April nr 96 - Oud Bennekom
April nr 96 - Oud Bennekom
April nr 96 - Oud Bennekom
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
DE KOSTERSTEEN<br />
I\ummer <strong>96</strong><br />
<strong>April</strong> 2006
De <strong>Bennekom</strong>se ontdekkingsreiziger Johannes Schouw<br />
Santvoort (1846-1877)<br />
Arno van der Valk<br />
In het leven van sommige <strong>Bennekom</strong>mers is het dorp slechts een voetnoot in hun biografie.<br />
Niet omdat <strong>Bennekom</strong> zo onbetekenend voor hen was, maar omdat hun levensloop zo<br />
spannend was. Zo ook het levensverhaal van Johannes Schouw Santvoort. Hij werd op 10<br />
juli 1846 om zes uur ’s avonds geboren als zoon van de <strong>Bennekom</strong>se predikant Pieter<br />
Dirk Schouw Santvoort (1818-1881) en zijn vrouw Maria Hitta van Aaken. Zijn wieg zal<br />
dus hoogst waarschijnlijk in de pastorie gestaan hebben. Zijn jongste jaren bracht hij door<br />
in Hattum waar zijn vader op 10 september 1848 werd beroepen. Daarna groeide de jonge<br />
Schouw Santvoort op in Arnhem waar zijn vader vanaf 1850 preekte. Toen zijn vader in<br />
1870 naar Leiderdorp ging, volgde zijn zoon al lang en breed de mariniersopleiding te<br />
Willemsoord. Al op 21-jarige leeftijd werd hij bevorderd tot luitenant-ter-zee tweede<br />
klasse. Hij werkte van 1865 tot 1868 en van 1871 tot 1875 op verschillende oorlogsschepen<br />
in Nederlands-Indië. Eén van zijn taken betrof het rivieronderzoek, waarvoor hij naar<br />
verschillende eilanden van de archipel werd uitgezonden.<br />
Hij werd bekend als één van de leiders<br />
van de wetenschappelijke expeditie naar<br />
Midden-Sumatra die het Koninklijk Nederlands<br />
Aardrijkskundig Genootschap in<br />
1877 uitzond. Het doel van die expeditie<br />
was het in kaart brengen van het stroomgebied<br />
van de rivier de Hari. Witte plekken<br />
mochten de kaart niet langer ontsieren,<br />
vond het KNAG. Behalve dat<br />
Schouw Santvoort de leiding kreeg over<br />
Drukkerij Modern te <strong>Bennekom</strong><br />
DE KOSTERSTEEN<br />
Nummer <strong>96</strong> <strong>April</strong> 2006<br />
de tocht over de rivier was hij algemeen<br />
expeditieleider. De landploeg stond onder<br />
leiding van A.L. van Hasselt. Op 13 januari<br />
1877 scheepte Schouw Santvoort<br />
zich in Den Helder in op de ‘Co<strong>nr</strong>ad’ van<br />
de Maatschappij Nederland en kwam op<br />
23 februari aan voor de kust van Padang<br />
op Sumatra. Daar werd hij opgewacht<br />
door Van Hasselt.<br />
1
2<br />
J. Schouw Santvoort<br />
De expeditie werd geen doorslaand succes.<br />
Wat gebeurde er? Eenmaal in Midden-Sumatra<br />
vertrok Schouw Santvoor<br />
voor een oriënterende reis over de rivier<br />
Djambi. Om geen argwaan te wekken bij<br />
de inheemse bevolking deed hij zich voor<br />
als koopman, ongewapend en zonder<br />
Europese reisgenoten. Alleen een lokaal<br />
hoofd en een paar bedienden vergezelden<br />
hem. De riviertocht ging door streken<br />
waar nog nooit een westerling was geweest.<br />
Na enkele weken varen bereikte<br />
hij zonder problemen zijn doel: de<br />
hoofdplaats Djambi aan de oostkust.<br />
Het dorp Djambi was de uitvalsplaats<br />
voor vele tochten over de rivier en naar<br />
het binnenland. Een eerste verkenningstocht<br />
van Schouw Santvoort ging over de<br />
Hari, die door een gebied stroomde dat<br />
het koloniale bewind vijandig gezind<br />
was. Hier heerste de sultan van Taha, die<br />
door het gouvernement uit Djambi was<br />
verdreven. De sultan nam de komst van<br />
Schouw Santvoort hoog op en dreigde<br />
weer de macht te grijpen in Djambi en<br />
riep de bevolking op in opstand te komen.<br />
Het Nederlandse gouvernement<br />
besloot daarop het gebied af te sluiten en<br />
verbood de wetenschappers verdere toegang.<br />
Vanuit Djambi trok Schouw Santvoort<br />
over land naar Palembang, een tocht door<br />
de dichte wildernis die diepe indruk op<br />
hem maakte. Het team doorstond grote<br />
ontberingen, waarover Schouw Santvoort<br />
in zijn dagboek schreef:<br />
‘De bloedzuigers waren zoo talrijk, dat<br />
wij ten laatste zelfs de moeite niet meer<br />
deden ze te verwijderen; een enkele maal,<br />
toen hun getal al te groot werd, trok ik<br />
van mijn been een kluit van ongeveer een<br />
vijf-en-twintigtal dezer diertjes, die zich<br />
allen op één plek verzameld hadden.<br />
Toen ik mij des avonds, na aankomst te<br />
Soeji, in de rivier ging baden, bleek het,<br />
dat er geen opening in mijn kleederen<br />
was, waar zij zich geen toegang hadden<br />
weten te verschaffen. En als ware deze<br />
plaag nog niet voldoende om ons te kwellen,<br />
vele doornige struiken, die onze<br />
kleederen openscheurden en de huid<br />
schramden, maakten den marsch nog<br />
pijnlijker, zoodat, toen wij het bosch<br />
verlieten, mijn geheele gezelschap er<br />
uitzag alsof het van een bloedig gevecht<br />
terugkeerde'<br />
In de zomer van 1877 keerde hij in<br />
Djambi terug. Hij had het in Nederland<br />
uitgestippelde tracé door de streek niet<br />
helemaal kunnen volgen, maar over dit
onderdeel van de expeditie was men niet<br />
ontevreden. Daarna volgden rampspoed<br />
en tegenslag elkaar echter op.<br />
De morgen van 23 november 1877 kwam<br />
Schouw Santvoort, die bezig was met het<br />
opmeten van de benede<strong>nr</strong>ivier, het intekenen<br />
van kaarten en het maken van<br />
schetsen, niet opdagen. Stuurman J.H.<br />
Makkink vertrouwde het niet en vond<br />
Schouw Santvoorts lichaam in de slaapkamer<br />
bij zijn gastheer, de Politieke<br />
agent Niesen. Volgens officier van gezondheid<br />
Wascke was zijn overlijden<br />
ondanks zijn jeugdige leeftijd veroorzaakt<br />
door een hartstilstand. Of was het<br />
moord?<br />
Mede-expeditieleider D.D. Veth vermoedde<br />
dat Schouw Santvoort was vergiftigd<br />
in opdracht van de sultan Taha.<br />
Had deze niet eerder de Sumatranen die<br />
Schouw Santvoort bij zijn tocht vergezelden<br />
bedreigd en er eentje als uiting<br />
van zijn onvrede laten doden? Het waren<br />
vermoedens, bewezen werden deze<br />
moorden nooit. Bovendien verklaarde<br />
machinist Hermans na terugkomst in<br />
Nederland Schouw Santvoort wel eens<br />
lichamelijk te hebben zien lijden, maar<br />
dat zijn baas dat had weggewimpeld met<br />
de mededeling dat hij geen tijd had om<br />
ziek te zijn.<br />
Schouw Santvoort werd op 24 november<br />
om tien uur ’s morgens met militaire eer<br />
ter aarde besteld in Djambi. Zijn graf<br />
werd afgezet met een eenvoudig hek en<br />
een houten kruis waarin machinist Hermans<br />
met loden letters gegoten had:<br />
Hier rust<br />
de Luitenant ter zee 2e klasse<br />
Johannes Schouw Santvoort<br />
overleden den 23 november 1877,<br />
Djambi<br />
Uiteindelijk werd de hele expeditie door<br />
de onstuimige politieke situatie zo beperkt<br />
dat voorjaar 1879 werd besloten de<br />
expeditie te ontbinden. Ondanks het beperkte<br />
succes was Nederland twee jaar<br />
lang in de greep van de expeditie en werd<br />
de <strong>Bennekom</strong>mer van geboorte door zijn<br />
collega’s verheven tot een soort martelaar<br />
van deze beschavende tocht door Midden-Sumatra.<br />
Het acht delen tellende<br />
Midden-Sumatra. Reizen en onderzoekingen<br />
der Sumatra-expeditie, uitgerust<br />
door het Aardrijkskundig Genootschap<br />
