Projectieve meetkunde en dualiteit - J.P. Hogendijk
Projectieve meetkunde en dualiteit - J.P. Hogendijk
Projectieve meetkunde en dualiteit - J.P. Hogendijk
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Projectieve</strong> <strong>meetkunde</strong> <strong>en</strong> <strong>dualiteit</strong><br />
Irina Kachurovskaya Tobias Huisman Bram Wage<br />
27 maart 2009
Inhoudsopgave<br />
1 De hand-out 5<br />
1.1 Inleiding in <strong>dualiteit</strong> <strong>en</strong> projectiviteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5<br />
1.1.1 Beginvrag<strong>en</strong> . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5<br />
1.1.2 De theorie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8<br />
1.1.3 Oneindige opgav<strong>en</strong> . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10<br />
1.2 De stelling van Desargues . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12<br />
1.3 De dubbelverhouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14<br />
1.3.1 De definitie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14<br />
1.3.2 De stelling van Chasles . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16<br />
1.3.3 De stelling van Pascal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18<br />
1.4 Bronn<strong>en</strong> . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19<br />
1.5 Bijlage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20<br />
2 De pres<strong>en</strong>tatie 25<br />
2.1 Bram . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25<br />
2.2 Irina . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26<br />
2.3 Tobias . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27<br />
3 Antwoord<strong>en</strong> bij de opgav<strong>en</strong> 29<br />
3
4 INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1<br />
De hand-out<br />
1.1 Inleiding in <strong>dualiteit</strong> <strong>en</strong> projectiviteit<br />
1.1.1 Beginvrag<strong>en</strong><br />
Opgave 1<br />
In het vlak heeft elk paar lijn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> geme<strong>en</strong>schappelijk punt. Elk paar lijn<strong>en</strong>? Nee, e<strong>en</strong><br />
kleine categorie van lijn<strong>en</strong> blijft moedig weerstand bied<strong>en</strong> aan de wiskundige overweldigers<br />
<strong>en</strong> maakt het lev<strong>en</strong> van de wiskundig<strong>en</strong> die aan <strong>meetkunde</strong> do<strong>en</strong> bepaald niet<br />
gemakkelijk... 1 Kunn<strong>en</strong> we het begrip ‘snijd<strong>en</strong>’ of het begrip ‘punt’ zó veralgem<strong>en</strong>iser<strong>en</strong>,<br />
dat de stelling ook voor ev<strong>en</strong>wijdige lijn<strong>en</strong> opgaat?<br />
Opgave 2<br />
In het college over isometrieën zijn we tuss<strong>en</strong> neus <strong>en</strong> lipp<strong>en</strong> door al het antwoord op<br />
Opgave 1 teg<strong>en</strong>gekom<strong>en</strong>. Waar? (Hint: het had te mak<strong>en</strong> met rotaties <strong>en</strong> translaties.)<br />
1 Naar: R. Goscinny, A. Uderzo: Asterix <strong>en</strong> het gesch<strong>en</strong>k van Caesar (1974).<br />
5
6 HOOFDSTUK 1. DE HAND-OUT<br />
Opgave 3 E<strong>en</strong> hexaëder gevormd vanuit e<strong>en</strong> vlak<br />
Bekijk de volg<strong>en</strong>de constructie van e<strong>en</strong> hexaëder (dit is e<strong>en</strong> zesvlak, d<strong>en</strong>k aan e<strong>en</strong> kubus).<br />
“In e<strong>en</strong> willekeurig vlak van de ruimte ligg<strong>en</strong> drie punt<strong>en</strong>. Deze drie punt<strong>en</strong><br />
bepal<strong>en</strong> drie snijlijn<strong>en</strong>. Vanuit deze lijn<strong>en</strong> gaan willekeurig twee vlakk<strong>en</strong> de<br />
ruimte in. Deze zes vlakk<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> het hexaëder in.”<br />
Deze constructie voer<strong>en</strong> we stap voor stap uit.<br />
1. Tek<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vel papier (het vlak) drie punt<strong>en</strong>: rood, geel <strong>en</strong> blauw. Kies het blauwe<br />
punt aan de rechterkant van je papier, het gele aan de linkerkant, <strong>en</strong> het rode<br />
bov<strong>en</strong>aan.<br />
2. Tek<strong>en</strong> de verbindingslijn<strong>en</strong> van deze drie punt<strong>en</strong> in oranje, gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> paars. (Het rode<br />
<strong>en</strong> het blauwe punt gev<strong>en</strong> de paarse verbindingslijn, <strong>en</strong>zovoort.)<br />
3. Gebruik deze drie punt<strong>en</strong> als verdwijnpunt<strong>en</strong> voor het tek<strong>en</strong><strong>en</strong> van de hexaëder.<br />
Begin met het trekk<strong>en</strong> van twee lijn<strong>en</strong> door het blauwe punt, schuin naar b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong>.<br />
Doe hetzelfde voor het gele punt. De vier lijn<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> nu erg<strong>en</strong>s op de onderste<br />
helft van je papier het grondvlak van de hexaëder in.<br />
4. Voltooi de constructie. Tek<strong>en</strong> de hexaëder zó, dat ook de bov<strong>en</strong>kant (of de onderkant)<br />
te zi<strong>en</strong> is.<br />
5. Kleur de zichtbare zijvlakk<strong>en</strong> van de hexaëder nu zó in met oranje, gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> paars,<br />
dat je kunt zi<strong>en</strong> bij welke gekleurde lijn dit zijvlak hoort. Het zijvlak ligt dan in e<strong>en</strong><br />
vlak door deze lijn. (Hint: het vlak dat wordt ingeslot<strong>en</strong> door lijn<strong>en</strong> uit het rode <strong>en</strong><br />
het blauwe punt, wordt dus paars.)
