Algemene Vereniging Oud-personeel van de Koninklijke Marine

mogt worden aangesproken of onbehoorlijk gehandeld, zoo zal hij zulks niet
gelijkelijk onbescheiden beantwoorden, maar ogenblikkelijk aan den Victualiemeester,
of bij absentie van dien, aan den Commandant zich adresseren, ten
einde daarin de noodige voorziening geschiede.
Art. 5
Hij zal, zoo veel mogelijk bij de distributie der Rantsoenen, het stuwen of
andere zaken, zijn post betreffende, present zijn.
Art. 6
Hij zal zorgen, dat de orders aan zijn Maat (botteliers-maat H.G.) of andere
personen ter zijner assistentie gegeven, exact worden nagekomen, en de
Bottelarij, Broodkamers, Kaaskamers, Spijskasten, Kommaliewand en alles wat
onder zijne beheering is, rein en zindelijk worde gehouden.
Art. 7
Hij zal zorgen dat de Kuiper, wanneer er vaatwerk wordt geschooft, dit in orde
verrigte; dat de duigen en ijzeren banden, hoepels enz. behoorlijk worden
bewaard, en in één woord alle attentie hebben, dat niets van dien aard, tot schade
voor den Lande of ten nadeele van den Victualie-meester worde verwaarloosd.
Art. 8
Hij zal niet permitteren dat iemand verblijf houde in zijn Bottelarij, of de plaats
voor hem bestemd, dan alleen zijn Maats, Assistenten en de Kuiper.
Art. 9
Ingevalle hij Bottelier mogt ontwaren, dat de Equipage of iemand daarvan
mogte ontevreden zijn over zaken de victualie betreffende, zoo zal hij zulks
zonder verwijl ter kennisse brengen van den Victualie-meester, of bij absentie
van dien, aan zijn Commandant, en bij retour van den Victualie-meester hem
daarvan verslag doen.
Art. 10
Bij absentie van den Victualie-meester eenige Kwitantiën, relatief de victualie of
andere onder zijne beheering zijnde goederen, moetende passeren, zal hij
dadelijk bij retour van den Victualie-meester, hem daarvan behoorlijk
informeren.
Art. 11
Hij zal, wanneer van eenige artikelen geen voorraad meer mogt zijn, of in
andere artikelen onder zijne beheering voorziening vereischt wordt, daarvan bij
tijds zijn Victualie-meester verwittigen.
Art. 12
Hij zal eindelijk voor alle verzuim zorgvuldig waken; alles bijbrengen wat in
zijn vermogen is, tot het welzijn van de Equipage, en ten meesten nutte van den
Lande; en zoo in zijn pligt als gedrag, zich als een eerlijk man gedragen.
Aldus gearresteerd in ’s Gravenhage den 15den Augustus 1814.
De Secretaris van Staat voor de Marine der Vereenigde Nederlanden,
J.C. van der HOOP