14.10.2013 Views

Beleving en beeldvorming van mobiliteit - Kennisinstituut voor ...

Beleving en beeldvorming van mobiliteit - Kennisinstituut voor ...

Beleving en beeldvorming van mobiliteit - Kennisinstituut voor ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

K<strong>en</strong>nisinstituut <strong>voor</strong> Mobiliteitsbeleid


<strong>Beleving</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>beeldvorming</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

1 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

K<strong>en</strong>nisinstituut <strong>voor</strong> Mobiliteitsbeleid<br />

juli 2007<br />

Lucas Harms<br />

Peter Jorritsma<br />

Nelly Kalfs


Meer wet<strong>en</strong> over <strong>mobiliteit</strong>. Dat is waar het K<strong>en</strong>nisinstituut <strong>voor</strong> Mobiliteitsbeleid<br />

(KiM) zich mee bezig houdt. Het KiM is opgericht op 1 september 2006.<br />

Als zelfstandig instituut binn<strong>en</strong> het ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat (V&W)<br />

maakt het KiM verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleidsanalyses <strong>voor</strong> <strong>mobiliteit</strong>sbeleid waarmee<br />

de strategische basis <strong>voor</strong> dat beleid wordt versterkt.<br />

Colofon<br />

© 2007, K<strong>en</strong>nisinstituut <strong>voor</strong> Mobiliteitsbeleid (KiM)<br />

Dit rapport is tot stand gekom<strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>werking met het Sociaal <strong>en</strong><br />

Cultureel Planbureau (SCP) <strong>en</strong> Rijkswaterstaat Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong><br />

Vervoer (RWS-AVV)<br />

Tekst:<br />

Lucas Harms (projectleider), Peter Jorritsma <strong>en</strong> Nelly Kalfs<br />

Verzorging omslag: 2D3D, D<strong>en</strong> Haag/Arnhem<br />

Verzorging binn<strong>en</strong>werk: Koninklijke De Swart, D<strong>en</strong> Haag<br />

Afbeelding omslag: Gerard Til/Hollandse Hoogte<br />

ISBN 978-90-8902-003-1<br />

K<strong>en</strong>nisinstituut <strong>voor</strong> Mobiliteitsbeleid<br />

Jan <strong>van</strong> Nassaustraat 125<br />

2596 BS D<strong>en</strong> Haag<br />

Postbus 20901<br />

2500 EX D<strong>en</strong> Haag<br />

Telefoon: 070 351 1965<br />

Fax: 070 351 7576<br />

Website: www.kimnet.nl<br />

E-mail: info@kimnet.nl<br />

2 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Inhoudsopgave<br />

.....................................................................................................................<br />

Voorwoord 5<br />

Sam<strong>en</strong>vatting 7<br />

Summary 11<br />

1. Inleiding 15<br />

1.1 Subjectieve aspect<strong>en</strong> onderbelicht 15<br />

1.2 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> 16<br />

1.3 Bronn<strong>en</strong> 20<br />

1.4 Afbak<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> definiëring 21<br />

2. Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer 23<br />

2.1 Oordel<strong>en</strong> over auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer 23<br />

2.2 Geschiktheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer 28<br />

2.3 Gevoel<strong>en</strong>s over auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer 31<br />

3. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn 35<br />

3.1 Verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid herleid 35<br />

3.2 Bestaande inzicht<strong>en</strong> 36<br />

3.3 Kwaliteitsaspect<strong>en</strong> 39<br />

3.4 Problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> knelpunt<strong>en</strong> 42<br />

4. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong> 53<br />

4.1 Leefsituatie 53<br />

4.2 Bestaande inzicht<strong>en</strong> 53<br />

4.3 Beoordeling <strong>en</strong> waardering uite<strong>en</strong>gelegd 57<br />

5. Nieuw licht op beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> 63<br />

Literatuur 65<br />

Bijlag<strong>en</strong> 69<br />

3 Inhoudsopgave


4 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Voorwoord<br />

.....................................................................................................................<br />

Hoe beoordel<strong>en</strong> Nederlanders de auto, het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> de<br />

fiets? Wat vind<strong>en</strong> Nederlanders de prettigste wijze <strong>van</strong> verplaats<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> hoe geschikt vind<strong>en</strong> zij auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>voor</strong><br />

woon-werkverkeer <strong>en</strong> vrije tijd? En wat bepaalt de verschill<strong>en</strong> in<br />

aantrekkelijkheid tuss<strong>en</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer? Heeft dat<br />

<strong>voor</strong>al te mak<strong>en</strong> met k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn, of met de<br />

leefsituatie <strong>en</strong> leefstijl <strong>van</strong> person<strong>en</strong>? Bij dit soort vrag<strong>en</strong> zijn in deze<br />

publicatie antwoord<strong>en</strong> gezocht. Doel is het op e<strong>en</strong> toegankelijke wijze<br />

inzichtelijk mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> de wijze waarop Nederlanders het auto-, fiets-<br />

<strong>en</strong> OV-gebruik belev<strong>en</strong>.<br />

Bij de totstandkoming <strong>van</strong> dit rapport is dankbaar gebruik gemaakt <strong>van</strong><br />

onderzoeksgegev<strong>en</strong>s die het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (SCP) in<br />

sam<strong>en</strong>werking met Rijkswaterstaat Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer<br />

(RWS-AVV) in 2005 heeft verzameld. Ook e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de analyses<br />

heeft plaatsgevond<strong>en</strong> bij het SCP <strong>en</strong> RWS-AVV. Mijn speciale dank<br />

gaat daarom uit naar prof. dr. Paul Schnabel <strong>en</strong> dr. Vic Veldheer <strong>van</strong><br />

het SCP, <strong>en</strong> drs. Yvonne Need <strong>en</strong> drs. Anne Boumans <strong>van</strong> RWS-AVV.<br />

Zonder hun hulp had dit rapport niet kunn<strong>en</strong> verschijn<strong>en</strong>. Verder dank<br />

ik alle deskundig<strong>en</strong> <strong>van</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het Ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong><br />

Waterstaat die eerdere concepttekst<strong>en</strong> <strong>van</strong> nuttig comm<strong>en</strong>taar hebb<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>.<br />

Carl Koopmans<br />

Directeur KiM<br />

5 Voorwoord


6 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Sam<strong>en</strong>vatting<br />

.....................................................................................................................<br />

Figuur S.1<br />

Subjectieve aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> zijn e<strong>en</strong> sterk onderbelicht thema in<br />

het verkeers- <strong>en</strong> vervoersonderzoek. Het mer<strong>en</strong>deel <strong>van</strong> het bestaande<br />

onderzoek richt zich op feitelijke gedraging<strong>en</strong> <strong>en</strong> patron<strong>en</strong>. Om het inzicht<br />

in belevingsaspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> te vergrot<strong>en</strong>, wordt in dit rapport<br />

aandacht besteed aan subjectieve ervaring<strong>en</strong> rondom het gebruik <strong>van</strong><br />

auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Welke vervoerwijze vind<strong>en</strong> Nederlanders<br />

het prettigst, hoe oordeelt m<strong>en</strong> over de auto, de fiets <strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer, welke gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties gaan hiermee gepaard?<br />

Het rapport geeft ge<strong>en</strong> antwoord op de vraag of auto, fiets <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>baar vervoer in objectieve zin ‘goed’ of ‘slecht’ functioner<strong>en</strong>, maar<br />

wel hoe het gebruik <strong>van</strong> vervoermiddel<strong>en</strong> wordt beleefd <strong>en</strong> welke<br />

<strong>beeldvorming</strong> erover bestaat. De beleving verwijst naar de oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die gebaseerd zijn op het feitelijke gebruik <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>baar vervoer, terwijl de <strong>beeldvorming</strong> meer de algem<strong>en</strong>e ideeën<br />

<strong>en</strong> opvatting<strong>en</strong> betreft, die niet persé zijn afgeleid <strong>van</strong> ervaring<strong>en</strong> met<br />

gebruik. Om tegemoet te kom<strong>en</strong> aan de verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>en</strong><br />

<strong>beeldvorming</strong> is onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> Nederlanders die veel<br />

gebruik mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> respectievelijk auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer,<br />

dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die er incid<strong>en</strong>teel gebruik <strong>van</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die er<br />

nauwelijks of nooit mee onderweg zijn.<br />

In het rapport wordt niet alle<strong>en</strong> inzichtelijk gemaakt welke verschill<strong>en</strong> er<br />

zijn in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer,<br />

maar ook waardoor de verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> word<strong>en</strong><br />

bepaald. Hangt de gepercipieerde mate <strong>van</strong> aantrekkelijkheid sam<strong>en</strong> met<br />

de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> auto, fiets of op<strong>en</strong>baar vervoer, of is de subjectieve<br />

ervaring eerder e<strong>en</strong> resultante <strong>van</strong> de leefsituatie <strong>en</strong> leefstijl <strong>van</strong><br />

person<strong>en</strong>? Het eerste gaat er<strong>van</strong> uit dat er e<strong>en</strong> direct verband is tuss<strong>en</strong> de<br />

aantrekkelijkheid <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn, zoals de snelheid<br />

<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong>, het gebod<strong>en</strong> comfort, maar ook files <strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong>. Het<br />

tweede gaat er<strong>van</strong> uit dat de aantrekkelijkheid primair is terug te voer<strong>en</strong> op<br />

persoonsgebond<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals de leefsituatie <strong>en</strong> leefstijl <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.<br />

AANBOD<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> v/h onderweg zijn<br />

VRAAG<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong><br />

7 Sam<strong>en</strong>vatting<br />

AANTREKKELIJKHEID<br />

auto, fiets <strong>en</strong> OV


Om al deze vrag<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> is gebruik gemaakt <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête die in het <strong>voor</strong>jaar <strong>van</strong> 2005 op gezam<strong>en</strong>lijk initiatief <strong>van</strong><br />

Rijkswaterstaat Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer (RWS-AVV) <strong>en</strong> het<br />

Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (SCP) is uitgevoerd. De schriftelijke<br />

vrag<strong>en</strong>lijst, die is uitgezet onder e<strong>en</strong> steekproef <strong>van</strong> de Nederlandse<br />

bevolking <strong>van</strong> 18 jaar <strong>en</strong> ouder, heeft 1.028 bruikbare respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

opgeleverd.<br />

Auto <strong>en</strong> fiets meest aantrekkelijk, op<strong>en</strong>baar vervoer het minst<br />

Uit het onderzoek blijkt dat twee derde <strong>van</strong> alle Nederlanders (67%)<br />

de auto het meest aantrekkelijke vervoermiddel vindt. De fiets wordt<br />

door ruim e<strong>en</strong> kwart <strong>van</strong> de bevolking (27%) het meest aantrekkelijk<br />

gevond<strong>en</strong>, het op<strong>en</strong>baar vervoer door 4% <strong>van</strong> de bevolking.<br />

Over het algeme<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> Nederlanders de vervoerwijze waar<br />

ze het meest gebruik <strong>van</strong> mak<strong>en</strong> positief, <strong>en</strong> word<strong>en</strong> alternatieve<br />

vervoerwijz<strong>en</strong> met wat meer scepsis bejeg<strong>en</strong>d.<br />

Anders gezegd: hoe vaker m<strong>en</strong> gebruik maakt <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>baar vervoer, des te positiever m<strong>en</strong> hierover oordeelt. Dit is<br />

<strong>voor</strong>al het geval bij het op<strong>en</strong>baar vervoer: <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die niet of<br />

nauwelijks per op<strong>en</strong>baar vervoer reiz<strong>en</strong> heeft 62% e<strong>en</strong> negatief beeld<br />

bij het op<strong>en</strong>baar vervoer, terwijl e<strong>en</strong> meerderheid (56%) <strong>van</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

die meerdere ker<strong>en</strong> per week per op<strong>en</strong>baar vervoer reiz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve<br />

beleving hebb<strong>en</strong>. Bijna e<strong>en</strong> kwart (24%) <strong>van</strong> deze groep ‘veelgebruikers’<br />

oordeelt echter negatief over het op<strong>en</strong>baar vervoer. Ter vergelijking: het<br />

aantal negatieve beoordeling<strong>en</strong> bij auto <strong>en</strong> fiets onder veelgebruikers is<br />

zeer klein (respectievelijk 3% <strong>en</strong> 1%).<br />

Nederlanders br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> auto <strong>en</strong> fiets vaak in verband met positieve<br />

emoties: de auto wordt door meer dan de helft (52%) <strong>van</strong> alle<br />

Nederlanders geassocieerd met vreugde, de fiets zelfs door tweederde<br />

(67%) <strong>van</strong> de Nederlanders. Negatieve emoties kom<strong>en</strong> bij zowel de<br />

auto als de fiets veel minder <strong>voor</strong>: ongeveer 6% <strong>van</strong> de Nederlanders<br />

associeert de auto met negatieve gevoel<strong>en</strong>s, bij de fiets is dat 4%. Het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer wordt door 11% <strong>van</strong> de Nederlanders in verband<br />

gebracht met gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> vreugde, terwijl het bij één op de vijf<br />

Nederlanders gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> afkeer oproept.<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn als verklaring <strong>voor</strong> verschill<strong>en</strong> in<br />

aantrekkelijkheid<br />

Verklaring<strong>en</strong> <strong>voor</strong> verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets<br />

<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer zijn deels te herleid<strong>en</strong> tot k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

het onderweg zijn zoals snelheid, kost<strong>en</strong>, comfort <strong>en</strong> zak<strong>en</strong> zoals<br />

8 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


onafhankelijkheid <strong>en</strong> flexibiliteit. Veel meer dan het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

biedt de auto gemak, onafhankelijkheid, flexibiliteit, comfort, plezier,<br />

veiligheid <strong>en</strong> ook snelheid. Ook over de fiets wordt e<strong>en</strong> overweg<strong>en</strong>d<br />

positief oordeel geveld: met name de lage kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> het fietsgebruik,<br />

maar ook het ‘altijd op tijd kom<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> het ‘op je zelf zijn’ wordt op prijs<br />

gesteld. De fiets wordt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> weinig geassocieerd met ergerniss<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong>. Over de hele linie wordt het op<strong>en</strong>baar vervoer minder<br />

positief beoordeeld, <strong>voor</strong>al door dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die er weinig tot ge<strong>en</strong> gebruik<br />

<strong>van</strong> mak<strong>en</strong>, maar ook door de gebruikers zelf.<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> minder gewicht in de schaal<br />

Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals leeftijd, geslacht <strong>en</strong> opleidingsniveau zijn ook<br />

wel <strong>van</strong> invloed op de beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong>, maar lijk<strong>en</strong> per saldo<br />

minder gewicht in de schaal te legg<strong>en</strong>.<br />

Voor e<strong>en</strong> compleet beeld <strong>van</strong> beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> is het niettemin<br />

belangrijk met e<strong>en</strong> aantal persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong>. T<strong>en</strong><br />

eerste het verschil tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>. Vrouw<strong>en</strong> zijn milder<br />

gestemd over de kwaliteit <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer. En ook de fiets<br />

wordt wat vaker als e<strong>en</strong> reëel alternatief beschouwd. T<strong>en</strong> tweede zijn<br />

er verschill<strong>en</strong> in perceptie <strong>en</strong> beleving naar leeftijd: de auto is <strong>voor</strong>al<br />

populair onder jonger<strong>en</strong>, het op<strong>en</strong>baar vervoer wordt positiever<br />

beoordeeld door ouder<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> derde zijn er ook verschill<strong>en</strong> in beleving<br />

naar ruimtelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>: zo zijn plattelandsbewoners vaker in<br />

positieve zin te sprek<strong>en</strong> over de auto, terwijl het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

door h<strong>en</strong> juist minder vaak als positief wordt gekwalificeerd.<br />

9 Sam<strong>en</strong>vatting


10 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Summary<br />

.....................................................................................................................<br />

Figure 1<br />

The subjective aspects of mobility have received very little att<strong>en</strong>tion in<br />

traffic and transport research. Most studies have focused on observable<br />

patterns and behaviours. In order to better understand the subjective<br />

aspects of mobility, this report looks at the experi<strong>en</strong>ces and attitudes<br />

related to the use of cars, bicycles and public transport. What is<br />

considered the most <strong>en</strong>joyable form of transport in the Netherlands?<br />

How do people judge travelling by car, bicycle or public transport? How<br />

do people respond emotionally?<br />

The report does not address the question of whether cars, bicycles and<br />

public transport function “well” or “poorly” in an objective s<strong>en</strong>se, but<br />

rather describes how people experi<strong>en</strong>ce the use of differ<strong>en</strong>t modes of<br />

transport and people’s attitudes to them. Experi<strong>en</strong>ce in this context<br />

refers to people’s judgem<strong>en</strong>ts and opinions that are based on the<br />

actual use of cars, bicycles and public transport, whereas attitudes are<br />

more g<strong>en</strong>eral ideas and views that are not necessarily based on real<br />

experi<strong>en</strong>ces. In order to take into account the differ<strong>en</strong>ces in experi<strong>en</strong>ce<br />

and attitudes, a distinction has be<strong>en</strong> drawn betwe<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>t,<br />

occasional and infrequ<strong>en</strong>t/non-users of cars, bicycles and public<br />

transport.<br />

The report not only clearly pres<strong>en</strong>ts the differ<strong>en</strong>ces in experi<strong>en</strong>ce of<br />

and attitudes towards the use of cars, bicycles or public transport, but<br />

also shows what is responsible for these differ<strong>en</strong>ces. Is the perceived<br />

appeal of cars, bicycles or public transport linked to characteristics of the<br />

mode of transport, or are the experi<strong>en</strong>ces and attitudes more rooted in<br />

an individuals’ lifestyle and living situation? The former assumes that<br />

there is a direct connection betwe<strong>en</strong> appeal and aspects of travel, such<br />

as speed, cost, comfort and possible traffic jams or delays. The latter<br />

proposes that appeal is primarily dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t on individual characteristics,<br />

such as lifestyle and living situation.<br />

SUPPLY<br />

Travel aspects<br />

DEMAND<br />

Individual characteristics<br />

11 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

APPEAL of car, bicycle or<br />

public transport


To answer these questions, a survey was conducted in the spring of<br />

2005 as a joint initiative of the Directorate-G<strong>en</strong>eral of Public Works<br />

and Water Managem<strong>en</strong>t Transport Research C<strong>en</strong>tre (RWS-AVV)<br />

and The Netherlands Institute for Social Research (SCP). The writt<strong>en</strong><br />

questionnaire was distributed among a repres<strong>en</strong>tative sample of the<br />

adult Dutch population (aged 18 and over), and produced 1,028 usable<br />

responses.<br />

Cars and bicycles most preferred, public transport least popular<br />

The study showed that travelling by car is considered the most attractive<br />

mode of transport by two-thirds of all people in the Netherlands (67%),<br />

roughly one quarter prefer to cycle (27%) and 4% find public transport<br />

the most appealing.<br />

In g<strong>en</strong>eral, people in the Netherlands give a positive rating to the<br />

mode of transport they use the most and treat alternatives with more<br />

scepticism.<br />

In other words, the more oft<strong>en</strong> people use a particular mode of<br />

transport, the more positively they perceive it. This is particularly<br />

true of public transport. Of the people who rarely/never take public<br />

transport, 62% hold a negative view of it, whereas the majority of<br />

people who take public transport several times a week experi<strong>en</strong>ce it<br />

positively (56%). However, nearly one quarter (24%) of these ‘frequ<strong>en</strong>t<br />

users’ assess public transport negatively. By comparison, the number<br />

of motorists/cyclists with a negative view of their respective form of<br />

transport is very small (3% and 1%, respectively).<br />

People in the Netherlands also associate positive feelings with travel by<br />

car and bicycle. Travelling by car is associated with pleasure by 52%<br />

of the population, and travelling by bicycle by 67%. Far fewer people<br />

associate negative emotions with cars and bicycles. Approximately 6%<br />

of the population associate cars with negative feelings, and 4% perceive<br />

travelling by bicycle negatively. Public transport is associated with<br />

pleasure by 11% of the population, whereas one in five people in the<br />

Netherlands have feelings of aversion towards it.<br />

Aspects of travel account for differ<strong>en</strong>ces in appeal<br />

Differ<strong>en</strong>ces in the appeal of travel by car, bicycle and public transport<br />

can be partially explained by aspects of travel, including speed, cost,<br />

comfort and other aspects such as indep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce and flexibility.<br />

Travelling by car offers far more conv<strong>en</strong>i<strong>en</strong>ce, indep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce, flexibility,<br />

comfort, pleasure, safety and speed than travelling by public transport.<br />

People have a predominantly positive view of travelling by bicycle – in<br />

12 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


addition to the low costs, people also value ‘always arriving on time’ and<br />

‘being by oneself’. Travelling by bicycle is also seldom associated with<br />

annoyance or delays. Public transport in g<strong>en</strong>eral received a less positive<br />

reaction. This is especially true of those who rarely/never use public<br />

transport, although public transport users themselves also gave a less<br />

positive assessm<strong>en</strong>t.<br />

Individual characteristics carry less weight<br />

Individual characteristics such as age, g<strong>en</strong>der and level of education<br />

also influ<strong>en</strong>ce experi<strong>en</strong>ce and attitudes; however, they seem to be less<br />

important on balance.<br />

Nevertheless, in order to g<strong>en</strong>erate a complete picture of experi<strong>en</strong>ce<br />

and attitudes, it is important to consider a number of individual<br />

characteristics. Firstly, there are g<strong>en</strong>der differ<strong>en</strong>ces. Wom<strong>en</strong> are less<br />

harsh about the quality of public transport and see bicycle travel more<br />

frequ<strong>en</strong>tly as a valid alternative. Age also contributes to differ<strong>en</strong>ces in<br />

perception and experi<strong>en</strong>ce. Cars are especially popular among young<br />

people, while older persons have a more positive attitude towards<br />

public transport. Thirdly, differ<strong>en</strong>ces in experi<strong>en</strong>ce are also the result of<br />

spatial aspects. For example, people living in rural areas oft<strong>en</strong> have a<br />

more positive view of cars, and they are also the ones who give public<br />

transport a less positive assessm<strong>en</strong>t.<br />

13 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


14 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


1. Inleiding<br />

.....................................................................................................................<br />

1.1 Subjectieve aspect<strong>en</strong> onderbelicht<br />

Voor vel<strong>en</strong> vormt de dagelijkse file e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t <strong>van</strong> privacy <strong>en</strong> rust:<br />

e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t waarop m<strong>en</strong> zich ev<strong>en</strong> niet hoeft te bemoei<strong>en</strong> met het wel<br />

<strong>en</strong> wee <strong>van</strong> partner <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet tegemoet hoeft te kom<strong>en</strong> aan<br />

de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>van</strong> veeleis<strong>en</strong>de collega’s. Uit e<strong>en</strong> Amerikaans onderzoek is<br />

geblek<strong>en</strong> dat for<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dit in de praktijk ook echt als zodanig ervar<strong>en</strong>: de<br />

file als e<strong>en</strong> soort transitieperiode, waarin m<strong>en</strong> in tijd <strong>en</strong> ruimte letterlijk<br />

<strong>en</strong> figuurlijk afstand kan nem<strong>en</strong> <strong>van</strong> huis <strong>en</strong> haard <strong>en</strong> zich kan instell<strong>en</strong><br />

op het werk (Handy et al. 2003).<br />

E<strong>en</strong> dergelijke vorm <strong>van</strong> filebeleving illustreert dat <strong>mobiliteit</strong> meer is dan<br />

e<strong>en</strong> verplaatsing <strong>van</strong> A naar B. Mobiliteit staat ook op zichzelf, het is e<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>selijke activiteit die gepaard gaat met emoties <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s, met<br />

beleving <strong>en</strong> waardering, met oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>oordel<strong>en</strong>.<br />

