Voorwaarden Wet Ketenaansprakelijkheid 2013 - KleurrijkWonen

BIJLAGE II
Voorwaarden Wet Ketenaansprakelijkheid
1. De uitvoerder dient Opdrachtgever voor het verstrekken van de opdracht en
vervolgens gedurende de uitvoeringstijd per de eerste van elk kwartaal een door de
belastingsdienst afgegeven verklaringen omtrent goed betalingsgedrag ter hand te
stellen. De verklaringen mogen niet ouder zijn dan drie maanden.
2. Het is de Uitvoerder behoudens vooraf verkregen schriftelijke toestemming van
Opdrachtgever niet toegestaan voor uitvoering van het werk gebruik te maken van
personeel dat door derden ter beschikking is gesteld.
3. Opdrachtgever is gerechtigd 40% van het loonkostenbestanddeel, van de door
Uitvoerder gefactureerde bedragen, dat betrekking heeft op de over verrichte
werkzaamheden verschuldigde loonbelasting en sociale premies te storten op een
geblokkeerde rekening in de zin van de Wet Ketenaansprakelijkheid. Uitvoerder zal
hiertoe gebruik maken van een bestaande of te openen geblokkeerde rekening tenzij
uitdrukkelijk met u schriftelijk anders is overeengekomen. Indien op enig moment
aanwijzingen bestaan dat de op de G-rekening te storten bedragen niet aan de
belastingdienst zullen worden afgedragen, kan Opdrachtgever het voor de afdracht
van de verschuldigde loonbelasting bestemde gedeelte c.q. het restant daarvan ook
rechtstreeks aan de belastingdienst overmaken.
4. Uitvoerder zal op verzoek van Opdrachtgever de gegevens verschaffen die nodig zijn
voor het voeren van de aan Opdrachtgever ingevolge de Wet Ketenaansprakelijkheid
voorgeschreven administratie van het werk.
5. Op elke factuur die door Uitvoerder aan Opdrachtgever wordt uitgereikt, wordt het
loonkostenbestanddeel, dat in het factuurbedrag is begrepen, uitdrukkelijk vermeld.
6. Het is Uitvoerder niet toegestaan zijn rechten op gelden die bestemd zijn voor de
voldoening van loonbelasting die verschuldigd is in verband met de werkzaamheden
ingevolge de tussen Opdrachtgever en Uitvoerder gesloten overeenkomst, aan
anderen dan de belastingdienst te cederen of in pand te geven.
7. Op de facturen mag de verschuldigde BTW niet worden aangegeven, tenzij
schriftelijk met u anders is overeengekomen; in plaats daarvan dient daarop te
worden vermeld dat deze BTW verlegd is naar Opdrachtgever. Opdrachtgever zal in
dat geval voor afdracht zorgen.
8. Indien Uitvoerder – ook na ingebrekestelling – de op hem uit hoofde van dit artikel
rustende verplichtingen weigert na te komen, is Opdrachtgever gerechtigd hetzij de
overeengekomen werkzaamheden voor rekening van Uitvoerder te voltooien of te

laten voltooien, hetzij de overeenkomst zonder rechtelijke tussenkomst te ontbinden,
in beide gevallen onverminderd het recht van Opdrachtgever op schadevergoeding.
9. Opdrachtgever heeft jegens Uitvoerder geen enkele verplichting om bij te dragen in
door de belastingdienst bij hem geïnde premies, voorschotpremies of belastingen,
welke Uitvoerder onbetaald mocht hebben gelaten.
10. Uitvoerder vrijwaart Opdrachtgever voor alle eventuele aanspraken van de
belastingdienst ter zake van werkzaamheden die ingevolge de overeenkomst zijn
verricht.
11. In elke door hem af te sluiten onder aannemingsovereenkomst zal Uitvoerder de
hiervoor onder 1 t/m 12 genoemde bepalingen, alsmede de onderhavige bepaling,
opnemen, met dien verstande dat in de bepaling 1 t/m 12 en in de onderhavige
bepaling dan in plaats van ‘’Opdrachtgever’’ zal worden gelezen ‘’Uitvoerder’’, en in
plaats van ‘’Uitvoerder’’ zal worden gelezen ‘’Onderaannemer’’.’’