1.1. INLEIDING IN DUALITEIT EN PROJECTIVITEIT 7<br />
Opgave 4 E<strong>en</strong> octaëder gevormd vanuit e<strong>en</strong> punt<br />
Bekijk de volg<strong>en</strong>de constructie van e<strong>en</strong> octaëder (achtvlak).<br />
“Door e<strong>en</strong> willekeurig punt in de ruimte gaan drie vlakk<strong>en</strong>. Deze drie vlakk<strong>en</strong><br />
bepal<strong>en</strong> drie snijlijn<strong>en</strong>. Op deze lijn<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> willekeurig twee punt<strong>en</strong>. Deze<br />
zes punt<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> het octaëder in.”<br />
Ook deze constructie voer<strong>en</strong> we stap voor stap uit.<br />
1. Tek<strong>en</strong> in het midd<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> vel papier e<strong>en</strong> punt (P).<br />
2. Schets (in je beste 3D) drie vlakk<strong>en</strong> die door dit punt he<strong>en</strong>gaan. De rand<strong>en</strong> kun je<br />
rood, geel <strong>en</strong> blauw kleur<strong>en</strong>. Neem voor e<strong>en</strong> mooi resultaat drie vlakk<strong>en</strong> die ongeveer<br />
loodrecht op elkaar staan. N.B. Het is niet nodig om dit heel precies te do<strong>en</strong>, het<br />
belangrijkste is dat de lijn<strong>en</strong> van de volg<strong>en</strong>de stap op het papier kom<strong>en</strong> te staan.<br />
3. Tek<strong>en</strong> de snijlijn<strong>en</strong> van de drie vlakk<strong>en</strong>: oranje, gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> paars. (Deze lijn<strong>en</strong> snijd<strong>en</strong><br />
elkaar dus in P.) Als de vorige stap niet goed gelukt is, kun je ook met het tek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
van deze drie lijn<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>: kies ze dan alsof je e<strong>en</strong> driedim<strong>en</strong>sionaal ass<strong>en</strong>stelsel<br />
tek<strong>en</strong>t.<br />
4. Kies op elke lijn willekeurig twee punt<strong>en</strong>. Het is het mooist om de twee punt<strong>en</strong><br />
symmetrisch om P te kiez<strong>en</strong>, maar dit hoeft niet per se. Tek<strong>en</strong> deze punt<strong>en</strong> in de<br />
kleur van de lijn waarop ze ligg<strong>en</strong>.<br />
5. Verbind elk punt met alle andere punt<strong>en</strong>. Nu zie je e<strong>en</strong> ruimtelijke octaëder ontstaan.<br />
6. Kleur de snijlijn<strong>en</strong> van de octaëder met de oorspronkelijke drie vlakk<strong>en</strong> in de overe<strong>en</strong>komstige<br />
kleur<strong>en</strong>: rood, geel <strong>en</strong> blauw. (Hint: het vlak waarin de gro<strong>en</strong>e <strong>en</strong> de paarse<br />
lijn ligg<strong>en</strong> is het blauwe vlak; deze primaire kleur hebb<strong>en</strong> ze namelijk geme<strong>en</strong>.)<br />
Opgave 5<br />
Vergelijk de tekst<strong>en</strong> van Opgave 3 <strong>en</strong> Opgave 4. Hoe kun je de e<strong>en</strong> uit de ander mak<strong>en</strong>?
8 HOOFDSTUK 1. DE HAND-OUT<br />
1.1.2 De theorie<br />
In het vlak<br />
De projectieve <strong>meetkunde</strong> geeft als volgt antwoord op Opgave 1: in het vlak voeg<strong>en</strong> we<br />
aan elke rechte één ‘oneindig’ of oneig<strong>en</strong>lijk punt toe. Alle oude, fatso<strong>en</strong>lijke, eindige<br />
punt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we dan eig<strong>en</strong>lijke punt<strong>en</strong> noem<strong>en</strong>. Als twee recht<strong>en</strong> elkaar niet in e<strong>en</strong><br />
eig<strong>en</strong>lijk punt snijd<strong>en</strong> - als ze parallel zijn aan elkaar - dan zegg<strong>en</strong> we dat ze elkaar<br />
in het oneig<strong>en</strong>lijke punt snijd<strong>en</strong>. Of beter geformuleerd: ze hebb<strong>en</strong> het oneig<strong>en</strong>lijke punt<br />
geme<strong>en</strong>. Hierdoor kun je het oneig<strong>en</strong>lijke punt ook opvatt<strong>en</strong> als de richting van de rechte.<br />
Deze projectieve toevoeging aan de oude <strong>meetkunde</strong> kan nog iets formeler word<strong>en</strong><br />
gemaakt. Daarvoor moet<strong>en</strong> we naar twee belangrijke begripp<strong>en</strong> uit de vlakke projectieve<br />
<strong>meetkunde</strong> kijk<strong>en</strong>: de punt<strong>en</strong>rij <strong>en</strong> de lijn<strong>en</strong>waaier. Elke lijn in het vlak vatt<strong>en</strong> we op als<br />
e<strong>en</strong> verzameling van punt<strong>en</strong>: de punt<strong>en</strong>rij (dit is wellicht al e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de manier om teg<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> lijn aan te kijk<strong>en</strong>). Elk punt in het vlak kunn<strong>en</strong> we op zijn beurt opvatt<strong>en</strong> als de<br />
verzameling van lijn<strong>en</strong> door dat punt: zo krijg<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> lijn<strong>en</strong>waaier. (Zie figuur 1.1.)<br />
Figuur 1.1: Links e<strong>en</strong> punt<strong>en</strong>rij, rechts e<strong>en</strong> lijn<strong>en</strong>waaier.<br />
We kunn<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong> punt<strong>en</strong>rij bijectief afbeeld<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> lijn<strong>en</strong>waaier. Als er e<strong>en</strong> lijn<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> punt gegev<strong>en</strong> zijn, dan id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> we elke lijn van de lijn<strong>en</strong>waaier met het<br />
punt waarin hij de punt<strong>en</strong>rij snijdt (zie figuur 1.2). Op deze manier id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong> we de<br />
lijn parallel aan de punt<strong>en</strong>rij met het oneig<strong>en</strong>lijke punt van de punt<strong>en</strong>rij. Zo komt het<br />
oneig<strong>en</strong>lijke punt op e<strong>en</strong> vrij natuurlijke manier uit de definitie roll<strong>en</strong>!<br />
Het toevoeg<strong>en</strong> van het oneig<strong>en</strong>lijke punt maakt dus e<strong>en</strong> bijectie tuss<strong>en</strong> lijn <strong>en</strong> punt<br />
mogelijk. Daarom kan e<strong>en</strong> stelling in de projectieve <strong>meetkunde</strong> in e<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> geldige stelling<br />
getransformeerd word<strong>en</strong> door consequ<strong>en</strong>t het woord ‘lijn’ door ‘punt’ te vervang<strong>en</strong>. Dit heet<br />
het dualiser<strong>en</strong> van de stelling; de getransformeerde stelling heet ook wel de duale van de<br />
oorspronkelijke stelling.<br />
Twee andere begripp<strong>en</strong> die bij het dualiser<strong>en</strong> in elkaar verander<strong>en</strong> zijn collineair <strong>en</strong><br />
concurr<strong>en</strong>t. Twee punt<strong>en</strong> het<strong>en</strong> collineair als ze op één lijn ligg<strong>en</strong>. Twee lijn<strong>en</strong> het<strong>en</strong><br />
concurr<strong>en</strong>t als ze door hetzelfde punt gaan. (Deze begripp<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong> dus de oude term<strong>en</strong><br />
‘ligg<strong>en</strong> op één lijn’ <strong>en</strong> ‘snijd<strong>en</strong> elkaar’.)<br />
E<strong>en</strong> woord dat bij het dualiser<strong>en</strong> onveranderd blijft, is incider<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> lijn <strong>en</strong> e<strong>en</strong> punt<br />
incider<strong>en</strong> als het punt op de lijn ligt <strong>en</strong> de lijn door het punt gaat (wat twee verschill<strong>en</strong>de<br />
manier<strong>en</strong> zijn om hetzelfde te zegg<strong>en</strong>). De uitspraak “lijn a <strong>en</strong> punt b incider<strong>en</strong>” verandert<br />
onder dualisatie dus in “punt a <strong>en</strong> lijn b incider<strong>en</strong>”.