Niettemin zijn subjectieve aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> e<strong>en</strong> sterk onderbelicht<br />

thema in het verkeers-<strong>en</strong> vervoersonderzoek. Het mer<strong>en</strong>deel <strong>van</strong> het<br />

bestaande onderzoek richt zich op feitelijke gedraging<strong>en</strong> <strong>en</strong> patron<strong>en</strong>.<br />

Het meest sprek<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>beeld is het Mobiliteitsonderzoek Nederland<br />

(MON) <strong>van</strong> Rijkswaterstaat Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer (RWS-<br />

AVV): dat biedt e<strong>en</strong> grondige inv<strong>en</strong>tarisatie <strong>van</strong> het verplaatsingsgedrag<br />

<strong>van</strong> Nederlanders, zoals de aantall<strong>en</strong> verplaatsing<strong>en</strong>, de afgelegde<br />

afstand<strong>en</strong> of de reistijd<strong>en</strong> per motief <strong>en</strong> vervoerwijze naar verschill<strong>en</strong>de<br />

bevolkingsgroep<strong>en</strong>. De subjectieve kant <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>, de beleving <strong>en</strong><br />

de waardering <strong>van</strong> het in MON geregistreerde verplaatsingsgedrag, blijft<br />

echter buit<strong>en</strong> beeld.<br />

Toch is er over de <strong>mobiliteit</strong>sbeleving <strong>van</strong> Nederlanders wel al<br />

het e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander bek<strong>en</strong>d. RWS-AVV heeft aandacht besteed aan<br />

de subjectieve kant <strong>van</strong> verplaatsingsgedrag in onder andere het<br />

Weggebruikersonderzoek (Need <strong>en</strong> Van ’t Hof 2005) <strong>en</strong> in de Op<strong>en</strong>baar<br />

Vervoer-monitor (AVV 2003). Het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (SCP)<br />

heeft op basis <strong>van</strong> oude telling<strong>en</strong> in De Sociale Staat <strong>van</strong> Nederland<br />

2003 ook het e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander gesignaleerd over subjectieve indicator<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>.<br />

De meeste <strong>van</strong> deze onderzoek<strong>en</strong> zijn echter specifiek of sterk<br />

afgebak<strong>en</strong>d. Vaak betreft het e<strong>en</strong> gericht onderzoek als antwoord<br />

op e<strong>en</strong> specifieke vraag, zoals de waardering <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde<br />

vervoerwijze, of het maatschappelijk probleembesef <strong>van</strong> bij<strong>voor</strong>beeld<br />

de files of sociale veiligheid in het op<strong>en</strong>baar vervoer. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn<br />

veel <strong>van</strong> deze onderzoek<strong>en</strong> toegespitst op bij<strong>voor</strong>beeld het woon-<br />

15 Inleiding


werkverkeer of de auto. Daarnaast dominer<strong>en</strong> vaak psychologische<br />

aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> <strong>en</strong> de keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde vervoerwijze.<br />

De beleving<strong>en</strong> <strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong> die gepaard gaan met het gebruik <strong>van</strong><br />

auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer blijv<strong>en</strong> veelal buit<strong>en</strong> beeld.<br />

Voordeel <strong>van</strong> e<strong>en</strong> onderzoek naar de beleving <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong><br />

auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer is dat aan de hand daar<strong>van</strong> inzicht<br />

wordt gebod<strong>en</strong> in de mate waarin <strong>voor</strong>keur<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

burgers overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong> met het aanbod <strong>van</strong> product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />

die ter beschikking staan. Tevred<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> plezier bij het verplaats<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> A naar B, of irritaties <strong>en</strong> frustraties door files <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gebrekkige<br />

punctualiteit gev<strong>en</strong> inzicht in de mate waarin de overheid <strong>en</strong> het<br />

bedrijfslev<strong>en</strong> tegemoet kom<strong>en</strong> aan de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>van</strong> burgers <strong>en</strong> reizigers.<br />

1.2 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong><br />

Om het inzicht in belevingsaspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> te vergrot<strong>en</strong>, wordt<br />

in dit rapport aandacht besteed aan subjectieve ervaring<strong>en</strong> rondom het<br />

gebruik <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Welke vervoerwijze vind<strong>en</strong><br />

Nederlanders het prettigst, hoe oordeelt m<strong>en</strong> over de auto, de fiets<br />

<strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer, welke gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties gaan hiermee<br />

gepaard? (hoofdstuk 2). Er is gekoz<strong>en</strong> <strong>voor</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer omdat dit de meest <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> <strong>van</strong> verplaats<strong>en</strong> zijn<br />

<strong>voor</strong> de ‘dagelijkse’ vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>, zoals de gang <strong>van</strong> <strong>en</strong> naar<br />

het werk, het do<strong>en</strong> <strong>van</strong> boodschapp<strong>en</strong> of verplaatsing<strong>en</strong> in de vrije tijd.<br />

Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer tot op zekere hoogte<br />

<strong>voor</strong> elkaar uitwisselbaar. Voor het lop<strong>en</strong>, het vliegtuig <strong>en</strong> nog weer<br />

andere manier<strong>en</strong> <strong>van</strong> vervoer geldt dit niet of in veel mindere mate<br />

(zie ook kader).<br />

Het rapport geeft ge<strong>en</strong> antwoord op de vraag of auto, fiets <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>baar vervoer in objectieve zin ‘goed’ of ‘slecht’ functioner<strong>en</strong>, maar<br />

wel hoe het gebruik <strong>van</strong> vervoermiddel<strong>en</strong> wordt beleefd <strong>en</strong> welke<br />

<strong>beeldvorming</strong> erover bestaat. De beleving verwijst naar de oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die gebaseerd zijn op het feitelijke gebruik <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>baar vervoer, terwijl de <strong>beeldvorming</strong> meer de algem<strong>en</strong>e ideeën<br />

<strong>en</strong> opvatting<strong>en</strong> betreft, die niet persé zijn afgeleid <strong>van</strong> ervaring<strong>en</strong><br />

met gebruik. In dit rapport zijn de beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>voor</strong>al<br />

opgevat als de functionele aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn, zoals de<br />

gepercipieerde snelheid, de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> het comfort <strong>van</strong> verplaats<strong>en</strong>.<br />

Het is goed d<strong>en</strong>kbaar dat er grote verschill<strong>en</strong> bestaan tuss<strong>en</strong> beleving<br />

<strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong>. Zo kan de fiets in de beleving <strong>van</strong> gebruikers als zeer<br />

16 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Tabel 1.1<br />

Gebruikersgroep<strong>en</strong><br />

Bron: RWS-AVV/<br />

SCP (Bestand<br />

‘Mobiliteitsbeleving’<br />

(MB) 2005)<br />

(gewog<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong>)<br />

positief word<strong>en</strong> gekwalificeerd, terwijl het in de <strong>beeldvorming</strong> door nietgebruikers<br />

toch overweg<strong>en</strong>d als negatief te boek staat. Om dergelijke<br />

verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> bov<strong>en</strong> tafel te krijg<strong>en</strong> is in dit<br />

rapport steeds gediffer<strong>en</strong>tieerd naar de mate waarin m<strong>en</strong> gebruik maakt<br />

<strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Daarbij is onderscheid gemaakt<br />

tuss<strong>en</strong> veelgebruikers, incid<strong>en</strong>tele gebruikers <strong>en</strong> niet-gebruikers.<br />

Veelgebruikers zijn gedefinieerd als de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die meerdere ker<strong>en</strong><br />

per week onderweg zijn per auto, fiets of op<strong>en</strong>baar vervoer. De nietgebruikers<br />

reiz<strong>en</strong> minder dan één keer per maand per auto, fiets of<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer, <strong>en</strong> de incid<strong>en</strong>tele gebruikers zijn de tuss<strong>en</strong>groep die<br />

minst<strong>en</strong>s één keer per maand, maar niet vaker dan één keer per week<br />

onderweg zijn per auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (tabel 1.1). Bij de<br />

auto behoort bijna driekwart <strong>van</strong> de Nederlanders <strong>van</strong> 18 jaar <strong>en</strong> ouder<br />

tot de veelgebruikers, bij de fiets omvat het één op de zes Nederlanders<br />

<strong>en</strong> bij het op<strong>en</strong>baar vervoer gaat het om nog ge<strong>en</strong> 15%. Nederlanders<br />

die niet of nauwelijks gebruik mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> auto <strong>en</strong> fiets zijn dus zeldzaam<br />

(respectievelijk 9% <strong>en</strong> 19% <strong>van</strong> de Nederlanders <strong>van</strong> 18 jaar <strong>en</strong> ouder).<br />

Het op<strong>en</strong>baar vervoer wordt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> door de meerderheid <strong>van</strong> de<br />

Nederlanders <strong>van</strong> 18 jaar of ouder niet of nauwelijks gebruikt: Zev<strong>en</strong> op<br />

de ti<strong>en</strong> Nederlanders reist minder dan één keer per maand per bus, trein,<br />

metro of trein.<br />

17 Inleiding<br />

absoluut %<br />

AUTO<br />

veelgebruikers (meerdere ker<strong>en</strong> per week) 795 80<br />

incid<strong>en</strong>tele gebruikers 114 11<br />

niet-gebruikers (minder dan 1x per maand) 90 9<br />

FIETS<br />

veelgebruikers (meerdere ker<strong>en</strong> per week) 611 60<br />

incid<strong>en</strong>tele gebruikers 218 21<br />

niet-gebruikers (minder dan 1x per maand) 189 19<br />

OPENBAAR VERVOER<br />

veelgebruikers (meerdere ker<strong>en</strong> per week) 142 14<br />

incid<strong>en</strong>tele gebruikers 155 15<br />

niet-gebruikers (minder dan 1x per maand) 721 71


Auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer: appels <strong>en</strong> per<strong>en</strong>?<br />

E<strong>en</strong> peer is peervormig <strong>en</strong> e<strong>en</strong> appel rond, maar beid<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> schil, zijn melig <strong>van</strong> binn<strong>en</strong> met pitt<strong>en</strong> in de kern, <strong>en</strong> groei<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> boomgaard. Appels <strong>en</strong> per<strong>en</strong> zijn dus wel degelijk met elkaar<br />

vergelijkbaar. Ev<strong>en</strong>goed zijn auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer alledrie<br />

vervoermiddel<strong>en</strong>, die elk weliswaar over eig<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

gebruiksmogelijkhed<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>, maar uiteindelijk allemaal toch<br />

in de eerste plaats gebruikt word<strong>en</strong> om m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>van</strong> A naar B te<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />

Het op<strong>en</strong>baar vervoer functioneert <strong>voor</strong>al op de middellange <strong>en</strong><br />

lange afstand<strong>en</strong>: het mer<strong>en</strong>deel (ca. 70%) <strong>van</strong> de verplaatsing<strong>en</strong><br />

per bus, tram of metro valt tuss<strong>en</strong> 5 <strong>en</strong> 30 kilometer. Van alle<br />

per trein gemaakte verplaatsing<strong>en</strong> gaat meer dan de helft over<br />

afstand<strong>en</strong> <strong>van</strong> 30 kilometer of meer. Het fiets<strong>en</strong> vindt <strong>voor</strong>al plaats<br />

op de (heel) korte afstand<strong>en</strong>: 80% <strong>van</strong> de fietsverplaatsing<strong>en</strong><br />

betreft afstand<strong>en</strong> tot 5 kilometer, e<strong>en</strong>vijfde gaat niet verder dan<br />

1 kilometer.<br />

Waar het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> het fiets<strong>en</strong> anderzijds dus<br />

elk op e<strong>en</strong> afzonderlijk verplaatsingssegm<strong>en</strong>t lijk<strong>en</strong> te zijn gericht<br />

(respectievelijk de lange <strong>en</strong> de korte afstand<strong>en</strong>), geldt dat <strong>voor</strong><br />

de auto in veel mindere mate. Het aandeel neemt weliswaar flink<br />

toe met de afgelegde afstand (figuur 1.1), maar ook bij de kortere<br />

afstand<strong>en</strong> wordt nog altijd relatief vaak gebruik gemaakt <strong>van</strong> de<br />

auto: in de afstandsklasse tot 2,5 kilometer betreft het één op de<br />

vijf verplaatsing<strong>en</strong>.<br />

Andere belangrijke verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer zijn dat auto <strong>en</strong> fiets naast e<strong>en</strong> gebruikswaarde ook e<strong>en</strong><br />

bezitswaarde hebb<strong>en</strong>, die gekleurd wordt door gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />

emoties <strong>en</strong> daarmee deels ook bepal<strong>en</strong>d zijn <strong>voor</strong> de beleving <strong>van</strong><br />

het gebruik. Zo is in eerder onderzoek gewez<strong>en</strong> op de sociale <strong>en</strong><br />

affectieve rol die de auto speelt in het dagelijks lev<strong>en</strong>, de auto als<br />

statussymbool waarmee m<strong>en</strong> wil lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> wie m<strong>en</strong> is of wil zijn<br />

(zie bijv. Steg 2005; Diekstra <strong>en</strong> Kroon 1993). Het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

is daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> systeem, dat m<strong>en</strong> zich niet individueel kan toeeig<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> waaraan m<strong>en</strong> dus ook ge<strong>en</strong> bezitswaarde kan ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Verder zijn auto <strong>en</strong> fiets altijd beschikbaar, is het gemakkelijk <strong>van</strong><br />

deur tot deur, terwijl bij het op<strong>en</strong>baar vervoer rek<strong>en</strong>ing moet<br />

word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met specifieke tijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> plaats<strong>en</strong>, <strong>en</strong> er bijna<br />

altijd moet word<strong>en</strong> nagedacht over <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> natransport.<br />

18 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Figuur 1.1<br />

Bereik vervoerwijz<strong>en</strong><br />

naar afstandsklass<strong>en</strong>,<br />

2005<br />

Bron: RWS-AVV<br />

(MON 2005)<br />

De verschill<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> duidelijk dat auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

zich op verschill<strong>en</strong>de markt<strong>en</strong> richt<strong>en</strong>. In dit rapport gaat het echter<br />

niet zozeer om de objectieve verschill<strong>en</strong> in het functioner<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer, maar om de algem<strong>en</strong>e beleving<br />

<strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong>, <strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong> die er zijn in gepercipieerde<br />

kwaliteit over vergelijkbare k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals snelheid <strong>en</strong> kost<strong>en</strong>.<br />

Doel hier<strong>van</strong> is dus niet het do<strong>en</strong> <strong>van</strong> uitsprak<strong>en</strong> over de objectieve<br />

kwaliteit <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (het e<strong>en</strong> is niet beter<br />

of slechter dan het ander), maar het bied<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> overzicht<br />

<strong>van</strong> de wijze waarop m<strong>en</strong> het gebruik <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer beleeft <strong>en</strong> beoordeelt (het autogebruik wordt anders<br />

ervar<strong>en</strong> dan het gebruik <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer).<br />

De algem<strong>en</strong>e inzicht<strong>en</strong> over de beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> auto,<br />

fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer zijn in dit rapport waar nodig in ‘context’<br />

geplaatst door onderscheid te mak<strong>en</strong> naar de mate waarin m<strong>en</strong><br />

gebruik maakt <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de vervoerwijz<strong>en</strong> <strong>voor</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />

doeleind<strong>en</strong> (woon-werkverkeer <strong>en</strong> vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong>), <strong>en</strong> door<br />

te bezi<strong>en</strong> hoe de algem<strong>en</strong>e oordel<strong>en</strong> variër<strong>en</strong> naar leefsituatie <strong>en</strong><br />

leefstijl<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong>.<br />

100%<br />

90%<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

Het rapport beoogt niet alle<strong>en</strong> inzichtelijk te mak<strong>en</strong> welke verschill<strong>en</strong> er<br />

zijn in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer,<br />

maar ook waardoor de verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> word<strong>en</strong><br />

bepaald. Hangt de gepercipieerde mate <strong>van</strong> aantrekkelijkheid sam<strong>en</strong><br />

19 Inleiding<br />

0,1 - 0,5 km<br />

0,5 - 1,0 km<br />

1,0 - 2,5 km<br />

2,5 - 3,7 km<br />

3,7 - 5,0 km<br />

5,0 - 7,5 km<br />

7,5 - 10 km<br />

10 - 15 km<br />

15 - 20 km<br />

20 - 30 km<br />

30 - 40 km<br />

40 - 50 km<br />

>= 50 km<br />

auto trein bus,tram,metro (brom)fiets lop<strong>en</strong>


Figuur 1.2<br />

met de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn (hoofdstuk 3), of is de<br />

subjectieve ervaring eerder e<strong>en</strong> resultante <strong>van</strong> de leefsituatie <strong>en</strong> leefstijl<br />

<strong>van</strong> person<strong>en</strong>? (hoofdstuk 4; zie ook figuur 1.2). Het eerste gaat er<br />

<strong>van</strong> uit dat er e<strong>en</strong> direct verband is tuss<strong>en</strong> de aantrekkelijkheid <strong>en</strong> de<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn per auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer,<br />

zoals de snelheid <strong>en</strong> de kost<strong>en</strong>, het gebod<strong>en</strong> comfort, maar ook files<br />

<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong>. Het tweede gaat er <strong>van</strong> uit dat de aantrekkelijkheid<br />

primair is terug te voer<strong>en</strong> op persoonsgebond<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals de<br />

leefsituatie <strong>en</strong> leefstijl <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.<br />

Hoofdstuk 2:<br />

BELEVING EN<br />

BEELDVORMING <strong>van</strong> auto,<br />

fiets <strong>en</strong> OV<br />

• oordel<strong>en</strong><br />

• mate <strong>van</strong> geschiktheid<br />

• gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties<br />

1.3 Bronn<strong>en</strong><br />

Om de vrag<strong>en</strong> in dit rapport te kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> is gebruik<br />

gemaakt <strong>van</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête die in het <strong>voor</strong>jaar <strong>van</strong> 2005 op gezam<strong>en</strong>lijk<br />

initiatief <strong>van</strong> RWS-AVV <strong>en</strong> SCP is uitgevoerd. In deze <strong>en</strong>quête is onder<br />

andere gevraagd naar de problem<strong>en</strong> die Nederlanders ondervind<strong>en</strong> in<br />

de verplaatsing<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong> naar het werk <strong>en</strong> in de vrije tijd, de waardering<br />

<strong>en</strong> gepercipieerde mate <strong>van</strong> geschiktheid <strong>van</strong> auto, op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

<strong>en</strong> fiets, <strong>en</strong> de gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties die het mobiel zijn oproep<strong>en</strong>. De<br />

schriftelijke vrag<strong>en</strong>lijst, die is uitgezet onder e<strong>en</strong> steekproef <strong>van</strong> de<br />

Nederlandse bevolking <strong>van</strong> 18 jaar <strong>en</strong> ouder, heeft 1.028 bruikbare<br />

respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opgeleverd. Over del<strong>en</strong> <strong>van</strong> de resultat<strong>en</strong> is reeds eerder<br />

gerapporteerd in <strong>en</strong>kele publicaties <strong>van</strong> het SCP (Harms 2005a, 2006)<br />

<strong>en</strong> in de Mobiliteitsbalans <strong>van</strong> het KiM (KiM 2007).<br />

De resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>en</strong>quête word<strong>en</strong> waar nodig aangevuld met<br />

inzicht<strong>en</strong> uit de literatuur over dit onderwerp <strong>en</strong> aanverwante studies.<br />

20 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

Hoofdstuk 3:<br />

AANBOD<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> v/h onderweg zijn<br />

• kwaliteitsaspect<strong>en</strong><br />

(bijv. snelheid, kost<strong>en</strong>,<br />

comfort, veiligheid)<br />

• problem<strong>en</strong> (bijv. files,<br />

vertraging<strong>en</strong>)<br />

Hoofdstuk 4:<br />

VRAAG<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong><br />

• geslacht, leeftijd<br />

• opleidingsniveau<br />

• activiteit<strong>en</strong>patron<strong>en</strong>


1.4 Afbak<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> definiëring<br />

Het rapport richt zich in de eerste plaats op de beleving <strong>van</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>beeldvorming</strong> over het gebruik <strong>van</strong> auto, op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> de fiets,<br />

waarbij onderscheid zal word<strong>en</strong> gemaakt tuss<strong>en</strong> woon-werk<strong>mobiliteit</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>mobiliteit</strong> in de vrije tijd. De red<strong>en</strong> hier<strong>voor</strong> zijn de te verwacht<strong>en</strong> grote<br />

verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> tuss<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> waar<br />

m<strong>en</strong> weinig keuzevrijheid heeft (zoals de verplaatsing <strong>van</strong> <strong>en</strong> naar het<br />

werk) <strong>en</strong> meer facultatieve verplaatsing<strong>en</strong> (zoals in de vrije tijd). Waar het<br />

rapport uitdrukkelijk niet over gaat zijn de argum<strong>en</strong>taties <strong>en</strong> red<strong>en</strong><strong>en</strong> die<br />

t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong> aan de keuze <strong>voor</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer.<br />

Bij e<strong>en</strong> analyse <strong>van</strong> beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

moet idealiter onderscheid word<strong>en</strong> gemaakt tuss<strong>en</strong> trein <strong>en</strong>erzijds, <strong>en</strong><br />

bus, tram <strong>en</strong> metro anderzijds. Daarnaast zou ook nog onderscheid<br />

gemaakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de landelijk operer<strong>en</strong>de Nederlandse<br />

Spoorweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> regionale op<strong>en</strong>baarvervoerverbinding<strong>en</strong> zoals Syntus in<br />

het oost<strong>en</strong> <strong>van</strong> Nederland of Noordned in het noord<strong>en</strong> <strong>van</strong> Nederland.<br />

Ook zou het interessant zijn om de oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> waardering over<br />

aanvull<strong>en</strong>d op<strong>en</strong>baar vervoer te bezi<strong>en</strong>, zoals de regiotaxi of andere<br />

vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> collectief vraagafhankelijk vervoer. Helaas is het met<br />

de verzamelde gegev<strong>en</strong>s niet mogelijk om dergelijke verschill<strong>en</strong> te<br />

analyser<strong>en</strong>. Er is in het onderzoek gevraagd naar algem<strong>en</strong>e oordel<strong>en</strong><br />

over het op<strong>en</strong>baar vervoer, zonder daarbij te vrag<strong>en</strong> hoe dit varieert<br />

tuss<strong>en</strong> trein, bus, tram <strong>en</strong> metro of andere vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer. In dit rapport is aan deze tekortkoming tegemoet gekom<strong>en</strong><br />

door waar mogelijk met aanvull<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s te kijk<strong>en</strong> naar ev<strong>en</strong>tuele<br />

verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> trein <strong>en</strong> bus, tram <strong>en</strong> metro.<br />

Verder zou het goed zijn om te bezi<strong>en</strong> in hoeverre de beleving <strong>en</strong><br />

<strong>beeldvorming</strong> varieert tuss<strong>en</strong> piek- <strong>en</strong> dalperiod<strong>en</strong> (bijv. ocht<strong>en</strong>d- <strong>en</strong><br />

avondspits versus de week<strong>en</strong>ds). Vermoedelijk maakt de drukte in het<br />

verkeer op piektijdstipp<strong>en</strong> immers nogal uit <strong>voor</strong> de manier waarop m<strong>en</strong><br />

verplaatsing<strong>en</strong> ervaart <strong>en</strong> beleeft. Hoewel hier niet rechtstreeks naar is<br />

gevraagd, biedt het onderscheid in de beleving tuss<strong>en</strong> woon-werkverkeer<br />

