Linden, F. van der (1990). Groot worden in een klein land: feiten en cijfers uit het onderzoek naar de leefwereld van jongeren tussen 12 en 21 jaar. Nijmegen: KUN: Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen. Manin, B. (1997). The principles of representative government. Cambridge: Cambridge <strong>University</strong> Press. Mulder, L., Doedens, A. & Kortlever, Y. (2008). Geschiedenis van Nederland. Van Prehistorie tot Heden. Baarn: HB uitgevers. Orwell, G. (1998). Animal Farm. Londen: York Press. Pasek, J., Kenski, K., Romer, D., & Jamieson, K.H. (2006). America’s Youth and Community Engagement: How Use of Mass Media is Related to Civic Activity and Political Awareness in 14- to 22- Year Olds. Communication Research, 33, 115-135. Riessen, M. van, Rovers, F., & Wilschut, A. (Red.). (2009). Oriëntatie op geschiedenis. Basis boek voor de vakdocent. Assen: Van Gorcum. SchoolTV Beeldbank. Satire, de draak steken met bekende mensen. http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20081012_<strong>satire</strong>01 Online geraadpleegd 15 mei 2012. Selm, M. van & Wester, F. 2006. Focusgroep-onderzoek. In: Wester, F. et al. (red.) 2006. Onderzoekstypen in de communicatiewetenschap. Alphen aan den Rijn: Kluwer, 541- 560. Slotboom, R., & Verkuil, D. (2010). De Nederlandse politiek in een notendop. Amsterdam: Bert Bakker. Stikke, A. (1689). Lof der zotheid. Uit het Latyn van <strong>Erasmus</strong> Rotterdammer in Nederduitsch dicht ocergebraght. Deventer: Arnoldus Curtenius. Ter Bogt, T.F.M., & Van Praag, C.S. (1992). Jongeren op de drempel van de jaren negentig. Rijswijk: Sociaal en Cultureel Planbureau. Thomassen, J., Aarts, K. & Van der Kolk, H. (2000). <strong>Politieke</strong> veranderingen in Nederland 1971-1998. Kiezers en de smalle marges van de politiek. Den Haag: SDU. Torney-Purta, J. (2002). The School’s Role in Developing Civic Engagement: A Study of Adolescents in Twenty-Eight Countries. Applied Developmental Science, 6:4, 203-212. 62
Vis, J.C.P.M., (1995). <strong>Politieke</strong> kennis en politieke vorming. Een studie naar de parate kennis van docenten geschiedenis en staatsinrichting en docenten maatschappijleer van politieke zaken. Groningen: Wolters Noordhoff. Zoonen, L. van (2000). Popular culture as political communication. An introduction. Javnost / The Public, 7, 5-18. 63
- Page 1 and 2:
Politieke satire, wat moet je ermee
- Page 3 and 4:
Abstract: Politieke satire, wat moe
- Page 5 and 6:
Kennis van politici uit Koefnoen ..
- Page 7 and 8:
gepersifleerd en op een satirische
- Page 9 and 10:
Vanaf 1917 tot aan het einde van de
- Page 11 and 12: welke is ontstaan tussen het publie
- Page 13 and 14: Kritiek op het geïnformeerd burger
- Page 15 and 16: 2.3 Betekenisgeving aan politiek do
- Page 17 and 18: waarschijnlijk meer gemotiveerd om
- Page 19 and 20: politiek podium. Ze kunnen bijvoorb
- Page 21 and 22: Meestal is satire humoristisch bedo
- Page 23 and 24: aanraking. Ze zijn niet geïnteress
- Page 25 and 26: Over focusgroepen Een focusgroep is
- Page 27 and 28: Tijdens de focusgroepen zijn twee f
- Page 29 and 30: aandacht aan de Nederlandse politie
- Page 31 and 32: Op basis van de resultaten uit de f
- Page 33 and 34: espondenten vulden de enquête in e
- Page 35 and 36: De stellingen met een hoge lading o
- Page 37 and 38: als via de televisie naar Koefnoen
- Page 39 and 40: in de mate van politieke betrokkenh
- Page 41 and 42: Iets geleerd ,175 ,642 -,216 Duidel
- Page 43 and 44: Hoofdstuk 4. Resultaten In het vori
- Page 45 and 46: politieke partij. ‘Praten over po
- Page 47 and 48: Politiek moeilijk 65 21,5% 97 32,0%
- Page 49 and 50: 49 n % Waarom Leuk programma 56 50,
- Page 51 and 52: druktemaker’.Sommige omschrijving
- Page 53 and 54: 4.6 Lineaire regressie In de rechte
- Page 55 and 56: Het regressiemodel waarin de manier
- Page 57 and 58: televisieprogramma’s zoals Koefno
- Page 59 and 60: fragment uit Koefnoen. Het gebruik
- Page 61: Delli Carpini, M.X., & Keeter, S. (
- Page 65 and 66: 1. Wie zijn onderstaande politici e
- Page 67 and 68: 5. Op welke manieren kom je wel een
- Page 69 and 70: 14. In hoeverre ben je het eens met
- Page 71 and 72: Bijlage 2. Tabellen Totaalscores N
- Page 73 and 74: Bijlage 3. Focusgroep nr. 1 Datum 1
- Page 75 and 76: Uit deze focusgroep blijkt dus dat
- Page 77 and 78: Transcript Focusgroep nr. 1 I: Voor
- Page 79 and 80: L: Serieuzer denk ik niet hoor P: I
- Page 81 and 82: A: Oké, goed, maar hallo hij is to
- Page 83 and 84: A: Nee die weet ik niet eigenlijk..
- Page 85 and 86: I: Die eerste meneer, dat is Dieder
- Page 87 and 88: L: [fluit het liedje van The A-Team
- Page 89 and 90: Bijlage 4. Focusgroep nr. 2 Datum 1
- Page 91 and 92: Mening van de deelnemers over de Ne
- Page 93 and 94: Transcript Focusgroep nr. 2 I: Voor
- Page 95 and 96: F: Daar ben ik het niet helemaal me
- Page 97 and 98: I:Oké dan, even opschrijven hoor.
- Page 99 and 100: A: Ja dat is zeker erg... F: Oh Ok
- Page 101 and 102: I: Dus jullie vinden eigenlijk dat
- Page 103 and 104: A: Daardoor wordt hij meer zichtbaa
- Page 105 and 106: F: In de eerste werd ook niet zo ve