen algemene kunstgeschiedenis aan te leren. Alleen die onderdelen<br />
die nuttig zijn voor de opleiding worden aangebracht, bijvoorbeeld met betrekking tot de bouwkunst.<br />
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />
- Interesse opbrengen en aandacht besteden aan de evolutie en de betekenis van de verschillende stijlperiodes.<br />
- Specifieke kenmerken van die stijlperioden kennen en herkennen.<br />
- Opmetingen uitvoeren en schetsen zodat het verwerken en begrijpen tot betere resultaten kan leiden.<br />
3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
- De leerstof aanvullen met eigen documentatie en hierdoor actief meewerken aan de kennisopbouw.<br />
- Dit aanleggen van documentatie, knipsels, tekeningen, schetsen moet gepaard gaan met regelmatig nazicht<br />
van het werk.<br />
- Het al dan niet slagen in het opzet van de leerstof, zal in ruime mate afhangen van de wijze waarop de<br />
leraar de motivatie, de interesse en de zelfwerkzaamheid van de leerlingen zal kunnen opwekken.<br />
- Wie vanuit het complementair gedeelte reeds in het 1ste leerjaar start met TV Hout Stijlleer-vormgeving,<br />
zal meer kansen krijgen tot inzichtelijk en diepgaand behandelen van de leerinhouden. In dit geval zal<br />
men kansen krijgen tot het aanbieden van diamontages en studiebezoeken onder andere aan musea.<br />
Dit zal de motivatie voor het vak zeker verhogen. Men zal ook dieper kunnen ingaan op toepassingen met<br />
betrekking tot het eigentijdse meubel.<br />
4 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />
METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Hout - Stijlleer-vormgeving 1ste leerjaar: 0 u./w.(+ 1 u./w.) - 2de leerjaar: 1 u./w.<br />
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
1 ONTSTAAN EN BETEKENIS<br />
VAN STIJL<br />
Verwoorden welke oorzaken en welke<br />
invloeden het ontstaan van stijlperiodes<br />
bepalen.<br />
2 INDELING VAN DE STIJLEN Benamingen kennen en situeren.<br />
De nadruk leggen op de meubelkunst.<br />
3 DE OUDHEID<br />
- Egyptische kunst<br />
- Griekse kunst<br />
- Romeinse kunst<br />
4 ROMAANSE KUNST<br />
- Bouwkunst<br />
- Meubelkunst<br />
5 DE GOTISCHE KUNST<br />
- Bouwkunst in Centraal-Europa<br />
- Meubelkunst<br />
Vanuit een minimum aan algemene<br />
geschiedenis tot de toegepaste kunstgeschiedenis<br />
komen met betrekking<br />
tot:<br />
- bouwkunst,<br />
- meubelkunst.<br />
Basiskenmerken onderscheiden met<br />
betrekking tot:<br />
-orden,<br />
- ornamenten,<br />
- lijsten.<br />
De eigenschappen van de bouwkunst in<br />
de betrokken periode beschrijven.<br />
Voorbeelden uit de meubelkunst<br />
verwerken.<br />
De evolutie in de gotische bouwstijl<br />
omschrijven met betrekking tot:<br />
- het grondplan,<br />
- de boogvormen,<br />
- de versieringselementen.<br />
B Documentatie opzoeken.<br />
B Tijschema opstellen.<br />
B Dia's, tekeningen, invulbladen en<br />
documentatie gebruiken.<br />
B<br />
B<br />
Deze leerinhouden beperken om<br />
voldoende tijd over te houden voor<br />
onder andere "20ste eeuw" en "Eigentijdse<br />
meubelen".<br />
Voorbeelden en schetsen gebruiken.<br />
B Schetsen, tekeningen en documentatie<br />
gebruiken.<br />
- 59 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
6 DE RENAISSANCE<br />
De bouwkunst en de meubelkunst in<br />
Centraal-Europa, Noord- en Zuid-<br />
Europa<br />
7 DE BAROK<br />
Lodewijk XIII, Lodewijk XIV,<br />
Regence en Rococo in de Bouw- en<br />
Meubelkunst:<br />
- stijlkenmerken<br />
- materialen<br />
- versieringselementen<br />
8 NEO-CLASSICISME<br />
- Lodewijk XVI<br />
-Empire<br />
- Biedermeier<br />
- Jugendstil (Art nouveau)<br />
- Engelse stijlen<br />
De constructies in de meubelkunst<br />
toelichten.<br />
De typische versieringen in de meubelkunst<br />
aanduiden.<br />
De betekenis van de heropleving van<br />
de klassieke oudheid<br />
- in de bouw:<br />
. de kerkbouw,<br />
. de profane bouw,<br />
- in de meubelkunst,<br />
onderkennen.<br />
Het onderscheid in Zuid-, Midden- en<br />
Noord-Europa aanduiden.<br />
De betekenis van de barokstijl toelichten.<br />
Het onderscheid tussen de verschillende<br />
perioden aantonen.<br />
Het onderscheid tussen de verschillende<br />
landen aantonen:<br />
- Italië,<br />
- Frankrijk,<br />
- de Nederlanden,<br />
- Duitsland.<br />
De evolutie in de stijlen, vooral in de<br />
meubelkunst opvolgen.<br />
Bij de verklaring accenten leggen op<br />
de houtsoorten, de constructies, de<br />
afwerking.<br />
B<br />
B<br />
B Dia's, film of video, schetsen en<br />
documentatie gebruiken.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Video, dia's, film en foto's.<br />
Documentatie, tekeningen en schetsen<br />
gebruiken.<br />
B Vertrekken vanuit voorbeelden.<br />
- 60 -
9 DE 20STE EEUW<br />
- De moderne beweging<br />
- Art Déco<br />
- Functionalisme<br />
- Na 1940<br />
10 EIGENTIJDSE MEUBELEN<br />
- Kenmerken<br />
- Abstractie<br />
- Meetkundige vormen<br />
- Modulaire systemen<br />
- Lijnvormen<br />
De kenmerken van deze periodes<br />
opsommen met het accent op het<br />
interieur en de meubelen.<br />
Bekende ontwerpers bespreken, bijvoorbeeld:<br />
- Rietveld,<br />
- Vandevelde,<br />
-Horta,<br />
- Le Corbusier<br />
Langs de eigenschappen van eigentijdse<br />
meubelen inzicht krijgen in de<br />
evolutie van de ontwerpen.<br />
B<br />
B<br />
Vertrekken vanuit voorbeelden, dia's,<br />
video-opnamen, toepassingen.<br />
B Bestaande ontwerpen behandelen.<br />
Oefeningen.<br />
- 61 -
TV Hout<br />
Technisch tekenen<br />
1 BEGINSITUATIE<br />
- 62 -<br />
1ste leerjaar: 4 u./w.<br />
2de leerjaar: 4 u./w.<br />
In de 1ste <strong>graad</strong> ligt het accent in Technisch tekenen (en Plastische opvoeding) op de creativiteit. Langs het<br />
toepassen van normen en afspraken worden de leerlingen ingeleid tot een vorm van constructief tekenen<br />
waarin de creativiteit een belangrijke rol speelt.<br />
In de 2de <strong>graad</strong> wordt aan de leerlingen vooral technisch inzicht bijgebracht; ze worden getraind in het inzien<br />
van mogelijke constructievormen. Ze worden ook al gewezen op de specificiteit van elk materiaal.<br />
Op het einde van de 2de <strong>graad</strong> moeten de leerlingen een eenvoudige tekening kunnen opbouwen liefst met de<br />
computer.<br />
Tekenen is in de 3de <strong>graad</strong> het synthesevak bij uitstek. Het is het verwerken van kennis uit alle andere<br />
technische en praktische vakken om zo te komen tot bruikbare uitvoeringen en constructies.<br />
Het is voor een deel het vastzetten van ideeën naar uitvoering, getoetst aan de eigenschappen van materialen<br />
en aan de uitvoerbaarheid met de gereedschappen, waarbij de vormgeving een belangrijk element betekent.<br />
Het is duidelijk dat de middelen om te tekenen gedeeltelijk ondergeschikt zijn aan de opdracht, alhoewel het<br />
gebruik van de computer in tekenen steeds belangrijker wordt.<br />
De tekenopdrachten moeten zoveel mogelijk een toepassing zijn op "Constructieuitbouw", "Meetkundige- en<br />
projectieuitvoeringen" en "Basisbegrippen naar vorm en verhouding".<br />
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />
2.1 Met betrekking tot manueel tekenen<br />
- Via Technisch tekenen een technisch concept op verstaanbare manier op papier brengen volgens de<br />
gangbare regels.<br />
- Hierbij de voorgeschreven normen en syntaxis respecteren, zodat decoderen mogelijk wordt.<br />
- De technische tekening interpreteren.<br />
- Uit een verzameling van gegevens datgene halen wat essentieel is voor de behoeften van dat ogenblik (b.v.<br />
de geometrische vormen, de stuklijst).<br />
2.2 Met betrekking tot computertekenen<br />
- De tekening beschouwen als een middel, een gegevensbank, een stap in een CIM-concept, ten dienste van<br />
de produktie, het stockbeheer, de facturatie ...<br />
- Inzien dat als gevolg van deze ontwikkelingen de tekeningopbouw en de technologie fundamenteler<br />
worden en dat de tekening best door de technoloog met computerhulp worden gerealiseerd.<br />
- Inzien dat de technoloog de tekening moet vertalen naar machinegegevens om het werkstuk te realiseren.<br />
- Inzien dat men via comptertekenen steeds over nette tekeningen beschikt, die via bibliotheekelementen op<br />
snelle, aanpasbare manieren moeten kunnen worden opgebouwd.
