Beleving en beeldvorming van mobiliteit - Kennisinstituut voor ...
Beleving en beeldvorming van mobiliteit - Kennisinstituut voor ...
Beleving en beeldvorming van mobiliteit - Kennisinstituut voor ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
K<strong>en</strong>nisinstituut <strong>voor</strong> Mobiliteitsbeleid
<strong>Beleving</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>beeldvorming</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
1 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
K<strong>en</strong>nisinstituut <strong>voor</strong> Mobiliteitsbeleid<br />
juli 2007<br />
Lucas Harms<br />
Peter Jorritsma<br />
Nelly Kalfs
Meer wet<strong>en</strong> over <strong>mobiliteit</strong>. Dat is waar het K<strong>en</strong>nisinstituut <strong>voor</strong> Mobiliteitsbeleid<br />
(KiM) zich mee bezig houdt. Het KiM is opgericht op 1 september 2006.<br />
Als zelfstandig instituut binn<strong>en</strong> het ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat (V&W)<br />
maakt het KiM verk<strong>en</strong>ning<strong>en</strong> <strong>en</strong> beleidsanalyses <strong>voor</strong> <strong>mobiliteit</strong>sbeleid waarmee<br />
de strategische basis <strong>voor</strong> dat beleid wordt versterkt.<br />
Colofon<br />
© 2007, K<strong>en</strong>nisinstituut <strong>voor</strong> Mobiliteitsbeleid (KiM)<br />
Dit rapport is tot stand gekom<strong>en</strong> in sam<strong>en</strong>werking met het Sociaal <strong>en</strong><br />
Cultureel Planbureau (SCP) <strong>en</strong> Rijkswaterstaat Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong><br />
Vervoer (RWS-AVV)<br />
Tekst:<br />
Lucas Harms (projectleider), Peter Jorritsma <strong>en</strong> Nelly Kalfs<br />
Verzorging omslag: 2D3D, D<strong>en</strong> Haag/Arnhem<br />
Verzorging binn<strong>en</strong>werk: Koninklijke De Swart, D<strong>en</strong> Haag<br />
Afbeelding omslag: Gerard Til/Hollandse Hoogte<br />
ISBN 978-90-8902-003-1<br />
K<strong>en</strong>nisinstituut <strong>voor</strong> Mobiliteitsbeleid<br />
Jan <strong>van</strong> Nassaustraat 125<br />
2596 BS D<strong>en</strong> Haag<br />
Postbus 20901<br />
2500 EX D<strong>en</strong> Haag<br />
Telefoon: 070 351 1965<br />
Fax: 070 351 7576<br />
Website: www.kimnet.nl<br />
E-mail: info@kimnet.nl<br />
2 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Inhoudsopgave<br />
.....................................................................................................................<br />
Voorwoord 5<br />
Sam<strong>en</strong>vatting 7<br />
Summary 11<br />
1. Inleiding 15<br />
1.1 Subjectieve aspect<strong>en</strong> onderbelicht 15<br />
1.2 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> 16<br />
1.3 Bronn<strong>en</strong> 20<br />
1.4 Afbak<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> definiëring 21<br />
2. Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer 23<br />
2.1 Oordel<strong>en</strong> over auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer 23<br />
2.2 Geschiktheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer 28<br />
2.3 Gevoel<strong>en</strong>s over auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer 31<br />
3. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn 35<br />
3.1 Verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid herleid 35<br />
3.2 Bestaande inzicht<strong>en</strong> 36<br />
3.3 Kwaliteitsaspect<strong>en</strong> 39<br />
3.4 Problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> knelpunt<strong>en</strong> 42<br />
4. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong> 53<br />
4.1 Leefsituatie 53<br />
4.2 Bestaande inzicht<strong>en</strong> 53<br />
4.3 Beoordeling <strong>en</strong> waardering uite<strong>en</strong>gelegd 57<br />
5. Nieuw licht op beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> 63<br />
Literatuur 65<br />
Bijlag<strong>en</strong> 69<br />
3 Inhoudsopgave
4 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Voorwoord<br />
.....................................................................................................................<br />
Hoe beoordel<strong>en</strong> Nederlanders de auto, het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> de<br />
fiets? Wat vind<strong>en</strong> Nederlanders de prettigste wijze <strong>van</strong> verplaats<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> hoe geschikt vind<strong>en</strong> zij auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>voor</strong><br />
woon-werkverkeer <strong>en</strong> vrije tijd? En wat bepaalt de verschill<strong>en</strong> in<br />
aantrekkelijkheid tuss<strong>en</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer? Heeft dat<br />
<strong>voor</strong>al te mak<strong>en</strong> met k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn, of met de<br />
leefsituatie <strong>en</strong> leefstijl <strong>van</strong> person<strong>en</strong>? Bij dit soort vrag<strong>en</strong> zijn in deze<br />
publicatie antwoord<strong>en</strong> gezocht. Doel is het op e<strong>en</strong> toegankelijke wijze<br />
inzichtelijk mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> de wijze waarop Nederlanders het auto-, fiets-<br />
<strong>en</strong> OV-gebruik belev<strong>en</strong>.<br />
Bij de totstandkoming <strong>van</strong> dit rapport is dankbaar gebruik gemaakt <strong>van</strong><br />
onderzoeksgegev<strong>en</strong>s die het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (SCP) in<br />
sam<strong>en</strong>werking met Rijkswaterstaat Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer<br />
(RWS-AVV) in 2005 heeft verzameld. Ook e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de analyses<br />
heeft plaatsgevond<strong>en</strong> bij het SCP <strong>en</strong> RWS-AVV. Mijn speciale dank<br />
gaat daarom uit naar prof. dr. Paul Schnabel <strong>en</strong> dr. Vic Veldheer <strong>van</strong><br />
het SCP, <strong>en</strong> drs. Yvonne Need <strong>en</strong> drs. Anne Boumans <strong>van</strong> RWS-AVV.<br />
