reflectie - J.P. Hogendijk

Reacties via het evaluatieformulier
Waardering:
Onze presentatie werd 13x met ‘goed’ beoordeeld, 2x voldoende en 1x voldoende/goed.
Opbouw:
In het algemeen is de mening over de opbouw van onze presentatie positief. Er is een goede opbouw
van eerst de geschiedenis en vervolgens stapsgewijs werken naar het ontwerpen van een muqarnas
(element). Ook de begeleiding in constructies en opdrachten wordt goed gevonden.
Wel worden er enkele aandachtspunten genoemd. Zo wordt de tip gegeven om in de inleiding een
overzicht te geven van wat er in de presentatie allemaal gaat komen.
Verder zou ook het begrip ‘muqarnas’ al in het begin uitgelegd moeten worden, voordat er mee
gewerkt wordt. Tot slot wordt het tweede deel van de presentatie te snel en soms nog onduidelijk
gevonden.
Er moet meer aandacht gestoken worden in de uitleg van de graventheorie en het gebruik van de
kleuren rood en blauw in de plattegronden.
Als laatste tip wordt nog gegeven om meer in te gaan op hoe het patroon ontstaat. Hoe dit in het
filmpje werd laten zien bleek te snel te gaan.
Goed te volgen voor niet‐bèta‐studenten?:
De workshop zou goed te volgen te zijn voor studenten die geen bètastudie doen. Over het algemeen
wordt gevonden dat er weinig harde wiskunde in de presentatie zit en dat het ‘vooral knip‐en‐plak
werk’ is.
Wel wordt genoemd dat de constructie van de gebogen zijde, vooral het construeren van de
cirkelboog, mogelijk te moeilijk zal zijn. Ook moet de graventheorie of worden weggelaten of worden
vergemakkelijkt. Er zal meer uitleg nodig zijn bij het zetten van de pijlen in de plattegronden.
Afwisseling tussen theorie en praktijk:
De meeste mensen vonden de afwisseling tussen theorie en praktijk in evenwicht. Er is een goede
opbouw van eerst theorie en gaandeweg steeds meer praktijk. Een aantal vinden dat er meer praktijk
dan theorie is. Zo mag er meer theorie in de presentatie komen, vooral in de graventheorie. Ook
wordt gezegd dat de vele praktijk waarschijnlijk ten kostte is gegaan van de theorie die nu nog niet is
behandeld.
Verbeterpunten:
Als verbeterpunten worden voornamelijk praktische zaken genoemd. Zo zou een groter
projectiescherm en plakband in plaats van lijm beter zijn. Ook moet er gekeken worden naar de
tijdsindeling en hoe we de pauze gebruiken. Verder moeten we ervoor zorgen dat het bouwen van
de muqarnas op het eind echt goed gaat, dus alle elementen zonder fouten en eerst zelf uitproberen.
Een laatste verbeterpunt die we zeker kunnen gebruiken is: ‘Denk aan je houding en vertel het
spannender.’
Positieve en negatieve elementen per persoon:
Over het algemeen vinden onze medestudenten dat we goede kennis van zake hebben en met een
duidelijke stem de informatie overbrengen. Ook onze presentatiestijl van ieder afzonderlijk wordt
positief beoordeeld.
Bart Post
Een goede, historische inleiding, goed verhaal, enthousiast en ontspannen vertelt. Let op dat je niet
met je hand in je broekzak staat of met de aanwijsstok gaat jongleren. Kijk af en toe de zaal in en
probeer enthousiaster over de komen.
Maartje van der Veen

Duidelijk, helder en rustige gesproken. Goede uitleg, oplettend en enthousiast. ‘En top die
bouwplaten gemaakt!’ Controleer tijdens je presentatie wel of de informatie goed is over gekomen
en gebruik kleurkrijt in de constructies.
Koen Jeene
Enthousiast, behulpzaam en goede uitleg tijdens de opdrachten. Goed dat je ook rondliep tijdens de
opdrachten. Zorg wel voor verbetering in de uitleg van de pijlen en zorg dat je de stof van de anderen
ook kent.
Inleveropgaven
De inleveropgaven zijn door enkelen niet ingeleverd. Deze zijn dan met onvoldoende beoordeeld.
Iedereen had de oppervlakte goed bepaald. Het bleek echter dat de tweede inleveropgave net iets te
moeilijk was. Dit kwam voornamelijk omdat de stof hierover op college niet duidelijk genoeg aan bod
is gekomen. Er waren studenten die beide opgaven goed hadden en deze zijn dan ook met een goed
beoordeeld. De rest is met een voldoende beoordeeld als ze opdracht 1 goed hadden maar 2 niet.
Overige opmerkingen
Een opmerking waar we nog misschien aan kunnen werken is dat de definities slordig waren en de
wiskundige kant minder uitgebreid werd behandeld. Als laatste nog ‘leuk onderwerp’ en: ‘Allemaal
goed verhaal, goed in de stof en duidelijk gesproken’. Die kunnen we in ons zak steken.