3 METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
- 63 -<br />
De basisprincipes van tekenen komen eigenlijk in elk technisch en praktisch vak aan bod.<br />
De keuze van het type meubel of het schrijnwerk vormt niet de essentie van het tekenen, wel de constructieinvulling<br />
naar de uitvoering toe.<br />
Hierover zijn duidelijke afspraken te maken tussen Technisch tekenen en de andere technische en praktische<br />
vakken. Deze afspraken moeten neergeschreven zijn in het jaarplan van de bovengenoemde leraars.<br />
Er zijn enkele computertekenprogramma's: ROBOCAD, AUTOCAD, CAD-KEY, die naar de houtsector toe<br />
bruikbaar zijn. De keuze zal meebepaald worden door de mogelijkheid om de binding CAD en CAM<br />
effectief uit te werken.<br />
De leerstof Technisch tekenen is moeilijk te verdelen in aparte stukken per leerjaar.<br />
Door de grote waaier van uitvoeringen zal de keuze van de tekenopdracht, door de afdeling en de leraar<br />
vooraf en in duidelijke afspraken worden gepland (jaarplan). Dit kan en is wenselijk voor de twee leerjaren<br />
samen.<br />
Er moet wel over gewaakt worden dat elke specialiteit uit de houtsector aan bod komt, maar de profilering<br />
van de studierichting en de tewerkstellingskansen in de regio, kunnen ook meebepalend zijn bij de keuze en<br />
de omschrijving van de opdrachten.<br />
De leerinhouden "Technologie - Constructieleer" lopen parallel met de opbouw via Technisch tekenen.<br />
In het 1ste leerjaar van de 3de <strong>graad</strong> worden gehele constructies verwerkt, bijvoorbeeld een boekenkast, een<br />
buitendeur. In het 2de leerjaar van de 3de <strong>graad</strong> is de vertrekbasis het bureau-interieur, de woning of de<br />
gevel van de woning. De boekenkast of de buitendeur uit het 1ste leerjaar is in het 2de leerjaar een element<br />
van een geheel.<br />
Contacten met designers, musea en de nijverheid zijn belangrijke aspecten om te komen tot produktiegerichte<br />
opdrachten. Ook andere studierichtingen in de eigen of een andere school kunnen leiden tot teken- en<br />
uitvoeringsopdrachten.<br />
4 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />
METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Hout - Technisch tekenen 1ste en 2de leerjaar: 4 u./w.<br />
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
1 ZITMEUBELEN<br />
2<br />
2.1<br />
- Vaste en demonteerbare uitvoering<br />
- Stapelbare uitvoeringen<br />
- Zitting- en ruguitvoeringen<br />
TAFELS<br />
Pootverbindingen<br />
- Vaste verbinding<br />
- Demonteerbaar<br />
- Centrale voet<br />
2.2 Bladuitvoeringen<br />
- Massief hout en plaatwerk<br />
- Hoekige en ronde uitvoeringen<br />
- Vaste en beweegbare:<br />
. schuivend<br />
. draaiend<br />
. klappend<br />
. gecombineerd<br />
- Oppervlaktestructuren<br />
2.3 BEDDEN<br />
-Vormen<br />
- Beslagwerk<br />
De constructies uittekenen in functie<br />
van de vorm:<br />
- hoekig,<br />
- gebogen,<br />
- combinaties.<br />
Sterke constructies die goed uitvoerbaar<br />
zijn uittekenen.<br />
Tafelbladvergrotingen uittekenen en<br />
rekening houden met:<br />
- massief hout of plaatwerk,<br />
- de vorm en het uitzicht,<br />
- stabiliteit.<br />
Structuren uittekenen (b.v. inlegtechnieken).<br />
Telkens de specifieke constructies<br />
uittekenen volgens de vormen.<br />
B Ontwerpen en modellen ter beschikking<br />
hebben.<br />
B Klassieke en nieuwe uitvoeringen ter<br />
beschikking hebben, naast algemene<br />
documentatie en voorbeelden.<br />
B Klassieke en nieuwe uitvoeringen ter<br />
beschikking hebben, naast algemene<br />
documentatie en voorbeelden.<br />
B Documentatie ter beschikking stellen.<br />
- 64 -
4<br />
4.1<br />
KASTEN<br />
Vaste constructies<br />
- Massief hout<br />
- Plaatwerk<br />
- Combinaties<br />
4.2 Demonteerbare uitvoeringen<br />
- Horizontale elementen<br />
- Verticale elementen<br />
- Modules<br />
4.3 Speciale uitvoeringen<br />
5<br />
5.1<br />
- Gebogen vormen<br />
- Hoekige vormen<br />
RAMEN EN DEUREN: soorten<br />
Naar de beweging<br />
-Vast<br />
- Draaiend<br />
- Schuivend<br />
- Combinaties (o.a. draaikip)<br />
Constructietekeningen uitwerken met<br />
omschrijving van:<br />
- materialen,<br />
- beslagwerk.<br />
Constructies uittekenen in functie van<br />
de demonteerbaarheid.<br />
Rekening houden met:<br />
- verwerkbaarheid,<br />
- de standaardafmetingen van het materiaal,<br />
- de voorziene afwerking.<br />
Speciale uitvoeringen uittekenen:<br />
- gebogen vormen:<br />
. voeten,<br />
. lijsten,<br />
- draaiwerk,<br />
- speciale hoekconstructies.<br />
Vanuit een ontwerp of plan, het raam<br />
of de deur constructief uittekenen.<br />
B Documentatie ter beschikking stellen.<br />
B De computer kan goed ingeschakeld<br />
worden om elementen op te slaan,<br />
onder andere:<br />
- lijstvormen,<br />
- modules.<br />
B<br />
B Didactische stukken gebruiken.<br />
Duidelijke beschrijvingen geven van<br />
beslagwerk.<br />
- 65 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
5.2 Naar de vorm<br />
- Enkelvoudige:<br />
. recht<br />
. gebogen<br />
. speciale hoeken<br />
- Samengestelde:<br />
. in hetzelfde vlak<br />
. in verschillende vlakken<br />
5.3 Naar de constructie<br />
6<br />
6.1<br />
6.2<br />
- Frezenset<br />
- Glasbevestiging<br />
- Water- en windkering<br />
- Bevestiging<br />
- Luiken<br />
TRAPPEN<br />
Situatieplan<br />
Vormbepaling<br />
- Recht, schuin, scheluw, kwarten,<br />
spil en andere<br />
- Open en gesloten<br />
- Verdrijving<br />
- Treden en trappalen<br />
- Leuningen<br />
De basisprincipes van uitvoeren (o.a.<br />
waterkering) vertalen naar een tekening<br />
rekening houdend met de voorgeschreven<br />
vorm, de beweging, het<br />
beslagwerk.<br />
In functie van de nieuwe uitvoeringsmogelijkheden<br />
komen tot nieuwe toepassingen<br />
en deze uittekenen.<br />
Vanuit een plan de berekening maken<br />
en de vorm in tekening brengen.<br />
Moeilijkheden uittekenen onder<br />
andere:<br />
- verdrijving,<br />
- bloktrede,<br />
- kuip- en wrongstuk,<br />
- leuningen.<br />
B Hier kan dankbaar gebruik gemaakt<br />
worden van de tekeningen in CAD op<br />
schijf gezet door KVIV (werkgroep<br />
Hout).<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Verschillende woningplans ter beschikking<br />
hebben.<br />
Didactische stukken gebruiken.<br />
Afspraken maken met de leraar Technologie<br />
en PV.<br />
- 66 -
7 DAKTIMMERWERK<br />
- Gebinten<br />
- Spanten<br />
-Goten<br />
- Betimmering<br />
- Plat dak<br />
- Roosteringen<br />
8 SYSTEEMBOUW<br />
- Skeletbouw<br />
- Stapelbouw<br />
9 DAKKAPELLEN EN ERKER-<br />
BOUW<br />
- Volledig in hout<br />
- Gedeeltelijk in hout<br />
10 STUDIES IN FUNCTIE VAN<br />
- Interieur<br />
- Bestaande uitvoeringen<br />
- Speciale opdrachten<br />
- Nieuwe technologieën<br />
De gebruikelijke gebinten en spanten<br />
uittekenen naar reële situaties.<br />
Noordboom en kilkeper uittekenen en<br />
de exacte vorm bepalen.<br />
Gootafwerkingen uittekenen in verbinding<br />
met de dakconstructie.<br />
Een platdakconstructie uittekenen.<br />
Specifieke uitvoeringen uittekenen. U Documentatie.<br />
Uitbouwsystemen in constructie<br />
uitwerken.<br />
Eigentijdse uitvoeringen uittekenen in<br />
het perspectief van bestaande situaties.<br />