Zonder hun hulp had dit rapport niet kunn<strong>en</strong> verschijn<strong>en</strong>. Verder dank<br />
ik alle deskundig<strong>en</strong> <strong>van</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het Ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong><br />
Waterstaat die eerdere concepttekst<strong>en</strong> <strong>van</strong> nuttig comm<strong>en</strong>taar hebb<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>.<br />
Carl Koopmans<br />
Directeur KiM<br />
5 Voorwoord
6 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Sam<strong>en</strong>vatting<br />
.....................................................................................................................<br />
Figuur S.1<br />
Subjectieve aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> zijn e<strong>en</strong> sterk onderbelicht thema in<br />
het verkeers- <strong>en</strong> vervoersonderzoek. Het mer<strong>en</strong>deel <strong>van</strong> het bestaande<br />
onderzoek richt zich op feitelijke gedraging<strong>en</strong> <strong>en</strong> patron<strong>en</strong>. Om het inzicht<br />
in belevingsaspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> te vergrot<strong>en</strong>, wordt in dit rapport<br />
aandacht besteed aan subjectieve ervaring<strong>en</strong> rondom het gebruik <strong>van</strong><br />
auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Welke vervoerwijze vind<strong>en</strong> Nederlanders<br />
het prettigst, hoe oordeelt m<strong>en</strong> over de auto, de fiets <strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer, welke gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties gaan hiermee gepaard?<br />
Het rapport geeft ge<strong>en</strong> antwoord op de vraag of auto, fiets <strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>baar vervoer in objectieve zin ‘goed’ of ‘slecht’ functioner<strong>en</strong>, maar<br />
wel hoe het gebruik <strong>van</strong> vervoermiddel<strong>en</strong> wordt beleefd <strong>en</strong> welke<br />
<strong>beeldvorming</strong> erover bestaat. De beleving verwijst naar de oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die gebaseerd zijn op het feitelijke gebruik <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>baar vervoer, terwijl de <strong>beeldvorming</strong> meer de algem<strong>en</strong>e ideeën<br />
<strong>en</strong> opvatting<strong>en</strong> betreft, die niet persé zijn afgeleid <strong>van</strong> ervaring<strong>en</strong> met<br />
gebruik. Om tegemoet te kom<strong>en</strong> aan de verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>en</strong><br />
<strong>beeldvorming</strong> is onderscheid gemaakt tuss<strong>en</strong> Nederlanders die veel<br />
gebruik mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> respectievelijk auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer,<br />
dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die er incid<strong>en</strong>teel gebruik <strong>van</strong> mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die er<br />
nauwelijks of nooit mee onderweg zijn.<br />
In het rapport wordt niet alle<strong>en</strong> inzichtelijk gemaakt welke verschill<strong>en</strong> er<br />
zijn in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer,<br />
maar ook waardoor de verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> word<strong>en</strong><br />
bepaald. Hangt de gepercipieerde mate <strong>van</strong> aantrekkelijkheid sam<strong>en</strong> met<br />
de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> auto, fiets of op<strong>en</strong>baar vervoer, of is de subjectieve<br />
ervaring eerder e<strong>en</strong> resultante <strong>van</strong> de leefsituatie <strong>en</strong> leefstijl <strong>van</strong><br />
person<strong>en</strong>? Het eerste gaat er<strong>van</strong> uit dat er e<strong>en</strong> direct verband is tuss<strong>en</strong> de<br />
aantrekkelijkheid <strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn, zoals de snelheid<br />
<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong>, het gebod<strong>en</strong> comfort, maar ook files <strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong>. Het<br />
tweede gaat er<strong>van</strong> uit dat de aantrekkelijkheid primair is terug te voer<strong>en</strong> op<br />
persoonsgebond<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals de leefsituatie <strong>en</strong> leefstijl <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.<br />
AANBOD<br />
K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> v/h onderweg zijn<br />
VRAAG<br />
K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong><br />
7 Sam<strong>en</strong>vatting<br />
AANTREKKELIJKHEID<br />
auto, fiets <strong>en</strong> OV
Om al deze vrag<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> is gebruik gemaakt <strong>van</strong><br />
e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête die in het <strong>voor</strong>jaar <strong>van</strong> 2005 op gezam<strong>en</strong>lijk initiatief <strong>van</strong><br />
Rijkswaterstaat Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer (RWS-AVV) <strong>en</strong> het<br />
Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (SCP) is uitgevoerd. De schriftelijke<br />
vrag<strong>en</strong>lijst, die is uitgezet onder e<strong>en</strong> steekproef <strong>van</strong> de Nederlandse<br />
bevolking <strong>van</strong> 18 jaar <strong>en</strong> ouder, heeft 1.028 bruikbare respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
opgeleverd.<br />
Auto <strong>en</strong> fiets meest aantrekkelijk, op<strong>en</strong>baar vervoer het minst<br />
Uit het onderzoek blijkt dat twee derde <strong>van</strong> alle Nederlanders (67%)<br />
de auto het meest aantrekkelijke vervoermiddel vindt. De fiets wordt<br />
door ruim e<strong>en</strong> kwart <strong>van</strong> de bevolking (27%) het meest aantrekkelijk<br />
