Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
oeken<br />
frank zuijdam<br />
s & d 1 / 2 | <strong>2005</strong><br />
Hypochondrie<br />
Hollanditis. Nederland en het kernwapendebat 1977 – 1987<br />
Remco van Diepen, Uitgeverij Prometheus, Amsterdam 2004<br />
In december 1979 besloten de ministers van<br />
Buitenlandse Zaken en Defensie van de navo<br />
tot plaatsing van 572 nieuwe kernwapens voor<br />
de middenlange afstand in West-Europa. De<br />
voorgestelde modernisering was bedoeld als<br />
tegenreactie op de stationering van nieuwe ballistische<br />
raketten (SS 20’s) door de Sovjet-Unie.<br />
Tegelijkertijd werd de Sovjet-Unie het aanbod<br />
gedaan om onderhandelingen te beginnen over<br />
wapenbeheersing. Vanwege de twee componenten<br />
¬ besluit tot modernisering en het aanbod<br />
om te onderhandelen ¬ sprak men van een<br />
‘dubbelbesluit’.<br />
Het navo-besluit voorzag in de stationering<br />
van 48 kruisvluchtwapens (onbemande vliegtuigen<br />
voorzien van een kernkop) op Nederlands<br />
grondgebied. Hoewel er al sinds de jaren vijftig<br />
kernwapens in Nederland lagen opgeslagen,<br />
riep het dubbelbesluit in ons land ongekend<br />
heftige reacties op. Heel Nederland leek in de<br />
ban van de bom en de vredesbeweging wist een<br />
massale volksbeweging tegen het dubbelbesluit<br />
te mobiliseren.<br />
In Hollanditis. Nederland en het kernwapendebat<br />
1977-1987 onderwerpt de Amsterdamse historicus<br />
Remco van Diepen het massale Nederlandse<br />
Over de auteur Frank Zuijdam is historicus en projectcoördinator<br />
bij het Innovatieplatform Den Haag<br />
verzet tegen de kruisraketten aan een nadere<br />
analyse. In zijn boek staat de vraag centraal<br />
waarom de discussie over het navo-dubbelbesluit<br />
uitmondde in ‘een van de grootste maatschappelijke<br />
en politieke conflicten die Nederland<br />
na de Tweede Wereldoorlog heeft gekend.’<br />
<br />
Links Staphorst<br />
De opmaat voor het kernwapendebat in Nederland<br />
vormde het voornemen van de Amerikaanse<br />
regering om de neutronengranaat te<br />
introduceren. In Nederland ontstond er onder<br />
leiding van de CPN een brede volksbeweging<br />
(Comité Stop de Neutronenbom) tegen dit<br />
wapen. Hoewel de vs uiteindelijk afzagen van<br />
productie, had het rumoer rond de neutronengranaat<br />
grote gevolgen. Volgens Van Diepen<br />
fungeerde de campagne tegen de neutronenbom<br />
als een katalysator voor het latere verzet tegen<br />
het navo-dubbelbesluit.<br />
De toon bleek gezet. Het ikv organiseerde<br />
een grote maatschappelijke beweging tegen<br />
het navo-dubbelbesluit, met twee massale<br />
betogingen en een volkspetitionnement als<br />
hoogtepunten. Volgens Van Diepen was dat succes<br />
te danken aan de slimme manier waarop het<br />
ikv inspeelde op sluimerende angsten voor ‘de<br />
bom’. Minstens zo belangrijk was dat het ikv<br />
S&D <strong>2005</strong>-<strong>01.indd</strong> 71 31-01-<strong>2005</strong> 10:35:43<br />
71
72<br />
boeken Frank Zuijdam bespreekt Hollanditis<br />
beschikte over een pakkende slogan (‘Alle kernwapens<br />
de wereld uit, om te beginnen uit Nederland’),<br />
die een eenvoudige oplossing voor een<br />
ingewikkeld probleem leek te bieden. Andere<br />
pijlers onder het succes waren het organisatorische<br />
talent van het ikv en de opmerkelijke neus<br />
voor publiciteit van met name ikv-secretaris<br />
Mient Jan Faber.<br />
Het ikv wist niet alleen veel mensen te mobiliseren,<br />
het slaagde er ook in de politieke besluitvorming<br />
te beïnvloeden. Door een succesvol<br />
beroep op de ‘loyalisten’ bij het cda werd de<br />
regering-Van Agt in 1979 gedwongen een voorbehoud<br />
te maken. En onder druk van de massale<br />
protesten zagen ook de volgende kabinetten zich<br />
genoodzaakt de definitieve beslissing over plaatsing<br />
uit te stellen, al zou uitstel uiteindelijk geen<br />
afstel betekenen.<br />
Ondanks deze wapenfeiten spreekt Van Diepen<br />
toch van het falen van de vredesbeweging,<br />
omdat zij wel succesvol was als protestbeweging,<br />
maar niet als politieke beweging. Immers,<br />
de beweging slaagde er niet in haar doelstelling<br />