Ontwerpen uit de nijverheid produktierijp<br />
maken.<br />
Produktiegerichte ontwerpen uit de<br />
designwereld tekenen.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Vertrekken vanuit een woningplan,<br />
vanuit didactische stukken en vanuit<br />
documentatie.<br />
U Verschillende woningplans ter beschikking<br />
stellen.<br />
U<br />
U<br />
U<br />
Contacten leggen met: designers,<br />
musea, de nijverheid, andere studierichtingen.<br />
- 67 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
Zoeken naar toepassingen voor speciale<br />
constructies.<br />
Mogelijkheden met CNC-techniek in<br />
tekenopdrachten verwerken.<br />
Specifieke uitvoeringen tekenen voor:<br />
- nieuwe materialen<br />
- nieuwe afwerkingen, bijvoorbeeld<br />
. MDF<br />
. lakwerk<br />
. ...<br />
U<br />
U<br />
U<br />
- 68 -
TV Hout<br />
Technologie<br />
1 BEGINSITUATIE<br />
- 69 -<br />
1ste leerjaar: 3 u./w.<br />
2de leerjaar: 2 u./w. (+ 1 u./w.)<br />
De leerlingen hebben in de 2de <strong>graad</strong> 'Houttechnieken' en in 'Hout- en bouwkunde' de enkelvoudige materialen,<br />
de gereedschappen en de constructies leren verwerken. Als basis zal de kennis van de houtanatomie,<br />
de houtsoorten, de lijmsoorten, de handelsvormen van hout, de halffabrikaten verworven zijn. De<br />
basisbegrippen met betrekking tot "het werken" van hout zijn eveneens gekend. Deze kennis is noodzakelijk<br />
om verder te bouwen naar meer samengestelde constructies.<br />
2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />
- Technologie bestaat uit twee belangrijke onderdelen, namelijk:<br />
. Materialen: 1 u./w. in het 1ste leerjaar<br />
(+ 1 u./w. in het complementair gedeelte van het 2de leerjaar)<br />
. Constructieleer: 2 u./w. in het 1ste leerjaar,<br />
2 u./w. in het 2de leerjaar.<br />
- In Technologie - Constructieleer leren de leerlingen theoretische achtergronden voor de constructieuitvoeringen<br />
kennen.<br />
In het 1ste leerjaar van de 3de <strong>graad</strong> wordt hierbij de nadruk gelegd op de meubel- en schrijnwerkuitvoeringen<br />
als individuele opgaven.<br />
In het 2de leerjaar van de 3de <strong>graad</strong> maken de meubel-, de schrijn- en timmerwerkuitvoeringen deel uit<br />
van een totaal interieur of van een totaal project. Dit kan een woning, een keuken, een winkelinterieur<br />
of een complete dakuitvoering zijn.<br />
- Voor Materialen stellen wij de volgende doelen voorop:<br />
. weten hoe hout zich gedraagt en hoe het oordeelkundig wordt gedroogd,<br />
. hout kunnen verduurzamen en afwerken zowel bij meubels als bij schrijnwerkerij,<br />
. de bouwmaterialen, die een houtbewerker in zijn vak tegenkomt, kennen en de toepassingen aangeven,<br />
. de juiste isolatiematerialen kiezen bij bepaalde toepassingen en ze kunnen aanwenden,<br />
. de kunststofprodukten die een houtbewerker gebruikt kennen,<br />
. de eigenschappen van hout kennen en inzien welke toepassingen hieruit kunnen volgen.<br />
3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
- Omwille van het grote gamma aan mogelijke leerinhouden, is het noodzakelijk bruggen te slaan naar een<br />
hele reeks vakken. Zo zitten de basisbegrippen van Machineleer vervat in Meet- en regeltechnieken. De<br />
uitvoeringsmodaliteiten zijn gedeeltelijk verwerkt in de PV Praktijk/Stages Hout.<br />
Materiaalonderzoek is grotendeels terug te vinden in het Laboratorium. Andere gegevens horen in dit<br />
leerplan Technologie - Materialen thuis.<br />
- Laboratorium sluit dus nauw aan bij Technologie - Materialen. Het theoretisch aspect wordt best eerst in<br />
de lessen Technologie behandeld. Het praktisch aspect komt in de lessen Laboratorium aan bod in de<br />
vorm van eenvoudig onderzoek en proefondervindelijke vaststellingen.<br />
Hieruit blijkt duidelijk dat het aangewezen is de verwante vakken ofwel door een zelfde leraar te laten<br />
geven, ofwel regelmatig overleg tussen de verschillende leraars in te bouwen.<br />
- De volgorde van de leerinhouden zoals voorgesteld in dit leerplan is niet bindend, maar zal eerder bepaald<br />
worden door de concrete afspraken tussen de samenwerkende leraars die best vastgelegd worden in een<br />
gezamenlijke jaarplanning.
- 70 -<br />
- De leerplancommissie beveelt ten sterkste aan om het lesuur Materialen uit het complementair gedeelte<br />
zeker in te richten om de nodige diepgang en een rustiger verwerking van de leerinhouden te kunnen<br />
garanderen.<br />
- Het is belangrijk de leerlingen een duidelijk systeem van documentatieverwerking bij te brengen.<br />
4 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />
METHODOLOGISCHE WENKEN
TV Hout - Technologie - Constructieleer 1ste en 2de leerjaar: 2 u./w.<br />
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
1 ZITMEUBELEN<br />
-Stoel<br />
- Zetel<br />
2 TAFELS<br />
- Vaste constructies<br />
- Demonteerbare constructies<br />
- Mogelijkheden voor bladvergroting:<br />
klassieke en eigentijdse:<br />
. schuiven<br />
. draaien<br />
. kantelen<br />
. combinaties<br />
3 BEDDEN<br />
4<br />
4.1<br />
- Afmetingen<br />
- Uitvoeringen<br />
KASTEN<br />
Vaste constructie<br />
- Bureau<br />
- Boekenkast<br />
- Hallkast<br />
De constructies van stoelen en zetels<br />
ontleden en verantwoorden.<br />
De evolutie van vaste naar demonteerbare<br />
uitvoeringen aantonen.<br />
Tafelbladvormen meetkundig omschrijven.<br />
Nieuwe vormgevingen ontleden en de<br />
mogelijke constructies bestuderen.<br />
Nieuwe mogelijkheden van tafelbladvergroting<br />
uittekenen en behandelen,<br />
bijvoorbeeld:<br />
- "cirkante" tafel,<br />
- type SKOVBY.<br />
Vertrekkend vanuit<br />
- de vorm,<br />
- het materiaal,<br />
- de afwerking<br />
constructies bestuderen.<br />
Vaste kastconstructies uitdenken<br />
vanuit:<br />
- bestaande situaties,<br />
- ontwerpen,<br />
- materiaalkeuze.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B Uitgaan van voorbeelden en tekeningen.<br />
Werken vanuit documentatie en boeken<br />
of vanuit de modellen uit de nijverheid.<br />
B Vertrekken vanuit documentatie en<br />
modellen.<br />
B Ontwerp en documentatie uit boeken<br />
en tijdschriften halen.<br />
- 71 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
4.2 Demonteerbare kasten<br />
- Kleerkast<br />
- Keukenkast<br />
- Winkelmeubilair<br />
- Wandkast<br />
5 RAMEN<br />
- Soorten<br />
-Vormen<br />
- Beslagwerk<br />
6 BUITENDEUREN EN POORTEN<br />
-Ontwerp<br />
- Beweging<br />
7 TRAPPEN<br />
- Recht en schuin<br />
- Bordes<br />
- Scheluwe trap<br />
- Begin- en eindkwart<br />
- Spiltrap<br />
- Verdrijvingen<br />
- Leuningen<br />
Demonteerbare constructies behandelen.<br />
Naargelang van de specifieke uitvoering<br />
zoeken naar passende constructies,<br />
bijvoorbeeld:<br />
- horizontale elementen,<br />
- verticale elementen,<br />
- modulesystemen.<br />
Verschillende uitvoeringen behandelen<br />
met telkens de specifieke constructie.<br />
Rekening houden met:<br />
- de uitvoerbaarheid,<br />
- de houtsoort,<br />
- de afwerking.<br />
Constructies bepalen volgens de<br />
beweging van de deur en het voorgeschreven<br />
beslagwerk.<br />
Vanuit de principes voor<br />
trapberekening de constructies<br />
omschrijven.<br />
Specifieke moeilijkheden afzonderlijk<br />