gevond<strong>en</strong>, het op<strong>en</strong>baar vervoer door 4% <strong>van</strong> de bevolking.<br />
Over het algeme<strong>en</strong> beoordel<strong>en</strong> Nederlanders de vervoerwijze waar<br />
ze het meest gebruik <strong>van</strong> mak<strong>en</strong> positief, <strong>en</strong> word<strong>en</strong> alternatieve<br />
vervoerwijz<strong>en</strong> met wat meer scepsis bejeg<strong>en</strong>d.<br />
Anders gezegd: hoe vaker m<strong>en</strong> gebruik maakt <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>baar vervoer, des te positiever m<strong>en</strong> hierover oordeelt. Dit is<br />
<strong>voor</strong>al het geval bij het op<strong>en</strong>baar vervoer: <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die niet of<br />
nauwelijks per op<strong>en</strong>baar vervoer reiz<strong>en</strong> heeft 62% e<strong>en</strong> negatief beeld<br />
bij het op<strong>en</strong>baar vervoer, terwijl e<strong>en</strong> meerderheid (56%) <strong>van</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
die meerdere ker<strong>en</strong> per week per op<strong>en</strong>baar vervoer reiz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve<br />
beleving hebb<strong>en</strong>. Bijna e<strong>en</strong> kwart (24%) <strong>van</strong> deze groep ‘veelgebruikers’<br />
oordeelt echter negatief over het op<strong>en</strong>baar vervoer. Ter vergelijking: het<br />
aantal negatieve beoordeling<strong>en</strong> bij auto <strong>en</strong> fiets onder veelgebruikers is<br />
zeer klein (respectievelijk 3% <strong>en</strong> 1%).<br />
Nederlanders br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> auto <strong>en</strong> fiets vaak in verband met positieve<br />
emoties: de auto wordt door meer dan de helft (52%) <strong>van</strong> alle<br />
Nederlanders geassocieerd met vreugde, de fiets zelfs door tweederde<br />
(67%) <strong>van</strong> de Nederlanders. Negatieve emoties kom<strong>en</strong> bij zowel de<br />
auto als de fiets veel minder <strong>voor</strong>: ongeveer 6% <strong>van</strong> de Nederlanders<br />
associeert de auto met negatieve gevoel<strong>en</strong>s, bij de fiets is dat 4%. Het<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer wordt door 11% <strong>van</strong> de Nederlanders in verband<br />
gebracht met gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> vreugde, terwijl het bij één op de vijf<br />
Nederlanders gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> afkeer oproept.<br />
K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn als verklaring <strong>voor</strong> verschill<strong>en</strong> in<br />
aantrekkelijkheid<br />
Verklaring<strong>en</strong> <strong>voor</strong> verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets<br />
<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer zijn deels te herleid<strong>en</strong> tot k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
het onderweg zijn zoals snelheid, kost<strong>en</strong>, comfort <strong>en</strong> zak<strong>en</strong> zoals<br />
8 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
onafhankelijkheid <strong>en</strong> flexibiliteit. Veel meer dan het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
biedt de auto gemak, onafhankelijkheid, flexibiliteit, comfort, plezier,<br />
veiligheid <strong>en</strong> ook snelheid. Ook over de fiets wordt e<strong>en</strong> overweg<strong>en</strong>d<br />
positief oordeel geveld: met name de lage kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> het fietsgebruik,<br />
maar ook het ‘altijd op tijd kom<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> het ‘op je zelf zijn’ wordt op prijs<br />
gesteld. De fiets wordt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> weinig geassocieerd met ergerniss<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong>. Over de hele linie wordt het op<strong>en</strong>baar vervoer minder<br />
positief beoordeeld, <strong>voor</strong>al door dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die er weinig tot ge<strong>en</strong> gebruik<br />
<strong>van</strong> mak<strong>en</strong>, maar ook door de gebruikers zelf.<br />
Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> legg<strong>en</strong> minder gewicht in de schaal<br />
Persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals leeftijd, geslacht <strong>en</strong> opleidingsniveau zijn ook<br />
wel <strong>van</strong> invloed op de beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong>, maar lijk<strong>en</strong> per saldo<br />
minder gewicht in de schaal te legg<strong>en</strong>.<br />
Voor e<strong>en</strong> compleet beeld <strong>van</strong> beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> is het niettemin<br />
belangrijk met e<strong>en</strong> aantal persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> rek<strong>en</strong>ing te houd<strong>en</strong>. T<strong>en</strong><br />
eerste het verschil tuss<strong>en</strong> mann<strong>en</strong> <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>. Vrouw<strong>en</strong> zijn milder<br />
gestemd over de kwaliteit <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer. En ook de fiets<br />
wordt wat vaker als e<strong>en</strong> reëel alternatief beschouwd. T<strong>en</strong> tweede zijn<br />
er verschill<strong>en</strong> in perceptie <strong>en</strong> beleving naar leeftijd: de auto is <strong>voor</strong>al<br />
populair onder jonger<strong>en</strong>, het op<strong>en</strong>baar vervoer wordt positiever<br />
beoordeeld door ouder<strong>en</strong>. T<strong>en</strong> derde zijn er ook verschill<strong>en</strong> in beleving<br />
naar ruimtelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>: zo zijn plattelandsbewoners vaker in<br />
positieve zin te sprek<strong>en</strong> over de auto, terwijl het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
door h<strong>en</strong> juist minder vaak als positief wordt gekwalificeerd.<br />