1.1. INLEIDING IN DUALITEIT EN PROJECTIVITEIT 9<br />
In de ruimte<br />
Figuur 1.2: De bijectie tuss<strong>en</strong> lijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> punt<strong>en</strong>.<br />
In Opgav<strong>en</strong> 3 <strong>en</strong> 4 hebb<strong>en</strong> we al gezi<strong>en</strong> dat we dit principe ook heel gemakkelijk naar<br />
de ruimte kunn<strong>en</strong> uitbreid<strong>en</strong>. We zull<strong>en</strong> de manier waarop dit formeel gaat echter niet<br />
uitgebreid besprek<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> van de red<strong>en</strong><strong>en</strong> hiervoor is dat er heel wat nieuwe begripp<strong>en</strong><br />
nodig zijn om projectief in drie dim<strong>en</strong>sies te werk<strong>en</strong>: vlakk<strong>en</strong>waaiers, vlakk<strong>en</strong>bundels,<br />
lijn<strong>en</strong>bundels, punt<strong>en</strong>schijv<strong>en</strong>, et cetera.<br />
In de ruimtelijke projectieve <strong>meetkunde</strong> word<strong>en</strong> punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> vlakk<strong>en</strong> op elkaar afgebeeld,<br />
zodat de stelling<strong>en</strong> gedualiseerd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de woord<strong>en</strong> ‘punt’ <strong>en</strong> ‘vlak’<br />
te verwissel<strong>en</strong>. Het woord ‘lijn’ blijft dan staan. En natuurlijk krijg<strong>en</strong> we te mak<strong>en</strong> met de<br />
oneig<strong>en</strong>lijke lijn: aan elk vlak in de ruimte voeg<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> oneig<strong>en</strong>lijke lijn toe; elk paar<br />
vlakk<strong>en</strong> heeft één lijn geme<strong>en</strong>; ev<strong>en</strong>wijdige vlakk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> de oneig<strong>en</strong>lijke lijn geme<strong>en</strong>.
10 HOOFDSTUK 1. DE HAND-OUT<br />
1.1.3 Oneindige opgav<strong>en</strong><br />
Opgave 6<br />
In deze opgave spel<strong>en</strong> we met het begrip oneindig.<br />
1. Tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lijn<strong>en</strong>waaier om e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijk punt in het vlak <strong>en</strong> tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lijn<strong>en</strong>waaier<br />
om e<strong>en</strong> oneig<strong>en</strong>lijk punt. Zijn ze beide vlakvull<strong>en</strong>d?<br />
2. Roteer e<strong>en</strong> figuur over e<strong>en</strong> kleine hoek om e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijk punt in het vlak <strong>en</strong> roteer<br />
dezelfde figuur over e<strong>en</strong> kleine hoek om e<strong>en</strong> oneig<strong>en</strong>lijk punt. Wat gebeurt er?<br />
(Vergelijk Opgave 2.)<br />
3. Kijk nog e<strong>en</strong>s naar Opgave 3. Wat gebeurt er als je één van de punt<strong>en</strong> in het<br />
oneindige kiest? En met twee punt<strong>en</strong>? Drie?<br />
4. Tek<strong>en</strong> het Minnaertgebouw vier keer als hexaëder: één keer met drie eindige punt<strong>en</strong>,<br />
één keer met één oneig<strong>en</strong>lijk punt, één keer met twee oneig<strong>en</strong>lijke punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> één<br />
keer met drie oneig<strong>en</strong>lijke punt<strong>en</strong>.
1.1. INLEIDING IN DUALITEIT EN PROJECTIVITEIT 11<br />
Opgave 7 Oneindig verkleurt<br />
Tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> driehoek ABC als in figuur 1.3, met doorgetrokk<strong>en</strong> zijd<strong>en</strong>. Kleur de vlakk<strong>en</strong><br />
als aangegev<strong>en</strong> (R staat voor rood, B voor blauw, Gr voor gro<strong>en</strong> <strong>en</strong> Ge voor Geel). In de<br />
volg<strong>en</strong>de opgav<strong>en</strong> is het de bedoeling dat je steeds de vlakk<strong>en</strong> op deze manier inkleurt.<br />
Esoterische pasteltint<strong>en</strong> lever<strong>en</strong> bonuspunt<strong>en</strong> op!<br />
1. Verhoog punt C <strong>en</strong> tek<strong>en</strong> de figuur die ontstaat als C in het oneindige ligt.<br />
2. Wat gebeurt er als je C ‘nóg hoger’ probeert te schuiv<strong>en</strong>? Tek<strong>en</strong> de situatie die dan<br />
ontstaat. (Hints: je krijgt weer erg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> driehoek; bekijk de beweging van AC <strong>en</strong><br />
BC tijd<strong>en</strong>s het omhoogschuiv<strong>en</strong> van C.)<br />
3. Schuif C verder omhoog <strong>en</strong> tek<strong>en</strong> de situatie als C op AB ligt.<br />
4. Schuif nu C naar zijn oorspronkelijke plaats <strong>en</strong> tek<strong>en</strong> weer de situatie.<br />
5. C is nu één keer ‘door oneindig’ geweest. Wat moet<strong>en</strong> we do<strong>en</strong> om de oorspronkelijke<br />
kleur<strong>en</strong> te herstell<strong>en</strong>?<br />
Figuur 1.3: Beginkleur<strong>en</strong> van de opgave Oneindig verkleurt.