verwerken.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Afspraken met de leraar PV.<br />
De aanwezige frezenset specifiek<br />
behandelen.<br />
B Variaties in uitvoering brengen.<br />
Beslagwerk ter beschikking hebben.<br />
Afspreken met de leraar PV.<br />
Vertrekken vanuit het woningplan.<br />
Documenten.<br />
Tekeningen.<br />
- 72 -
8 TIMMERWERK<br />
- Spanten<br />
- Gebinten<br />
- Betimmering<br />
- Gootafwerkingen<br />
- Skeletbouw<br />
9 SCHRIJNWERK UIT KUNST-<br />
STOF EN METAAL<br />
- Ramen<br />
-Deuren<br />
- Bekledingen<br />
10 INTERIEUR EN MEUBELEN IN<br />
EEN VOLLEDIG KADER<br />
- Eetkamermeubilair<br />
- Slaapkamermeubilair<br />
- Bureau-interieur<br />
- Keuken<br />
- Winkel<br />
11 ONTWERPEN VAN MEUBELEN<br />
EN SCHRIJNWERK<br />
- Materiaalbeschrijving<br />
- Constructiebepaling<br />
Principes bij dakconstructies verklaren<br />
onder andere:<br />
- overspanning,<br />
- waterwering,<br />
- afwerking,<br />
- dakvormen,<br />
- hoek- en kilkeper.<br />
Vanuit planmatige situaties de meest<br />
verantwoorde constructies behandelen<br />
en bespreken (tekenen).<br />
Specifieke uitvoeringen bespreken en<br />
vergelijken met uitvoeringen in hout:<br />
kostprijsberekening.<br />
De meubelen als elementen van een<br />
totaalconcept verwerken.<br />
Veel nadruk leggen op:<br />
- de vorm,<br />
- het materiaal,<br />
- de uitvoerbaarheid,<br />
- de afwerking.<br />
In groep of individueel zoeken naar<br />
nieuwe toepassingen voor nieuwe en<br />
traditionele materialen.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
U<br />
Vanuit een plan vertrekken.<br />
In opbouw-zijnde dakconstructies<br />
bezoeken.<br />
Bij berekeningen de computer gebruiken.<br />
Afspraken met de leraar Technisch<br />
tekenen.<br />
U Informatie uit de kijk- en doe-stage in<br />
het bedrijf halen.<br />
U Voorbeelden naar klassieke vorm en<br />
eigentijdse vorm kiezen.<br />
U Ideeën vastzetten langs schetsen.<br />
De mogelijkheden naar vormgeving<br />
verruimen.<br />
- 73 -
TV Hout - Technologie - Materialen 1ste leerjaar: 1 u./w. - 2de leerjaar: 0 u./w. (+ 1 u./w.)<br />
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
1 HOUTVOCHT EN HOUTDRO-<br />
GING<br />
1.1 Luchtvochtigheid<br />
- Absolute luchtvochtigheid<br />
- Relatieve luchtvochtigheid<br />
1.2 Houtvochtigheid<br />
- Houtvochtformule<br />
- Gebonden en vrij water in de<br />
houtcel<br />
- Vezelverzadigingspunt<br />
- Houtvochtmeting<br />
- Evenwichtsvochtgehalte<br />
1.3 Zwellen en krimpen van hout<br />
- De houtcel onder invloed van<br />
wisselende luchtvochtigheid<br />
- Het "werken" van hout in:<br />
. tangentiale<br />
. radiale richting<br />
De begrippen absolute en relatieve<br />
luchtvochtigheid begrijpen.<br />
De meting uitvoeren.<br />
De houtvochtformule verklaren.<br />
Aangeven waar houtvocht zich in het<br />
hout bevindt.<br />
De begrippen gebonden water, vrij<br />
water en hieraan gekoppeld het vezelverzadigingspunt<br />
uitleggen.<br />
Het vochtgehalte bepalen met:<br />
- de droogstoofmethode,<br />
- de elektrische weerstandsmethode.<br />
Het evenwichtsvochtgehalte begrijpen.<br />
Het verschijnsel verklaren.<br />
De relatie evenwichtsvochtgehalte en<br />
relatieve luchtvochtigheid verklaren.<br />
Het verschil tussen tangentiale en<br />
radiale krimp of zwelling aangeven.<br />
Hierbij aansluitend houtsoorten aanduiden<br />
die vormvast zijn en andere die<br />
zeer onderhevig zijn aan vormveranderingen.<br />
B Tabellen en grafieken leren gebruiken<br />
waarin de luchttemperatuur is opgenomen<br />
in relatie met de luchtvochtigheid.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Tabellen en grafieken gebruiken.<br />
Proef doen met droogstoof.<br />
Houtvochtmeter leren gebruiken.<br />
Houtvochtgehalte gaan opmeten op<br />
verschillende plaatsen bij wisselende<br />
klimaatsomstandigheden.<br />
Tabellen en grafieken leren lezen.<br />
Houtfiches en tabellen raadplegen in<br />
verband met het krimppercentage.<br />
- 74 -
1.4 Het droogproces<br />
- Klimaatsinvloed<br />
- Droogproces<br />
- Droogfouten<br />
- Droogsprong<br />
De relatie van houtvochtigheid,<br />
relatieve luchtvochtigheid en temperatuur<br />
met eigen woorden uitleggen.<br />
Het verloop van het droogproces<br />
uitleggen:<br />
- boven het vezelverzadigingspunt,<br />
- onder het vezelverzadigingspunt.<br />
Een droogcyclus beschrijven. B<br />
Fouten die zich tijdens het drogen<br />
voordoen, verklaren en weten hoe ze te<br />
vermijden.<br />
De "droogsprong" uitleggen.<br />
De invloed van de luchtsnelheid<br />
verklaren.<br />
1.5 Houtdroogsystemen Droogsystemen uitleggen en voor- en<br />
nadelen aangeven van:<br />
- natuurlijke, vrije houtdroging,<br />
- condensatiedroging,<br />
- klassieke houtdroging,<br />
- vacuümdroging.<br />
1.6 Praktijk van de droging<br />
- Stapeling<br />
- Controle<br />
- Instellen van de droogkamer<br />
Aangeven hoe nat hout moet worden<br />
gestapeld.<br />
Belang van een continue houtvochtigheidscontrole<br />
inzien.<br />
Het droogkamerklimaat instellen of<br />
uitleggen bij geautomatiseerde installaties.<br />
De factoren aangeven die de duur van<br />
de droging beïnvloeden.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Aan de hand van een droogschema te<br />
vinden in boeken en documentatie, het<br />
proces uitleggen.<br />
Stalen van foutief gedroogd hout<br />
beoordelen.<br />
B Documentatie van droogsystemen<br />
doornemen.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Tabellen raadplegen.<br />
- 75 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
1.7 Keuze van de drooginstalltie Bepalen welke de beste installatie is bij<br />
bepaalde omstandigheden in verband<br />
met:<br />
- droogkosten (energie),<br />
- droogtijd,<br />
- resultaat.<br />
2<br />
2.1<br />
HOUTBESCHERMING EN<br />
HOUTAFWERKING<br />
Houtbescherming<br />
- Noodzaak<br />
- Houtsoortkeuze<br />
- Behandelingsmethodes<br />
- Classificatie van beschermingsprodukten<br />
- Veiligheidsvoorschriften<br />
De noodzaak van houtbescherming<br />
inzien.<br />
Bewust zijn van de gevolgen die de<br />
aantasting, vooral in de bouw, meebrengt.<br />
De juiste houtsoort kiezen voor een<br />
bepaald werk.<br />
Weten welk hout beschermd moet worden.<br />
De verschillende behandelingsmethodes<br />
uitleggen.<br />
De beschermingsprodukten onderbrengen<br />
in hun classificatie.<br />
De homologatievoorschriften van de<br />
Belgische Vereniging voor Houtbescherming<br />
begrijpen.<br />
De giftigheids<strong>graad</strong> kennen en weten<br />
hoe men zich moet beschermen.<br />
B<br />
U Documentatie doornemen van fabrikanten<br />
van droogsystemen.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Een korte herhaling van de natuurlijke<br />
duurzaamheid van hout lijkt het ideale<br />
aanknopingspunt.<br />
De tabel met de klassering van natuurlijke<br />
duurzaamheid opnieuw<br />
opnemen, zie Materialen 2de leerjaar<br />
van de 2de <strong>graad</strong> (1.4).<br />
Documentatie van produkten gebruiken.<br />
Aanduidingen op de verpakking leren<br />
lezen in verband met soort, classificatie,<br />
risico's in verband met gezondheid<br />
enz.<br />
- 76 -
2.2<br />
2.2.1<br />
- "Constructieve" bescherming "Constructieve" oplossingen geven<br />