<strong>en</strong> vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong> hiertoe wel de nodige aanknopingspunt<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong>slotte zou er idealiter gekek<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar verschill<strong>en</strong> in<br />

waardering tuss<strong>en</strong> de grote sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> het west<strong>en</strong> des lands <strong>en</strong>erzijds, <strong>en</strong><br />

kleinere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> plattelandsgebied<strong>en</strong> anderzijds. Stad <strong>en</strong> platteland<br />

verschill<strong>en</strong> immers nogal in verkeersdrukte <strong>en</strong> verplaatsingsmogelijkhed<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> daarmee vermoedelijk ook in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong>. In dit<br />

onderzoek is hiermee rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> door te kijk<strong>en</strong> naar verschill<strong>en</strong><br />

in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> tuss<strong>en</strong> bewoners <strong>van</strong> grootstedelijke<br />

gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> bewoners <strong>van</strong> het platteland.<br />

21 Inleiding


22 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


2. Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

.....................................................................................................................<br />

Het is zaterdagavond 16 februari 1987. Naar aanleiding <strong>van</strong> de AutoRai,<br />

die ook dat jaar weer vele duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> bezoekers trekt, vraagt Sonja<br />

Bar<strong>en</strong>d in haar tv-programma aan e<strong>en</strong> autoliefhebber waar zijn <strong>voor</strong>keur<br />

naar uit zou gaan als hij zou moet<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zijn auto of zijn<br />

vrouw. De liefhebber kiest t<strong>en</strong> overstaan <strong>van</strong> zijn aanwezige echtg<strong>en</strong>ote<br />

<strong>voor</strong> de auto <strong>en</strong> onderstreept dit met het argum<strong>en</strong>t dat er vrouw<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>oeg zijn, terwijl er <strong>van</strong> zijn zeer bijzondere bolide maar e<strong>en</strong> handvol<br />

exemplar<strong>en</strong> bestaan. Deze uitspraak riep mete<strong>en</strong> veel commotie op;<br />

het huwelijk <strong>van</strong> de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> werd op aandring<strong>en</strong> <strong>van</strong> de beledigde<br />

vrouw ontbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs jar<strong>en</strong> later werd de man nog steeds verwijt<strong>en</strong><br />

gemaakt door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hem op straat herk<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.<br />

Dit <strong>voor</strong>beeld is illustratief <strong>voor</strong> de bezitswaarde <strong>van</strong> de auto, <strong>en</strong> de<br />

extreme vorm<strong>en</strong> die dit kan aannem<strong>en</strong>. In dit hoofdstuk zal in meer<br />

algem<strong>en</strong>e zin word<strong>en</strong> stilgestaan bij de beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong><br />

auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Anders dan in het <strong>voor</strong>beeld vormt<br />

daarbij niet zozeer de bezitswaarde het uitgangspunt, maar veeleer<br />

de beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> die sam<strong>en</strong>hangt met het gebruik <strong>van</strong><br />

de vervoermiddel<strong>en</strong>. Achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s zal word<strong>en</strong> ingegaan op de<br />

algem<strong>en</strong>e oordel<strong>en</strong> over auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (paragraaf 2.1),<br />

de mate <strong>van</strong> geschiktheid <strong>voor</strong> woon-werk- <strong>en</strong> vrijetijdverplaatsing<strong>en</strong><br />

(2.2), <strong>en</strong> de emoties <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s die het gebruik <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>baar vervoer oproep<strong>en</strong> (2.3).<br />

2.1 Oordel<strong>en</strong> over auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

De beoordeling <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer kan op verschill<strong>en</strong>de<br />

manier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>. In dit onderzoek is gekek<strong>en</strong> naar de<br />

vervoerwijze die Nederlanders het prettigste vind<strong>en</strong> in gebruik, <strong>en</strong> naar<br />

de algem<strong>en</strong>e waardering, los <strong>van</strong> de vraag of m<strong>en</strong> er al dan niet graag<br />

gebruik <strong>van</strong> maakt.<br />

Tweederde <strong>van</strong> alle Nederlanders (67%) vindt de auto het meest<br />

prettige vervoermiddel (tabel 2.1). De fiets wordt door ruim e<strong>en</strong> kwart<br />

<strong>van</strong> de bevolking (27%) het meest prettig gevond<strong>en</strong>, het op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer door 4% <strong>van</strong> de bevolking. Deze verdeling <strong>van</strong> aantrekkelijkheid<br />

volgt in belangrijke mate het daadwerkelijke gebruik: bezi<strong>en</strong> over de<br />

drie onderzochte vervoerwijz<strong>en</strong> geschiedt 59% <strong>van</strong> de verplaatsing<strong>en</strong><br />

per auto, 35% gaat per fiets <strong>en</strong> 6% per op<strong>en</strong>baar vervoer (RWS-<br />

AVV MON’05). Van de Nederlanders die de auto het meest prettig<br />

vind<strong>en</strong> verkiest ruim tweederde (70%) de fiets als op één na prettigste<br />

23 Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer


Tabel 2.1<br />

Meest prettige<br />

vervoerwijze (in<br />

proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>).<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

vervoermiddel. Hoe vaker m<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bepaalde vervoerwijze<br />

gebruik maakt, des te vaker kwalificeert m<strong>en</strong> dit als meest prettige<br />

vervoermiddel. Bijna driekwart <strong>van</strong> de regelmatige autogebruikers vindt<br />

de auto de meest prettige wijze <strong>van</strong> verplaats<strong>en</strong>, terwijl het op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer door bijna ge<strong>en</strong> <strong>van</strong> h<strong>en</strong> als meest prettig wordt gekwalificeerd.<br />

Ook de frequ<strong>en</strong>te fietsgebruikers vind<strong>en</strong> de fiets vaker dan gemiddeld<br />

de meest prettige vervoerwijze (ruim 40%), maar de meerderheid <strong>van</strong><br />

de fietsers preferer<strong>en</strong> de auto (55%). En hoewel ook het op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer onder veelvuldige op<strong>en</strong>baarvervoergebruikers vaker dan<br />

gemiddeld als meest prettige vervoerwijze wordt aangeduid, geldt<br />

dit per saldo toch <strong>voor</strong> slechts één op de ti<strong>en</strong> regelmatige op<strong>en</strong>baarvervoergebruikers.<br />

Zes op de ti<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baarvervoergebruikers hebb<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> de auto, <strong>en</strong> drie <strong>van</strong> de ti<strong>en</strong> preferer<strong>en</strong> de fiets.<br />

24 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

auto fiets op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer<br />

totaal 67 27 4<br />

naar mate <strong>van</strong> gebruik<br />

veelgebruikers (meerdere ker<strong>en</strong> per week) 73 41 12<br />

incid<strong>en</strong>tele gebruikers 47 10 14<br />

niet-gebruikers (minder dan 1x per maand) 42 4 0<br />

Indi<strong>en</strong> wordt gekek<strong>en</strong> naar de algem<strong>en</strong>e oordel<strong>en</strong> die Nederlanders<br />

vell<strong>en</strong> over auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer, ongeacht de vraag hoe<br />

prettig m<strong>en</strong> het vindt om hier<strong>van</strong> in de praktijk gebruik te mak<strong>en</strong>, blijkt<br />

dat auto <strong>en</strong> fiets zeer positief word<strong>en</strong> gewaardeerd <strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer hierbij achterblijft (figuur 2.1 <strong>en</strong> bijlage 1). Van alle Nederlanders<br />

<strong>van</strong> 18 jaar <strong>en</strong> ouder oordeelt 86% positief over de auto, 84% oordeelt<br />

positief over de fiets, <strong>en</strong> 26% oordeelt positief over het op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer. De negatieve waardering <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer blijkt echter<br />

<strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> te kom<strong>en</strong> onder de Nederlanders die hier niet of nauwelijks<br />

gebruik <strong>van</strong> mak<strong>en</strong>: de niet-gebruikers sprek<strong>en</strong> zich in 62% <strong>van</strong> de<br />

gevall<strong>en</strong> negatief uit over het op<strong>en</strong>baar vervoer, terwijl de veelgebruikers<br />

het op<strong>en</strong>baar vervoer in de meerderheid <strong>van</strong> de gevall<strong>en</strong> (56%) wel<br />

positief beoordel<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>nelijk geldt hier ‘onbek<strong>en</strong>d maakt onbemind’ <strong>en</strong><br />

zijn de <strong>voor</strong>oordel<strong>en</strong> over het op<strong>en</strong>baar vervoer juist bij de groep die hier<br />

ge<strong>en</strong> persoonlijke ervaring mee heeft het meest hardnekkig. Anderzijds<br />

oordeelt nog altijd bijna e<strong>en</strong> kwart (24%) <strong>van</strong> de veelgebruikers negatief<br />

over het op<strong>en</strong>baar vervoer (figuur 2.1). Veelgebruik is dus ge<strong>en</strong> garantie<br />

<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> positief oordeel. Indi<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> de veelgebruikers


Figuur 2.1<br />

Oordel<strong>en</strong> over auto,<br />

fiets <strong>en</strong> OV naar mate<br />

<strong>van</strong> gebruik.<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

als uitgangspunt word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, blijk<strong>en</strong> de uitkomst<strong>en</strong> over het<br />

algeme<strong>en</strong> vergelijkbaar met de klantoordel<strong>en</strong> zoals die jaarlijks word<strong>en</strong><br />

gepres<strong>en</strong>teerd door vervoersbedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> regionale vervoersautoriteit<strong>en</strong><br />

(zie het kader <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> overzicht).<br />

AUTO<br />

totaal<br />

veelgebruikers<br />

incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />

niet-gebruikers<br />

FIETS<br />

totaal<br />

veelgebruikers<br />

incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />

niet-gebruikers<br />

OV<br />

totaal<br />

veelgebruikers<br />

incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />

niet-gebruikers<br />

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%<br />

% negatief % gemiddeld % positief<br />

Andere onderzoek<strong>en</strong>, vergelijkbare uitkomst<strong>en</strong><br />

Indi<strong>en</strong> de waardering <strong>van</strong> Nederlanders die meerdere ker<strong>en</strong> per<br />

week per op<strong>en</strong>baar vervoer reiz<strong>en</strong> wordt omgerek<strong>en</strong>d <strong>van</strong> de<br />

oorspronkelijke 7-puntsschaal naar 1 tot 10 scores komt het<br />

algem<strong>en</strong>e oordeel uit op e<strong>en</strong> 6,5. (Vergelijk de veelgebruikers<br />

in figuur 2.1. Eig<strong>en</strong>lijk is e<strong>en</strong> dergelijke omschaling <strong>van</strong> scores<br />

op e<strong>en</strong> 7-puntsschaal naar 1 tot 10 scores niet helemaal zuiver,<br />

onder andere omdat er wordt omgerek<strong>en</strong>d <strong>van</strong> e<strong>en</strong> onev<strong>en</strong><br />

aantal keuzemogelijkhed<strong>en</strong> met score 4 als e<strong>en</strong> ‘midd<strong>en</strong>’ naar e<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong> aantal mogelijkhed<strong>en</strong> zonder midd<strong>en</strong>. Maar t<strong>en</strong> behoeve<br />

<strong>van</strong> de vergelijkbaarheid met de andere onderzoek<strong>en</strong> is alle<strong>en</strong><br />

in dit tekstkader toch gewerkt met deze omgeschaalde cijfers).<br />

Dit algem<strong>en</strong>e oordeel lijkt redelijk overe<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> met andere<br />

onderzoek<strong>en</strong> naar klantoordel<strong>en</strong>, waarbij is gevraagd naar de<br />

tevred<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> reizigers. Daarbij lijk<strong>en</strong> zich ook nauwelijks<br />

verschill<strong>en</strong> <strong>voor</strong> te do<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de trein <strong>en</strong> het stad- <strong>en</strong> streekvervoer.<br />

25 Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer


Figuur 2.2<br />

Klantoordel<strong>en</strong><br />

Nederlandse<br />

Spoorweg<strong>en</strong><br />

Bron: NS (2005)<br />

Mede in opdracht <strong>van</strong> het Ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat<br />

verzamelt de Nederlandse Spoorweg<strong>en</strong> periodiek informatie<br />

over klanttevred<strong>en</strong>heid. Naast e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> oordeel word<strong>en</strong><br />

reizigers gevraagd zich uit te sprek<strong>en</strong> over het op tijd rijd<strong>en</strong>, de<br />

informatieverschaffing bij vertraging<strong>en</strong>, de beschikbaarheid <strong>van</strong><br />

zitplaats<strong>en</strong>, de sociale veiligheid in de trein <strong>en</strong> op het station <strong>en</strong><br />

de reinheid <strong>van</strong> trein <strong>en</strong> stations. Vanaf 2001 is op alle terrein<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> verbetering <strong>van</strong> de oordel<strong>en</strong> zichtbaar (figuur 2.2): <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

gemiddeld rapportcijfer in 2001 dat net iets hoger is dan e<strong>en</strong> 6<br />

naar bijna e<strong>en</strong> 7 in 2005. Over het op tijd rijd<strong>en</strong> zijn de reizigers het<br />

meest kritisch. In 2001 was dit nog onvoldo<strong>en</strong>de, in 2005 scoort de<br />

NS op dit punt e<strong>en</strong> krappe 6.<br />

10,0<br />

9,0<br />

8,0<br />

7,0<br />

6,0<br />

5,0<br />

4,0<br />

3,0<br />

2,0<br />

1,0<br />

-<br />

algeme<strong>en</strong> oordeel<br />

op tijd rijd<strong>en</strong><br />

informatie bij vertraging<br />

OV-Klant<strong>en</strong>barometer<br />

Voor het stad- <strong>en</strong> streekvervoer wordt de klanttevred<strong>en</strong>heid jaarlijks<br />

bijgehoud<strong>en</strong> in de OV-Klant<strong>en</strong>barometer (KPVV 2007). Daarin<br />

wordt onder andere gekek<strong>en</strong> naar informatie <strong>en</strong> veiligheid, het<br />

rijcomfort, de tijd <strong>en</strong> doorstroming <strong>en</strong> de prijs <strong>van</strong> de reis. Het<br />

algem<strong>en</strong>e oordeel is e<strong>en</strong> ruime 7. Dit komt dus iets hoger uit dan<br />

de cijfers <strong>van</strong> de NS. Dit duidt ev<strong>en</strong>wel niet per definitie op e<strong>en</strong><br />

kwaliteitsverschil tuss<strong>en</strong> trein <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> stad- <strong>en</strong> streekvervoer<br />

anderzijds. E<strong>en</strong> meer <strong>voor</strong> de hand ligg<strong>en</strong>de verklaring zijn<br />

verschill<strong>en</strong> in achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> treinreizigers <strong>en</strong> de<br />

gebruikers <strong>van</strong> stad- <strong>en</strong> streekvervoer.<br />

26 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

sociale veiligheid<br />

zitplaatscapaciteit<br />

2001 2002 2003 2004 2005<br />

schone trein<strong>en</strong> <strong>en</strong> stations


Tabel 2.2<br />

Landelijke<br />

klanttevred<strong>en</strong>heidscijfers<br />

stad- <strong>en</strong><br />

streekvervoer<br />

Bron: KPVV (2007)<br />

27 Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

2004 2005 2006<br />

algeme<strong>en</strong> oordeel 7,2 7,2 7,2<br />

informatie <strong>en</strong> veiligheid 7,5 7,5 7,6<br />

rijcomfort 7,3 7,3 7,3<br />

tijd <strong>en</strong> doorstroming 6,3 6,3 6,2<br />

prijs 6,2 6,4 6,5<br />

Aanvull<strong>en</strong>de inzicht<strong>en</strong> uit rec<strong>en</strong>t onderzoek <strong>van</strong> RWS-AVV<br />

In e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t onderzoek <strong>van</strong> RWS-AVV (2007) is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />

aantal vrag<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over de beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong><br />

het op<strong>en</strong>baar vervoer, waarbij ook onderscheid is gemaakt tuss<strong>en</strong><br />

bus, tram <strong>en</strong> metro <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> trein anderzijds. Hieruit blijkt<br />

opnieuw dat de verschill<strong>en</strong> in beleving tuss<strong>en</strong> de onderscheid<strong>en</strong><br />

vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer erg klein zijn: op e<strong>en</strong> schaal <strong>van</strong> 1<br />

tot 10 waarder<strong>en</strong> Nederlanders bus, tram <strong>en</strong> metro met e<strong>en</strong> 5,7<br />

<strong>en</strong> de trein met e<strong>en</strong> 5,8. Overe<strong>en</strong>komstig de resultat<strong>en</strong> uit figuur<br />

2.1 wordt het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>voor</strong>al slecht beoordeeld door<br />

dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die er nauwelijks of niet gebruik <strong>van</strong> mak<strong>en</strong>: Van de nietgebruikers<br />

krijg<strong>en</strong> bus, tram <strong>en</strong> metro e<strong>en</strong> 5,4 <strong>en</strong> de trein e<strong>en</strong> 5,7;<br />

veelgebruikers gev<strong>en</strong> bus, tram, metro <strong>en</strong> trein e<strong>en</strong> 6,3. Het verschil<br />

tuss<strong>en</strong> veelgebruikers <strong>en</strong> niet-gebruikers is dus ongeveer het verschil<br />

tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de <strong>en</strong> e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de.<br />

In het onderzoek zijn de algem<strong>en</strong>e oordel<strong>en</strong> ook nog uitgesplitst<br />

naar deelaspect<strong>en</strong> (figuur 2.3 <strong>en</strong> 2.4). Hieruit blijkt opnieuw dat<br />

veelgebruikers over de hele linie positiever over het op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dan de niet-gebruikers. Dat geldt zowel <strong>voor</strong><br />

bus, tram <strong>en</strong> metro als <strong>voor</strong> de trein. Het op<strong>en</strong>baar vervoer wordt<br />

het meest positief beoordeeld op het gevoel <strong>van</strong> veiligheid <strong>en</strong> de<br />

klantvri<strong>en</strong>delijkheid <strong>van</strong> het personeel. Niettemin gaat het hier in<br />

absolute term<strong>en</strong> nog steeds om krappe voldo<strong>en</strong>des. Nederlanders<br />

zijn het minst te sprek<strong>en</strong> over de ritprijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de (gepercipieerde)<br />

stiptheid waarmee het op<strong>en</strong>baar vervoer rijdt.<br />

Als wordt gevraagd naar hetge<strong>en</strong> Nederlanders als eerste aan<br />

het op<strong>en</strong>baar vervoer verbeterd zoud<strong>en</strong> will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, dan blijkt de<br />

ritprijs het meest te word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, opnieuw zowel bij bus, tram<br />

<strong>en</strong> metro (g<strong>en</strong>oemd door 35% <strong>van</strong> de Nederlanders) als bij trein<br />

(g<strong>en</strong>oemd door 41%). Hoewel veel minder vaak g<strong>en</strong>oemd, wordt


Figuur 2.3<br />

Oordel<strong>en</strong> over bus,<br />

tram <strong>en</strong> metro naar<br />

mate <strong>van</strong> gebruik, 2007<br />

Bron: RWS-AVV (2007)<br />

Figuur 2.4<br />

Oordel<strong>en</strong> over trein<br />

naar mate <strong>van</strong> gebruik,<br />

2007<br />

Bron: RWS-AVV (2007)<br />

bij de trein ook de stiptheid (14%) <strong>en</strong> de informatie<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing bij<br />

vertraging<strong>en</strong> (11%) als verbeterpunt naar vor<strong>en</strong> gebracht.<br />

gevoel <strong>van</strong> veiligheid<br />

klantvri<strong>en</strong>delijkheid personeel<br />

zitplaats vind<strong>en</strong><br />

rijstijl bestuurder<br />

reissnelheid<br />

geluid<br />

informatie instaphaltes/perrons<br />

netheid<br />

frequ<strong>en</strong>tie<br />

stiptheid<br />

ritprijs<br />

algeme<strong>en</strong> oordeel<br />

klantvri<strong>en</strong>delijkheid personeel<br />

gevoel <strong>van</strong> veiligheid<br />

reissnelheid<br />

geluid<br />

informatie stations/perrons<br />

zitplaats vind<strong>en</strong><br />

frequ<strong>en</strong>tie<br />

netheid<br />

informatie bij vertraging<strong>en</strong> e.d.<br />

stiptheid<br />

ritprijs<br />

algeme<strong>en</strong> oordeel<br />

5,4<br />

5,1<br />

5,3<br />

5,0<br />

5,1<br />

4,9<br />

4,0<br />

4,3<br />

2.2 Geschiktheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

Naast de algem<strong>en</strong>e oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vraag in hoeverre m<strong>en</strong> auto, fiets<br />

<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer als meest prettig ervaart kan ook word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong><br />

naar de mate waarin Nederlanders de vervoerwijz<strong>en</strong> in de (dagelijkse)<br />

praktijk geschikt acht<strong>en</strong> <strong>voor</strong> verplaatsing<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong> naar het werk <strong>en</strong><br />

verplaatsing<strong>en</strong> in de vrije tijd (figuur 2.5 <strong>en</strong> 2.6).<br />

28 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

6,5<br />

5,6<br />

6,3<br />

5,8<br />

6,1<br />

5,7<br />

6,1<br />

5,8<br />

6,0<br />

5,3<br />

5,9<br />

5,6<br />

5,7<br />

5,4<br />

6,3<br />

5,4<br />

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

veelgebruikers niet-gebruikers<br />

6,7<br />

6,1<br />

7,0<br />

5,9<br />

6,4<br />

5,8<br />

6,3<br />

5,8<br />

6,4<br />

5,7<br />

6,0<br />

5,7<br />

6,0<br />

5,4<br />

5,8<br />

5,5<br />

5,2<br />

5,1<br />

5,3<br />

4,8<br />

3,9<br />

3,9<br />

6,3<br />

5,7<br />

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />

veelgebruikers niet-gebruikers


Figuur 2.5<br />

Geschiktheid<br />

auto- fiets- <strong>en</strong> OVgebruik<br />

<strong>voor</strong> woonwerkverplaatsing<strong>en</strong><br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

Voor woon-werkverplaatsing<strong>en</strong> blijkt de gepercipieerde mate <strong>van</strong><br />

geschiktheid <strong>van</strong> auto <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer min of meer teg<strong>en</strong>gesteld:<br />

De auto wordt aangeduid als meest geschikte vervoerwijze terwijl het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>voor</strong>al negatief wordt bejeg<strong>en</strong>d: meer dan de helft<br />

<strong>van</strong> de Nederlanders (58%) is <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

ongeschikt of zeer ongeschikt is <strong>voor</strong> woon-werkverplaatsing<strong>en</strong>. Het<br />

beeld dat Nederlanders hebb<strong>en</strong> over de geschiktheid <strong>van</strong> de fiets is veel<br />

positiever dan het op<strong>en</strong>baar vervoer, <strong>en</strong> komt dicht in de buurt bij dat<br />

<strong>van</strong> de auto. Toch is nog altijd bijna e<strong>en</strong> kwart <strong>van</strong> de Nederlanders <strong>van</strong><br />

m<strong>en</strong>ing dat de fiets ongeschikt of zeer ongeschikt is <strong>voor</strong> het woonwerkverkeer,<br />

terwijl de auto door nog ge<strong>en</strong> 10% als ongeschikt of zeer<br />

ongeschikt wordt gekwalificeerd (figuur 2.5). Hoewel de verschill<strong>en</strong> iets<br />

minder pregnant zijn dan bij het woon-werkverkeer, vertoont de mate<br />

waarin Nederlanders auto, op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> fiets geschikt acht<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong> (figuur 2.6) e<strong>en</strong> min of meer met figuur 2.5<br />

overe<strong>en</strong>komstig beeld. Belangrijkste verschil is dat zowel auto als fiets<br />

in de vrije tijd iets vaker als geschikt word<strong>en</strong> gekwalificeerd, terwijl het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer iets minder vaak als zeer ongeschikt wordt aangeduid.<br />