1877 – 1879 bevat behalve een reisverslag<br />
en de resultaten van de onderzoeken,<br />
de laatste bevindingen van Schouw Santvoorts.<br />
Bron: Midden-Sumatra. Reizen en onderzoekingen<br />
der Sumatra-expeditie, uitgerust<br />
door het Aardrijkskundig Genootschap<br />
1877 – 1879, beschreven door de<br />
leden der expeditie, onder toezicht van<br />
prof. P.J. Veth. Eerste deel, 1882, p. 65.<br />
3
<strong>Bennekom</strong> na de evacuatie in oktober 1944;<br />
verteld door ooggetuigen<br />
Ad Nooij<br />
Inleiding<br />
In een eerder artikel in de Kostersteen (<strong>nr</strong>. 92, april 2005) heb ik de gebeurtenissen in<br />
<strong>Bennekom</strong> in de periode september en oktober 1944 beschreven, daarbij uitvoerig gebruik<br />
makend van de aantekeningen die Max van Hoffen, Gerrit van Steenbergen, en<br />
mevr. Schuurman-Aardema in hun dagboeken hebben gemaakt. De beschreven periode<br />
eindigde met de evacuatie van <strong>Bennekom</strong> op zondag 22 oktober. In dit artikel geef ik<br />
aandacht aan de gebeurtenissen in de hierop volgende periode. Omdat toen de inwoners<br />
van <strong>Bennekom</strong>-dorp geëvacueerd waren, zal het accent liggen op het buitengebied van<br />
<strong>Bennekom</strong>, en dan met name in het westelijke buitengebied: de Kraats en omgeving. Ook<br />
nu maak ik gebruik van dagboekaantekeningen van mensen die persoonlijk betrokken zijn<br />
geweest bij deze gebeurtenissen, namelijk Gerrit van Steenbergen en Hendrik Jacobs.<br />
Evacuatie<br />
Na de gedeeltelijk mislukte operatie<br />
Market Garden (zie Kostersteen 92, april<br />
2005) hadden de geallieerden een stevig<br />
bruggenhoofd in de Betuwe ten zuiden<br />
van de Waal. Het noordelijke gedeelte<br />
van de Betuwe moesten zij prijs geven<br />
toen de Duitsers de Rijndijk bij Driel<br />
doorstaken. De zuidelijke Veluwerand<br />
werd frontgebied; de bewoners van Arnhem,<br />
Oosterbeek, Heveadorp, Doorwerth,<br />
Heelsum, Renkum en Wageningen moesten<br />
uiterlijk 3 oktober hun woningen<br />
verlaten hebben. Op vrijdag 20 oktober<br />
kwam het bericht voor de <strong>Bennekom</strong>mers<br />
om op zondag 22 oktober vóór acht uur<br />
’s avonds te vertrekken.<br />
Aanvankelijk gold dit bevel ook voor de<br />
Kraats. Voor een gewoon huishouden is<br />
een evacuatie een ellendig gegeven: wat<br />
wil je meenemen, wat kun je meenemen,<br />
wat moet je allemaal onbeschermd achterlaten,<br />
waar kom je terecht. Voor een<br />
boer komt daar nog een probleem bij:<br />
4<br />
Gerrit van Steenbergen;foto van 1950<br />
(Overleden op 23 september 2005)
waar laat je het vee? Op zaterdag 21 oktober<br />
is de familie van Steenbergen op de<br />
Dickenesweg zeer druk met de voorbereiding<br />
van de evacuatie; later op de dag<br />
komt evenwel het bericht dat de bewoners<br />
aan de Rijnsteeg, Slagsteeg en Dickenesweg<br />
en omgeving voorlopig niet<br />
weg hoeven. Maar de evacués uit Wageningen<br />
die inmiddels onderdak hadden<br />
gevonden bij van Steenbergen vertrekken<br />
wel. De vreugde is echter van korte duur.<br />
Enkele weken later komt het bericht dat<br />
men alsnog moet vertrekken. De familie<br />
van Steenbergen heeft onderdak geregeld<br />
op de boerderij van Ravenhorst in Emminkhuizen.<br />
Op zaterdag 11 november<br />
noteert Gerrit van Steenbergen:<br />
Den ganschen dag zeer veel geall. vliegtuigen.<br />
Vader gaat met paard en wagen<br />
rijden, daar wij te jong en ik ziek ben.<br />
Ravenhorst laadt ook een wagen vol. Het<br />
is een wanhopige tijd. We zijn vandaag<br />
nog weer gebleven en vertrekken nu misschien<br />
morgen. Wat varkens zijn verkocht,<br />
ganzen verkocht, kippen naar<br />
Oome Teunis. Koeien krijgen bij verschillende<br />
boeren onderdak.<br />
Tot hun verrassing mogen een maand<br />
later de inwoners van de Kraats weer<br />
terug. Er is wel een speciale vergunning<br />
voor nodig, een ‘Ausweis’. Maar de rust,<br />
als je daar al van spreken mag, is niet van<br />
lange duur, want in januari 1945 volgt er<br />
weer een bevel tot evacuatie. Het gebied<br />
De familie van Steenbergen<br />
woonde op<br />
Dickenes. Zij evacueerden<br />
naar Emminkhuizen.<br />
5
ten zuiden van de lijn, die gevormd werd<br />
door de Horalaan, Zandlaan, Bovenbuurtweg,<br />
Krommesteeg, Dickenesweg<br />
en Kraatsweg, moest ontruimd worden.<br />
Voor Gerrit van Steenbergen betekent dat<br />
opnieuw veel werk. Hij noteert op zaterdag<br />
20 januari:<br />
’s Morgens heel vroeg is Aart al voor<br />
zichzelf aan het rijden. Ik breng voor de<br />
middag één vracht weg. Na de middag<br />
laatste vracht opladen. Ook van Ravenhorst<br />
komen ze een vracht halen. De<br />
koeien gaan om 1 uur. De laatste wagens<br />
gaan om 3 uur. Het is een hopeloos gezicht<br />
al dat evacueren op een gladde<br />
besneeuwde weg. Het is zeer koud gepaard<br />
met gierende sneeuwstorm, ook<br />
gister was het zoo. Vrouwen lopen met<br />
koeien aan touw. Geall. Vliegtuigen, zoo<br />
nu en dan komt er een harde klap, ramen<br />
rinkelen, ’s avonds zijn wij weer in de<br />
huiselijke kring van Ravenhorst opgenomen.<br />
Bij Ravenhorst in Emminkhuizen zal<br />
Gerrit van Steenbergen blijven wonen tot<br />
na de bevrijding. Tegen het eind van de<br />
oorlog wordt hij ziek en is hij niet meer<br />
in staat zijn dagboek bij te houden. Deze<br />
taak wordt dan overgenomen door Willy<br />
van Ravenhorst. Met haar trouwt hij in<br />
1950.<br />
Spergebied<br />
Het hernieuwde bevel tot evacuatie in<br />
januari 1945 viel samen met een streng<br />
toegangsverbod voor het dorp van <strong>Bennekom</strong>.<br />
In het najaar van 1944 konden de<br />
geëvacueerde <strong>Bennekom</strong>mers nog wel<br />
eens terug naar huis gaan om wat spullen<br />
op te halen. Dat leek gunstig, maar niet in<br />
alle opzichten. <strong>Bennekom</strong> was een dorp<br />
6<br />
zonder inwoners, en dus was er geen<br />
dagelijks toezicht van dorpsgenoten onderling.<br />
Het was daarom voor kwaadwillenden<br />
niet al te moeilijk huizen binnen<br />
te gaan, zeker wanneer door granaatinslagen<br />
de ruiten kapot waren. Het zullen<br />
niet alleen <strong>Bennekom</strong>mers zijn geweest<br />
die zich aan diefstal schuldig maakten.<br />
Henk Gijsbertsen vertelt, dat hij al snel<br />
zijn postzegelverzameling, keurig opgeborgen<br />
in de linnenkast, kwijt was.<br />
Vanaf januari 1945 werd het toezicht<br />
veel strenger. Het was toen streng verboden<br />
het spergebied te betreden. Wie het<br />
zonder vergunning toch waagde even<br />
naar huis te gaan, liep het risico van executie.<br />
Uit angst voor sabotage en spionage<br />
waren de Duitsers daar zeer streng in.<br />
Twee <strong>Bennekom</strong>mers werden doodgeschoten.<br />
De <strong>Bennekom</strong>se bakker Willem<br />
Aalbers was op 13 maart 1945 naar zijn<br />
huis aan de Edeseweg geweest. Op de<br />
terugweg werd hij aangehouden. Hij<br />
werd gebracht naar een plek schuin tegenover<br />
de boerderij ‘Droevendaal’ aan<br />
de Bornsesteeg in Wageningen. Hij<br />
moest op de rand van een kuil gaan zitten,<br />
en werd doodgeschoten. De kuil<br />
werd dichtgegooid. Een overeenkomstig<br />
lot trof Jan Hendrik Jansen, die een boerderij<br />
had aan de Viermorgenweg in <strong>Bennekom</strong>.<br />
Hij was op 25 maart 1945 naar<br />
zijn boerderij gegaan. Na aanhouding<br />