12 HOOFDSTUK 1. DE HAND-OUT<br />
1.2 De stelling van Desargues<br />
Opgave 8 Desargues ruimtelijk<br />
In deze opgave zett<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> driedim<strong>en</strong>sionale figuur in elkaar die e<strong>en</strong> belangrijke stelling<br />
uit de projectieve <strong>meetkunde</strong> illustreert.<br />
1. Knip de figuur uit de bijlage uit <strong>en</strong> zet hem in elkaar. (Hiervoor moet je over de<br />
dikke lijn<strong>en</strong> knipp<strong>en</strong>). Op het grondvlak is e<strong>en</strong> driehoek ABC gegev<strong>en</strong>: plaats de<br />
constructie op deze driehoek.<br />
2. We construer<strong>en</strong> nu e<strong>en</strong> driehoek A ′ B ′ C ′ zo, dat AA ′ , BB ′ <strong>en</strong> CC ′ elkaar in e<strong>en</strong> punt<br />
O snijd<strong>en</strong>. Dit punt is de top van de piramide. Plaats daartoe punt<strong>en</strong> A ′ op AO, B ′<br />
op BO <strong>en</strong> C ′ op CO zo, dat de snijpunt<strong>en</strong> van A ′ B ′ met AB, B ′ C ′ met BC <strong>en</strong> A ′ C ′ met<br />
AC op het papier vall<strong>en</strong>. (Je kan de punt<strong>en</strong> A ′ , B ′ <strong>en</strong> C ′ ieder twee keer aangev<strong>en</strong><br />
(namelijk op elk van de vlakk<strong>en</strong> waarop ze ligg<strong>en</strong>), of één keer <strong>en</strong> de andere later<br />
plaats<strong>en</strong> nadat de figuur weer uit elkaar gehaald wordt.)<br />
3. Haal de figuur uit elkaar. Trek vervolg<strong>en</strong>s verl<strong>en</strong>gd<strong>en</strong> van de zijd<strong>en</strong> A ′ B ′ , A ′ C ′ <strong>en</strong><br />
B ′ C ′ op de drie verschill<strong>en</strong>de blaadjes. Tek<strong>en</strong> de snijpunt<strong>en</strong> van deze lijn<strong>en</strong> met de<br />
overe<strong>en</strong>komstige zijd<strong>en</strong> van driehoek ABC op het grondvlak. (Dit kun je do<strong>en</strong> door<br />
de drie blaadjes plat op het grondvlak te legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> het snijpunt over te nem<strong>en</strong>.)<br />
Wat kun je zegg<strong>en</strong> over de ligging van de snijpunt<strong>en</strong>? Bewijs je vermoed<strong>en</strong>. (Hint: hoe<br />
ziet e<strong>en</strong> doorsnede van twee vlakk<strong>en</strong> eruit?)<br />
De stelling die je zojuist hebt bewez<strong>en</strong> heet de stelling van Desargues <strong>en</strong> luidt als volgt:<br />
Zijn twee driehoek<strong>en</strong> puntperspectief, dan zijn die driehoek<strong>en</strong> ook lijnperspectief.<br />
Hierbij betek<strong>en</strong>t puntperspectief dat de verbindingslijn<strong>en</strong> van overe<strong>en</strong>komstige hoekpunt<strong>en</strong><br />
door hetzelfde punt gaan (het perspectiviteitsc<strong>en</strong>trum). Lijnperspectief betek<strong>en</strong>t dat<br />
overe<strong>en</strong>komstige zijd<strong>en</strong> elkaar snijd<strong>en</strong> op dezelfde lijn (de perspectiviteitsas).<br />
Elke lijn gaat hierbij door 3 punt<strong>en</strong> <strong>en</strong> elk punt is e<strong>en</strong> snijpunt van 3 lijn<strong>en</strong>. Omdat<br />
elke lijn de rol van e<strong>en</strong> punt kan overnem<strong>en</strong>, kan deze stelling gedualiseerd word<strong>en</strong>. Dat<br />
betek<strong>en</strong>t dat je “punt” door “lijn” kan vervang<strong>en</strong>. De bewering die dan ontstaat is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s<br />
e<strong>en</strong> correcte stelling.
1.2. DE STELLING VAN DESARGUES 13<br />
Opgave 9 Desargues duaal<br />
Dualiseer de stelling van Desargues <strong>en</strong> maak de bijbehor<strong>en</strong>de constructie. Gebruik de<br />
volg<strong>en</strong>de formulering van de stelling (ga na dat deze klopt):<br />
“Van twee driehoek<strong>en</strong> zijn de snijpunt<strong>en</strong> van corresponder<strong>en</strong>de zijd<strong>en</strong> collineair,<br />
dan <strong>en</strong> slechts dan als de verbindingslijn<strong>en</strong> van de corresponder<strong>en</strong>de<br />
hoekpunt<strong>en</strong> concurr<strong>en</strong>t zijn.”<br />
Opgave 10 Desargues-oef<strong>en</strong>ing<br />
Gegev<strong>en</strong> twee lijn<strong>en</strong> l <strong>en</strong> m <strong>en</strong> e<strong>en</strong> punt P niet op l <strong>en</strong> niet op m, terwijl het snijpunt van<br />
l <strong>en</strong> m niet op het papier valt. Construeer de lijn die P verbindt met het snijpunt van l <strong>en</strong><br />
m.
14 HOOFDSTUK 1. DE HAND-OUT<br />
1.3 De dubbelverhouding<br />
De dubbelverhouding is e<strong>en</strong> van de meest fundam<strong>en</strong>tele concept<strong>en</strong> van de projectieve<br />
<strong>meetkunde</strong>. Daarom bested<strong>en</strong> we er in dit hoofdstuk aandacht aan <strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> we de<br />
dubbelverhouding om e<strong>en</strong> stelling te bewijz<strong>en</strong>.<br />
1.3.1 De definitie<br />
We nem<strong>en</strong> 4 punt<strong>en</strong> A, B, C <strong>en</strong> D, die all<strong>en</strong> op 1 lijn ligg<strong>en</strong> (zie figuur 1.4).<br />
Figuur 1.4: Definitie van de dubbelverhouding.<br />
We definiër<strong>en</strong> de dubbelverhouding dan als de verhouding AC AD : . De notatie voor<br />
BC BD<br />
de dubbelverhouding van punt<strong>en</strong> is dan (ABCD). Waarom we hem zo definiër<strong>en</strong> zal later<br />
duidelijk word<strong>en</strong>.<br />
Opgave 11<br />
Wat gebeurt er met de dubbelverhouding als D e<strong>en</strong> punt in het oneindige is?<br />
De duale<br />
Zoals elk goed projectief meetkundig concept betaamt kunn<strong>en</strong> we ook van de dubbelverhouding<br />
e<strong>en</strong> duale opstell<strong>en</strong>. We nem<strong>en</strong> dan 4 lijn<strong>en</strong> a, b, c <strong>en</strong> d, die all<strong>en</strong> door het punt<br />
M gaan (zie figuur 1.5).<br />
Figuur 1.5: De duale dubbelverhouding.<br />
We definiër<strong>en</strong> de dubbelverhouding dan als de verhouding sin(aMc)<br />
sin(bMc)<br />
voor deze dubbelverhouding is (abcd).<br />
sin(aMd)<br />
: . De notatie<br />
sin(bMd)
1.3. DE DUBBELVERHOUDING 15<br />
Equival<strong>en</strong>tie van definities<br />
Nu will<strong>en</strong> we bewijz<strong>en</strong> dat de beide dubbelverhouding<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijk hetzelfde zegg<strong>en</strong>. We<br />
krijg<strong>en</strong> dan de figuur 1.6. We will<strong>en</strong> dus bewijz<strong>en</strong> dat geldt (ABCD) = (abcd). Dit do<strong>en</strong><br />
Figuur 1.6: De dubbelverhouding van de lijn<strong>en</strong> is gelijk aan de dubbelverhouding van de<br />
punt<strong>en</strong>.<br />
we door gebruik te mak<strong>en</strong> van twee verschill<strong>en</strong>de formules voor de oppervlakte van e<strong>en</strong><br />
driehoek. We noem<strong>en</strong> de hoogte van △AMD met AD als basis h. Dit is dan tev<strong>en</strong>s de<br />
hoogtes voor de andere driehoek<strong>en</strong>.<br />
De oppervlakte van:<br />
• △AMC = h · AC<br />
2<br />
• △BMC = h · BC<br />
2<br />
• △AMD = h · AD<br />
2<br />
• △BMD = h · BD<br />
2<br />
= AM · MC · sin(aMc)<br />
2<br />
= BM · MC · sin(bMc)<br />
2<br />
= AM · MD · sin(aMd)<br />
2<br />
= BM · MD · sin(bMd)<br />
2<br />
Hieruit volgt bijna direct dat geldt AC AD sin(aMc) sin(aMd)<br />
: = : BC BD sin(bMc) sin(bMd) .<br />
Als de lijn<strong>en</strong> a, b, c <strong>en</strong> d zo beschrev<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door de punt<strong>en</strong> A, B, C, D <strong>en</strong> M dan wordt<br />
(abcd) ook wel geschrev<strong>en</strong> als M(ABCD).<br />
Opgave 12<br />
Wat gebeurt er als D e<strong>en</strong> punt in het oneindige is?<br />
De dubbelverhouding onder projectie<br />
Nu gaan we kijk<strong>en</strong> naar de dubbelverhouding van e<strong>en</strong> viertal punt<strong>en</strong> A, B, C <strong>en</strong> D die op<br />
e<strong>en</strong> lijn ligg<strong>en</strong> als we ze vanuit e<strong>en</strong> punt M op e<strong>en</strong> andere lijn projecter<strong>en</strong> (figuur 1.7).
