28.09.2013 Views

download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift

download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift

download de pdf - Holland Historisch Tijdschrift

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

10.000 voor Christus met het ontstaan en <strong>de</strong> ontwikkeling<br />

van het (Noord-)<strong>Holland</strong>se veen, <strong>de</strong> bestuurlijke<br />

geschie<strong>de</strong>nis begint bij koning Radbod<br />

en <strong>de</strong> duistere eerste graven van <strong>Holland</strong> en het<br />

hoofdstuk over het Mijzer kerkje vangt aan met <strong>de</strong><br />

Ierse monnik Columba. Mijns inziens had<strong>de</strong>n<br />

<strong>de</strong>ze inleidingen wel een stuk korter gekund. Ver<strong>de</strong>r<br />

zijn er wat kleine foutjes in <strong>de</strong> druk gemaakt<br />

zoals het ontbreken van een legenda bij kaartjes en<br />

foutieve verwijzingen naar <strong>de</strong> kaartenbijlage. Maar<br />

dat neemt niet weg dat het boek over <strong>de</strong> Mijzenpol<strong>de</strong>r<br />

een aanwinst is voor diegenen die interesse<br />

hebben in <strong>de</strong> Noord-<strong>Holland</strong>se waterstaatsgeschie<strong>de</strong>nis.<br />

Katja Bossaers<br />

G. Chr. Kok, In dienst van het recht. Uit <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage en <strong>de</strong> daaraan voorafgegane<br />

hoven (1428-he<strong>de</strong>n). (Hilversum: Verloren,<br />

2005). geïll., 350 blz. isbn 90 6550 879 1.<br />

Deze mooi verzorg<strong>de</strong> uitgave heeft betrekking op<br />

een, alleen al door zijn ou<strong>de</strong>rdom eerbiedwaardig<br />

rechtscollege, dat wij kunnen beschouwen als <strong>de</strong><br />

erfgenaam van het in 1428 door Jacoba van Beieren<br />

en Philips <strong>de</strong> Goe<strong>de</strong> in het leven geroepen Hof van<br />

<strong>Holland</strong>. De auteur is een gewezen presi<strong>de</strong>nt,<br />

thans raadsheer, die zich beschei<strong>de</strong>n voorstelt als<br />

liefhebber van <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis, geen professioneel<br />

rechtshistoricus. Insi<strong>de</strong>rs weten echter dat hij<br />

zijn sporen verdiend heeft als publicist op historisch<br />

gebied, ook van een ‘column’ in een interne<br />

uitgave van het Hof, waarvan dit boek in zekere zin<br />

het vervolg dan wel <strong>de</strong> na<strong>de</strong>re uitwerking lijkt te<br />

zijn.<br />

De auteur heeft gekozen voor een behan<strong>de</strong>ling<br />

in twintig korte hoofdstukken, gevolgd door een<br />

epiloog. De tekst van dat twintigtal is steeds als het<br />

ware gecomponeerd rondom een beschouwing<br />

over <strong>de</strong> betekenis van één of twee figuren in <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis<br />

van het Hof en zijn voorgangers. In het<br />

eerste hoofdstuk valt <strong>de</strong> benaming op van Hof van<br />

<strong>Holland</strong>, Zeeland ‘en West-Friesland’. Deze houdt<br />

ongetwijfeld verband met het late tijdstip waarop<br />

laatstgenoemd gewest tot het Graafschap <strong>Holland</strong><br />

is gaan behoren, wat lange tijd een soort status<br />

aparte als consequentie heeft gehad.<br />

Gegeven <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re betekenis van het Hof<br />

door <strong>de</strong> eeuwen heen ligt het voor <strong>de</strong> hand dat men<br />

in zijn geschie<strong>de</strong>nis vele markante personen en<br />

Boekbesprekingen 127<br />

cruciale gebeurtenissen ontmoet. Mr. Nicolaes<br />

Everaerts (1461-1532) moet een eminent jurist geweest<br />

zijn: hij bracht het tot lid van <strong>de</strong> Grote Raad<br />

te Mechelen en daarna tot presi<strong>de</strong>nt van het Hof<br />

van <strong>Holland</strong>, een uitzon<strong>de</strong>rlijke promotie omdat<br />

toentertijd <strong>de</strong> stadhou<strong>de</strong>r normaliter als presi<strong>de</strong>nt<br />

fungeer<strong>de</strong>. Een schitteren<strong>de</strong> loopbaan sloot hij af<br />

als presi<strong>de</strong>nt van <strong>de</strong> Grote Raad. Zijn opvolger in<br />