werd hij doodgeschoten achter de boerderij<br />
van Hendrik van Steenbergen aan de<br />
Langesteeg.<br />
Stellingbouw; Organisation Todt<br />
Na de gedeeltelijke mislukking van de<br />
operatie Market Garden was, zoals eerder<br />
opgemerkt, de zuid-Veluwezoom front-
gebied geworden. Niet alleen moest de<br />
burgerbevolking evacueren, want die<br />
zouden bij oorlogshandelingen alleen<br />
maar in de weg lopen, maar de Duitsers<br />
gingen ook verdedigingwerken bouwen.<br />
Er werden stellingen gegraven over een<br />
breed front, van Zevenaar tot Wageningen,<br />
en van de Grebbeberg tot het IJsselmeer.<br />
Dat was de zogenoemde<br />
Pantherstellung. Onderdeel hiervan was<br />
ook de bunker aan de Harsloweg.<br />
<strong>Bennekom</strong>se linie, oostelijk<br />
deel; ingetekend op actuele<br />
plattegrond. Rechts de Edeseweg,<br />
in het midden de Van<br />
Balverenweg<br />
<strong>Bennekom</strong>se linie, westelijk deel;<br />
ingetekend op actuele plattegrond.<br />
Rechts de Dreeslaan, in<br />
het midden de Langesteeg.<br />
Beide tekeningen zijn gebaseerd<br />
op een kaart die Frans van Oort<br />
publiceerde in de Kostersteen <strong>nr</strong>.<br />
84, april 2003, blz. 7<br />
7
Er was echter ook een <strong>Bennekom</strong>se linie.<br />
Het oostelijke gedeelte van deze linie liep<br />
ongeveer van de kruising van de Vossenweg<br />
en de Edeseweg in westelijke<br />
richting en boog voorbij de Bovenbuurtweg<br />
naar het zuiden tot ongeveer waar nu<br />
de van Balverenweg ligt. Het westelijke<br />
gedeelte begint ongeveer op de kruising<br />
van de huidige van Balverenweg en de<br />
Dreeslaan, gaat dan na een grote noordelijke<br />
boog weer in zuidelijke richting<br />
langs Nergena.<br />
Deze stellingbouw werd georganiseerd<br />
door de Organisation Todt. De boeren in<br />
het Binnenveld spraken kortweg over ‘de<br />
Todt’. De Organisation Todt was opgericht<br />
door ir. Fritz Todt, die vóór de oorlog<br />
betrokken was bij de aanleg van de<br />
Duitse Autobahnen. Later werd hij minister<br />
voor munitie en ander oorlogsmateriaal.<br />
Hij verongelukte in 1942 en werd<br />
toen opgevolgd door Albert Speer.<br />
Voor de aanleg van deze verdedigingswerken<br />
was veel arbeidskracht nodig,<br />
veelal met schop en kruiwagen. De Duitsers<br />
hadden hun eigen methode om aan<br />
arbeiders te komen. Op 21 oktober 1944,<br />
dus tijdens de evacuatie van <strong>Bennekom</strong>,<br />
verscheen er een oproep dat alle mannelijke<br />
inwoners van Ede, evacués inbegrepen<br />
zich moesten melden op maandag 23<br />
oktober ’s morgens om zeven uur. Later<br />
op de dag volgde een precisering: er<br />
moesten in totaal 2000 man worden geleverd,<br />
geneeskundige attesten zouden niet<br />
worden geaccepteerd. Als hieraan niet<br />
werd voldaan, dan zou de gehele bevolking<br />
uit Ede moeten evacueren, de mannen<br />
zouden dan echter worden vastgehouden.<br />
Dit dreigement had effect; ruim<br />
2000 man meldde zich.<br />
8<br />
Maar ook uit Rotterdam kwamen arbeiders.<br />
Hun situatie is na de oorlog beschreven<br />
door Ben Sijes. Hij was de<br />
naaste medewerker van dr. L. de Jong op<br />
het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie.<br />
Internationale bekendheid kreeg<br />
Ben Sijes door zijn samenwerking met<br />
Simon Wiesental bij de vervolging van<br />
oorlogsmisdadigers. Hij speelde een rol<br />
in het proces tegen Adolf Eichman. Ben<br />
Sijes schrijft:<br />
“In een boerderij in <strong>Bennekom</strong> was alle<br />
beschikbare ruimte ingenomen: kamers,<br />
zolder, keuken en een deel van de stal.<br />
Overal lag stro, waartussen kachels en<br />
fornuizen stonden te branden. Voor ongeveer<br />
vijftig man was één pomp aanwezig;<br />
de latrine was in de open lucht. Het<br />
dak en de vensters waren stuk. In januari<br />
was er geen water om te wassen. Men<br />
smolt hiervoor sneeuw op de kachels. Het<br />
eten wat men van de Duitsers kreeg was<br />
slecht en onsmakelijk. Bovendien kwam<br />
er vaak stagnatie voor in de voorziening<br />
met warm eten tengevolge van de beschietingen.<br />
Overal zorgden de mannen<br />
dan ook zelf voor bijvoeding. (-) Aardappels<br />
en knollen haalde men van de akkers,<br />
die in het frontgebied immers nog<br />
niet waren afgeoogst. De verlaten huizen<br />
en winkels werden afgestroopt op zoek<br />
naar etenswaren.” (B.J. Sijes, De razzia<br />
van Rotterdam, 10-11 november 1944;<br />
geciteerd bij Lagerwey etc, p.146)<br />
Duidelijk blijkt uit dit citaat dat Sijes de<br />
arbeiders van de Organisation Todt beschrijft<br />
als slachtoffers van een razzia,<br />
die onder slechte omstandigheden zware<br />
arbeid moesten verrichten. Noodgedwongen<br />
moesten zij op zoek gaan naar<br />
voedsel op de akkers en in de verlaten<br />
huizen. Dat vonden de boeren en de geë-
vacueerde bewoners van die huizen natuurlijk<br />
niet aangenaam. Daarom heeft de<br />
plaatselijke bevolking een geheel ander<br />
beeld van de Rotterdammers dan Ben<br />
Sijes schetst. Niet de arbeiders van de<br />
Todt zijn slachtoffer, maar de boeren en<br />
burgers van wie alles wordt gestolen. Bep<br />
Aalbers schrijft in zijn oorlogherinneringen:<br />
Regelmatig gingen we nog naar <strong>Bennekom</strong>,<br />
al mocht dat niet. Enkele keren weet<br />
ik me nog heel goed te herinneren. Mijn<br />
vader kwam niet thuis naar dat hij naar<br />
<strong>Bennekom</strong> gegaan was. Ik mocht van<br />
mijn moeder hem tegemoet gaan maar ik<br />
mocht niet verder als de Zandlaan, dat<br />
was de grens van het spergebied. Maar ik<br />
ben toch doorgereden De reden dat mijn<br />
vader niet thuis kwam was dat er in Rotterdam<br />
een razzia gehouden was en veel<br />
van die Rotterdammers waren in <strong>Bennekom</strong>.<br />
Ook in de buurt van Dickenes werd door<br />
de Organisation Todt gewerkt aan de<br />
stellingbouw. Niet tot genoegen van de<br />
omwonende boeren. Niet alleen hadden<br />
zij last van diefstal door arbeiders, maar<br />
ook de leiding van de O.T haalde veel<br />
materiaal van de boerderijen weg voor de<br />
stellingbouw. Gerrit van Steenbergen<br />
maakt hiervan regelmatig melding:<br />
Dinsdag 12 Dec.:Bij ons zijn door de OT<br />
vijf kippenhokken afgebroken, alle planken<br />
van de schapenschuur. Hopeloos<br />
gezicht. Alles wordt gestolen of vernield.<br />
Zondag 24 Dec.:Wij durven allemaal niet<br />
meer van huis, en het huis niet meer ongesloten<br />
te laten, vanwege gevaar van<br />
diefstal door de OT enz.<br />
Als hij in de tweede helft van januari ’45<br />
opnieuw is geëvacueerd naar Emminkhuizen,<br />
lezen we:<br />
Dinsdag 30 Jan.: Twee vrachten hooi<br />
gehaald. Zeer slecht koud weer, scherpe<br />
wind met voortdurend sneeuwvlagen. Bij<br />
ons wordt zeer veel door de OT vernield.<br />
Kippenhokken worden afgebroken, deuren<br />
gestolen en alles wat nog meer los of<br />
vast zit. Er wordt iedere dag rogge uit de<br />
berg getrokken en afgedorscht.<br />
Het beeld dat Ben Sijes schetst van de<br />
Todt-arbeiders wijkt dus nogal van de<br />
ervaringen die de <strong>Bennekom</strong>mers hebben.<br />
In feite zijn zowel de arbeiders als<br />
de <strong>Bennekom</strong>mers slachtoffer van de<br />
Duitse bezetting, maar de <strong>Bennekom</strong>se<br />
slachtoffers ondervinden wel overlast van<br />
de andere slachtoffers. Zo is er een hiërarchie<br />
