23.09.2013 Views

Factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling - Altenburg ...

Factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling - Altenburg ...

Factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling - Altenburg ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

perceel, maar waarbij greppels, (half-)verhar<strong>de</strong><br />

rijpa<strong>de</strong>n en dammen verme<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong><br />

analyses werd uitsluitend <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> waar<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> 20 metingen gebruikt.<br />

Vochtgehalte <strong>van</strong> <strong>de</strong> bovenste 10 cm <strong>van</strong> <strong>de</strong> grond<br />

werd bepaald door het nemen <strong>van</strong> grondmonsters<br />

met behulp <strong>van</strong> een bo<strong>de</strong>mguts met diameter 4 cm.<br />

Per proefvlak en bemonsteringsron<strong>de</strong> wer<strong>de</strong>n tien<br />

monsters genomen <strong>op</strong> willekeurige locaties. Deze<br />

monsters wer<strong>de</strong>n samengevoegd en bewaard in een<br />

afgesloten plastic zak. In het lab werd vervolgens het<br />

vochtgehalte bepaald na droging <strong>van</strong> <strong>de</strong> monsters<br />

geduren<strong>de</strong> minimaal 48 uur bij 70°C.<br />

De dichtheid <strong>van</strong> prooi<strong>die</strong>ren werd bepaald door<br />

het nemen <strong>van</strong> bo<strong>de</strong>mmonsters tot een <strong>die</strong>pte <strong>van</strong><br />

20 cm. Per proefvlak en per bemonsteringsron<strong>de</strong><br />

wer<strong>de</strong>n vijf monsters genomen <strong>op</strong> willekeurige<br />

locaties. Tot 9 april werd gebruik gemaakt <strong>van</strong><br />

een grondboor met een diameter <strong>van</strong> 20 cm (314.6<br />

cm 2 , totaal bemonsterd <strong>op</strong>pervlak per proefvlak per<br />

ron<strong>de</strong>: 1571 cm 2 ), daarna werd <strong>de</strong> grond te hard om<br />

hiermee efficiënt te kunnen bemonsteren en werd<br />

gebruik gemaakt <strong>van</strong> een spa<strong>de</strong> <strong>van</strong> 18 cm breed.<br />

Hiermee wer<strong>de</strong>n vierkante monsters <strong>van</strong> 18 x 18 cm<br />

uitgestoken (324 cm 2 , totaal bemonsterd <strong>op</strong>pervlak<br />

per proefvlak per ron<strong>de</strong>: 1620 cm 2 ). Alle aantallen<br />

wer<strong>de</strong>n omgerekend naar gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> dichthe<strong>de</strong>n<br />

per m 2 per proefvlak per bemonsteringsron<strong>de</strong>. Bij<br />

het bepalen <strong>van</strong> <strong>de</strong> dichtheid prooi<strong>die</strong>ren werd<br />

on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen regenwormen, emelten<br />

(larven <strong>van</strong> langpootmuggen, Tipula spp.) en overige<br />

prooi<strong>die</strong>ren (vooral larven <strong>van</strong> kortschildkevers,<br />

Staphylinidae). Vanwege logistieke beperkingen<br />

werd uitsluitend het drooggewicht bepaald voor het<br />

totaal aan prooi<strong>die</strong>ren, na minimaal 48 uur drogen<br />

bij een temperatuur <strong>van</strong> 70°C. In alle gevallen werd<br />

on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen <strong>de</strong> bovenste en on<strong>de</strong>rste<br />

10 cm <strong>van</strong> <strong>de</strong> monsters. Door omstandighe<strong>de</strong>n<br />

kon tij<strong>de</strong>ns ron<strong>de</strong> 6 uitsluitend twee monsters per<br />

proefvlak genomen wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> bovenste 10 cm.<br />

In <strong>de</strong> analyses werd gewerkt met gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> aantal<br />

of biomassa prooi<strong>die</strong>ren per m 2 per proefvlak, per<br />

ron<strong>de</strong> en per <strong>die</strong>pteklasse.<br />

De vegetatiehoogte werd gemeten met behulp<br />

<strong>van</strong> een zogenaam<strong>de</strong> vallen<strong>de</strong> schijf, een schijf<br />

<strong>van</strong> polystyreen (doorsne<strong>de</strong> 20 cm, gewicht<br />

35 g) <strong>die</strong>, glij<strong>de</strong>nd langs een maatstok, <strong>op</strong> <strong>de</strong><br />

vegetatie neergelaten kan wor<strong>de</strong>n. Per proefvlak<br />

en bemonsteringsron<strong>de</strong> wer<strong>de</strong>n 20 hoogtemetingen<br />

gedaan <strong>op</strong> willekeurige locaties. In <strong>de</strong> analyses<br />

wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> 20 metingen<br />

gebruikt.<br />

Drooggewicht <strong>van</strong> <strong>de</strong> vegetatie werd bepaald<br />

door per proefvlak per ron<strong>de</strong> vegetatie te knippen<br />

in vijf willekeurig gekozen plots <strong>van</strong> 30 x 30 cm.<br />

<strong>Factoren</strong> <strong>die</strong> <strong>van</strong> <strong>invloed</strong> <strong>zijn</strong> <strong>op</strong> <strong>de</strong> <strong>ontwikkeling</strong> <strong>van</strong> wei<strong>de</strong>vogelp<strong>op</strong>ulaties<br />

