23.09.2013 Views

O:\leerplan-2002\3de graad TSO - VVKSO - ICT-coördinatoren

O:\leerplan-2002\3de graad TSO - VVKSO - ICT-coördinatoren

O:\leerplan-2002\3de graad TSO - VVKSO - ICT-coördinatoren

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Studierichting<br />

Houttechnieken<br />

Derde <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK<br />

1ste leerjaar/2de leerjaar<br />

SECUNDAIR ONDERWIJS<br />

Guimardstraat 1 - 1040 BRUSSEL<br />

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS<br />

- Licap-uitgave - Brussel -<br />

Licapnummer: D/1992/0279/064<br />

december 1992


HOUTTECHNIEKEN<br />

LESSENTABEL<br />

1ste lj. 2de lj.<br />

1 Basisvorming 12 12<br />

2 Optie<br />

AV Godsdienst 2 2<br />

AV Aardrijkskunde 1 1<br />

AV Frans 2 2<br />

AV Geschiedenis 1 1<br />

AV Lichamelijke opvoeding 2 2<br />

AV Nederlands 2 2<br />

AV Wiskunde 2 2<br />

2.1 Studierichting (fundamenteel gedeelte) 20 20<br />

PV Praktijk/Stages Hout (x) 8 8<br />

TV Elektromechanica/Elektronica/Hout/Mechanica (x) 2 1<br />

Meet- en regeltechnieken<br />

TV Elektromechanica/Hout/Mechanica (x) 1 1<br />

Sterkteleer<br />

TV Hout 9 10<br />

Beroepseconomie (x) 0 1<br />

Laboratorium (x) 2 2<br />

Stijlleer-vormgeving (x) 0 1<br />

Technisch tekenen (x) 4 4<br />

Technologie (x) 3 2<br />

2.2 Complementair gedeelte: maximum 4 4<br />

- Te kiezen uit de vakken en/of de specialiteiten opgesomd in het Besluit van de Vlaamse Executieve van 5<br />

juni 1989 tot vaststelling van de algemene vakken, de kunstvakken, de technische vakken en de praktische<br />

vakken.<br />

- Wanneer in het complementair gedeelte één of meer vakken gekozen worden die ook voorkomen in de<br />

basisvorming of in het fundamenteel gedeelte dan vervallen deze vakken niet in de basisvorming, noch in<br />

het fundamenteel gedeelte.<br />

- Pedagogische aanbevelingen:<br />

PV Praktijk/Stages Hout (x) 2• 2•<br />

TV Hout<br />

Laboratorium (x) 1• 1•<br />

Stijlleer-vormgeving (x) 1• 0<br />

Technologie (materialen) (x) 0 1•<br />

(x) Voor deze vakken is het leerplan in deze brochure opgenomen.<br />

(•) Deze aanduiding staat voor uitbreiding van het aantal lessen voorzien in de basisvorming of in het<br />

studierichtingsgedeelte.


INHOUD<br />

1 BEGINSITUATIE .................................................... 4<br />

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN ...................................... 4<br />

3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN ......................... 5<br />

4 RELATIE TUSSEN DE DOELSTELLINGEN, DE EVALUTIE EN DE<br />

GEINTEGREERDE PROEF ........................................... 7<br />

5 TAXONOMIE ....................................................... 8<br />

6 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />

METHODOLOGISCHE WENKEN ..................................... 8<br />

PV Praktijk/Stages Hout ............................................... 9<br />

TV Elektromechanica/Elektronica/Hout/Mechanica<br />

Meet- en regeltechnieken ........................................... 17<br />

TV Elektromechanica/Hout/Mechanica<br />

Sterkteleer ....................................................... 23<br />

TV Hout<br />

Beroepseconomie .................................................. 37<br />

TV Hout<br />

Laboratorium .................................................... 46<br />

TV Hout<br />

Stijlleer-vormgeving ................................................ 58<br />

TV Hout<br />

Technisch tekenen ................................................. 62<br />

TV Hout<br />

Technologie ....................................................... 69<br />

7 BIBLIOGRAFIE ..................................................... 86<br />

blz.


- 4 -<br />

Werken aan het christelijk-gelovig opvoedingsproject is een opdracht van de hele schoolgemeenschap.<br />

Deze uitdaging is zeker geen aangelegenheid van de leraar godsdienst alleen. Elk vak kan<br />

in zijn dialoog met de werkelijkheid een eigen bijdrage leveren tot een christelijk geïnspireerd<br />

zoeken naar waarheid. Elk vak biedt de kansen en de mogelijkheden om tot waardenverheldering<br />

of gelovige duiding te komen. In elk vak kunnen leraars vanuit een dialogale houding jonge<br />

mensen aanzetten tot een christelijk-ethische reflectie op de inhouden, tot een houding van verwondering<br />

en bewondering, van solidariteit, van eerbied en dankbaarheid.<br />

In de beschrijvingen van de studieprofielen is de dimensie van het christelijk-gelovig opvoedingsproject<br />

steeds op de achtergrond aanwezig. Hier en daar wordt uitdrukkelijk op de mogelijkheden<br />

gewezen om het opvoedingsproject vanuit de componenten of de eigenheid van de studierichtingen<br />

concrete gestalte te geven.<br />

1 BEGINSITUATIE<br />

De opleidingen 'Hout- en bouwkunde' en 'Houttechnieken' 2de <strong>graad</strong> krijgen een normaal en noodzakelijk<br />

vervolg in de 3de <strong>graad</strong> 'Houttechnieken'.<br />

In de 2de <strong>graad</strong> zijn de leerinhouden naar enkelvoudige technische verwezenlijkingen gericht.<br />

In de 3de <strong>graad</strong> Houttechnieken worden de leerinhouden van Technisch tekenen, Technologie en Praktijk in een<br />

toegepaste vorm verwerkt.<br />

Een zekere mate van ruimtelijk inzicht en een goede kennis van de enkelvoudige materialen en dito constructies<br />

is een noodzaak.<br />

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />

Als basis voor de algemene doelstellingen verwijzen we naar de studieprofielen die door de Sectorcommissie<br />

Hout van de VLOR zijn uitgewerkt. (Document 1991-1992 ...) (*)<br />

Het lijkt ons absoluut noodzakelijk dat elke school over dit document zou beschikken en het zou gebruiken als<br />

basisdocument bij het bespreken van het studieprofiel. Omwille van de lijvigheid van het document kunnen wij<br />

in het plaatsbestek van dit leerplan slechts enkele summiere gegevens overnemen.<br />

2.1 Algemene kennis<br />

- Praktische taalbeheersing bezitten.<br />

- Over een vakspecialiteit een gesprek voeren.<br />

- Kritische zin bezitten.<br />

- Een christelijke ingesteldheid verwerven.<br />

2.2 Beroepsgerichte kennis<br />

- Technieken over planning en organisatie beheersen.<br />

- Technisch rapporteren.<br />

- Kennis hebben over de aankoop van grondstoffen en gereedschappen.<br />

- Werkvoorbereidingen opstellen voor enkelvoudige uitvoeringen en voor serieverwerkingen.<br />

- Machines instellen en sturen.<br />

- Prijsbewust denken in functie van kwaliteit en stabiliteit bij schrijn- en timmerwerkuitvoeringen.<br />

- Principes die aan de basis van meubelstijlen liggen, kennen om deze in passende situaties te transfereren.<br />

(*) Rapport betreffende profielen en opleidingen in de houtsector<br />

Vlaamse Onderwijsraad, Jozef II-straat 68, 1040 Brussel.


- 5 -<br />

- Begrippen van thermische en akoestische isolatie kennen.<br />

- Kwaliteitsbewust denken en handelen.<br />

- De computer integreren.<br />

2.3 Vereiste vaardigheden<br />

- De voorhanden zijnde machines instellen en bedienen.<br />

- Verspaningstechnieken toepassen.<br />

- Gereedschappen verantwoord instellen.<br />

- Zin voor afwerking tonen.<br />

2.4 Vereiste persoonlijkheidskenmerken<br />

De volgende kenmerken in zekere mate bezitten:<br />

- doorzettingsvermogen,<br />

- zin voor verantwoordelijkheid,<br />

- flexibiliteit,<br />

- zin voor nauwkeurigheid,<br />

- bereidheid tot navorming,<br />

- kwaliteitsbewust handelen,<br />

- zin voor veiligheid en hygiëne,<br />

- ambitieuse ingesteldheid,<br />

- creativiteit.<br />

2.5 Verdere studies<br />

- Een 3de specialisatiejaar van de 3de <strong>graad</strong>.<br />

- Hoger onderwijs van het korte type (graduaat) of het lange type (voor de allerbesten).<br />

- Onderwijs voor sociale promotie.<br />

- Pedagogisch hoger onderwijs (Technisch regentaat).<br />

2.6 Tewerkstellingsmogelijkheden<br />

- Zelfstandige (eventueel na enkele jaren ervaring en verdere bijscholing)<br />

- In houtbewerkende en houtverwerkende bedrijven:<br />

. als technicus, bedienaar-programmeur van CNC-machines, medewerker op het studiebureel of op het<br />

planningsbureel,<br />

. als technisch-commercieel medewerker.<br />

- In toeleveringsbedrijven voor de houtsector, de meubelhandel, de houthandel in een technisch commerciële<br />

functie.<br />

3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

3.1 Vakkenintegratie<br />

In de 3de <strong>graad</strong> van de studierichting 'Houttechnieken' moet speciaal gelet worden op de noodzakelijke binding<br />

van de verschillende leerinhouden over de vakken heen.<br />

Door de idee van integratie tussen TV en PV krijgen de technische vakken een meerwaarde. De leerinhouden<br />

worden hier in een gerichte vorm verwerkt langs voorbeelden gehaald uit het produceren.<br />

Om te komen tot een goede coördinatie en om overlappingen te vermijden, is het noodzakelijk om per <strong>graad</strong><br />

gezamenlijk de jaarplannen op te stellen. Dit geldt ook voor de combinatie Laboratorium met Materialen<br />

enerzijds en voor Technologie constructies en Technisch tekenen anderzijds.


- 6 -<br />

Als voorbeeld van een dergelijke horizontale planning vernoemen we het onderdeel "trappen". Zowel in<br />

Technologie, in Technisch tekenen als in Praktijk komt dit gegeven aan bod. Alle soorten trappen kunnen in<br />

elk vak uitvoering verwerkt worden.<br />

Naargelang de afspraken over deze leerinhouden kan in Technisch tekenen een trap met gebogen binnenwand<br />

getekend worden, in Technologie kunnen de verdrijvingen aan bod komen en in de Praktijk kan een kuipstukverbinding<br />

uitgevoerd worden.<br />

Er zijn uiteraard nog enkele andere invalshoeken die een verrijking voor elk vak garanderen. Zonder in<br />

extremen te vervallen is het mogelijk deze aspecten regelmatig in de verwerking van de leerinhouden in te<br />

lassen.<br />

3.2 Kwaliteitszorg<br />

De IKZ-gedachte kan zonder veel theorie in elk vak ingang vinden. Zowel bij het opstellen van de werkvoorbereiding,<br />

als naar de uitvoering van een opdracht, zowel in TV als in PV, wordt het streven naar kwaliteit<br />

meeverrekend.<br />

Telkens kunnen de stappen: plannen, uitvoeren, evalueren en bijsturen ingecalculeerd worden, zodat zij na<br />

enige tijd bij de leerlingen als een spontane attitude optreden.<br />

Leerlingen vertrouwd maken met een zekere vorm van zelfcontrole is eveneens aan te bevelen.<br />

3.3 Integratie informatica<br />

Waar in de 2de <strong>graad</strong> in basisinformatica werd voorzien, volgt in de 3de <strong>graad</strong> de volledige integratie in de<br />

technische en praktische vakken.<br />

Bij de keuze van de oefeningen zal men daar terdege rekening mee houden.<br />

In elk vak kan men het gebruik van de computer integreren, maar de integratie naar verschillende vakken samen<br />

biedt meer mogelijkheden. Zo is het mogelijk dat uitvoeringen in het vak Technisch tekenen gebruik maken<br />

van de informatie uit het vak Materialen en dat hierop verder gewerkt wordt in Laboratorium. Bij de stap naar<br />

Praktijk kan de tekening een aanvulling krijgen in functie van de uitvoering. De computer kan eveneens een<br />

hulp zijn bij de uiteindelijke prijsberekening.<br />

In een speciale verwerking met de computer is voorzien als de school over een CNC-machine beschikt. Het<br />

Technisch tekenen zal dan evolueren doordat men rekening houdt met de principes van verspanen die aan de<br />

machine uitgevoerd worden.<br />

Bij het tekenen van raamuitvoeringen moet in eerste instantie de op school aanwezige frezenset verwerkt<br />

worden. Door de welbepaalde eigenschappen van de frezenset krijgt de tekening een specifieke opbouw.<br />

3.4 Veiligheid en gezondheid<br />

Vanuit een steeds sterker wordend milieu- en veiligheidsbewustzijn, worden er in elk vak elementen veiligheid<br />

en gezondheid ingebouwd.<br />

Het is bovendien nodig dat wettelijke voorschriften met betrekking tot veiligheid en gezondheid in de houtbewerking<br />

aan de leerlingen meegedeeld worden.<br />

In elke opdracht kan ruimte worden voorzien om deze belangrijke elementen te verwerken. Bijvoorbeeld:<br />

- veiligheid bij het instellen van machines,<br />

- bescherming bij het gebruik van grondstoffen,<br />

- veiligheid bij afwerkingstechnieken,<br />

- veiligheid in de lokalen: onder andere lab, praktijk.<br />

Zeker met betrekking tot de afwerkingstechnieken (spuittechnieken) zal men rekening moeten houden met de<br />

bepalingen van Vlarem II.


3.5 Europese dimensie<br />

- 7 -<br />

Er zijn tal van mogelijkheden om de opleiding te oriënteren naar een Europese dimensie, bijvoorbeeld door:<br />

- het kennen en toepassen van de Europese normen,<br />

- milieuproblemen in een ruimer perspectief te zien,<br />

- contacten met buitenlandse opleidingsvormen,<br />

- uitwisseling op leerlingenniveau,<br />

- culturele uitwisseling in functie van de opleiding bijvoorbeeld met betrekking tot design.<br />

3.6 Evaluatie<br />

Om het in de gedachten van IKZ te formuleren: evaluatie moet 'een bestendige verwerking' krijgen.<br />

Benevens de evaluatiemomenten die door elke leraar in zijn jaarplan verwerkt zijn, moeten we de leerlingen<br />

modellen aanbieden waardoor ze langs zelfevaluatie hun leerproces kunnen bijsturen.<br />

Door regelmatige en goed geplande evaluatiebeurten kunnen we zowel het proces als het produkt van fouten<br />

vrijwaren.<br />

Zo wordt er gewerkt aan een mentaliteit waarbij ook de persoonlijke vaardigheden worden geactiveerd.<br />

3.7 Relatie tot het bedrijfsleven<br />

Omdat niet alle recente machines op de scholen kunnen aanwezig zijn is het noodzakelijk om met de bedrijven<br />

uit de regio concrete afspraken te maken om op regelmatige tijdstippen minstens observatiestage te kunnen<br />

lopen. Voor bepaalde onderdelen van dit leerplan zal het zelfs nodig zijn om de machines van de bedrijven te<br />

kunnen gebruiken, indien de school niet zelf over de apparatuur beschikt (zie CNC).<br />

4 RELATIE TUSSEN DE DOELSTELLINGEN, DE EVALUATIE EN DE GEINTEGREER-<br />

DE PROEF<br />

- In zijn taak als didacticus heeft de leraar een plannings- en voorbereidingstaak: hij zet het leerplan om in een<br />

jaarplanning en de verschillende leerinhouden en doelstellingen zet hij om in een aangepast didactisch<br />

proces. De leraar heeft uiteraard ook een beoordelingstaak: hij moet de kennis, de vaardigheden en de<br />

attitudes van de leerlingen objectief evalueren in functie van de doelstellingen.<br />

- Een verantwoorde evaluatie vertrekt dus van duidelijk geformuleerde en operationele lesdoelstellingen. In<br />

dit leerplan worden geen les-, maar leerplandoelstellingen geformuleerd, die een lessenreeks overspannen.<br />

Alle leerplandoelstellingen van de vakken van het studierichtingsgedeelte worden omvat door de algemene<br />

doelstellingen van de studierichting. De einddoelstellingen sluiten op hun beurt aan bij het studie- of<br />

beroepsopleidingsprofiel dat wij in de 3de <strong>graad</strong> duidelijk nastreven en dat een probleemloze overstap naar<br />

een functie- of beroepsprofiel moet kunnen garanderen. Dit functie- of beroepsprofiel werd door de<br />

beroepsfederaties geformuleerd binnen de voormalige Hoge Raad voor het Technisch en Beroepsonderwijs<br />

of binnen de huidige sectoriële commissies van de Vlaamse Onderwijsraad.<br />

Een leraar die zijn evaluatie ernstig wil opvatten, moet zich dus bewust zijn van de verschillende<br />

doelstellingen die hij minimaal moet bereiken om tenslotte aan het studieprofiel te beantwoorden.<br />

- In het totale toetsingsmechanisme moet de leraar aandacht hebben voor de permanente evaluatie of het<br />

dagelijks werk (zeker voor de praktische vakken), voor de formatieve toetsen (waarin de foutenanalyse en<br />

de remediëring een belangrijke rol spelen) en voor de summatieve toetsen of voor de examens.


- 8 -<br />

Binnen het evaluatiesysteem neemt de geïntegreerde proef een speciale plaats in. De relatie tussen de<br />

geïntegreerde proef, de einddoelstellingen en het nagestreefde studie- of beroepsopleidingsprofiel moet de<br />

leraar duidelijk voor ogen staan.<br />

De geïntegreerde proef die in de loop van het 2de leerjaar van deze 3de <strong>graad</strong> moet georganiseerd worden,<br />

wil het geheel van kennis, vaardigheden en attitudes gericht op de beroepsactiviteit evalueren en omvat de<br />

vakken van het fundamenteel optioneel gedeelte. De geïntegreerde proef heeft een vakoverschrijdend, een<br />

beroeps- en realiteitsgericht karakter.<br />

De proef kan de vorm aannemen van een project dat vanaf het begin van het schooljaar opgebouwd wordt<br />

en waarvan het zwaartepunt op het einde van het schooljaar ligt. Ook een eindwerk of een praktische<br />

realisatie kan op dezelfde wijze langzamerhand tot stand komen.<br />

Het concept, het ontwerp, de realisatie van de proef moet van bij het begin van het 2de leerjaar van de 3de<br />

<strong>graad</strong> aandacht krijgen. De aanstelling van de beoordelingsjury, die voor een groot deel uit deskundige<br />

buitenstaanders moet bestaan, dient ook in het begin van het schooljaar te gebeuren.<br />

Samenvattend kunnen wij besluiten dat bij de interpretatie van dit leerplan voor de 3de <strong>graad</strong> niet voorbijgegaan<br />

kan worden aan het studieprofiel, de einddoelstellingen en de evaluatie ervan in de geïntegreerde proef.<br />

5 TAXONOMIE<br />

Voor de Technische Vakken (TV) is dit leerplan opgesteld in de vorm van leerinhouden en verwerking<br />

die samen de doelstellingen vormen. Het minimum niveau van de verwerking wordt ook aangegeven.<br />

Hiervoor wordt de taxonomie van BLOOM toegepast met de volgende afkortingen:<br />

K = Kennen B = Begrijpen T = Toepassen<br />

A = Analyseren S = Synthetiseren E = Evalueren<br />

Voor de Praktische Vakken (PV) maakt men gebruik van de taxonomie voor de psychomotorische<br />

doelstellingen volgens BRION, met de volgende afkortingen:<br />

W = Waarnemen N = Nabootsen<br />

I = Inoefenen B = Beheersen<br />

De B en U in de kolommen betekenen basis en uitbreiding.<br />

De basisdoelstellingen MOETEN bereikt worden.<br />

6 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />

METHODOLOGISCHE WENKEN


- 9 -<br />

PV Praktijk/Stages Hout 1ste en 2de leerjaar: 8 u./w. (+ 2 u./w.)<br />

1 BEGINSITUATIE<br />

In de 2de <strong>graad</strong> 'Houttechnieken' en 'Hout- en bouwkunde' werd de basis van uitvoeren naar enkelvoudige<br />

opdrachten georiënteerd. De leerlingen hebben de machines en de uitvoeringen ervaren als gericht naar een<br />

welomschreven opdracht.<br />

De werkmethode werd samen met de leerlingen opgesteld, maar onder volledige verantwoordelijkheid van de<br />

leraar. De opdrachten waren zuiver opgesteld en zo uit te voeren. Zodoende leerde men de eigenheid van elke<br />

uitvoering en van elke machine kennen.<br />

De leerlingen kennen dus de principes van zagen, schaven, frezen, boren en schuren en kunnen ze uitvoeren.<br />

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />

2.1 Beroepsgerichte vaardigheden, kennis en inzicht<br />

- Houtbewerkingsmachines kennen en inschakelen in een welbepaald uitvoeringsplan.<br />

- Machines instellen in functie van een goed omschreven uitvoering.<br />

- De elementen bij verspaning van hout kennen en ontleden; aanpassingen voorstellen die een verbetering<br />

naar verspaning toe inhouden.<br />

- De veiligheidsvoorschriften bij het werken met machines kennen en toepassen met betrekking tot:<br />

@ het voorkomingsbeleid,<br />

@ de afscherming van draaiende en snijdende delen,<br />

@ de aanduiding van rotatiefrequentie van snijdende delen,<br />

@ de instructiekaarten.<br />

- CNC situeren in de totaliteit van het produceren:<br />

@ toepassingen aangeven,<br />

@ mogelijke uitvoeringen met voorhanden zijnde machines interpreteren en toepassen.<br />

- Afwerkingstechnieken kennen en toepassen:<br />

@ de eigenschappen van de produkten kennen en hun toepassing verantwoord uitvoeren,<br />

@ de etikettering ontleden en eventuele veiligheidsvoorschriften verklaren,<br />

@ spuittechnieken kennen en toepassen om tot een optimale uitvoering te komen,<br />

@ milieubewust omgaan met produkten.<br />

- Langs contacten met de nijverheid brede ervaringen opdoen.<br />

- Werkmethodes opstellen en interpreteren in functie van een welomschreven opdracht.<br />

- Kennis hebben van alle materialen die in elke opdracht verwerkt worden.<br />

- De keuze van de materialen bepalen volgens de voorschriften van de opdracht en verantwoorden in functie<br />

van de afwerking.<br />

- Verbindingen en middelen bepalen die de meeste garantie geven op kwaliteitsuitvoeringen.<br />

- Lijmen kiezen die voldoen aan de vooropgestelde kwaliteits- en uitvoeringsplanning.