van slachtofferschap.<br />
Hendrik Jacobs; foto van 1950<br />
9
Het toeval wil dat er ook een <strong>Bennekom</strong>mer<br />
is die gewerkt heeft als Todtarbeider.<br />
Bovendien heeft hij een dagboek<br />
bijgehouden. Dankzij dit dagboek<br />
van Hendrik Jacobs kunnen we een kijkje<br />
nemen binnen de OT. .<br />
Op maandag 23 oktober, een dag na de<br />
<strong>Bennekom</strong>se evacuatie, moesten de mannelijke<br />
inwoners van Ede, inclusief de<br />
evacués van elders, zich melden voor de<br />
stellingbouw. Jacobs was een <strong>Bennekom</strong>se<br />
evacué, maar ondanks de sancties die<br />
gesteld waren op weigering heeft hij zich<br />
toen niet gemeld. Dat was echter enigszins<br />
problematisch omdat hij met zijn<br />
ouders inwoonde bij een man die een<br />
functie had in het georganiseerde verzet.<br />
Hij was betrokken bij het verdelen van<br />
distributiebonnen bij onderduikers en had<br />
al een keer huiszoeking gehad waarbij de<br />
boel behoorlijk overhoop gehaald was.<br />
De man wilde niet het risico lopen dat<br />
een huisgenoot werd ontdekt die zich had<br />
onttrokken aan het bevel tot arbeid aan de<br />
stellingbouw. Daarom meldt Hendrik<br />
Jacobs zich op donderdag 16 november<br />
1944 voor de stellingbouw en hoort dan<br />
dat hij de volgende dag aan het werk kan.<br />
Op vrijdag 17 november schrijft hij in<br />
zijn dagboek:<br />
Zeven uur melden bij Duits commando<br />
voor arbeid. Ingedeeld bij de bunkerbouw<br />
achter het kerkhof ten N. van de<br />
rijksweg (Ede). Tegen de middag planken<br />
halen in <strong>Bennekom</strong> bij de huizen die opgeblazen<br />
worden.<br />
Jacobs heeft op verschillende plaatsen in<br />
het Binnenveld gewerkt. In zijn dagboek<br />
noemt hij: achter het kerkhof ten noorden<br />
van de rijksweg in Ede, bij de Grebbeberg,<br />
aan de Rijnsteeg voor het graven en<br />
bouwen van stellingen, aan de Vossen-<br />
10<br />
weg in <strong>Bennekom</strong> voor soortgelijk werk,<br />
aan de weg <strong>Bennekom</strong>-Veenendaal voor<br />
het graven van loopgraven. Enkele citaten:<br />
10 januari: Werkzaamheden weer aan de<br />
Vossenweg in het bos. Veel sneeuw. Geen<br />
V1’s en vliegtuigen. Veel granaatvuur ten<br />
Z. van <strong>Bennekom</strong>.<br />
24 januari: Vriezend weer met bewolkte<br />
sneeuwlucht. EnkeleV1’s en weinig granaatvuur<br />
met veel verkenningen van jagers.<br />
Met paard en wagen planken halen<br />
in Wageningen.<br />
Die planken werden in dit geval gehaald<br />
bij de meubelfabriek waar de Duitsers tot<br />
hun genoegen een grote partij zeer mooi<br />
hout aantroffen.<br />
21 december: ’s Morgens om 8 uur melden<br />
aan het station Ede. Vertrek naar<br />
<strong>Bennekom</strong> om te arbeiden aan de weg<br />
<strong>Bennekom</strong>-Venendaal voor loopgraven<br />
22 december: Planken en hout halen met<br />
voerman aan de weg <strong>Bennekom</strong>-<br />
Wageningen. Helder weer met kou. V1’s<br />
komen over. Weinig vliegtuigen.<br />
Het toezicht op de arbeiders van de Todt<br />
was niet bijzonder streng, de arbeiders<br />
die uit Ede kwamen, mochten zelfs thuis<br />
overnachten. Maar vanaf 13 februari<br />
1945 werd dit anders:<br />
13 februari: Vanaf heden niet meer uit<br />
spergebied. Overnachten in lager Steenbergen<br />
in <strong>Bennekom</strong>. Tamelijk goed<br />
weer.<br />
Lager Steenbergen was een boerderij,<br />
niet ver van Veenendaal, bij de <strong>Bennekom</strong>se<br />
Kade. In de woonkamer en slaapkamers<br />
van de boerderij was stro neergelegd.<br />
Men sliep met veel mensen in één<br />
kamer.
De stellingbouw in het Binnenveld bleef<br />
niet verborgen voor de geallieerden die in<br />
de Betuwe zaten. In colonne fietsten de<br />
arbeiders naar hun werk. De groep waartoe<br />
Jacobs behoorde, was ongeveer zestig<br />
man groot. Vooral de tocht naar het werk<br />
onder aan de Grebbeberg was riskant. De<br />
geallieerden schoten met mortieren vanuit<br />
een schoorsteen van een steenfabriek<br />
aan de overkant van de Rijn. Dagelijks<br />
maakt Jacobs melding van Engelse jagers<br />
die in de lucht cirkelen. Het werk aan de<br />
stellingen was daarom voor de arbeiders<br />
niet ongevaarlijk:<br />
4 maart: Donker weer, waardoor enkele<br />
malen de zon schijnt. Granaten fluiten<br />
over ons heen en slaan bij ons lager in<br />
<strong>Bennekom</strong> in.<br />
19 maart: Duitsers oefenen met geschut<br />
bij onze stelling. Engelse jagers duiken<br />
boven de stelling. Tegen de middag een<br />
regen van Engelse granaten op korte<br />
afstand.<br />
20 maart: Zwaar vuur van Engelse granaten<br />
op wegen. Verschillende malen in<br />
de stelling vanwege de granaten. Jagers<br />
vliegen gehele dag boven de stellingen.<br />
24 maart: Tegen de middag hevig granaatvuur<br />
dicht bij onze stelling aan de<br />
Rijnsteeg. Een van onze arbeiders wordt<br />
getroffen door een scherf aan de schouder.<br />
Half vier bevel om de stelling te<br />
verlaten. Op het lager bericht om het<br />
spergebied te ontruimen. ’s Avonds onder<br />
toezicht naar de barakken in Ede. Vele<br />
arbeiders zijn ontvlucht.<br />
Ontvluchten was niet onmogelijk, want<br />
bijzonder scherp was de bewaking niet,<br />
althans niet in de groep waarin Jacobs<br />
werkte. De bewaking was opgedragen<br />
aan ‘Ooste<strong>nr</strong>ijkers’. Dit waren mensen<br />
die na de Anschluss van Ooste<strong>nr</strong>ijk bij<br />
Duitsland onder de militaire dienstplicht<br />
vielen, ook wanneer zij buiten Ooste<strong>nr</strong>ijk<br />
woonden. Verteld wordt dat zij doorgaans<br />
niet opvielen door overmatige<br />
dienstijver. De arbeiders aan de stellingen<br />
maakten daar dankbaar gebruik van.<br />
Alleen wanneer de Duitse bazen kwamen<br />
controleren, waren de kruiwagens wel<br />
gevuld. Het werk aan de stellingen was<br />
een merkwaardige combinatie van<br />
dwangarbeid en loonarbeid. Bij de werving<br />
van arbeiders werd dwang uitgeoefend.<br />
Zoals reeds vermeld, moesten daags<br />
na de evacuatie van <strong>Bennekom</strong> naar Ede<br />
de mannelijke inwoners van Ede zich<br />
melden voor de stellingbouw, met zware<br />
sancties wanneer niet aan deze eis werd<br />
voldaan. Jacobs meldt ook in zijn dagboek<br />
op 2 december dat er razzia’s werden<br />
gehouden op mannen door de Organisatie<br />
Todt. Maar daar staat tegenover<br />
dat deze stellingbouwers niet slecht werden<br />
betaald. Zij werkten zeven dagen per<br />
week. Voor elke doordeweekse dag ontvingen<br />
zij vijf gulden, en op zondag 7,50<br />
gulden. De arbeiders fietsten in colonne<br />
naar hun werkplaats, begeleid door ‘Ooste<strong>nr</strong>ijkers’<br />
met het geweer los over de<br />
schouder, met de loop naar beneden en<br />
derhalve klaar om te schieten. Wanneer<br />
men door <strong>Bennekom</strong> fietste, was het<br />
echter niet onmogelijk om ongemerkt een<br />
zijstraat in te slaan.<br />
In de eerste week van april 1945, de Canadezen<br />
zaten toen al in Oostelijk Gelderland,<br />
kreeg Jacobs ander werk:<br />
3 april: ’s Avonds na stellingarbeid in<br />
<strong>Bennekom</strong> blijven om straatversperringen<br />
te maken. Met anderen er tussen uit.<br />
11
4 april: Vanaf ’s morgens 7 uur tot ’s<br />
avonds zeven werken aan wegversperring<br />
op Edeseweg bij de Heidelaan.<br />