Overe<strong>en</strong>komstig de algem<strong>en</strong>e beoordeling <strong>en</strong> de mate waarin m<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> vervoerwijze als prettig kwalificeert, hangt ook de gepercipieerde<br />

geschiktheid sterk sam<strong>en</strong> met de frequ<strong>en</strong>tie waarmee m<strong>en</strong> hier<strong>van</strong><br />

gebruik maakt (figuur 2.7 <strong>en</strong> 2.8). M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die veel gebruik mak<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de auto, de fiets of het op<strong>en</strong>baar vervoer oordel<strong>en</strong> hier veel positiever<br />

over dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hier nauwelijks tot ge<strong>en</strong> gebruik <strong>van</strong> mak<strong>en</strong>.<br />

Opvall<strong>en</strong>d is wel dat het op<strong>en</strong>baar vervoer door veelgebruikers vaker<br />

als geschikt wordt aangeduid <strong>voor</strong> woon-werkverkeer (in 51% <strong>van</strong> de<br />

gevall<strong>en</strong>) dan <strong>voor</strong> de vrije tijd (in 34% <strong>van</strong> de gevall<strong>en</strong>).<br />

50%<br />

45%<br />

40%<br />

35%<br />

30%<br />

25%<br />

20%<br />

15%<br />

10%<br />

5%<br />

0%<br />

zeer<br />

ongeschikt<br />

2 3 4 5 6 zeer<br />

geschikt<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer fiets auto<br />

29 Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer


Figuur 2.6<br />

Geschiktheid auto- <strong>en</strong><br />

fiets- <strong>en</strong> OV-gebruik<br />

<strong>voor</strong> vrijetijdsverplaat<br />

sing<strong>en</strong>.<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

Figuur 2.7<br />

Geschiktheid auto-<br />

<strong>en</strong> fiets- <strong>en</strong> OVgebruik<br />

<strong>voor</strong> woonwerkverplaatsing<strong>en</strong><br />

naar mate <strong>van</strong> gebruik.<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

50%<br />

45%<br />

40%<br />

35%<br />

30%<br />

25%<br />

20%<br />

15%<br />

10%<br />

5%<br />

0%<br />

zeer<br />

ongeschikt<br />

AUTO<br />

totaal<br />

veelgebruikers<br />

incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />

niet-gebruikers<br />

FIETS<br />

totaal<br />

veelgebruikers<br />

incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />

niet-gebruikers<br />

OV<br />

totaal<br />

veelgebruikers<br />

incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />

niet-gebruikers<br />

30 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

2 3 4 5 6 zeer<br />

geschikt<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer fiets auto<br />

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%<br />

% ongeschikt % gemiddeld % geschikt


Figuur 2.8<br />

Geschiktheid<br />

auto- <strong>en</strong> fiets- <strong>en</strong><br />

OV-gebruik <strong>voor</strong><br />

vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong><br />

naar mate <strong>van</strong> gebruik.<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

AUTO<br />

totaal<br />

veelgebruikers<br />

incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />

niet-gebruikers<br />

FIETS<br />

totaal<br />

veelgebruikers<br />

incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />

niet-gebruikers<br />

OV<br />

totaal<br />

veelgebruikers<br />

incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />

niet-gebruikers<br />

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%<br />

% ongeschikt % gemiddeld % geschikt<br />

2.3 Gevoel<strong>en</strong>s over auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

De aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer is niet alle<strong>en</strong><br />

gebaseerd op objectieve oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gepercipieerde mate <strong>van</strong><br />

geschiktheid, maar ook op emoties <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s.<br />

Met welke emoties <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s associeert m<strong>en</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer? In hoeverre ervaart m<strong>en</strong> vreugde <strong>en</strong> in welke mate wordt m<strong>en</strong><br />

geconfronteerd met angst, woede, droefheid <strong>en</strong> afkeer? (zie kader).<br />

Vijf basisemoties<br />

(onderstaande passage is ontle<strong>en</strong>d aan e<strong>en</strong> SWOV-publicatie over<br />

emoties <strong>en</strong> verkeer)<br />

Emoties kunn<strong>en</strong> gedrag in belangrijke mate stur<strong>en</strong>. De laatste<br />

jar<strong>en</strong> is belangstelling ontstaan <strong>voor</strong> het belang <strong>van</strong> emoties<br />

<strong>voor</strong> verkeersgedrag. Uit de (<strong>voor</strong>namelijk populaire, nietwet<strong>en</strong>schappelijke)<br />

literatuur blijkt dat in het verkeer regelmatig<br />

gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> die emoties tot gevolg hebb<strong>en</strong>. Naar<br />

de precieze omstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> situaties waarin deze emoties<br />

optred<strong>en</strong>, is echter nog weinig wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek gedaan.<br />

31 Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer


Emotie is e<strong>en</strong> moeilijk te definiër<strong>en</strong> verschijnsel, maar de meeste<br />

onderzoekers zijn het erover e<strong>en</strong>s dat de volg<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

ess<strong>en</strong>tieel zijn:<br />

• Emotie is e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>tale staat die duidelijk te onderscheid<strong>en</strong> is<br />

<strong>van</strong> andere toestand<strong>en</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld vermoeidheid; emotie<br />

gaat meestal vergezeld met lichamelijke verandering<strong>en</strong>,<br />

gezichts-uitdrukking<strong>en</strong> of acties.<br />

• Emotie treedt op als e<strong>en</strong> persoonlijk belang ofwel geschaad,<br />

ofwel bevorderd wordt.<br />

• Emotie gaat gepaard met e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigdheid om actie te<br />

ondernem<strong>en</strong>.<br />

Er kunn<strong>en</strong> vier of vijf basisemoties word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

basisemotie is universeel: het is e<strong>en</strong> emotie die door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in<br />

verschill<strong>en</strong>de cultur<strong>en</strong> wordt ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook door sommige andere<br />

zoogdier<strong>en</strong>, zoals ap<strong>en</strong>. Vreugde, angst, woede, droefheid word<strong>en</strong><br />

in het algeme<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als basisemoties, waaraan soms verbazing<br />

of afkeer wordt toegevoegd. Alle andere emoties zijn afgeleid<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> deze basisemoties. Zo is trots e<strong>en</strong> afgeleide <strong>van</strong> blijdschap: het<br />

is blijdschap waar<strong>van</strong> m<strong>en</strong> de oorzaak aan zichzelf toeschrijft. In dit<br />

rapport wordt gerapporteerd over de basisemoties vreugde, angst,<br />

woede, droefheid <strong>en</strong> afkeer. Voor e<strong>en</strong> uitgebreide beschrijving <strong>van</strong><br />

de rol die emoties in het verkeer spel<strong>en</strong>, zie onder andere Levelt<br />

(2003) <strong>en</strong> Mesk<strong>en</strong> (2006).<br />

Bron: SWOV 2005, SWOV-factsheet Emoties <strong>en</strong> verkeer,<br />

Leidsch<strong>en</strong>dam: Stichting Wet<strong>en</strong>schappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid<br />

De auto <strong>en</strong> de fiets verton<strong>en</strong> qua opgeroep<strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s grote<br />

overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> (figuur 2.9). Beide vervoermiddel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al<br />

geassocieerd met positieve emoties: de auto wordt door meer dan de<br />

helft (52%) <strong>van</strong> alle Nederlanders in verband gebracht met vreugde,<br />

de fiets zelfs door tweederde (67%) <strong>van</strong> de Nederlanders. Negatieve<br />

emoties kom<strong>en</strong> bij zowel de auto als de fiets veel minder <strong>voor</strong>: minder<br />

dan 6% <strong>van</strong> de Nederlanders associeert de auto met negatieve<br />

gevoel<strong>en</strong>s, bij de fiets zelfs minder dan 4%. Hoe anders beleeft m<strong>en</strong> het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer: hier word<strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> vreugde slechts door 11%<br />

<strong>van</strong> de Nederlanders ervar<strong>en</strong>; negatieve emoties prevaler<strong>en</strong>. Met name<br />

afkeer is e<strong>en</strong> veel <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de emotie: bij één op de vijf Nederlanders<br />

roept het op<strong>en</strong>baar vervoer gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> afkeer op.<br />

32 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Figuur 2.9<br />

Aandeel <strong>van</strong> de<br />

Nederlanders dat e<strong>en</strong><br />

vijftal emoties (erg +<br />

heel erg) vindt pass<strong>en</strong><br />

bij respectievelijk de<br />

auto, het op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer <strong>en</strong> de fiets.<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

Tabel 2.3<br />

Perc<strong>en</strong>tage dat vreugde<br />

<strong>en</strong> afkeer vindt pass<strong>en</strong><br />

bij auto, fiets <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

80%<br />

70%<br />

60%<br />

50%<br />

40%<br />

30%<br />

20%<br />

10%<br />

0%<br />

vreugde angst woede droefheid afkeer<br />

auto fiets op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

De mate waarin vreugde <strong>en</strong> afkeer <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>, varieert in sterke<br />

mate met de frequ<strong>en</strong>tie waarin m<strong>en</strong> gebruik maakt <strong>van</strong> auto,<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> fiets. Hoe vaker m<strong>en</strong> gebruik maakt <strong>van</strong> deze<br />

vervoermiddel<strong>en</strong>, des te positiever de gevoel<strong>en</strong>s die hiermee gepaard<br />

gaan (tabel 2.3). Onder frequ<strong>en</strong>te autogebruikers is het aandeel<br />

dat vreugde ervaart hoger dan onder weinig frequ<strong>en</strong>te of nietautorijders.<br />

Dit geldt ook <strong>voor</strong> de fiets <strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer: <strong>van</strong> de<br />

Nederlanders die vaak <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer gebruik mak<strong>en</strong>, ervaart<br />

e<strong>en</strong> veel geringer deel afkeer dan <strong>van</strong> dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die niet of nauwelijks<br />

per trein, bus, tram of metro reiz<strong>en</strong>.<br />

33 Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

auto fiets op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer<br />

% dat vreugde vindt pass<strong>en</strong> bij … 52 67 11<br />

naar gebruik<br />

veelgebruikers (meerdere ker<strong>en</strong> per week) 56 76 13<br />

niet-gebruikers (minder dan 1x per maand) 30 37 7<br />

% dat afkeer vindt pass<strong>en</strong> bij … 3 2 22<br />

naar gebruik<br />

veelgebruikers (meerdere ker<strong>en</strong> per week) 2 1 8<br />

niet-gebruikers (minder dan 1x per maand) 11 8 26


34 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


3. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />

.....................................................................................................................<br />

3.1 Verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid herleid<br />

Waarom vind<strong>en</strong> Nederlanders de auto <strong>en</strong> de fiets zo aantrekkelijk, <strong>en</strong><br />

het op<strong>en</strong>baar vervoer onaantrekkelijk? In het <strong>voor</strong>gaande hoofdstuk<br />

is reeds geconstateerd dat dit deels te mak<strong>en</strong> heeft met de frequ<strong>en</strong>tie<br />

waarin m<strong>en</strong> gebruik maakt <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Hoe<br />

vaker m<strong>en</strong> erg<strong>en</strong>s gebruik <strong>van</strong> maakt, des te positiever m<strong>en</strong> hierover<br />

oordeelt. In dit <strong>en</strong> het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk zal word<strong>en</strong> gezocht naar<br />

additionele verklaring<strong>en</strong> <strong>voor</strong> verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto,<br />

fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Daarbij zijn twee soort<strong>en</strong> verklaring<strong>en</strong><br />

d<strong>en</strong>kbaar (figuur 3.1). T<strong>en</strong> eerste kunn<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />

onderweg zijn e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>, zoals de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> auto, fiets<br />

<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer in snelheid, kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> comfort (het<br />

aanbod). E<strong>en</strong> andere mogelijkheid is dat de beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong><br />

<strong>voor</strong>al sam<strong>en</strong>hangt met de leefsituatie <strong>en</strong> persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

Nederlanders, zoals geslacht, leeftijd <strong>en</strong> opleidingsniveau (de vraag).<br />

Als de oordel<strong>en</strong> over vervoermiddel<strong>en</strong> niet variër<strong>en</strong> naar<br />

persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> dan mag word<strong>en</strong> verondersteld dat de beleving<br />

<strong>voor</strong>al e<strong>en</strong> resultante is <strong>van</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn. Als er<br />

juist wel e<strong>en</strong> sterke variatie in de beleving is naar persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>,<br />

dan geldt het teg<strong>en</strong>overgestelde, namelijk: de persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke belevingsbeïnvloed<strong>en</strong>de rol. De zelfstandige rol <strong>van</strong><br />

het aanbod kan nader word<strong>en</strong> bestudeerd door te kijk<strong>en</strong> naar de invloed<br />

<strong>van</strong> kwaliteitsaspect<strong>en</strong> zoals snelheid, comfort, veiligheid <strong>en</strong> flexibiliteit,<br />

<strong>en</strong> de invloed <strong>van</strong> knelpunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> problem<strong>en</strong> in het vervoersysteem,<br />

zoals files op de weg <strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong> op het spoor.<br />

In dit <strong>en</strong> het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk word<strong>en</strong> beide verklaring<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

de gepercipieerde verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>baar vervoer op hun juistheid getoetst. Allereerst door te kijk<strong>en</strong><br />

wat hierover in de bestaande onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur is gezegd.<br />

Vervolg<strong>en</strong>s door in de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het belevingsonderzoek te kijk<strong>en</strong><br />

naar de variatie <strong>van</strong> de resultat<strong>en</strong> naar aanbod- <strong>en</strong> vraaggerelateerde<br />

factor<strong>en</strong>.<br />

35 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn


Figuur 3.1<br />

Verklaring<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

verschill<strong>en</strong> in<br />

aantrekkelijkheid<br />

Hoofdstuk 3:<br />

AANBOD<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> v/h onderweg zijn<br />

• kwaliteitsaspect<strong>en</strong><br />

(bijv. snelheid, kost<strong>en</strong>,<br />

comfort, veiligheid)<br />

• problem<strong>en</strong> (bijv. files,<br />

vertraging<strong>en</strong>)<br />

Hoofdstuk 4:<br />

VRAAG<br />

K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong><br />

• geslacht, leeftijd<br />

• opleidingsniveau<br />

• activiteit<strong>en</strong>patron<strong>en</strong><br />

3.2 Bestaande inzicht<strong>en</strong><br />

Auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer zijn niet zonder meer vergelijkbaar<br />

(zie ook hoofdstuk 1). Maar er zijn ook g<strong>en</strong>oeg algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

waarop wel e<strong>en</strong> vergelijking mogelijk is, zoals kost<strong>en</strong>, snelheid <strong>en</strong><br />

comfort. In eerder onderzoek hebb<strong>en</strong> er op dit soort k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

reeds talloze vergelijking<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>. Met name t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> ‘snelheid’ <strong>en</strong> ‘kost<strong>en</strong>’ is er al vaak gekek<strong>en</strong> naar verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (zie bij<strong>voor</strong>beeld<br />

B<strong>en</strong>nis et al. 1991 <strong>en</strong> Van Goeverd<strong>en</strong> <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Heuvel 1993).<br />

Vaak wordt op basis <strong>van</strong> dergelijke onderzoek<strong>en</strong> gesteld dat kost<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> snelheid e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> in de keuze <strong>voor</strong> auto, fiets of<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer. Zak<strong>en</strong> zoals comfort, veiligheid <strong>en</strong> flexibiliteit zoud<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> secundair belang zijn.<br />

Uit nader onderzoek <strong>van</strong> de AVV (Welles 2003) blijkt ev<strong>en</strong>wel dat de<br />

reistijd niet zo c<strong>en</strong>traal staat in de waardering <strong>van</strong> vervoermiddel<strong>en</strong><br />

als vaak wel wordt gedacht. Bij het autogebruik blijk<strong>en</strong> aspect<strong>en</strong> zoals<br />

vrijheid, onafhankelijkheid <strong>en</strong> flexibiliteit ook e<strong>en</strong> belangrijke rol te<br />

spel<strong>en</strong>, terwijl het op<strong>en</strong>baar vervoer in positieve zin <strong>voor</strong>al wordt<br />

geassocieerd met rust <strong>en</strong> ontspanning. Ook in de onderzoek<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

Steg c.s. wordt het belang <strong>van</strong> kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> snelheid tot op zekere hoogte<br />

gerelativeerd. Zij b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat de psychologie e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>name <strong>en</strong><br />

tegelijkertijd toch ook vaak onderschatte rol speelt in de waardering <strong>van</strong><br />

vervoermiddel<strong>en</strong>. Daarbij wordt onder andere gewez<strong>en</strong> op de affectieve<br />

motiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het autogebruik (vrij naar Steg 2005). Daarmee wordt<br />

gedoeld op de dieperligg<strong>en</strong>de gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties die de auto<br />

oproept, <strong>en</strong> het plezier <strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot dat <strong>van</strong> het autorijd<strong>en</strong> uitgaat (zie ook<br />

Sachs 1984). Rec<strong>en</strong>telijk is ook daadwerkelijk in meerdere onderzoek<strong>en</strong><br />

36 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

Hoofdstuk 2:<br />

AANTREKKELIJKHEID <strong>van</strong><br />

auto, fiets <strong>en</strong> OV<br />

• oordel<strong>en</strong><br />

• mate <strong>van</strong> geschiktheid<br />

• gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties


Tabel 3.1<br />

Derti<strong>en</strong><br />

kwaliteitsaspect<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

bevestigd dat het verplaats<strong>en</strong> an sich <strong>en</strong> het autorijd<strong>en</strong> in het bijzonder<br />

e<strong>en</strong> intrinsieke waarde heeft. Elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die hierbij e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> zijn<br />

de behoefte aan avontuur, de behoefte aan afwisseling, de behoefte<br />

om alle<strong>en</strong> te zijn, <strong>en</strong> de behoefte aan autonomie <strong>en</strong> controle (<strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

overzicht, zie Mokhtarian 2005). Verder speelt e<strong>en</strong> rol dat de auto <strong>en</strong><br />

ook de fiets naast e<strong>en</strong> gebruikswaarde ook e<strong>en</strong> bezitswaarde k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />

Het bezit <strong>van</strong> auto <strong>en</strong> fiets maakt dat het anders wordt ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong><br />

er mogelijk ook positiever over oordeelt dan wanneer er alle<strong>en</strong> sprake<br />

is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> gebruikswaarde, zoals bij het op<strong>en</strong>baar vervoer (zie ook<br />

hoofdstuk 1).<br />

Couvret <strong>en</strong> Reuling (1998) hebb<strong>en</strong> als verklaring <strong>voor</strong> verschill<strong>en</strong> in<br />

waardering tuss<strong>en</strong> auto <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer naast kost<strong>en</strong>, snelheid,<br />

comfort, gemak, veiligheid, rust <strong>en</strong> plezier, ook nog gekek<strong>en</strong> naar de<br />

mate waarin m<strong>en</strong> geconfronteerd wordt met ergerniss<strong>en</strong>, vertraging<strong>en</strong>,<br />

bagageproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> milieu(on)vri<strong>en</strong>delijkheid (zie ook Harms<br />

2003, 181). In het RWS-AVV- <strong>en</strong> SCP-onderzoek is aangeslot<strong>en</strong> bij<br />

deze selectie <strong>van</strong> kwaliteitsaspect<strong>en</strong>. De mate <strong>van</strong> gepercipieerde<br />

milieuvri<strong>en</strong>delijkheid <strong>en</strong> bagagecapaciteit is hierbij buit<strong>en</strong> beschouwing<br />

gelat<strong>en</strong>. In plaats daar<strong>van</strong> is extra aandacht besteed aan de mate <strong>van</strong><br />

gepercipieerde onafhankelijkheid, flexibiliteit <strong>en</strong> veiligheid (zie tabel 3.1).<br />

37 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />

niet/ge<strong>en</strong>… … wel/zeer<br />

comfort niet comfortabel… … zeer comfortabel<br />

ergernis ge<strong>en</strong> ergerniss<strong>en</strong>… … veel ergerniss<strong>en</strong><br />

gemak niet gemakkelijk (= lastig)… … zeer gemakkelijk<br />

rustig niet rustig (= druk)… … zeer rustig<br />

vertraging<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong>… … veel vertraging<strong>en</strong><br />

goedkoop niet goedkoop (= duur)… … zeer goedkoop<br />

altijd op tijd niet (altijd) op tijd kom<strong>en</strong>… … altijd op tijd kom<strong>en</strong><br />

op je zelf niet op je zelf zijn… … wel op je zelf zijn<br />

snel niet snel (= traag)… … zeer snel<br />

plezierig niet plezierig (= vervel<strong>en</strong>d)… … zeer plezierig<br />

veilig niet veilig… … zeer veilig<br />

onafhankelijk niet onafhankelijk… … zeer onafhankelijk<br />

flexibel niet flexibel…. … zeer flexibel


Figuur 3.2<br />

Klantw<strong>en</strong>s<strong>en</strong>piramide<br />

Bron: Nederlandse<br />

Spoorweg<strong>en</strong><br />

<strong>Beleving</strong> volg<strong>en</strong>s de NS <strong>en</strong> de ANWB<br />

Volg<strong>en</strong>s onderzoek <strong>van</strong> de Nederlandse Spoorweg<strong>en</strong> bestaat er in<br />

het belang dat reizigers aan de diverse kwaliteitsaspect<strong>en</strong> hecht<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> zekere hiërarchische gelaagdheid: betrouwbaarheid <strong>en</strong> veiligheid<br />

behor<strong>en</strong> tot de belangrijkste rand<strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het gebruik <strong>van</strong><br />

auto of op<strong>en</strong>baar vervoer. Pas als hier tot op zekere hoogte aan is<br />

voldaan krijgt m<strong>en</strong> oog <strong>voor</strong> andere aspect<strong>en</strong> zoals gemak <strong>en</strong> comfort<br />

(Van Hag<strong>en</strong> 2000; Van Hag<strong>en</strong> <strong>en</strong> Scheffer 2005). De basisbehoeft<strong>en</strong><br />

zoals veiligheid <strong>en</strong> betrouwbaarheid hebb<strong>en</strong> betrekking op het<br />

minimaliser<strong>en</strong> <strong>van</strong> de gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> dissatisfactie, terwijl de aanvull<strong>en</strong>de<br />

behoeft<strong>en</strong> eerder gericht zijn op het maximaliser<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />

gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> satisfactie. Verder wijst het onderzoek <strong>van</strong> de NS op de<br />

verschill<strong>en</strong> in beleving naar verplaatsingsmotiev<strong>en</strong>: Bij de meer noodzakelijke<br />

vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> (bijv. <strong>van</strong> <strong>en</strong> naar het werk) is snelheid<br />

<strong>en</strong> betrouwbaarheid <strong>van</strong> belang, terwijl bij vrijetijdstripjes meer waarde<br />

wordt gehecht aan zak<strong>en</strong> zoals comfort <strong>en</strong> beleving (zie figuur 3.2).<br />

Sociale<br />

veiligheid<br />

Gemak<br />

<strong>Beleving</strong><br />

Comfort<br />

Snelheid<br />

Betrouwbaarheid<br />

Ook de ANWB heeft onderzoek verricht naar verschill<strong>en</strong> in<br />

waardering <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (ANWB 2005).<br />

Verklaring<strong>en</strong> die zij noem<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de overweg<strong>en</strong>d positieve<br />

waardering <strong>van</strong> de auto zijn de gebod<strong>en</strong> onafhankelijkheid,<br />

de vrijheid, de flexibiliteit, het comfort <strong>en</strong> de privacy. Nadel<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het autogebruik zijn agressieve <strong>en</strong> onveilig rijd<strong>en</strong>de<br />

medeweggebruikers, de files, de hoge kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> het autogebruik<br />

<strong>en</strong> de luchtvervuiling die ermee gepaard gaat. Het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