¬ verhindering van plaatsing ¬ te verwezenlijken.<br />
Dit kwam onder meer omdat zij de omvang<br />
van haar (trouwe) aanhang en dus haar macht<br />
overschatte. Ook bleek de symbiose met de<br />
linkse politieke partijen meer een last dan een<br />
lust te zijn. De vredesbeweging zou steeds meer<br />
een ‘linkse beweging’ worden, waardoor het<br />
steeds moeilijker werd de zo felbegeerde ‘doorbraak’<br />
bij het cda te bewerkstelligen. Bovendien<br />
ging de PvdA al snel met het program van het<br />
ikv aan de haal en passeerde de beweging zelfs<br />
ter linkerzijde. Ten slotte stond de bloei op de<br />
korte termijn het succes op de langere termijn<br />
in de weg. Iedere poging om de moreel-ethische<br />
benadering van het kernwapenvraagstuk te verruilen<br />
voor een meer zakelijke en politieke visie,<br />
c.q. politiek program, stuitte op heftig verzet<br />
van de achterban. De vredesbeweging werd zodoende<br />
gedwongen te kiezen tussen de kwaliteit<br />
van de ideeën en de kwantiteit van de aanhang.<br />
De vredesbeweging maakte dus de nodige<br />
beoordelingsfouten, maar dat gold zeker ook<br />
voor de PvdA. De grootste fout van de partij was<br />
s & d 1 / 2 | <strong>2005</strong><br />
volgens Van Diepen, dat zij zich vastlegde op een<br />
standpunt dat neerkwam op ‘nee, nee en nog<br />
eens nee’. Dit standpunt was het resultaat van<br />
een strijd tussen de links-radicalen aan de ene<br />
kant en Den Uyl en de defensiespecialisten van<br />
de Kamerfractie aan de andere kant. De eerstgenoemden<br />
wilden alleen afzien van de eis tot<br />
eenzijdige kernontwapening als de partij zich<br />
tegen het navo-dubbelbesluit keerde. Het gevolg<br />
was een onwrikbaar standpunt met desastreuze<br />
gevolgen voor de sfeer in de partij. Voor<br />
andersdenkenden bestond geen enkele ruimte<br />
en de discussie werd feitelijk gesloten verklaard.<br />
IKV-secretaris Faber sprak in dit verband zelfs<br />
van een ‘links Staphorst’.<br />
Naast onwrikbaar, was het standpunt ook<br />
onwerkbaar. In de dagelijkse politieke praktijk<br />
kon de PvdA er volstrekt niet mee uit de voeten.<br />
Enerzijds omdat de partij de aansluiting met<br />
de harde realiteit van de internationale politiek<br />
verloren leek te hebben. Het dapper vasthouden<br />
aan de ‘ontspanningsideologie’ deed weinig<br />
recht aan de internationale constellatie van dat<br />
moment, zoals Van Diepen terecht constateert.<br />
Anderzijds omdat de afstand tussen de partij<br />
en haar ‘natuurlijke regeringspartner’, het cda,<br />
steeds groter werd.<br />
De vraag is natuurlijk hoe het zover heeft<br />
kunnen komen. Van Diepen signaleert een<br />
aantal oorzaken. In de eerste plaats had Den Uyl<br />
weinig affiniteit met veiligheidspolitiek, waardoor<br />
hij makkelijk(er) te beïnvloeden was. Daarbij<br />
bleek Den Uyl bereid om compromissen te<br />
sluiten met de radicale linkervleugel, teneinde<br />
hen binnen boord te houden. Hij ging er vanuit<br />
dat de radikalinski’s zich uiteindelijk toch wel<br />
aan de door de fractiespecialisten uitgestippelde<br />
route zouden conformeren. Dit bleek echter een<br />
misrekening die niet meer te herstellen was.<br />
Last but not least, wenste de PvdA het plaatsingsdebat<br />
voor electoraal gewin te gebruiken. Door<br />
het huldigen van radicale standpunten op het<br />
gebied van vrede en veiligheid hoopte de partij<br />
het progressieve deel van de natie aan zich te<br />
binden, met inbegrip van vooruitstrevende katholieken.<br />
Dit alles bleek ijdele hoop. Voor zover<br />
S&D <strong>2005</strong>-<strong>01.indd</strong> 72 31-01-<strong>2005</strong> 10:35:44
oeken Frank Zuijdam bespreekt Hollanditis<br />
de PvdA al nieuwe kiezers naar zich toe wist te<br />
halen, waren zij afkomstig van de kleine linkse<br />
partijen. De opstelling van de PvdA inzake het<br />
dubbelbesluit leidde dus niet tot de vorming van<br />
een machtig progressief blok, maar veeleer tot<br />
een ‘politieke woestijn’.<br />
Van Diepen meent dat de culturele revolutie<br />
van de jaren zestig van eminent belang was voor<br />
de bloei van de vredesbeweging in het begin<br />