5 april: Thuis gebleven van stellingbouw.<br />
Regenachtig weer. Veel granaten bij<br />
<strong>Bennekom</strong>.<br />
6 april: Voorlopig niet meer naar de stelling.<br />
Een kleine twee weken later zou Ede<br />
bevrijd worden.<br />
Stellingbouw en schootsveld<br />
In de periode na de evacuatie van <strong>Bennekom</strong><br />
is er veel materiële schade aangericht.<br />
De dagboekschrijvers maken bijna<br />
dagelijks melding van granaatvuur. Deze<br />
granaten werden door de geallieerden<br />
afgevuurd vanuit het Land van Maas en<br />
Waal en waren o.m. gericht op de Duitse<br />
stellingen nabij <strong>Bennekom</strong> die waren<br />
aangelegd door de Organisation Todt.<br />
Materiële schade werd echter niet alleen<br />
veroorzaakt door granaatinslagen, ook<br />
werden huizen en boerderijen door de<br />
Duitsers opgeblazen om schootsveld te<br />
creëren.<br />
12<br />
Villa Frédérique, één van de huizen<br />
die zijn opgeblazen.<br />
De gearceerde huizen aan de<br />
Edeseweg en de Halderbrinkweg<br />
(Eltersehof) zijn in de oorlog<br />
gesloopt. Herbouw na de oorlog<br />
heeft geresulteerd in een aantal<br />
fraaie villa’s van o.m. de <strong>Bennekom</strong>se<br />
architect Messelink.<br />
Huizen zijn opgeblazen ter weerszijde<br />
van de Edeseweg tussen de van Balverenweg<br />
en de huidige Gasthuisbouwing,<br />
maar ook aan de Elterse Hof, die toen<br />
nog Halderbrinkweg heette. Op deze<br />
wijze creëerden de Duitsers schootsveld<br />
vanuit de zgn. <strong>Bennekom</strong>se linie. Hierbij<br />
moet men bedenken dat dit gedeelte van<br />
de Edeseweg in die tijd door het open<br />
veld liep; de huidige woonwijken oostelijk<br />
en westelijk van de Edeseweg waren<br />
nog niet gebouwd. Ten Zuiden van de<br />
Gasthuisbouwing bleven de huizen aan
Edeseweg 91, het ‘Behouden Huys’<br />
van meester Pen.<br />
de Edeseweg gespaard. Meester Pen,<br />
onderwijzer aan de gereformeerde<br />
school, de huidige Commanderij aan de<br />
Commandeursweg, heeft daarom zijn<br />
huis op Edeseweg <strong>nr</strong> 91 de naam gegeven<br />
‘Behouden Huys’. Het naambordje is nog<br />
steeds aanwezig. De bewoner van Elterse<br />
Hof <strong>nr</strong>. 18 die zijn buurhuizen zag verdwijnen<br />
maar zelf gespaard werd, heeft<br />
zijn huis ‘Op ‘t kantje af’ genoemd. Deze<br />
naam is echter niet bewaard gebleven.<br />
Ook in het westelijke buitengebied van<br />
<strong>Bennekom</strong> werd door de Duitsers gesloopt<br />
ten behoeve van schootsveld. Dit<br />
lot trof de boerderij Steenbergen, bij<br />
<strong>Bennekom</strong>mers bekend als ‘De Dikke<br />
Boom’ aan de Driestweg. Deze boerderij<br />
is na de oorlog weer opgebouwd in een<br />
opmerkelijke stijl. Ook twee boerderijen<br />
aan de Wildekamp zijn in de oorlog verwoest<br />
en nadien weer opgebouwd, namelijk<br />
de boerderijen van respectievelijk<br />
v.d.Brink en Hootsen. Vlak in de buurt<br />
van deze boerderijen stond Duits geschut<br />
opgesteld. Vanuit de Betuwe probeerden<br />
de geallieerden dit geschut uit te schakelen,<br />
waardoor voor de bewoners in de<br />
omgeving een zeer gevaarlijke situatie<br />
ontstond. Henk Gijsbertsen, één van degenen<br />
die destijds daar woonden, vertelt<br />
dat hij nog tot ongeveer 15 jaar na de<br />
oorlog jaarlijks bij het rooien van aardappelen<br />
granaatscherven tegen kwam. In<br />
de boerderij van v.d. Brink hadden de<br />
Duitsers munitie opgeslagen voor het<br />
geschut. Door het ondergrondse verzet<br />
was dit doorgegeven aan de geallieerden.<br />
Dit resulteerde in een bombardering van<br />
deze boerderij. Het geschut is daarna<br />
weggehaald.<br />
Boerderij de Dikke Boom aan<br />
de Driestweg. Na de oorlog is<br />
deze boerderij herbouwd in<br />
een opmerkelijke stijl<br />
13
De verlengde oorlog in het Binnenveld;<br />
de Bevrijding<br />
Hoewel de geallieerden reeds vanaf september<br />
1944 een deel van de Betuwe in<br />
handen hadden, is dit gebied niet de uitvalsbasis<br />
geworden voor de bevrijding<br />
van overig Nederland. Na de mislukking<br />
van de operatie Market Garden en de<br />
zware strijd tijdens het Duitse Ardennenoffensief<br />
in december 1944, waren de<br />
geallieerde aanvallen gericht op het Rijnland,<br />
dus ten oosten van zuid-Nederland<br />
en België. Deze oorlog heeft zeer veel<br />
slachtoffers geëist. In maart 1945 slaagde<br />
men erin de Rijn over te steken. Toen<br />
daar een stevig bruggenhoofd was gevestigd,<br />
trok men verder in noordelijke en<br />
oostelijke richting. Op 30 maart bereikte<br />
een noordwaarts trekkend deel van het<br />
Canadese leger de Nederlandse grens in<br />
de Achterhoek. Op 11 april werd de IJssel<br />
overgestoken en de aanval op Arnhem<br />
ingezet. Enkele dagen later, 18 april,<br />
volgde de bevrijding van de Veluwe en<br />
het oostelijke gedeelte van de Gelderse<br />
Vallei. Dat betekende dat uit Wageningen,<br />
<strong>Bennekom</strong>, Lunteren en Barneveld<br />
de Duitsers verdreven waren. Maar het<br />
westelijke deel van de Gelderse Vallei,<br />
met de steden Rhenen, Veenendaal en<br />
Amersfoort, bleef in Duitse handen. Duitse<br />
troepen die van de Veluwe waren verdreven<br />
hadden zich voor een deel teruggetrokken<br />
op de Grebbelinie, die voorzien<br />
was van nieuwe inundaties. De situatie<br />
leek enigszins op die van mei<br />
1940, alleen waren de posities nu omgedraaid.<br />
De geallieerde opmars kwam tot<br />
stilstand. Echter niet vanwege de verwachte<br />
weerstand van de Duitsers bij de<br />
Grebbelinie. Er was iets anders aan de<br />
hand.<br />
14<br />
Al vanaf januari 1945 was er sprake van<br />
een belangrijk diplomatiek spel. Rijkscommissaris<br />
Seys-Inquart dreigde met<br />
een totale inundatie van westelijk Nederland<br />
als Amerikaanse luchtlandingstroepen<br />
in het westen van Nederland zouden<br />
worden ingezet. Mede gezien de reeds<br />
zeer precaire voedselsituatie in het westen,<br />
zou dit leiden tot een uiterst rampzalige<br />
situatie. Maar hij bood een akkoord<br />
aan. Indien er geen geallieerde aanval<br />
zou komen, en indien het verzet geen<br />
sabotagedaden meer zou plegen, zouden<br />
de inundaties geen doorgang vinden, en<br />
zou er ruimte worden gemaakt voor<br />
voedselhulp. Over dit voorstel is veel<br />
overleg geweest tussen de Nederlandse<br />
regering in Londen en de zogenoemde<br />
Vertrouwensmannen in Nederland. Deze<br />
Vertrouwensmannen, met Bosch van<br />
Rosenthal en Willem Drees als prominente<br />
leden, hadden als taak om na de<br />
Duitse capitulatie het gezag in Nederland<br />
waar te nemen tot het moment dat de<br />
Nederlandse regering was teruggekeerd<br />
uit Londen. Via tussenpersonen hielden<br />
zij contact met de Duitse bezetter. Over<br />
het voorstel van Seys-Inquart heeft ook<br />
de Nederlandse regering in Londen overleg<br />
gepleegd met Churchill. Het voorstel<br />
is ook aan de orde geweest in een overleg<br />
tussen Churchill en Eisenhower. Toen het<br />
georganiseerde verzet in Nederland lucht<br />
kreeg van deze onderhandelingen met de<br />
bezetter, was de wereld te klein. Het verzet<br />
had er zich op voorbereid om samen<br />
met de geallieerde strijdkrachten de Duitsers<br />
te verdrijven. Dat was de reden geweest<br />
van de talrijke wapendroppings,<br />
die veel verzetsmensen het leven hadden<br />