38 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

Klantw<strong>en</strong>s<strong>en</strong>piramide<br />

5. Emoties:<br />

waardevolle tijdbeleving<br />

‘lust’: ontspann<strong>en</strong> reiz<strong>en</strong><br />

4. Lichamelijke inspanning:<br />

reisgerief staat c<strong>en</strong>traal<br />

3. Geestelijke inspanning:<br />

gedoe is taboe<br />

‘must’: snel reiz<strong>en</strong><br />

2. Reistijd <strong>van</strong> deur tot deur:<br />

hoe sneller hoe beter<br />

1. Vertrouw<strong>en</strong>:<br />

veilige reis, do<strong>en</strong> wat<br />

verwacht <strong>en</strong> beloofd wordt


k<strong>en</strong>t volg<strong>en</strong>s de onderzoeksresultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> de ANWB veel minder<br />

<strong>voor</strong>del<strong>en</strong> dan de auto. De meest gewaardeerde <strong>voor</strong>del<strong>en</strong> zijn de<br />

afwezigheid <strong>van</strong> de nadel<strong>en</strong> <strong>van</strong> het autorijd<strong>en</strong>: het niet hoev<strong>en</strong><br />

zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> parkeerplaats, het hebb<strong>en</strong> <strong>van</strong> tijd om onderweg<br />

iets anders te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> het niet in de file staan. Daar staan echter<br />

vele nadel<strong>en</strong> <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer teg<strong>en</strong>over: het is duur, niet<br />

snel g<strong>en</strong>oeg, er is ge<strong>en</strong> privacy, er is niet altijd e<strong>en</strong> zitplaats <strong>en</strong> qua<br />

reistijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> reisbestemming<strong>en</strong> is het weinig flexibel.<br />

3.3 Kwaliteitsaspect<strong>en</strong><br />

Uit de waardering <strong>van</strong> het auto-, fiets- <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoergebruik <strong>voor</strong><br />

woon-werkverplaatsing<strong>en</strong> op de derti<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> kwaliteitsaspect<strong>en</strong><br />

(figuur 3.3), blijkt dat de auto op alle front<strong>en</strong> beter scoort dan het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer. Aspect<strong>en</strong> waarop de auto met name scoort zijn de<br />

gebod<strong>en</strong> onafhankelijkheid <strong>en</strong> flexibiliteit, het gemak, het comfort, de<br />

snelheid <strong>en</strong> veiligheid <strong>en</strong> het plezier dat met autorijd<strong>en</strong> gepaard gaat.<br />

Tot op zekere hoogte vertoont de fiets veel overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> met de<br />

auto: alle<strong>en</strong> wat betreft het comfort <strong>en</strong> de snelheid heeft deze e<strong>en</strong><br />

fikse achterstandspositie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de auto. Positief scoort de<br />

tweewieler <strong>voor</strong>al op de kost<strong>en</strong> (fiets<strong>en</strong> is goedkoop), het ‘altijd op<br />

tijd kom<strong>en</strong>’, het ‘op je zelf zijn’ <strong>en</strong> de rust die het fiets<strong>en</strong> biedt. Fiets<strong>en</strong><br />

wordt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> relatief weinig geassocieerd met ergerniss<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

vertraging<strong>en</strong>. Het op<strong>en</strong>baar vervoer wordt op alle kwaliteitsaspect<strong>en</strong> lager<br />

gewaardeerd dan auto <strong>en</strong> fiets. Vooral op snelheid, kost<strong>en</strong>, het gebrek<br />

aan onafhankelijkheid, flexibiliteit, het ‘altijd op tijd kom<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> het ‘op je<br />

zelf zijn’, maar ook op ‘plezier’ scoort het weinig positief.<br />

Niet alle<strong>en</strong> onder autogebruikers, maar ook onder de gebruikers <strong>van</strong> het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer wordt de auto de meest positieve scores toegedicht<br />

(bijlage 2, tabel B2.1 <strong>en</strong> B2.2). Hoewel de verschill<strong>en</strong> niet groot zijn,<br />

waarder<strong>en</strong> autogebruikers de auto op alle aspect<strong>en</strong> beter dan op<strong>en</strong>baar<br />

vervoergebruikers, <strong>en</strong> is de overweg<strong>en</strong>d negatieve beoordeling <strong>van</strong> het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer onder op<strong>en</strong>baar vervoergebruikers iets milder <strong>van</strong><br />

karakter dan onder de autogebruikers. Over het algeme<strong>en</strong> is er dus<br />

e<strong>en</strong> positief verband tuss<strong>en</strong> het gebruik <strong>en</strong> de beoordeling: hoe vaker<br />

m<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bepaald vervoermiddel gebruik maakt, des te positiever<br />

m<strong>en</strong> er over oordeelt (figuur 3.5). Naar verplaatsingsmotiev<strong>en</strong> zijn<br />

er hoeg<strong>en</strong>aamd ge<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> in de beoordeling <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>baar vervoer. Of m<strong>en</strong> nu onderweg is <strong>voor</strong> woon-werkverkeer<br />

of <strong>voor</strong> vrijetijdsdoeleind<strong>en</strong>, de beoordeling op de onderscheid<strong>en</strong><br />

kwaliteitsaspect<strong>en</strong> blijft min of meer hetzelfde (figuur 3.4 <strong>en</strong> 3.6).<br />

39 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn


Figuur 3.3<br />

Oordeel over 13<br />

kwaliteitsaspect<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

auto-, fiets-, <strong>en</strong> OVgebruik<br />

<strong>voor</strong> woonwerkverplaatsing<strong>en</strong><br />

(%<br />

dat k<strong>en</strong>merk pass<strong>en</strong>d<br />

vindt).<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

Figuur 3.4<br />

Oordeel over 13<br />

kwaliteitsaspect<strong>en</strong><br />

auto-, fiets-, <strong>en</strong> OVgebruikgebruik<br />

<strong>voor</strong><br />

vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong><br />

(% dat k<strong>en</strong>merk<br />

pass<strong>en</strong>d vindt).<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

comfort<br />

ge<strong>en</strong> ergerniss<strong>en</strong><br />

gemakkelijk<br />

rustig<br />

ge<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong><br />

goedkoop<br />

altijd op tijd kom<strong>en</strong><br />

op je zelf zijn<br />

snelheid<br />

plezierig<br />

veilig<br />

onafhankelijkheid<br />

flexibel<br />

- 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

= per k<strong>en</strong>merk de hoogste score over de drie vervoermiddel<strong>en</strong><br />

(bij horizontale vergelijking)<br />

comfort<br />

ge<strong>en</strong> ergerniss<strong>en</strong><br />

gemakkelijk<br />

rustig<br />

ge<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong><br />

goedkoop<br />

altijd op tijd kom<strong>en</strong><br />

op je zelf zijn<br />

snelheid<br />

plezierig<br />

veilig<br />

onafhankelijkheid<br />

flexibel<br />

= per k<strong>en</strong>merk de hoogste score over de drie vervoermiddel<strong>en</strong><br />

(bij horizontale vergelijking)<br />

40 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

- 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 - 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

auto<br />

fiets<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

- 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 - 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 - 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

auto<br />

fiets<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer


Figuur 3.5<br />

Oordeel over 13<br />

kwaliteitsaspect<strong>en</strong><br />

auto-, fiets-, <strong>en</strong> OVgebruik<br />

<strong>voor</strong> woonwerkverplaatsing<strong>en</strong><br />

naar mate <strong>van</strong> gebruik<br />

(% dat k<strong>en</strong>merk<br />

pass<strong>en</strong>d vindt).<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

Figuur 3.6<br />

Oordeel over 13<br />

kwaliteitsaspect<strong>en</strong><br />

auto-, fiets-, <strong>en</strong><br />

OV-gebruik <strong>voor</strong><br />

vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong><br />

naar mate <strong>van</strong> gebruik<br />

(% dat k<strong>en</strong>merk<br />

pass<strong>en</strong>d vindt).<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

comfort<br />

ge<strong>en</strong> ergerniss<strong>en</strong><br />

gemakkelijk<br />

rustig<br />

ge<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong><br />

goedkoop<br />

altijd op tijd kom<strong>en</strong><br />

op je zelf zijn<br />

snelheid<br />

plezierig<br />

veilig<br />

onafhankelijkheid<br />

flexibel<br />

comfort<br />

ge<strong>en</strong> ergerniss<strong>en</strong><br />

gemakkelijk<br />

rustig<br />

ge<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong><br />

goedkoop<br />

altijd op tijd kom<strong>en</strong><br />

op je zelf zijn<br />

snelheid<br />

plezierig<br />

veilig<br />

onafhankelijkheid<br />

flexibel<br />

- 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 - 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 - 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

veelgebruikers auto<br />

niet-gebruikers auto<br />

- 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 - 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 - 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />

veelgebruikers auto<br />

niet-gebruikers auto<br />

41 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />

veelgebruikers fiets<br />

niet-gebruikers fiets<br />

veelgebruikers fiets<br />

niet-gebruikers fiets<br />

veelgebruikers op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

niet-gebruikers op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

veelgebruikers op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

niet-gebruikers op<strong>en</strong>baar vervoer


De conclusie die uit deze analyse kan word<strong>en</strong> afgeleid is dat er grote<br />

verschill<strong>en</strong> zijn in de waardering <strong>van</strong> kwaliteitsaspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> auto, fiets<br />

<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Anders gezegd: de variatie in de (gepercipieerde)<br />

kwaliteit <strong>van</strong> het aanbod vormt e<strong>en</strong> belangrijke verklaring <strong>voor</strong> de<br />

verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong>. Op alle aspect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> auto<br />

<strong>en</strong> fiets beter gewaardeerd dan het op<strong>en</strong>baar vervoer.<br />

3.4 Problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> knelpunt<strong>en</strong><br />

Het is heel goed d<strong>en</strong>kbaar dat files <strong>en</strong> opstopping<strong>en</strong> afbreuk do<strong>en</strong> aan<br />

de positieve waardering <strong>van</strong> de auto. Maar ook het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

wordt geconfronteerd met vertraging<strong>en</strong> <strong>en</strong> oponthoud. Meer in het<br />

algeme<strong>en</strong> kan de vraag word<strong>en</strong> gesteld met welke problem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

knelpunt<strong>en</strong> Nederlanders word<strong>en</strong> geconfronteerd bij hun verplaatsing<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> in welke mate dit doorwerkt in de verschill<strong>en</strong> in de aantrekkelijkheid<br />

<strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer?<br />

Problem<strong>en</strong> bij het autogebruik<br />

Veel automobilist<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> de bek<strong>en</strong>de knelpunt<strong>en</strong> <strong>van</strong> autogebruik<br />

in het woon-werkverkeer niet als grote problem<strong>en</strong> (figuur 3.7).<br />

Opvall<strong>en</strong>d is dat met name de dagelijkse files door de meerderheid<br />

<strong>van</strong> de automobilist<strong>en</strong> (52%) niet als e<strong>en</strong> probleem wordt gezi<strong>en</strong>.<br />

Anderzijds vindt m<strong>en</strong> files wel e<strong>en</strong> belangrijk maatschappelijk probleem:<br />

45% <strong>van</strong> de Nederlanders <strong>van</strong> 18 jaar <strong>en</strong> ouder vind<strong>en</strong> de files e<strong>en</strong><br />

ernstig probleem. Er is hier dus e<strong>en</strong> belangrijke kloof tuss<strong>en</strong> hetge<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de maatschappij als e<strong>en</strong> probleem kwalificeert, <strong>en</strong> wat m<strong>en</strong><br />

persoonlijk als probleem ervaart (zie kader). Als m<strong>en</strong> in het gebruik<br />

<strong>van</strong> de auto al persoonlijke problem<strong>en</strong> ervaart, betreft dit <strong>voor</strong>al het<br />

gedrag <strong>van</strong> medeweggebruikers (bijna 30% vindt dit e<strong>en</strong> matig tot<br />

ernstig probleem), de hoge kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> de auto (ruim e<strong>en</strong> kwart <strong>van</strong><br />

de automobilist<strong>en</strong> afficheert dit als e<strong>en</strong> matig tot ernstig probleem, zie<br />

kader), <strong>en</strong> het oponthoud dat wordt veroorzaakt door bij<strong>voor</strong>beeld<br />

stoplicht<strong>en</strong> in stedelijke gebied<strong>en</strong>.<br />

42 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Figuur 3.7<br />

Ervar<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />

bij autogebruik <strong>voor</strong><br />

woon-werkverkeer,<br />

in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

autogebruikers<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

dagelijkse files<br />

on<strong>voor</strong>spelbare files<br />

parkeergebrek<br />

Maatschappelijk <strong>en</strong> persoonlijk probleembesef<br />

Veel Nederlanders zi<strong>en</strong> files nauwelijks als e<strong>en</strong> persoonlijk<br />

probleem (figuur 3.7). M<strong>en</strong> ziet het echter wel als e<strong>en</strong> belangrijk<br />

maatschappelijk probleem. Sterker nog, de dagelijkse files<br />

word<strong>en</strong> door Nederlands het meest frequ<strong>en</strong>t als maatschappelijk,<br />

<strong>mobiliteit</strong>sgerelateerd probleem aangeduid: 45% betiteld dit<br />

als ernstig probleem. E<strong>en</strong> ander veelg<strong>en</strong>oemd maatschappelijk<br />

probleem, is de agressie op de weg <strong>en</strong> in het op<strong>en</strong>baar vervoer:<br />

Nederlanders vind<strong>en</strong> dit e<strong>en</strong> bijna ev<strong>en</strong> belangrijk probleem als<br />

de files. De door het verkeer veroorzaakte uitlaatgass<strong>en</strong> (39%)<br />

<strong>en</strong> de hoge kost<strong>en</strong> <strong>voor</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (36%) <strong>en</strong> autogebruik<br />

(34%) word<strong>en</strong> ook als majeure problem<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>. Opvall<strong>en</strong>d<br />

g<strong>en</strong>oeg word<strong>en</strong> verkeersongevall<strong>en</strong> veel minder vaak als probleem<br />

g<strong>en</strong>oemd: nog ge<strong>en</strong> vijfde (17%) <strong>van</strong> de ondervraagd<strong>en</strong> ziet dit als<br />

e<strong>en</strong> maatschappelijk probleem.<br />

Wat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de maatschappij als e<strong>en</strong> probleem betitel<strong>en</strong>, is<br />

<strong>voor</strong> de persoonlijke situatie dus vaak veel minder of zelfs in het<br />

geheel ge<strong>en</strong> probleem. Illustratief hier<strong>voor</strong> zijn de verschill<strong>en</strong> in<br />

maatschappelijke <strong>en</strong> persoonlijke filebeleving. Andersom kunn<strong>en</strong><br />

ernstige persoonlijke problem<strong>en</strong> (bijv. naar aanleiding <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />

verkeersongeval) <strong>voor</strong> de maatschappij als geheel als weinig<br />

problematisch word<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> (verkeersveiligheid). Het verschil<br />

tuss<strong>en</strong> persoonlijk <strong>en</strong> maatschappelijk probleembesef wordt<br />

aangeduid als ‘sociaal dilemma’. E<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld is het autogebruik:<br />

43 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />

kost<strong>en</strong><br />

gedrag medeweggebr.<br />

omleiding<strong>en</strong><br />

oponthoud<br />

inspann<strong>en</strong>d rijd<strong>en</strong><br />

(1) Ge<strong>en</strong> probleem (2) (3) (4) (5) Ernstig probleem<br />

verkeersveiligheid


Figuur 3.8<br />

Ervar<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />

bij autogebruik <strong>voor</strong><br />

woon-werkverkeer,<br />

in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

autogebruikers die één<br />

of meerdere dag<strong>en</strong> per<br />

week in de file staan<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

de bat<strong>en</strong> hier<strong>van</strong> zijn alle<strong>en</strong> zichtbaar op individueel niveau<br />

(biedt het individu ontplooiings- <strong>en</strong> participatiekans<strong>en</strong>), terwijl<br />

de keerzijd<strong>en</strong> zich primair do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de maatschappij<br />

als geheel (de maatschappij wordt belast met verkeersdrukte,<br />

leefbaarheidsschade <strong>en</strong> verkeersonveilige situaties; zie Steg <strong>en</strong><br />

Kalfs 2000).<br />

Uiteraard is de mate waarin m<strong>en</strong> iets als e<strong>en</strong> probleem ervaart<br />

afhankelijk <strong>van</strong> de vraag of <strong>en</strong> hoe vaak m<strong>en</strong> ermee wordt<br />

geconfronteerd. Dat files niet of nauwelijks als e<strong>en</strong> probleem word<strong>en</strong><br />

gezi<strong>en</strong>, komt bij<strong>voor</strong>beeld deels doordat e<strong>en</strong> groot deel <strong>van</strong> de<br />

automobilist<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong> naar het werk niet vaak in de file staan: <strong>van</strong> de<br />

totale groep autogebruik<strong>en</strong>de woon-werkfor<strong>en</strong>s<strong>en</strong> staat bijna tweederde<br />

(63%) weinig tot nooit in de file. De rester<strong>en</strong>de groep automobilist<strong>en</strong><br />

(37%) wordt één of meerdere dag<strong>en</strong> per week met files geconfronteerd.<br />

Van h<strong>en</strong> omschrijft e<strong>en</strong> kwart (25%) de dagelijkse files als e<strong>en</strong> ‘matig’<br />

probleem, <strong>en</strong> bijna e<strong>en</strong> vijfde (19%) vindt het e<strong>en</strong> ‘ernstig’ probleem<br />

(figuur 3.8). Daar staat teg<strong>en</strong>over dat nog altijd ruim e<strong>en</strong> kwart (26%)<br />

<strong>van</strong> de ‘regelmatige filerijders’ nauwelijks of helemaal ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />

heeft met de files.<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

dagelijkse files<br />

on<strong>voor</strong>spelbare files<br />

parkeergebrek<br />

kost<strong>en</strong><br />

gedrag medeweggebr.<br />

44 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

omleiding<strong>en</strong><br />

oponthoud<br />

inspann<strong>en</strong>d rijd<strong>en</strong><br />

(1) Ge<strong>en</strong> probleem (2) (3) (4) (5) Ernstig probleem<br />

verkeersveiligheid


Hoe komt het dat veel betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> de dagelijks terugker<strong>en</strong>de files<br />

nauwelijks als e<strong>en</strong> probleem ervar<strong>en</strong>? E<strong>en</strong> mogelijke verklaring is dat<br />

het elke dag in de file staan tot op zekere hoogte ook als e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t<br />

<strong>van</strong> rust <strong>en</strong> privacy wordt beschouwd, e<strong>en</strong> gedwong<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t <strong>van</strong><br />

onthaasting (Harms 2005b). Vooral <strong>voor</strong> dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die e<strong>en</strong> hectisch<br />

bestaan leid<strong>en</strong>, zoals tweeverdi<strong>en</strong>ers met kinder<strong>en</strong>, is de file vaak e<strong>en</strong><br />

zeer welkome buffer tuss<strong>en</strong> de ope<strong>en</strong>hoping <strong>van</strong> verplichte activiteit<strong>en</strong><br />

(zie het kader ter illustratie). E<strong>en</strong> andere verklaring is dat er <strong>voor</strong> het<br />

mer<strong>en</strong>deel <strong>van</strong> de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> op korte termijn ge<strong>en</strong> volwaardige<br />

oplossing<strong>en</strong> of alternatiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong>hand<strong>en</strong> zijn, hetge<strong>en</strong> aanleiding<br />

geeft tot gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> gelat<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> berusting. Anders gezegd: de<br />

regelmatige filerijder heeft met het vastgelop<strong>en</strong> verkeer ler<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>,<br />

m<strong>en</strong> heeft de dagelijkse ag<strong>en</strong>da er op aangepast. E<strong>en</strong> zekere mate<br />

<strong>van</strong> berusting wordt ook weerspiegeld in de mate waarin filerijders<br />

bereid zijn tot het accepter<strong>en</strong> <strong>van</strong> extra reistijd: driekwart <strong>van</strong> h<strong>en</strong><br />

zegt maximaal 15 minut<strong>en</strong> extra reistijd (bov<strong>en</strong>op de huidige reistijd),<br />

veroorzaakt door files, nog acceptabel te vind<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s is uit de<br />

gegev<strong>en</strong>s niet bek<strong>en</strong>d hoeveel vertraging de ‘regelmatige filerijders’ nu<br />

reeds ondervind<strong>en</strong>.<br />

Filegeluk<br />

Martin Bril<br />

Het mooie <strong>van</strong> in e<strong>en</strong> file staan, is dit: je b<strong>en</strong>t niet thuis, <strong>en</strong> je b<strong>en</strong>t<br />

niet op je werk. Je kunt weliswaar ge<strong>en</strong> kant op, maar je b<strong>en</strong>t zo<br />

vrij als e<strong>en</strong> vogel. Je kunt do<strong>en</strong> waar je zin in hebt, behalve rijd<strong>en</strong>,<br />

maar vergelek<strong>en</strong> met rijd<strong>en</strong> is stilstaan eig<strong>en</strong>lijk mooier, ik bedoel:<br />

rustgev<strong>en</strong>d.<br />

Achter je ligt de hectiek <strong>van</strong> het gezinslev<strong>en</strong>, jammer<strong>en</strong>de<br />

kinder<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> chagrijnige vrouw, <strong>voor</strong> je de hectiek <strong>van</strong> je werk:<br />

klag<strong>en</strong>de collega’s <strong>en</strong> e<strong>en</strong> chagrijnige baas. Zo bekek<strong>en</strong> is de file de<br />

laatste plaats waar de moderne m<strong>en</strong>s nog ev<strong>en</strong> zichzelf kan zijn. Je<br />

kijkt e<strong>en</strong>s wat naar e<strong>en</strong> weiland met e<strong>en</strong> koe er in, naar je buurman<br />

in zijn Toyota die met e<strong>en</strong> nagelschaar de har<strong>en</strong> uit zijn neus knipt,<br />

je flirt wat met dat leuke Golfje achter je, je luistert naar muziek <strong>en</strong><br />

krabt wat aan je kruis; niemand doet je wat <strong>en</strong> de airco blaast er op<br />

los.<br />

Dat is de ess<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> het filegeluk.<br />

Niemand doet je wat, je staat vast.<br />

Daarom b<strong>en</strong> ik altijd wat achterdochtig als het gaat om het<br />

45 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn


oploss<strong>en</strong> <strong>van</strong> het fileprobleem. Want stel dat er géén files zijn,<br />

dan zit er niets anders op dan in e<strong>en</strong> rechte lijn naar je werk te<br />

scheur<strong>en</strong>, <strong>en</strong> acht uur later hetzelfde traject terug, naar huis. Dat<br />

klinkt misschi<strong>en</strong> aantrekkelijk, maar is het natuurlijk helemaal niet:<br />

weer die korte broek aan, weer die j<strong>en</strong>gel<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>, weer die<br />

vrouw met haar sores, weer die barbecue die aan moet. Allemaal<br />

ding<strong>en</strong> die je zo fijn uitstelt door in de file te staan. Stilstand is hier<br />

de ess<strong>en</strong>tie – rijd<strong>en</strong>d het lev<strong>en</strong> uitstell<strong>en</strong>, kan niet.<br />