voor houtbescherming, bijvoorbeeld<br />
oversteek, kopshout ...<br />
Houtafwerking<br />
FACTOREN DIE DE AFWERKING<br />
BEINVLOEDEN<br />
- Vochtgehalte<br />
- Houtstructuur<br />
- Inhoudsstoffen<br />
2.2.2 VOORBEREIDENDE BEWERKIN-<br />
GEN<br />
- Schuren<br />
-Bleken<br />
- Ontvetten<br />
- Vlekken verwijderen<br />
Het belang kennen van het vochtgehalte<br />
in verband met de afwerking.<br />
De invloed van de houtstructuur<br />
kennen (grof- en fijnjarig hout).<br />
Weten hoe de natuurlijke inhoudstoffen<br />
de afwerking beïnvloeden.<br />
Weten hoe hout geschuurd dient te<br />
worden.<br />
De korrelmaat uitleggen.<br />
De korrelsoort en de toepassingen<br />
geven.<br />
Weten hoe hout gebleekt kan worden.<br />
Ontvettingsmethodes kennen.<br />
Vlekken van verschillende aard op<br />
hout vermijden.<br />
2.2.3 LAAGOPBOUW Weten hoe de laagopbouw uitgevoerd<br />
wordt.<br />
De verschillende bewerkingen van een<br />
afwerkingssysteem bepalen.<br />
2.2.4 TECHNISCHE EISEN DIE GESTELD<br />
WORDEN AAN EEN AF-<br />
WERKINGSLAAG<br />
Begrijpen wat de volgende eisen<br />
betekenen bij de afwerking:<br />
- hechting,<br />
- krasvastheid,<br />
- stootvastheid,<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
In de lessen Laboratorium kunnen deze<br />
bewerkingen uitgevoerd worden.<br />
- 77 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
2.2.5 ENKELE KARAKTERISTIEKEN VAN<br />
AFWERKINGSPRODUKTEN<br />
2.2.6 VERWERKINGSTECHNOLOGIE<br />
- Opbrengen van produkten<br />
- Droogsystemen<br />
- hardheid,<br />
-glans,<br />
- dekkracht,<br />
- waterdampdoorlaatbaarheid,<br />
- weerstand tegen oplosmiddelen,<br />
- warmtebestendigheid,<br />
- abrasieweerstand,<br />
- bestendigheid tegen temperatuurschok.<br />
Volgende begrippen kennen en begrijpen:<br />
- mengverhouding,<br />
- verdunning,<br />
- post-life,<br />
- viscositeit,<br />
- body,<br />
- droogtijd,<br />
- geltime,<br />
- uitstrijkrendement,<br />
- vloeiing.<br />
Het opbrengen van produkten met de<br />
borstel uitleggen.<br />
De volgende spuitmethodes kennen:<br />
- pneumatisch spuiten,<br />
- airless spuiten,<br />
- elektrostatisch spuiten,<br />
- warm spuiten,<br />
- twee componentspuiten,<br />
- gemengd airless-pneumatisch.<br />
B<br />
B<br />
B Een fabrieksbezoek is erg aanbevolen<br />
in verband met de afwerking.<br />
- 78 -
2.2.7 AFWERKINGSPRODUKTEN BIJ<br />
M E U B E L S E N<br />
BINNENSCHRIJNWERK<br />
- Boenwas<br />
- Kleurvormende produkten<br />
. kleuren<br />
. beitsen<br />
- Laagvormende produkten<br />
. vernissen<br />
. lakken<br />
De werking van een gietmachine<br />
uitleggen.<br />
De werking van een verniswalsmachine<br />
uitleggen.<br />
De dompelmethode kennen.<br />
De volgende droogsystemen uitleggen:<br />
- geforceerde luchtdroging,<br />
- UV-uitharding,<br />
- IR-droging,<br />
- EBC-uitharding.<br />
De voor- en nadelen van boenwas<br />
kennen.<br />
Poeder- en pigmentkleuren kennen en<br />
ze toepassen.<br />
Logen, gassen en metaalzouten die bij<br />
het beitsen gebruikt worden kennen en<br />
toepassen.<br />
Volgende vernis- en laksystemen<br />
kennen met hun voor- en nadelen:<br />
- nitro-cellulose,<br />
- zuurhardende,<br />
- polyurethaan,<br />
- onverzadigde polyesters,<br />
- waterlakken en vernissen,<br />
- acrylaten,<br />
- alkydharsen.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B Verschillende methodes worden in de<br />
lessen Laboratorium uitgevoerd.<br />
- 79 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
2.2.8 AFWERKING VAN BUITEN-<br />
SCHRIJNWERK<br />
- Behandelingsprincipe<br />
- Factoren die de afwerkingslaag<br />
beïnvloeden<br />
- Produktkeuze<br />
- Ideale omstandigheden bij het<br />
aanbrengen van lagen<br />
- Methodes<br />
- Fouten in de afwerkingslaag<br />
- Onderhoudschema<br />
Een zevental houtsoorten opnoemen<br />
bruikbaar voor ramen en buitendeuren.<br />
Het principe van de behandeling van<br />
ramen en deuren uitleggen in verband<br />
met relatieve luchtvochtigheid in<br />
leefruimten (vochthuishouding bij<br />
ramen en deuren).<br />
Factoren waaraan een afwerkingslaag<br />
blootgesteld is, kennen en begrijpen.<br />
Analyseren waarom tot een bepaalde<br />
produktkeuze is overgegaan.<br />
Weten welke de ideale omstandigheden<br />
zijn om de afwerkingslagen aan te<br />
brengen.<br />
De verfmethode met kwast uitleggen.<br />
Het afwerken met transparante nietfilmvormende<br />
en semi-filmvormende<br />
produkten uitleggen.<br />
Volgende fouten en gebreken in<br />
verband met het aanbrengen van verf<br />
en vernis begrijpen en weten hoe te<br />
voorkomen: loper, draperie, zakker,<br />
gebrek aan hechting, aanzet, krimp,<br />
rimpeling, overdikte, blaasjesvorming,<br />
streperigheid, wegzinken, sinaasappeleffect,<br />
krater.<br />
Een onderhoudschema voor buitenschrijnwerk<br />
opstellen.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B Toepassingen in de lessen Laboratorium.<br />
- 80 -
3 BOUWMATERIALEN De volgende bouwmaterialen kennen<br />
en hun toepassing geven:<br />
- natuur- en kunststeen,<br />
- dakafdekkingen,<br />
- vloerafdekkingen,<br />
- buizen,<br />
- betonsoorten en hun bewapening,<br />
- bindmiddelen,<br />
- bouwstenen,<br />
- bouwmetalen,<br />
- bouwkunststoffen,<br />
- dichtingsmassa's,<br />
-glas.<br />
4<br />
4.1<br />
ISOLATIEMATERIALEN<br />
Inleidende begrippen<br />
- Belang van een goede isolering<br />
- Fundamentele aspecten in verband<br />
met energiebesparing<br />
- Globaal isolatieniveau van woningen<br />
Het belang aangeven van de beheersing<br />
van het energieverbruik.<br />
Volgende fundamentele aspecten<br />
inzake energiebesparing uitleggen:<br />
- architecturaal ontwerp van de woning,<br />
- het omhulsel van het gebouw,<br />
- het verwarmingssysteem en de<br />
warmwaterproduktie,<br />
- het gedrag van de bewoners,<br />
- het globaal isolatieniveau van een<br />
woning.<br />
4.2 Warmteverlies Uitleggen hoe en waar in een woning<br />
warmteverlies geleden wordt:<br />
- via overdracht,<br />
- via luchtverversing.<br />
B Voor de leerlingen 3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />
Houttechnieken is een zeer algemene<br />
kennis van deze produkten voldoende.<br />
Dit onderwerp kan zich beperken tot 1<br />
à 1½ lesuur.<br />
B<br />
B<br />
Documentatie en catalogi gebruiken.<br />
Zie richtlijnen WTCB (K30 - K50).<br />
- 81 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
4.3 Isoleren<br />
- Thermisch comfort<br />
- Inertie<br />
- Relatie warmte en vocht<br />
- Principes omtrent ventilatie<br />
4.4 Isolatieprodukten<br />
- Indeling volgens de structuur<br />
- Vochtinvloed op het produkt<br />
- Dampscherm<br />
4.5 Isolatietechnieken<br />
- Isolatieplaatsing<br />
Het begrip thermisch comfort omschrijven.<br />
Het begrip inertie uitleggen.<br />
De relatie warmte en vocht aangeven.<br />
Ventilatie als bron van warmteverlies<br />
uitleggen en weten wat de juiste<br />
principes hieromtrent zijn.<br />
De verschillende groepen volgens hun<br />
eigen structuur opgeven.<br />
De invloed van vocht op het<br />
isolatiemiddel uitleggen.<br />
De noodzaak van een dampscherm<br />
uitleggen.<br />
Door middel van schetsen de isolatieplaatsing<br />
aangeven in volgende situaties:<br />