- 10 -<br />

- De keuze van de verbindingen verantwoorden in functie van de uitvoeringsmogelijkheden in de werkplaats,<br />

en in het perspectief van het kwaliteitsstreven van de opdracht.<br />

- De organisatie van de werkplaats bepalen om tot een optimale verwerking van de opdracht te komen.<br />

- Deelopdrachten plannen en uitvoeren.<br />

- Varianten voorstellen en uitvoeren bij bestaande werkmethoden.<br />

2.2 Attitudes<br />

De IKZ-gedachte integreren in elke opdracht om langs bestendige zelfcontrole tot een goed resultaat te komen.<br />

- Verantwoordelijkheidszin activeren.<br />

- Respect voor het werk en de eigendom van anderen opbrengen.<br />

- Nauwgezetheid tonen.<br />

- In groep kunnen werken.<br />

3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

- Praktijk is hier opgevat als een synthese-activiteit waarin men plant, toepast en uitvoert wat men in de<br />

technische vakken theoretisch aanbracht.<br />

Een juiste werkmethode vormt de basis voor de planning. Het produkt is een middel, maar wel een<br />

belangrijk middel om alle uitvoeringen te leren beheersen. Het proces, de werkmethode vormt de basis voor<br />

de verwerking.<br />

- Het is aangewezen om de praktische uitvoeringen ook te toetsen op hun waarde; dit gebeurt in het Laboratorium.<br />

Een bestendige wisselwerking tussen Praktijk en Laboratorium is noodzakelijk.<br />

- De geïntegreerde proef is een belangrijk element in de praktijkopleiding. In de loop van de praktijkuren zal<br />

aan de opbouw van de geïntegreerde proef gewerkt worden. Bij deze geïntegreerde proef is een wisselwerking<br />

school-bedrijf van kapitaal belang. Binnen de geïntegreerde proef zou in complementariteit tussen de<br />

verschillende leerlingen van één klas aan de totaalopdrachten (zie punt 1.2) moeten kunnen worden gewerkt.<br />

- De leerinhouden PV worden hoofdzakelijk in het praktijklokaal verwerkt. Het technisch lokaal en het Lab<br />

zouden in optimale omstandigheden steeds bereikbaar moeten zijn om elementen als "plannen, onderzoeken,<br />

en andere" in te schakelen.<br />

- Bij het onderdeel Afwerkingstechnieken (Spuittechnieken) moet rekening gehouden worden met de<br />

bepalingen van Vlarem II. Bij alle aspecten van de Praktijk is veiligheid en ongevallenpreventie essentieel.<br />

- Bij het plannen van speciale opdrachten kunnen halffabrikaten vanuit andere klassen en zelfs uit de<br />

nijverheid betrokken worden.<br />

- Stages zullen ook in het <strong>TSO</strong> stilaan een verworvenheid moeten worden om de leerlingen de kans te geven<br />

hun kennis uit te breiden naar de volgende gebieden:<br />

@ Ontwerp en planning<br />

@ Werkpoststudie<br />

@ Produktieprocessen<br />

@ Nieuwe technologieën (voor CNC indien de school hierover niet zelf beschikt)<br />

@ Sociale vaardigheden.


- 11 -<br />

Bepaalde scholen hebben hierin een traditie, voor andere zal dit stilaan moeten opgebouwd worden.<br />

Hoeveel uren Stages binnen de 8 u. PV Praktijk/Stages ingericht worden, is afhankelijk van de lokale<br />

situaties. Hierbij spelen elementen als de contacten met het plaatselijk bedrijfsleven, de complementariteit<br />

van de uitrusting in de stagebedrijven tegenover de infrastructuur van de school een belangrijke rol. Met<br />

betrekking tot de vorm van de stages (blokstages of alternerende stages) willen wij geen dwingende<br />

uitspraken doen. Uiteraard zal de stagebegeleider er steeds moeten op toezien dat de stage voldoende echte<br />

"leerervaringen" inhoudt. Hiervoor zijn een degelijke voorbereiding, een ernstige begeleiding, een grondige<br />

evaluatie en nabespreking absolute voorwaarden. Voor de stage-organisatie verwijzen wij naar de ministeriele<br />

omzendbrief SOZ(91)15 van 10.7.1991.<br />

4 LEERINHOUDEN, COGNITIEVE EN MOTORISCHE LEERPLANDOELSTELLINGEN


PV Praktijk/Stages Hout 1ste en 2de leerjaar: 8 (+ 2) u./w.<br />

Nr. LEERINHOUDEN COGNITIEF MOTORISCH W N I B<br />

1 HET VERSPANEN<br />

- Snijhoek<br />

- Vrijloophoek<br />

- Spaanhoek<br />

- Snijsnelheid<br />

- Omtreksnelheid<br />

- Aanvoersnelheid<br />

- Handaanvoer<br />

- Automatische aanvoer<br />

- Meeloop<br />

- Tegenloop<br />

2 HET NOODZAKELIJKE EERSTE<br />

ONDERHOUD VAN DE MACHINES<br />

3<br />

3.1<br />

- Snijdende delen<br />

- Beschermende delen<br />

- Overbrengingen<br />

VERSCHILLENDE VORMEN VAN<br />

VERSPANEN<br />

In massief hout<br />

- Langshout<br />

- Dwarshout<br />

De begrippen bij verspanen verklaren in<br />

functie van:<br />

- zagen,<br />

- schaven,<br />

- frezen,<br />

- boren,<br />

- draaien,<br />

- schuren.<br />

Controle uitvoeren op de standtijd van de<br />

snijdende delen.<br />

De best geschikte snelheden instellen.<br />

Aan de hand van notities de standtijd van<br />

de snijdende delen verklaren.<br />

De verschillende vormen van verspanen<br />

verklaren naar gelang van:<br />

- snijgereedschap,<br />

- machine,<br />

- te verwerken materiaal.<br />

Het verspanen oordeelkundig uitvoeren.<br />

Elke machine instellen en bedienen met<br />

inachtname van de veiligheidsvoorschriften<br />

(zie instructiekaarten).<br />

Snijdende delen vervangen en instellen.<br />

Regelmatige controle op elk onderdeel<br />

uitvoeren:<br />

- snijdende delen,<br />

- overbrengingen,<br />

- veiligheidsvoorzieningen.<br />

De verschillende verspaningen uitvoeren.<br />

De best geschikte snijgereedschappen kiezen<br />

bij een goedomschreven opdracht.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

- 12 -


3.2 In plaatmaterialen<br />

- Hout<br />

- Verlijmd met kunststof<br />

- Kunststof<br />

4 DE SPECIFIEKE EIGENSCHAPPEN<br />

VAN ELKE MACHINE<br />

- Mechanische bouw<br />

- Elektrisch schema<br />

- Bediening<br />

- Veiligheid<br />

5 DE WERKMETHODE<br />

- Omschrijven van de opdracht<br />

- Ontleding van de uitvoeringen<br />

- Uitvoeringen rangschikken<br />

- Specificiteit van elke uitvoering<br />

- Evaluatie van de uitvoeringen<br />

6 MEUBELUITVOERINGEN<br />

-Stoel<br />

- Tafel<br />

-Kast<br />

-Bed<br />

- Bureau<br />

De verschillen tusen handaanvoer en automatische<br />

aanvoer interpreteren.<br />

De consequenties voor het snijgereedschap<br />

verklaren.<br />

Elke machine ontleden in:<br />

- vaste delen,<br />

- bewegende delen,<br />

- specifieke voorschriften.<br />

Een werkmethode opstellen voor elke opdracht.<br />

De organisatie van een werkpost verklaren.<br />

Inzien hoe een volgorde van uitvoeringen<br />

is opgebouwd.<br />

Eventuele verbeteringen uitwerken.<br />

Een uitvoering plannen en produceren met<br />

inachtname van:<br />

- materiaalkeuze,<br />

- beschikbaar machine-arsenaal,<br />

- voorziene afwerking,<br />

- tijdschema.<br />

Gebruik maken van apparatuur die een<br />

hoge <strong>graad</strong> van veiligheid garandeert.<br />

Elke bewerking bij elke machine op een<br />

ergonomische en veilige manier uitvoeren.<br />

Planmatig werken:<br />

- de organisatie van elke werkpost efficient<br />

uitvoeren,<br />

- notities nemen van elke onderdeel,<br />

- gelijkaardige uitvoeringen samen plannen,<br />

- deelopdrachten afzonderlijk verwerken.<br />

Alleen en(of) in groep elke uitvoering eigenhandig<br />

instellen en verrichten:<br />

- telkens veiligheidsinstructies in acht nemen,<br />

- regelmatige controles uitvoeren.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

- 13 -


7<br />

7.1<br />

7.2<br />

7.3<br />

7.4<br />

Nr. LEERINHOUDEN COGNITIEF MOTORISCH W N I B<br />

SCHRIJNWERKCONSTRUCTIES<br />

Ramen<br />

- Enkelvoudige ramen<br />

- Samengestelde ramen<br />

Deuren<br />

- Binnendeuren<br />

- Buitendeuren<br />

Trappen<br />

Dakconstructies<br />

8 HET VERSPANEN VAN HOUT IN<br />

HET TOTAALCONCEPT VAN<br />

PRODUCEREN<br />

-Ontwerp<br />

- Uitvoering<br />

- Werkmethode<br />

- Afwerking<br />

Vanuit een tekening een raamconstructie<br />

opbouwen en uitvoeren.<br />

Rekening houden met voorgeschreven<br />

hang- en sluitwerk.<br />

De specificiteit van deuren met betrekking<br />

tot de uitvoering verklaren.<br />

In de voorgeschreven afwerking van de<br />

uitvoering voorzien.<br />

De voorschriften voor trappen kennen en<br />

aanwenden bij de uitvoering.<br />

Ontwerptekeningen voor schrijnwerk in<br />

een werkmethode omzetten en de uitvoering<br />

ervan plannen.<br />

Deelopdrachten omschrijven en plaatsen<br />

op de exacte werktpost.<br />

Interpreteren en verklaren van uitvoeringen:<br />

- serieproduktie,<br />

- enkelvoudige uitvoering,<br />

- deeluitvoering.<br />

De uitvoeringen (voor 7.1, 7.2, 7.3 en<br />

7.4) volgens de afgesproken werkmethode<br />

(zie punt 5) verrichten:<br />

- ordelijk schikken,<br />

- veiligheid in acht nemen,<br />

- optimale kwaliteit nastreven,<br />

- notities maken met betrekking tot kwaliteit<br />

en voorziene tijdsbenutting.<br />

De constructie exact in uitvoering brengen.<br />

Elke machine instellen voor de specifieke<br />

opdracht en verder:<br />

- ordelijk sorteren,<br />

- de uitval noteren,<br />

- het resultaat (de kwaliteit) evalueren.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

- 14 -


9 HET PERSEN VAN HOUT<br />

- Vlakke pers<br />

- Raampers<br />

- Korpuspers<br />

10 SPECIALE OPDRACHTEN<br />

- Verandabouw<br />

- Erkerbouw<br />

- Speciale trappen<br />

- Kunststofschrijnwerk<br />

- Verlijmde spanten<br />

- Dakafwerkingen<br />

11 AFWERKINGSTECHNIEKEN<br />

- Kleuren en beitsen<br />

- Vernissen en lakken<br />

- Boenen<br />

- Spuittechnieken<br />

Het persen plannen in functie van:<br />

- uitvoering:<br />

. houtsoort,<br />

. lijmsoort,<br />

. plaatmateriaal,<br />

- mogelijkheden:<br />

. verwarming,<br />

. open tijd,<br />

. opspantijd,<br />

. drukgrootte.<br />

De vereisten en uitvoeringen van constructies<br />

vertalen naar speciale opdrachten.<br />

Rekening houden met voorschriften inzake<br />

veiligheid en brandpreventie:<br />

- materiaalkeuze,<br />

-verwerking,<br />

- onderhoud,<br />

- gewenste kwaliteit.<br />

Verschillende technieken verklaren vanuit<br />

de samenstelling van de produkten en de<br />

eigenschappen van het te bewerken materiaal:<br />

- etikettering verklaren,<br />

- belang van veiligheid en gezondheid<br />

inzien.<br />

Verlijmingen voorbereiden en ordelijk<br />

uitvoeren volgens het principe van planning,<br />

uitvoering, controle.<br />

Speciale uitvoeringen verwerken in functie<br />

van:<br />

- eenmalige uitvoering,<br />

-seriewerk,<br />

- plaatsing,<br />

- transport: intern en extern.<br />

De techniek van het afwerken in goede<br />

omstandigheden uitvoeren:<br />

- organiseren van de afwerking,<br />

- orde en netheid handhaven,<br />

- veiligheidsvoorschriften naleven met<br />

betrekking tot kledij, lucht, water,<br />

- spuitinstallaties efficiënt gebruiken en<br />

onderhouden.<br />

B<br />

U<br />

B<br />

- 15 -


Nr. LEERINHOUDEN COGNITIEF MOTORISCH W N I B<br />

12 TOTAALOPDRACHTEN<br />

- Interieur<br />

- Keuken<br />

- Winkel<br />

- Living<br />

- Dakuitvoering<br />

- Trappenhuis<br />

- Atelier<br />

- Skeletbouw<br />

13 CNC-TOEPASSINGEN<br />

- Programmeren aan de machine<br />

- Programmeren langs tekenen (CAD)<br />

- Het maken van mallen<br />

- Opspansystemen:<br />

. mechanisch,<br />

. pneumatisch,<br />

. vacuüm<br />

- Soorten gereedschap naar vorm en materiaal<br />

Het proces als een belangrijk element in<br />

het produceren ervaren:<br />

- voorcalculatie opstellen,<br />

- produktie plannen en evalueren,<br />

- elke deelopdracht in rekening brengen<br />

binnen de totale kostprijs.<br />

Inzicht verwerven in de specifieke toepassingen<br />

van verspanen.<br />

Het CAD-tekenen opbouwen naar een<br />

mogelijke uitvoering.<br />

De verschillen in uitvoering naar frezen<br />

- meeloop,<br />

- tegenloop,<br />

oordeelkundig toepassen.<br />

De volgorde van freesuitvoeringen opstellen.<br />

Onderzoek verrichten naar de kwaliteit<br />

van het gereedschap en de uitvoering, de<br />

verbeteringen voorstellen.<br />

Uitvoeringen plannen:<br />

- eventuele wijzigingen verantwoorden,<br />

- het ontwerp respecteren,<br />

- kwaliteit nastreven,<br />

- specifieke voorschriften naleven.<br />

Opdrachten met eenvoudige programmering<br />

uitvoeren.<br />

Snijgereedschappen instellen en vervangen.<br />

Specifieke veiligheidsvoorschriften inlassen.<br />

Gereedschappen gebruiken volgens de<br />

opgegeven voorschriften.<br />

B<br />

U<br />

- 16 -


- 17 -<br />

TV Elektromechanica/Elektronica/Hout/Mechanica<br />

Meet- en regeltechnieken<br />

1 BEGINSITUATIE<br />

1ste leerjaar: 2 u./w.<br />

2de leerjaar: 1 u./w.<br />

- Dit vak is niet zomaar een voortzetting van "Gereedschaps- en machineleer" van de 2de <strong>graad</strong>. Vele<br />

elementen uit andere technische vakken moeten gekend zijn om inzicht te verwerven in de werking en het<br />

doel van de gereedschappen, de meetapparatuur, de nieuwe machines en de sturingstechnieken.<br />

- De opgedane algemene kennis uit de informatica vindt in de 3de <strong>graad</strong> vele praktische toepassingen.<br />

- De pneumatica, zowel de aandrijf- als de besturingstechniek, zal voor de leerlingen totaal nieuwe leerstof<br />

zijn.<br />

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />

- De beschrijving en de toepassing van de verschillende machines en gereedschappen, die niet aan bod<br />

kwamen in de 2de <strong>graad</strong>, kennen. (De 2de <strong>graad</strong> richtte zich naar basismachines en -gereedschappen.)<br />

- Bijzondere aandacht opbrengen voor het aspect veiligheid.<br />

- Snijgereedschappen op de juiste manier plaatsen en houtbewerkingsmachines juist instellen met het oog<br />

op een nauwkeurig eindprodukt.<br />

- De CNC-machines gebruiken als exponent van de technologische vooruitgang in de houtsector en de<br />

toepassing van de kennis opgedaan in de technische vakken.<br />

- Pneumatische aandrijf- en besturingsproblemen inzien en goede oplossingen voorstellen en uitvoeren.<br />

- Eenvoudige toepassingen van moderne sturingstechnieken begrijpen zonder voorkennis van de Booleaanse<br />

vergelijkingen en met een beperkte vooropleiding Elektriciteit.<br />

3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

- Goede afspraken maken met de leraars PV en TV voor de leerinhouden: Machines, Gereedschappen,<br />

Regeltechnieken, Meettechnieken en CNC.<br />

- Zo vlug mogelijk overgaan van de abstracte pneumatische schema's naar concrete pneumatische schakelingen.<br />

Deze laatste worden op simulatietafels uitgevoerd.<br />

- Eenvoudige toepassingen maken van PLC-sturingen in combinatie met pneumatische aandrijvingen.<br />

4 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />

METHODOLOGISCHE WENKEN


TV Elektromechanica/Elektronica/Hout/Mechanica - Meet- en regeltechnieken 1ste leerjaar: 2 u./w.<br />

Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

1 STUDIE VAN DE MACHINES<br />

2<br />

2.1<br />

- Vierzijdige machines<br />

- Persopsluitbanken<br />

- Afwerkingsinstallatie<br />

- Slijpmachines<br />

- Fineerverwerkingsmachines<br />

- Afzuiginrichting<br />

STUDIE VAN DE SNIJGEREED-<br />

SCHAPPEN<br />

De beschrijving en de toepassing van<br />

de verschillende machines kennen.<br />

De machines "regelen" in relatie tot de<br />

afwerkings<strong>graad</strong> en de nauwkeurigheid.<br />

Inzicht verwerven in de aspecten veiligheid,<br />

gezondheid en afvalverwerking.<br />

Zaag-, frees- en boorgereedschap De verschillende zaagbladen en het<br />

frees- en boorgereedschap in functie<br />

van de materialen: massief hout,<br />

plaatmateriaal en kunststof kennen om<br />

tot een kwalitatief goed eindprodukt te<br />

komen.<br />

2.2 Het verband snijsnelheid, rotatiefrequentie<br />

en aanvoersnelheid<br />

De begrippen snijsnelheid, rotatiefrequentie<br />

en aanvoersnelheid definiëren.<br />

Het verband leggen tussen deze begrippen.<br />

2.3 Nieuwe industriële machines De evolutie van de automatisering in<br />

de houtsector schetsen (elektrisch,<br />

mechanisch, hydraulisch, pneumatisch,<br />

elektronisch).<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Aanbrengen in de machinezaal.<br />

Documentatie klaarleggen.<br />

B Technische documentatie van zagen,<br />

frezen en boren ter beschikking hebben.<br />

B<br />

Cijfervoorbeelden geven.<br />

B Bedrijfsbezoeken inschakelen.<br />

Documentatie verzamelen.<br />

- 18 -


3<br />

3.1<br />

3.2<br />

MEETTECHNIEKEN<br />

Afstandsmetingen<br />

- Meetklok<br />

- Schuifpasser<br />

- Micrometer<br />

Vochtigheidsmetingen<br />

- Houtvochtigheidsmeter<br />

- Luchtvochtigheidsmeter<br />

3.3 Comfortmetingen<br />

4<br />

4.1<br />

- Geluidssterktemeter<br />

- Lichtsterktemeter<br />

CNC-MACHINES<br />

Soorten<br />

- Frezen<br />

-Boren<br />

- Draaien<br />

Inzicht verwerven in de werking en de<br />

toepassingsmogelijkheden van de nieuwe<br />

industriële machines.<br />

Een concrete industriële machine in<br />

grote lijnen beschrijven.<br />

De verschillende meetinstrumenten<br />

correct aflezen.<br />

Het gebruik van de meetinstrumenten<br />

beschrijven bij het instellen van de<br />

machines.<br />

Hierbij belangrijke aspecten als<br />

nauwkeurigheid, veiligheid en gezondheid<br />

in acht nemen.<br />

Het verspanen vertalen naar de CNCmachine.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B De verschillende meetinstrumenten<br />

gebruiken.<br />

B Toepassen op aanwezige machines of<br />

na bedrijfsstage.<br />

- 19 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

4.2 Principewerking<br />

- Opspannen werkstukken<br />

- Opspannen gereedschap<br />

- Bewegingen van de werkstukken<br />

- Bewegingen van de gereedschappen<br />

4.3 Programmeervormen<br />

- Hoofdprogramma<br />

- Hulpprogramma<br />

- Programmacodes<br />

- Functies<br />

4.4 Instellen van de machine<br />

- Nulpunt<br />

- Snijgereedschap<br />

- Correcties<br />

- Kaliber en werkstuk<br />

4.5 Toepassing op de machine<br />

- Ingeven van waarden<br />

- Instellen van het nulpunt, van de<br />

radiuscorrecties en van de lengtecorrecties<br />

- Parameters<br />

- Programma intikken<br />

De principewerking omschrijven. B Afspraken met de leraar PV voor de<br />

uitvoeringen en de oefeningen.<br />

Oefenen met verschillende programmeervormen<br />

Gemaakte programma's uittesten. B<br />

Begrijpen en toelichten van de toepassingen<br />

op de machine.<br />

B<br />

B Vanuit Technisch tekenen enkele opdrachten<br />

hiernaar richten.<br />

- 20 -


TV Elektromechanica/Elektronica/Hout/Mechanica - Meet- en regeltechnieken 2de leerjaar: 1 u./w.<br />