16 HOOFDSTUK 1. DE HAND-OUT<br />
Figuur 1.7: Onder projectie verandert de dubbelverhouding niet.<br />
Omdat geldt dat M(ABCD) = M(A ′ B ′ C ′ D ′ ), moet geld<strong>en</strong> dat (ABCD) = (A ′ B ′ C ′ D ′ ).<br />
Dus kunn<strong>en</strong> we concluder<strong>en</strong> dat de dubbelverhouding behoud<strong>en</strong> blijft onder e<strong>en</strong> projectie<br />
vanuit e<strong>en</strong> punt (e<strong>en</strong> zog<strong>en</strong>aamde puntprojectie). Nu snap je waarschijnlijk waarom we de<br />
dubbelverhouding zo gedefiniëerd hebb<strong>en</strong>. Het is namelijk e<strong>en</strong> zeer handig als je weet dat<br />
e<strong>en</strong> verhouding onder projectie gelijk blijft.<br />
1.3.2 De stelling van Chasles<br />
De stelling van Chasles zegt dat de dubbelverhouding X(ABCD), met punt<strong>en</strong> A, B, C, D<br />
<strong>en</strong> X op e<strong>en</strong> niet ontaarde kegelsnede, niet afhangt van de keuze van X (figuur 1.8).<br />
Figuur 1.8: De stelling van Chasles voor e<strong>en</strong> cirkel.
1.3. DE DUBBELVERHOUDING 17<br />
Opgave 13<br />
1. Bewijs dat de stelling van Chasles klopt voor e<strong>en</strong> cirkel. (Bewijs dus voor figuur 1.8<br />
dat O(ABCD) = P(ABCD).)<br />
2. Leg uit waarom het dan ook voor andere kegelsned<strong>en</strong> klopt. (Hint: zie figuur 1.9.)<br />
Figuur 1.9: Dit plaatje kan je help<strong>en</strong> met Opgave 13.
18 HOOFDSTUK 1. DE HAND-OUT<br />
1.3.3 De stelling van Pascal<br />
De stelling van Pascal zegt dat als e<strong>en</strong> zeshoek (die niet convex hoeft te zijn) beschrev<strong>en</strong><br />
is in e<strong>en</strong> niet-ontaarde kegelsnede, de snijpunt<strong>en</strong> van de van overstaande zijd<strong>en</strong> op 1 lijn<br />
ligg<strong>en</strong> (zie figuur 1.10). De stelling van Pascal is e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eralisering van de stelling van<br />
Pappus, die hetzelfde zegt, maar dan over 6 punt<strong>en</strong> op 2 rechte lijn<strong>en</strong>.<br />
Opgave 14<br />
Figuur 1.10: De stelling van Pascal in actie.<br />
Bewijs de stelling van Pascal. (Zie de bijlage. B<strong>en</strong>oem de snijpunt<strong>en</strong> van de ellips met<br />
h <strong>en</strong> het snijpunt van AD met h, gebruik dan de dubbelverhouding <strong>en</strong> de stelling van<br />
Chasles.)
1.4. BRONNEN 19<br />
1.4 Bronn<strong>en</strong><br />
1. Ste<strong>en</strong>brugg<strong>en</strong>, Jan: <strong>Projectieve</strong> <strong>meetkunde</strong> in de elfde klas, Zeist, 2009<br />
2. Heyting, Ar<strong>en</strong>d: <strong>Projectieve</strong> <strong>meetkunde</strong>, Groning<strong>en</strong>, 1973<br />
3. http://www.cut-the-knot.org/Curriculum/Geometry/Chasles.shtml<br />
4. http://www.cut-the-knot.org/pythagoras/Chasles/SimpleChasles.shtml<br />
De universiteitsbibliotheek heeft allerlei boek<strong>en</strong> over projectieve <strong>meetkunde</strong>. E<strong>en</strong> overzicht<br />
staat op http://aleph.library.uu.nl/F/BUFBAJPM192LNJRH3118CAQHCCNNV4G56M7B7MG28XPCJBUR76<br />
func=find-b&find_code=WTI&request=projectieve+<strong>meetkunde</strong>&x=42&y=9.