- bij buitenmuren,<br />
- bij vloeren,<br />
- bij hellende daken,<br />
- bij platte daken.<br />
Het belang van een verzorgde isolatieplaatsing<br />
uitleggen.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
Documentatie raadplegen en "leren<br />
lezen".<br />
B Technische tekeningen hieromtrent van<br />
WTCB en van tijdschriften ontleden.<br />
- 82 -
4.6 8-waarde en K-waarde Voorbeelden van berekeningen begrijpen.<br />
4.7 Isolatiematerialen Van volgende materialen de<br />
samenstelling, de handelsvorm, de<br />
voor- en nadelen en de toepassing<br />
kennen:<br />
-glaswol,<br />
- rotswol,<br />
- geëxtrudeerd polystyreen,<br />
- geëxpandeerd polystyreen,<br />
- polyurethaan,<br />
- vermiculiet-perliet,<br />
- cellenglas,<br />
- ureumformaldehydeschuim,<br />
- isolerende beglazing.<br />
5<br />
5.1<br />
KUNSTSTOFFEN<br />
Moleculaire structuur De opbouw van de thermoplasten<br />
uitleggen en een overzicht van de<br />
soorten geven.<br />
De opbouw van de thermoharders<br />
uitleggen en een overzicht van de<br />
soorten geven.<br />
5.2 Verwerking van thermoplasten De volgende verwerkingsmethoden<br />
uitleggen:<br />
- kalanderen,<br />
- extruderen,<br />
- folieblazen,<br />
- spuitgieten,<br />
- vacuümvormen,<br />
- wervelsinteren.<br />
B Deze waarden kunnen best aan de hand<br />
van technische tekeningen uitgelegd<br />
worden.<br />
B Documentatie raadplegen.<br />
U<br />
U<br />
U<br />
- 83 -
Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />
5.3 Verwerken van thermoharders De volgende verwerkingsmethodes<br />
uitleggen:<br />
-persen,<br />
- verwerking tot platen,<br />
- gewapende polyesters.<br />
5.4 Verdere verwerking van kunststoffen<br />
Weten hoe kunststoffen verspaand,<br />
gelast en gelijmd worden.<br />
5.5 Soorten en eigenschappen Van de volgende thermoplasten de<br />
eigenschappen en de toepassingen<br />
geven:<br />
- polyethyleen,<br />
- polypropyleen,<br />
- polyvinylchloride,<br />
- polystyreen,<br />
- acrylharsen,<br />
- polyamiden,<br />
- polycarbonaat.<br />
Van volgende thermoharders de<br />
eigenschappen en toepasingen geven:<br />
- fenolformaldehydehars,<br />
- ureumformaldehydehars,<br />
- melamineformaldehydehars,<br />
- polyurethaan,<br />
- epoxyhars,<br />
- polyesterhars.<br />
U<br />
U<br />
U Documentatie gebruiken.<br />
Voorbeelden van toepassingen van<br />
deze stoffen laten zien.<br />
U<br />
- 84 -
6 WARMTE-EIGENSCHAPPEN<br />
VAN HOUT<br />
- Warmtegeleidingscoëfficiënt<br />
- Soortelijke warmte<br />
- Gedrag bij brand<br />
7 GELUIDSEIGENSCHAPPEN<br />
VAN HOUT<br />
- Begrip geluid<br />
- Decibel<br />
- Geluidsisolerende produkten<br />
- Isolatieniveau<br />
De definitie verklaren van:<br />
- warmtegeleidingscoëfficiënt,<br />
- soortelijke warmte bij hout.<br />
Uitleggen waarom houten constructies<br />
zich bij brand "uitstekend" gedragen in<br />
verband met:<br />
- de uitzettingscoëfficiënt,<br />
- het verlies aan mechanische sterkte,<br />
- de inbrandingssnelheid.<br />
Uitleggen hoe geluid ontstaat.<br />
Het begrip decibel (dB) omschrijven.<br />
Materialen kennen die de geluidsisolatie<br />
bevorderen.<br />
Het isolatieniveau begrijpen.<br />
Door schetsen uitleggen hoe houten<br />
bouwconstructies in verband met de<br />
geluidsoverlast moeten opgevat<br />
worden.<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
B<br />
In de lessen Laboratorium worden deze<br />
begrippen proefondervindelijk<br />
uitgelegd.<br />
- 85 -
7 BIBLIOGRAFIE<br />
7.1 Algemeen<br />
- 86 -<br />
BR. HENRI-LOUIS, LEDENT, G., Bouwelementen. Deel 2.<br />
CHANSON, L., Traité d'ébénisterie.<br />
DE BOECK, e.a., Een gezonde geest in een gezond lichaam in een gezond huis.<br />
DE BRUYNE, P., Meubelontwerpen. 24 reprodukties. 1985.<br />
DE BRUYNE, P., Meubelontwerpen. Origineel exemplaar. 1985.<br />
DEFOUR, F., Zeven eeuwen meubelkunst in België. 13de tot 20ste eeuw in Vlaanderen en Wallonië.<br />
1977.<br />
DEFOUR, F., Zeven eeuwen meubelkunst in België. Bijlage. 142 onuitgegeven foto's. 1978.<br />
DEPECKER, A., VANDENBERGHE, A., Leer-, werk- en documentatieboek hout-bouw. 1981.<br />
DEPECKER, A., VANDENBERGHE, A., WAUTER, W., Polyvalente opleiding houtbewerking. Leer-,<br />
werk- en documentatieboek. Deel 1.<br />
ELSINGA, H., Handenarbeid. Karton-, papier- en kleiarbeid.<br />
FEBELHOUT, De algemene situering van de belgische houtbewerking. 1989.<br />
JANSSENS, L., De ambachtsorganisatie schrijnwerkerij. 1988.<br />
MICHEL, H., Instrumenten van de wetenschap in de kunst en de geschiedenis. 1972.<br />
NACEBO, Het socio-economisch profiel van de schrijnwerkerij in Vlaanderen.<br />
NORBURY, B., Britisch craftsmanship in wood. 1990.<br />
ROETTGER, E., KLANTE, D., SAGNER, A. , Handenarbeid als creatief spel. Hout. 1979.<br />
ROUBO, J.A., L'art du menuisier en meubles. 1982.<br />
SCHENK, T., WEISHEIT, A., Gestaltung im tischlerhandwerk. 1982.<br />
SEDMEIER, K.M., Formelsannlung Holztechniek. 1982.<br />
STOKES, G., Zelf vakkundig houtdraaien. 1980.<br />
SUTTERLAND-PONTIER, Geschiedenis der bouwkunst. Deel 1. 1980.<br />
SUTTERLAND-PONTIER, Geschiedenis der bouwkunst. Deel 2. 1980.<br />
THEYS, J., Bouwplannen. Documentatiemap. Eenvoudige woning in open bebouwing. Deel 1. 1978.<br />
THORLIN, A., Nieuwe ideeën voor houtdraaiers. 1981.<br />
VAN DE WALLE, A., De gotiek in België. Architectuur, monumentale kunst. 1972.<br />
VANDOORNE, R., Een huis om in te wonen. Deel I Grondstoffen en materialen.
- 87 -<br />
VANDOORNE, R., Een huis om in te wonen. Deel II Bouwen en verbouwen.<br />
VEDEL, H., LANGE J., Bomen en struiken in bos en veld. 1974.<br />
VERHEUL, H., Zelf houtdraaien. 1981.<br />
VRIEND, J., Repertorium voor de geschiedenis der bouwkunst. 1973.<br />
VROEGINDEWEIJ, C., Lijmen voor de houtverwerkende industrie. 1976.<br />
WEIJS, F., Met beide handen. Uit het goede hout gesneden. 1984.<br />
WILLIAM, A., LINCOLN, The complete manual of wood veneering. 1984.<br />
WITHELM, F., Houtdraaien voor iedereen. 1970.<br />
7.2 Constructieleer<br />
BARSTOW, J.E.N., Praktische und dekorative holzverbindingen. 1987.<br />
BOER, C., BAKKER, J., Opbouw en afwerking van gebouwen. Deel 1. 1972.<br />
BOER, C., BAKKER, J., Opbouw en afwerking van gebouwen. Deel 2. 1972.<br />
CAMPKIN, M., The technique of marquetry. 1988.<br />
Centrum Hout. Houtdocumentatie. Delen 1, 1A, 2, 3.<br />
CLARYSSE, J., Houtbewerking deel 1. 1980.<br />
CLARYSSE, J., Houtbewerking deel 2. 1980.<br />
CLARYSSE, J., Houtbewerking deel 4. 1981.<br />
CLARYSSE, J., Technologie houtbewerking. Deel 3. 1980.<br />
CLARYSSE, J., Technologie houtbewerking. Deel 5: trappen. 1985.<br />
DEPECKER, A., Polyvalente opleiding houtbewerking deel 2B. Buitendeuren en ramen.<br />
FVB, Bouwmethodes daken. 1986.<br />
FVB, Bouwmethodes trappen. 1986.<br />
GEERINCKX, R., Schrijnwerk vergeten kunst. 1985.<br />
GRAUBNER, W., Holzverbindingen. 1990.<br />
HAYWARD, C., Houtverbindingen. 1977.<br />
Houtskeletbouw. Handleiding voor de praktijk. Houtskeletbouw. Technische documentatie.<br />
LANNAU, G., Werkboek hout voor VSBO Beroepsvoorbereidend leerjaar. 1979.<br />
MAZEROLLE, L., Traité théorique et pratique de charpente.<br />
MEYER-BOHE, W., Daecher. Elemente des bauens. 1979.<br />
MEYER-BOHE, W., Fenster. Reeks: elemente des bauens. Deel 4. 1978.