van de jaren tachtig. Vooral het fenomeen van<br />
de verbinnenlandisering van de buitenlandse<br />
politiek was een belangrijk overblijfsel van de<br />
culturele revolutie. In de jaren tachtig werd het<br />
buitenlands beleid door partijen nog altijd een<br />
geschikt terrein gevonden om toe te geven aan<br />
de (vermeende) verlangens van radicale jongeren,<br />
ontzuilde ouderen en andere postmaterialisten,<br />
niet in de laatste plaats omdat via ‘het buitenland’<br />
politieke verschillen konden worden<br />
uitvergroot.<br />
Hoewel de jaren zestig van grote betekenis<br />
zijn geweest, kan die factor volgens Van Diepen<br />
het succes van de vredesbeweging niet afdoende<br />
verklaren. Het ikv ¬ opgericht in 1966 ¬<br />
leidde de eerste tien jaar een onopvallend bestaan<br />
en kan dus moeilijk als een product van<br />
de jaren zestig worden beschouwd. Belangrijker<br />
is dat de vredesbeweging niet echt als een<br />
‘nieuwe sociale beweging’ kan worden opgevat,<br />
omdat zij feitelijk weinig nieuws te melden<br />
had. De nieuwlichters vertolkten ideeën die al<br />
veel ouder waren dan de culturele revolutie. Zo<br />
grepen progressieve christenen terug op het<br />
Bergrede-christendom van het interbellum en<br />
links-radicalen op het traditionele ethisch internationalisme<br />
van de sociaal-democratie. Dit<br />
kwam in feite neer op een revival van het traditionele<br />
radicaal-liberale, internationalistische en<br />
idealistische vooruitgangsgeloof uit de tweede<br />
helft van de 19 e eeuw, aldus Van Diepen. Hiermee<br />
sluit hij aan bij de analyses van onder meer<br />
Voorhoeve, Boogman en Heldring, die al eerder<br />
hebben betoogd dat de culturele, politieke en<br />
sociale verschuivingen in de jaren zestig ervoor<br />
hebben gezorgd dat oude sentimenten konden<br />
herleven.<br />
s & d 1 / 2 | <strong>2005</strong><br />
<br />
Zelfonderzoek<br />
Hollanditis is een goed geschreven en rijk boek<br />
geworden. Doordat Van Diepen het plaatsingsdebat<br />
in zowel historisch perspectief als de<br />
internationale context plaatst, winnen zijn analyses<br />
aan kracht. Met fraai gekozen citaten weet<br />
hij de vaak grimmige sfeer uit die tijd tot leven<br />
te wekken. Op vele plaatsen in het boek wordt<br />
duidelijk dat er door ‘moreel rigorisme’en ‘nucleaire<br />
hypochondrie’ van een zakelijke discussie<br />
geen sprake kon zijn.<br />
Het boek kent ook een aantal minder sterke<br />
punten. Om te beginnen bevat het de nodige<br />
herhalingen: sommige onderwerpen komen<br />
op drie plaatsen uitgebreid aan de orde, wat iets<br />
te veel van het goede is. Een ander punt is dat<br />
Van Diepen er met de ‘lange jaren zestig’ niet<br />
helemaal uitkomt. Aan de ene kant stelt hij dat<br />
de culturele revolutie grote invloed heeft gehad,<br />
terwijl hij aan de andere kant meent dat de vredesbeweging<br />
niet als een exponent van de jaren<br />
zestig kan worden beschouwd. En op bladzijde<br />
390 wijst hij op de paradox dat de vredesbeweging<br />
als product van de jaren zestig op haar<br />
hoogtepunt was, toen de restauratie feitelijk al<br />
was begonnen. De jaren tachtig kunnen in veel<br />
opzichten niet tot de (lange) jaren zestig worden<br />
gerekend, zoals Van Diepen zelf ook bij herhaling<br />
stelt. Wel zou je kunnen concluderen dat<br />
er nog dankbaar gebruik werd gemaakt van de<br />
politieke strijdmiddelen die ook in de sixties zeer<br />
populair waren.<br />
Deze minpunten doen echter weinig af aan<br />
de waarde van het boek. Met name voor de demonstranten<br />
van weleer is het een aanrader.<br />
Wellicht dat zij na lezing ervan het vaak romantische<br />
perspectief van ‘ik was erbij’ inruilen voor<br />
een wat zakelijker reflectie op de discussie van<br />
toen. Deze noodzaak tot zelfonderzoek geldt<br />
zeker voor veel PvdA-leden. Want het is niet<br />
overdreven te stellen dat de vrees van partijvoorzitter<br />
Van den Berg ‘dat iets wat identiteitsbepalend<br />
is, later de waan van de dag zou blijken te<br />
zijn’, is bewaarheid.<br />
S&D <strong>2005</strong>-<strong>01.indd</strong> 73 31-01-<strong>2005</strong> 10:35:44<br />
73