Den Haag, mr. Geryt van Assen<strong>de</strong>lft, heeft ook een<br />

goe<strong>de</strong> reputatie als jurist nagelaten maar is vooral<br />

bekend gewor<strong>de</strong>n door het valsmunterijschandaal<br />

waarbij zijn zoon betrokken was.<br />

Wat <strong>de</strong> 17 e eeuw betreft, wordt ruime aandacht<br />

besteed aan het proces tegen Johan van Ol<strong>de</strong>nbarnevelt<br />

en <strong>de</strong> moord op <strong>de</strong> gebroe<strong>de</strong>rs De Witt. Tot<br />

<strong>de</strong> 24 le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> speciale rechtbank waarvoor<br />

Van Ol<strong>de</strong>nbarnevelt terechtstond, behoor<strong>de</strong>n er<br />

vier tot het Hof. In het proces tegen Cornelis <strong>de</strong><br />

Witt conclu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> het Hof tot vrijspraak maar het<br />

heeft in <strong>de</strong>ze zaak ver<strong>de</strong>r weinig ruggengraat getoond,<br />

“als het juist is”, schrijft Kok op blz. 56, dat<br />

het hem toch veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong> tot eeuwige verbanning<br />

en verlies van zijn ambten om ergernis bij <strong>de</strong> stadhou<strong>de</strong>r<br />

en het gepeupel te voorkomen.<br />

Mr. J. Th. Royer (1737-1807) krijgt in dit boek<br />

eigenlijk vooral aandacht als kunstverzamelaar en<br />

China-kenner. Misschien kunnen wij dit beschouwen<br />

als een indicatie dat het Hof in <strong>de</strong> 18 e eeuw tot<br />

1795 een weinig turbulente en juridisch gezien ook<br />

niet erg belangwekken<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> beleef<strong>de</strong>. Na <strong>de</strong><br />

totstandkoming van <strong>de</strong> Bataafsche Republiek voltrokken<br />

zich echter drastische veran<strong>de</strong>ringen. De<br />

rechterlijke organisatie ging bij herhaling op <strong>de</strong><br />

schop (hierbij speel<strong>de</strong> mr. C.F. van Maanen een<br />

belangrijke rol, ooit procureur-generaal en advocaat-fiscaal<br />

bij het Hof van <strong>Holland</strong> en uitein<strong>de</strong>lijk<br />

minister van Justitie en minister van Staat). Inmid<strong>de</strong>ls<br />

(enkele overgangsperio<strong>de</strong>n laat ik buiten<br />

beschouwing) had het Hof van <strong>Holland</strong> plaats gemaakt<br />

voor het Keizerlijk Gerechtshof en dit weer<br />

voor het Provinciaal Gerechtshof (na 1842 ‘van<br />

Zuid-<strong>Holland</strong>’).<br />

Begin 1876 werd het Provinciaal Gerechtshof<br />

veran<strong>de</strong>rd in het Gerechtshof te ’s-Gravenhage<br />

met een uitgebrei<strong>de</strong>r ressort waartoe ook Zeeland<br />

behoor<strong>de</strong>, zoals vroeger ook zo lang het geval was<br />

geweest. In 1901 betrok het Hof een nieuw gebouw,<br />

het voormalige paleis van Prins Fre<strong>de</strong>rik<br />

aan het Korte Voorhout, waar zich nu het ministerie<br />

van Financiën bevindt. Dit Paleis van Justitie<br />

bleef in gebruik tot 5 maart 1945, toen het werd<br />

verwoest als gevolg van het bombar<strong>de</strong>ment op het

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!