Maandblad uitgegeven door de Vereeniging - Vereniging tegen de ...
Maandblad uitgegeven door de Vereeniging - Vereniging tegen de ...
Maandblad uitgegeven door de Vereeniging - Vereniging tegen de ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
gen meer heil, al zullen zij niet zoo spoedig tot het<br />
gewenschte doel lei<strong>de</strong>n. Vooreerst <strong>de</strong> betere ontwikkeling<br />
van het volk. De opvoeding in school<br />
en huis zal op <strong>de</strong>gelijker grondslagen gevestigd<br />
moeten wor<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> reeksen van<br />
scholen zal naast <strong>de</strong> kennis van meer an<strong>de</strong>re zaken,<br />
<strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong> samenstelling en verrichtingen<br />
van ons eigen lichaam een vereischte moeten<br />
zijn. Daarnevens zullen <strong>de</strong> hoofdbeginselen<br />
<strong>de</strong>r gezondheidsleer en leef rege 1 kun<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen<br />
van studie moeten uitmaken. De algemeene<br />
kennis, die daar<strong>door</strong> verkregen wordt, zal <strong>de</strong> oogen<br />
al vroegtijdig doen openen voor <strong>de</strong> listig en onzinnig<br />
gestel<strong>de</strong> aanbevelingen en <strong>de</strong> ooren gesloten<br />
doen blijven voor schetteren<strong>de</strong> klanken van <strong>de</strong><br />
kwakzalvers. De gezondheid en <strong>de</strong> beurs zullen er<br />
wel bij varen.<br />
Wij doen in <strong>de</strong> eerste plaats een beroep op onze<br />
lezers en lezeressen, om <strong>de</strong> noodige kennis op te<br />
doen van <strong>de</strong> hoofdbeginselen <strong>de</strong>r leefregelkunst en<br />
van <strong>de</strong> samenstelling en verrichtingen van ons lichaam.<br />
Leest ook <strong>de</strong> geschriften van <strong>de</strong> <strong>de</strong>gelijke<br />
en onbaatzuchtige mannen, die het kwaad, waarover<br />
wij in dit hoofdstuk han<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n, trachten te<br />
bestrij<strong>de</strong>n. Alleen <strong>door</strong> algemeene samenwerking<br />
is <strong>de</strong> fnuiking van het kwaad mogelijk. Een<br />
verlichte openbare meening is het krachtigste wapen,<br />
om <strong>de</strong> rid<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>r duisternis en van het bedrog<br />
te bestrij<strong>de</strong>n. Zij alleen kan het kwaad<br />
voor goed uitroeien ; zij kan <strong>de</strong> duurzaamste en<br />
doeltreffendste straffen aan <strong>de</strong> verlei<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>r onkun<strong>de</strong><br />
opleggen ; zij kan ze voor goed uit <strong>de</strong> maatschappij<br />
bannen, ze voor altijd onscha<strong>de</strong>lijk<br />
maken.<br />
BERICHTE<br />
Meer vrijheid in <strong>de</strong> uitoefening van <strong>de</strong><br />
geneeskunst.<br />
R."<br />
Naar aanleiding van het in 1913 aan <strong>de</strong> Koningin gerichte<br />
adres van <strong>de</strong> heeren mr. S. VAN HOUTEN, fh.::.<br />
mr. R. O. VAN HOLTHE TOT ECHTEN en mr. J. A. VAN<br />
HAMEL, hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> verzoek om wijziging van <strong>de</strong> betrokken<br />
wette'ijke bepa'ingen, die meer vrijheid in<br />
<strong>de</strong> uitoefening van <strong>de</strong> geneeskunst schept, heeft, op<br />
verzoek van <strong>de</strong>n minister van binnen ] andsche zaken,<br />
<strong>de</strong> Ceutra'e Gezondheidsraad een advies uitgebracht.<br />
Daarin wordt gezegd :<br />
,,Door adressanten wordt <strong>de</strong> gewenschte wijziging<br />
nog na<strong>de</strong>r omschreven, waar zij zeggen : „Wat theoretisch<br />
en practisch.... van overheidswege noodig<br />
is, is dit :<br />
1. <strong>de</strong> menschheid vrij te *aten behan<strong>de</strong>'ing te zoeken<br />