9 Sam<strong>en</strong>vatting
10 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Summary<br />
.....................................................................................................................<br />
Figure 1<br />
The subjective aspects of mobility have received very little att<strong>en</strong>tion in<br />
traffic and transport research. Most studies have focused on observable<br />
patterns and behaviours. In order to better understand the subjective<br />
aspects of mobility, this report looks at the experi<strong>en</strong>ces and attitudes<br />
related to the use of cars, bicycles and public transport. What is<br />
considered the most <strong>en</strong>joyable form of transport in the Netherlands?<br />
How do people judge travelling by car, bicycle or public transport? How<br />
do people respond emotionally?<br />
The report does not address the question of whether cars, bicycles and<br />
public transport function “well” or “poorly” in an objective s<strong>en</strong>se, but<br />
rather describes how people experi<strong>en</strong>ce the use of differ<strong>en</strong>t modes of<br />
transport and people’s attitudes to them. Experi<strong>en</strong>ce in this context<br />
refers to people’s judgem<strong>en</strong>ts and opinions that are based on the<br />
actual use of cars, bicycles and public transport, whereas attitudes are<br />
more g<strong>en</strong>eral ideas and views that are not necessarily based on real<br />
experi<strong>en</strong>ces. In order to take into account the differ<strong>en</strong>ces in experi<strong>en</strong>ce<br />
and attitudes, a distinction has be<strong>en</strong> drawn betwe<strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>t,<br />
occasional and infrequ<strong>en</strong>t/non-users of cars, bicycles and public<br />
transport.<br />
The report not only clearly pres<strong>en</strong>ts the differ<strong>en</strong>ces in experi<strong>en</strong>ce of<br />
and attitudes towards the use of cars, bicycles or public transport, but<br />
also shows what is responsible for these differ<strong>en</strong>ces. Is the perceived<br />
appeal of cars, bicycles or public transport linked to characteristics of the<br />
mode of transport, or are the experi<strong>en</strong>ces and attitudes more rooted in<br />
an individuals’ lifestyle and living situation? The former assumes that<br />
there is a direct connection betwe<strong>en</strong> appeal and aspects of travel, such<br />
as speed, cost, comfort and possible traffic jams or delays. The latter<br />
proposes that appeal is primarily dep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>t on individual characteristics,<br />
such as lifestyle and living situation.<br />
SUPPLY<br />
Travel aspects<br />
DEMAND<br />
Individual characteristics<br />
11 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
APPEAL of car, bicycle or<br />
public transport
To answer these questions, a survey was conducted in the spring of<br />
2005 as a joint initiative of the Directorate-G<strong>en</strong>eral of Public Works<br />
and Water Managem<strong>en</strong>t Transport Research C<strong>en</strong>tre (RWS-AVV)<br />
and The Netherlands Institute for Social Research (SCP). The writt<strong>en</strong><br />
questionnaire was distributed among a repres<strong>en</strong>tative sample of the<br />
adult Dutch population (aged 18 and over), and produced 1,028 usable<br />
responses.<br />
Cars and bicycles most preferred, public transport least popular<br />
The study showed that travelling by car is considered the most attractive<br />
mode of transport by two-thirds of all people in the Netherlands (67%),<br />
roughly one quarter prefer to cycle (27%) and 4% find public transport<br />
the most appealing.<br />
In g<strong>en</strong>eral, people in the Netherlands give a positive rating to the<br />
mode of transport they use the most and treat alternatives with more<br />
scepticism.<br />
In other words, the more oft<strong>en</strong> people use a particular mode of<br />
transport, the more positively they perceive it. This is particularly<br />
true of public transport. Of the people who rarely/never take public<br />
transport, 62% hold a negative view of it, whereas the majority of<br />
people who take public transport several times a week experi<strong>en</strong>ce it<br />
positively (56%). However, nearly one quarter (24%) of these ‘frequ<strong>en</strong>t<br />
users’ assess public transport negatively. By comparison, the number<br />
of motorists/cyclists with a negative view of their respective form of<br />
transport is very small (3% and 1%, respectively).<br />
People in the Netherlands also associate positive feelings with travel by<br />
car and bicycle. Travelling by car is associated with pleasure by 52%<br />
of the population, and travelling by bicycle by 67%. Far fewer people<br />
associate negative emotions with cars and bicycles. Approximately 6%<br />
of the population associate cars with negative feelings, and 4% perceive<br />
travelling by bicycle negatively. Public transport is associated with<br />
pleasure by 11% of the population, whereas one in five people in the<br />
Netherlands have feelings of aversion towards it.<br />
Aspects of travel account for differ<strong>en</strong>ces in appeal<br />
Differ<strong>en</strong>ces in the appeal of travel by car, bicycle and public transport<br />
can be partially explained by aspects of travel, including speed, cost,<br />
comfort and other aspects such as indep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce and flexibility.<br />
Travelling by car offers far more conv<strong>en</strong>i<strong>en</strong>ce, indep<strong>en</strong>d<strong>en</strong>ce, flexibility,<br />
comfort, pleasure, safety and speed than travelling by public transport.<br />
People have a predominantly positive view of travelling by bicycle – in<br />
12 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
