Teelthandleiding wintertarwe - Inleiding en inhoudsopgave
Teelthandleiding wintertarwe - Inleiding en inhoudsopgave
Teelthandleiding wintertarwe - Inleiding en inhoudsopgave
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
hele perceel geïnfecteerd rak<strong>en</strong>. In dergelijke gevall<strong>en</strong> zijn opbr<strong>en</strong>gstderving<strong>en</strong> van meer dan<br />
30 % mogelijk.<br />
Normaliter zijn er na oktober door de lage temperatur<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vlucht<strong>en</strong> van bladluiz<strong>en</strong> meer.<br />
Tarwe die in november opkomt ontloopt daardoor e<strong>en</strong> besmetting met het<br />
gerstevergelingsvirus. Vooral vroeggezaaide percel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetast, zeker wanneer<br />
bladluiz<strong>en</strong> lang blijv<strong>en</strong> vlieg<strong>en</strong> door hoge temperatur<strong>en</strong> in de herfst. De infectie in de herfst<br />
kan <strong>en</strong> hoeft niet te word<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>gegaan; de verspreiding vindt immers vooral in het voorjaar<br />
plaats. De virusziekte zelf kan niet word<strong>en</strong> bestred<strong>en</strong>. De bestrijding is gericht op het<br />
voorkom<strong>en</strong> van de verspreiding van de bladluiz<strong>en</strong>.<br />
Bladluiz<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> in het voorjaar het virus alle<strong>en</strong> verspreid<strong>en</strong> als zij de winter overlev<strong>en</strong>.<br />
Bladluiz<strong>en</strong> zijn erg gevoelig voor vorst, maar zachte winters kunn<strong>en</strong> zij vaak goed doorstaan.<br />
Temperatur<strong>en</strong> tot -5 °C word<strong>en</strong> goed verdrag<strong>en</strong>. Bij lagere temperatur<strong>en</strong> hangt de overleving<br />
ook af van vochtigheid <strong>en</strong> wind. Temperatur<strong>en</strong> van -5 tot -10 °C kunn<strong>en</strong> bij mooi vorstig weer<br />
(droog <strong>en</strong> weinig wind) goed word<strong>en</strong> doorstaan; bij vochtig <strong>en</strong> winderig weer is deze matige<br />
vorst al gauw fataal. Str<strong>en</strong>ge vorst (< -10 °C) kan slechts korte tijd word<strong>en</strong> verdrag<strong>en</strong>.<br />
Heeft in de herfst e<strong>en</strong> besmetting plaatsgevond<strong>en</strong> <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de bladluiz<strong>en</strong> de winter<br />
doorstaan, dan kan in het voorjaar e<strong>en</strong> bestrijding word<strong>en</strong> uitgevoerd. Om verspreiding teg<strong>en</strong><br />
te gaan zal deze kort na de winter moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgevoerd.<br />
6. Aaltjesziekt<strong>en</strong><br />
Op <strong>wintertarwe</strong> kunn<strong>en</strong> meerdere aaltjessoort<strong>en</strong> of nematod<strong>en</strong> word<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>, maar de<br />
schade die aan de tarwe wordt aangericht is van ge<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>is. Wintertarwe fungeert dan wel<br />
als waardplant <strong>en</strong> houdt het aaltje binn<strong>en</strong> het bouwplan in stand. Wintertarwe wordt niet<br />
aangetast door st<strong>en</strong>gelaaltjes (Dityl<strong>en</strong>chus-soort<strong>en</strong>) <strong>en</strong> cyst<strong>en</strong>aaltjes (Globodera- <strong>en</strong><br />
Heteroderasoort<strong>en</strong>), m.u.v. het havercysteaaltje (Heterodera av<strong>en</strong>ae). Van de<br />
wortellesieaaltjes (Pratyl<strong>en</strong>chus-soort<strong>en</strong>), de vrijlev<strong>en</strong>de wortelaaltjes (o.a. Paratrichodorussoort<strong>en</strong>)<br />
<strong>en</strong> de wortelknobbelaaltjes (Meloidogyne-soort<strong>en</strong>) wordt e<strong>en</strong> aantal in stand<br />
gehoud<strong>en</strong> of vermeerderd. Dit geldt onder meer voor Paratrichodorus teres, het<br />
graswortelknobbelaaltje (Meloidogyne naasi) <strong>en</strong> het maiswortelknobbelaaltje (Meloidogyne<br />
chitwoodi).<br />
. Afrijping<br />
Tijd<strong>en</strong>s de korrelvulling loopt het vochtgehalte in de korrel door de aanvoer van assimilat<strong>en</strong><br />
geleidelijk op. Als aan het einde van de deegrijpe fase (GS 90) dit vochtgehalte is gezakt tot<br />
35 à 40 %, stopt de korrelvulling <strong>en</strong> vindt verdere indroging van de korrel plaats. Normaliter<br />
duurt het nog 1 à 1½ week, alvor<strong>en</strong>s het gewas met de maaidorser kan word<strong>en</strong> geoogst. Onder<br />
gunstige omstandighed<strong>en</strong> kan het vochtgehalte tot minder dan 15 % dal<strong>en</strong>, maar vaak zal de<br />
oogst bij e<strong>en</strong> hoger vochtgehalte plaatshebb<strong>en</strong>. Om korrelverliez<strong>en</strong> <strong>en</strong> problem<strong>en</strong> met schot te<br />
voorkom<strong>en</strong> zal tijdig met het oogst<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> begonn<strong>en</strong>. Vaststelling van het<br />
vochtgehalte in de korrel kan vrij nauwkeurig plaatshebb<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> speciale<br />
vochtbepalingsmeter, die voor de praktijk beschikbaar is.