Vroeger (…) was stilstand achteruitgang. Dat is al lang niet meer<br />

zo. Stilstand is nu <strong>voor</strong>uitgang, ja, de tijd die je doorbr<strong>en</strong>gt in de<br />

file is quality time, vergelijkbaar met de ur<strong>en</strong> die opa ooit met e<strong>en</strong><br />

grasspriet in de mond aan de waterkant doorbracht, de blik gericht<br />

op de roerloze hemel.<br />

Ongetwijfeld zijn er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die dit niet begrijp<strong>en</strong>, maar zij<br />

hebb<strong>en</strong> het filerijd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het stilstaan, nog niet onder de knie. Ze<br />

erger<strong>en</strong> zich in de file, ze vloek<strong>en</strong> <strong>en</strong> tier<strong>en</strong> <strong>en</strong> hal<strong>en</strong> in over de<br />

vluchtstrook, ze lev<strong>en</strong>, kortom, in onwet<strong>en</strong>dheid. Ze dol<strong>en</strong>, ze<br />

gelov<strong>en</strong> in haast. (…).<br />

Bron: Volkskrant, 6 juli 2006, p.13<br />

Constante factor in de beleving <strong>van</strong> autoreizigers, ongeacht de vraag<br />

hoe vaak zij in de file staan, betreft de ergernis die zij ondervind<strong>en</strong><br />

omtr<strong>en</strong>t het gedrag <strong>van</strong> medeweggebruikers. Hoewel er in dit<br />

onderzoek niet op door is gevraagd, is uit ander onderzoek bek<strong>en</strong>d dat<br />

hiermee vaak wordt gedoeld op agressief rijgedrag, zoals bumperklev<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> ongeoorloofde inhaalmanoeuvres (zie o.a. AVV 2004). Alle<br />

ergerniss<strong>en</strong> <strong>van</strong> de autogebruik<strong>en</strong>de woon-werkfor<strong>en</strong>s<strong>en</strong> overzi<strong>en</strong>d is dit<br />

e<strong>en</strong> groter probleem dan de dagelijkse file.<br />

Anders dan bij woon-werkverplaatsing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij het autogebruik<br />

<strong>voor</strong> vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> het parker<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />

probleem gezi<strong>en</strong>: ongeveer de helft <strong>van</strong> de autogebruikers kwalificeert<br />

dit als e<strong>en</strong> matig tot ernstig probleem (bijlage 3). Ruim e<strong>en</strong> derde (36%)<br />

omschrijft het gedrag <strong>van</strong> medeweggebruikers als problematisch.<br />

Problem<strong>en</strong> bij het fietsgebruik<br />

Bij het fietsgebruik word<strong>en</strong> weersomstandighed<strong>en</strong> als belangrijkste<br />

probleem aangeduid, <strong>voor</strong>al in het gebruik <strong>voor</strong> vrijetijdsdoeleind<strong>en</strong><br />

(namelijk: 37%; <strong>van</strong> de woon-werkfietsers vindt 25% de weersomstandighed<strong>en</strong><br />

problematisch, zie figuur 3.9). In het woon-werkverkeer<br />

46 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Figuur 3.9<br />

Ervar<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />

bij fietsgebruik <strong>voor</strong><br />

woon-werkverkeer, in<br />

proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> fietsgebruikers<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

Figuur 3.10<br />

Ervar<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />

bij fietsgebruik <strong>voor</strong><br />

vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong>,<br />

in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> fietsgebruikers<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

vindt e<strong>en</strong> vijfde <strong>van</strong> de fietsers het gedrag <strong>van</strong> medeweggebruikers<br />

ergerlijk; in de vrije tijd ergert ruim e<strong>en</strong> kwart zich hieraan. E<strong>en</strong><br />

specifiek vrijetijdsprobleem is de beschikbaarheid <strong>van</strong> voldo<strong>en</strong>de<br />

stallingsmogelijkhed<strong>en</strong>. Eén op de vier vrijetijdsfietsers k<strong>en</strong>schetst dit<br />

als e<strong>en</strong> matig tot ernstig probleem (figuur 3.10).<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

-<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

-<br />

oponthoud<br />

oponthoud<br />

beschikbaarheid fietspad<strong>en</strong><br />

beschikbaarheid fietspad<strong>en</strong><br />

veiligheid verkeerssituatie<br />

Problem<strong>en</strong> bij het op<strong>en</strong>baarvervoergebruik<br />

Van deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die regelmatig gebruik mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

word<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong> het meest frequ<strong>en</strong>t als probleem<br />

aangeduid (figuur 3.11 <strong>en</strong> 3.12): de kost<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door bijna de helft<br />

47 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />

stallingsmogelijkhed<strong>en</strong><br />

gedrag medeweggebruikers<br />

weersomstandighed<strong>en</strong><br />

(1) Ge<strong>en</strong> probleem (2) (3) (4) (5) Ernstig probleem<br />

veiligheid verkeerssituatie<br />

stallingsmogelijkhed<strong>en</strong><br />

gedrag medeweggebruikers<br />

weersomstandighed<strong>en</strong><br />

(1) Ge<strong>en</strong> probleem (2) (3) (4) (5) Ernstig probleem


Figuur 3.11<br />

Ervar<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />

bij OV-gebruik <strong>voor</strong><br />

woon-werkverkeer,<br />

in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> OVgebruikers<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

Figuur 3.12<br />

Ervar<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />

bij OV-gebruik <strong>voor</strong><br />

vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong>,<br />

in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

OV-gebruikers<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

<strong>van</strong> de op<strong>en</strong>baarvervoergebruikers als ernstig tot zeer ernstig probleem<br />

gekwalificeerd, <strong>voor</strong>al waar het verplaatsing<strong>en</strong> om vrijetijdsred<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

betreft. De vertraging<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> met name in het woon-werkverkeer<br />

e<strong>en</strong> belangrijke belemmering: meer dan de helft <strong>van</strong> de regelmatige<br />

op<strong>en</strong>baarvervoergebruikers k<strong>en</strong>schetst dit als e<strong>en</strong> matig tot ernstig<br />

probleem. Verder wordt in het gebruik <strong>voor</strong> woon-werkverkeer de<br />

onzekerheid over aankomst- <strong>en</strong> vertrektijd<strong>en</strong> vaak als probleem<br />

gezi<strong>en</strong>, alsmede de wachttijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> het overstapp<strong>en</strong> dat met het<br />

op<strong>en</strong>baarvervoergebruik gepaard gaat. In de vrije tijd zijn met name<br />

de gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> onveiligheid e<strong>en</strong> vaker g<strong>en</strong>oemd probleem.<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

-<br />

70<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

vertraging<strong>en</strong><br />

-<br />

vertraging<strong>en</strong><br />

wacht<strong>en</strong>/overstapp<strong>en</strong><br />

wacht<strong>en</strong>/overstapp<strong>en</strong><br />

onzekerheid aankomsttijd<strong>en</strong><br />

gebrek aan zitplaats<strong>en</strong><br />

48 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

loopafstand<strong>en</strong><br />

kost<strong>en</strong><br />

gedrag medereizigers<br />

(1) Ge<strong>en</strong> probleem (2) (3) (4) (5) Ernstig probleem<br />

onzekerheid aankomsttijd<strong>en</strong><br />

gebrek aan zitplaats<strong>en</strong><br />

loopafstand<strong>en</strong><br />

kost<strong>en</strong><br />

gedrag medereizigers<br />

(1) Ge<strong>en</strong> probleem (2) (3) (4) (5) Ernstig probleem<br />

agressie/onveiligheid<br />

agressie/onveiligheid


Gevoel<strong>en</strong>s bij files <strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong><br />

Files lijk<strong>en</strong> veelal gepaard te gaan met gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> berusting; bij<br />

ruim e<strong>en</strong> derde <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die wel e<strong>en</strong>s in de file staan gaat dit<br />

vaak tot heel vaak gepaard met gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> berusting. Irritatie<br />

<strong>en</strong> frustratie kom<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> veel minder <strong>voor</strong> (in respectievelijk<br />

23% <strong>en</strong> 17% <strong>van</strong> de gevall<strong>en</strong>). Vermoedelijk geldt dit <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong><br />

de dagelijkse <strong>voor</strong>spelbare files, die <strong>voor</strong> vel<strong>en</strong> zijn verword<strong>en</strong><br />

tot e<strong>en</strong> routine in het spectrum aan ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong>.<br />

Opvall<strong>en</strong>d is dat vertraging<strong>en</strong> in het op<strong>en</strong>baar vervoer juist wel veel<br />

vaker irritaties <strong>en</strong> frustraties oproep<strong>en</strong> <strong>en</strong> (iets) minder vaak gepaard<br />

gaan met gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> berusting dan het geval is bij filerijders.<br />

49 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />

files auto vertraging<strong>en</strong> OV<br />

% reizigers dat vaak<br />

tot heel vaak gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> … ervaart<br />

berusting 34 28<br />

irritatie 23 46<br />

frustratie 17 33<br />

Bron: RWS-AVV/SCP (MB 2005)<br />

Dat vertraging<strong>en</strong> in het op<strong>en</strong>baar vervoer meer irritatie <strong>en</strong> frustratie<br />

oproep<strong>en</strong> dan de dagelijkse files wijst mogelijk eerder op het<br />

feit dat het op<strong>en</strong>baar vervoer als systeem in de praktijk goed<br />

functioneert dan dat er sprake is <strong>van</strong> disfunctioner<strong>en</strong> (85% <strong>van</strong> de<br />

trein<strong>en</strong> arriveert binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> marge <strong>van</strong> 3 minut<strong>en</strong> op de plaats <strong>van</strong><br />

bestemming). De verplaatsing<strong>en</strong> per auto hebb<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> juist<br />

in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate te kamp<strong>en</strong> met onbetrouwbare reistijd<strong>en</strong> (ter<br />

vergelijking: het is bijna ond<strong>en</strong>kbaar dat 85% <strong>van</strong> de autoritt<strong>en</strong> op<br />

e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>af vastgestelde tijd met e<strong>en</strong> marge <strong>van</strong> 3 minut<strong>en</strong> op de<br />

plaats <strong>van</strong> bestemming arriveert). K<strong>en</strong>nelijk heeft m<strong>en</strong> met de files<br />

ler<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>, m<strong>en</strong> berust in de situatie.<br />

E<strong>en</strong> geheel andere verklaring is geleg<strong>en</strong> in de theorie <strong>van</strong> de<br />

cognitieve dissonantiereductie: die stelt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gemaakte keuz<strong>en</strong><br />

positief bevestig<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderstrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> alles wat het teg<strong>en</strong>deel<br />

bewijst onderschatt<strong>en</strong> of relativer<strong>en</strong>. Hoewel zowel aan files als aan<br />

vertraging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> systeemfal<strong>en</strong> t<strong>en</strong> grondslag ligt, is het in de file<br />

staan tot op zekere hoogte e<strong>en</strong> individuele keuze (je hebt zelf het<br />

stuur in hand<strong>en</strong>, jij b<strong>en</strong>t het die in de file staat: ‘ik sta in de file’),


terwijl vertraging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meer opgelegd <strong>en</strong> vaker ook onverwachts<br />

karakter hebb<strong>en</strong> (niet jij als persoon hebt vertraging, maar de trein<br />

heeft vertraging <strong>en</strong> de schuld daar<strong>van</strong> ligt altijd geheel buit<strong>en</strong> jezelf).<br />

Het buit<strong>en</strong> jezelf plaats<strong>en</strong> <strong>van</strong> de schuld (extern attribuer<strong>en</strong>) maakt<br />

dat er minder snel sprake is <strong>van</strong> cognitieve dissonantiereductie <strong>en</strong><br />

juist sneller irritatie <strong>en</strong> frustratie kan optred<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> laatste verklaring<br />

<strong>voor</strong> de berusting is de file als mom<strong>en</strong>t <strong>van</strong> rust, de mogelijkheid<br />

om temidd<strong>en</strong> <strong>van</strong> al die andere automobilist<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> helemaal alle<strong>en</strong><br />

te zijn, <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>van</strong> alle comfort <strong>en</strong> luxe <strong>van</strong> wat vaak al bijna<br />

functioneert als tweede huiskamer. Anderzijds hebb<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baarvervoergebruikers<br />

die mogelijkheid ook: zij zitt<strong>en</strong> in anonimiteit in<br />

de trein <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontspann<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> <strong>van</strong> het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> boek<strong>en</strong><br />

of tijdschrift<strong>en</strong> of het luister<strong>en</strong> naar muziek.<br />

Kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> auto <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer vergelek<strong>en</strong><br />

“De hoge b<strong>en</strong>zineprijz<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> overal in Europa <strong>voor</strong> beroering.<br />

Bij burgers, bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> politici. In Hongarije verlaagt de<br />

c<strong>en</strong>trum-linkse regering <strong>van</strong> Hongarije e<strong>en</strong> dezer dag<strong>en</strong> de BTW<br />

op brandstoff<strong>en</strong> (…). De Belgische regering heeft aangekondigd<br />

comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege de hoge olieprijs.<br />

In Groot-Brittannië, waar de prijs <strong>van</strong> e<strong>en</strong> liter b<strong>en</strong>zine de<br />

afgelop<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het pond uitsteeg, keerd<strong>en</strong> woed<strong>en</strong>de<br />

vervoerders zich teg<strong>en</strong> de oliemaatschappij<strong>en</strong>. De Nederlandse<br />

regering doet <strong>voor</strong>alsnog weinig om de hoge kost<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

automobilist<strong>en</strong> te verzacht<strong>en</strong>.”<br />

Bron: NRC-Handelsblad, 15 september 2005, p. 6<br />

Afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> zijn de emoties soms hoog opgelop<strong>en</strong> over de<br />

bedrag<strong>en</strong> die Nederlanders moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het vull<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun<br />

brandstoftank. Anders dan veelal wordt gedacht zijn de kost<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />

bezit <strong>en</strong> gebruik <strong>van</strong> de auto de afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia echter nauwelijks<br />

veranderd. In e<strong>en</strong> onderzoek <strong>van</strong> de Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bond (2004) is<br />

becijferd dat zowel de vaste kost<strong>en</strong> als de variabele kost<strong>en</strong> (ofwel de<br />

bezits- <strong>en</strong> gebruikkost<strong>en</strong>) weliswaar in absolute zin flink zijn gesteg<strong>en</strong>,<br />

maar indi<strong>en</strong> gecorrigeerd <strong>voor</strong> inflatie ongeveer op het prijspeil ligg<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> 1980. Sinds 1994 houd<strong>en</strong> de prijsstijging<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het bezit <strong>van</strong><br />

de auto min of meer gelijke tred met de inflatie. Ook de hoogte<br />

<strong>van</strong> de brandstofkost<strong>en</strong> valt bij nader inzi<strong>en</strong> erg mee. Want hoewel<br />

50 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Figuur 3.13<br />

Gepercipieerde kost<strong>en</strong><br />

auto- <strong>en</strong> OV-gebruik.<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

zich de laatste jar<strong>en</strong> (met name in de periode na 1999) stapsgewijs<br />

aanzi<strong>en</strong>lijke stijging<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong>gedaan in de kost<strong>en</strong> <strong>voor</strong> b<strong>en</strong>zine<br />

<strong>en</strong> diesel, lag het prijsniveau in 2003 gecorrigeerd <strong>voor</strong> inflatie nog<br />

altijd onder dat <strong>van</strong> 1980 (Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bond 2004). De laatste jar<strong>en</strong><br />

is de prijs <strong>voor</strong> het autogebruik onder invloed <strong>van</strong> de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />

brandstofkost<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel sneller gesteg<strong>en</strong> dan de algem<strong>en</strong>e inflatie,<br />

afgemet<strong>en</strong> aan de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>prijsindex. Ook de kost<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het<br />

OV-gebruik zijn de laatste jar<strong>en</strong> meer dan gemiddeld gesteg<strong>en</strong>, met<br />

name sinds 2003 (KiM 2007).<br />

In absolute term<strong>en</strong> is het gebruik <strong>van</strong> de auto echter nog altijd aanzi<strong>en</strong>lijk<br />

duurder dan het gebruik <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer. De auto<br />

kost gemiddeld 0,40 euroc<strong>en</strong>t per kilometer (brandstofgebruik plus<br />

de kost<strong>en</strong> <strong>voor</strong> weg<strong>en</strong>belasting, verzekering <strong>en</strong> onderhoud), de trein<br />

kost de reiziger gemiddeld 0,12 euroc<strong>en</strong>t per kilometer (KiM 2007).<br />

In hoeverre strok<strong>en</strong> de objectieve ontwikkeling<strong>en</strong> in de<br />

betaalbaarheid <strong>van</strong> de <strong>mobiliteit</strong> met de opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> hierover? Het onderzoek wijst uit dat e<strong>en</strong> derde <strong>van</strong> de<br />

Nederlanders het gebruik <strong>van</strong> de auto heel erg duur vindt (figuur<br />

3.13). Op<strong>en</strong>baar vervoer wordt door ruim 40% heel erg duur<br />

gevond<strong>en</strong>. De eig<strong>en</strong> ervaring speelt hier overig<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> grote rol:<br />

op<strong>en</strong>baarvervoergebruikers vind<strong>en</strong> de auto vaker (heel erg) duur<br />

dan het op<strong>en</strong>baar vervoer, terwijl autogebruikers juist vaker het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer als duur kwalificer<strong>en</strong>.<br />

heel erg duur<br />

6<br />

5<br />

4<br />

3<br />

2<br />

heel goedkoop<br />

0% 10% 20% 30% 40% 50%<br />

51 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

auto


De resultat<strong>en</strong> overzi<strong>en</strong>d wordt duidelijk dat files <strong>en</strong> opstopping<strong>en</strong> niet<br />

als e<strong>en</strong> grote belemmering word<strong>en</strong> beschouwd <strong>voor</strong> het gebruik <strong>van</strong><br />

de auto. Bij het op<strong>en</strong>baar vervoer vorm<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong> <strong>en</strong> oponthoud<br />

wel e<strong>en</strong> grote bron <strong>van</strong> irritatie <strong>en</strong> frustratie. Veel belangrijker <strong>voor</strong><br />

de <strong>beeldvorming</strong> <strong>en</strong> aantrekkelijkheid <strong>van</strong> met name de auto lijkt het<br />

gedrag <strong>van</strong> medeweggebruikers. Daarbij moet onder andere word<strong>en</strong><br />

gedacht aan agressief rijgedrag, zoals bumperklev<strong>en</strong> <strong>en</strong> ongeoorloofde<br />

inhaalmanoeuvres. Ook bij de fiets speelt het gedrag <strong>van</strong> andere<br />

weggebruikers e<strong>en</strong> belangrijke rol in de beleving <strong>van</strong> het onderweg zijn.<br />

Belangrijkste belemmering <strong>voor</strong> het fiets<strong>en</strong> is ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> nauwelijks<br />

beïnvloedbare factor, namelijk het weer.<br />

52 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


4. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong><br />

.....................................................................................................................<br />

4.1 Leefsituatie<br />

Over het algeme<strong>en</strong> oordel<strong>en</strong> Nederlanders het meest positief over de<br />

auto, op de voet gevolgd door de fiets <strong>en</strong> op afstand het op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer, dat op veel aspect<strong>en</strong> juist laag wordt gewaardeerd. In het<br />

vorige hoofdstuk is geconstateerd dat k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />

e<strong>en</strong> belangrijke verklaring zijn <strong>voor</strong> de verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid. In<br />

dit hoofdstuk wordt gekek<strong>en</strong> of <strong>en</strong> in welke mate de aantrekkelijkheid<br />

ook e<strong>en</strong> uitkomst is <strong>van</strong> de leefsituatie <strong>van</strong> Nederlanders. Anders<br />

gezegd: hoe varieert de beoordeling <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer naar k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals leeftijd <strong>en</strong> geslacht, gezinssam<strong>en</strong>stelling,<br />

opleidingsniveau, maatschappelijke participatie <strong>en</strong> woonsituatie?<br />

In paragraaf 4.2 wordt eerst gekek<strong>en</strong> naar de bestaande inzicht<strong>en</strong><br />

op dit terrein. Vervolg<strong>en</strong>s wordt in paragraaf 4.3 op basis <strong>van</strong> de<br />

verzamelde onderzoeksgegev<strong>en</strong>s gekek<strong>en</strong> in hoeverre de beoordeling<br />

<strong>en</strong> waardering <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer variër<strong>en</strong> naar<br />

achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.<br />

4.2 Bestaande inzicht<strong>en</strong><br />

Er is reeds het e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander aan onderzoek verricht dat er op wijst<br />

dat de aantrekkelijkheid <strong>en</strong> waardering <strong>van</strong> vervoermiddel<strong>en</strong> eerder<br />

sam<strong>en</strong>hangt met de leefsituatie <strong>van</strong> gebruikers dan met de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> de vervoermiddel<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s deze red<strong>en</strong>ering is de leefsituatie<br />

<strong>van</strong> invloed op de waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> attitud<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> er op nahoud<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> deze kleur<strong>en</strong> weer de wijze waarop m<strong>en</strong> het lev<strong>en</strong> beleeft, ervaart<br />

<strong>en</strong> waardeert. Ook de gepercipieerde aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto,<br />

fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer wordt hierdoor beïnvloed. Zo zull<strong>en</strong> oudere<br />

alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> anders d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de auto dan jonge gezinn<strong>en</strong> met<br />

kinder<strong>en</strong>, plattelandsbewoners e<strong>en</strong> andere waardering hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer dan stedeling<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> er met het rijd<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

A naar B e<strong>en</strong> andere beleving op nahoud<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong>.<br />

Dat de leefsituatie <strong>van</strong> invloed is op de <strong>mobiliteit</strong> (<strong>en</strong> daarmee impliciet<br />

ook op de beleving) is onder andere betoogd door de Zweedse<br />

geograaf Hägerstrand in zijn inmiddels klassieke studie uit 1970 met<br />

de veelzegg<strong>en</strong>de titel What about people?. Niet het verkeer- <strong>en</strong><br />

vervoersysteem moest volg<strong>en</strong>s hem het uitgangspunt zijn <strong>van</strong> onderzoek<br />

naar <strong>mobiliteit</strong>, maar de m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> zijn leefsituatie. Als reactie hierop<br />

volgd<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>van</strong> de vorige eeuw meerdere onderzoek<strong>en</strong><br />

waarin de m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> zijn leefsituatie het uitgangspunt vormd<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />

belangrijke verteg<strong>en</strong>woordiger <strong>van</strong> deze onderzoeksstroming was Ian<br />

53 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong>


Cull<strong>en</strong> <strong>van</strong> London’s University College, die <strong>van</strong>af medio jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig<br />

e<strong>en</strong> nieuwe variant op de bestudering <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>sgedrag uitwerkte<br />

(Cull<strong>en</strong> et al. 1972). Volg<strong>en</strong>s Cull<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> met name ‘zelfgekoz<strong>en</strong>’<br />

beperking<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol in de totstandkoming <strong>van</strong> dagelijks<br />

<strong>mobiliteit</strong>sgedrag. Daarmee doelt hij op de ‘lev<strong>en</strong>skeuz<strong>en</strong>’ die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

mak<strong>en</strong>, zoals het hebb<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> partner, kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde<br />

opleiding. Ook de bewuste keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde woning <strong>en</strong><br />

werkplek, of de aankoop <strong>van</strong> e<strong>en</strong> auto behor<strong>en</strong> hiertoe. Het zijn deze<br />

zelfopgelegde lev<strong>en</strong>skeuz<strong>en</strong> (tezam<strong>en</strong> met andere beperking<strong>en</strong> buit<strong>en</strong><br />

de eig<strong>en</strong> invloedssfeer) die het verloop <strong>van</strong> de dagelijks terugker<strong>en</strong>de<br />

activiteit<strong>en</strong>patron<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>mobiliteit</strong>sgedrag <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> langere periode<br />

vastlegg<strong>en</strong>. In meerdere empirische studies heeft Cull<strong>en</strong> het belang<br />

aangetoond <strong>van</strong> dit onderscheid tuss<strong>en</strong> bewuste afweging<strong>en</strong> op langere<br />

termijn <strong>en</strong>erzijds, <strong>en</strong> het repeter<strong>en</strong>d <strong>en</strong> routinematig verlop<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />

dagelijks lev<strong>en</strong> anderzijds (zie onder andere Cull<strong>en</strong> <strong>en</strong> Godson 1975;<br />