5<br />

5.1<br />

Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

PNEUMATICA<br />

Fysische principes voor perslucht Eigenschappen van perslucht kennen.<br />

Druk, overdruk, onderdruk, eenheid<br />

van druk omschrijven.<br />

De algemene gaswet formuleren en<br />

toepassen voor perslucht.<br />

Het probleem condensatievorming aantonen<br />

en oplossen.<br />

5.2 Onderdelen van een pneumatische<br />

installatie<br />

5.3 Ventielen<br />

- Stuurventielen<br />

- Blokkenventielen<br />

- Drukregelventielen<br />

- Stroomregelventielen<br />

De onderdelen van de persluchtproduktie<br />

opnoemen.<br />

De werking van de compressoren uitleggen.<br />

De buisdiameter van een leidingnet<br />

berekenen.<br />

Materialen en soorten fittings van persluchtleidingen<br />

bespreken.<br />

Doel en werking van boilers, filters,<br />

waterafscheiders, drukreduceerventie-<br />

len en smeertoestellen bespreken.<br />

De verschillende soorten cilinders bespreken.<br />

Symbolen van deze cilinders tekenen.<br />

Op een doorsnede de onderdelen van<br />

een dubbelwerkende cilinder benoemen.<br />

Symbolen voor functies en bedieningen<br />

tekenen.<br />

Werking van de verschillende ventielen<br />

uitleggen.<br />

De verschillende manieren van afdichting<br />

bespreken.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B Een diagram met dauwpuntskromme<br />

maken.<br />

Leidingmateriaal, fittings, materiaal<br />

voor conditionering van perslucht en<br />

cilinders ter beschikking hebben.<br />

Stuurventielen met verschillende bedieningen<br />

ter beschikking hebben.<br />

De nadruk leggen op het snelheidsregelventiel.<br />

- 21 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

5.4 Hydro-pneumatische systemen<br />

- Drukomzetters<br />

- Drukversterkers<br />

- Olie-remcilinders<br />

- Voedingsaggregaten<br />

Ventielbedieningen omschrijven.<br />

Een evolutie in de montage van ventielen<br />

schetsen.<br />

De hydro-pneumatische systemen beschrijven<br />

en hun toepassingen verklaren.<br />

5.5 Samengestelde schakelingen Schakelingen op een simulatietafel opbouwen.<br />

Vaststellingen formuleren voor de<br />

schakeling in werking.<br />

Goede oplossingen bedenken voor<br />

pneumatische problemen.<br />

6 PLC De benaming PLC verduidelijken.<br />

De opbouw van een PLC beschrijven.<br />

Het verband leggen tussen een handgeregeld<br />

proces en een besturing met<br />

PLC.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B Beschrijving en toepassingen.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B De verschillende schakelingen opbouwen<br />

op simulatietafels.<br />

Aan de hand van een eenvoudig<br />

voorbeeld (b.v. een logische ENfunctie)<br />

aantonen dat een klassieke<br />

opbouw van een besturing weinig<br />

flexibel en tijdrovend is, zeker in<br />

vergelijking met PLC.<br />

- 22 -


TV Elektromechanica/Hout/Mechanica<br />

Sterkteleer<br />

1 BEGINSITUATIE<br />

- 23 -<br />

1ste leerjaar: 1 u./w.<br />

2de leerjaar: 1 u./w.<br />

Zowel voor de leerlingen die komen uit de 2de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong> 'Houttechnieken', als voor de enkelen die komen<br />

uit de studierichting <strong>TSO</strong> 'Hout- en bouwkunde', bouwt sterkteleer voort op de basis die werd gelegd in het<br />

vak Elektromechanica/Mechanica van de 2de <strong>graad</strong>. In dit vak kwamen voornamelijk bewegingsleer en bewegingsmechanismen<br />

aan bod en in beperkte mate ook krachtenleer. Krachtenleer evenwel is voor een<br />

'Houtkundige' zeer belangrijk. Het ligt immers aan de basis om de statische problemen te kunnen bestuderen<br />

die zich in de hout- en bouwsector voordoen.<br />

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />

- Geen berekenaars vormen, maar wel houttechniekers met een theoretisch-praktisch inzicht in het gedrag<br />

van een constructie onder inwerking van belastingen.<br />

- De geometrische en de fysische kenmerken van bouwelementen berekenen of bepalen.<br />

- Een onderscheid maken tussen permanente en veranderlijke belastingen en deze kunnen bepalen in zowel<br />

een uiterste- als in een gebruiksgrenstoestand.<br />

- De begrippen kracht en moment omschrijven in relatie met de belasting.<br />

- Van isostatische constructie-elementen, de reactiekrachten berekenen (de noodzakelijke voorwaarde opdat<br />

deze in evenwicht zouden zijn).<br />

- De manier vaststellen waarop krachten op of in een doorsnede inwerken.<br />

- Op een willekeurige plaats in een belaste isostatische balk, de inwendige krachten en spanningen bepalen.<br />

- De geometrische kenmerken van een vlakke figuur berekenen.<br />

- Inzicht verwerven in het vervormingsgedrag van isostatische balken, onder invloed van de belasting.<br />

- Het verschil onderkennen tussen centrische en excentrische druk.<br />

- Het fenomeen knik onderkennen als instabiliteitsverschijnsel.<br />

3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

- Demonstratief de evenwichtsvoorwaarden aangeven.<br />

- Inzicht in de oplossingsmethodiek is zeer belangrijk. Daarom dient men:<br />

@ eenvoudige gevallen in detail te behandelen en ingewikkelde gevallen tot eenvoudige te herleiden,<br />

@ toetsen met open boek te voorzien en per afgerond geheel,<br />

@ een hoofdstuk overstijgende oefeningen te voorzien die daardoor bijdragen tot een verhoging van het<br />

inzicht tussen de leerinhouden die in de aparte hoofdstukken werden behandeld.<br />

- Oefeningen dienen materiaalgebonden en situatiegebonden te worden geconcretiseerd.<br />

- Beperk de theoretische benadering tot het allernoodzakelijkste. Maak tijd vrij voor begeleide oefeningen.<br />

- Oefeningen maken als huiswerk hebben pas dan effect, indien ook de uitkomst wordt meegegeven<br />

(stimulering van het zoekproces naar de juiste oplossing) of indien later het resultaat klassikaal of<br />

individueel wordt besproken.<br />

4 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />

METHODOLOGISCHE WENKEN


TV Elektromechanica/Hout/Mechanica - Sterkteleer 1ste en 2de leerjaar: 1 u./w.<br />

Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

1 GEOMETRISCHE EN FYSISCHE<br />

KENMERKEN VAN<br />

LICHAMEN<br />

- Volume<br />

- Massa<br />

. absolute volumemassa<br />

. schijnbare volumemassa<br />

2 KRACHT EN MOMENT<br />

2.1 Verband tussen kracht en massa<br />

- Relatie<br />

- Eenheid<br />

2.2 Verband tussen kracht en moment<br />

en de uitwerking van een koppel<br />

- Begrip moment<br />

- Grootte van het moment<br />

- Zin van het moment (draaizin)<br />

- Koppel van krachten<br />

Van willekeurige bouwelementen de<br />

volumes bepalen.<br />

De eenheid van een massa kennen en<br />

met voorbeelden aantonen dat deze een<br />

constante is.<br />

Met voorbeelden aantonen dat voor<br />

sterkteberekeningen de schijnbare<br />

volumemassa van bouwmaterialen<br />

moet gekend zijn en terzake tabellen<br />

raadplegen.<br />

De relatie tussen kracht, massa en<br />

versnelling weergeven.<br />

In 'orde van grootte' de versnelling op<br />

aarde kennen en aangeven dat deze van<br />

plaats tot plaats verschilt.<br />

Het verschil tussen een kracht en een<br />

massa aantonen.<br />

De eenheid van kracht kennen.<br />

Aantonen dat een kracht een bepaalde<br />

grootte en zin heeft en zich op zijn<br />

werklijn mag verplaatsen.<br />

Het begrip moment omschrijven, de<br />

grootte bepalen en de draaizin onderkennen.<br />

Een bepaald moment vervangen door<br />

een koppel van krachten waarvan<br />

ofwel de tussenafstand ofwel de<br />

grootte van de kracht gekend is.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B Verschil in schijnbare volumemassa<br />

doen aanvoelen door uitersten met<br />

elkaar te vergelijken, onder andere<br />

water, beton, isolatie-materiaal, grond<br />

... Raadpleeg gegevens uit norm NBN<br />

B03-102.<br />

Begrippen zoals absolute volumemassa<br />

en schijnbare volumemassa worden<br />

ook behandeld in Constructie bij de<br />

bespreking van grond en verdichting.<br />

Overleg met de betreffende leraar is<br />

noodzakelijk.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

(Herhaling 2de <strong>graad</strong>).<br />

De nadruk leggen op het feit dat in de<br />

omgangstaal meestal niet de kracht<br />

belangrijk is, maar wel de massa. Bijvoorbeeld<br />

de massa die een hoeveelheid<br />

stenen vertegenwoordigt.<br />

Enkel de aanvaardbare afgeleide eenheden<br />

van een kracht hanteren in verdere<br />

berekeningen, dus zeker niet de<br />

dN.<br />

Demonstratief de begrippen toelichten<br />

en de relatie leggen met de symbolische<br />

voorstelling.<br />

- 24 -


3 BEREKENING VOLGENS DE<br />

METHODE VAN DE GRENSTOE-<br />

STAND<br />

3.1 Grenstoestanden<br />

- De uiterstegrenstoestand<br />

- De gebruiksgrenstoestand<br />

3.2 De overschrijdingskans van grenstoestanden<br />

3.3 Oorzaken en in rekening brengen<br />

van onzekerheden<br />

- Onzekerheden over de gebruikte<br />

materialen (materiaalcoëfficiënt)<br />

. het in rekening brengen van<br />

karakteristieke sterkten van<br />

materialen<br />

. verschil in sterkte tussen proefresultaten<br />

en verwerkte materialen<br />

- Onzekerheden over de gebruikte<br />

belastingen (belastingscoëfficiënt)<br />

. voorspelbaarheid van de grootte<br />

van de (karakteristieke) belastingen<br />

. verschil in aangenomen belastingen<br />

en werkelijke belastingen<br />

. het niet tegelijkertijd optreden van<br />

ongunstige effecten<br />

. onvolmaaktheden in de berekeningen<br />

De begrippen uiterstegrenstoestand en<br />

gebruiksgrenstoestand aan de hand<br />

van concrete voorbeelden omschrijven.<br />

In orde van grootte de overschrijdingskans<br />

van een grenstoestand<br />

kennen.<br />

De karakteristieke sterkte van een<br />

materiaal omschrijven.<br />

De rekenwaarde voor de sterkte [Rd]<br />

bepalen (= karakteristieke sterkte /<br />

materiaalcoëfficiënt).<br />

De karakteristieke belasting omschrijven.<br />

De rekenwaarde van de belasting [Sd]<br />

bepalen (= karakteristieke belasting x<br />

belastingscoëfficiënt).<br />

NBN B03-001 (1988)<br />

B Met praktische voorbeelden het overschrijden<br />

van deze grenstoestanden<br />

toelichten.<br />

U Het verschil tussen normale, verhoogde<br />

en verminderde veiligheid toelichten.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Statistische verwerking (curve van<br />

Gauss), zowel van de proefresultaten<br />

op de materialen als van de optredende<br />

belastingen, in grafiekvorm voorstellen<br />

en toelichten.<br />

- 25 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

3.4 Basisvoorwaarde Sd


3.5.2 DE VERANDERLIJKE BELASTIN-<br />

GEN<br />

- Gebruiksbelastingen<br />

3.6 Rekenwaarde van de basisveranderlijken<br />

- Rekenwaarde van de eigenschappen<br />

van de materialen<br />

- Rekenwaarde van de belasting<br />

3.7 Combinaties van belastingen<br />

- Combinaties in de uiterste grenstoestand<br />

- Combinaties in de gebruiksgrenstoestand<br />

3.8 Het in rekening brengen van de<br />

oppervlaktekenmerken van het lichaam<br />

waarop de kracht inwerkt<br />

- De oppervlakte waarop de kracht<br />

inwerkt wordt buiten beschouwing<br />

gelaten = puntbelasting [ N ]<br />

- De lengte waarop de kracht inwerkt<br />

wordt in rekening gebracht =<br />

lijnbelasting [ N/m1 ]<br />

- De lengte en de breedte (de oppervlakte)<br />

waarop de kracht inwerkt<br />

wordt in rekening gebracht =<br />

vlakbelasting [ N/m2 ]<br />

Met bijvoorbeeld ter beschikking<br />

gestelde tabellen de gebruiksbelasting<br />

bepalen.<br />

De materiaalcoëfficiënt in tabellen<br />

opzoeken en toepassen.<br />

De belastingscoëfficiënt in tabellen<br />

opzoeken en toepassen.<br />

Voor een bepaalde belastingsituatie een<br />

belastingcombinatie maken voor een<br />

uiterste grenstoestand en voor een<br />

gebruiksgrenstoestand.<br />

De belangrijkheid van het al of niet in<br />

rekening brengen van de oppervlaktekenmerken<br />

van een lichaam<br />

(waarop de krachten inwerken) omschrijven<br />

naar lastendaling toe.<br />

Van een vlakbelasting (plaat) overgaan<br />

naar een lijnbelasting (balk) naar een<br />

puntbelasting (kolom)(telkenmale<br />

wordt één 'lengte dimensie' minder in<br />

rekening gebracht).<br />

Een lijnbelasting en een puntbelasting<br />

symbolisch voorstellen.<br />

De begrippen gelijkmatig en nietgelijkmatig<br />

verdeelde vlak- en lijnbelasting<br />

omschrijven en herkennen.<br />

B<br />

B Alleen de belangrijkste gebruiksbelastingen<br />

toelichten.<br />

B<br />

B<br />

Tabel met de coëfficiënten ter beschikking<br />

stellen.<br />

B Concrete situaties toelichten.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Om de begrippen vlakbelasting, lijnbelasting<br />

en puntbelasting aan te brengen<br />

maakt men best een ruimtelijke<br />

voorstelling. Eventueel gebruikt men<br />

een maquette waar de belastingen<br />

worden op aangegeven.<br />

Eenvoudig geïntegreerd voorbeeld<br />

uitwerken met strookbreedte (plaat)<br />

gelijk aan de eenheid en balklengte<br />

gelijk aan een veelvoud van de eenheid.<br />

De bedoeling bestaat hierin, dat men<br />

zich de ruimtelijke lastendaling visueel<br />

kan voorstellen.<br />

- 27 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

4 UITWENDIG EVENWICHT<br />

4.1 Actie en reactie Begrippen omschrijven en elkaars<br />

relatie met praktische voorbeelden<br />

aantonen.<br />

4.2 Verbindingen van een lichaam met<br />

de omgeving<br />

- Een volmaakte inklemming<br />

- Een vast steunpunt<br />

- Een beweegbaar steunpunt<br />

4.3 Uitwendige evenwichtsvoorwaarden<br />

van krachten inwerkend op een<br />

lichaam in een plat vlak<br />

- Evenwicht van verticale krachten<br />

- Evenwicht van horizontale krachten<br />

- Evenwicht van de momenten<br />

4.4 Het berekenen van de reactiekrachten<br />

van isostatische balken<br />

- Isostatisch - hyperstatisch<br />

- Balk op twee steunpunten<br />

. zonder overkragingen<br />

. met één overkraging<br />

. met twee overkragingen<br />

- Aan één zijde ingeklemde balk<br />

Het aantal van de onbekende krachten<br />

in een verbinding bepalen.<br />

Deze onbekende krachten herleiden tot<br />

één kracht en een koppel van krachten.<br />

Symbolisch de verbindingen en daarin<br />

de onbekende krachten voorstellen.<br />

Omschrijven waarom de werkingen of<br />

de belastingen (in een plat vlak beschouwd)<br />

aan drie evenwichtsvoorwaarden<br />

dienen te voldoen.<br />

Het evenwicht van verticale krachten,<br />

van horizontale krachten en van de<br />

momenten analytisch uitdrukken.<br />

De begrippen isostatisch en hyperstatisch<br />

omschrijven in relatie met het<br />

aantal bekende en onbekende vergelijkingen.<br />

Van isostatische balken, belast door<br />

puntkrachten en/of gelijkmatig verdeelde<br />

lijnbelastingen, de reactiekrachten<br />

berekenen.<br />

B Demonstratief toelichten.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Schematisch en demonstratief toelichten.<br />

De uitwerking van het koppel in<br />

een volmaakte inklemming vervangen<br />

door een moment.<br />

Met voorbeelden toelichten dat er ook<br />

geen volmaakte inklemmingen zijn<br />

(hoeksverdraaiing ...).<br />

Duidelijk bij elk voorbeeld de werkingen<br />

(belastingen) en de reactiekrachten<br />

in een aparte verzameling<br />

plaatsen. Duidelijke afspraken maken<br />

bij de keuze van de positieve richting<br />

van de krachten en de momenten.<br />

Demonstratief de evenwichtsvoorwaarden<br />

toelichten.<br />

Schetsmatig isostatisch en hyperstatisch<br />

constructies weergeven.<br />

Steeds de bekende en de onbekende<br />

krachten in een aparte verzameling<br />

plaatsen. Neem steeds dezelfde positieve<br />

richting aan voor de symbolische<br />

voorstelling van de reactiekrachten<br />

vóór de berekening wordt aangevat.<br />

- 28 -


5 INWENDIG EVENWICHT<br />

5.1 Onderverdeling van de krachten<br />

naar de wijze waarop deze op of in<br />

een normaaldoorsnede inwerken<br />

- Loodrecht op een doorsnede =<br />

normaalkracht<br />

- Gelegen in de doorsnede =<br />

dwarskracht<br />

- Twee krachten loodrecht op een<br />

doorsnede, evenwijdig aan elkaar<br />

en tegengesteld van zin =<br />

buigend koppel ... buigmoment<br />

- Twee krachten gelegen in een<br />

doorsnede, evenwijdig aan elkaar<br />

en tegengesteld van zin =<br />

wringend koppel ... wringmoment<br />

5.2 De normaalkracht, de dwarskracht<br />

en het buigend koppel in een willekeurige<br />

doorsnede van een isostatische<br />

balk<br />

- Balk op twee steunpunten<br />

. zonder overkragingen<br />

. met één overkraging<br />

. met twee overkragingen<br />

- Aan één zijde ingeklemde balk<br />

Een normaaldoorsnede ruimtelijk en in<br />

aanzicht tekenen.<br />

In deze normaaldoorsnede de inwerkende<br />

krachten tekenen.<br />

Het effect van deze inwerking verklaren.<br />

Een gedeelte van een (lichaam)<br />

bouwelement afzonderen.<br />

De grootte van de in te voeren krachten<br />

of koppels bepalen opdat na<br />

afzondering de delen in evenwicht zijn.<br />

De relatie onderkennen tussen de<br />

krachten en de koppels die zowel het<br />

ene deel als het andere deel in evenwicht<br />

houden.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Ruimtelijke voorstelling maken van<br />

zowel het doorgesneden lichaam als<br />

van de krachten die op deze doorsnede<br />

inwerken.<br />

Afspraak maken welke zin van de<br />

dwarskracht en draairichting van het<br />

koppel men als positief en negatief<br />

aanneemt.<br />

Zich beperken tot gelijkmatige verdeelde<br />

lijnbelastingen en/of puntkrachten.<br />

Steeds de gekende en de<br />

ongekende krachten die op een deel<br />

van een constructie inwerken in een<br />

verzameling plaatsen. Niet uitsluitend<br />

één deel van het lichaam afzonderen,<br />

ook het andere deel. De relatie tussen<br />

de krachten die de delen in evenwicht<br />

houden toelichten.<br />

- 29 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

5.3 Dwarskrachtfunctie- en momentenfunctie,<br />

dwarskrachtenlijn en momentenlijn<br />

- Superpositiebeginsel<br />

- Dwarskrachtenlijn<br />

- Momentenlijn<br />

.maxima<br />

. minima<br />

5.4 Type belastingen inwerkend op een<br />

balk op twee steunpunten<br />

- Balk met 1 puntbelasting in het<br />

midden<br />

- Balk met 1 puntbelasting uit het<br />

midden<br />

- Balk met een gelijkmatig verdeelde<br />

lijnbelasting<br />

6 RELATIE KRACHT - SPANNING<br />

en SPANNING - VERVORMING<br />

6.1 Spanning<br />

- Relatie kracht - spanning<br />

Het begrip superpositiebeginsel kennen<br />

en toepassen bij eenvoudige belastingen.<br />

Analytisch de dwarskrachtenfunctie en<br />

momentenfunctie opstellen en deze in<br />

tekening brengen (dwarskrachtenlijn en<br />

momentenlijn).<br />

Van enkele type-belastingsgevallen de<br />

maximum dwarskracht en het maximum<br />

moment uitrekenen.<br />

Met bijvoorbeeld het superpositiebeginsel<br />

een willekeurig belastingsgeval<br />

tot type-belastingsgevallen herleiden.<br />

Het begrip spanning omschrijven.<br />

De relatie 'kracht - spanning' in formulevorm<br />

uitdrukken en toelichten.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

U<br />

B<br />

Relatie leggen met de wiskundige<br />

vergelijking van rechte en parabool.<br />

Relatie leggen met maxima en minima<br />

van een functie. Afspraak maken in<br />

verband met de aangenomen positieve<br />

richting van het X-Y-assenstelsel.<br />

Berekende type-belastingen met<br />

tabellen toelichten en voor andere<br />

belastingen tabellen interpreteren.<br />

Voldoende benadrukken dat bij spanningen<br />

de oppervlaktedimensies,<br />

waarop de kracht inwerkt, in rekening<br />

worden gebracht.<br />

- 30 -


6.2 Relatieve verlenging Het begrip relatieve verlenging omschrijven<br />

en in formulevorm uitdrukken<br />

in functie van de verlenging.<br />

6.3 Spannings-rekdiagram<br />

- Kracht-verlengingsdiagram<br />

- Spannings-relatieve verlengingsdiagram<br />

. elasticiteitsmodulus [ N/m2 ]<br />

. grensspanning<br />

. toelaatbare spanning<br />

. grensvervorming<br />

. toelaatbare vervorming<br />

6.4 Soorten spanningen<br />

- Normaalspanning<br />

. trekspanning<br />

. drukspanning<br />

- Schuifspanning<br />

- Buigspanning<br />

Begrippen omschrijven.<br />

De relatie 'spanning - relatieve verlenging'<br />

in formulevorm uitdrukken en<br />

toelichten.<br />

Met voorbeelden aantonen dat materialen<br />

beperkt krachten/spanningen kunnen<br />

opnemen.<br />

Met voorbeelden omschrijven dat<br />

bepaalde veiligheidsmarges dienen<br />

gehanteerd in functie van de specifieke<br />

eigenschappen van de materialen.<br />

Omschrijven waarom de bouwheer, of<br />

het gebruik, bepaalde beperkingen oplegt<br />

aan de vervormingen van<br />

bouwelementen.<br />

De gebreken van bepaalde bouwmaterialen<br />

omschrijven in functie van de<br />

optredende spanningen.<br />

Relatie leggen tussen de naamgeving<br />

van de verschillende soorten spanningen<br />

en de manier waarop de<br />

krachten op een bepaalde doorsnede<br />

inwerken.<br />

Schematisch de verschillende spanningen<br />

aangeven.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B Toelichten dat een verlenging/verkorting<br />