addition to the low costs, people also value ‘always arriving on time’ and<br />
‘being by oneself’. Travelling by bicycle is also seldom associated with<br />
annoyance or delays. Public transport in g<strong>en</strong>eral received a less positive<br />
reaction. This is especially true of those who rarely/never use public<br />
transport, although public transport users themselves also gave a less<br />
positive assessm<strong>en</strong>t.<br />
Individual characteristics carry less weight<br />
Individual characteristics such as age, g<strong>en</strong>der and level of education<br />
also influ<strong>en</strong>ce experi<strong>en</strong>ce and attitudes; however, they seem to be less<br />
important on balance.<br />
Nevertheless, in order to g<strong>en</strong>erate a complete picture of experi<strong>en</strong>ce<br />
and attitudes, it is important to consider a number of individual<br />
characteristics. Firstly, there are g<strong>en</strong>der differ<strong>en</strong>ces. Wom<strong>en</strong> are less<br />
harsh about the quality of public transport and see bicycle travel more<br />
frequ<strong>en</strong>tly as a valid alternative. Age also contributes to differ<strong>en</strong>ces in<br />
perception and experi<strong>en</strong>ce. Cars are especially popular among young<br />
people, while older persons have a more positive attitude towards<br />
public transport. Thirdly, differ<strong>en</strong>ces in experi<strong>en</strong>ce are also the result of<br />
spatial aspects. For example, people living in rural areas oft<strong>en</strong> have a<br />
more positive view of cars, and they are also the ones who give public<br />
transport a less positive assessm<strong>en</strong>t.<br />
13 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
14 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
1. Inleiding<br />
.....................................................................................................................<br />
1.1 Subjectieve aspect<strong>en</strong> onderbelicht<br />
Voor vel<strong>en</strong> vormt de dagelijkse file e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t <strong>van</strong> privacy <strong>en</strong> rust:<br />
e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t waarop m<strong>en</strong> zich ev<strong>en</strong> niet hoeft te bemoei<strong>en</strong> met het wel<br />
<strong>en</strong> wee <strong>van</strong> partner <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet tegemoet hoeft te kom<strong>en</strong> aan<br />
de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>van</strong> veeleis<strong>en</strong>de collega’s. Uit e<strong>en</strong> Amerikaans onderzoek is<br />
geblek<strong>en</strong> dat for<strong>en</strong>s<strong>en</strong> dit in de praktijk ook echt als zodanig ervar<strong>en</strong>: de<br />
file als e<strong>en</strong> soort transitieperiode, waarin m<strong>en</strong> in tijd <strong>en</strong> ruimte letterlijk<br />
<strong>en</strong> figuurlijk afstand kan nem<strong>en</strong> <strong>van</strong> huis <strong>en</strong> haard <strong>en</strong> zich kan instell<strong>en</strong><br />
op het werk (Handy et al. 2003).<br />
E<strong>en</strong> dergelijke vorm <strong>van</strong> filebeleving illustreert dat <strong>mobiliteit</strong> meer is dan<br />
e<strong>en</strong> verplaatsing <strong>van</strong> A naar B. Mobiliteit staat ook op zichzelf, het is e<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>selijke activiteit die gepaard gaat met emoties <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s, met<br />
beleving <strong>en</strong> waardering, met oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>oordel<strong>en</strong>.<br />
Niettemin zijn subjectieve aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> e<strong>en</strong> sterk onderbelicht<br />
thema in het verkeers-<strong>en</strong> vervoersonderzoek. Het mer<strong>en</strong>deel <strong>van</strong> het<br />
bestaande onderzoek richt zich op feitelijke gedraging<strong>en</strong> <strong>en</strong> patron<strong>en</strong>.<br />
Het meest sprek<strong>en</strong>de <strong>voor</strong>beeld is het Mobiliteitsonderzoek Nederland<br />
(MON) <strong>van</strong> Rijkswaterstaat Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer (RWS-<br />
AVV): dat biedt e<strong>en</strong> grondige inv<strong>en</strong>tarisatie <strong>van</strong> het verplaatsingsgedrag<br />
<strong>van</strong> Nederlanders, zoals de aantall<strong>en</strong> verplaatsing<strong>en</strong>, de afgelegde<br />
afstand<strong>en</strong> of de reistijd<strong>en</strong> per motief <strong>en</strong> vervoerwijze naar verschill<strong>en</strong>de<br />
bevolkingsgroep<strong>en</strong>. De subjectieve kant <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>, de beleving <strong>en</strong><br />
de waardering <strong>van</strong> het in MON geregistreerde verplaatsingsgedrag, blijft<br />
echter buit<strong>en</strong> beeld.<br />
Toch is er over de <strong>mobiliteit</strong>sbeleving <strong>van</strong> Nederlanders wel al<br />
het e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander bek<strong>en</strong>d. RWS-AVV heeft aandacht besteed aan<br />
de subjectieve kant <strong>van</strong> verplaatsingsgedrag in onder andere het<br />
Weggebruikersonderzoek (Need <strong>en</strong> Van ’t Hof 2005) <strong>en</strong> in de Op<strong>en</strong>baar<br />
Vervoer-monitor (AVV 2003). Het Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (SCP)<br />
heeft op basis <strong>van</strong> oude telling<strong>en</strong> in De Sociale Staat <strong>van</strong> Nederland<br />
2003 ook het e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander gesignaleerd over subjectieve indicator<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>.<br />
De meeste <strong>van</strong> deze onderzoek<strong>en</strong> zijn echter specifiek of sterk<br />