Cull<strong>en</strong> 1978). Maar Cull<strong>en</strong> staat hierin niet alle<strong>en</strong>. In vele andere, vaak<br />

soortgelijke studies zijn vergelijkbare relaties tuss<strong>en</strong> persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> <strong>mobiliteit</strong>sgedrag anderzijds aangetoond (zonder uitputt<strong>en</strong>d<br />

te zijn kan hierbij onder andere word<strong>en</strong> verwez<strong>en</strong> naar de studies <strong>van</strong><br />

Salamon <strong>en</strong> B<strong>en</strong>-Akiva (1983) <strong>en</strong> het werk <strong>van</strong> Dijst (bijv. Dijst 2006)).<br />

De dagelijkse activiteit<strong>en</strong>patron<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s deze<br />

onderzoekstraditie het kader waarbinn<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong> opdo<strong>en</strong>,<br />

hun leefsituatie evaluer<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>keur<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>.<br />

Ingegev<strong>en</strong> door negatieve of positieve ervaring<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> die<br />

behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>keur<strong>en</strong> aanleiding gev<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> herzi<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de<br />

langetermijnkeuz<strong>en</strong> (bijv. andere woning, andere baan), waarna ook<br />

de context <strong>voor</strong> het dagelijks handel<strong>en</strong> opnieuw <strong>voor</strong> langere tijd zal<br />

word<strong>en</strong> vastgelegd (Parkes <strong>en</strong> Thrift 1980, 219).<br />

De implicatie <strong>van</strong> deze onderzoekslijn is dat de leefsituatie <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

de uitkomst is <strong>van</strong> (zelfopgelegde) lev<strong>en</strong>skeuz<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat die weer in<br />

belangrijke mate bepal<strong>en</strong>d zijn <strong>voor</strong> het (dagelijkse) <strong>mobiliteit</strong>sgedrag<br />

<strong>en</strong> de waardering <strong>en</strong> beleving hier<strong>van</strong>. De leefsituatie kan daarbij<br />

gedefinieerd word<strong>en</strong> als het soort gezin waar m<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> uitmaakt, de<br />

woning <strong>en</strong> woonlocatie, de maatschappelijke participatie <strong>van</strong> person<strong>en</strong>,<br />

het opleidingsniveau <strong>en</strong> het inkom<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet, alsmede meer<br />

structurele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals leeftijd <strong>en</strong> geslacht.<br />

54 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Leefstijl<strong>en</strong><br />

In het verl<strong>en</strong>gde <strong>van</strong> de leefsituatie is in andere onderzoek<strong>en</strong> ook<br />

gewez<strong>en</strong> op het belang <strong>van</strong> leefstijl<strong>en</strong>. Daarmee wordt gedoeld op<br />

de norm<strong>en</strong>- <strong>en</strong> waard<strong>en</strong>patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gedrag dat<br />

hier<strong>van</strong> de resultante is (zie bijv. Ganzeboom 1988; Regterschot<br />

2002). Leefstijl<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dus niet betrekking op sociaalstructurele<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals leeftijd, geslacht <strong>en</strong> opleidingsniveau,<br />

maar op de waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eropna houd<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> die ertoe kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vergelijkbare<br />

maatschappelijke positie toch geheel verschill<strong>en</strong>de gedraging<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> (of andersom: verschill<strong>en</strong>de maatschappelijke<br />

posities, <strong>en</strong> toch vergelijkbaar gedrag). E<strong>en</strong> goed <strong>voor</strong>beeld<br />

hier<strong>van</strong> is de keuze <strong>voor</strong> bepaalde auto’s: Waarom kiez<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong>zelfde leefsituatie de <strong>en</strong>e keer <strong>voor</strong> Duitse degelijkheid <strong>en</strong><br />

dus bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> Volkswag<strong>en</strong>, terwijl e<strong>en</strong> ander Italiaanse<br />

vormgeving <strong>en</strong> stijl prefereert, <strong>en</strong> dus <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> Alfa Romeo kiest?<br />

Volg<strong>en</strong>s commerciële onderzoeksbureaus bied<strong>en</strong> leefstijl<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

de daarop gebaseerde typologieën <strong>van</strong> ‘soort<strong>en</strong>’ m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hier<br />

uitkomst.<br />

E<strong>en</strong> domeinspecifieke typologie <strong>van</strong> leefstijl<strong>en</strong> is die <strong>van</strong><br />

Rijkswaterstaat Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer (Need <strong>en</strong> Van<br />

’t Hof 2005), waarbij Nederlanders zijn gecategoriseerd op basis<br />

zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong> stelling<strong>en</strong> over verkeer <strong>en</strong> vervoer in:<br />

• G<strong>en</strong>ieters (17%): ervar<strong>en</strong> onderweg zijn als prettig <strong>en</strong> gaan<br />

met e<strong>en</strong> ontspann<strong>en</strong> manier met de tijd om, negatieve aspect<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> zoals files kan m<strong>en</strong> goed relativer<strong>en</strong>.<br />

• Berusters (15%): zi<strong>en</strong> <strong>mobiliteit</strong> als e<strong>en</strong> noodzakelijk kwaad dat<br />

bij het lev<strong>en</strong> hoort. Reiz<strong>en</strong> wordt vaak als onprettig ervar<strong>en</strong>,<br />

maar toch neemt m<strong>en</strong> de situatie <strong>voor</strong> wat die is. E<strong>en</strong> goed<br />

<strong>voor</strong>beeld zijn de files: deze zijn niet leuk, maar je erover<br />

opwind<strong>en</strong> is zinloos.<br />

• Prestatiegericht<strong>en</strong> (14%): zi<strong>en</strong> <strong>mobiliteit</strong> als symbool <strong>voor</strong><br />

onafhankelijkheid, de mogelijkheid om te gaan <strong>en</strong> staan waar<br />

<strong>en</strong> wanneer m<strong>en</strong> wil. Mobiliteit vormt daarnaast ook e<strong>en</strong><br />

uiting <strong>van</strong> de maatschappelijke positie; <strong>mobiliteit</strong> als middel om<br />

ander<strong>en</strong> te ton<strong>en</strong> hoe succesvol <strong>en</strong> ‘druk’ je b<strong>en</strong>t.<br />

• Doelgericht<strong>en</strong> (26%): zi<strong>en</strong> <strong>mobiliteit</strong> als e<strong>en</strong> functioneel<br />

middel om <strong>van</strong> A naar B te kom<strong>en</strong>. Reiz<strong>en</strong> op zich is niet leuk,<br />

moet dus ook zoveel mogelijk word<strong>en</strong> beperkt <strong>en</strong> zo efficiënt<br />

mogelijk word<strong>en</strong> afgewikkeld.<br />

55 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong>


Figuur 4.1<br />

Leefstijl<strong>en</strong> <strong>en</strong> de NS<br />

• Bewust<strong>en</strong> (17%): mak<strong>en</strong> doorgaans e<strong>en</strong> weloverwog<strong>en</strong><br />

keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> vervoermiddel, waarbij criteria zoals<br />

weersomstandighed<strong>en</strong>, beschikbare hoeveelheid tijd,<br />

gezelschap, maar ook milieu, lichamelijke beweging <strong>en</strong> de<br />

mogelijkheid tot ontspanning e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>.<br />

De NS heeft op basis <strong>van</strong> eig<strong>en</strong> onderzoek e<strong>en</strong> soortgelijke<br />

indeling ontwikkeld (figuur 4.1). De treinreis wordt door reizigers<br />

verschill<strong>en</strong>d beleefd, afhankelijk <strong>van</strong> de persoonlijke behoeft<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Zo zijn bepaalde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de reis meer op ander<strong>en</strong><br />

gericht of meer op zichzelf <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zij actief of passief omgaan<br />

met de buit<strong>en</strong>wereld. Op basis hier<strong>van</strong> kunn<strong>en</strong> reizigers word<strong>en</strong><br />

gesegm<strong>en</strong>teerd naar zes motivationele groep<strong>en</strong> (Hag<strong>en</strong> et al.<br />

2005), die verschill<strong>en</strong>de behoeft<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Met deze k<strong>en</strong>nis kan<br />

de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de NS meer op maat word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>,<br />

pass<strong>en</strong>d bij de behoeft<strong>en</strong> <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de reizigersgroep<strong>en</strong>.<br />

Deel uitmak<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> groep<br />

Onderling<br />

plezier &<br />

gezelligheid<br />

Gemak,<br />

ongecompliceerd &<br />

zonder zorg<strong>en</strong><br />

Gezelligheidszoeker<br />

25%<br />

Zekerheid,<br />

veiligheid &<br />

bescherming<br />

Zekerheidszoeker<br />

14%<br />

In dit onderzoek zal ge<strong>en</strong> gebruik word<strong>en</strong> gemaakt <strong>van</strong> leefstijl<strong>en</strong>. De<br />

red<strong>en</strong> hier<strong>voor</strong> is het ontbrek<strong>en</strong> <strong>van</strong> de hier<strong>voor</strong> geschikte variabel<strong>en</strong><br />

in het onderzoeksmateriaal. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> mag word<strong>en</strong> verondersteld dat<br />

de leefsituatie <strong>en</strong> de hieraan gekoppelde persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> al e<strong>en</strong><br />

belangrijk deel <strong>van</strong> de verklaring bied<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de verschill<strong>en</strong> in beleving<br />

<strong>en</strong> waardering <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Niettemin verdi<strong>en</strong>t<br />

het aanbeveling het gebruik <strong>van</strong> leefstijl<strong>en</strong> bij toekomstig onderzoek<br />

naar de beleving <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> in overweging te nem<strong>en</strong>.<br />

56 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

Motivationele groep<strong>en</strong> in aantal reizigers<br />

Gemakszoeker<br />

24%<br />

Actief, omgaan met<br />

de buit<strong>en</strong>wereld<br />

Passief,<br />

Gericht op de<br />

binn<strong>en</strong>wereld<br />

Lev<strong>en</strong>sverrijker<br />

11%<br />

Functionele<br />

planner<br />

14%<br />

Flexibiliteit,<br />

Fascinatie &<br />

Uitdaging<br />

Individualist<br />

12%<br />

Effici<strong>en</strong>cy,<br />

Snelheid &<br />

controle<br />

Needscope basis: treinreizigers 18+ (min. 1x per jaar met de trein reiz<strong>en</strong>d)<br />

Status, exclusiviteit<br />

& aandacht<br />

Rust & mom<strong>en</strong>t<br />

<strong>voor</strong> jezelf<br />

Niet bij e<strong>en</strong> groep hor<strong>en</strong>


4.3 Beoordeling <strong>en</strong> waardering uite<strong>en</strong>gelegd<br />

In hoeverre varieert de beoordeling <strong>en</strong> waardering <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>baar vervoer naar achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals leeftijd, geslacht<br />

<strong>en</strong> opleidingsniveau? Uit onderzoek op vergelijkbare gegev<strong>en</strong>s uit 1997<br />

bleek dat de verschill<strong>en</strong> in de beoordeling <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer naar achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> gering zijn (zie ook Harms 2003,<br />

181). In tabel 4.1 (<strong>en</strong> in de bijlag<strong>en</strong> 4, 5 <strong>en</strong> 6) wordt deze eerdere<br />

bevinding bevestigd: de variatie in aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>baar vervoer naar leefsituatiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> is veel kleiner dan de<br />

variatie in aantrekkelijkheid naar aanbodk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Er zijn echter e<strong>en</strong><br />

aantal vermeldingwaardige uitzondering<strong>en</strong> op de algem<strong>en</strong>e conclusie<br />

<strong>van</strong> minimale variatie:<br />

• Mann<strong>en</strong> kwalificer<strong>en</strong> de auto vaker als meest prettige wijze <strong>van</strong><br />

verplaats<strong>en</strong> dan vrouw<strong>en</strong>. Meer dan mann<strong>en</strong> zijn vrouw<strong>en</strong> de<br />

m<strong>en</strong>ing toegedaan dat het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> de fiets geschikte<br />

vervoerwijz<strong>en</strong> zijn (zie ook bijlage 4 <strong>en</strong> 5). In vergelijking met mann<strong>en</strong><br />

wordt de fiets door vrouw<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al in positieve zin geassocieerd<br />

met lage kost<strong>en</strong>, altijd op tijd zijn, snelheid <strong>en</strong> onafhankelijkheid<br />

(bijlage 6, tabel B6.2 <strong>en</strong> B6.5). De auto wordt door vrouw<strong>en</strong> wat<br />

vaker geassocieerd met ergerniss<strong>en</strong>, door mann<strong>en</strong> wat vaker met rust<br />

(bijlage 6, tabel B6.1 <strong>en</strong> B6.4).<br />

• Naar leeftijd blijkt dat de auto het meest populair is onder jonger<strong>en</strong>,<br />

terwijl het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> de fiets <strong>voor</strong>al door ouder<strong>en</strong> vaak<br />

word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>schetst als meest prettige vervoerwijze (bijlage 4). Bij<br />

de fiets neemt de categorie 75+ers e<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>de positie in. Onder<br />

h<strong>en</strong> wordt de fiets juist weinig prettig gevond<strong>en</strong>, in teg<strong>en</strong>stelling tot<br />

de jongere ouder<strong>en</strong> (65-75 jaar), hetge<strong>en</strong> vermoedelijk sam<strong>en</strong>hangt<br />

met de gebrek<strong>en</strong> waar het ouder word<strong>en</strong> mee gepaard gaat <strong>en</strong> de<br />

obstakels die dit opwerpt t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> het <strong>voor</strong>tbeweg<strong>en</strong> per<br />

tweewieler. Indi<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> wordt uitgegaan <strong>van</strong> de oordel<strong>en</strong> (tabel<br />

4.1) blijkt de auto het meest populair onder de 18 tot 24 jarig<strong>en</strong>, het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer onder 75+ers <strong>en</strong> de fiets onder 35 tot 55 jarig<strong>en</strong>.<br />

• Lager opgeleid<strong>en</strong> oordel<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> wat positiever over de<br />

auto dan hoger opgeleid<strong>en</strong>. Over het op<strong>en</strong>baar vervoer zijn juist de<br />

hoger opgeleid<strong>en</strong> wat vaker in positieve zin te sprek<strong>en</strong>, met name<br />

t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de veiligheid <strong>en</strong> het plezier (bijlage 6, tabel B6.3 <strong>en</strong><br />

B6.6). Tuss<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> zijn er nauwelijks verschill<strong>en</strong> in de<br />

waardering <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer.<br />

• M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder rijbewijs <strong>en</strong> of auto zijn minder te sprek<strong>en</strong> over<br />

de geschiktheid <strong>van</strong> de auto, <strong>en</strong> juist positiever gestemd over de<br />

geschiktheid <strong>van</strong> de alternatiev<strong>en</strong>: op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> fiets (tabel<br />

4.1).<br />

57 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong>


Tabel 4.1<br />

% dat positief oordeelt<br />

over auto, fiets <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>baar vervoer, naar<br />

achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

• Naar activiteit<strong>en</strong>patron<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> in tijdsbesteding <strong>van</strong><br />

Nederlanders is er weinig variatie zichtbaar in de beleving <strong>en</strong><br />

beoordeling <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (tabel 4.1). M<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />

met e<strong>en</strong> drukke ag<strong>en</strong>da die betaalde arbeid combiner<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

substantiële hoeveelheid aan huishoudelijke tak<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> niet<br />

veel positiever over de auto of het op<strong>en</strong>baar vervoer dan ander<strong>en</strong>.<br />

Hetzelfde geldt <strong>voor</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die veel sociale <strong>en</strong> vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong><br />

ondernem<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> uitzondering vorm<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die vaak hun<br />

kinder<strong>en</strong> naar school of andere activiteit<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> hal<strong>en</strong>.<br />

Zij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> iets positiever over de auto dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hun kinder<strong>en</strong><br />

niet of nauwelijks br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> hal<strong>en</strong>, <strong>en</strong> iets negatiever over het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer. Ook de fiets wordt iets positiever gewaardeerd<br />

door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die regelmatig hun kinder<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> hal<strong>en</strong>. Toch<br />

zijn de verschill<strong>en</strong> steevast beperkt.<br />

• T<strong>en</strong>slotte zijn er ook verschill<strong>en</strong> in beleving naar ruimtelijke<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (tabel 4.1): zo zijn plattelandsbewoners vaker in positieve<br />

zin te sprek<strong>en</strong> over de auto, terwijl het op<strong>en</strong>baar vervoer door<br />

h<strong>en</strong> juist minder vaak als positief wordt gekwalificeerd (<strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />

uitgebreide analyse <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong> in beleving tuss<strong>en</strong> stads- <strong>en</strong><br />

plattelandsbewoners zie het kader). E<strong>en</strong> ander ruimtelijk k<strong>en</strong>merk<br />

betreft de afstand <strong>van</strong> het thuisadres tot het dichtstbijzijnde<br />

treinstation (tabel 4.1). M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die op grote afstand won<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

e<strong>en</strong> station d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> minder vaak in positieve zin over het op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer, terwijl de alternatiev<strong>en</strong> (auto <strong>en</strong> fiets) juist vaker als positief<br />

word<strong>en</strong> aangemerkt.<br />

58 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

auto fiets op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer<br />

totaal (n = 1028) 86 84 26<br />

sociaal-demografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

geslacht<br />

mann<strong>en</strong> 85 82 24<br />

vrouw<strong>en</strong> 88 87 28<br />

leeftijd<br />

18-24 jaar 99 79 20<br />

25-34 jaar 89 84 22<br />

35-54 jaar 86 87 23<br />

55-64 jaar 83 84 33<br />

65-74 jaar 81 85 31<br />

75 + jaar 80 74 53


59 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong><br />

auto fiets op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer<br />

gezinssam<strong>en</strong>stelling<br />

alle<strong>en</strong>staand 83 82 40<br />

sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d zonder kinder<strong>en</strong> 86 82 26<br />

gezin met kinder<strong>en</strong> 88 89 17<br />

sociaal-economische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

opleidingsniveau<br />

lo, lbo 87 80 26<br />

mbo, havo, vwo 88 87 23<br />

hbo, wo 83 88 32<br />

inkom<strong>en</strong> (persoonlijk netto per jaar)<br />

minder dan € 7.500 88 90 29<br />

€ 7.500 tot € 15.000 88 80 21<br />

€ 15.000 tot € 22.500 82 88 30<br />

€ 22.500 tot € 30.000 86 87 28<br />

€ 30.000 of meer 90 81 24<br />

<strong>mobiliteit</strong>sk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

beschikking over e<strong>en</strong> rijbewijs?<br />

ja 88 85 24<br />

nee 72 81 49<br />

beschikking over e<strong>en</strong> auto?<br />

ja, altijd 90 85 23<br />

ja, maar niet altijd 82 87 26<br />

nee 68 81 44<br />

activiteit<strong>en</strong>patron<strong>en</strong><br />

combineert betaalde arbeid met<br />

huishoud<strong>en</strong><br />

90 84 23<br />

actief vrijetijdspatroon 89 90 26<br />

br<strong>en</strong>gt <strong>en</strong> haalt kinder<strong>en</strong> 90 89 17<br />

ruimtelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

stedelijkheid<br />

zeer sterk stedelijk 78 82 41<br />

sterk stedelijk 85 84 30<br />

matig stedelijk 86 83 21<br />

weinig stedelijk 92 87 23<br />

niet stedelijk<br />

afstand tot meest nabije station<br />

89 86 18<br />

0-1 km 81 80 31<br />

1-2 km 84 85 31<br />

2-3 km 87 84 23<br />

3-6 km 90 86 29<br />

6 > km 87 86 18


Stad <strong>en</strong> platteland<br />

Er zijn forse verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer tuss<strong>en</strong> bewoners <strong>van</strong> stedelijke gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> bewoners<br />

<strong>van</strong> plattelandsgebied<strong>en</strong> (tabel 4.1). Hoewel het wel of niet<br />

woonachtig zijn in e<strong>en</strong> stedelijk of plattelandsgebied in zekere zin<br />

als e<strong>en</strong> persoonsk<strong>en</strong>merk kan word<strong>en</strong> aangeduid, zal de beleving<br />

er meer dan bij de andere onderscheid<strong>en</strong> leefsituatiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

sterk word<strong>en</strong> gekleurd door de verschill<strong>en</strong> in vervoersaanbod tuss<strong>en</strong><br />

stad <strong>en</strong> platteland (complicer<strong>en</strong>de factor is dat het wel of niet<br />

woonachtig zijn in stad of platteland an sich ook weer sam<strong>en</strong>hangt<br />

met andere persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> – zie bijv. Ste<strong>en</strong>bekkers et al.<br />

2006): op het platteland is het aanbod <strong>van</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />

nu e<strong>en</strong>maal schaarser dan in de stedelijke gebied<strong>en</strong>, is het<br />

gemakkelijker om de auto te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> is de fiets <strong>van</strong>wege de<br />

lange afstand<strong>en</strong> vaak ge<strong>en</strong> alternatief (zie ook Harms 2006).<br />

Het is dan ook weinig verwonderlijk dat m<strong>en</strong> op het platteland<br />

(gedefinieerd als de bewoners <strong>van</strong> de weinig <strong>en</strong> niet-stedelijke<br />

gebied<strong>en</strong>) positiever over de auto d<strong>en</strong>kt dan in het stedelijk gebied<br />

<strong>en</strong> dat het op<strong>en</strong>baar vervoer door plattelanders juist met wat meer<br />

scepsis wordt bejeg<strong>en</strong>d (tabel 4.1). De waardering <strong>van</strong> de fiets<br />

verschilt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> nauwelijks tuss<strong>en</strong> stedelijk <strong>en</strong> landelijk gebied.<br />

Verder wordt het autorijd<strong>en</strong> door bewoners <strong>van</strong> het platteland<br />

anders dan door de stedeling<strong>en</strong> minder vaak met ergerniss<strong>en</strong><br />

geassocieerd, <strong>en</strong> ook beduid<strong>en</strong>d minder met vertraging<strong>en</strong> (bijlage<br />

6, tabel B6.1). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt m<strong>en</strong> de auto vaker in verband<br />

met op tijd kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> snelheid (tabel B6.1 <strong>en</strong> B6.4). E<strong>en</strong> verklaring<br />

hier<strong>voor</strong> is <strong>voor</strong> de hand ligg<strong>en</strong>d: de nadel<strong>en</strong> <strong>van</strong> het autorijd<strong>en</strong><br />

zoals congestie <strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> in de stedelijke<br />

gebied<strong>en</strong>. Het op<strong>en</strong>baar vervoer wordt door plattelandsbewoners<br />

juist slechter beoordeeld, met name het gebruiksgemak maar<br />

ook de snelheid <strong>van</strong> OV-verplaatsing<strong>en</strong> laat te w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over<br />

(tabel B6.3 <strong>en</strong> B6.6). Ook de fiets doet in het landelijk gebied<br />

<strong>voor</strong> bepaalde aspect<strong>en</strong> onder <strong>voor</strong> de waarde die m<strong>en</strong> er in<br />

verstedelijkt Nederland aan hecht; <strong>voor</strong>al wat betreft de snelheid<br />

<strong>en</strong> flexibiliteit oordel<strong>en</strong> plattelanders slechter over de fiets (tabel<br />

B6.5), vermoedelijk ingegev<strong>en</strong> door de gemiddeld g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> grotere<br />

afstand<strong>en</strong>.<br />

Indi<strong>en</strong> onderscheid wordt gemaakt in de waardering <strong>van</strong> stad- <strong>en</strong><br />

plattelandsbewoners naar de mate waarin m<strong>en</strong> gebruik maakt<br />

<strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (tabel 4.2 <strong>en</strong> 4.3), valt op<br />

dat er met name verschill<strong>en</strong> bestaan tuss<strong>en</strong> stad <strong>en</strong> platteland bij<br />