daar, waar zij zulks wenscht en leniging of genezing<br />
van kwa'en meent te zullen vin<strong>de</strong>n ;<br />
2. te waken <strong>tegen</strong> misleiding, misbruik van vertrouwen,<br />
aannemen van valse he titels, speculatie op<br />
<strong>de</strong> onwetendheid van het publiek ;<br />
3. strafvervolging van onverantwoor<strong>de</strong>lijke ,,kunstfouten"<br />
en bena<strong>de</strong>eling van lijf of gezondheid van an<strong>de</strong>ren,<br />
<strong>door</strong> onbekwaamheid en onvoorzichtigheid, —<br />
in beginsel gelijkelijk voor artsen en niet-ar^sen ;<br />
-4. Zorg voor behoorlijke <strong>de</strong>skundige opleiding en<br />
examineering voor bepaal<strong>de</strong> beroepen (arts, tandarts,<br />
vroedvrouw, e.a.)"<br />
Het <strong>door</strong> adressanten met hun verzoek aanhangig gemaakte<br />
vraagstuk is zeer veelzijdig en niet alle overwegingen,<br />
die daarbij moeten gel<strong>de</strong>n, liegen binnen<br />
het terrein, waarop <strong>de</strong> Centrale Gezondheidsraad tot<br />
ooi<strong>de</strong>elen bevoegd is. De Raad heeft dan ook gemeend,<br />
zich in zijn advies te moeten bepalen tot hetgeen meer<br />
in het bijzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> belangen <strong>de</strong>r volksgezondheid betreft.<br />
Na uitvoerige voorbereiding <strong>door</strong> een commissie uit<br />
zijn mid<strong>de</strong>n, die adressanten en tal van an<strong>de</strong>re personen<br />
ook uit <strong>de</strong>n kring <strong>de</strong>r onbevoeg<strong>de</strong> uitoefenaren<br />
van <strong>de</strong> geneeskunst heeft meenen te moeten hooren<br />
als <strong>de</strong>skundigen, heeft <strong>de</strong> Raad in zijn verga<strong>de</strong>ring zelf<br />
ook <strong>de</strong> heeren VAN HOUTEN, VAN HOLTHE TOT ECH<br />
TEN en VAN HAMEL gehoord.<br />
De voornaamste wensch van adressanten is wel ,.<strong>de</strong><br />
menschheid vrij te laten behan<strong>de</strong>ling te zoeken daar,<br />
waar zij zulks wenscht en leniging of genezing van<br />
kwalen meent te zullen vin<strong>de</strong>n." Naar zij meenen, zal<br />
<strong>door</strong> <strong>de</strong>ze vrijheid <strong>de</strong> volksgezondheid niet wor<strong>de</strong>n<br />
geschaad, terwijl an<strong>de</strong>re volksbelangen zeer zou<strong>de</strong>n<br />
wor<strong>de</strong>n gebaat.<br />
Wat ,,<strong>de</strong> an<strong>de</strong>re volksbelangen" betreft, <strong>de</strong> Raad<br />
onthoudt zich van een oor<strong>de</strong>el daarover. Uitsluitend<br />
het oog hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, op <strong>de</strong> belangen <strong>de</strong>r volksgezondheid<br />
meent hij het volgen<strong>de</strong> te moeten opmerken.<br />
De wet van 1 Juni 1865 Stbl. no. 60, regelen<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />
uitoefening van <strong>de</strong> geneeskunst, bepaal<strong>de</strong>, dît <strong>de</strong> uitoefening<br />
van <strong>de</strong> geneeskunst, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> wet het<br />
verleenen van genees-, heel- of verloskundigen raad<br />
of bijstand als bedrijf verstaat, alleen geoorloofd is<br />
aan <strong>de</strong>genen, aan wie <strong>de</strong> bevoegdheid daartoe volgens<br />
<strong>de</strong> wet is toegekend.<br />
De wetgever meen<strong>de</strong> op die wijze, in het belang van<br />
<strong>de</strong> volksgezondheid, te zullen voorkomen, dat er geneeskun<strong>de</strong><br />
werd uitgeoefend <strong>door</strong> an<strong>de</strong>ren dan die<br />
daartoe wettelijk bevoegd waren. Werd dat doei bereikt,<br />
dan zou er, daar er geen geneeskunst onbevoeg<strong>de</strong>lijk<br />
uitgeoefend werd, ook geen sprake kunnen zijn<br />