- 88 -<br />
MEYER-BOHE, W., Treppen. Reeks: elemente des bauens. Deel 8. 1975.<br />
MEYER-BOHE, W., Tueren and tore. Reeks: elemente des bauens. Deel 13. 1977.<br />
MUELLER, W., Innenarchitektur. Reeks: elemente des bauens. Deel 9. 1981.<br />
NEUFERT, E., Bauentwurfslehre. Grundlagen. Vorschriften über anlage, Bau...<br />
PIERRE, R., La marquetterie. 1981.<br />
PRACHT, K., Moebel und innenausbau. Handbuch der holzconstruktionen. 1983.<br />
REITMAYER, U., Holztueren und holztore. 1970.<br />
RUST, R., Algemene houtbewerking. Praktijk en constructieleer B1. Reeks: op brede basis. Serie van het<br />
LTO.<br />
STEINHOEFEL, O., Holztreppen. Handbuch fuer den bau von holztreppen. Trappen. 1960.<br />
STEVIN, S., Kwaliteit in houtskeletbouw.<br />
VAN DAELE, H., SEYS, V., Trappen.<br />
VANDEWEYER, P., Moderne houtbewerking. 5 dakconstructies. 1981.<br />
VANDEWEYER, P., Moderne houtbewerking. Deel 4. Trappen. 1980.<br />
VANDEWEYER, P., Moderne houtbewerking. Deel 2. Deuren. 1975.<br />
VANDEWEYER, P., Moderne houtbewerking. Deel 3. Ramen. 1977.<br />
VAN TOL, A., UFFEN, H., ENGELSMAN, C., Algemene bouwkunde. Deel 1. 1981.<br />
VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Algemene bouwkunde. Deel 1. Perspectief. 1977.<br />
VAN TOL, A., Bouwkunde van het hoger technisch onderwijs. Deel 12. Beschoeiingen keermuren.<br />
VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 0. Inleiding tot de bouwkunde. 1977.<br />
VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 2. Grondwerk, fundering, kelders, opgaand<br />
werk.<br />
VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 3. Vloeren, plafonds, daken.<br />
VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 4. Kozijnen, ramen, deuren.<br />
VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 5. Trappen, liften, gevels. 1979.<br />
VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 8. Afwerking. 1978.<br />
VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 9A. Bouwkunde in kort bestek. A. 1979.<br />
VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 9B. Bouwkunde in kort bestek. B. 1978.<br />
WILLIBALD, M., Treppen-technik. 1988.
7.3 Houtsnijden<br />
- 89 -<br />
BAKKEREN, H., Hakken in hout. Scheepsversieringen, naamborden, decoraties. 1976.<br />
GRAVENEY, C., Houtsnijden (2). 1981.<br />
KOCH, K., Das schnitzerbuch. 1988.<br />
KRETZSCHMAR, G., Zelf houtsnijden . 1980.<br />
ROTTGER, E., Hout 2. 1966.<br />
VANDAMME, E., De polychromie van gotische houtsculptuur in de zuidelijke Nederlanden.<br />
7.4 Machines<br />
BOOTSMA, T., Machinale houtbewerking. Reeks: bouwen op niveau. 1982.<br />
CORNELSEN, W., CNC-holzbearbeitungsmaschien. 1990.<br />
DELFT, B., VAN DER GREER, A., Gereedschapsleer. Deel 2. Reeks: vorming en techniek. 1975.<br />
DEPPERT, W., STOLL, S., Pneumatische toepassingen. 1980.<br />
GROUP SHOW, Woodworking machinery. 1967.<br />
RAUWERDA, A., Machinale houtbewerking. 1970.<br />
REIJERS-DE HAAS, Flexibele produktie automatisering. 1988.<br />
VAN DE VELDE, A., Verspaningstechnieken en snijgereedschap voor machinale houtbewerking. 1986.<br />
Van fietspomp tot schema. 1991.<br />
VAN WEEREN, A., BORDEWIJK, W., Machinale houtbewerking. Reeks: op brede basis. Serie voor<br />
het LTO.<br />
7.5 Materialen<br />
BERG, K., BOES, G., VANDER LINDE, J., Encyclopedie van de materialenkennis. Deel 1 van<br />
A-G. 1963.<br />
BERG, K., BOES, G., VANDER LINDE, J., Encyclopedie van de materialenkennis. Deel 2 van<br />
H-O. 1963.<br />
BERG, K., BOES, G., VANDER LINDE, J., Encyclopedie van de materialenkennis. Deel 3 van<br />
P-Z. 1963.<br />
BOGAERT, H., COCKX, E., DEMEESTER, L., Courante bomen. 1982.<br />
BOOTSMAN, T., Materialen. Reeks: bouwen op niveau. 1982.<br />
COPIJN, J., Bomen laten leven. Bomen in stad en land. Hun functie, geschiedenis en verzorging.<br />
DECHAMPS, R., Sleutel voor houtdeterminatie met de loep van in België beschikbare houtsoorten uit<br />
gematigde en subtropische streken. 1983.
DE KESEL, W., Houtlijm.<br />
- 90 -<br />
DE KESEL, W., Bindingen. Kultuurhistorische bijdrage over de bindmiddelen. In kunst en magie.. 1980.<br />
DELAFOSSE, De dessin de charpente. Platen.<br />
EDLIN, H., Bomen, bos en hout. 1979.<br />
Handleiding voor de vakman.<br />
HEILIG, P., Houtvademecum. 1981.<br />
HOGERVORST, P., NAAIJKENS, A., Materialen voor het meubelmaken. 1975.<br />
JOHNSON, H., Het bomenboek. Bomen en struiken in onze tuinen en parken. Bossen en landschappen.<br />
1975.<br />
LINCOLN, W., World woods in colour. 1986.<br />
Mc DANIEL, T., Isolatiegids, energiebesparing in woningen. 1980.<br />
PIVA, G., Schilders-vademecum. 1982.<br />
RAUWERDA, A., Gereedschappen en werktuigen voor de houtbewerking. Handbewerking. Deel 1..<br />
RUST, R., VAN WEEREN, A., Algemene houtbewerking. Materialen- en gereedschapsleer A2. Atlas des<br />
bois tropicaux.<br />
SACHSSE, H., Einheimische nutzholzer und ihre bestimmung nach makroskopischen merkmalen. 1984.<br />
SACHSSE, H., Exotische nutzholzer. 1991.<br />
VAN WEEREN, A., Meubelmaken. Materialen- en gereedschapsleer. Reeks: op brede basis. Serie van<br />
het LTO.<br />
VEROUGSTRAETE, P., Diagnose: huiszwalm. Een informatiebrochure voor de vakman en de gebruiker.<br />
1989.<br />
WAGENFUR-SCHEIBER, Holzatlas.<br />
WISELIUS, S., Houtvademecum. 1990.<br />
7.6 Organisatie<br />
BAKKER, J., Bestekken en bouwadministratie. Studieboek voor het hoger technisch onderwijs. 1970.<br />
BEETS, P., NIEUWENHUIS, O., STAADEGAARD, Bedrijfskundige vakken. Organisatie van het<br />
bouwen. Bestekken en begrotingen. Bouwadministratie. Deel 1: Bouwen. 1981.<br />
BEETS, P., NIEUWENHUIS, O., STAADEGAARD, Bedrijfskundige vakken. Planning en organisatie.<br />
Deel 2: Bouwen. 1981.
