24.09.2013 Views

Evaluatie Wet foetaal weefsel - Pro Facto

Evaluatie Wet foetaal weefsel - Pro Facto

Evaluatie Wet foetaal weefsel - Pro Facto

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Bestuur respectievelijk de directie en het bestuur gezamenlijk. Daarbij zijn geen verschillen tussen<br />

abortusklinieken en ziekenhuizen.<br />

6.1.2 Benaderen van vrouwen<br />

Vragen om terbeschikkingstelling<br />

Alle zeven ondervraagde instellingen geven te kennen dat zij verzoeken om <strong>foetaal</strong> <strong>weefsel</strong> van<br />

onderzoekers uitsluitend honoreren als de betrokken vrouwen bereid zijn dat <strong>weefsel</strong> ter beschikking<br />

te stellen. Volgens één respondent zijn Duitse en Franse vrouwen daartoe eerder bereid dan<br />

Nederlandse. Volgens een andere respondent hangt de beslissing van de vrouw af van de mate<br />

waarin zij de arts of verpleegkundige vertrouwt. Zes van de zeven instellingen maken een inschatting<br />

of de vrouw de vraag om <strong>foetaal</strong> <strong>weefsel</strong> ter beschikking te stellen op dat moment emotioneel aan<br />

kan. Is dat in hun ogen niet het geval, dan wordt de vrouw niet benaderd. Vier abortusklinieken<br />

zeggen minderjarige vrouwen tussen zestien en achttien jaar te benaderen, twee respondenten (één<br />

uit een ziekenhuis en één uit een abortuskliniek) geven aan dat niet te doen. Volgens de<br />

ziekenhuisarts is de minderjarigheid van de vrouw vaak als exclusiecriterium opgenomen in het<br />

onderzoeksprotocol. De zevende respondent, werkzaam in een ziekenhuis, ziet in zijn praktijk geen<br />

vrouwen jonger dan 18 jaar. Respondenten in drie abortusklinieken en een ziekenhuis zeggen<br />

wilsonbekwame vrouwen niet te benaderen. Twee abortusklinieken benaderen in beginsel ook<br />

wilsonbekwame vrouwen die bij hen een zwangerschapsafbreking ondergaan. Eén respondent zegt in<br />

zijn ziekenhuispraktijk geen wilsonbekwame vrouwen te zien.<br />

Rol van de partner<br />

In drie instellingen (twee ziekenhuizen en één abortuskliniek) wordt de partner – als deze bij de<br />

zwangerschapsafbreking aanwezig is – standaard bij de procedure voor het terbeschikkingstellen van<br />

<strong>foetaal</strong> <strong>weefsel</strong> betrokken. In de andere vier instellingen (abortusklinieken) laat men het aan de<br />

vrouw om te bepalen of zij haar partner wil betrekken bij haar keuze. Eén respondent denkt dat de<br />

WFW eist dat de partner bij de besluitvorming over het ter beschikking stellen van <strong>foetaal</strong> <strong>weefsel</strong><br />

betrokken moet worden. Omdat voor de instelling niet altijd duidelijk is of er een partner is en of hij<br />

op de hoogte is van de abortus, ervaart deze respondent die verplichting als omslachtig en ondoenlijk.<br />

Daarnaast vraagt één respondent zich af of het, gezien de zelfstandige positie van de vrouw in de<br />

WAZ, logisch is dat de partner betrokken moet worden bij de beslissing om het <strong>weefsel</strong> af te staan.<br />

Eén instelling vindt het ongewenst dat een partner die niet de verwekker van de zwangerschap is,<br />

bezwaar kan maken tegen de terbeschikkingstelling van <strong>foetaal</strong> <strong>weefsel</strong>.<br />

Schriftelijke toestemming en intrekking<br />

Alle respondenten melden dat ze de vrouw een verklaring laten tekenen waaruit blijkt dat zij<br />

toestemming geeft voor terbeschikkingstelling van het foetale <strong>weefsel</strong>. Volgens één respondent (in<br />

een ziekenhuis) is het voorgekomen dat een gegeven toestemming werd ingetrokken. De overige<br />

instellingen hebben hier niet mee te maken gehad.<br />

50

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!