van scha<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> volksgezondheid <strong>door</strong> onbevoeg<strong>de</strong><br />
uitoefening toegebracht. Niet bestaan<strong>de</strong> kwakzalvers<br />
zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> volksgezondheid natuurlijk niet kunnen bena<strong>de</strong>elen.<br />
Jarenlange ervaring evenwel heeft geleerd, dat het<br />
in 1865 beoog<strong>de</strong> doel niet is bereikt. De onbevoeg<strong>de</strong><br />
uitoefening van <strong>de</strong> geneeskunst is niet noemenswaard<br />
voorkomen. En het is al zeer onwaarschijnlijk te achten,<br />
dat het met <strong>de</strong> bovenaangehaal<strong>de</strong> bepaling als<br />
staand recht ooit an<strong>de</strong>rs zal wor<strong>de</strong>n. Ook zij, die in <strong>de</strong>n<br />
Raad <strong>de</strong> meest overtuig<strong>de</strong> voorstan<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> <strong>tegen</strong>woordige<br />
regeling waren, hebben zelfs geen poging<br />
gedaan om het <strong>tegen</strong><strong>de</strong>el te beweren, daargelaten of<br />
zij daarbij geslaagd zou<strong>de</strong>n zijn. Er zijn er dus vermoe<strong>de</strong>lijk<br />
niet velen, die op dit punt nog verwachtingen<br />
koesteren. Het heeft dan ook weinig nut, na te<br />
gaan, of wellicht thans een an<strong>de</strong>re toestand zou bestaan,<br />
wanneer <strong>de</strong> wetshandhaving voortdurend an<strong>de</strong>rs<br />
ware geweest. Die wetshandhaving nu nog te<br />
veran<strong>de</strong>ren, acht <strong>de</strong> - Raad niet wel mogelijk meer.<br />
Niemand kan blind zijn voor het feit, dat <strong>de</strong> rechtsovertuiging<br />
op dit punt in bree<strong>de</strong> lagen <strong>de</strong>r bevolking<br />
een an<strong>de</strong>re is gewor<strong>de</strong>n dan die, welke aan <strong>de</strong> wet van<br />
1865 ten grondslag lag. De onvoldoen<strong>de</strong> gebleken wetsbepalingen<br />
hebben geleid tot een toestand, waarvan<br />
ie<strong>de</strong>r zal moeten erkennen, dat <strong>de</strong>ze zeer ergerlijk is.<br />
Het aantal uitoefenaren van <strong>de</strong> geneeskunst, wier doen<br />
<strong>door</strong> <strong>de</strong> wet is verbo<strong>de</strong>n, maar die zich om dit verbod<br />
niet bekreunen, is zeker zéér groot en zelfs niet<br />
bij bena<strong>de</strong>ring te schatten.<br />
Aangezien genezen of verlichten van ziekte en kwalen<br />
bij een me<strong>de</strong>mensch, en ook een poging daartoe, op<br />
zichzelf geen strafwaardige han<strong>de</strong>lingen zijn, zal<br />
men zich over <strong>de</strong>n grooten omvang, (hen <strong>de</strong> onbevoeg<strong>de</strong><br />
uitoefening van <strong>de</strong> geneeskunst gaan<strong>de</strong>weg<br />
gekregen heeft, nu niet al te zeer behoeven te verontrusten,<br />
ware het niet, dat <strong>door</strong> onbevoeg<strong>de</strong>n vaak<br />
groot na<strong>de</strong>el wordt gesticht. Waarin dit bestaat, be-<br />
| hoeft niet na<strong>de</strong>r te wor<strong>de</strong>n aangegeven. Het verbod<br />
voor <strong>de</strong> ongediplomeer<strong>de</strong>n, dat niet bij machte bleek<br />
i <strong>de</strong> onbevoeg<strong>de</strong> uitoefening van geneeskunst te belet-<br />
1 ten, biedt <strong>tegen</strong> dit na<strong>de</strong>el a fortiori geen bescherming<br />
van eenige beteekenis.<br />
Het is daarom van het grootste gewicht, dao wor<strong>de</strong><br />
omgezien naar mid<strong>de</strong>len, die, nu <strong>de</strong> z.g.n. kwakzalverij<br />
zelve niet kon wor<strong>de</strong>n belet, <strong>de</strong> scha<strong>de</strong>lijke gevolgen<br />
daarvan behoorlijk kunnen bestrij<strong>de</strong>n. Zulke<br />
mid<strong>de</strong>len zou<strong>de</strong>n boven <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> voor heb oen<br />