niet alleen door spanningen<br />

wordt veroorzaakt.<br />

B<br />

In grafiekvorm de relatie tussen kracht<br />

en verlenging, spanning en relatieve<br />

verlenging, weergeven.<br />

Afspraken maken bij het weergeven in<br />

grafiek welke positieve richting men<br />

aanneemt voor trekkracht/trekspanning<br />

en drukkracht/drukspanning. Zie<br />

eveneens volgende paragraaf.<br />

Voor zowel staal, hout als beton deze<br />

grafieken toelichten en wijzen op hun<br />

eigenschappen.<br />

B In een normaaldoorsnede eerst de<br />

krachten tekenen en daarna deze<br />

vervangen door spanningen.<br />

Bij buigspanningen eerst materiaal<br />

nemen dat zowel trek- als drukspanningen<br />

kan opnemen (b.v. hout) en<br />

daarna een materiaal dat bijna uitsluitend<br />

druk opneemt (beton).<br />

- 31 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

7 GEOMETRISCHE KENMERKEN<br />

VAN EEN VLAKKE FIGUUR<br />

7.1 Oppervlakte De oppervlakte van een vlakke figuur<br />

berekenen.<br />

Het superpositiebeginsel terzake<br />

onderkennen.<br />

7.2 Statisch moment van een oppervlakte<br />

rond een as<br />

- Opsplitsen in deeloppervlakken<br />

- Superpositiebeginsel<br />

7.3 Het zwaartepunt<br />

- Keuze van de plaats van het assenstelsel<br />

7.4 Het lijntraagheidsmoment en de<br />

traagheidsstraal<br />

- Lijntraagheidsmoment<br />

- Traagheidsstraal<br />

Het statisch moment berekenen rond<br />

een willekeurige as van eenvoudige<br />

vlakke figuren.<br />

Het superpositiebeginsel terzake<br />

toepassen voor het statisch moment van<br />

een gehele oppervlakte.<br />

De voorwaarde omschrijven wanneer<br />

een as door het zwaartepunt van een<br />

figuur gaat.<br />

De plaats van het zwaartepunt van<br />

eenvoudige vlakke figuren, berekenen.<br />

Van eenvoudige figuren rond het<br />

zwaartepunt het lijntraagheidsmoment<br />

en de traagheidsstraal berekenen.<br />

B<br />

B<br />

B Voor een willekeurige vlakke figuur<br />

gebruikt men het best de methode van<br />

Flesner (coördinatenmethode).<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Aangeven dat het statisch moment rond<br />

verschillende assen niet gelijk is en<br />

daarbij de wiskundige relatie aangeven.<br />

Duidelijk toelichten dat het<br />

statisch moment ten overstaan van<br />

symmetrie-assen nul is en hieruit de<br />

plaats van het zwaartepunt afleiden.<br />

De noodzaak om het statisch moment<br />

te berekenen rond twee assen toelichten.<br />

Tabelmatig de gegevens verwerken.<br />

De nadruk leggen op het feit dat bij het<br />

samenstellen van figuren door<br />

meerdere deelfiguren de traagheidsmomenten<br />

of traagheidsstralen niet<br />

mogen worden opgeteld.<br />

- 32 -


7.5 Verandering van het lijntraagheidsmoment<br />

bij verschuiving van de<br />

assen<br />

8 ENKELVOUDIGE VLAKKE<br />

BUIGING<br />

8.1 Verloop der normaalspanningen<br />

- Hypothese van Bernouilli<br />

- Wet van Hooke<br />

- Grootte van de normaalspanningen<br />

De verandering van het lijntraagheidsmoment<br />

berekenen bij verschuiving<br />

van de assen.<br />

De vervorming van een doorsnede van<br />

een op buiging belaste balk tekenen.<br />

De spanning in een willekeurige vezel<br />

berekenen met de wet van Hooke.<br />

8.2 Ligging van de neutrale lijn Bewijzen dat de neutrale lijn door het<br />

zwaartepunt van de doorsnede gaat.<br />

8.3 Buigingsformule De buigingsformule opstellen en in<br />

oefeningen gebruiken.<br />

8.4 Weerstandsmomenten<br />

- Rechthoekige doorsneden<br />

- Metalen profielen<br />

Van rechthoekige doorsneden het<br />

weerstandsmoment berekenen en van<br />

metalen profielen met bijvoorbeeld een<br />

tabellenboek bepalen.<br />

8.5 Toepassingen Indien het maximummoment gegeven<br />

is, het vereiste metalen profiel of een<br />

houten doorsnede bepalen.<br />

9 DOORBUIGING<br />

9.1 Probleemstelling Omschrijven dat de doorbuiging behoort<br />

tot het probleem van de<br />

gebruiksgrenstoestand.<br />

U Door een eenvoudig cijfervoorbeeld<br />

aantonen.<br />

B<br />

B<br />

Situatie schematisch voorstellen.<br />

Spanningen in verschillende vezels met<br />

elkaar in relatie brengen.<br />

B De voorgaande schematische voorstelling<br />

gebruiken bij de toelichting.<br />

B De buigingsformule op verschillende<br />

manieren voorstellen.<br />

B Tabellen van profielen ter beschikking<br />

stellen en toelichten.<br />

B Concrete voorbeelden uitwerken.<br />

Oefeningen gemaakt in par. 5.3 en 5.4<br />

kunnen verder worden uitgediept.<br />

B Met praktische voorbeelden verschillende<br />

factoren omschrijven, die de toelaatbare<br />

doorbuiging beïnvloeden.<br />

- 33 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

9.2 Toelaatbare doorbuigingen<br />

- In uiterstegrenstoestand<br />

- In gebruiksgrenstoestand<br />

9.3 De doorbuiging van isostatische<br />

balken op twee steunpunten zonder<br />

overkraging(en)<br />

10 CENTRISCHE EN EXCEN-<br />

TRISCHE DRUK<br />

De toelaatbare doorbuigingen kunnen<br />

bepalen aan de hand van ter<br />

beschikking gestelde tabellen.<br />

De doorbuiging in het midden berekenen<br />

aan de hand van ter beschikking<br />

gestelde formules voor een gelijkmatig<br />

verdeelde lijnbelasting en een<br />

puntbelasting. Het superpositiebeginsel<br />

terzake toepassen.<br />

10.1 Centrische druk De minimumoppervlakte berekenen<br />

voor een inwerkende puntkracht in een<br />

uiterste grenstoestand.<br />

De normaalspanning berekenen op een<br />

oppervlakte in zowel een uiterste- als<br />

een gebruiksgrenstoestand.<br />

10.2 Excentrische druk<br />

- Centrische drukkracht<br />

-Moment<br />

Het begrip excentrische druk omschrijven.<br />

De relatie aangeven tussen een excentrische<br />

drukkracht en een centrische<br />

drukkracht plus een moment.<br />

B Tabellen ter beschikking stellen en<br />

toelichten.<br />

B Tabellen ter beschikking stellen en<br />

toelichten.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

U<br />

Concrete voorbeelden uitwerken.<br />

Oefeningen gemaakt in par. 5.3 en 5.4<br />

kunnen verder worden uitgediept.<br />

Nodige opleglengten van balken,<br />

oppervlakte van kolommen of funderingen<br />

..., kunnen worden uitgerekend.<br />

Voldoende toelichten dat bij de berekeningen<br />

problemen ontstaan indien<br />

het materiaal geen trek kan opnemen<br />

(grond, beton ...).<br />

- 34 -


11 KNIK<br />

- Het knikverschijnsel<br />

- Formule van Euler<br />

- Kniklengten<br />

- Slankheid<br />

- Beperkte geldigheid van de formule<br />

van Euler<br />

- Knikklassen volgens de Belgische<br />

Normen NBN B51-001<br />

- Knikberekening volgens de Belgische<br />

normen<br />

- Controleberekening<br />

- Ontwerpberekening<br />

12 AFSCHUIVING<br />

12.1 Schuifspanningen<br />

- Afschuifvlak - schuifspanning<br />

- Stuikvlak - stuikdruk<br />

- Eensnedig en meersnedige<br />

afschuif- en stuikvlakken<br />

Het begrip 'spanningsprobleem' en het<br />

begrip 'evenwichtsprobleem' omschrijven<br />

in relatie met het knikverschijnsel.<br />

De stabiliserende en de niet-stabiliserende<br />

elementen in de formule van<br />

Euler toelichten.<br />

Het verband inzien tussen enerzijds de<br />

reductiecoëfficiënten (in functie van de<br />

slankheid) volgens de Belgische<br />

normen en anderzijds de formule van<br />

Euler.<br />

De slankheid berekenen van rechthoekige<br />

kolommen en profielen.<br />

De knikklassen voor metalen profielen<br />

bepalen.<br />

Een controleberekening doen volgens<br />

de Belgische normen.<br />

Een ontwerpberekening uitvoeren<br />

volgens de Belgische normen.<br />

De minimum afschuif- en stuikoppervlakte<br />

berekenen voor een inwerkende<br />

langskracht in een uiterste<br />

grenstoestand.<br />

Zowel de schuifspanning in een afschuifoppervlakte,<br />

als de stuikdruk op<br />

een stuikoppervlakte berekenen in<br />

zowel een uiterste- als een gebruiksgrenstoestand.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

U<br />

B<br />

B<br />

Voor het toelichten van de formule van<br />

Euler vertrekt men best van de<br />

doorbuigingsformule van een excentrisch<br />

gedrukte staaf. Door het verhogen<br />

van de drukkracht stelt men<br />

daarbij vast dat een maximumwaarde<br />

een oneindige doorbuiging tot gevolg<br />

heeft. Uit deze formule is de Eulerkracht<br />

eenvoudig af te leiden.<br />

Tabellen van de normen terzake ter<br />

beschikking stellen en toelichten.<br />

Concrete voorbeelden uitwerken van<br />

zuivere schuifspanningen.<br />

- 35 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

12.2 Schuifspanningen in onderling loodrechte<br />

vlakken<br />

12.3 Bepalen van de schuifkracht en de<br />

schuifspanning in een langsvlak van<br />

een balk op buiging belast<br />

- Voor een willekeurig langsvlak<br />

- Ter plaatse van de neutrale lijn<br />

Met bijvoorbeeld een schets aantonen<br />

dat in twee onderling loodrechte<br />

vlakken de schuifspanningen (schuifkrachten)<br />

naar elkaar toe of van elkaar<br />

weg zijn gericht.<br />

De vervorming van een kubusje (in<br />

aanzicht voorgesteld) onder invloed<br />

van deze schuifspanning schetsen en de<br />

druk- en trekzones aanduiden.<br />

De formule opstellen die het verband<br />

weergeeft tussen de dwarskracht en de<br />

schuifspanning in een willekeurig<br />

langsvlak.<br />

Omschrijven hoe er maatregelen<br />

kunnen worden getroffen om de<br />

schuifspanningen op te nemen.<br />

B<br />

B<br />

U<br />

Kubusjes nemen ter hoogte van de<br />

neutrale lijn.<br />

Tweedimensionale voorstelling is<br />

voldoende.<br />

U Belangrijk is dat men het juiste statisch<br />

moment bepaalt van die doorsnede die<br />

kan afschuiven rond de neutrale vezel.<br />

Maximum schuifspanning bepalen voor<br />

een rechthoekige doorsnede.<br />

- 36 -


TV Hout<br />

Beroepseconomie<br />

1 BEGINSITUATIE<br />

Dit is een totaal nieuw vak. Er is geen voorkennis.<br />

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />

- 37 -<br />

De overgang van school naar bedrijf is voor bijna alle leerlingen een stap in het onbekende.<br />

2de leerjaar: 1 u./w.<br />

Het is dan ook evident dat jongeren die hun secundaire studies beëindigen, een aantal basisprincipes van<br />

bedrijfsorganisatie kennen.<br />

De algemene doelstelling van het vak "beroepseconomie" is dan ook de leerlingen een algemeen beeld te<br />

geven van de ingewikkeldheid van het bedrijf en het bedrijfsleven.<br />

Deze doelstelling kan op de volgende wijze bereikt worden :<br />

- door de leerlingen een algemeen beeld te geven van de structuur van de bedrijven via een minimum aan<br />

basiskennis.<br />

- door de leerlingen aan te sporen tot nadenken, tot het zoeken naar oplossingen en tot gemotiveerd werken<br />

via het kritisch bespreken van actuele problemen.<br />

- door de leerlingen te overtuigen dat een goede organisatie aanleiding geeft tot het kwalitatief en kwantitatief<br />

verbeteren van de produktie.<br />

- door de integratie van kwaliteitszorg, veiligheid en hygiëne in al hun activiteiten aan te moedigen.<br />

De toegemeten tijd is kort, hieruit volgt de noodzaak het leerplan soepel te interpreteren.<br />

Ga praktisch tewerk gezien het grote aanbod van het studiemateriaal en de voortdurende verandering op<br />

technisch, economisch en sociaal gebied.<br />

3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

- Kies een produktiebedrijf in de vakspecialiteit van de leerlingen, groot genoeg om alle delen van het<br />

leerplan aan bod te laten komen.<br />

- Geef bij de theoretische uitleg zoveel mogelijk een praktische toepassing.<br />

- Een bedrijfsbezoek biedt alvast vele mogelijkheden om de geziene leerstof te illustreren.<br />

- Geef de leerlingen bij bedrijfsbezoeken welbepaalde opdrachten. Analyseer en bespreek deze opdracht<br />

daarna in klasverband.<br />

- Bij planning en procesbeheersing speelt de computer een belangrijke rol.<br />

4 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />

METHODOLOGISCHE WENKEN


TV Hout - Beroepseconomie 2de leerjaar: 1 u./w.<br />

Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METH. WENKEN<br />

1 INLEIDING Het begrip onderneming en het nagestreefde<br />

doel omschrijven.<br />

2 DE ECONOMISCHE KRING-<br />

LOOP<br />

3 ALGEMENE ORGANISATIE<br />

3.1 Bedrijfsstructuren<br />

(van eenmanszaak tot onderneming)<br />

Begrippen als goederenstroom,<br />

geldstroom, diensten en arbeidscircuit<br />

verklaren.<br />

De onderlinge samenhang beschrijven.<br />

De verschillende bedrijfsvormen<br />

kennen.<br />

De specifieke kenmerken van elke<br />

bedrijfsvorm omschrijven.<br />

3.2 Organisatievormen De meest voorkomende organisatievormen<br />

kennen en toelichten.<br />

- De lijnorganisatie.<br />

- De functionele organisatie.<br />

(Taylorstelsel)<br />

- De lijn en staforganisatie.<br />

De voor- en nadelen van de verschillende<br />

organisatievormen bespreken.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

U<br />

B<br />

Illustreren met praktische voorbeelden<br />

uit de eigen beroepsspecialiteit.<br />

Zoveel mogelijk voorbeelden uit de<br />

eigen specialiteit geven.<br />

Uitgewerkte voorbeelden in<br />

schemavorm bespreken met de<br />

leerlingen.<br />

Ter gelegenheid van een bedrijfsbezoek<br />

de aandacht vestigen op de<br />

organisatievorm van dit bedrijf.<br />

- 38 -


4 MARKETING Weten wat men onder 'marketing'<br />

verstaat.<br />

Het begrip 'vrije markteconomie'<br />

omschrijven.<br />

Oorzaken van te lage produktiviteit<br />

opnoemen.<br />

5 PRODUKTIVITEIT EN PLAN-<br />

NING<br />

5.1 Produktiviteit Het begrip produktiviteit en rendement<br />

definiëren.<br />

De factoren opsommen die de produktiviteit<br />

en het rendement beïnvloeden.<br />

5.2 Planning Het begrip planning omschrijven.<br />

De soorten planningen:<br />

- in de tijd<br />

- in functie van de produktie<br />

kennen en bespreken.<br />

Het doel en de taken van de planning<br />

omschrijven.<br />

6 PRODUKTIEPLANNING Het begrip produktieplanning omschrijven.<br />

Inzicht hebben in de factoren die de<br />

produktieplanning beïnvloeden.<br />

U<br />

B<br />

U<br />

B<br />

Illustreren met een praktisch voorbeeld.<br />

B Illustreren met een praktisch voorbeeld.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Illustreren met een praktisch voorbeeld<br />

eigen aan de specialiteit.<br />

- 39 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

Begrippen capaciteitsplanning, bezettingsplanning<br />

en orderplanning omschrijven.<br />

Het belang en de noodzaak van deze<br />

planningen aantonen.<br />

7 STUDIE- EN TEKENBUREAU Het doel en de opdrachten van het<br />

studiebureau en van het tekenbureau<br />

omschrijven.<br />

Het verloop vanaf de voorstudie tot het<br />

afgewerkte produkt bespreken.<br />

8 WERKVOORBEREIDING Het doel en de taken van de werkvoorbereiding<br />

beschrijven.<br />

9 WERKVERDELING Het doel en de taken van de werkverdeling<br />

omschrijven.<br />

Het belang van een goede werkverdeling<br />

toelichten.<br />

10 ARBEIDSANALYSE Het begrip arbeidsanalyse omschrijven.<br />

De technieken gebruikt bij arbeidsanalyse<br />

omschrijven.<br />

- Methodenstudie.<br />

- Arbeidsmeting.<br />

De techniek van de multimomentopname<br />

(MMO) bespreken.<br />

B<br />

B<br />

Illustreren met een praktisch voorbeeld<br />

eigen aan de specialiteit.<br />

Orderplanning illustreren met de Ganttplanning<br />

en de PERT-netwerkmethode.<br />

B Samen met de leerlingen een praktisch<br />

voorbeeld bespreken.<br />

B<br />

B Uitleggen met behulp van een praktisch<br />

voorbeeld.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

U<br />

Illustreren met een praktisch voorbeeld.<br />

Toepassen op een praktisch voorbeeld.<br />

- 40 -


11 PROCESANALYSE Definiëren wat men verstaat onder<br />

procesanalyse. Het doel van de procesanalyse<br />

omschrijven.<br />

Het principe en het nut van het fabricage-,<br />

het procesanalyse- en het omloopschema<br />

uitleggen.<br />

12 WERKPOSTSTUDIE Begrip werkpost en werkpoststudie<br />

definiëren.<br />

De werkmethode gevolgd bij werkpoststudies<br />

omschrijven:<br />

- studie van de werkpostinrichting,<br />

- studie van de bewegingen,<br />

- studie van de tijden,<br />

- studie van de ergonomie.<br />

13 KOSTPRIJSBEREKENING Het begrip en de soorten kostprijzen<br />

definiëren.<br />

Het doel van de kostprijsberekening<br />

omschrijven.<br />

De verschillende elementen waaruit<br />

een kostprijs is samengesteld bepalen<br />

en toelichten.<br />

Begrippen die belangrijk zijn bij<br />

kostprijsberekeningen toelichten:<br />

- voor- en nacalculatie,<br />

- directe en indirecte kosten,<br />

- vaste en variabele kosten.<br />

B<br />

U Uitgewerkt voorbeeld met fabricage-,<br />

procesanalyse- en omloopschema<br />

gebruiken ter illustratie.<br />

B<br />

B Illustreren met een praktisch voorbeeld<br />

in de eigen werkplaats.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Illustreren met praktisch voorbeeld<br />

uitgewerkt met de MTM-methode.<br />

- 41 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

14 PERSONEEL Rechten en plichten van werkgever en<br />

werknemer bondig omschrijven.<br />

15<br />

15.1<br />

VEILIGHEID EN HYGIENE<br />

De soorten statuten en arbeidsovereenkomsten<br />

bespreken.<br />

Weten wat men verstaat onder "sociale<br />

zekerheid".<br />

Arbeidsongevallen Mogelijke oorzaken van ongevallen<br />

omschrijven.<br />

Voorkomen van arbeidsongevallen<br />

bespreken.<br />

Gevolgen van arbeidsongevallen,<br />

zowel voor werkgever als voor werknemer,<br />

omschrijven.<br />

15.2 Eerste hulp bij ongevallen Basisregels in verband met eerste hulp<br />

bij ongevallen toepassen.<br />

Werking van de dienst EHBO omschrijven.<br />

15.3 Reglementeringen Specifieke voorschriften voor het<br />

beroep opzoeken en omschrijven.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Voorbeeldformulieren van arbeidsovereenkomsten<br />

aan de leerlingen<br />

geven.<br />

B Concrete voorbeelden uit de school,<br />

vooral in de eigen werkplaats.<br />

Didactische panelen gebruiken.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B Het ARAB en het AREI ter beschikking<br />

hebben voor opzoekingswerk.<br />

- 42 -


15.4 Dienst veiligheid, gezondheid en<br />

verfraaiing<br />

16<br />

16.1<br />

INTEGRALE KWALITEITS-<br />

ZORG (IKZ)<br />

Het doel en bevoegdheden van het<br />

comité en van de dienst veiligheid, gezondheid<br />

en verfraaiing omschrijven.<br />

Wettelijke voorschriften aangaande<br />

verkiezing en samenstelling van dit<br />

comité kennen.<br />

Kwaliteitsbeheersing De begrippen kwaliteit,<br />

kwaliteitsbeheersing omschrijven.<br />

De kerngedachte van de kwaliteitsbeheersing<br />

toelichten en concretiseren in<br />

de Demingcirkel.<br />

16.2 Integrale kwaliteitszorg Het begrip IKZ omschrijven.<br />

De filosofie en de motivatie die<br />

erachter schuilen inzien en uitleggen.<br />

De zes basisregels van Ishikawa<br />

verwoorden en toelichten en toepassen.<br />

16.3 Kwaliteitsmotivatie Begrip kwaliteitsmotivatie uitleggen. B<br />

De voorwaarden en de middelen tot<br />

kwaliteitsmotivatie bespreken.<br />

U<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Met praktische voorbeelden deze<br />

begrippen illustreren.<br />

Illustreren met behulp van de kwaliteitsspiraal.<br />

- 43 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

16.4 Kwaliteitskosten Het doel van een kwaliteitskostenonderzoek<br />

uitleggen.<br />

Aan de hand van een diagram het<br />

waardenverloop van de kwaliteitskosten<br />

ten opzichte van de volmaaktheids<strong>graad</strong><br />

toelichten.<br />

16.5 Kwaliteitskringen Het doel en de principes van kwaliteitskringen<br />

verduidelijken.<br />

16.6 Groepsdynamische technieken De groepsdynamische technieken die<br />

toegepast worden bij het behandelen<br />

van problemen bespreken en toelichten.<br />

- Brainstorming.<br />

- Visgraat of Ishikawa-diagram.<br />

- Pareto-analyse.<br />

17 PROCESBEHEERSING<br />

17.1 Kwaliteitsbeoordeling De kwaliteitsbeoordeling tijdens het<br />

fabricageproces toelichten.<br />

De soorten keuringen omschrijven.<br />

Het gebruik van controlekaarten bij<br />

proces- en bij prestatiebewaking<br />

toelichten en toepassen.<br />

B<br />

U<br />

B Illustreren met eenvoudige praktische<br />

voorbeelden.<br />

B Illustreren met praktische voorbeelden<br />

uit de eigen specialiteit.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Illustreren met praktische voorbeelden.<br />