gekost. Niettemin is het uiteindelijke<br />
resultaat geweest, dat eind april een
grootscheepse voedselhulp op gang<br />
kwam. Rhenen was een van de toegangspoorten<br />
voor vrachtwagenconvooien met<br />
voedsel naar het westen. Dat was een<br />
week vóór de Duitse capitulatie in Nederland;<br />
de hongersnood in het westen had<br />
toen al zeer veel slachtoffers geëist. De<br />
onderhandelingen hebben lang geduurd,<br />
te lang. In januari 1945 hield men echter<br />
serieus rekening met de mogelijkheid dat<br />
de oorlog tot in de zomer zou voortduren,<br />
en dan zou zonder deze voedselhulp het<br />
aantal hongerdoden vele malen groter<br />
zijn geweest.<br />
Ede en <strong>Bennekom</strong> waren op 17 april<br />
bevrijd. Ook voor de <strong>Bennekom</strong>mers was<br />
dat een grote opluchting, hoewel het nog<br />
bijna een maand zou duren voordat ze<br />
weer naar huis konden gaan. Minder<br />
bekend is, dat 17 april niet de bevrijdingsdatum<br />
was voor het westelijke gedeelte<br />
van de Gelderse vallei. Voor dit<br />
gebied heeft de oorlog langer geduurd.<br />
De Nederlandse SS die in dit gebied zat,<br />
wilde zich ook na 5 mei nog niet overgeven,<br />
de oorlog is daar pas geëindigd op 9<br />
mei 1945. Maar voor het zover was, hebben<br />
de bewoners van dat gebied nog heel<br />
wat meegemaakt.<br />
Gerrit van Steenbergen, die na zijn evacuatie<br />
uit <strong>Bennekom</strong> in Emminkhuizen<br />
woonde, noteert zijn belevenissen in<br />
korte, nuchtere zinnen. Het staccato van<br />
deze notities maakt de spanning voelbaar.<br />
De berichten die van Steenbergen bereiken,<br />
zijn onduidelijk. Dat Ede op 17 april<br />
is bevrijd, is voor hem voorlopig nog een<br />
gerucht.<br />
Vrijdag 20 <strong>April</strong>: De meesten slapen op<br />
deel, andere in de keuken. ´s Morgens<br />
weer D. om paard en wagen, andere<br />
loopen steeds om brood. Ook weer granaten.<br />
Na de middag ook weer granaten,<br />
en groote branden Renswoude en de<br />
Klomp.´s Avonds ook groote brand richting<br />
de Klomp. D. slapen hier.<br />
Zaterdag 21 <strong>April</strong>: Vrij rustige nacht<br />
gehad. ´s Morgens brand richting de<br />
Klomp. Eenige granaten. De D die hier<br />
nog zijn, zijn bijna allemaal Hl SS. ´s<br />
Avonds Geall. vliegt.<br />
Zondag 22 <strong>April</strong>: Half vier krijgen wij<br />
bericht dat we zeven uur ook geëvacueerd<br />
moeten zijn en niets mee maggen<br />
nemen. Na veel smeeken maggen we nog<br />
weer blijven zitten, de fam van Maanen<br />
18 man moet hier naar toe evacueren, nu<br />
zijn we tezamen met ruim 40 man. ´s<br />
Avonds de Holl SS aan de koffie.<br />
Dit is de eerste keer dat Gerrit van Steenbergen<br />
in zijn dagboek woorden gebruikt<br />
die ontleend zijn aan de streektaal. Het is<br />
duidelijk dat de spanning nu zeer hoog is<br />
opgelopen.<br />
Dinsdag 24 <strong>April</strong>: De Geall. schijnen<br />
deze kant op te trekken. Uit vrees dat de<br />
Duitsers hier op de Geall. gaan schieten<br />
en omgekeerd wordt er veel uit het voorhuis<br />
gedragen op de deel onder de beton.<br />
Zandzakken voor het kelderraam. Geall.<br />
vliegt. Later vallen er geall. granaten<br />
vlak voor het huis, scherven in huis. Allemaal<br />
slapen op deel of onder.<br />
Woensdag 25 <strong>April</strong>: Verlopen nacht zijn<br />
de Duitsers beginnen te schieten, waarop<br />
wij in den morgen ontzettend geall. artillerie<br />
vuur hebben gehad. Een uur of vier<br />
hebben wij onder de granaten regen gezeten<br />
bijna zonder tusschen poozen.<br />
Hoopen granaten zijn rond en tegen het<br />
huis gevallen. De vos door granaat getroffen<br />
en zal moeten worden afgemaakt.<br />
Bij Brouwer drie koeien dood in de stal<br />
15
door granaten. Bij Roos vier voltreffers<br />
op het huis. Deze granaten waren voornamelijk<br />
gericht op ± acht Duitse tanks<br />
die op Renswoude aa<strong>nr</strong>eden. Hier is bijna<br />
alle glas kapot, de voordeur ligt aan<br />
stukken in de gang, in de gang is het één<br />
groote ravage.Geen kamer of er zijn<br />
scherven in gekomen zelfs op de vliering.<br />
Naaimachine bloempotten alles ligt ondersteboven.<br />
Alles licht vol glas, hout en<br />
onder ´t stof. ´t was gewoonweg vreeslijk<br />
de klappen die de inslagen veroorzaakten.<br />
Later trokken de tanks weer terug,<br />
minder artillerievuur, vrij veel artillerievuur.<br />
In de namiddag rustig, later nog<br />
weer eenig mitrailleurvuur.<br />
In de gang zitten ontelbaar veel gaten<br />
van scherven, de schakelkast is kapot<br />
geslagen, dikke electrische kabels kas af.<br />
Tegen vijf uur weer mitrailleurvuur. In de<br />
avond weer groote branden in verschillende<br />
richtingen.<br />
Ondanks alle emotie – merkbaar in het<br />
taalgebruik - weet van Steenbergen toch<br />
met een boekhoudkundige precisie aan te<br />
geven wat de Duitsers de volgende dag<br />
hebben gestolen:<br />
Donderdag 26 <strong>April</strong>: Verlopen nacht<br />
eenig schieten van beide kanten, wij wonen<br />
hier midden in de vuurlinie. Vannacht<br />
zijn hier Duitsers geweest en hebben<br />
gestolen, spek, eieren weckflessen vol<br />
vruchten, 7 varkens, 5 kalveren, 3 koeien.<br />
Wij wonen sinds eergisteren avond geheel<br />
op deel, slapen er en eten er gezamelijk.<br />
Vannacht groote boerderij van Groeneveld<br />
aan de Hoolweg afgebrand, hier<br />
zaten met de geëvacueerden mee ± tachtig<br />
man bij elkaar, vreeselijke toestand<br />
16<br />
Vanaf 27 <strong>April</strong> is Gerrit van Steenbergen<br />
wegens ziekte niet meer in staat zijn dagboek<br />
bij te houden; later blijkt dat hij<br />
difterie heeft. Vanaf deze datum wordt<br />
het dagboek geschreven door Willy van<br />
Ravenhorst, verloofde van Gerrit van<br />
Steenbergen.<br />
Zaterdag 28 <strong>April</strong>.: Alles is al vroeg in de<br />
weer om in te pakken. Zo vroeg mogelijk<br />
willen ze vertrekken. Wij maken brood en<br />
eieren klaar om mee te geven. De<br />
fam.v.Steenbergen kan niet gaan, omdat<br />
Gerrit hard ziek is. De fam. v Maanen en<br />
Sparreboom hebben de wagen geladen en<br />
de Renkummers zijn zwaar bepakt zodat<br />
ze bij de fietsen moeten lopen. Bij het<br />
afscheid nemen kan niemand zich beheersen.<br />
´t Is ook zo verschrikkelijk al die<br />
mensen te zien gaan en waarhee! Sparreboom<br />
en v Maanen weten waar ze heen<br />
gaan, maar de anderen weten dat niet.<br />
Als alles weg is, komt er een Roode Kruis<br />
soldaat bij Gerrit St.. Na een kort onderzoek<br />
constateert hij diphterie en moet<br />
onmiddellijk naar ´t ziekenhuis in Veenendaal<br />
gebracht worden<br />
Zaterdag 5 Mei: Al gauw horen we dat de<br />
algemene capitulatie is aangekondigd.<br />
Vandaar dat vreugdevuur. Bij ons blijft<br />
alles hetzelfde. De militairen hebben hier<br />
nog de macht. Zeer strenge controle bij<br />
het spoor.<br />
Vader brengt de melk die over is, naar<br />
het spoor toe, want niemand wordt doorgelaten.<br />
Overal in Nederland wappert de<br />
vlag. Bij ons zitten nog SS.<br />
Zondag 6 Mei: ´s Avond om 7 uur krijgen<br />
de soldaten bij ons bericht van algemene<br />
capitulatie. Even later zoeken ze fietsen<br />
om te ontsnappen. Eerst 3 op zolder gevonden.<br />
De chef gaat hevig te keer. Hij
dreigde met de boel in brand te steken.<br />
Dan gooien ze het stroo in de hooischuur<br />
opzij en halen ook daar al de fietsen weg.<br />