dat zij zich rechtstreeks keer<strong>de</strong>n <strong>tegen</strong> het kwaad, dat<br />
men wenscht uit te bannen. Adressanten nu meenen,<br />
dat zij een aannemelijke oplossing van het probleem<br />
! kunnen geven. Het zou volgens hen mogelijk zijn een<br />
| reeks van bepalingen vast te stellen en ook te handhaven,<br />
waarbij werd gewaakt ,,<strong>tegen</strong> misleiding, misbruik<br />
van vertrouwen, aannemen van valsche titels,<br />
speculatie op <strong>de</strong> onwetendheid van het publiek"<br />
<strong>door</strong> zoogezegd onbevoeg<strong>de</strong>n, alsme<strong>de</strong> bepalingen<br />
die, voorzoover <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> strafwet daarin niet<br />
reeds voorziet,,bena<strong>de</strong>eling van lijf of gezondheid van<br />
an<strong>de</strong>ren" <strong>door</strong> bedoel<strong>de</strong> onbevoeg<strong>de</strong>n tengevolge van<br />
onbekwaamheid en onvoorzichtigheid zou<strong>de</strong>n kunnen<br />
voorkomen.<br />
Hoe die bepalingen nauwkeurig zou<strong>de</strong>n moeten lui<strong>de</strong>n<br />
en hoe zij met <strong>de</strong> reeds bestaan<strong>de</strong> artikelen van<br />
het Wetboek van Strafrecht te zamen één geheel zou<strong>de</strong>n<br />
kunnen vormen, is <strong>door</strong> adressanten niet aangegeven,<br />
nóch in hun verzoekschrift, nóch ook ter raadsverga<strong>de</strong>ring.<br />
Maar <strong>de</strong> raad zou het zeer toejuichen,<br />
wanneer hun meening mocht blijken juist te zijn.<br />
Daarom meent <strong>de</strong> Raad Uwer Excellentie in overweging<br />
te moeten geven naar <strong>de</strong> mogelijkheid, om een<br />
afgerond geheel van doeltreffen<strong>de</strong> bepalingen te mai<br />
ken, een na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek te doen instellen, waarbij<br />
adressanten ongetwijfeld gaarne hun <strong>de</strong>skundige me<strong>de</strong>werking<br />
zullen verleenen.<br />
Mocht dit on<strong>de</strong>rzoek het verwachte gevolg hebben<br />
idan zou bij invoering van <strong>de</strong> nieuwe regeling, <strong>tegen</strong><br />
[ opheffing van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> — waar<strong>door</strong> tevens aan<br />
het verzoek van adressanten, om viijheid van geneeskunstoefening<br />
ook voor hen, die niet <strong>de</strong> wettelijke<br />
examens hebben afgelegd, zou wor<strong>de</strong>n voldaan — naar<br />
's Raads meening, met het oog op <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong><br />
volksgezondheid geen enkel bezwaar behoeven te bestaan<br />
en <strong>de</strong>rhalve in gunstige overweging genomen<br />
kunnen wor<strong>de</strong>n. Dan toch zou<strong>de</strong>n die belangen veel<br />
beter beschermd wor<strong>de</strong>n dan thans, nu <strong>de</strong> wet een bijna<br />
doo<strong>de</strong> letter is, terwijl tevens bevrediging zou wor<strong>de</strong>n<br />
gegeven aan hen, wier recht so vert uiging <strong>door</strong> het bestaan<strong>de</strong><br />
art. 1 <strong>de</strong>r wet van 1865 wordt gekrenkt.<br />
Een enkele opmerking omtrent hetgeen adressanten<br />
ver<strong>de</strong>r noodig achten, moge nog volgen.<br />
,,Zorg voor behoorlijke <strong>de</strong>skundige opleiding en examineering<br />
voor bepaal<strong>de</strong> beroepen (arts, tandarts<br />
vroedvrouw e.a.)", blijft naar 's Raads meening bij<br />
voortduring noodzakelijk. Onverzwakt zal gestreefd<br />
moeten wor<strong>de</strong>n naar een steeds hooger peil van ontwikkeling<br />
van <strong>de</strong> geneeskundigen, en niet op het gebied<br />
van vakkennis alleen, opdat zij later <strong>de</strong>n vooruitgang<br />
van <strong>de</strong> wetenschap steeds zullen kunnen volgen.<br />
Ook inwilliging van <strong>de</strong>n wensch naar ,,straf vet volging"<br />