- 44 -


17.2 Variabele keuringen Het doel van het verzamelen van<br />

meetbare grootheden omschrijven.<br />

Het doel en de voordelen van een<br />

grafische weergave met de methode<br />

van de frequentieverdeling toelichten.<br />

De begrippen "gemiddelde waarde" en<br />

"spreiding" kennen en berekenen.<br />

Hun verband met het produktieproces<br />

(instellen en tolerantie) inzien.<br />

De grafische voorstelling volgens<br />

normale verdeling (Gauss-curve)<br />

opstellen, bespreken en toepassen.<br />

Het principe, het doel en het gebruik<br />

van de X-R-kaarten toelichten.<br />

17.3 Attributieve keuringen Het doel en de principes van attributieve<br />

keuringen omschrijven.<br />

De soorten controlekaarten en hun<br />

gebruik toelichten.<br />

B<br />

U<br />

B Praktisch voorbeeld gebruiken.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Samen met de leerlingen een praktisch<br />

voorbeeld uitwerken.<br />

Laten inoefenen.<br />

Praktisch voorbeeld uitwerken.<br />

X-R-kaart samen met de leerlingen<br />

opstellen.<br />

Illustreren met eenvoudige voorbeelden.<br />

- 45 -


TV Hout<br />

Laboratorium<br />

1 BEGINSITUATIE<br />

- 46 -<br />

1ste leerjaar: 2 u./w. (+ 1 u./w.)<br />

2de leerjaar: 2 u./w. (+ 1 u./w.)<br />

De lessen Laboratorium vertrekken heel duidelijk vanuit de kennis opgedaan in de lessen Materialen in de<br />

2de en 3de <strong>graad</strong>. Ook elementen uit Constructieleer en Sterkteleer moeten gekend zijn.<br />

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />

- Een houtsoort herkennen.<br />

- Houtvocht meten en de relatie kennen tussen relatieve luchtvochtigheid en evenwichtsvochtgehalte.<br />

- De invloed van "krimpen en zwellen" bepalen.<br />

- Lijm als verbindingsmiddel beoordelen.<br />

- De oppervlakte van het hout "afwerken" (van kleuren en eindlagen voorzien).<br />

- Timmerhout classificeren.<br />

- Weten hoe hout mechanisch wordt beproefd. De proeven uitvoeren.<br />

- De meest geschikte houtverbindingen na beproeving kiezen.<br />

3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

De labinrichting zal gericht zijn op: materiaalonderzoek, afwerking en mechanische eigenschappen.<br />

De lessen Laboratorium beginnen in het 1ste leerjaar met houtdeterminatie, omdat dit een logische aansluiting<br />

geeft op houtanatomie uit het 2de leerjaar van de 2de <strong>graad</strong>. De andere onderwerpen van Laboratorium<br />

worden eerst theoretisch behandeld in de lessen Materialen.<br />

De lessen Laboratorium van het 2de leerjaar sluiten voor een groot deel aan op de lessen Sterkteleer.<br />

Overleg is dus zeker noodzakelijk.<br />

Goede verslagen met een degelijke evaluatie zijn uiteraard nodig.<br />

Studiebezoeken in functie van bepaalde onderwerpen met een voorbereiding, een verslag en een evaluatie zijn<br />

meer dan nuttig.<br />

Het Opleidingscentrum Hout heeft zeer goede teksten omtrent vele onderwerpen rond Materialen en<br />

Laboratorium en richt regelmatig voor leerlingen van de 3de <strong>graad</strong> voordrachten van één dag in. Deze<br />

voordrachten zijn sterk aan te bevelen. Onderwerpen zoals lijmen, afwerken en hout beproeven, komen aan<br />

bod.<br />

In het 2de leerjaar kunnen in de lessen Laboratorium natuurlijk nog andere nuttige proeven uitgevoerd<br />

worden dan deze vermeld in het leerplan.<br />

4 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />

METHODOLOGISCHE WENKEN


- 47 -<br />

SCHEMA MATERIALEN - LAB<br />

______________________________


TV Hout - Laboratorium 1ste leerjaar: 2 u./w. (+ 1 u./w.)<br />

1<br />

1.1<br />

Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

HOUTHERKENNING<br />

- Determinatietabel<br />

Loepmethode<br />

1.2 Microscoopmethode<br />

- Preparaten<br />

- Klasseren van determinatie-elementen<br />

- Determinatie van de soort<br />

. vaten,<br />

. stralen (radiaal parenchym),<br />

. parenchym (axiaal parenchym),<br />

. kruisingsvelden,<br />

.volumieke massa,<br />

Een determinatietabel gebruiken.<br />

Met een loep kenmerken van houtsoorten<br />

vastleggen.<br />

Een loep gebruiken.<br />

De techniek van het aansnijden van het<br />

hout toepassen.<br />

Het gebruik van een loepmicrometer<br />

kennen (meten en tellen van de<br />

elementen).<br />

Preparaten (microsneden) maken.<br />

Volgende elementen klasseren:<br />

- vaten: afmeting, aantal, groepering,<br />

rangschikking,<br />

- stralen: breedte, hoeveelheid,<br />

- parenchym: paratracheaal, apotracheaal.<br />

Bij naaldhout het soort kruisingsveld<br />

vaststellen.<br />

De volumieke massa van een houtmonster<br />

bij benadering bepalen.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Zie ook Houtanatomie in het 2de<br />

leerjaar van de 2de <strong>graad</strong>.<br />

Beginnen met een tabel met een<br />

beperkt aantal soorten, later kan een<br />

meer uitgebreide tabel gebruikt worden<br />

of indien mogelijk de computer.<br />

Loep die 10x vergroot, is voldoende.<br />

Bij de loepmethode zal de leerling nog<br />

niet overgaan tot een definitieve<br />

bepaling van de soort.<br />

De juiste aansnijmethode aanleren,<br />

anders is er een groot gevaar voor verwondingen.<br />

Bij gebrek aan voldoende apparatuur<br />

(o.a. microtoom) kunnen deze preparaten<br />

aangekocht worden.<br />

Modeltekeningen van parenchym en<br />

kruisingsvelden gebruiken.<br />

- 48 -


. kleur, geur, brandbaarheid<br />

. determineren<br />

. controle<br />

2 HOUTVOCHT<br />

- Meetmethode voor het vaststellen<br />

van het vochtgehalte<br />

. met de droogstoof<br />

. met de vochtmeter<br />

- Relatie tussen evenwichtsvochtgehalte<br />

en luchtvochtigheid<br />

De kleur, geur, brandbaarheid enz.<br />

vastleggen.<br />

Met de gevonden elementen de<br />

houtsoort bepalen.<br />

Een controle doen door de gevonden<br />

houtsoort te vergelijken met de modelmicrofoto.<br />

Het vochtgehalte van hout bepalen via<br />

de droogstoofmethode.<br />

Het vochtgehalte bij hout bepalen met<br />

de vochtmeter.<br />

Vele metingen van houtvochtgehalte en<br />

luchtvochtigheid doen in verschillende<br />

omstandigheden: bij bijvoorbeeld:<br />

- vensterramen,<br />

- meubels,<br />

- een houten vloer,<br />

- een dakconstructie,<br />

- een buitenbetimmering,<br />

- een buitenloods,<br />

- hout in de omgeving van verwarming,<br />

-enz.<br />

Met deze gegevens een diagram<br />

opstellen met op de X-as de relatieve<br />

vochtigheid en op de Y-as het evenwichtsvochtgehalte.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B Determinatietabel gebruiken.<br />

Modelmicrofoto's (kops) ter beschikking<br />

stellen.<br />

Voor de proeven aansluitend op dit<br />

onderwerp: zie Materialen 1ste leerjaar<br />

van de 3de <strong>graad</strong> nr. 1.<br />

- 49 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

3 KRIMPEN, ZWELLEN EN<br />

"WERKEN" VAN HOUT<br />

3.1 Onderzoek krimp, boven en onder<br />

het vezelverzadigingspunt<br />

3.2 Krimppercentage in lengte, radiaal,<br />

tangentiaal<br />

3.3 Verhouding van de krimppercentage<br />

volgens de richting<br />

Conclusies trekken omtrent de krimp<br />

na meting boven en onder het vezelverzadigingspunt.<br />

Krimppercentage vaststellen bij<br />

verschillende houtsoorten:<br />

- van nat tot 12 % houtvochtigheid,<br />

- in lengterichting,<br />

- in radiale richting,<br />

- in tangentiale richting.<br />

Uit voorgaande gegevens afleiden hoe<br />

de krimp zich verhoudt in de<br />

verschillende richtingen.<br />

3.4 Stabiele en niet-stabiele houtsoorten Uit voorgaande gegevens afleiden<br />

welke houtsoorten stabiel en welke<br />

niet-stabiel zijn.<br />

3.5 "Werken" van hout<br />

Bepalen bij massief hout en bij<br />

verschillende plaatmaterialen<br />

Berekenen hoeveel (mm) een bepaalde<br />

onbehandelde, toegepaste houtsoort<br />

radiaal en tangentiaal gezaagd "werkt"<br />

onder invloed van een wisselende<br />

relatieve vochtigheid (tussen 30 - 60<br />

%; 60 - 90 % R.V.) bijvoorbeeld bij:<br />

- een massief tafelblad (in de breedte),<br />

B<br />

B Tabel gebruiken waarop het vezelverzadigingspunt<br />

van houtsoorten is<br />

aangegeven.<br />

B Tabellen en houtfiches raadplegen en<br />

met de resultaten vergelijken.<br />

B<br />

B Deze berekeningen uitvoeren met<br />

gegevens van houtfiches en tabellen.<br />

- 50 -


4<br />

4.1<br />

4.2<br />

LIJMVERBINDINGSPROEVEN<br />

Lijmbinding en de invloed van<br />

verschillende factoren hierop<br />

- Binding door indringing<br />

- Door specifieke binding<br />

Lijmvlakken<br />

- een massieve buitendeur (in de<br />

breedte),<br />

- een plankenvloer,<br />

- een traptrede.<br />

Van verschillende plaatmaterialen de<br />

krimping (lengte, breedte, dikte)<br />

onderzoeken in de droogstoof, van<br />

evenwichtsvochtgehalte tot volledig<br />

vochtvrij.<br />

Door een vergelijkend onderzoek<br />

vaststellen dat de sterkte van de<br />

binding verschillend is en hieruit de<br />

juiste conclusies trekken.<br />

Volgende situaties onderzoeken:<br />

- hout met grote en kleine poriën,<br />

- bij samenlijmen van houtsoorten met<br />

weinig en veel inhoudstoffen en<br />

harsen,<br />

- bij samenlijmen van stukken waarbij<br />

verschillende lijmsoorten worden<br />

gebruikt,<br />

- bij samenlijmen van stukken met veel<br />

stof op de lijmvlakken,<br />

- bij samenlijmen van dosse, kwartieren<br />

kopse vlakken,<br />

- bij samenlijmen van stukken volgens<br />

vezelrichting en stukken met gekruiste<br />

vezelrichting,<br />

- bij samenlijmen van stukken die<br />

slecht op elkaar passen,<br />

B<br />

B<br />

B<br />

In de lessen Materialen in de 2de <strong>graad</strong><br />

konden sommige proeven ook reeds<br />

uitgevoerd worden. Door gebrek aan<br />

tijd worden ze wellicht verschoven<br />

naar de 3de <strong>graad</strong>.<br />

Lijmfiches gebruiken.<br />

De gelijmde stukken op trek testen op<br />

de proefbank en in een verslag<br />

conclusies trekken.<br />

- 51 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

4.3 Lijmopdracht - bij samenlijmen van stukken waarbij<br />

de lijmopdracht te klein, te groot en<br />

juist is,<br />

- bij samenlijmen van stukken waar de<br />

open tijd ruim overschreden is,<br />

- bij samenlijmen van stukken waarbij<br />

4.4<br />

4.5<br />

4.6<br />

4.7<br />

5<br />

5.1<br />

Houtvochtgehalte<br />

Lijmverdunning<br />

Perstijd<br />

Persdruk<br />

OPPERVLAKTEAFWERKING<br />

Onderzoek van de voorbereidende<br />

bewerkingen op hout<br />

de temperatuur veel te laag is,<br />

- bij stukken die een veel te hoog<br />

vochtgehalte hebben,<br />

- bij stukken die gelijmd zijn met een<br />

sterk verdunde lijm,<br />

- bij het samenlijmen van stukken<br />

waarbij de perstijd te kort is geweest,<br />

- bij het samenlijmen van stukken<br />

waarbij een te kleine persdruk is<br />

toegepast.<br />

- Schuren De kwaliteit van het geschuurde oppervlak<br />

beoordelen.<br />

B<br />

Lijm en hout in de frigo in temperatuur<br />

laten dalen vóór het lijmen.<br />

De leerlingen zullen na het uitvoeren<br />

van de proeven zeker een duidelijk<br />

beeld krijgen van het feit dat meerdere<br />

factoren de lijming kunnen<br />

beïnvloeden.<br />

Zie Materialen 1ste leerjaar van de 3de<br />

<strong>graad</strong> punt 2.2.<br />

Het resultaat van de geschuurde<br />

oppervlakken kan onder microscoop<br />

beoordeeld worden:<br />

- schuren in lange, dwarse en schuine<br />

richting,<br />

- schuurpapier van verschillende soort<br />

en korrel gebruiken.<br />

- 52 -


- Bleken Hout van verschillende soort (eik, es,<br />

kers, RNG ...) bleken (ontkleuren).<br />

- Ontvetten Weten welke en hoe houtsoorten<br />

moeten worden ontvet.<br />

- Vlekken verwijderen Vlekken van verschillende aard op<br />

hout verwijderen.<br />

- Porigheid De juiste poriënvuller toepassen voor<br />

een open-, half-gesloten- en geslotenporige<br />

afwerking.<br />

5.2 Onderzoek van verschillende<br />

afwerkingsprodukten<br />

- Wasbeits en boenwas Eikenhout afwerken met wasbeits en<br />

boenwas<br />

- Kleuren van hout met:<br />

. natuurlijke kleurstoffen,<br />

. scheikundige kleurstoffen<br />

Hout kleuren met verschillende<br />

natuurlijke kleurstoffen.<br />

De invloed van een scheikundige<br />

kleurstof (b.v. ammoniak) vergelijken<br />

op looistofarme en looistofrijke houtsoorten.<br />

De looistof kunstmatig aanbrengen.<br />

B Verschillende bleekprodukten gebruiken.<br />

De veiligheidsvoorschriften in acht<br />

nemen.<br />

Een staalkaart aanleggen.<br />

B Bedoelde houtsoorten met verschillende<br />

ontvettingsmiddelen behandelen<br />

en het resultaat voor en na onder de<br />

microscoop vergelijken.<br />

B Met de juiste produkten de aangebrachte<br />

vlekken verwijderen.<br />

B De resultaten vergelijken onder de<br />

microscoop.<br />

B Het resultaat testen in verband met<br />

slijtvastheid en waterbestendigheid.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Een eenvoudige proef doen door 2<br />

stukken hout in ammoniakgas te<br />

brengen.<br />

Opletten bij het gebruik van kunstmatige<br />

looistof in verband met irritatie<br />

van de luchtwegen.<br />

Een staalkaart maken.<br />

- 53 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

Hout kleuren door "beroken".<br />

Hout kleuren met kaligène.<br />

Hout kleuren met metaalzouten, onder<br />

andere kaliumbichromaat en ijzersulfaat.<br />

. gemengde kleurstoffen Zelf kleuren samenstellen op basis van<br />

natuurlijke en scheikundige<br />

kleurstoffen.<br />

. industriële kleuren Industriële kleuren op basis van water,<br />

nitro-cellulose enz. toepassen.<br />

- Eindlagen (vernissen en lakken)<br />

. nitrocellulose<br />

. zuurhoudende<br />

. polyurethaan<br />

. watervernissen en -lakken<br />

. onverzadigde polyesters<br />

. acrylaten<br />

. alkydharsen<br />

De verschillende soorten eindlagen<br />

aanbrengen en het eindresultaat beoordelen<br />

op zowel massief hout als op<br />

verschillende plaatmaterialen.<br />

De eindlagen beoordelen in verband<br />

met:<br />

- krasvastheid,<br />

- invloed van water,<br />

- invloed van dranken onder andere<br />

alcoholhoudende,<br />

- invloed van inkt, white-spirit,<br />

huishouddetergenten enz.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Veiligheidsvoorschriften in acht<br />

nemen.<br />

Radiale en tangentiale vlakken vergelijken.<br />

Een staalkaart maken.<br />

Veiligheidsvoorschriften in acht<br />

nemen.<br />

Een staalkaart maken.<br />

B Het experiment laten primeren.<br />

Een staalkaart maken.<br />

B Gebruiksaanwijzingen goed in acht<br />

nemen.<br />

Een staalkaart maken.<br />

B<br />

B<br />

Aanbrengen met spuitpistool.<br />

Een staalkaart aanleggen.<br />

Eindlagen evalueren door testen; goede<br />

verslagen opstellen.<br />

Een staalkaart maken.<br />

Een staalkaart maken.<br />

- 54 -


6 WARMTE- EN GELUIDSISOLA-<br />

TIEPROEVEN<br />

Hout afwerken:<br />

- door cerusering,<br />

- door patineren.<br />

Met een kleine proefopstelling de<br />

warmte- en geluidsoverdracht<br />

onderzoeken.<br />

B<br />

B Een geluidsmeter is noodzakelijk.<br />

- 55 -


TV Hout - Laboratorium 2de leerjaar: 2 u./w. (+ 1 u./w.)<br />

Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

1 CLASSIFICATIE VAN TIMMER-<br />

HOUT<br />

2 MECHANISCHE PROEVEN OP<br />

HOUT<br />

3<br />

3.1<br />

BEPROEVEN VAN VERBINDIN-<br />

GEN<br />

Verbindingen in de breedte<br />

- Bij massief hout<br />

- Bij plaathout<br />

Timmerhout classificeren volgens de<br />

KAR-methode in klassen S10 - S8 -<br />

S6, en volgens STS 04-Hout.<br />

Weten hoe het materiaal "hout" mechanisch<br />

wordt beproefd en de proef op de<br />

proefbank uitvoeren:<br />

- druk,<br />

-trek,<br />

- statische buiging,<br />

- dynamische buiging (schokweerstand),<br />

- afschuiving,<br />

- hardheid,<br />

- tractiesterkte,<br />

- splijtsterkte.<br />

Uit een reeks mogelijkheden de meest<br />

geschikte breedteverbindingen vaststellen<br />

(zowel bij massief hout als bij<br />

plaathout) na beproeving van de<br />

sterkte: met veer, koud tegen elkaar<br />

gelijmd, met tand en groef, met<br />

visbek, met drevels enz.<br />

3.2 Hoekverbindingen bij plaathout Uit een reeks mogelijkheden de meest<br />

geschikte hoekverbinding bij plaathout<br />

kiezen: met veer, met tand, met<br />

profiel, met drevels enz.<br />

B Op breuk belasten en dit resultaat<br />

vergelijken met de bepaalde klasse en<br />

met de volumieke massa van het<br />

proefstuk.<br />

B Proeven volgens NEN 225.<br />

Bijwonen van proeven in bijvoorbeeld<br />

het Opleidingscentrum Hout, het<br />

WTCB, de Universiteit Gent.<br />

B Het produkt "lijm" als<br />

verbindingsmiddel is voldoende<br />

beproefd geweest in het 1ste leerjaar<br />

van de 3de <strong>graad</strong>. In deze lessen gaat<br />

het om de "verbinding" (de<br />

constructie) waarbij lijm in zijn aanbevolen<br />

omstandigheden is toegepast.<br />

B De produktiekosten van de verbinding<br />

mogen bij het besluit uiteraard ook in<br />

overweging genomen worden.<br />

- 56 -


3.3 Massieve hoekverbindingen bij<br />

meubels (b.v. bij een kastdeur)<br />

Uit een reeks mogelijkheden de meest<br />

geschikte verbinding kiezen door<br />

beproeving, bijvoorbeeld:<br />

- klassieke pen- en gatverbinding<br />

(open en gesloten),<br />

- drevelverbinding,<br />

- de verbinding met of zonder tegenprofiel<br />

van lijst en groef,<br />

-enz.<br />

3.4 Massieve ladehoekverbindingen De meest geschikte hoekverbinding<br />

kiezen uit een reeks mogelijkheden:<br />

- met drevels,<br />

- met tand en groef,<br />

- genageld,<br />

- met zwaluwstaart.<br />

3.5 Hoekverbinding bij buitendeur Door beproeving de meest geschikte<br />

verbinding bepalen uit verschillende<br />

mogelijkheden:<br />

- klassieke pen- en gatverbinding<br />

(gesloten),<br />

- met drevels,<br />

- open verbinding, met frezenset.<br />

3.6 Stoelverbinding: voorpoot en<br />

zijregel<br />

3.7 Metalen- en kunststofverbindingsmiddelen,<br />

gebruikt bij houtverbindingen<br />

Door beproeving vaststellen welke<br />

verbinding het best geschikt is:<br />

- met pen- en gatverbinding,<br />

- met drevelverbinding.<br />

Het effect van het gebruik van metalen-<br />

en kunststofverbindingsmiddelen<br />

bepalen.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B Het lijmoppervlak berekenen in verband<br />

met sterkte.<br />

Verschillende diktes van drevels<br />

uittesten.<br />

B Vanuit de resultaten experimentele<br />

"nieuwe verbindingen" uittesten.<br />

- 57 -


TV Hout<br />

Stijlleer-vormgeving<br />

1 BEGINSITUATIE<br />

- 58 -<br />

1ste leerjaar: 0 u./w. (+ 1 u./w.)<br />

2de leerjaar: 1 u./w.<br />

In hun vroegere opleiding hebben de meeste leerlingen niet op een systematische wijze contact gehad met<br />

deze leerinhouden.<br />

Het is geenszins de bedoeling de leerlingen algemene kunstgeschiedenis aan te leren. Alleen die onderdelen<br />

die nuttig zijn voor de opleiding worden aangebracht, bijvoorbeeld met betrekking tot de bouwkunst.<br />

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />

- Interesse opbrengen en aandacht besteden aan de evolutie en de betekenis van de verschillende stijlperiodes.<br />

- Specifieke kenmerken van die stijlperioden kennen en herkennen.<br />

- Opmetingen uitvoeren en schetsen zodat het verwerken en begrijpen tot betere resultaten kan leiden.<br />

3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

- De leerstof aanvullen met eigen documentatie en hierdoor actief meewerken aan de kennisopbouw.<br />

- Dit aanleggen van documentatie, knipsels, tekeningen, schetsen moet gepaard gaan met regelmatig nazicht<br />

van het werk.<br />

- Het al dan niet slagen in het opzet van de leerstof, zal in ruime mate afhangen van de wijze waarop de<br />

leraar de motivatie, de interesse en de zelfwerkzaamheid van de leerlingen zal kunnen opwekken.<br />

- Wie vanuit het complementair gedeelte reeds in het 1ste leerjaar start met TV Hout Stijlleer-vormgeving,<br />

zal meer kansen krijgen tot inzichtelijk en diepgaand behandelen van de leerinhouden. In dit geval zal<br />

men kansen krijgen tot het aanbieden van diamontages en studiebezoeken onder andere aan musea.<br />

Dit zal de motivatie voor het vak zeker verhogen. Men zal ook dieper kunnen ingaan op toepassingen met<br />

betrekking tot het eigentijdse meubel.<br />

4 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />

METHODOLOGISCHE WENKEN


TV Hout - Stijlleer-vormgeving 1ste leerjaar: 0 u./w.(+ 1 u./w.) - 2de leerjaar: 1 u./w.<br />

Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

1 ONTSTAAN EN BETEKENIS<br />

VAN STIJL<br />

Verwoorden welke oorzaken en welke<br />

invloeden het ontstaan van stijlperiodes<br />

bepalen.<br />

2 INDELING VAN DE STIJLEN Benamingen kennen en situeren.<br />

De nadruk leggen op de meubelkunst.<br />

3 DE OUDHEID<br />

- Egyptische kunst<br />

- Griekse kunst<br />

- Romeinse kunst<br />

4 ROMAANSE KUNST<br />

- Bouwkunst<br />

- Meubelkunst<br />

5 DE GOTISCHE KUNST<br />

- Bouwkunst in Centraal-Europa<br />

- Meubelkunst<br />

Vanuit een minimum aan algemene<br />

geschiedenis tot de toegepaste kunstgeschiedenis<br />

komen met betrekking<br />

tot:<br />

- bouwkunst,<br />

- meubelkunst.<br />

Basiskenmerken onderscheiden met<br />

betrekking tot:<br />

-orden,<br />

- ornamenten,<br />

- lijsten.<br />

De eigenschappen van de bouwkunst in<br />

de betrokken periode beschrijven.<br />

Voorbeelden uit de meubelkunst<br />

verwerken.<br />

De evolutie in de gotische bouwstijl<br />

omschrijven met betrekking tot:<br />

- het grondplan,<br />

- de boogvormen,<br />

- de versieringselementen.<br />

B Documentatie opzoeken.<br />

B Tijschema opstellen.<br />

B Dia's, tekeningen, invulbladen en<br />

documentatie gebruiken.<br />

B<br />

B<br />

Deze leerinhouden beperken om<br />

voldoende tijd over te houden voor<br />

onder andere "20ste eeuw" en "Eigentijdse<br />

meubelen".<br />

Voorbeelden en schetsen gebruiken.<br />

B Schetsen, tekeningen en documentatie<br />

gebruiken.<br />

- 59 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

6 DE RENAISSANCE<br />

De bouwkunst en de meubelkunst in<br />

Centraal-Europa, Noord- en Zuid-<br />

Europa<br />

7 DE BAROK<br />

Lodewijk XIII, Lodewijk XIV,<br />

Regence en Rococo in de Bouw- en<br />

Meubelkunst:<br />

- stijlkenmerken<br />

- materialen<br />

- versieringselementen<br />

8 NEO-CLASSICISME<br />

- Lodewijk XVI<br />

-Empire<br />

- Biedermeier<br />

- Jugendstil (Art nouveau)<br />

- Engelse stijlen<br />

De constructies in de meubelkunst<br />

toelichten.<br />

De typische versieringen in de meubelkunst<br />

aanduiden.<br />

De betekenis van de heropleving van<br />

de klassieke oudheid<br />

- in de bouw:<br />

. de kerkbouw,<br />

. de profane bouw,<br />

- in de meubelkunst,<br />

onderkennen.<br />

Het onderscheid in Zuid-, Midden- en<br />

Noord-Europa aanduiden.<br />

De betekenis van de barokstijl toelichten.<br />

Het onderscheid tussen de verschillende<br />

perioden aantonen.<br />

Het onderscheid tussen de verschillende<br />

landen aantonen:<br />

- Italië,<br />

- Frankrijk,<br />

- de Nederlanden,<br />

- Duitsland.<br />

De evolutie in de stijlen, vooral in de<br />

meubelkunst opvolgen.<br />

Bij de verklaring accenten leggen op<br />

de houtsoorten, de constructies, de<br />

afwerking.<br />

B<br />

B<br />

B Dia's, film of video, schetsen en<br />

documentatie gebruiken.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Video, dia's, film en foto's.<br />

Documentatie, tekeningen en schetsen<br />

gebruiken.<br />

B Vertrekken vanuit voorbeelden.<br />

- 60 -


9 DE 20STE EEUW<br />

- De moderne beweging<br />

- Art Déco<br />

- Functionalisme<br />

- Na 1940<br />

10 EIGENTIJDSE MEUBELEN<br />

- Kenmerken<br />

- Abstractie<br />

- Meetkundige vormen<br />

- Modulaire systemen<br />

- Lijnvormen<br />

De kenmerken van deze periodes<br />

opsommen met het accent op het<br />

interieur en de meubelen.<br />

Bekende ontwerpers bespreken, bijvoorbeeld:<br />

- Rietveld,<br />

- Vandevelde,<br />

-Horta,<br />

- Le Corbusier<br />

Langs de eigenschappen van eigentijdse<br />

meubelen inzicht krijgen in de<br />

evolutie van de ontwerpen.<br />

B<br />

B<br />

Vertrekken vanuit voorbeelden, dia's,<br />

video-opnamen, toepassingen.<br />

B Bestaande ontwerpen behandelen.<br />

Oefeningen.<br />

- 61 -


TV Hout<br />

Technisch tekenen<br />

1 BEGINSITUATIE<br />

- 62 -<br />

1ste leerjaar: 4 u./w.<br />

2de leerjaar: 4 u./w.<br />

In de 1ste <strong>graad</strong> ligt het accent in Technisch tekenen (en Plastische opvoeding) op de creativiteit. Langs het<br />

toepassen van normen en afspraken worden de leerlingen ingeleid tot een vorm van constructief tekenen<br />

waarin de creativiteit een belangrijke rol speelt.<br />

In de 2de <strong>graad</strong> wordt aan de leerlingen vooral technisch inzicht bijgebracht; ze worden getraind in het inzien<br />

van mogelijke constructievormen. Ze worden ook al gewezen op de specificiteit van elk materiaal.<br />

Op het einde van de 2de <strong>graad</strong> moeten de leerlingen een eenvoudige tekening kunnen opbouwen liefst met de<br />

computer.<br />

Tekenen is in de 3de <strong>graad</strong> het synthesevak bij uitstek. Het is het verwerken van kennis uit alle andere<br />

technische en praktische vakken om zo te komen tot bruikbare uitvoeringen en constructies.<br />

Het is voor een deel het vastzetten van ideeën naar uitvoering, getoetst aan de eigenschappen van materialen<br />

en aan de uitvoerbaarheid met de gereedschappen, waarbij de vormgeving een belangrijk element betekent.<br />

Het is duidelijk dat de middelen om te tekenen gedeeltelijk ondergeschikt zijn aan de opdracht, alhoewel het<br />

gebruik van de computer in tekenen steeds belangrijker wordt.<br />

De tekenopdrachten moeten zoveel mogelijk een toepassing zijn op "Constructieuitbouw", "Meetkundige- en<br />

projectieuitvoeringen" en "Basisbegrippen naar vorm en verhouding".<br />

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />

2.1 Met betrekking tot manueel tekenen<br />

- Via Technisch tekenen een technisch concept op verstaanbare manier op papier brengen volgens de<br />

gangbare regels.<br />

- Hierbij de voorgeschreven normen en syntaxis respecteren, zodat decoderen mogelijk wordt.<br />

- De technische tekening interpreteren.<br />

- Uit een verzameling van gegevens datgene halen wat essentieel is voor de behoeften van dat ogenblik (b.v.<br />

de geometrische vormen, de stuklijst).<br />

2.2 Met betrekking tot computertekenen<br />

- De tekening beschouwen als een middel, een gegevensbank, een stap in een CIM-concept, ten dienste van<br />

de produktie, het stockbeheer, de facturatie ...<br />

- Inzien dat als gevolg van deze ontwikkelingen de tekeningopbouw en de technologie fundamenteler<br />

worden en dat de tekening best door de technoloog met computerhulp worden gerealiseerd.<br />

- Inzien dat de technoloog de tekening moet vertalen naar machinegegevens om het werkstuk te realiseren.<br />

- Inzien dat men via comptertekenen steeds over nette tekeningen beschikt, die via bibliotheekelementen op<br />

snelle, aanpasbare manieren moeten kunnen worden opgebouwd.


3 METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

- 63 -<br />

De basisprincipes van tekenen komen eigenlijk in elk technisch en praktisch vak aan bod.<br />

De keuze van het type meubel of het schrijnwerk vormt niet de essentie van het tekenen, wel de constructieinvulling<br />

naar de uitvoering toe.<br />

Hierover zijn duidelijke afspraken te maken tussen Technisch tekenen en de andere technische en praktische<br />

vakken. Deze afspraken moeten neergeschreven zijn in het jaarplan van de bovengenoemde leraars.<br />

Er zijn enkele computertekenprogramma's: ROBOCAD, AUTOCAD, CAD-KEY, die naar de houtsector toe<br />

bruikbaar zijn. De keuze zal meebepaald worden door de mogelijkheid om de binding CAD en CAM<br />

effectief uit te werken.<br />

De leerstof Technisch tekenen is moeilijk te verdelen in aparte stukken per leerjaar.<br />

Door de grote waaier van uitvoeringen zal de keuze van de tekenopdracht, door de afdeling en de leraar<br />

vooraf en in duidelijke afspraken worden gepland (jaarplan). Dit kan en is wenselijk voor de twee leerjaren<br />

samen.<br />

Er moet wel over gewaakt worden dat elke specialiteit uit de houtsector aan bod komt, maar de profilering<br />

van de studierichting en de tewerkstellingskansen in de regio, kunnen ook meebepalend zijn bij de keuze en<br />

de omschrijving van de opdrachten.<br />

De leerinhouden "Technologie - Constructieleer" lopen parallel met de opbouw via Technisch tekenen.<br />

In het 1ste leerjaar van de 3de <strong>graad</strong> worden gehele constructies verwerkt, bijvoorbeeld een boekenkast, een<br />

buitendeur. In het 2de leerjaar van de 3de <strong>graad</strong> is de vertrekbasis het bureau-interieur, de woning of de<br />

gevel van de woning. De boekenkast of de buitendeur uit het 1ste leerjaar is in het 2de leerjaar een element<br />

van een geheel.<br />

Contacten met designers, musea en de nijverheid zijn belangrijke aspecten om te komen tot produktiegerichte<br />

opdrachten. Ook andere studierichtingen in de eigen of een andere school kunnen leiden tot teken- en<br />

uitvoeringsopdrachten.<br />

4 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />

METHODOLOGISCHE WENKEN


TV Hout - Technisch tekenen 1ste en 2de leerjaar: 4 u./w.<br />

Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

1 ZITMEUBELEN<br />

2<br />

2.1<br />

- Vaste en demonteerbare uitvoering<br />

- Stapelbare uitvoeringen<br />

- Zitting- en ruguitvoeringen<br />

TAFELS<br />

Pootverbindingen<br />

- Vaste verbinding<br />

- Demonteerbaar<br />

- Centrale voet<br />

2.2 Bladuitvoeringen<br />

- Massief hout en plaatwerk<br />

- Hoekige en ronde uitvoeringen<br />

- Vaste en beweegbare:<br />

. schuivend<br />

. draaiend<br />

. klappend<br />

. gecombineerd<br />

- Oppervlaktestructuren<br />

2.3 BEDDEN<br />

-Vormen<br />

- Beslagwerk<br />

De constructies uittekenen in functie<br />

van de vorm:<br />

- hoekig,<br />

- gebogen,<br />

- combinaties.<br />

Sterke constructies die goed uitvoerbaar<br />

zijn uittekenen.<br />

Tafelbladvergrotingen uittekenen en<br />

rekening houden met:<br />

- massief hout of plaatwerk,<br />

- de vorm en het uitzicht,<br />

- stabiliteit.<br />

Structuren uittekenen (b.v. inlegtechnieken).<br />

Telkens de specifieke constructies<br />

uittekenen volgens de vormen.<br />

B Ontwerpen en modellen ter beschikking<br />

hebben.<br />

B Klassieke en nieuwe uitvoeringen ter<br />

beschikking hebben, naast algemene<br />

documentatie en voorbeelden.<br />

B Klassieke en nieuwe uitvoeringen ter<br />

beschikking hebben, naast algemene<br />

documentatie en voorbeelden.<br />

B Documentatie ter beschikking stellen.<br />

- 64 -


4<br />

4.1<br />

KASTEN<br />

Vaste constructies<br />

- Massief hout<br />

- Plaatwerk<br />

- Combinaties<br />

4.2 Demonteerbare uitvoeringen<br />

- Horizontale elementen<br />

- Verticale elementen<br />

- Modules<br />

4.3 Speciale uitvoeringen<br />

5<br />

5.1<br />

- Gebogen vormen<br />

- Hoekige vormen<br />

RAMEN EN DEUREN: soorten<br />

Naar de beweging<br />

-Vast<br />

- Draaiend<br />

- Schuivend<br />

- Combinaties (o.a. draaikip)<br />

Constructietekeningen uitwerken met<br />

omschrijving van:<br />

- materialen,<br />

- beslagwerk.<br />

Constructies uittekenen in functie van<br />

de demonteerbaarheid.<br />

Rekening houden met:<br />

- verwerkbaarheid,<br />

- de standaardafmetingen van het materiaal,<br />

- de voorziene afwerking.<br />

Speciale uitvoeringen uittekenen:<br />

- gebogen vormen:<br />

. voeten,<br />

. lijsten,<br />

- draaiwerk,<br />

- speciale hoekconstructies.<br />

Vanuit een ontwerp of plan, het raam<br />

of de deur constructief uittekenen.<br />

B Documentatie ter beschikking stellen.<br />

B De computer kan goed ingeschakeld<br />

worden om elementen op te slaan,<br />

onder andere:<br />

- lijstvormen,<br />

- modules.<br />

B<br />

B Didactische stukken gebruiken.<br />

Duidelijke beschrijvingen geven van<br />

beslagwerk.<br />

- 65 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

5.2 Naar de vorm<br />

- Enkelvoudige:<br />

. recht<br />

. gebogen<br />

. speciale hoeken<br />

- Samengestelde:<br />

. in hetzelfde vlak<br />

. in verschillende vlakken<br />

5.3 Naar de constructie<br />

6<br />

6.1<br />

6.2<br />

- Frezenset<br />

- Glasbevestiging<br />

- Water- en windkering<br />

- Bevestiging<br />

- Luiken<br />

TRAPPEN<br />

Situatieplan<br />

Vormbepaling<br />

- Recht, schuin, scheluw, kwarten,<br />

spil en andere<br />

- Open en gesloten<br />

- Verdrijving<br />

- Treden en trappalen<br />

- Leuningen<br />

De basisprincipes van uitvoeren (o.a.<br />

waterkering) vertalen naar een tekening<br />

rekening houdend met de voorgeschreven<br />

vorm, de beweging, het<br />

beslagwerk.<br />

In functie van de nieuwe uitvoeringsmogelijkheden<br />

komen tot nieuwe toepassingen<br />

en deze uittekenen.<br />

Vanuit een plan de berekening maken<br />

en de vorm in tekening brengen.<br />

Moeilijkheden uittekenen onder<br />

andere:<br />

- verdrijving,<br />

- bloktrede,<br />

- kuip- en wrongstuk,<br />

- leuningen.<br />

B Hier kan dankbaar gebruik gemaakt<br />

worden van de tekeningen in CAD op<br />

schijf gezet door KVIV (werkgroep<br />

Hout).<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Verschillende woningplans ter beschikking<br />

hebben.<br />

Didactische stukken gebruiken.<br />

Afspraken maken met de leraar Technologie<br />

en PV.<br />

- 66 -


7 DAKTIMMERWERK<br />

- Gebinten<br />

- Spanten<br />

-Goten<br />

- Betimmering<br />

- Plat dak<br />

- Roosteringen<br />

8 SYSTEEMBOUW<br />

- Skeletbouw<br />

- Stapelbouw<br />

9 DAKKAPELLEN EN ERKER-<br />

BOUW<br />

- Volledig in hout<br />

- Gedeeltelijk in hout<br />

10 STUDIES IN FUNCTIE VAN<br />

- Interieur<br />

- Bestaande uitvoeringen<br />

- Speciale opdrachten<br />

- Nieuwe technologieën<br />

De gebruikelijke gebinten en spanten<br />

uittekenen naar reële situaties.<br />

Noordboom en kilkeper uittekenen en<br />

de exacte vorm bepalen.<br />

Gootafwerkingen uittekenen in verbinding<br />

met de dakconstructie.<br />

Een platdakconstructie uittekenen.<br />

Specifieke uitvoeringen uittekenen. U Documentatie.<br />

Uitbouwsystemen in constructie<br />

uitwerken.<br />

Eigentijdse uitvoeringen uittekenen in<br />

het perspectief van bestaande situaties.<br />

Ontwerpen uit de nijverheid produktierijp<br />

maken.<br />

Produktiegerichte ontwerpen uit de<br />

designwereld tekenen.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Vertrekken vanuit een woningplan,<br />

vanuit didactische stukken en vanuit<br />

documentatie.<br />

U Verschillende woningplans ter beschikking<br />

stellen.<br />

U<br />

U<br />

U<br />

Contacten leggen met: designers,<br />

musea, de nijverheid, andere studierichtingen.<br />

- 67 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

Zoeken naar toepassingen voor speciale<br />

constructies.<br />

Mogelijkheden met CNC-techniek in<br />

tekenopdrachten verwerken.<br />

Specifieke uitvoeringen tekenen voor:<br />

- nieuwe materialen<br />

- nieuwe afwerkingen, bijvoorbeeld<br />

. MDF<br />

. lakwerk<br />

. ...<br />

U<br />

U<br />

U<br />

- 68 -


TV Hout<br />

Technologie<br />

1 BEGINSITUATIE<br />

- 69 -<br />

1ste leerjaar: 3 u./w.<br />

2de leerjaar: 2 u./w. (+ 1 u./w.)<br />

De leerlingen hebben in de 2de <strong>graad</strong> 'Houttechnieken' en in 'Hout- en bouwkunde' de enkelvoudige materialen,<br />

de gereedschappen en de constructies leren verwerken. Als basis zal de kennis van de houtanatomie,<br />

de houtsoorten, de lijmsoorten, de handelsvormen van hout, de halffabrikaten verworven zijn. De<br />

basisbegrippen met betrekking tot "het werken" van hout zijn eveneens gekend. Deze kennis is noodzakelijk<br />

om verder te bouwen naar meer samengestelde constructies.<br />

2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN<br />

- Technologie bestaat uit twee belangrijke onderdelen, namelijk:<br />

. Materialen: 1 u./w. in het 1ste leerjaar<br />

(+ 1 u./w. in het complementair gedeelte van het 2de leerjaar)<br />

. Constructieleer: 2 u./w. in het 1ste leerjaar,<br />

2 u./w. in het 2de leerjaar.<br />

- In Technologie - Constructieleer leren de leerlingen theoretische achtergronden voor de constructieuitvoeringen<br />

kennen.<br />

In het 1ste leerjaar van de 3de <strong>graad</strong> wordt hierbij de nadruk gelegd op de meubel- en schrijnwerkuitvoeringen<br />

als individuele opgaven.<br />

In het 2de leerjaar van de 3de <strong>graad</strong> maken de meubel-, de schrijn- en timmerwerkuitvoeringen deel uit<br />

van een totaal interieur of van een totaal project. Dit kan een woning, een keuken, een winkelinterieur<br />

of een complete dakuitvoering zijn.<br />

- Voor Materialen stellen wij de volgende doelen voorop:<br />

. weten hoe hout zich gedraagt en hoe het oordeelkundig wordt gedroogd,<br />

. hout kunnen verduurzamen en afwerken zowel bij meubels als bij schrijnwerkerij,<br />

. de bouwmaterialen, die een houtbewerker in zijn vak tegenkomt, kennen en de toepassingen aangeven,<br />

. de juiste isolatiematerialen kiezen bij bepaalde toepassingen en ze kunnen aanwenden,<br />

. de kunststofprodukten die een houtbewerker gebruikt kennen,<br />

. de eigenschappen van hout kennen en inzien welke toepassingen hieruit kunnen volgen.<br />

3 ALGEMENE METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

- Omwille van het grote gamma aan mogelijke leerinhouden, is het noodzakelijk bruggen te slaan naar een<br />

hele reeks vakken. Zo zitten de basisbegrippen van Machineleer vervat in Meet- en regeltechnieken. De<br />

uitvoeringsmodaliteiten zijn gedeeltelijk verwerkt in de PV Praktijk/Stages Hout.<br />

Materiaalonderzoek is grotendeels terug te vinden in het Laboratorium. Andere gegevens horen in dit<br />

leerplan Technologie - Materialen thuis.<br />

- Laboratorium sluit dus nauw aan bij Technologie - Materialen. Het theoretisch aspect wordt best eerst in<br />

de lessen Technologie behandeld. Het praktisch aspect komt in de lessen Laboratorium aan bod in de<br />

vorm van eenvoudig onderzoek en proefondervindelijke vaststellingen.<br />

Hieruit blijkt duidelijk dat het aangewezen is de verwante vakken ofwel door een zelfde leraar te laten<br />

geven, ofwel regelmatig overleg tussen de verschillende leraars in te bouwen.<br />

- De volgorde van de leerinhouden zoals voorgesteld in dit leerplan is niet bindend, maar zal eerder bepaald<br />

worden door de concrete afspraken tussen de samenwerkende leraars die best vastgelegd worden in een<br />

gezamenlijke jaarplanning.


