Bijlage 1
Bijlage 1
Bijlage 1
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
B&G rapport 948<br />
Versie 2.0 (definitief)<br />
Holoceen de rivierdalen vanaf het westen van Nederland zich begonnen op te vullen met veen (het<br />
Basisveen) en sediment vanuit een aantal accumulerende riviersystemen.<br />
De verdere Holocene ontwikkeling in het westelijk rivierengebied is in hoge mate bepaald door de<br />
relatieve zeespiegelstijging in combinatie met de getijden. Als gevolg van de stijgende zeespiegel<br />
ontwikkelden de mondingen van de toenmalige rivieren in de omgeving van Barendrecht zich als<br />
estuaria. In de estuaria werd sediment afgezet bovenop het Basisveen, vermoedelijk rond 8700 jaar<br />
geleden (Hijma et al. 2009). Een estuarium wordt gedefinieerd als het zeewaarts liggende deel van<br />
een rivier, waarin sediment vanuit zowel de rivier als vanuit de zee terecht komt , onder invloed van<br />
door getijde-, golf- en rivierprocessen. Binnen een estuarien gebied vindt dus een overgang plaats<br />
van rivierafzettingen naar getijdeafzettingen. De afzettingen daartussen hebben onder invloed<br />
gestaan van zowel rivier als getijde, maar zullen hoofdzakelijk zoetwatercondities kennen (Hijma et al.<br />
2009). Deze afzettingen worden volgens de geologische kaart gerekend tot de Afzettingen van<br />
Gorkum (fluviatiele afzettingen), terwijl Hijma et al. (2009) voorstelt de afzettingen onder invloed van<br />
zowel rivier als getijde tot het Terbregge Laagpakket te rekenen. Deze afzettingen worden naar<br />
verwachting aangetroffen tussen -7m NAP en -9m NAP. Door aanwas van sediment, de afname van<br />
rivierinvloed in het gebied en de afname in de stijging van de zeespiegelstand rond 5000 jaar geleden<br />
ontstonden uiteindelijk rustige maar natte omstandigheden, waardoor grote broek- en<br />
bosveengebieden (het Hollandveen Laagpakket, de Mulder et al. 2003) konden ontstaan.<br />
Tijdens periodes van toenemende invloed van de zee brak de zee via het mondingsgebied van de<br />
Maas het achterland binnen, waardoor verschillende getijdekreken werden uitgeschuurd. In de kreken<br />
werd zand en zandige klei afgezet. In de overstromingsvlakte rondom de kreken werd een dik kleidek<br />
afgezet, waardoor de veengroei onderbroken werd. De afzettingen in de kreken zelf bestaan uit sterk<br />
gelamineerde klei- of zandpakketten. Op de oevers direct langs de kreken werden hoofdzakelijk lichte<br />
kleien en zavels afgezet. In de overstromingsvlaktes verder van de kreken verwijderd werden de<br />
fijnere kleideeltjes afgezet, waardoor hier meer matig tot licht silthoudende kleien worden<br />
aangetroffen. Geologisch gezien worden deze afzettingen gerekend tot de Afzettingen van Calais en<br />
Duinkerke (Zagwijn / van Staalduinen 1975) 1 . Op het moment dat er geen sprake meer was van<br />
overstromingen kon weer veengroei optreden.<br />
2.2.2. Geologie<br />
Volgens de geologische kaart van Nederland bestaat de ondergrond van het plangebied uit oever- en<br />
eventueel overstromingsafzettingen, die gerekend worden tot de fluviatiele afzettingen van Gorkum<br />
en/of de mariene afzettingen van Calais (Rijks Geologische Dienst 1975). Deze afzettingen<br />
(hoofdzakelijk zandige klei) worden afgewisseld door veen. Bovenop de Afzettingen van<br />
Gorkum/Calais wordt een pakket veen verwacht dat tot het Hollandveen wordt gerekend. Tenslotte<br />
wordt bovenop het veen Afzettingen van Duinkerke III 2 verwacht. Binnen het pakket Duinkerke-IIIafzettingen<br />
kunnen mogelijk oudere afzettingen, zowel marien als fluviatiel, aanwezig zijn. In de<br />
omgeving van Barendrecht worden in de Riederwaard binnen de Afzettingen van Duinkerke-III<br />
specifieke afzettingen waargenomen, die zeer waarschijnlijk te relateren zijn aan de overstromingen<br />
uit 1373 en 1375 3 . Deze afzetting wordt met name gekenmerkt door een vuile laag met een<br />
kenmerkende verhoogde hoeveelheid houtskool en fijn baksteengruis. Mogelijk gaat het om<br />
verspoeld nederzettingsmateriaal. De laag kan er op wijzen dat vóór 1373-1375 ook al<br />
overstromingen in het gebied hebben plaatsgevonden, waarbij nederzettingen zijn aangetast.<br />
Recent geologisch onderzoek naar het vroegholocene ontstaan van de Rijn-Maas delta in het<br />
westelijk kustgebied heeft uitgewezen dat in de ondergrond van Barendrecht veel kleine donkjes<br />
voorkomen, waarvan de exacte begrenzing niet duidelijk is (mondelinge mededeling drs. M.P. Hijma,<br />
Universiteit Utrecht). Daarnaast kunnen deze donken zeer lokaal voorkomen waardoor over korte<br />
afstanden sterke variaties in zanddiepte kunnen ontstaan. Ook bleek uit de resultaten van dit<br />
onderzoek dat in de ondergrond nabij het plangebied twee stroomruggen gelegen zijn, waarvan<br />
mogelijk afzettingen in de ondergrond van het plangebied aanwezig kunnen zijn. Hijma (in prep)<br />
1<br />
De afzettingen van Calais en Duinkerke betreffen oude geologische benamingen naar Zagwijn / van Staalduinen (1975). De<br />
afzettingen vallen tegenwoordig samen onder de Formatie van Naaldwijk (de Mulder et al. 2003).<br />
2<br />
Duinkerke III verwijst naar afzettingen die in de Middeleeuwen tijdens mariene overstromingen zijn afgezet.<br />
3<br />
Mondelinge mededeling: de heer J.M. Moree (BOOR)<br />
8