van onverantwoor<strong>de</strong>lijke ,,kunstfouten' en<br />
bena<strong>de</strong>eling van lijf of gezondheid va.n an<strong>de</strong>ren"<br />
<strong>door</strong> onbekwaamheid en onvoorzichtigheid niet alleen<br />
van onbevoeg<strong>de</strong>n, maar ook van artsen, acht <strong>de</strong><br />
Raad uit een oogpunt van volksgezondheid zeer aan<br />
bevelenswaardig. Hij zou dan echter niet alleen <strong>door</strong><br />
strafvervolgingen, onbekwaamheid en onvoorzichtigheid<br />
willen weren, maar ook wettelijk ingestel<strong>de</strong><br />
artsenkamers met ruime bevoegdhe<strong>de</strong>n tot het oefenen<br />
van toezicht, zooals die in het buitenland werkzaam<br />
zijn, van groot nut achten.<br />
Verschillen<strong>de</strong> niet-wettelijk toegelaten geneeskunstoefenaren,<br />
overtuigd van <strong>de</strong> doelmatigheid van <strong>de</strong> <strong>door</strong><br />
hen toegepaste metho<strong>de</strong>s, hebben aan 's Raadscommissie<br />
<strong>de</strong>n wensch kenbaar gemaakt, dat <strong>de</strong>skundigen<br />
zich zou<strong>de</strong>n vergewissen van <strong>de</strong> resultaten, die zij meenen<br />
te bereiken. Het wil <strong>de</strong>n Raad voorkomen, dat het<br />
in<strong>de</strong>rdaad nuttig zou kunnen zijn, wanneer een daartoe<br />
bekwame commissie <strong>de</strong>rgelijk on<strong>de</strong>rzoek instel<strong>de</strong>.<br />
Derhalve meent <strong>de</strong> Raad Uwer Excellentie te mogen<br />
adviseeren het tot stand komen van een commissie<br />
tot dat doel te bevor<strong>de</strong>ren. De Raad betwijfelt niet,<br />
of menige, nu schijnbaar won<strong>de</strong>rlijke, genezing zal dan<br />
een zeer natuurlijke verklaring vin<strong>de</strong>n, terwjjl an<strong>de</strong>re<br />
naar het rijk <strong>de</strong>r fabelen wor<strong>de</strong>n verwezen. Maar misschien<br />
zal ook blijken, dat er nog heilzame geneesmetho<strong>de</strong>s<br />
zijn, waarvan tot he<strong>de</strong>n niet voldoen<strong>de</strong> gebruik<br />
werd gemaakt.<br />
Dr. W. P. RUYSCH, dr. J. C. I. VAN DER HAGEN en<br />
prof. dr. H. WEFERS BETTINK kon<strong>de</strong>n zich met het<br />
advies van <strong>de</strong>n Raad niet vereenigen en hebben hun<br />
afwijkend gevoelen neergelegd in <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> nota,<br />
die tegelijk met het bovenstaan<strong>de</strong> advies <strong>de</strong>n minister<br />
aangeÖo<strong>de</strong>n is.<br />
De mind c rhe:d, <strong>de</strong> zaak van sanitair standpunt<br />
beschouwen<strong>de</strong>, meenen<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> regeering te mogen<br />
overlaten Ie beslissen in hoeverre er aanleiding is op<br />
an<strong>de</strong>re gron<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wenschen van adressanten in te<br />
willigen, zich dus plaatsen<strong>de</strong> op haar medisch-hygiënisch<br />
standpunt, vindt — hoe gaarne zij ook zou<br />
zijn tegemoet gekomen aan <strong>de</strong> wenschen van hen van<br />
wie adressanten zich <strong>de</strong> tolken maken — na veelzijdige<br />
voorlichting, indachtig het ter zake <strong>door</strong> een commissie<br />
uit 's Raads mid<strong>de</strong>n uitgebrachte advies, geen<br />
vrijheid te bevor<strong>de</strong>ren, dat aan het adres het verlang<strong>de</strong><br />
gevolg wordt gegeven.<br />
Zij toch is geenszins overtuigd, dat daar<strong>door</strong> <strong>de</strong><br />
volksgezondheid zou wor<strong>de</strong>n gediend, maar meent veeleer,<br />
dat daaruit voor <strong>de</strong> volksgezondheid na<strong>de</strong>elige<br />
gevolgen zullen voortvloeien o.a. belangrijke uitbreiding<br />
van het aantal kwakzalvers en an<strong>de</strong>re onbevoeg<strong>de</strong>n<br />