20 HOOFDSTUK 1. DE HAND-OUT<br />
1.5 Bijlage<br />
Oneindig verkleurt
1.5. BIJLAGE 21<br />
Desargues
22 HOOFDSTUK 1. DE HAND-OUT
1.5. BIJLAGE 23<br />
De stelling van Pascal
24 HOOFDSTUK 1. DE HAND-OUT
Hoofdstuk 2<br />
De pres<strong>en</strong>tatie<br />
2.1 Bram<br />
In aanmerking g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> dat we de eerst<strong>en</strong> war<strong>en</strong>, ging de pres<strong>en</strong>tatie redelijk goed. De<br />
deelnemers begrep<strong>en</strong> de theorie uit mijn gedeelte (de inleiding) wel aardig, geloof ik,<br />
maar ze hadd<strong>en</strong> wat moeite met de inleid<strong>en</strong>de opgav<strong>en</strong>. Ik had me niet gerealiseerd dat<br />
het woord ‘verdwijnpunt’ <strong>en</strong> het begrip perspectieftek<strong>en</strong><strong>en</strong> voor sommig<strong>en</strong> volstrekt nieuw<br />
war<strong>en</strong>!<br />
In het algeme<strong>en</strong> vond m<strong>en</strong> de opgav<strong>en</strong> ook moeilijker dan wij gedacht hadd<strong>en</strong>: het blijkt<br />
erg moeilijk te zijn om geschrev<strong>en</strong> instructies op te volg<strong>en</strong> zonder duidelijk voorbeeld. Mocht<br />
deze pres<strong>en</strong>tatie dus volg<strong>en</strong>d jaar nog e<strong>en</strong> keer gegev<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, dan is het aan te bevel<strong>en</strong><br />
om e<strong>en</strong> beginnetje van elke opdracht voor te do<strong>en</strong>, of zelf de opdracht helemaal te do<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> paar minut<strong>en</strong> vertraging.<br />
Wat betreft de opbouw van het college <strong>en</strong> het dictaat is me nog wel iets interessants<br />
opgevall<strong>en</strong>. Wij hebb<strong>en</strong> ons college naar het model van de colleges van Jan Hog<strong>en</strong>dijk <strong>en</strong><br />
Aad Goddijn prober<strong>en</strong> te mak<strong>en</strong>. Dat hield eig<strong>en</strong>lijk in dat het college vooral uit opgav<strong>en</strong><br />
mak<strong>en</strong> (o.a. knipp<strong>en</strong> <strong>en</strong> plakk<strong>en</strong>) bestond <strong>en</strong> dat er in het dictaat vooral opgav<strong>en</strong> stond<strong>en</strong>.<br />
Er was dus weinig theorie tuss<strong>en</strong>door <strong>en</strong> in het dictaat is deze theorie redelijk informeel<br />
opgeschrev<strong>en</strong>.<br />
Het grappige is dat de groep<strong>en</strong> na ons het vaak totaal anders aanpakt<strong>en</strong>: zij besteedd<strong>en</strong><br />
dan in het college de meeste tijd aan het uitlegg<strong>en</strong> van theorie, met af <strong>en</strong> toe e<strong>en</strong><br />
opgave tuss<strong>en</strong>door. Hun dictaat was dan ook meer vormgegev<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> formele wiskundige<br />
verhandeling, met Definities, Stelling<strong>en</strong>, Lemma’s <strong>en</strong> Bewijz<strong>en</strong>. Je kunt je afvrag<strong>en</strong> wat<br />
beter bij Concrete Meetkunde past!<br />
Helaas war<strong>en</strong> er maar e<strong>en</strong> paar m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die mijn bonus-inleveropgave (Oneindig verkleurt)<br />
hadd<strong>en</strong> gedaan, maar die hadd<strong>en</strong> het over het algeme<strong>en</strong> wel goed.<br />
25
26 HOOFDSTUK 2. DE PRESENTATIE<br />
2.2 Irina<br />
Eerst hebb<strong>en</strong> wij e<strong>en</strong> bespreking met de begeleider (Jan Hog<strong>en</strong>dijk) gehad over wat de<br />
mogelijkhed<strong>en</strong> van de door ons gekoz<strong>en</strong> onderwerp war<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke kant<strong>en</strong> wij met onze<br />
pres<strong>en</strong>tatie op kond<strong>en</strong>. Dat vond ik heel handig omdat het meer inzicht gaf over wat van<br />
je verwacht werd.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> wij de onderwerp<strong>en</strong> verdeeld <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hand-out bedacht met de theorie,<br />
opdracht<strong>en</strong> <strong>en</strong> knipblader<strong>en</strong>. Wat ik vooral moeilijk vond aan het schrijv<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
handout is het duidelijk mak<strong>en</strong> van hoe de knipplaat in elkaar gezet moest word<strong>en</strong>, waar<br />
de punt<strong>en</strong> gezet <strong>en</strong> lijntjes getrokk<strong>en</strong> moest<strong>en</strong> word<strong>en</strong>, wat de bedoeling van de constructie<br />
was <strong>en</strong> wat m<strong>en</strong> erin kon zi<strong>en</strong>. Ik heb geprobeerd om het zo duidelijk mogelijk neer te zett<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> bedacht dat uitleg bij de pres<strong>en</strong>tatie de ingewikkelde aanwijzing<strong>en</strong> zou vergemakkelijk<strong>en</strong>.<br />
Ook bleek het mak<strong>en</strong> van de knipplaat zelf tijdrov<strong>en</strong>d, vooral vanwege gebrekkige<br />
k<strong>en</strong>nis van mogelijkhed<strong>en</strong> van het gebruikte programma (Geogebra). De resultaat vond ik<br />
wel goed. Achteraf gezi<strong>en</strong> was het misschi<strong>en</strong> handiger om e<strong>en</strong> bijlage bij opgave 10 te<br />
mak<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> positie van lijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> punt zo, dat e<strong>en</strong> constructie van oplossing in de<br />
meeste gevall<strong>en</strong> op papier paste. In de nieuwe versie van de handout is dat verbeterd.<br />
Na het mak<strong>en</strong> van de handout hebb<strong>en</strong> we met het groepje elkaars stukjes doorg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>,<br />
zodat we tijd<strong>en</strong>s de pres<strong>en</strong>tatie m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ook bij andermans opdracht<strong>en</strong> kond<strong>en</strong> help<strong>en</strong>.<br />
Achteraf gezi<strong>en</strong> was dat wel nuttig, vooral omdat onze stukjes over verschill<strong>en</strong>de onderwerp<strong>en</strong><br />
ging<strong>en</strong>. We hadd<strong>en</strong> daar eig<strong>en</strong>lijk meer tijd aan kunn<strong>en</strong> bested<strong>en</strong>. Ook hebb<strong>en</strong> wij<br />
e<strong>en</strong> planning gemaakt met knip-<strong>en</strong>-plakwerk in de pauze, wat tijd<strong>en</strong>s de pres<strong>en</strong>tatie goed<br />
van pas kwam.<br />
Tijd<strong>en</strong>s de pres<strong>en</strong>tatie bleek de uitleg van de knipplaat toch niet duidelijk te zijn, dus<br />
hebb<strong>en</strong> wij m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in de pauze nog meer uitleg gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> geholp<strong>en</strong> bij het in elkaar<br />
zett<strong>en</strong> van de constructie. Vrijwel iedere<strong>en</strong> heeft uiteindelijk het nogide aan de constructie<br />
opgemerkt <strong>en</strong> over de verklaring<strong>en</strong> ervoor nagedacht. Daarna kwam de uitleg van de<br />
theorie, die ook niet helemaal overkom<strong>en</strong> bleek te zijn, mogelijk doordat de schets niet<br />
duidelijk was doordat er veel lijn<strong>en</strong> <strong>en</strong> punt<strong>en</strong> in zat<strong>en</strong> die onduidelijk werd<strong>en</strong> aangegev<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> waarvan de constructie niet duidelijk g<strong>en</strong>oeg werd uitgelegd. De tweede opdracht ging<br />
veel beter, vooral doordat de vraagstelling duidelijk <strong>en</strong> zonder ingewikkelde constructies<br />
was. De ingewikkelde constructies kwam<strong>en</strong> echter van pas bij het oploss<strong>en</strong> van de opdracht,<br />
dus werd het als te moeilijk ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> door weinig<strong>en</strong> opgelost (met e<strong>en</strong> paar hints).<br />
De huiswerkopdracht na de pres<strong>en</strong>tatie was bedoeld om zeker van te zijn dat iedere<strong>en</strong><br />
t<strong>en</strong>minste wist waas de besprok<strong>en</strong> stelling over ging <strong>en</strong> de regels van dualisering toe kon<br />
pass<strong>en</strong>. Hier viel weinig over op te merk<strong>en</strong> (iedere<strong>en</strong> kwam eruit).