- 70 -<br />

- De leerplancommissie beveelt ten sterkste aan om het lesuur Materialen uit het complementair gedeelte<br />

zeker in te richten om de nodige diepgang en een rustiger verwerking van de leerinhouden te kunnen<br />

garanderen.<br />

- Het is belangrijk de leerlingen een duidelijk systeem van documentatieverwerking bij te brengen.<br />

4 LEERINHOUDEN, VERWERKING (LEERPLANDOELSTELLINGEN) EN<br />

METHODOLOGISCHE WENKEN


TV Hout - Technologie - Constructieleer 1ste en 2de leerjaar: 2 u./w.<br />

Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

1 ZITMEUBELEN<br />

-Stoel<br />

- Zetel<br />

2 TAFELS<br />

- Vaste constructies<br />

- Demonteerbare constructies<br />

- Mogelijkheden voor bladvergroting:<br />

klassieke en eigentijdse:<br />

. schuiven<br />

. draaien<br />

. kantelen<br />

. combinaties<br />

3 BEDDEN<br />

4<br />

4.1<br />

- Afmetingen<br />

- Uitvoeringen<br />

KASTEN<br />

Vaste constructie<br />

- Bureau<br />

- Boekenkast<br />

- Hallkast<br />

De constructies van stoelen en zetels<br />

ontleden en verantwoorden.<br />

De evolutie van vaste naar demonteerbare<br />

uitvoeringen aantonen.<br />

Tafelbladvormen meetkundig omschrijven.<br />

Nieuwe vormgevingen ontleden en de<br />

mogelijke constructies bestuderen.<br />

Nieuwe mogelijkheden van tafelbladvergroting<br />

uittekenen en behandelen,<br />

bijvoorbeeld:<br />

- "cirkante" tafel,<br />

- type SKOVBY.<br />

Vertrekkend vanuit<br />

- de vorm,<br />

- het materiaal,<br />

- de afwerking<br />

constructies bestuderen.<br />

Vaste kastconstructies uitdenken<br />

vanuit:<br />

- bestaande situaties,<br />

- ontwerpen,<br />

- materiaalkeuze.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B Uitgaan van voorbeelden en tekeningen.<br />

Werken vanuit documentatie en boeken<br />

of vanuit de modellen uit de nijverheid.<br />

B Vertrekken vanuit documentatie en<br />

modellen.<br />

B Ontwerp en documentatie uit boeken<br />

en tijdschriften halen.<br />

- 71 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

4.2 Demonteerbare kasten<br />

- Kleerkast<br />

- Keukenkast<br />

- Winkelmeubilair<br />

- Wandkast<br />

5 RAMEN<br />

- Soorten<br />

-Vormen<br />

- Beslagwerk<br />

6 BUITENDEUREN EN POORTEN<br />

-Ontwerp<br />

- Beweging<br />

7 TRAPPEN<br />

- Recht en schuin<br />

- Bordes<br />

- Scheluwe trap<br />

- Begin- en eindkwart<br />

- Spiltrap<br />

- Verdrijvingen<br />

- Leuningen<br />

Demonteerbare constructies behandelen.<br />

Naargelang van de specifieke uitvoering<br />

zoeken naar passende constructies,<br />

bijvoorbeeld:<br />

- horizontale elementen,<br />

- verticale elementen,<br />

- modulesystemen.<br />

Verschillende uitvoeringen behandelen<br />

met telkens de specifieke constructie.<br />

Rekening houden met:<br />

- de uitvoerbaarheid,<br />

- de houtsoort,<br />

- de afwerking.<br />

Constructies bepalen volgens de<br />

beweging van de deur en het voorgeschreven<br />

beslagwerk.<br />

Vanuit de principes voor<br />

trapberekening de constructies<br />

omschrijven.<br />

Specifieke moeilijkheden afzonderlijk<br />

verwerken.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Afspraken met de leraar PV.<br />

De aanwezige frezenset specifiek<br />

behandelen.<br />

B Variaties in uitvoering brengen.<br />

Beslagwerk ter beschikking hebben.<br />

Afspreken met de leraar PV.<br />

Vertrekken vanuit het woningplan.<br />

Documenten.<br />

Tekeningen.<br />

- 72 -


8 TIMMERWERK<br />

- Spanten<br />

- Gebinten<br />

- Betimmering<br />

- Gootafwerkingen<br />

- Skeletbouw<br />

9 SCHRIJNWERK UIT KUNST-<br />

STOF EN METAAL<br />

- Ramen<br />

-Deuren<br />

- Bekledingen<br />

10 INTERIEUR EN MEUBELEN IN<br />

EEN VOLLEDIG KADER<br />

- Eetkamermeubilair<br />

- Slaapkamermeubilair<br />

- Bureau-interieur<br />

- Keuken<br />

- Winkel<br />

11 ONTWERPEN VAN MEUBELEN<br />

EN SCHRIJNWERK<br />

- Materiaalbeschrijving<br />

- Constructiebepaling<br />

Principes bij dakconstructies verklaren<br />

onder andere:<br />

- overspanning,<br />

- waterwering,<br />

- afwerking,<br />

- dakvormen,<br />

- hoek- en kilkeper.<br />

Vanuit planmatige situaties de meest<br />

verantwoorde constructies behandelen<br />

en bespreken (tekenen).<br />

Specifieke uitvoeringen bespreken en<br />

vergelijken met uitvoeringen in hout:<br />

kostprijsberekening.<br />

De meubelen als elementen van een<br />

totaalconcept verwerken.<br />

Veel nadruk leggen op:<br />

- de vorm,<br />

- het materiaal,<br />

- de uitvoerbaarheid,<br />

- de afwerking.<br />

In groep of individueel zoeken naar<br />

nieuwe toepassingen voor nieuwe en<br />

traditionele materialen.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

U<br />

Vanuit een plan vertrekken.<br />

In opbouw-zijnde dakconstructies<br />

bezoeken.<br />

Bij berekeningen de computer gebruiken.<br />

Afspraken met de leraar Technisch<br />

tekenen.<br />

U Informatie uit de kijk- en doe-stage in<br />

het bedrijf halen.<br />

U Voorbeelden naar klassieke vorm en<br />

eigentijdse vorm kiezen.<br />

U Ideeën vastzetten langs schetsen.<br />

De mogelijkheden naar vormgeving<br />

verruimen.<br />

- 73 -


TV Hout - Technologie - Materialen 1ste leerjaar: 1 u./w. - 2de leerjaar: 0 u./w. (+ 1 u./w.)<br />

Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

1 HOUTVOCHT EN HOUTDRO-<br />

GING<br />

1.1 Luchtvochtigheid<br />

- Absolute luchtvochtigheid<br />

- Relatieve luchtvochtigheid<br />

1.2 Houtvochtigheid<br />

- Houtvochtformule<br />

- Gebonden en vrij water in de<br />

houtcel<br />

- Vezelverzadigingspunt<br />

- Houtvochtmeting<br />

- Evenwichtsvochtgehalte<br />

1.3 Zwellen en krimpen van hout<br />

- De houtcel onder invloed van<br />

wisselende luchtvochtigheid<br />

- Het "werken" van hout in:<br />

. tangentiale<br />

. radiale richting<br />

De begrippen absolute en relatieve<br />

luchtvochtigheid begrijpen.<br />

De meting uitvoeren.<br />

De houtvochtformule verklaren.<br />

Aangeven waar houtvocht zich in het<br />

hout bevindt.<br />

De begrippen gebonden water, vrij<br />

water en hieraan gekoppeld het vezelverzadigingspunt<br />

uitleggen.<br />

Het vochtgehalte bepalen met:<br />

- de droogstoofmethode,<br />

- de elektrische weerstandsmethode.<br />

Het evenwichtsvochtgehalte begrijpen.<br />

Het verschijnsel verklaren.<br />

De relatie evenwichtsvochtgehalte en<br />

relatieve luchtvochtigheid verklaren.<br />

Het verschil tussen tangentiale en<br />

radiale krimp of zwelling aangeven.<br />

Hierbij aansluitend houtsoorten aanduiden<br />

die vormvast zijn en andere die<br />

zeer onderhevig zijn aan vormveranderingen.<br />

B Tabellen en grafieken leren gebruiken<br />

waarin de luchttemperatuur is opgenomen<br />

in relatie met de luchtvochtigheid.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Tabellen en grafieken gebruiken.<br />

Proef doen met droogstoof.<br />

Houtvochtmeter leren gebruiken.<br />

Houtvochtgehalte gaan opmeten op<br />

verschillende plaatsen bij wisselende<br />

klimaatsomstandigheden.<br />

Tabellen en grafieken leren lezen.<br />

Houtfiches en tabellen raadplegen in<br />

verband met het krimppercentage.<br />

- 74 -


1.4 Het droogproces<br />

- Klimaatsinvloed<br />

- Droogproces<br />

- Droogfouten<br />

- Droogsprong<br />

De relatie van houtvochtigheid,<br />

relatieve luchtvochtigheid en temperatuur<br />

met eigen woorden uitleggen.<br />

Het verloop van het droogproces<br />

uitleggen:<br />

- boven het vezelverzadigingspunt,<br />

- onder het vezelverzadigingspunt.<br />

Een droogcyclus beschrijven. B<br />

Fouten die zich tijdens het drogen<br />

voordoen, verklaren en weten hoe ze te<br />

vermijden.<br />

De "droogsprong" uitleggen.<br />

De invloed van de luchtsnelheid<br />

verklaren.<br />

1.5 Houtdroogsystemen Droogsystemen uitleggen en voor- en<br />

nadelen aangeven van:<br />

- natuurlijke, vrije houtdroging,<br />

- condensatiedroging,<br />

- klassieke houtdroging,<br />

- vacuümdroging.<br />

1.6 Praktijk van de droging<br />

- Stapeling<br />

- Controle<br />

- Instellen van de droogkamer<br />

Aangeven hoe nat hout moet worden<br />

gestapeld.<br />

Belang van een continue houtvochtigheidscontrole<br />

inzien.<br />

Het droogkamerklimaat instellen of<br />

uitleggen bij geautomatiseerde installaties.<br />

De factoren aangeven die de duur van<br />

de droging beïnvloeden.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Aan de hand van een droogschema te<br />

vinden in boeken en documentatie, het<br />

proces uitleggen.<br />

Stalen van foutief gedroogd hout<br />

beoordelen.<br />

B Documentatie van droogsystemen<br />

doornemen.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Tabellen raadplegen.<br />

- 75 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

1.7 Keuze van de drooginstalltie Bepalen welke de beste installatie is bij<br />

bepaalde omstandigheden in verband<br />

met:<br />

- droogkosten (energie),<br />

- droogtijd,<br />

- resultaat.<br />

2<br />

2.1<br />

HOUTBESCHERMING EN<br />

HOUTAFWERKING<br />

Houtbescherming<br />

- Noodzaak<br />

- Houtsoortkeuze<br />

- Behandelingsmethodes<br />

- Classificatie van beschermingsprodukten<br />

- Veiligheidsvoorschriften<br />

De noodzaak van houtbescherming<br />

inzien.<br />

Bewust zijn van de gevolgen die de<br />

aantasting, vooral in de bouw, meebrengt.<br />

De juiste houtsoort kiezen voor een<br />

bepaald werk.<br />

Weten welk hout beschermd moet worden.<br />

De verschillende behandelingsmethodes<br />

uitleggen.<br />

De beschermingsprodukten onderbrengen<br />

in hun classificatie.<br />

De homologatievoorschriften van de<br />

Belgische Vereniging voor Houtbescherming<br />

begrijpen.<br />

De giftigheids<strong>graad</strong> kennen en weten<br />

hoe men zich moet beschermen.<br />

B<br />

U Documentatie doornemen van fabrikanten<br />

van droogsystemen.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Een korte herhaling van de natuurlijke<br />

duurzaamheid van hout lijkt het ideale<br />

aanknopingspunt.<br />

De tabel met de klassering van natuurlijke<br />

duurzaamheid opnieuw<br />

opnemen, zie Materialen 2de leerjaar<br />

van de 2de <strong>graad</strong> (1.4).<br />

Documentatie van produkten gebruiken.<br />

Aanduidingen op de verpakking leren<br />

lezen in verband met soort, classificatie,<br />

risico's in verband met gezondheid<br />

enz.<br />

- 76 -


2.2<br />

2.2.1<br />

- "Constructieve" bescherming "Constructieve" oplossingen geven<br />

voor houtbescherming, bijvoorbeeld<br />

oversteek, kopshout ...<br />

Houtafwerking<br />

FACTOREN DIE DE AFWERKING<br />

BEINVLOEDEN<br />

- Vochtgehalte<br />

- Houtstructuur<br />

- Inhoudsstoffen<br />

2.2.2 VOORBEREIDENDE BEWERKIN-<br />

GEN<br />

- Schuren<br />

-Bleken<br />

- Ontvetten<br />

- Vlekken verwijderen<br />

Het belang kennen van het vochtgehalte<br />

in verband met de afwerking.<br />

De invloed van de houtstructuur<br />

kennen (grof- en fijnjarig hout).<br />

Weten hoe de natuurlijke inhoudstoffen<br />

de afwerking beïnvloeden.<br />

Weten hoe hout geschuurd dient te<br />

worden.<br />

De korrelmaat uitleggen.<br />

De korrelsoort en de toepassingen<br />

geven.<br />

Weten hoe hout gebleekt kan worden.<br />

Ontvettingsmethodes kennen.<br />

Vlekken van verschillende aard op<br />

hout vermijden.<br />

2.2.3 LAAGOPBOUW Weten hoe de laagopbouw uitgevoerd<br />

wordt.<br />

De verschillende bewerkingen van een<br />

afwerkingssysteem bepalen.<br />

2.2.4 TECHNISCHE EISEN DIE GESTELD<br />

WORDEN AAN EEN AF-<br />

WERKINGSLAAG<br />

Begrijpen wat de volgende eisen<br />

betekenen bij de afwerking:<br />

- hechting,<br />

- krasvastheid,<br />

- stootvastheid,<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

In de lessen Laboratorium kunnen deze<br />

bewerkingen uitgevoerd worden.<br />

- 77 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

2.2.5 ENKELE KARAKTERISTIEKEN VAN<br />

AFWERKINGSPRODUKTEN<br />

2.2.6 VERWERKINGSTECHNOLOGIE<br />

- Opbrengen van produkten<br />

- Droogsystemen<br />

- hardheid,<br />

-glans,<br />

- dekkracht,<br />

- waterdampdoorlaatbaarheid,<br />

- weerstand tegen oplosmiddelen,<br />

- warmtebestendigheid,<br />

- abrasieweerstand,<br />

- bestendigheid tegen temperatuurschok.<br />

Volgende begrippen kennen en begrijpen:<br />

- mengverhouding,<br />

- verdunning,<br />

- post-life,<br />

- viscositeit,<br />

- body,<br />

- droogtijd,<br />

- geltime,<br />

- uitstrijkrendement,<br />

- vloeiing.<br />

Het opbrengen van produkten met de<br />

borstel uitleggen.<br />

De volgende spuitmethodes kennen:<br />

- pneumatisch spuiten,<br />

- airless spuiten,<br />

- elektrostatisch spuiten,<br />

- warm spuiten,<br />

- twee componentspuiten,<br />

- gemengd airless-pneumatisch.<br />

B<br />

B<br />

B Een fabrieksbezoek is erg aanbevolen<br />

in verband met de afwerking.<br />

- 78 -


2.2.7 AFWERKINGSPRODUKTEN BIJ<br />

M E U B E L S E N<br />

BINNENSCHRIJNWERK<br />

- Boenwas<br />

- Kleurvormende produkten<br />

. kleuren<br />

. beitsen<br />

- Laagvormende produkten<br />

. vernissen<br />

. lakken<br />

De werking van een gietmachine<br />

uitleggen.<br />

De werking van een verniswalsmachine<br />

uitleggen.<br />

De dompelmethode kennen.<br />

De volgende droogsystemen uitleggen:<br />

- geforceerde luchtdroging,<br />

- UV-uitharding,<br />

- IR-droging,<br />

- EBC-uitharding.<br />

De voor- en nadelen van boenwas<br />

kennen.<br />

Poeder- en pigmentkleuren kennen en<br />

ze toepassen.<br />

Logen, gassen en metaalzouten die bij<br />

het beitsen gebruikt worden kennen en<br />

toepassen.<br />

Volgende vernis- en laksystemen<br />

kennen met hun voor- en nadelen:<br />

- nitro-cellulose,<br />

- zuurhardende,<br />

- polyurethaan,<br />

- onverzadigde polyesters,<br />

- waterlakken en vernissen,<br />

- acrylaten,<br />

- alkydharsen.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B Verschillende methodes worden in de<br />

lessen Laboratorium uitgevoerd.<br />

- 79 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

2.2.8 AFWERKING VAN BUITEN-<br />

SCHRIJNWERK<br />

- Behandelingsprincipe<br />

- Factoren die de afwerkingslaag<br />

beïnvloeden<br />

- Produktkeuze<br />

- Ideale omstandigheden bij het<br />

aanbrengen van lagen<br />

- Methodes<br />

- Fouten in de afwerkingslaag<br />

- Onderhoudschema<br />

Een zevental houtsoorten opnoemen<br />

bruikbaar voor ramen en buitendeuren.<br />

Het principe van de behandeling van<br />

ramen en deuren uitleggen in verband<br />

met relatieve luchtvochtigheid in<br />

leefruimten (vochthuishouding bij<br />

ramen en deuren).<br />

Factoren waaraan een afwerkingslaag<br />

blootgesteld is, kennen en begrijpen.<br />

Analyseren waarom tot een bepaalde<br />

produktkeuze is overgegaan.<br />

Weten welke de ideale omstandigheden<br />

zijn om de afwerkingslagen aan te<br />

brengen.<br />

De verfmethode met kwast uitleggen.<br />

Het afwerken met transparante nietfilmvormende<br />

en semi-filmvormende<br />

produkten uitleggen.<br />

Volgende fouten en gebreken in<br />

verband met het aanbrengen van verf<br />

en vernis begrijpen en weten hoe te<br />

voorkomen: loper, draperie, zakker,<br />

gebrek aan hechting, aanzet, krimp,<br />

rimpeling, overdikte, blaasjesvorming,<br />

streperigheid, wegzinken, sinaasappeleffect,<br />

krater.<br />

Een onderhoudschema voor buitenschrijnwerk<br />

opstellen.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B Toepassingen in de lessen Laboratorium.<br />

- 80 -


3 BOUWMATERIALEN De volgende bouwmaterialen kennen<br />

en hun toepassing geven:<br />

- natuur- en kunststeen,<br />

- dakafdekkingen,<br />

- vloerafdekkingen,<br />

- buizen,<br />

- betonsoorten en hun bewapening,<br />

- bindmiddelen,<br />

- bouwstenen,<br />

- bouwmetalen,<br />

- bouwkunststoffen,<br />

- dichtingsmassa's,<br />

-glas.<br />

4<br />

4.1<br />

ISOLATIEMATERIALEN<br />

Inleidende begrippen<br />

- Belang van een goede isolering<br />

- Fundamentele aspecten in verband<br />

met energiebesparing<br />

- Globaal isolatieniveau van woningen<br />

Het belang aangeven van de beheersing<br />

van het energieverbruik.<br />

Volgende fundamentele aspecten<br />

inzake energiebesparing uitleggen:<br />

- architecturaal ontwerp van de woning,<br />

- het omhulsel van het gebouw,<br />

- het verwarmingssysteem en de<br />

warmwaterproduktie,<br />

- het gedrag van de bewoners,<br />

- het globaal isolatieniveau van een<br />

woning.<br />

4.2 Warmteverlies Uitleggen hoe en waar in een woning<br />

warmteverlies geleden wordt:<br />

- via overdracht,<br />

- via luchtverversing.<br />

B Voor de leerlingen 3de <strong>graad</strong> <strong>TSO</strong><br />

Houttechnieken is een zeer algemene<br />

kennis van deze produkten voldoende.<br />

Dit onderwerp kan zich beperken tot 1<br />

à 1½ lesuur.<br />

B<br />

B<br />

Documentatie en catalogi gebruiken.<br />

Zie richtlijnen WTCB (K30 - K50).<br />

- 81 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

4.3 Isoleren<br />

- Thermisch comfort<br />

- Inertie<br />

- Relatie warmte en vocht<br />

- Principes omtrent ventilatie<br />

4.4 Isolatieprodukten<br />

- Indeling volgens de structuur<br />

- Vochtinvloed op het produkt<br />

- Dampscherm<br />

4.5 Isolatietechnieken<br />

- Isolatieplaatsing<br />

Het begrip thermisch comfort omschrijven.<br />

Het begrip inertie uitleggen.<br />

De relatie warmte en vocht aangeven.<br />

Ventilatie als bron van warmteverlies<br />

uitleggen en weten wat de juiste<br />

principes hieromtrent zijn.<br />

De verschillende groepen volgens hun<br />

eigen structuur opgeven.<br />

De invloed van vocht op het<br />

isolatiemiddel uitleggen.<br />

De noodzaak van een dampscherm<br />

uitleggen.<br />

Door middel van schetsen de isolatieplaatsing<br />

aangeven in volgende situaties:<br />

- bij buitenmuren,<br />

- bij vloeren,<br />

- bij hellende daken,<br />

- bij platte daken.<br />

Het belang van een verzorgde isolatieplaatsing<br />

uitleggen.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

Documentatie raadplegen en "leren<br />

lezen".<br />

B Technische tekeningen hieromtrent van<br />

WTCB en van tijdschriften ontleden.<br />

- 82 -


4.6 8-waarde en K-waarde Voorbeelden van berekeningen begrijpen.<br />

4.7 Isolatiematerialen Van volgende materialen de<br />

samenstelling, de handelsvorm, de<br />

voor- en nadelen en de toepassing<br />

kennen:<br />

-glaswol,<br />

- rotswol,<br />

- geëxtrudeerd polystyreen,<br />

- geëxpandeerd polystyreen,<br />

- polyurethaan,<br />

- vermiculiet-perliet,<br />

- cellenglas,<br />

- ureumformaldehydeschuim,<br />

- isolerende beglazing.<br />

5<br />

5.1<br />

KUNSTSTOFFEN<br />

Moleculaire structuur De opbouw van de thermoplasten<br />

uitleggen en een overzicht van de<br />

soorten geven.<br />

De opbouw van de thermoharders<br />

uitleggen en een overzicht van de<br />

soorten geven.<br />

5.2 Verwerking van thermoplasten De volgende verwerkingsmethoden<br />

uitleggen:<br />

- kalanderen,<br />

- extruderen,<br />

- folieblazen,<br />

- spuitgieten,<br />

- vacuümvormen,<br />

- wervelsinteren.<br />

B Deze waarden kunnen best aan de hand<br />

van technische tekeningen uitgelegd<br />

worden.<br />

B Documentatie raadplegen.<br />

U<br />

U<br />

U<br />

- 83 -


Nr. LEERINHOUDEN VERWERKING K B T A S E METHODOLOGISCHE WENKEN<br />

5.3 Verwerken van thermoharders De volgende verwerkingsmethodes<br />

uitleggen:<br />

-persen,<br />

- verwerking tot platen,<br />

- gewapende polyesters.<br />

5.4 Verdere verwerking van kunststoffen<br />

Weten hoe kunststoffen verspaand,<br />

gelast en gelijmd worden.<br />

5.5 Soorten en eigenschappen Van de volgende thermoplasten de<br />

eigenschappen en de toepassingen<br />

geven:<br />

- polyethyleen,<br />

- polypropyleen,<br />

- polyvinylchloride,<br />

- polystyreen,<br />

- acrylharsen,<br />

- polyamiden,<br />

- polycarbonaat.<br />

Van volgende thermoharders de<br />

eigenschappen en toepasingen geven:<br />

- fenolformaldehydehars,<br />

- ureumformaldehydehars,<br />

- melamineformaldehydehars,<br />

- polyurethaan,<br />

- epoxyhars,<br />

- polyesterhars.<br />

U<br />

U<br />

U Documentatie gebruiken.<br />

Voorbeelden van toepassingen van<br />

deze stoffen laten zien.<br />

U<br />

- 84 -


6 WARMTE-EIGENSCHAPPEN<br />

VAN HOUT<br />

- Warmtegeleidingscoëfficiënt<br />

- Soortelijke warmte<br />

- Gedrag bij brand<br />

7 GELUIDSEIGENSCHAPPEN<br />

VAN HOUT<br />

- Begrip geluid<br />

- Decibel<br />

- Geluidsisolerende produkten<br />

- Isolatieniveau<br />

De definitie verklaren van:<br />

- warmtegeleidingscoëfficiënt,<br />

- soortelijke warmte bij hout.<br />

Uitleggen waarom houten constructies<br />

zich bij brand "uitstekend" gedragen in<br />

verband met:<br />

- de uitzettingscoëfficiënt,<br />

- het verlies aan mechanische sterkte,<br />

- de inbrandingssnelheid.<br />

Uitleggen hoe geluid ontstaat.<br />

Het begrip decibel (dB) omschrijven.<br />

Materialen kennen die de geluidsisolatie<br />

bevorderen.<br />

Het isolatieniveau begrijpen.<br />

Door schetsen uitleggen hoe houten<br />

bouwconstructies in verband met de<br />

geluidsoverlast moeten opgevat<br />

worden.<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

B<br />

In de lessen Laboratorium worden deze<br />

begrippen proefondervindelijk<br />

uitgelegd.<br />

- 85 -


7 BIBLIOGRAFIE<br />

7.1 Algemeen<br />

- 86 -<br />

BR. HENRI-LOUIS, LEDENT, G., Bouwelementen. Deel 2.<br />

CHANSON, L., Traité d'ébénisterie.<br />

DE BOECK, e.a., Een gezonde geest in een gezond lichaam in een gezond huis.<br />