en als gevolg van dien, niet tijdige herkenning<br />
van ziekten, waar<strong>door</strong> in vele gevallen groot gevaar<br />
voor verzuim van tijdig <strong>de</strong>skundig ingrijpen zal ontstaan,<br />
waarvan zij niet slechts in gewone tij<strong>de</strong>n, maar<br />
vooral in tij<strong>de</strong>n van epi<strong>de</strong>mieën ernstize gevolgen<br />
zoowel voor <strong>de</strong> individueele gezondheid als voor <strong>de</strong><br />
volksgezondheid ducht. De meening van adressanten,<br />
welke <strong>door</strong> <strong>de</strong> meer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong>n Raad schijnt te<br />
wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>eld, dat n.1. <strong>tegen</strong> <strong>de</strong>ze en an<strong>de</strong>re gevaren,<br />
die uit het toelaten van onbevoeg<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> uitoefening<br />
van <strong>de</strong> geneeskunst, huns inziens moeten<br />
volgen, <strong>de</strong> noodige practisch uitvoerbare maatregelen<br />
geaomen kunnen wor<strong>de</strong>n, <strong>de</strong>elt cle min<strong>de</strong>rheid niet,<br />
terwijl naar hare overtuiging van <strong>de</strong> <strong>tegen</strong>woordige<br />
wetgeving vooral bij meer energieke toepassing zoowel<br />
preventieve als repressieve kracht kan uitgaan.<br />
Ook is zij geenszins overtuigd, dat, wanneer aan<br />
<strong>de</strong>n wensch van adressanten het verlang<strong>de</strong> gevolg zou<br />
wor<strong>de</strong>n gegeven, dit in het algemeen <strong>de</strong> ziekenverpleging<br />
en genezing van zieken meer ten goe<strong>de</strong> zou<br />
komen, dan wanneer <strong>de</strong> uitoefening van <strong>de</strong> geneeskundige<br />
praktijk alleen toegestaan blijft aan hen, die<br />
<strong>de</strong> bewijzen hebben afgelegd, dat zij <strong>de</strong> daarvoor noodige<br />
bekwaamheid en geschiktheid bezitten.<br />
lntusschen erkennen<strong>de</strong>, dat <strong>de</strong> mogelijkheid niet is<br />
uitgesloten, dat in sommige gevallen genezing kan<br />
wor<strong>de</strong>n verkregen langs an<strong>de</strong>re wegen en metho<strong>de</strong>n<br />
dan <strong>door</strong> <strong>de</strong> wettelijk bevoeg<strong>de</strong> geneeskundigen in<br />
<strong>de</strong>n regel wor<strong>de</strong>n gevolgd, acht zij een na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek,<br />
als <strong>door</strong> <strong>de</strong> commissie uit <strong>de</strong>n Centralen Gezondheidsraad<br />
in haar advies voorgesteld, gewenscht,<br />
ten ein<strong>de</strong>, wanneer dit on<strong>de</strong>rzoek bevredigen<strong>de</strong> uitkomsten<br />
oplevert, na<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong> overwogen, on<strong>de</strong>rwelke<br />
voorwaar<strong>de</strong>n en tot welken omvang aan personen<br />
te goe<strong>de</strong>r trouw, die blijkens afgeleg<strong>de</strong> proeven<br />
van bekwaamheid alsdan zullen blijken daarvoor in<br />
aanmerking te mogen komen, het recht ware te verleenen,<br />
<strong>de</strong> geneeskundige praktijk of een aangewezen<br />
<strong>de</strong>el daarvan uit te oefenen.<br />
Voorts spreekt zij, erkennen<strong>de</strong>, dat <strong>de</strong> <strong>tegen</strong>woordige<br />
regeling en hare toepassing onbevredigend zijn,<br />
<strong>de</strong> wenschelijkheid uit, dat <strong>door</strong> een commissie uit<br />
<strong>de</strong>n Raad wor<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzocht, op welke wijze met behoud<br />
van <strong>de</strong> grondslagen <strong>de</strong>r bestaan<strong>de</strong> wetgeving<br />
— maar waar noodig <strong>door</strong> wijziging en aanvulling<br />
van hare bepalingen — verbetering in <strong>de</strong>n bestaan<strong>de</strong>n