2.3. TOBIAS 27<br />
2.3 Tobias<br />
Naar mijn m<strong>en</strong>ing verliep onze pres<strong>en</strong>tatie redelijk goed. Wij moest<strong>en</strong> als eerste <strong>en</strong> hadd<strong>en</strong><br />
daarom ge<strong>en</strong> vergelijkingsmateriaal, wat aan de <strong>en</strong>e kant wel fijn was (ge<strong>en</strong> ding<strong>en</strong> die<br />
we “moest<strong>en</strong>” do<strong>en</strong> omdat ander<strong>en</strong> dat ook hadd<strong>en</strong> gedaan), maar de andere kant niet zo<br />
fijn (we wist<strong>en</strong> namelijk niet wat wel <strong>en</strong> niet werkte <strong>en</strong> wat er precies van ons verwacht<br />
werd).<br />
Wat ik bij onze pres<strong>en</strong>tatie goed vond gaan was de opbouw. We begonn<strong>en</strong> duidelijk<br />
met e<strong>en</strong> inleiding <strong>en</strong> de basis van projectieve <strong>meetkunde</strong> <strong>en</strong> werkt<strong>en</strong> toe naar de stelling<strong>en</strong><br />
die we kond<strong>en</strong> bewijz<strong>en</strong> met behulp van de projectieve <strong>meetkunde</strong>. Verder vond<br />
ik de begeleiding door de heer Hog<strong>en</strong>dijk goed <strong>en</strong> hielp hij ons goed op weg met onze<br />
pres<strong>en</strong>tatie.<br />
Wat bij ons wat minder ging is dat we niet allemaal ev<strong>en</strong> goed kond<strong>en</strong> help<strong>en</strong> bij<br />
elkaars opgav<strong>en</strong>. We hadd<strong>en</strong> van te vor<strong>en</strong> beter elkaars opdracht<strong>en</strong> door moet<strong>en</strong> nem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de problem<strong>en</strong> er uit hal<strong>en</strong>. Verder hadd<strong>en</strong> we waarschijnlijk wat eerder moet<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>.<br />
Onze inleveropgav<strong>en</strong> werd<strong>en</strong> goed gemaakt (we hadd<strong>en</strong> er twee die het onvoldo<strong>en</strong>de<br />
hadd<strong>en</strong> gemaakt, waarvan e<strong>en</strong>tje e<strong>en</strong> verkeerde conclusie had getrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> de ander gewoon<br />
lui was geweest). Wel kreeg ik het idee dat de meeste m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> bij mijn inleveropgave<br />
het antwoord letterlijk van het internet hadd<strong>en</strong> geplukt. Dit kwam voornamelijk omdat ze<br />
dezelfde notatie hadd<strong>en</strong> gebruikt als de site waar ik mijn informatie vandaan had gehaald.<br />
Maar waarschijnlijk komt dat omdat de opgave niet heel erg makkelijk was. Persoonlijk<br />
vind ik het niet heel erg dat ze het van internet hebb<strong>en</strong> gehaald, zolang ze het bewijs maar<br />
door hebb<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> <strong>en</strong> het begrijp<strong>en</strong>.
28 HOOFDSTUK 2. DE PRESENTATIE
Hoofdstuk 3<br />
Antwoord<strong>en</strong> bij de opgav<strong>en</strong><br />
Opgave 2<br />
E<strong>en</strong> translatie is ook op te vatt<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> (kleine) rotatie om e<strong>en</strong> oneindig ver punt.<br />
Opgave 3<br />
Opgave 4<br />
Opgave 5<br />
Door vlakk<strong>en</strong> in punt<strong>en</strong> te verander<strong>en</strong> <strong>en</strong> vice versa.<br />
Opgave 6<br />
1. Zie voor de lijn<strong>en</strong>waaier om e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>lijk punt figuur 1.1. De lijn<strong>en</strong>waaier om e<strong>en</strong><br />
oneig<strong>en</strong>lijk punt is e<strong>en</strong> reeks ev<strong>en</strong>wijdige lijn<strong>en</strong> in de richting van het punt.<br />
2. De rotatie om e<strong>en</strong> oneig<strong>en</strong>lijk punt wordt e<strong>en</strong> translatie.<br />
3. De vlakk<strong>en</strong> die voortkom<strong>en</strong> uit het punt in het oneindige word<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wijdig.<br />
29
30 HOOFDSTUK 3. ANTWOORDEN BIJ DE OPGAVEN<br />
4. Hieronder staan schetsjes van hoe deze opdracht uitgewerkt zou kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. Ze<br />
vorm<strong>en</strong> ook direct e<strong>en</strong> toelichting op de vorige subvraag.
Opgave 7<br />
31
32 HOOFDSTUK 3. ANTWOORDEN BIJ DE OPGAVEN<br />
Opgave 8<br />
Beschouw OABC als e<strong>en</strong> piramide. Dan is A ′ B ′ C ′ e<strong>en</strong> doorsnede van die piramide met<br />
e<strong>en</strong> vlak a. De lijn<strong>en</strong> AB <strong>en</strong> A ′ B ′ ligg<strong>en</strong> beide in het zijvlak OAB <strong>en</strong> zijn niet ev<strong>en</strong>wijdig,<br />
dus ze snijd<strong>en</strong>. Omdat AB in het grondvlak ligt <strong>en</strong> A ′ B ′ in a, ligt hun snijpunt dus op de<br />
snijlijn van a <strong>en</strong> de grond, dus op de grondlijn g. Idem voor Q <strong>en</strong> R. Dus P, Q <strong>en</strong> R ligg<strong>en</strong><br />
op één lijn. De snijpunt<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> dus allemaal op de snijlijn van de vlakk<strong>en</strong> ABC <strong>en</strong> A ′ B ′ C ′ .<br />
Opgave 9<br />
Stelling<br />
Als de drie verbindingslijn<strong>en</strong> van de corresponder<strong>en</strong>de hoekpunt<strong>en</strong> van twee driehoek<strong>en</strong><br />
ABC <strong>en</strong> A ′ B ′ C ′ door één punt gaan, dan ligg<strong>en</strong> de snijpunt<strong>en</strong> van de par<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komstige<br />
zijd<strong>en</strong> op één lijn (zie tek<strong>en</strong>ing).<br />
Duale<br />
Als de snijpunt<strong>en</strong> van par<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komstige zijd<strong>en</strong> van twee driehoek<strong>en</strong> abc <strong>en</strong> a’b’c’ op<br />
één lijn ligg<strong>en</strong>, dan gaan de verbindingslijn<strong>en</strong> van de overe<strong>en</strong>komstige hoekpunt<strong>en</strong> door<br />
één punt.<br />
De stelling is dus zelfduaal.