DE BRUYNE, P., Meubelontwerpen. 24 reprodukties. 1985.<br />

DE BRUYNE, P., Meubelontwerpen. Origineel exemplaar. 1985.<br />

DEFOUR, F., Zeven eeuwen meubelkunst in België. 13de tot 20ste eeuw in Vlaanderen en Wallonië.<br />

1977.<br />

DEFOUR, F., Zeven eeuwen meubelkunst in België. Bijlage. 142 onuitgegeven foto's. 1978.<br />

DEPECKER, A., VANDENBERGHE, A., Leer-, werk- en documentatieboek hout-bouw. 1981.<br />

DEPECKER, A., VANDENBERGHE, A., WAUTER, W., Polyvalente opleiding houtbewerking. Leer-,<br />

werk- en documentatieboek. Deel 1.<br />

ELSINGA, H., Handenarbeid. Karton-, papier- en kleiarbeid.<br />

FEBELHOUT, De algemene situering van de belgische houtbewerking. 1989.<br />

JANSSENS, L., De ambachtsorganisatie schrijnwerkerij. 1988.<br />

MICHEL, H., Instrumenten van de wetenschap in de kunst en de geschiedenis. 1972.<br />

NACEBO, Het socio-economisch profiel van de schrijnwerkerij in Vlaanderen.<br />

NORBURY, B., Britisch craftsmanship in wood. 1990.<br />

ROETTGER, E., KLANTE, D., SAGNER, A. , Handenarbeid als creatief spel. Hout. 1979.<br />

ROUBO, J.A., L'art du menuisier en meubles. 1982.<br />

SCHENK, T., WEISHEIT, A., Gestaltung im tischlerhandwerk. 1982.<br />

SEDMEIER, K.M., Formelsannlung Holztechniek. 1982.<br />

STOKES, G., Zelf vakkundig houtdraaien. 1980.<br />

SUTTERLAND-PONTIER, Geschiedenis der bouwkunst. Deel 1. 1980.<br />

SUTTERLAND-PONTIER, Geschiedenis der bouwkunst. Deel 2. 1980.<br />

THEYS, J., Bouwplannen. Documentatiemap. Eenvoudige woning in open bebouwing. Deel 1. 1978.<br />

THORLIN, A., Nieuwe ideeën voor houtdraaiers. 1981.<br />

VAN DE WALLE, A., De gotiek in België. Architectuur, monumentale kunst. 1972.<br />

VANDOORNE, R., Een huis om in te wonen. Deel I Grondstoffen en materialen.


- 87 -<br />

VANDOORNE, R., Een huis om in te wonen. Deel II Bouwen en verbouwen.<br />

VEDEL, H., LANGE J., Bomen en struiken in bos en veld. 1974.<br />

VERHEUL, H., Zelf houtdraaien. 1981.<br />

VRIEND, J., Repertorium voor de geschiedenis der bouwkunst. 1973.<br />

VROEGINDEWEIJ, C., Lijmen voor de houtverwerkende industrie. 1976.<br />

WEIJS, F., Met beide handen. Uit het goede hout gesneden. 1984.<br />

WILLIAM, A., LINCOLN, The complete manual of wood veneering. 1984.<br />

WITHELM, F., Houtdraaien voor iedereen. 1970.<br />

7.2 Constructieleer<br />

BARSTOW, J.E.N., Praktische und dekorative holzverbindingen. 1987.<br />

BOER, C., BAKKER, J., Opbouw en afwerking van gebouwen. Deel 1. 1972.<br />

BOER, C., BAKKER, J., Opbouw en afwerking van gebouwen. Deel 2. 1972.<br />

CAMPKIN, M., The technique of marquetry. 1988.<br />

Centrum Hout. Houtdocumentatie. Delen 1, 1A, 2, 3.<br />

CLARYSSE, J., Houtbewerking deel 1. 1980.<br />

CLARYSSE, J., Houtbewerking deel 2. 1980.<br />

CLARYSSE, J., Houtbewerking deel 4. 1981.<br />

CLARYSSE, J., Technologie houtbewerking. Deel 3. 1980.<br />

CLARYSSE, J., Technologie houtbewerking. Deel 5: trappen. 1985.<br />

DEPECKER, A., Polyvalente opleiding houtbewerking deel 2B. Buitendeuren en ramen.<br />

FVB, Bouwmethodes daken. 1986.<br />

FVB, Bouwmethodes trappen. 1986.<br />

GEERINCKX, R., Schrijnwerk vergeten kunst. 1985.<br />

GRAUBNER, W., Holzverbindingen. 1990.<br />

HAYWARD, C., Houtverbindingen. 1977.<br />

Houtskeletbouw. Handleiding voor de praktijk. Houtskeletbouw. Technische documentatie.<br />

LANNAU, G., Werkboek hout voor VSBO Beroepsvoorbereidend leerjaar. 1979.<br />

MAZEROLLE, L., Traité théorique et pratique de charpente.<br />

MEYER-BOHE, W., Daecher. Elemente des bauens. 1979.<br />

MEYER-BOHE, W., Fenster. Reeks: elemente des bauens. Deel 4. 1978.


- 88 -<br />

MEYER-BOHE, W., Treppen. Reeks: elemente des bauens. Deel 8. 1975.<br />

MEYER-BOHE, W., Tueren and tore. Reeks: elemente des bauens. Deel 13. 1977.<br />

MUELLER, W., Innenarchitektur. Reeks: elemente des bauens. Deel 9. 1981.<br />

NEUFERT, E., Bauentwurfslehre. Grundlagen. Vorschriften über anlage, Bau...<br />

PIERRE, R., La marquetterie. 1981.<br />

PRACHT, K., Moebel und innenausbau. Handbuch der holzconstruktionen. 1983.<br />

REITMAYER, U., Holztueren und holztore. 1970.<br />

RUST, R., Algemene houtbewerking. Praktijk en constructieleer B1. Reeks: op brede basis. Serie van het<br />

LTO.<br />

STEINHOEFEL, O., Holztreppen. Handbuch fuer den bau von holztreppen. Trappen. 1960.<br />

STEVIN, S., Kwaliteit in houtskeletbouw.<br />

VAN DAELE, H., SEYS, V., Trappen.<br />

VANDEWEYER, P., Moderne houtbewerking. 5 dakconstructies. 1981.<br />

VANDEWEYER, P., Moderne houtbewerking. Deel 4. Trappen. 1980.<br />

VANDEWEYER, P., Moderne houtbewerking. Deel 2. Deuren. 1975.<br />

VANDEWEYER, P., Moderne houtbewerking. Deel 3. Ramen. 1977.<br />

VAN TOL, A., UFFEN, H., ENGELSMAN, C., Algemene bouwkunde. Deel 1. 1981.<br />

VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Algemene bouwkunde. Deel 1. Perspectief. 1977.<br />

VAN TOL, A., Bouwkunde van het hoger technisch onderwijs. Deel 12. Beschoeiingen keermuren.<br />

VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 0. Inleiding tot de bouwkunde. 1977.<br />

VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 2. Grondwerk, fundering, kelders, opgaand<br />

werk.<br />

VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 3. Vloeren, plafonds, daken.<br />

VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 4. Kozijnen, ramen, deuren.<br />

VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 5. Trappen, liften, gevels. 1979.<br />

VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 8. Afwerking. 1978.<br />

VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 9A. Bouwkunde in kort bestek. A. 1979.<br />

VAN TOL, A., JELLEMA, MEISCHKE, Bouwkunde. Deel 9B. Bouwkunde in kort bestek. B. 1978.<br />

WILLIBALD, M., Treppen-technik. 1988.


7.3 Houtsnijden<br />

- 89 -<br />

BAKKEREN, H., Hakken in hout. Scheepsversieringen, naamborden, decoraties. 1976.<br />

GRAVENEY, C., Houtsnijden (2). 1981.<br />

KOCH, K., Das schnitzerbuch. 1988.<br />

KRETZSCHMAR, G., Zelf houtsnijden . 1980.<br />

ROTTGER, E., Hout 2. 1966.<br />

VANDAMME, E., De polychromie van gotische houtsculptuur in de zuidelijke Nederlanden.<br />

7.4 Machines<br />

BOOTSMA, T., Machinale houtbewerking. Reeks: bouwen op niveau. 1982.<br />

CORNELSEN, W., CNC-holzbearbeitungsmaschien. 1990.<br />

DELFT, B., VAN DER GREER, A., Gereedschapsleer. Deel 2. Reeks: vorming en techniek. 1975.<br />

DEPPERT, W., STOLL, S., Pneumatische toepassingen. 1980.<br />

GROUP SHOW, Woodworking machinery. 1967.<br />

RAUWERDA, A., Machinale houtbewerking. 1970.<br />

REIJERS-DE HAAS, Flexibele produktie automatisering. 1988.<br />

VAN DE VELDE, A., Verspaningstechnieken en snijgereedschap voor machinale houtbewerking. 1986.<br />

Van fietspomp tot schema. 1991.<br />

VAN WEEREN, A., BORDEWIJK, W., Machinale houtbewerking. Reeks: op brede basis. Serie voor<br />

het LTO.<br />

7.5 Materialen<br />

BERG, K., BOES, G., VANDER LINDE, J., Encyclopedie van de materialenkennis. Deel 1 van<br />

A-G. 1963.<br />

BERG, K., BOES, G., VANDER LINDE, J., Encyclopedie van de materialenkennis. Deel 2 van<br />

H-O. 1963.<br />

BERG, K., BOES, G., VANDER LINDE, J., Encyclopedie van de materialenkennis. Deel 3 van<br />

P-Z. 1963.<br />

BOGAERT, H., COCKX, E., DEMEESTER, L., Courante bomen. 1982.<br />

BOOTSMAN, T., Materialen. Reeks: bouwen op niveau. 1982.<br />

COPIJN, J., Bomen laten leven. Bomen in stad en land. Hun functie, geschiedenis en verzorging.<br />

DECHAMPS, R., Sleutel voor houtdeterminatie met de loep van in België beschikbare houtsoorten uit<br />

gematigde en subtropische streken. 1983.


DE KESEL, W., Houtlijm.<br />

- 90 -<br />

DE KESEL, W., Bindingen. Kultuurhistorische bijdrage over de bindmiddelen. In kunst en magie.. 1980.<br />

DELAFOSSE, De dessin de charpente. Platen.<br />

EDLIN, H., Bomen, bos en hout. 1979.<br />

Handleiding voor de vakman.<br />

HEILIG, P., Houtvademecum. 1981.<br />

HOGERVORST, P., NAAIJKENS, A., Materialen voor het meubelmaken. 1975.<br />

JOHNSON, H., Het bomenboek. Bomen en struiken in onze tuinen en parken. Bossen en landschappen.<br />

1975.<br />

LINCOLN, W., World woods in colour. 1986.<br />

Mc DANIEL, T., Isolatiegids, energiebesparing in woningen. 1980.<br />

PIVA, G., Schilders-vademecum. 1982.<br />

RAUWERDA, A., Gereedschappen en werktuigen voor de houtbewerking. Handbewerking. Deel 1..<br />

RUST, R., VAN WEEREN, A., Algemene houtbewerking. Materialen- en gereedschapsleer A2. Atlas des<br />

bois tropicaux.<br />

SACHSSE, H., Einheimische nutzholzer und ihre bestimmung nach makroskopischen merkmalen. 1984.<br />

SACHSSE, H., Exotische nutzholzer. 1991.<br />

VAN WEEREN, A., Meubelmaken. Materialen- en gereedschapsleer. Reeks: op brede basis. Serie van<br />

het LTO.<br />

VEROUGSTRAETE, P., Diagnose: huiszwalm. Een informatiebrochure voor de vakman en de gebruiker.<br />

1989.<br />

WAGENFUR-SCHEIBER, Holzatlas.<br />

WISELIUS, S., Houtvademecum. 1990.<br />

7.6 Organisatie<br />

BAKKER, J., Bestekken en bouwadministratie. Studieboek voor het hoger technisch onderwijs. 1970.<br />

BEETS, P., NIEUWENHUIS, O., STAADEGAARD, Bedrijfskundige vakken. Organisatie van het<br />

bouwen. Bestekken en begrotingen. Bouwadministratie. Deel 1: Bouwen. 1981.<br />

BEETS, P., NIEUWENHUIS, O., STAADEGAARD, Bedrijfskundige vakken. Planning en organisatie.<br />

Deel 2: Bouwen. 1981.


7.7 Restauratie<br />

BRAUCH, M., Kleine meubelen. 1980.<br />

GOETZ, S., Zelf inlijsten. 1981.<br />

HITIER, J., Guide du meuble ancien. 1984.<br />

KEYSERS, Grosses antiquitaten. 1980.<br />

- 91 -<br />

ROWLAND, T., Behoud en herstel van antiek. 1984.<br />

7.8 Stijlleer<br />

ALEXANDER, J., Catalogue of illuminated manuscript cuttings. 1980<br />

BRYANT, J., Victoria and Albert Museum - Guide officiel.<br />

CLOUZOT, H., Le style Louis-Philippe-Napoléon. 1939.<br />

DACIER, E., Le style Louis XVI. 1939.<br />

DE BALLAIGUE, G., Preferences in french furniture. 1979.<br />

DUNCAN, A., Chefs-d'oeuvre fin de siècle. La collection Silverman. 1989.<br />

GAIRAUD, Y., Le guidargus du meuble.<br />

GAIRAUD, Y., Le guidargus du meuble régional. 1990.<br />

GEBELIN, F., Le style renaissance. 1942.<br />

HOFFMAN, J., Stilhandbuch. 1979.<br />

KEIM, A., La décoration et le mobilier à l'époque romantique.<br />

KOCH, W., Bauwstilkunde. 1988.<br />

KLESSE, B., Museum für angewandte kunst Köln. 1989.<br />

LEDOUX-LEBARD, D., Le mobilier français du XIXème siècle. 1989.<br />

Le mobilier au pays de Liège, principalement au 18ème siècle. 1984.<br />

MANN, J.G., M.A., F.S.A., Wallace collection catalogues sculpture. 1981.<br />

MERTENS, W., Kunstgeschiedenis deel 1. 1977.<br />

MERTENS, W., Kunstgeschiedenis deel 2. 1981.<br />

PHILIPPE, J., Meubles, styles et décors entre Meuse en Rhin. 1977.<br />

RETTELBUSCH, E., Stilhandbuch. Ornamentik, innenausbau von den aeltesten zeiten bis zum bidermeier.<br />

1965.<br />

SCHEYS, G., Kunststof schrijnwerk (2). 1988.


VERLET, P., Le style Louix XV. 1942.<br />

WINGENFELD, W., Köln St. Aposteln. 1988.<br />

7.9 Tekenen<br />

- 92 -<br />

BOELHOUWER, A., Scheve parallelprojectie bij examenstudie voor de acten. NO tekst.<br />

BOELHOUWER, A., Scheve parallelprojectie bij examenstudie voor de acten. NO platen.<br />

BRINKSMA, A., HARTOG, D., VAN DEN S.J., Vak- en projectietekenen voor houtbewerkers.<br />

Deel 1. 1971.<br />

DALLE, A., DE WAELE, C., Leerboek der vlakke meetkunde. Landmeten en waterpassen.<br />

DEPECKER, A., VANDENBERGHE, A., Tekenbladen bij leer-, werk- en documentatieboek hout-bouw.<br />

1981.<br />

GENERALE BANK, Belgische beeldhouwkunst Deel I. 1990.<br />

GENERALE BANK, Belgische beeldhouwkunst Deel II. 1990.<br />

GROSVENOR PRESS, The international collection of interior design. 1984.<br />

HENDRIKS, J., Binnenste buiten. 1974.<br />

MULLER, U., Das gesellenstuck. 1983.<br />

MULLER, U., Das meisterstuck. 1985.<br />

Provincie Limburg, Laat-gotische beeldsnijkunst uit Limburg en Grensland. 1990.<br />

RUECHEL, E., MUELLER, H., STEGLICH, H., Fachzeichnen Holz. 1987.<br />

SEMBACH, LENTHAUSEN, FOSSEL, Meubeldesign van de 20ste eeuw. 1989.<br />

Stichting Int., Interieur 90. 1990.<br />

VAN DALEN, A., RUST, R., BORDEWIJK, W., Algemene houtbewerking. Vaktekenen en technisch<br />

schetsen B1. Reeks: op brede basis. Serie voor het LTO.<br />

VAN WEEREN, A., BORDEWIJK, W., Vaktekenen en technische schetsen B1. Meubelmaken. Reeks:<br />

op brede basis. Serie voor het LTO.<br />

WAALEWIJN, G., RAUWERDA, A., Vaktekenen voor timmerlieden. Deel 1.<br />

WITVROUWEN, E., Tekenen voor houtbewerkers. Deel 1.<br />

WITVROUWEN, E., Tekenen voor houtbewerkers. Deel 2. Deuren.<br />

7.10 Publikaties van volgende instellingen<br />

Nationaal Houtvoorlichtingsbureau.<br />

Belgisch Instituut voor Normalisatie.<br />

KVIV - Tekencommissie Hout en aanverwante.


Nationaal Instituut voor de huisvesting.<br />

Technisch Centrum voor de Houtnijverheid.<br />

7.11 Nuttige adressen<br />

HOUTVOORLICHTING<br />

Nationaal Houtvoorlichtingsbureau (NHVB)<br />

Koningstraat 109/111<br />

1000 Brussel.<br />

American Plywood Association (APA)<br />

Grote steenweg 624<br />

2600 Berchem.<br />

- 93 -<br />

Council of Forest Industries of British Columbia (COFI)<br />

Persstraat 4<br />

1000 Brussel.<br />

Stichting Zweedse en Finse Houtinformatie (ZFH)<br />

Vijzelgracht 17<br />

NL-1017 HM Amsterdam.<br />

OVERHEID<br />

Dienst Groen, Waters en Bossen - Vlaams Gewest<br />

Belliardstraat 12-18<br />

1040 Brussel.<br />

Diensten Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu<br />

Waters en Bossen Brussels Gewest<br />

Trierstraat 49<br />

1040 Brussel.<br />

Ministerie van Openbare Werken - Bestuur der Gebouwen<br />

Dienst voor de Technische Goedkeuring en Type-Voorschriften<br />

Wetstraat 155<br />

1040 Brussel.<br />

NORMALISATIE<br />

Belgisch Instituut voor Normalisatie<br />

Brabançonnelaan 29<br />

1000 Brussel.<br />

7.12 Onderzoekscentra<br />

Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het bouwbedrijf (WTCB)<br />

Lombardstraat 41<br />

1000 Brussel.<br />

Technisch Centrum voor de Houtnijverheid (TCHN)<br />

Alsembergsesteenweg 830<br />

118O Brussel.<br />

KVIV Koninklijke Ingenieursvereniging<br />

Desguinlei 214 B<br />

2018 Antwerpen.


- 94 -<br />

Laboratorium voor Houttechnologie - Faculteit van de Landbouwwetenschappen<br />

Rijksuniversiteit Gent<br />

Coupure Links 653<br />

9000 Gent.<br />

Sectie Land- en Boseconomie - Dienst Houtanatomie van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika<br />

Leuvensesteenweg 13<br />

1980 Zemst.<br />

Timber Engineering (TE)<br />

Steenweg op Alsemberg 830<br />

1180 Brussel.<br />

7.13 Onderzoeksfondsen<br />

Studie- en onderzoeksfonds voor Bosuitbating (SOFBO)<br />

Centrumgalerij - Blok II - 5de verdieping<br />

1000 Brussel.<br />

Studie- en onderzoeksfonds voor Zagerijen en Aanverwante Nijverheden (SOFZAN)<br />

Koningsstraat 163<br />

1210 Brussel.<br />

7.14 Beroepsverenigingen<br />

Belgische Federatie der Houtinvoerhandel (BFHI)<br />

Koningsstraat 109/111<br />

1000 Brussel.<br />

Belgische Federatie der Ondernemingen van de Houtverwerking (Febelhout)<br />

Koningstraat 109/111<br />

1000 Brussel.<br />

Federatie van de Algemene Aannemers van Schrijnwerk en/of aanverwante beroepen van het Vlaamse<br />

Gewest (FVSB)<br />

Centrumgalerij 348 Lombardstraat 34-42<br />

1000 Brussel.<br />

Belgische Federatie der Bosuitbaters, Papier- en Mijnhoutuitbaters (FEDERAM)<br />

Centrumgalerij - Blok II - 5de verdieping<br />

1000 Brussel.<br />

Belgische Vereniging van Producenten en Invoerders van Preparaten voor Houtbescherming (PROBOIS)<br />

Maria Louizasquare 49<br />

1040 Brussel.<br />

Belgische vereniging voor Houtbescherming (BFHB)<br />

Maria Louizasquare 49<br />

1040 Brussel.<br />

7.15 Studie<br />

Houtstudiecentrum voor het Technisch Onderwijs (HCTO)<br />

Auwerstraat 58<br />

2600 Berchem.


Opleidingscentrum Hout (OCH)<br />

Alsembergsesteenweg 830<br />

1180 Brussel.<br />

7.16 Beurzen<br />

Internationale Houtbewerkingsvakbeurs - Brussel<br />

Belgiëplein<br />

1020 Brussel.<br />

Internationale Vakbeurs van het Meubel - Brussel<br />

Verenigingsstraat 15<br />

1000 Brussel.<br />

Internationale Meubelbeurs Köln Messe.<br />

Ligna Hannover (Machinebeurs).<br />

7.17 Tijdschriften<br />

De Vlaamse Schrijnwerker.<br />

Meubel Echo.<br />

Houthandel- en nijverheid.<br />

Meubihome.<br />

Houtnieuws.<br />

De Vlaamse Houtdraaier.<br />

Bau + Möbelschreiner (D).<br />

Woodworking International (GB).<br />

Meubel (NL).<br />

DDS. De Deutse Schreiner (D).<br />

- 95 -

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!