7.7 Restauratie<br />
BRAUCH, M., Kleine meubelen. 1980.<br />
GOETZ, S., Zelf inlijsten. 1981.<br />
HITIER, J., Guide du meuble ancien. 1984.<br />
KEYSERS, Grosses antiquitaten. 1980.<br />
- 91 -<br />
ROWLAND, T., Behoud en herstel van antiek. 1984.<br />
7.8 Stijlleer<br />
ALEXANDER, J., Catalogue of illuminated manuscript cuttings. 1980<br />
BRYANT, J., Victoria and Albert Museum - Guide officiel.<br />
CLOUZOT, H., Le style Louis-Philippe-Napoléon. 1939.<br />
DACIER, E., Le style Louis XVI. 1939.<br />
DE BALLAIGUE, G., Preferences in french furniture. 1979.<br />
DUNCAN, A., Chefs-d'oeuvre fin de siècle. La collection Silverman. 1989.<br />
GAIRAUD, Y., Le guidargus du meuble.<br />
GAIRAUD, Y., Le guidargus du meuble régional. 1990.<br />
GEBELIN, F., Le style renaissance. 1942.<br />
HOFFMAN, J., Stilhandbuch. 1979.<br />
KEIM, A., La décoration et le mobilier à l'époque romantique.<br />
KOCH, W., Bauwstilkunde. 1988.<br />
KLESSE, B., Museum für angewandte kunst Köln. 1989.<br />
LEDOUX-LEBARD, D., Le mobilier français du XIXème siècle. 1989.<br />
Le mobilier au pays de Liège, principalement au 18ème siècle. 1984.<br />
MANN, J.G., M.A., F.S.A., Wallace collection catalogues sculpture. 1981.<br />
MERTENS, W., Kunstgeschiedenis deel 1. 1977.<br />
MERTENS, W., Kunstgeschiedenis deel 2. 1981.<br />
PHILIPPE, J., Meubles, styles et décors entre Meuse en Rhin. 1977.<br />
RETTELBUSCH, E., Stilhandbuch. Ornamentik, innenausbau von den aeltesten zeiten bis zum bidermeier.<br />
1965.<br />
SCHEYS, G., Kunststof schrijnwerk (2). 1988.
VERLET, P., Le style Louix XV. 1942.<br />
WINGENFELD, W., Köln St. Aposteln. 1988.<br />
7.9 Tekenen<br />
- 92 -<br />
BOELHOUWER, A., Scheve parallelprojectie bij examenstudie voor de acten. NO tekst.<br />
BOELHOUWER, A., Scheve parallelprojectie bij examenstudie voor de acten. NO platen.<br />
BRINKSMA, A., HARTOG, D., VAN DEN S.J., Vak- en projectietekenen voor houtbewerkers.<br />
Deel 1. 1971.<br />
DALLE, A., DE WAELE, C., Leerboek der vlakke meetkunde. Landmeten en waterpassen.<br />
DEPECKER, A., VANDENBERGHE, A., Tekenbladen bij leer-, werk- en documentatieboek hout-bouw.<br />
1981.<br />
GENERALE BANK, Belgische beeldhouwkunst Deel I. 1990.<br />
GENERALE BANK, Belgische beeldhouwkunst Deel II. 1990.<br />
GROSVENOR PRESS, The international collection of interior design. 1984.<br />
HENDRIKS, J., Binnenste buiten. 1974.<br />
MULLER, U., Das gesellenstuck. 1983.<br />
MULLER, U., Das meisterstuck. 1985.<br />
Provincie Limburg, Laat-gotische beeldsnijkunst uit Limburg en Grensland. 1990.<br />
RUECHEL, E., MUELLER, H., STEGLICH, H., Fachzeichnen Holz. 1987.<br />
SEMBACH, LENTHAUSEN, FOSSEL, Meubeldesign van de 20ste eeuw. 1989.<br />
Stichting Int., Interieur 90. 1990.<br />
VAN DALEN, A., RUST, R., BORDEWIJK, W., Algemene houtbewerking. Vaktekenen en technisch<br />
schetsen B1. Reeks: op brede basis. Serie voor het LTO.<br />
VAN WEEREN, A., BORDEWIJK, W., Vaktekenen en technische schetsen B1. Meubelmaken. Reeks:<br />
op brede basis. Serie voor het LTO.<br />
WAALEWIJN, G., RAUWERDA, A., Vaktekenen voor timmerlieden. Deel 1.<br />
WITVROUWEN, E., Tekenen voor houtbewerkers. Deel 1.<br />
WITVROUWEN, E., Tekenen voor houtbewerkers. Deel 2. Deuren.<br />
7.10 Publikaties van volgende instellingen<br />
Nationaal Houtvoorlichtingsbureau.<br />
Belgisch Instituut voor Normalisatie.<br />
KVIV - Tekencommissie Hout en aanverwante.
Nationaal Instituut voor de huisvesting.<br />
Technisch Centrum voor de Houtnijverheid.<br />
7.11 Nuttige adressen<br />
HOUTVOORLICHTING<br />
Nationaal Houtvoorlichtingsbureau (NHVB)<br />
Koningstraat 109/111<br />
1000 Brussel.<br />
American Plywood Association (APA)<br />
Grote steenweg 624<br />
2600 Berchem.<br />
- 93 -<br />
Council of Forest Industries of British Columbia (COFI)<br />
Persstraat 4<br />
1000 Brussel.<br />
Stichting Zweedse en Finse Houtinformatie (ZFH)<br />
Vijzelgracht 17<br />
NL-1017 HM Amsterdam.<br />
OVERHEID<br />
Dienst Groen, Waters en Bossen - Vlaams Gewest<br />
Belliardstraat 12-18<br />
1040 Brussel.<br />
Diensten Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu<br />
Waters en Bossen Brussels Gewest<br />
Trierstraat 49<br />
1040 Brussel.<br />
Ministerie van Openbare Werken - Bestuur der Gebouwen<br />
Dienst voor de Technische Goedkeuring en Type-Voorschriften<br />
Wetstraat 155<br />
1040 Brussel.<br />
NORMALISATIE<br />
Belgisch Instituut voor Normalisatie<br />
Brabançonnelaan 29<br />
1000 Brussel.<br />
7.12 Onderzoekscentra<br />
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het bouwbedrijf (WTCB)<br />
Lombardstraat 41<br />
1000 Brussel.<br />
Technisch Centrum voor de Houtnijverheid (TCHN)<br />
Alsembergsesteenweg 830<br />
118O Brussel.<br />
KVIV Koninklijke Ingenieursvereniging<br />
Desguinlei 214 B<br />
2018 Antwerpen.
- 94 -<br />
Laboratorium voor Houttechnologie - Faculteit van de Landbouwwetenschappen<br />
Rijksuniversiteit Gent<br />
Coupure Links 653<br />
9000 Gent.<br />
Sectie Land- en Boseconomie - Dienst Houtanatomie van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika<br />
Leuvensesteenweg 13<br />
1980 Zemst.<br />
Timber Engineering (TE)<br />
Steenweg op Alsemberg 830<br />
1180 Brussel.<br />
7.13 Onderzoeksfondsen<br />
Studie- en onderzoeksfonds voor Bosuitbating (SOFBO)<br />
Centrumgalerij - Blok II - 5de verdieping<br />
1000 Brussel.<br />
Studie- en onderzoeksfonds voor Zagerijen en Aanverwante Nijverheden (SOFZAN)<br />
Koningsstraat 163<br />
1210 Brussel.<br />
7.14 Beroepsverenigingen<br />
Belgische Federatie der Houtinvoerhandel (BFHI)<br />
Koningsstraat 109/111<br />
1000 Brussel.<br />
Belgische Federatie der Ondernemingen van de Houtverwerking (Febelhout)<br />
Koningstraat 109/111<br />
1000 Brussel.<br />
Federatie van de Algemene Aannemers van Schrijnwerk en/of aanverwante beroepen van het Vlaamse<br />
Gewest (FVSB)<br />
Centrumgalerij 348 Lombardstraat 34-42<br />
1000 Brussel.<br />
Belgische Federatie der Bosuitbaters, Papier- en Mijnhoutuitbaters (FEDERAM)<br />
Centrumgalerij - Blok II - 5de verdieping<br />
1000 Brussel.<br />
Belgische Vereniging van Producenten en Invoerders van Preparaten voor Houtbescherming (PROBOIS)<br />
Maria Louizasquare 49<br />
1040 Brussel.<br />
Belgische vereniging voor Houtbescherming (BFHB)<br />
Maria Louizasquare 49<br />
1040 Brussel.<br />
7.15 Studie<br />
Houtstudiecentrum voor het Technisch Onderwijs (HCTO)<br />
Auwerstraat 58<br />
2600 Berchem.
Opleidingscentrum Hout (OCH)<br />
Alsembergsesteenweg 830<br />
1180 Brussel.<br />
7.16 Beurzen<br />
Internationale Houtbewerkingsvakbeurs - Brussel<br />
Belgiëplein<br />
1020 Brussel.<br />
Internationale Vakbeurs van het Meubel - Brussel<br />
Verenigingsstraat 15<br />
1000 Brussel.<br />
Internationale Meubelbeurs Köln Messe.<br />
Ligna Hannover (Machinebeurs).<br />
7.17 Tijdschriften<br />
De Vlaamse Schrijnwerker.<br />
Meubel Echo.<br />
Houthandel- en nijverheid.<br />
Meubihome.<br />
Houtnieuws.<br />
De Vlaamse Houtdraaier.<br />
Bau + Möbelschreiner (D).<br />
Woodworking International (GB).<br />
Meubel (NL).<br />
DDS. De Deutse Schreiner (D).<br />
- 95 -