Nu houden we geen enkele fiets meer<br />
over. Alles bij elkaar 13 fietsen. (..) Heel<br />
laat komen ze weer terug en eischen burgerpakken.<br />
Weigeren durven we niet. Ze<br />
moeten alle vier een pak hebben.<br />
Maandag 7 Mei: Niemand heeft goed<br />
geslapen. Om 6 uur zijn we al opgestaan.<br />
Een paar soldaten die eerder bij ons<br />
gelegen hebben, komen nog gedag zeggen.<br />
Ze willen er ook tussenuit gaan. In<br />
krijgsgevangenschap willen ze niet. Het<br />
zal hen echter niet veel baten.<br />
Woensdag 9 Mei: De vlag hangt al<br />
vroeg. Na 5 jaar kunnen we weer zeggen:<br />
wij zijn vrij, vrij, vrij.<br />
Boeren die geëvacueerd waren, komen<br />
weer terug. ´t Eten is allemaal weg. ´t<br />
Vee gedeeltelijk. Meubels en kleren ook<br />
veel weg. Mies gisteravond eerst zijn fiets<br />
kwijtgeraakt, even later toch terug gekregen.<br />
´s Middags Tommies in Veenendaal<br />
gekomen, N.S.B.ers worden opgehaald.<br />
Overal Oranje. Het uur der bevrijding<br />
is gekomen.<br />
De terugkeer<br />
Eindelijk was het dan zover. De geëvacueerden<br />
mochten weer naar huis.<br />
Op 10 mei maakte burgemeester Middelburg,<br />
opvolger van de NSB’er Dierendonck,<br />
bekend, dat de <strong>Bennekom</strong>mers<br />
toestemming hadden gekregen van de<br />
militaire commissaris van de provincie<br />
Gelderland om terug te keren naar hun<br />
woonplaats. Dat ging niet zo maar. Om<br />
een ordelijk verloop te garanderen, was<br />
de terugkeer door de overheid streng<br />
geregisseerd. De <strong>Bennekom</strong>mers mochten<br />
niet allemaal tegelijk vertrekken. Op<br />
12 mei mochten de boeren, het gemeente-<br />
en politiepersoneel, de bouwvakkers<br />
en de bewoners van district I terugkeren.<br />
De bewoners van de overige districten<br />
volgden op 14, 15, en 16 mei. De woningen<br />
waren voordien bekeken door de<br />
dienst gemeentewerken; een deel van de<br />
woningen was onbewoonbaar verklaard.<br />
De terugkeer vond plaats over de Bovenbuurtseweg,<br />
want de Edeseweg moest<br />
vrij blijven voor militair verkeer. Elke<br />
<strong>Bennekom</strong>mer van 16 jaar en ouder had<br />
een door de gemeente afgegeven toegangskaart<br />
gekregen; deze moest door de<br />
B.S. (Binnenlandse Strijdkrachten) in<br />
<strong>Bennekom</strong> worden afgestempeld. In hotel<br />
‘Neder-Veluwe’ zat een technische<br />
commissie van de dienst gemeentewerken.<br />
Zij regelden tijdelijk onderdak en<br />
gaven richtlijnen voor het herstel van<br />
woningen. Ook was er een adviescommissie<br />
uit de burgerij, alsmede een bureau<br />
van de U.V.V., de Unie van Vrouwelijke<br />
Vrijwilligers. In café Bothof was<br />
het politiebureau gevestigd.<br />
Ook de familie van Steenbergen kon<br />
weer terug naar de boerderij Dickenes.<br />
Het dagboek vermeldt niet in welke staat<br />
men de boerderij bij terugkomst aantrof.<br />
Gerrit van Steenbergen bleef voorlopig<br />
nog in het zienkenhuis van Veenendaal.<br />
En degene die de laatste weken het dagboek<br />
had bijgehouden, zijn verloofde<br />
Willy van Ravenhorst, bleef bij haar ouders<br />
in Emminkhuizen.<br />
Dinsdag 15 Mei: Vanmorgen om 5 uur<br />
allemaal al op. Om half 7 zijn ze van<br />
Steenbergen al op weg met de koeien. De<br />
koppel is heel wat kleiner dan toen ze<br />
kwamen. Onze Mies gaat met de wagens.<br />
Om half negen zijn ze allemaal weg. Met<br />
Gert gaat het weer heel wat beter.<br />
17
En Hendrik Jacobs?<br />
Op 6 april was hij gestopt met het werken<br />
voor de O.T.. Maar spoedig daarna hervat<br />
hij zijn werkzaamheden bij de AKU in<br />
Ede:<br />
Donderdag 26 april van 8 tot 16½: Gereedschap<br />
van freesbank schoonmaken.<br />
Zomers weer. Geen vliegtuigen en geschutsvuur.<br />
Engelsen om Venendaal<br />
heengetrokken. Engelse colonnes vrachtauto’s<br />
brengen levensmiddelen voor de<br />
gemeente Ede.<br />
Bronnen<br />
Dagboeken:<br />
- Gerrit van Steenbergen, Dagboek. Gemeentearchief Ede<br />
- Hendrik Jacobs, Dagboek<br />
18<br />
Vrijdag 27 april van 8 tot 16½: Gereedschap<br />
van freesbank schoonmaken. Regenachtig<br />
weer. Alles rustig. Tot 10.30<br />
buiten.<br />
Maandag 30 april 8-12: Regen, hagel,<br />
sneeuw en koud weer. Gereedschap van<br />
freesbanken opruimen. ’s Middags vrij<br />
ter gelegenheid van Prinses Juliana’s<br />
verjaardag. Tegen de avond droog weer<br />
met weinig zon.<br />
En zo legt de dagelijkse routine geleidelijk<br />
een deken over de oorlogsherinneringen.<br />
Literatuur:<br />
- Jong, L. de, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Rijksinstituut<br />
voor Oorlogsdocumentatie. Den Haag Staatsuitgeverij.<br />
- Lagerwey, Vincent en Gert Plekkringa, Ede 1940 – 1945. Ede 1990<br />
- Nooij, Ad, Oorlogshandelingen in <strong>Bennekom</strong>. De Kostersteen 89, aug. 2004<br />
- Oort, Frans van, Een Duitse verdedigingslinie uit 1945 in het <strong>Bennekom</strong>se buitengebied.<br />
De Kostersteen 84, <strong>April</strong> 2003<br />
Voorts zijn gesprekken gevoerd met Wil Aalbers, Henny Adams, Henk Gijsbertsen, Hendrik<br />
Jacobs, en Willy van Ravenhorst.
Uit de <strong>Oud</strong>e Camera<br />
De Veenderweg, de vijfsprong.<br />
Deze foto stamt uit een periode waarin de bulldozer nog geen rol speelde bij de aanleg<br />
van straten. Alles was handwerk, aanvoer van materiaal gebeurde met paard en wagen; de<br />
kruiwagen was nog van hout. Ook het nemen van een foto kostte tijd, de stratenmakers<br />
poseren met hun gereedschap.<br />
De foto is genomen vanuit het oosten. Het huis rechts op de foto is van de fam. De Nooij.<br />
Dit huis is in de oorlog verwoest. Op deze zelfde plek staat nu het huis waar mevrouw B.<br />
de Nooij – Klein Nibbelink woont.<br />
Het huis links was het snoepwinkeltje, en verderop zien we het huis van Teus van Beek.<br />
De man rechts op de foto is Hendrik van Holland, bijgenaamd ‘Suutjes an’.<br />
Deze foto is aangereikt door Marijke de Vos.<br />
De redactie houdt zich aanbevolen voor uw eventuele aanvullingen of commentaar.<br />
19
Actie Loden Kist.<br />
Redactie<br />
In de vorige Kostersteen heeft u kunnen<br />
lezen over de actie Loden Kist. Met deze<br />
actie wil de Historische Vereniging <strong>Oud</strong>-<br />
<strong>Bennekom</strong> voldoende geld bijeen brengen<br />
om de restauratie van de Nergenabank<br />
in de <strong>Oud</strong>e Kerk mogelijk te maken.<br />
Door voor € 10 een certificaat te<br />
kopen steunt u deze actie.<br />
Maar dat niet alleen. Op het certificaat<br />
noteert u uw persoonlijke boodschap<br />
voor de inwoners van <strong>Bennekom</strong> die over<br />
honderd jaar de met lood beslagen kist<br />
waarin de certificaten veilig zijn opgeborgen,<br />
zullen openen. Voor deze toekomstige<br />
<strong>Bennekom</strong>mers zal dat een<br />
uniek historisch document zijn. Leden<br />
van de dan 160-jarige Historische Vereniging<br />
<strong>Oud</strong>-<strong>Bennekom</strong> zullen deze certificaten<br />
nauwkeurig bestuderen. Zij zullen<br />
pogingen doen om deze ‘human documents’<br />
op de juiste manier te interprete-<br />
Geschiedenis van de dwarsfluit<br />
Redactie<br />
Vanwege het zestigjarige bestaan van de<br />
Historische Vereniging <strong>Oud</strong>-<strong>Bennekom</strong><br />
heeft de voorjaarslezing (dinsdag 25 april<br />
in de <strong>Oud</strong>e Kerk) een feestelijk karakter.<br />