Opgave 10<br />
E<strong>en</strong> aanpak van het probleem is het construer<strong>en</strong> van twee driehoek<strong>en</strong> die puntperspectief<br />
zijn in het snijpunt van l <strong>en</strong> m <strong>en</strong> waarvan P e<strong>en</strong> hoekpunt is, die met het snijpunt<br />
verbond<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong>. Hoewel het snijpunt niet op papier valt, zijn de driehoek<strong>en</strong> te<br />
construer<strong>en</strong> als je bed<strong>en</strong>kt dat ze volg<strong>en</strong>s de stelling van Desargues ook lijnperspectief<br />
zijn, <strong>en</strong> lijnperspectieve driehoek<strong>en</strong> prima op papier te construer<strong>en</strong> zijn. Daarvoor kan m<strong>en</strong><br />
als volgt te werk gaan:<br />
1. Kies e<strong>en</strong> willekeurig punt op m, noem hem Q <strong>en</strong> e<strong>en</strong> willekeurige punt op l, noem<br />
hem R <strong>en</strong> construeer e<strong>en</strong> driehoek PQR, bijvoorbeeld zoals in figuur 1.<br />
2. Kies e<strong>en</strong> nieuw willekeurig punt op m, noem hem Q ′ , <strong>en</strong> e<strong>en</strong> willekeurig punt op<br />
l, noem hem R ′ , zo dat ze de lijn QR op papier snijd<strong>en</strong>. Noem het snijpunt A,<br />
bijvoorbeeld zoals in figuur 2.<br />
3. Tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> willekeurige lijn vanuit Q ′ , zo dat de lijn <strong>en</strong> QB elkaar op papier snijd<strong>en</strong>.<br />
Noem het snijpunt B <strong>en</strong> tek<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lijn door AB, bijvoorbeeld zoals in figuur 3.<br />
4. Tek<strong>en</strong> de lijn door R ′ zo, dat de lijn met RP op de lijn AB snijdt <strong>en</strong> noem het snijpunt<br />
van de lijn met Q ′ B P ′ , bijvoorbeeld zoals in figuur 4.<br />
5. De gevraagde lijn gaat door P <strong>en</strong> P ′ .<br />
De geconstrueerde driehoek<strong>en</strong> PQR <strong>en</strong> P ′ Q ′ R ′ zijn lijnperspectief in de lijn door de<br />
snijpunt<strong>en</strong> van overe<strong>en</strong>komstige zijdes (lijn AB), <strong>en</strong> dus volg<strong>en</strong>s de stelling van Desargues<br />
ook puntperspectief in het snijpunt van lijn<strong>en</strong> door overe<strong>en</strong>komstige hoekpunt<strong>en</strong> (dus lijn<strong>en</strong><br />
l <strong>en</strong> m <strong>en</strong> PP ′ ). Dus PP ′ gaat door het snijpunt van l <strong>en</strong> m.<br />
33
34 HOOFDSTUK 3. ANTWOORDEN BIJ DE OPGAVEN
Opgave 11<br />
Als punt D in het oneindige ligt wordt de dubbelverhouding alle<strong>en</strong> bepaalt door AC . Dit BC<br />
op kan vatt<strong>en</strong> als de volg<strong>en</strong>de limiet:<br />
komt omdat je dan het AD<br />
BD<br />
x − A<br />
lim<br />
x→∞ x − B<br />
1 −<br />
= lim<br />
x→∞<br />
A<br />
x<br />
1 − B<br />
x<br />
= 1 − 0<br />
1 − 0<br />
35<br />
= 1 (3.1)<br />
Opgave 12<br />
Als het punt D in het oneindige ligt wordt de verhouding alle<strong>en</strong> bepaald door AC<br />
BC =<br />
sin(aMc) sin(aMd)<br />
: (zie voor uitleg het antwoord op de vorige vraag). De lijn MD komt dan<br />
sin(bMc) sin(bMd)<br />
parallel te ligg<strong>en</strong> aan de lijn AD, maar verder kunn<strong>en</strong> we niks over de dubbelverhouding<br />
van de hoek<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong>.<br />
Opgave 13<br />
1. Omdat beide O <strong>en</strong> P beide op de grote boog AB ligg<strong>en</strong> geldt dat ∠AOB = ∠APB.<br />
En idem dito voor:<br />
• ∠AOC = ∠APC<br />
• ∠BOC = ∠BPC<br />
• ∠AOD = ∠APD<br />
• ∠BOD = ∠BPD<br />
En hieruit kan je concluder<strong>en</strong> dat moet geld<strong>en</strong>:<br />
sin(AOC)<br />
sin(BOC)<br />
: sin(AOD)<br />
sin(BOD)<br />
= sin(APC)<br />
sin(BPC)<br />
Dus geldt dat O(ABCD) = P(ABCD).<br />
: sin(APD)<br />
sin(BPD)<br />
2. Het plaatje laat zi<strong>en</strong> dat alle niet ontaarde kegelsned<strong>en</strong> e<strong>en</strong> puntprojectie van e<strong>en</strong><br />
cirkel zijn. En we hebb<strong>en</strong> al bewez<strong>en</strong> dat de dubbelverhouding onder puntprojectie<br />
gelijk blijft.
36 HOOFDSTUK 3. ANTWOORDEN BIJ DE OPGAVEN<br />
Opgave 14<br />
Verder noem<strong>en</strong> we het snijpunt van EF <strong>en</strong> h R <strong>en</strong> het snijpunt van BC met h noem<strong>en</strong> we<br />
S. Als je de aanwijzing<strong>en</strong> volgt krijg je het volg<strong>en</strong>de plaatje: En dan kunn<strong>en</strong> we (m.b.v. de<br />
equival<strong>en</strong>tie van de dubbelverhouding<strong>en</strong> <strong>en</strong> de stelling van Chasles) het volg<strong>en</strong>de zegg<strong>en</strong>:<br />
(LQRM) = F(LAEM)<br />
= D(LAEM)<br />
= (LT PM)<br />
= A(LDBM)<br />
= C(LDBM) = (LQSM)<br />
Omdat de dubbelverhouding volledig door zijn punt<strong>en</strong> wordt bepaald moet dus wel geld<strong>en</strong><br />
dat R = S.