Premiere - deloonwerker.nl

De snelheid was beperkt tot 25 km/u bij
montage van 12.4-28-8 PR-banden. De
beproefde gewichtsverdeling van de Unimog
van 40 % op de vooras en 60 % op de achteras
werd gehandhaafd. De MB-Trac had net
zoals de Unimog een laadvlak, waarop een
last tot maximaal twee ton kon worden
meegevoerd. De trekker had zowel voor- als
achteraanbouwmogelijkheden voor werktuigen.
Achteraan bevond zich een driepuntshef
van de categorie II met een hefkracht
tussen de kogels van 3.000 kg, net
zoveel als het eigen gewicht van de MB-
Trac 65/70.
De hefinrichting was in het begin voorzien
van een mechanische gewichtsoverdracht,
maar kon later worden geleverd met een
elektronische regeling van Bosch met positie-
, trekkracht- en mengregeling. De voorste
hef kon 1.400 kg heffen.
De MB Trac 65/70 was uitgerust met lastschakelbare
aftakassen achter en voor.
Beide aftakassen waren om te schakelen
van 540 naar 1.000 toeren per minuut.
De bestuurder had men in het midden
geplaatst, wat toen niet zo evident was.
Daar bevond zich een veiligheidscabine met
een goede zitplaats voor de bestuurder en een
opklapbaar stoeltje voor een meerijder.
Verwarming en ventilatie waren aanwezig.
’s Zomers konden de deuren verwijderd en
de achterwand opgerold worden. Doordat de
cabine tussen beide assen was geplaatst,
werden al heel wat schokken geneutraliseerd.
De cabine was bovendien afgeveerd
op het U-vormige chassis aangebracht. De
Door de genormaliseerde hefinrichtingen voor en achteraan konden alle
werktuigen in combinatie met de MB-Trac worden gebruikt.
MB-Trac had hydrostatische stuurbekrachting.
Een tandwielpomp zorgde voor een
opbrengst van 40 l/min bij een werkdruk
van 180 bar.
Als motor werd een viercilinder watergekoelde
Mercedes-Benz OM 314 met een
inhoud van 3.782 cm³ gebruikt. Het vermogen
was beperkt tot 65 pk bij 2.400 omw./min.
De Daimler-Benz-transmissie had een
gesynchroniseerde vierversnellingsbak en
vier groepen. Men kon dus zestien versnellingen
schakelen, zowel vooruit als achteruit.
De hydraulische voetrem werkte via de
transmissie op alle vier wielen.
De motor, die uit het bestaande Mercedes-
Benz programma was overgenomen, was
standaard voorzien van een luchtpomp.
Daarom had de MB-Trac ook druklucht
beschikbaar, zodat een pneumatische reminstallatie
voor de aanhangwagens gemakkelijk
kon worden aangebracht. Ook de
voorwielaandrijving, de beide differentieelgrendels
en de aftakassen werden pneumatisch
in- en uitgeschakeld.
Daarnaast had de MB-Trac een aantal extra
mogelijkheden. Op het laadvlak kon een
hydraulisch kipbare bak met een inhoud van
1.500 liter worden aangebracht. Hierin kon
men bij het kunstmeststrooien en het zaaien
een extra voorraad meenemen. Voor het
spuiten kon op het laadvlak een grote tank
worden gemonteerd. De voorste hefinrichting
en aftakassen kwamen bij verschillende
oogstwerkzaamheden goed van pas. Men
— n°8/2012 — 33 — www.deloonwerker.nl —
kon een cirkelmaaier voorop combineren met
een schudder of een opraapwagen. Bij het
bietenrooien kon de ontbladeraar voorop
en de rooier achterop worden gemonteerd.
Productie startte in 1973
In 1972 tijdens de officiële voorstellingwas
Daimler-Benz al enkele jaren bezig met de
ontwikkeling van de MB-Trac. In 1970 was
er al een prototype gesignaleerd in
Nederland en in België. Zoals reeds vermeld,
werd de introductie versneld door de
komst van de Deutz-Intrac en de Kramer
1014. De serie-productie van de 65/70
startte in juli 1973. Dat jaar werden er 500
stuks geproduceerd. In 1974 werden er
2.500 geassembleerd en werkte men hard
aan de ontwikkeling van zwaardere typen
met vermogens van 90 en 120 pk.
Tijdens de 53steDLG in september 1974
introduceerde Mercedes-Benz een zwaardere
MB-Trac: de MB-Trac 95 met een zescilinder
Mercedes OM 352 dieselmotor van
95 pk. De cabine was volledig geïsoleerd
van motor en transmissie en de zitting en
de bedieningsorganen konden 180° worden
gedraaid, zodat de trekker zowel voor- als
achteruitrijdend kon worden gebruikt.
Potentiële gebruikers moesten toen echter
veel geduld hebben want de MB-Trac 95
ging pas in productie in het voorjaar van
1976. Destijds verzorgde de firma Hoegen-
Dijkhof B.V. uit Doetinchem de import van
de MB-track