45<br />

Drooggewicht werd gemeten na minimaal 48<br />

uur drogen bij 70 °C. In <strong>de</strong> analyses wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong><br />

gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> vijf metingen gebruikt.<br />

Op locaties buiten <strong>de</strong> proefgebie<strong>de</strong>n waar<br />

foerageerprotocollen <strong>van</strong> Grutto’s wer<strong>de</strong>n verzameld<br />

(zie hieron<strong>de</strong>r) wer<strong>de</strong>n nog aanvullen<strong>de</strong> metingen<br />

aan <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m verricht. De meeste <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze locaties<br />

lagen in Friesland. Daarnaast wer<strong>de</strong>n aanvullen<strong>de</strong><br />

metingen gedaan <strong>op</strong> percelen in <strong>de</strong> buurt <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

drie proefvlakken en in het Wormer- en Jisperveld<br />

(Noord-Holland). Deze metingen beperkten zich<br />

tot <strong>de</strong> globale plek waar <strong>de</strong> foerageren<strong>de</strong> Grutto<br />

was geprotocoleerd. Op <strong>de</strong>ze plekken werd <strong>de</strong><br />

indringingsweerstand en bo<strong>de</strong>mvochtigheid bepaald<br />

met behulp <strong>van</strong> 10 willekeurig genomen metingen<br />

respectievelijk bo<strong>de</strong>mmonsters. Tevens werd <strong>de</strong><br />

dichtheid en biomassa aan prooi<strong>die</strong>ren bepaald met<br />

behulp <strong>van</strong> twee willekeurig genomen monsters tot<br />

een <strong>die</strong>pte <strong>van</strong> 10 cm. Bewerking <strong>van</strong> <strong>de</strong> monsters<br />

en gebruikte eenhe<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> analyses waren ver<strong>de</strong>r<br />

vergelijkbaar met <strong>die</strong> in <strong>de</strong> proefvlakken<br />

3.2.3. Vogelobservaties<br />

Geduren<strong>de</strong> elke bemonsteringsron<strong>de</strong> werd,<br />

voorafgaan<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> bemonstering <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

bo<strong>de</strong>mvariabelen, gekarteerd welke soorten en<br />

aantallen vogels voorkwamen <strong>op</strong> <strong>de</strong> proefvlakken.<br />

Waarnemingen wer<strong>de</strong>n met behulp <strong>van</strong> verrekijker<br />

en telesco<strong>op</strong> gedaan <strong>van</strong>af <strong>de</strong> weg (Maatpol<strong>de</strong>r,<br />

Nij Bosma Zathe) of <strong>van</strong>uit nabij <strong>de</strong> proefvlakken<br />

geplaatste observatiehutten (Hetter) om verstoring<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> vogels tot een minimum te beperken.<br />

Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> eerste bemonsteringsron<strong>de</strong> kon<strong>de</strong>n,<br />

<strong>van</strong>wege afwezigheid <strong>van</strong> wei<strong>de</strong>vogels, nog geen<br />

waarnemingen gedaan wor<strong>de</strong>n.<br />

Om een inschatting te krijgen <strong>van</strong> het foerageersucces<br />

<strong>van</strong> Grutto’s wer<strong>de</strong>n tussen 22 maart en 19 mei 2010<br />

protocollen <strong>van</strong> foerageren<strong>de</strong> Grutto’s gemaakt.<br />

Dit gebeur<strong>de</strong> door geduren<strong>de</strong> een aaneengesloten<br />

perio<strong>de</strong> te bepalen hoeveel maal een Grutto met <strong>zijn</strong><br />

snavel <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m son<strong>de</strong>er<strong>de</strong> en hoe vaak <strong>de</strong>ze daarbij<br />

succesvol was. Meer<strong>de</strong>re keren son<strong>de</strong>ren zon<strong>de</strong>r dat<br />

<strong>de</strong> snavel zichtbaar uit <strong>de</strong> grond kwam werd geteld<br />

als één poging. Of een individu succesvol was werd<br />

afgeleid <strong>van</strong> het waarnemen <strong>van</strong> een slikbeweging.<br />

Het bleek niet mogelijk te <strong>zijn</strong> on<strong>de</strong>rscheid te maken<br />

naar prooien <strong>van</strong> verschillen<strong>de</strong> soort of grootteklasse.<br />

Als een Grutto geduren<strong>de</strong> een protocol afwijkend<br />

gedrag vertoon<strong>de</strong> (bijv. alert, poetsen) dan werd<br />

het protocol on<strong>de</strong>rbroken. Deze werd als beëindigd<br />

beschouwd als <strong>de</strong> vogel het foerageren niet binnen<br />

afzienbare tijd hervatte. In totaal werd <strong>van</strong> 52<br />

onafhankelijke datums en/of locaties bruikbare<br />

protocollen <strong>van</strong> foerageren<strong>de</strong> Grutto’s verkregen<br />

met een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> protocolleertijd <strong>van</strong> ca. 21<br />

minuten (totale protocolleertijd: 18 uur en 7 min).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!