60 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Tabel 4.2<br />

Aandeel <strong>van</strong> de<br />

Nederlanders dat<br />

positief oordeelt over<br />

auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer, naar stads- <strong>en</strong><br />

plattelandsbewoners <strong>en</strong><br />

mate <strong>van</strong> gebruik<br />

Bron: RWS-AVV/SCP<br />

(MB 2005)<br />

Tabel 4.3<br />

Aandeel <strong>van</strong> de<br />

Nederlanders dat<br />

negatief oordeelt<br />

over auto, fiets <strong>en</strong><br />

op<strong>en</strong>baar vervoer,<br />

naar stads- <strong>en</strong><br />

plattelandsbewoners<br />

<strong>en</strong> mate <strong>van</strong> gebruik<br />

Bron: RWS-AVV/<br />

SCP (MB 2005)<br />

de niet-gebruikers: plattelandsbewoners die nauwelijks of nooit<br />

gebruik mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer sprek<strong>en</strong> zich vaker in<br />

negatieve zin uit over het op<strong>en</strong>baar vervoer dan de niet-gebruikers<br />

in stedelijke gebied<strong>en</strong>. Over de auto wordt door niet-gebruikers<br />

juist in de stedelijke gebied<strong>en</strong> vaker e<strong>en</strong> negatief oordeel geveld<br />

<strong>en</strong> op het platteland vaker e<strong>en</strong> positief oordeel. Mogelijk is de<br />

red<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het niet-gebruik <strong>en</strong> het daarmee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de<br />

negatieve oordeel te herleid<strong>en</strong> tot het magere aanbod <strong>van</strong> op<strong>en</strong>baarvervoer<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

op het platteland <strong>en</strong> de belemmering<strong>en</strong><br />

<strong>voor</strong> soepel autogebruik in stedelijke gebied<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>slotte is het<br />

opvall<strong>en</strong>d dat over de fiets door niet-gebruikers in stedelijke<br />

gebied<strong>en</strong> vaker afwijz<strong>en</strong>d wordt gedacht dan door niet-gebruik<strong>en</strong>de<br />

plattelandsbewoners. Mogelijk is de grotere verkeersdrukte <strong>en</strong><br />

het gebrek aan stallingsmogelijkhed<strong>en</strong> hier debet aan (zie ook<br />

hoofdstuk 3).<br />

61 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong><br />

auto fiets OV<br />

stadsbewoners 84% 84% 30%<br />

plattelandsbewoners 91% 87% 21%<br />

veelgebruikers<br />

stadsbewoners 89% 95% 57%<br />

plattelandsbewoners 94% 94% 56%<br />

niet-gebruikers<br />

stadsbewoners 53% 54% 18%<br />

plattelandsbewoners 77% 55% 17%<br />

auto fiets OV<br />

stadsbewoners 7% 9% 45%<br />

plattelandsbewoners 2% 5% 60%<br />

veelgebruikers<br />

stadsbewoners 4% 2% 25%<br />

plattelandsbewoners 2% 1% 16%<br />

niet-gebruikers<br />

stadsbewoners 24% 33% 57%<br />

plattelandsbewoners 17% 19% 66%


62 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


5. Nieuw licht op beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong><br />

.....................................................................................................................<br />

Om het inzicht in belevingsaspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> te vergrot<strong>en</strong>, is in<br />

dit rapport aandacht besteed aan subjectieve ervaring<strong>en</strong> rondom het<br />

gebruik <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Welke vervoerwijze vind<strong>en</strong><br />

Nederlanders het prettigst, hoe oordeelt m<strong>en</strong> over de auto, de fiets <strong>en</strong> het<br />

op<strong>en</strong>baar vervoer, welke gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties gaan hiermee gepaard?<br />

Het rapport geeft ge<strong>en</strong> antwoord op de vraag of auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer in objectieve zin ‘goed’ of ‘slecht’ functioner<strong>en</strong>, maar wel hoe<br />

het gebruik <strong>van</strong> vervoermiddel<strong>en</strong> wordt beleefd <strong>en</strong> welke <strong>beeldvorming</strong><br />

er over bestaat. De beleving verwijst naar de oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die<br />

gebaseerd zijn op het feitelijke gebruik <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer,<br />

terwijl de <strong>beeldvorming</strong> meer de algem<strong>en</strong>e ideeën <strong>en</strong> opvatting<strong>en</strong> betreft,<br />

die niet persé zijn afgeleid <strong>van</strong> ervaring<strong>en</strong> met gebruik. Om tegemoet<br />

te kom<strong>en</strong> aan de verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> is onderscheid<br />

gemaakt tuss<strong>en</strong> Nederlanders die veel gebruik mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> respectievelijk<br />

auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer, dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die er incid<strong>en</strong>teel gebruik <strong>van</strong><br />

mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die er nauwelijks of nooit mee onderweg zijn.<br />

Dat dit zinvol is blijkt uit het feit dat er e<strong>en</strong> relatie is tuss<strong>en</strong> beleving,<br />

<strong>beeldvorming</strong> <strong>en</strong> gebruik: hoe vaker m<strong>en</strong> gebruik maakt <strong>van</strong> auto, fiets<br />

<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer, des te positiever m<strong>en</strong> hierover oordeelt. Dit is<br />

<strong>voor</strong>al het geval bij het op<strong>en</strong>baar vervoer: <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die niet of<br />

nauwelijks per op<strong>en</strong>baar vervoer reiz<strong>en</strong> heeft 62% e<strong>en</strong> negatief beeld<br />

bij het op<strong>en</strong>baar vervoer, terwijl e<strong>en</strong> meerderheid (56%) <strong>van</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

die meerdere ker<strong>en</strong> per week per op<strong>en</strong>baar vervoer reiz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve<br />

beleving hebb<strong>en</strong>. Bijna e<strong>en</strong> kwart (24%) <strong>van</strong> deze groep ‘veelgebruikers’<br />

oordeelt echter negatief over het op<strong>en</strong>baar vervoer. Ter vergelijking: het<br />

aantal negatieve beoordeling<strong>en</strong> bij auto <strong>en</strong> fiets onder veelgebruikers is<br />

zeer klein (respectievelijk 3% <strong>en</strong> 1%).<br />

Meer aandacht <strong>voor</strong> beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong><br />

De resultat<strong>en</strong> overzi<strong>en</strong>d wordt duidelijk dat met name het op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer vaak te kamp<strong>en</strong> heeft met e<strong>en</strong> negatieve <strong>beeldvorming</strong> <strong>en</strong><br />

beleving.<br />

Voor e<strong>en</strong> verbetering <strong>van</strong> het beeld dat Nederlanders bij het op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer hebb<strong>en</strong> moet in ieder geval aan e<strong>en</strong> aantal basiseis<strong>en</strong> zijn<br />

voldaan. De gebod<strong>en</strong> verbinding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> snel zijn <strong>en</strong> goedkoop,<br />

<strong>en</strong> betrouwbaar <strong>en</strong> veilig. Het is <strong>voor</strong>al in <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de grote sted<strong>en</strong><br />

waar nu reeds het meeste tegemoet wordt gekom<strong>en</strong> aan deze harde<br />

kwaliteitseis<strong>en</strong>: de dikke vervoerstrom<strong>en</strong> met veel vraag <strong>en</strong> aanbod <strong>en</strong><br />

63 Nieuw licht op beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong>


snelle <strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>te verbinding<strong>en</strong>. Ook het <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> natransport is <strong>van</strong><br />

belang. In het bestaande beleid <strong>van</strong> overheid <strong>en</strong> vervoerders wordt al<br />

sterk ingezet op de kwaliteit <strong>van</strong> ‘deur-tot-deur’.<br />

Additioneel op de meer harde productk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn ook de ‘zachte’<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> belang, zoals de mate waarin m<strong>en</strong> plezier ervaart of<br />

het comfort dat gebod<strong>en</strong> wordt. De Nederlandse Spoorweg<strong>en</strong> richt<strong>en</strong><br />

zich in hun marketingstrategie al heel nadrukkelijk op dergelijke ‘zachte’<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> hier<strong>van</strong> zijn de plann<strong>en</strong> rond het verrijk<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

de reistijd door het aanbied<strong>en</strong> <strong>van</strong> nieuwe vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> tijdsbesteding (in<br />

alle intercities kom<strong>en</strong> op termijn internetaansluiting<strong>en</strong> <strong>en</strong> televisies) <strong>en</strong><br />

het minimaliser<strong>en</strong> <strong>van</strong> de wachttijdbeleving op stations.<br />

Beïnvloeding <strong>van</strong> de <strong>beeldvorming</strong> kan bij<strong>voor</strong>beeld door het gericht<br />

bied<strong>en</strong> <strong>van</strong> OV-ervaring<strong>en</strong> aan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die normaliter niet zoud<strong>en</strong><br />

overweg<strong>en</strong> om met het op<strong>en</strong>baar vervoer te reiz<strong>en</strong>. Illustratief hier<strong>voor</strong><br />

zijn het gratis op<strong>en</strong>baar vervoer op bepaalde tijdstipp<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of <strong>voor</strong><br />

bepaalde groep<strong>en</strong> in Delft, Tilburg <strong>en</strong> Gelderland. Andere <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong><br />

zijn het inzett<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>voor</strong>delige op<strong>en</strong>baarvervoerverbinding<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

<strong>en</strong> naar ev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> festivals. E<strong>en</strong> andere goede kans <strong>voor</strong><br />

het op<strong>en</strong>baar vervoer als alternatieve wijze <strong>van</strong> verplaats<strong>en</strong> zijn de<br />

incid<strong>en</strong>tele grootschalige wegwerkzaamhed<strong>en</strong> aan het snelwegnet,<br />

bij<strong>voor</strong>beeld rondom Amsterdam in de zomer <strong>van</strong> 2006. Dankzij e<strong>en</strong><br />

int<strong>en</strong>sieve mediacampagne <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aparte A4-A10-Zuidpas die recht<br />

gaf op vervoer per trein, tram, streekbus <strong>en</strong> metro, is het OV-gebruik in<br />

de regio tijd<strong>en</strong>s de werkzaamhed<strong>en</strong> verdubbeld, <strong>en</strong> is e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de<br />

<strong>voor</strong>malige autoreizigers naar later bleek zelfs blijv<strong>en</strong>d overgestapt op<br />

het OV (RWS-AVV 2006). Weer e<strong>en</strong> andere manier om niet-gebruikers<br />

te betrekk<strong>en</strong> bij het op<strong>en</strong>baar vervoer is individuele marketing, waarbij<br />

burgers op de persoonlijke situatie toegesned<strong>en</strong> adviez<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

h<strong>en</strong> wordt uitgelegd welke mogelijkhed<strong>en</strong> er zijn om gebruik te mak<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> welke <strong>voor</strong>del<strong>en</strong> hieraan klev<strong>en</strong> (zie bijv.<br />

Brög 2004). Met e<strong>en</strong> dergelijke vorm <strong>van</strong> marketing is in het buit<strong>en</strong>land<br />

inmiddels reeds veel ervaring opgedaan, vaak met zeer positieve<br />

gevolg<strong>en</strong>, namelijk het aanbor<strong>en</strong> <strong>van</strong> nieuwe klant<strong>en</strong> die <strong>voor</strong>he<strong>en</strong> tot<br />

de groep niet-gebruikers behoord<strong>en</strong>.<br />

64 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Literatuur<br />

.....................................................................................................................<br />

ANWB (2005). Kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>mobiliteit</strong>, 0-meting, conclusies. D<strong>en</strong> Haag:<br />

ANWB<br />

AVV (2002). Problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ergerniss<strong>en</strong> op de Nederlandse weg<strong>en</strong>.<br />

Rotterdam: Ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat/Adviesdi<strong>en</strong>st<br />

Verkeer <strong>en</strong> Vervoer<br />

AVV (2003). OV-monitor. Rotterdam: Ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong><br />

Waterstaat/Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer/C<strong>en</strong>trum Vernieuwing<br />

Op<strong>en</strong>baar Vervoer<br />

AVV (2004). Problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ergerniss<strong>en</strong> op de weg. Rotterdam:<br />

Ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat/Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong><br />

Vervoer<br />

B<strong>en</strong>nis, M., P. Hopstak<strong>en</strong> <strong>en</strong> F. Roest (1991). De kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> de auto <strong>en</strong><br />

het op<strong>en</strong>baar vervoer vergelek<strong>en</strong>, 1962-1990. Amsterdam: Stichting<br />

<strong>voor</strong> Economisch Onderzoek der Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam<br />

Brög, W. (2004). ‘A global approach for a global problem; the<br />

homeopathic approach to behaviour change’. Pres<strong>en</strong>tation for 4th<br />

UITP Asia-Pacific Congress; Interactive Workshop on Sustainable<br />

Developm<strong>en</strong>t “Sustainable Developm<strong>en</strong>t Makes Good Business<br />

S<strong>en</strong>se”. Brisbane, 26/28 October 2004<br />

Couvret, E. <strong>en</strong> A. Reuling (1998), Milieu Gedrags Monitor VIII;<br />

huishoudelijk gedrag, <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> water <strong>en</strong> vervoer. Amsterdam:<br />

NIPO<br />

Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bond (2004). Auto <strong>en</strong> trein, 1980 – 2003. D<strong>en</strong> Haag:<br />

Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bond<br />

Cull<strong>en</strong>, I., V. Godson, <strong>en</strong> S. Major (1972). ‘The structure of activity<br />

patterns.’ In: A. Wilson (red.). Patterns and processes in urban<br />

regional systems. London: Pion, p. 281-296<br />

Cull<strong>en</strong>, I. <strong>en</strong> V. Godson (1975), ‘Urban networks: the structure of<br />

activity patterns.’ In: D. Diamond <strong>en</strong> J. McLoughlin (red.). Progress in<br />

Planning 4 (1), p. 1-96<br />

Cull<strong>en</strong>. I. (1978). ‘The treatm<strong>en</strong>t of time in the explanation of spatial<br />

behaviour.’ In: T. Carlstein, D. Parkes <strong>en</strong> N. Thrift (red.). Human<br />

activity and time geography. London: Edward Arnold<br />

Diekstra, R. <strong>en</strong> M. Kroon (1994). ‘Auto <strong>en</strong> automobiel gedrag;<br />

e<strong>en</strong> psychologische analyse <strong>van</strong> belemmering<strong>en</strong> <strong>voor</strong> duurzame<br />

<strong>mobiliteit</strong>.’ In: J. Jager (red.), Implem<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> beleid; e<strong>en</strong><br />

moeizame weg <strong>van</strong> <strong>voor</strong>nem<strong>en</strong>s naar actie. Delft: Colloquium<br />

Vervoersplanologisch Speurwerk<br />

Dijst, M. (2006). Stilstaan bij beweging: over veranderde relaties tuss<strong>en</strong><br />

sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>mobiliteit</strong>. Utrecht: Universiteit Utrecht<br />

65 Literatuur


Ganzeboom, H. (1988). Leefstijl<strong>en</strong> in Nederland; e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de<br />

studie. Rijswijk: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (SCP-Cahier nr. 60)<br />

Goeverd<strong>en</strong>, C. <strong>van</strong>., <strong>en</strong> M. <strong>van</strong> d<strong>en</strong> Heuvel (1993). De<br />

verplaatsingstijdfactor in relatie tot de vervoerwijzekeuze. Delft:<br />

Technische Universiteit Delft<br />

Hag<strong>en</strong>, M. <strong>van</strong> (2000). Klantw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> nader bekek<strong>en</strong> (Interne notitie),<br />

Utrecht: Nederlandse Spoorweg<strong>en</strong><br />

Hag<strong>en</strong>, M. <strong>van</strong>, <strong>en</strong> P. Scheffer (2005). ‘The Perception of Quality on<br />

stations’. Strasbourg, European Transport Congres<br />

Hag<strong>en</strong>, M. <strong>van</strong>, J. Visser <strong>en</strong> M. de Gier (2005). De psychologie <strong>van</strong> de<br />

treinreiziger: e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong> de behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> drijfver<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />

treinreizigers. In: Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2005.<br />

Delft: CVS<br />

Hägerstrand, T. (1970). ‘What about people in regional sci<strong>en</strong>ce?’.<br />

In: Papers Regional Sci<strong>en</strong>ce Association, 24, p. 7-21<br />

Handy, S., L. Weston <strong>en</strong> P. Mokhtarian (2003). Driving by choice or<br />

necessity? The case of the soccer mom and other stories. Paper<br />

gepres<strong>en</strong>teerd op de ‘2003 Annual Meeting of the Transportation<br />

Research Board’, Washington DC, 15 januari 2003<br />

Harms, L. (2003), Mobiliteit. In: T. Roes (red). De Sociale Staat <strong>van</strong><br />

Nederland 2003. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau,<br />

p. 173-196<br />

Harms, L. (2005a). ‘Mobiliteit’. In: T. Roes (red.). De sociale staat <strong>van</strong><br />

Nederland 2005. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau,<br />

p. 210-237<br />

Harms, L. (2005b). ‘Filerijd<strong>en</strong> is (g)e<strong>en</strong> pretje!’. In: P. Schnabel (red.).<br />

Hier <strong>en</strong> daar opklaring<strong>en</strong>; nieuwjaarsuitgave 2005. D<strong>en</strong> Haag:<br />

Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (32-36)<br />

Harms, L., Y. Need <strong>en</strong> A. Boumans (2005), De beleving <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>;<br />

e<strong>en</strong> onderzoek naar subjectieve aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>. In: Colloquium<br />

Vervoersplanologisch Speurwerk 2005. Delft: CVS, pp. 2071-2089<br />

Harms, L. (2006). ‘Mobiliteit’. In: A. Ste<strong>en</strong>bekkers, C. Simon <strong>en</strong> V.<br />

Veldheer (red.). Thuis op het platteland; de leefsituatie <strong>van</strong> stad <strong>en</strong><br />

platteland vergelek<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau<br />

(213-242)<br />

KiM (2007). Mobiliteitsbalans. D<strong>en</strong> Haag: K<strong>en</strong>nisinstituut <strong>voor</strong><br />

Mobiliteitsbeleid<br />

Kool<strong>en</strong>, R. <strong>en</strong> G. Tertool<strong>en</strong> (2006), Back to the future; over de toekomst<br />

<strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer. In: Colloquium Vervoersplanologisch<br />

Speurwerk 2006. Delft: CVS<br />

KPVV (2007). OV-Klant<strong>en</strong>barometer. Rotterdam: K<strong>en</strong>nisplatform<br />

Verkeer <strong>en</strong> Vervoer<br />

66 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Levelt, P.B.M. (2003). Literatuurstudie naar emoties in het<br />

verkeer. Leidsch<strong>en</strong>dam: Stichting Wet<strong>en</strong>schappelijk Onderzoek<br />

Verkeersveiligheid SWOV<br />

Mesk<strong>en</strong>, J. (2006). Determinants and consequ<strong>en</strong>ces of drivers’emotions.<br />

Leidsch<strong>en</strong>dam: Stichting Wet<strong>en</strong>schappelijk Onderzoek<br />

Verkeersveiligheid (proefschrift)<br />

Mokhtarian, P.L. (2005). ‘Travel as a desired <strong>en</strong>d, not just a means’.<br />

In: Transportation Research A: Policy and Practice (39) 2-3, p. 93-96<br />

Need, Y. <strong>en</strong> A. <strong>van</strong> ’t Hof (2005). M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over de weg; m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

<strong>van</strong> burgers <strong>en</strong> weggebruikers over auto<strong>mobiliteit</strong>. Rotterdam:<br />

Ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat/Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong><br />

Vervoer<br />

Parkes, D. <strong>en</strong> N. Thrift (1980). Times, spaces and places: a<br />

chronogeographic perspective. Chichester: John Wiley & sons.<br />

Regterschot, E. (2002). Leefstijl <strong>en</strong> <strong>mobiliteit</strong>; e<strong>en</strong> onderzoek naar<br />

de invloed <strong>van</strong> leefstijl op het verplaatsingsgedrag. Dev<strong>en</strong>ter:<br />

GoudappelCoff<strong>en</strong>g<br />

RWS-AVV (2006). Evaluatie <strong>van</strong> de <strong>mobiliteit</strong>sbeïnvloed<strong>en</strong>de<br />

maatregel<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het groot onderhoud A4/A10 Zuid. Rotterdam:<br />

Rijkswaterstaat Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer<br />

RWS-AVV (2007). Draagvlakonderzoek Beeldvorming OV 2007.<br />

Rotterdam: Rijkswaterstaat Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer<br />

Sachs, W. (1984). Die Liebe zum Automobil. Ein Rückblick in die<br />

Geschichte unserer Wünsche. Hamburg: Reinbek<br />

Salomon, I. <strong>en</strong> M. B<strong>en</strong>-Akiva (1983). ‘The use of the life-style concept<br />

in travel demand models’. In: Environm<strong>en</strong>t and Planning A 15(5),<br />

p. 623-638<br />

SCP (2003). De Sociale Staat <strong>van</strong> Nederland 2003. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal<br />

<strong>en</strong> Cultureel Planbureau<br />

Ste<strong>en</strong>bekkers, A., C. Simon <strong>en</strong> V. Veldheer (2006). Thuis op het<br />

platteland; de leefsituatie <strong>van</strong> platteland <strong>en</strong> stad vergelek<strong>en</strong>.<br />

D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau<br />

Steg, L. <strong>en</strong> N. Kalfs (2000). Altijd weer die auto; sociaal- <strong>en</strong><br />

gedragswet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek <strong>en</strong> het verkeers- <strong>en</strong><br />

vervoerbeleid. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau/<br />

Rotterdam: Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer<br />

Steg, L. (2005). ‘Car use: lust and must. Instrum<strong>en</strong>tal, symbolic and<br />

affective motives for car use’. In: Transportation Research Part A:<br />

Policy and Practice (39) 2-3, p. 147-162<br />

SWOV (2005). SWOV-Factsheet. Emoties <strong>en</strong> verkeer. Leidsch<strong>en</strong>dam:<br />

Stichting Wet<strong>en</strong>schappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid<br />

67 Literatuur


V&W e.a. (2006). E<strong>en</strong> goud<strong>en</strong> markt; waarom marketing <strong>van</strong> op<strong>en</strong>baar<br />

vervoer moet <strong>en</strong> loont. D<strong>en</strong> Haag: Ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong><br />

Waterstaat<br />

Welles, H. (2003). Verknocht aan de auto? Onderzoek naar<br />

determinant<strong>en</strong> <strong>van</strong> vervoerwijzekeuze. Rotterdam: Ministerie <strong>van</strong><br />

Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat/Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer<br />

68 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


Bijlag<strong>en</strong><br />

.....................................................................................................................<br />

De bijlag<strong>en</strong> bij dit rapport zijn te vind<strong>en</strong> op het internet via<br />

www.kimnet.nl<br />

69 Bijlag<strong>en</strong>


70 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


71 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


72 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>


<strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />

Hoe beoordel<strong>en</strong> Nederlanders de auto, de fiets <strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer?<br />

Wat vind<strong>en</strong> Nederlanders de prettigste wijze <strong>van</strong> verplaats<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />

hoe geschikt vind<strong>en</strong> zij auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>voor</strong> woon-<br />

werkverkeer <strong>en</strong> vrije tijd? En wat bepaalt de verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid<br />

tuss<strong>en</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer? Heeft dat <strong>voor</strong>al te mak<strong>en</strong> met<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn, of met de leefsituatie <strong>en</strong> leefstijl <strong>van</strong><br />

person<strong>en</strong>? Bij dit soort vrag<strong>en</strong> zijn in deze publicatie antwoord<strong>en</strong> gezocht.<br />

Doel is het op e<strong>en</strong> toegankelijke wijze inzichtelijk mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> de wijze<br />

waarop Nederlanders het auto- , fiets- <strong>en</strong> OV-gebruik belev<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke<br />

beeld<strong>en</strong> zij hierbij hebb<strong>en</strong>.<br />

www.kimnet.nl<br />

ISBN 978-90-8902-003-1

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!