De lezing wordt verzorgd door fluitiste<br />
Marjolein Lever. Na haar jeugd in<br />
<strong>Bennekom</strong> studeerde zij dwarsfluit aan<br />
het Amsterdamse conservatorium.<br />
Daarbij specialiseerde zij zich in de<br />
20<br />
ren om aldus een beter begrip te krijgen<br />
van die merkwaardige wereld van <strong>Bennekom</strong><br />
in het jaar 2006. Kortom, door de<br />
actie van de Loden Kist te steunen maakt<br />
u niet alleen de restauratie mogelijk van<br />
een historisch meubelstuk, maar creëert u<br />
ook een belangwekkend historisch document<br />
naar de toekomst. Zowel het een<br />
als het ander zal de historisch geïnteresseerde<br />
lezer van de Kostersteen ter harte<br />
gaan.<br />
Daarom, als u nog vergeten was een certificaat<br />
te kopen, neem dan snel contact<br />
op met Wout Hol of Ad Nooij (adressen<br />
op blz. 23), of loop even binnen bij de<br />
Boekelier (Novita) of de Bruna. Want op<br />
dinsdag 25 april zal tijdens de voorjaarsbijeenkomst<br />
van <strong>Oud</strong>-<strong>Bennekom</strong> de Loden<br />
Kist met de certificaten plechtig<br />
worden verzonken onder de vloer van de<br />
Nergenabank in de <strong>Oud</strong>e Kerk.<br />
zogenaamde 'oude muziek'. Hierbij wordt<br />
de muziek gespeeld op authentieke<br />
instrumenten of nauwgezette kopieën<br />
daarvan. Dit zijn instrumenten zoals die<br />
in gebruik waren in de tijd van de<br />
componist. Marjolein Lever studeerde<br />
daarnaast ook Duits aan de Universiteit<br />
van Amsterdam en deed daarbij<br />
onderzoek naar het instrumentgebruik
(foto M.Struijf © 2006)<br />
Bij middeleeuwse Minnezang in<br />
Duitsland. Tijdens de lezing geeft zij een<br />
overzicht van de ontwikkelingen in de<br />
muziek in het algemeen en van de<br />
dwarsfluit in het bijzonder. Daarbij zal zij<br />
muziek laten horen. Maar ook zelf zal zij<br />
dwarsfluiten uit verschillende perioden<br />
bespelen. Deze instrumenten bestrijken<br />
tezamen een periode van zo'n vier<br />
eeuwen en reiken van de houten<br />
Renaissancefluit zonder kleppen tot de<br />
zilveren fluit vol kleppen zoals we die nu<br />
kennen.<br />
Bij 'historische muziek' in <strong>Bennekom</strong><br />
moeten we vooral denken aan muziek<br />
zoals die gemaakt werd op de kastelen<br />
die <strong>Bennekom</strong> rijk was. Ook thans<br />
beschikt kasteel Hoekelum nog over een<br />
muziekkamer. De componist Unico<br />
Wilhelm van Wassenaer (1692-1766)<br />
stamt uit dezelfde familie als de in 2004<br />
uitgestorven bewonersfamilie van<br />
Hoekelum, die vanaf halverwege de 19e<br />
eeuw het kasteel bewoonde.<br />
Voorjaarsexcursie naar Soest en Bunschoten-Spakenburg<br />
op woensdag 10 mei<br />
Woensdag 10 mei zal de jaarlijkse excursie<br />
plaats vinden. Om 8 uur ’s morgens<br />
zal de bus bij het Kijk- en Luistermuseum<br />
vertrekken. Rond de klok van 9 verwachten<br />
wij bij de Paardenkamp in Soest<br />
te arriveren. Het rusthuis herbergt zo’n<br />
60 oude paarden en wordt in stand gehouden<br />
door vrijwilligers. Er volgt een<br />
rondleiding langs de stallen en weiden en<br />
er zal een indrukwekkende film vertoond<br />
worden.<br />
Vervolgens zullen wij een kopje koffie of<br />
thee met een plakje cake gebruiken in<br />
hotel “Het Witte Huis” in Soest.<br />
De bus vertrekt om ongeveer kwart over<br />
11 naar Bunschoten-Spakenburg, waar<br />
wij om 12 uur aan boord gaan van de<br />
“Anne Elisabeth” voor een rondvaart,<br />
inclusief visserslunch, op het Eemmeer.<br />
Aansluitend worden wij getrakteerd op<br />
een klederdrachtshow in zalencentrum ‘t<br />
Haantje. Het drankje tijdens de show is<br />
voor eigen rekening. Daarna zal het Klederdracht-<br />
en Visserijmuseum bezocht<br />
worden.<br />
Om 18 uur verwachten wij terug te zijn<br />
bij het Kijk- en Luistermuseum.<br />
De excursiekosten bedragen € 35, -, te<br />
voldoen in de bus.<br />
Aanmelding gaarne via het formulier dat<br />
21
in deze Kostersteen is opgenomen.<br />
Het zou fijn zijn als u het formulier zo<br />
spoedig mogelijk – in ieder geval uiterlijk<br />
28 april – inlevert bij mevrouw M.S.<br />
de Vos, Dikkenbergweg 8, 6721 AC<br />
<strong>Bennekom</strong>.<br />
Bij overtekening wordt een reservelijst<br />
gemaakt. Mocht u zich hebben opgegeven<br />
en u kunt desondanks niet mee, verzoeken<br />
wij u dit tijdig aan mevrouw de<br />
22<br />
Vos te melden. Bij annulering na 28 april<br />
wordt € 15,- (de buskosten) in rekening<br />
gebracht, tenzij er een vervanger mee<br />
gaat.<br />
De excursie is in de eerste plaats bedoeld<br />
voor leden van de Hist. Ver. <strong>Oud</strong> <strong>Bennekom</strong>.<br />
Als er plaatsen over zijn, kunnen er<br />
introducés mee.<br />
Wij hopen op een leuke dag, woensdag<br />
10 mei aanstaande.<br />
De excursiecommissie: P.H. van Amerongen, H. Gijsbertsen en M.S. de Vos<br />
Mededelingen van het bestuur<br />
Nieuwe leden.<br />
Het bestuur heet de volgende personen van harte welkom als nieuwe leden van de Historische<br />
Vereniging <strong>Oud</strong>-<strong>Bennekom</strong>:<br />
De heer R. Hoefakker<br />
De heer en mevrouw D.W. Hol<br />
De heer en mevrouw J.P. Marchal<br />
De heer G. van Roekel<br />
De heer C.T. van der Schouw<br />
Mevrouw K. Tersteeg-Hulstein<br />
De heer A.W. Vos<br />
Mutaties verzoeken wij u schriftelijk door te geven aan de ledenadministratie, mevr.<br />
G.M.Hoogkamer – Weijman, Emmalaan 33, 6721 ET <strong>Bennekom</strong>.<br />
Agenda van de Historische Vereniging <strong>Oud</strong>-<strong>Bennekom</strong><br />
• Dinsdag 25 april 20.00 uur in de <strong>Oud</strong>e Kerk: Lezing door Marjolein Lever over de<br />
geschiedenis van de (dwars)fluit; zie blz. 20 van deze Kostersteen.<br />
Tijdens deze bijeenkomst zal ook de met lood beslagen kist met de certificaten van<br />
400 <strong>Bennekom</strong>mers in de kerk worden begraven onder de Nergenabank; zie blz. 20<br />
van deze Kostersteen.<br />
• Woensdag 10 mei, voorjaarsexcursie; zie blz. 21 van deze Kostersteen en het bijgevoegde<br />
aanmeldingsformulier.
Bestuur van de Historische Vereniging <strong>Oud</strong>-<strong>Bennekom</strong><br />
A.J. Lever, voorzitter Prinsenlaan 2, 6721 EC <strong>Bennekom</strong><br />
Mevr. M.S. de Vos , vice-voorzitter Dikkenbergweg 8 6721 AC <strong>Bennekom</strong><br />
W.Hol secretaris (tel.: 0318-416171) Pr.Bernhardlaan 19, 6721 DN <strong>Bennekom</strong><br />
W.C.L.van Kalleveen, penningm. Dikkenbergweg 72, 6721 MB <strong>Bennekom</strong><br />
Mevr. G.M. Hoogkamer-Weijman, Emmalaan 33, 6721 ET <strong>Bennekom</strong><br />
A.T.J. Nooij Hullenberglaan 4 6721 AM <strong>Bennekom</strong><br />
V.W. van Poortvliet Johanniterlaan 34 6721 XZ <strong>Bennekom</strong><br />
Ledenadministratie<br />
Mevr. G.M. Hoogkamer-Weijman Emmalaan 33, 6721 ET <strong>Bennekom</strong><br />
Beheer foto- en diacollectie<br />
H. Gijsbertsen Gasthuisbouwing 9A, 6721 XH <strong>Bennekom</strong><br />
Conservator historische collectie<br />
C.C. Meulenkamp Prins Bernhardlaan 15 6721 DN <strong>Bennekom</strong><br />
Redactie Kostersteen<br />
A.T.J. Nooij, eindredacteur Hullenberglaan 4, 6721 AM <strong>Bennekom</strong><br />
C.A. Heitink Brinkerpad 29, 6721 WJ <strong>Bennekom</strong><br />
H.J. van den Oever Edeseweg 117, 6721 JT <strong>Bennekom</strong><br />
P. Smit, Heelsumseweg 32, 6721 GT <strong>Bennekom</strong><br />
23