afgebak<strong>en</strong>d. Vaak betreft het e<strong>en</strong> gericht onderzoek als antwoord<br />
op e<strong>en</strong> specifieke vraag, zoals de waardering <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde<br />
vervoerwijze, of het maatschappelijk probleembesef <strong>van</strong> bij<strong>voor</strong>beeld<br />
de files of sociale veiligheid in het op<strong>en</strong>baar vervoer. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn<br />
veel <strong>van</strong> deze onderzoek<strong>en</strong> toegespitst op bij<strong>voor</strong>beeld het woon-<br />
15 Inleiding
werkverkeer of de auto. Daarnaast dominer<strong>en</strong> vaak psychologische<br />
aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> <strong>en</strong> de keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde vervoerwijze.<br />
De beleving<strong>en</strong> <strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong> die gepaard gaan met het gebruik <strong>van</strong><br />
auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer blijv<strong>en</strong> veelal buit<strong>en</strong> beeld.<br />
Voordeel <strong>van</strong> e<strong>en</strong> onderzoek naar de beleving <strong>van</strong> het gebruik <strong>van</strong><br />
auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer is dat aan de hand daar<strong>van</strong> inzicht<br />
wordt gebod<strong>en</strong> in de mate waarin <strong>voor</strong>keur<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
burgers overe<strong>en</strong>stemm<strong>en</strong> met het aanbod <strong>van</strong> product<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>st<strong>en</strong><br />
die ter beschikking staan. Tevred<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> plezier bij het verplaats<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> A naar B, of irritaties <strong>en</strong> frustraties door files <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gebrekkige<br />
punctualiteit gev<strong>en</strong> inzicht in de mate waarin de overheid <strong>en</strong> het<br />
bedrijfslev<strong>en</strong> tegemoet kom<strong>en</strong> aan de w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>van</strong> burgers <strong>en</strong> reizigers.<br />
1.2 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong><br />
Om het inzicht in belevingsaspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> te vergrot<strong>en</strong>, wordt<br />
in dit rapport aandacht besteed aan subjectieve ervaring<strong>en</strong> rondom het<br />
gebruik <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Welke vervoerwijze vind<strong>en</strong><br />
Nederlanders het prettigst, hoe oordeelt m<strong>en</strong> over de auto, de fiets<br />
<strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer, welke gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties gaan hiermee<br />
gepaard? (hoofdstuk 2). Er is gekoz<strong>en</strong> <strong>voor</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer omdat dit de meest <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong> <strong>van</strong> verplaats<strong>en</strong> zijn<br />
<strong>voor</strong> de ‘dagelijkse’ vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>, zoals de gang <strong>van</strong> <strong>en</strong> naar<br />
het werk, het do<strong>en</strong> <strong>van</strong> boodschapp<strong>en</strong> of verplaatsing<strong>en</strong> in de vrije tijd.<br />
Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> zijn auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer tot op zekere hoogte<br />
<strong>voor</strong> elkaar uitwisselbaar. Voor het lop<strong>en</strong>, het vliegtuig <strong>en</strong> nog weer<br />
andere manier<strong>en</strong> <strong>van</strong> vervoer geldt dit niet of in veel mindere mate<br />
(zie ook kader).<br />
Het rapport geeft ge<strong>en</strong> antwoord op de vraag of auto, fiets <strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>baar vervoer in objectieve zin ‘goed’ of ‘slecht’ functioner<strong>en</strong>, maar<br />
wel hoe het gebruik <strong>van</strong> vervoermiddel<strong>en</strong> wordt beleefd <strong>en</strong> welke<br />
<strong>beeldvorming</strong> erover bestaat. De beleving verwijst naar de oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die gebaseerd zijn op het feitelijke gebruik <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>baar vervoer, terwijl de <strong>beeldvorming</strong> meer de algem<strong>en</strong>e ideeën<br />
<strong>en</strong> opvatting<strong>en</strong> betreft, die niet persé zijn afgeleid <strong>van</strong> ervaring<strong>en</strong><br />
met gebruik. In dit rapport zijn de beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>voor</strong>al<br />
opgevat als de functionele aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn, zoals de<br />
gepercipieerde snelheid, de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> het comfort <strong>van</strong> verplaats<strong>en</strong>.<br />
Het is goed d<strong>en</strong>kbaar dat er grote verschill<strong>en</strong> bestaan tuss<strong>en</strong> beleving<br />
<strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong>. Zo kan de fiets in de beleving <strong>van</strong> gebruikers als zeer<br />
16 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Tabel 1.1<br />
Gebruikersgroep<strong>en</strong><br />
Bron: RWS-AVV/<br />
SCP (Bestand<br />
‘Mobiliteitsbeleving’<br />
(MB) 2005)<br />
(gewog<strong>en</strong> resultat<strong>en</strong>)<br />
positief word<strong>en</strong> gekwalificeerd, terwijl het in de <strong>beeldvorming</strong> door nietgebruikers<br />
toch overweg<strong>en</strong>d als negatief te boek staat. Om dergelijke<br />
verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> bov<strong>en</strong> tafel te krijg<strong>en</strong> is in dit<br />
rapport steeds gediffer<strong>en</strong>tieerd naar de mate waarin m<strong>en</strong> gebruik maakt<br />
<strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Daarbij is onderscheid gemaakt<br />
tuss<strong>en</strong> veelgebruikers, incid<strong>en</strong>tele gebruikers <strong>en</strong> niet-gebruikers.<br />
Veelgebruikers zijn gedefinieerd als de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die meerdere ker<strong>en</strong><br />
per week onderweg zijn per auto, fiets of op<strong>en</strong>baar vervoer. De nietgebruikers<br />
reiz<strong>en</strong> minder dan één keer per maand per auto, fiets of<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer, <strong>en</strong> de incid<strong>en</strong>tele gebruikers zijn de tuss<strong>en</strong>groep die<br />
minst<strong>en</strong>s één keer per maand, maar niet vaker dan één keer per week<br />
onderweg zijn per auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (tabel 1.1). Bij de<br />
auto behoort bijna driekwart <strong>van</strong> de Nederlanders <strong>van</strong> 18 jaar <strong>en</strong> ouder<br />
tot de veelgebruikers, bij de fiets omvat het één op de zes Nederlanders<br />
<strong>en</strong> bij het op<strong>en</strong>baar vervoer gaat het om nog ge<strong>en</strong> 15%. Nederlanders<br />
die niet of nauwelijks gebruik mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> auto <strong>en</strong> fiets zijn dus zeldzaam<br />
(respectievelijk 9% <strong>en</strong> 19% <strong>van</strong> de Nederlanders <strong>van</strong> 18 jaar <strong>en</strong> ouder).<br />
Het op<strong>en</strong>baar vervoer wordt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> door de meerderheid <strong>van</strong> de<br />
Nederlanders <strong>van</strong> 18 jaar of ouder niet of nauwelijks gebruikt: Zev<strong>en</strong> op<br />
de ti<strong>en</strong> Nederlanders reist minder dan één keer per maand per bus, trein,<br />
metro of trein.<br />
17 Inleiding<br />
absoluut %<br />
AUTO<br />
veelgebruikers (meerdere ker<strong>en</strong> per week) 795 80<br />
incid<strong>en</strong>tele gebruikers 114 11<br />
niet-gebruikers (minder dan 1x per maand) 90 9<br />
FIETS<br />
veelgebruikers (meerdere ker<strong>en</strong> per week) 611 60<br />
incid<strong>en</strong>tele gebruikers 218 21<br />
niet-gebruikers (minder dan 1x per maand) 189 19<br />
OPENBAAR VERVOER<br />
veelgebruikers (meerdere ker<strong>en</strong> per week) 142 14<br />
incid<strong>en</strong>tele gebruikers 155 15<br />
niet-gebruikers (minder dan 1x per maand) 721 71
Auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer: appels <strong>en</strong> per<strong>en</strong>?<br />
E<strong>en</strong> peer is peervormig <strong>en</strong> e<strong>en</strong> appel rond, maar beid<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> schil, zijn melig <strong>van</strong> binn<strong>en</strong> met pitt<strong>en</strong> in de kern, <strong>en</strong> groei<strong>en</strong> in<br />
e<strong>en</strong> boomgaard. Appels <strong>en</strong> per<strong>en</strong> zijn dus wel degelijk met elkaar<br />
vergelijkbaar. Ev<strong>en</strong>goed zijn auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer alledrie<br />
vervoermiddel<strong>en</strong>, die elk weliswaar over eig<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
gebruiksmogelijkhed<strong>en</strong> beschikk<strong>en</strong>, maar uiteindelijk allemaal toch<br />
in de eerste plaats gebruikt word<strong>en</strong> om m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>van</strong> A naar B te<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>.<br />
Het op<strong>en</strong>baar vervoer functioneert <strong>voor</strong>al op de middellange <strong>en</strong><br />
lange afstand<strong>en</strong>: het mer<strong>en</strong>deel (ca. 70%) <strong>van</strong> de verplaatsing<strong>en</strong><br />
per bus, tram of metro valt tuss<strong>en</strong> 5 <strong>en</strong> 30 kilometer. Van alle<br />
per trein gemaakte verplaatsing<strong>en</strong> gaat meer dan de helft over<br />
afstand<strong>en</strong> <strong>van</strong> 30 kilometer of meer. Het fiets<strong>en</strong> vindt <strong>voor</strong>al plaats<br />
op de (heel) korte afstand<strong>en</strong>: 80% <strong>van</strong> de fietsverplaatsing<strong>en</strong><br />
betreft afstand<strong>en</strong> tot 5 kilometer, e<strong>en</strong>vijfde gaat niet verder dan<br />
1 kilometer.<br />
Waar het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> het fiets<strong>en</strong> anderzijds dus<br />
elk op e<strong>en</strong> afzonderlijk verplaatsingssegm<strong>en</strong>t lijk<strong>en</strong> te zijn gericht<br />
(respectievelijk de lange <strong>en</strong> de korte afstand<strong>en</strong>), geldt dat <strong>voor</strong><br />
de auto in veel mindere mate. Het aandeel neemt weliswaar flink<br />
toe met de afgelegde afstand (figuur 1.1), maar ook bij de kortere<br />
afstand<strong>en</strong> wordt nog altijd relatief vaak gebruik gemaakt <strong>van</strong> de<br />
auto: in de afstandsklasse tot 2,5 kilometer betreft het één op de<br />
vijf verplaatsing<strong>en</strong>.<br />
Andere belangrijke verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer zijn dat auto <strong>en</strong> fiets naast e<strong>en</strong> gebruikswaarde ook e<strong>en</strong><br />
bezitswaarde hebb<strong>en</strong>, die gekleurd wordt door gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong><br />
emoties <strong>en</strong> daarmee deels ook bepal<strong>en</strong>d zijn <strong>voor</strong> de beleving <strong>van</strong><br />
het gebruik. Zo is in eerder onderzoek gewez<strong>en</strong> op de sociale <strong>en</strong><br />
affectieve rol die de auto speelt in het dagelijks lev<strong>en</strong>, de auto als<br />
statussymbool waarmee m<strong>en</strong> wil lat<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> wie m<strong>en</strong> is of wil zijn<br />
(zie bijv. Steg 2005; Diekstra <strong>en</strong> Kroon 1993). Het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
is daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> systeem, dat m<strong>en</strong> zich niet individueel kan toeeig<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> waaraan m<strong>en</strong> dus ook ge<strong>en</strong> bezitswaarde kan ontl<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Verder zijn auto <strong>en</strong> fiets altijd beschikbaar, is het gemakkelijk <strong>van</strong><br />
deur tot deur, terwijl bij het op<strong>en</strong>baar vervoer rek<strong>en</strong>ing moet<br />
word<strong>en</strong> gehoud<strong>en</strong> met specifieke tijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> plaats<strong>en</strong>, <strong>en</strong> er bijna<br />
altijd moet word<strong>en</strong> nagedacht over <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> natransport.<br />
18 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Figuur 1.1<br />
Bereik vervoerwijz<strong>en</strong><br />
naar afstandsklass<strong>en</strong>,<br />
2005<br />
Bron: RWS-AVV<br />
(MON 2005)<br />
De verschill<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> duidelijk dat auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
zich op verschill<strong>en</strong>de markt<strong>en</strong> richt<strong>en</strong>. In dit rapport gaat het echter<br />
niet zozeer om de objectieve verschill<strong>en</strong> in het functioner<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />
auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer, maar om de algem<strong>en</strong>e beleving<br />
<strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong>, <strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong> die er zijn in gepercipieerde<br />
kwaliteit over vergelijkbare k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals snelheid <strong>en</strong> kost<strong>en</strong>.<br />
Doel hier<strong>van</strong> is dus niet het do<strong>en</strong> <strong>van</strong> uitsprak<strong>en</strong> over de objectieve<br />
kwaliteit <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (het e<strong>en</strong> is niet beter<br />
of slechter dan het ander), maar het bied<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> overzicht<br />
<strong>van</strong> de wijze waarop m<strong>en</strong> het gebruik <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer beleeft <strong>en</strong> beoordeelt (het autogebruik wordt anders<br />
ervar<strong>en</strong> dan het gebruik <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer).<br />
De algem<strong>en</strong>e inzicht<strong>en</strong> over de beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> auto,<br />
fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer zijn in dit rapport waar nodig in ‘context’<br />
geplaatst door onderscheid te mak<strong>en</strong> naar de mate waarin m<strong>en</strong><br />
gebruik maakt <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong>de vervoerwijz<strong>en</strong> <strong>voor</strong> verschill<strong>en</strong>de<br />
doeleind<strong>en</strong> (woon-werkverkeer <strong>en</strong> vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong>), <strong>en</strong> door<br />
te bezi<strong>en</strong> hoe de algem<strong>en</strong>e oordel<strong>en</strong> variër<strong>en</strong> naar leefsituatie <strong>en</strong><br />
leefstijl<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong>.<br />
100%<br />
90%<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
Het rapport beoogt niet alle<strong>en</strong> inzichtelijk te mak<strong>en</strong> welke verschill<strong>en</strong> er<br />
zijn in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer,<br />
maar ook waardoor de verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> word<strong>en</strong><br />
bepaald. Hangt de gepercipieerde mate <strong>van</strong> aantrekkelijkheid sam<strong>en</strong><br />
19 Inleiding<br />
0,1 - 0,5 km<br />
0,5 - 1,0 km<br />
1,0 - 2,5 km<br />
2,5 - 3,7 km<br />
3,7 - 5,0 km<br />
5,0 - 7,5 km<br />
7,5 - 10 km<br />
10 - 15 km<br />
15 - 20 km<br />
20 - 30 km<br />
30 - 40 km<br />
40 - 50 km<br />
>= 50 km<br />
auto trein bus,tram,metro (brom)fiets lop<strong>en</strong>
Figuur 1.2<br />
met de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn (hoofdstuk 3), of is de<br />
subjectieve ervaring eerder e<strong>en</strong> resultante <strong>van</strong> de leefsituatie <strong>en</strong> leefstijl<br />
<strong>van</strong> person<strong>en</strong>? (hoofdstuk 4; zie ook figuur 1.2). Het eerste gaat er<br />
<strong>van</strong> uit dat er e<strong>en</strong> direct verband is tuss<strong>en</strong> de aantrekkelijkheid <strong>en</strong> de<br />
k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn per auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer,<br />
zoals de snelheid <strong>en</strong> de kost<strong>en</strong>, het gebod<strong>en</strong> comfort, maar ook files<br />
<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong>. Het tweede gaat er <strong>van</strong> uit dat de aantrekkelijkheid<br />
primair is terug te voer<strong>en</strong> op persoonsgebond<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals de<br />
leefsituatie <strong>en</strong> leefstijl <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>.<br />
Hoofdstuk 2:<br />
BELEVING EN<br />
BEELDVORMING <strong>van</strong> auto,<br />
fiets <strong>en</strong> OV<br />
• oordel<strong>en</strong><br />
• mate <strong>van</strong> geschiktheid<br />
• gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties<br />
1.3 Bronn<strong>en</strong><br />
Om de vrag<strong>en</strong> in dit rapport te kunn<strong>en</strong> beantwoord<strong>en</strong> is gebruik<br />
gemaakt <strong>van</strong> e<strong>en</strong> <strong>en</strong>quête die in het <strong>voor</strong>jaar <strong>van</strong> 2005 op gezam<strong>en</strong>lijk<br />
initiatief <strong>van</strong> RWS-AVV <strong>en</strong> SCP is uitgevoerd. In deze <strong>en</strong>quête is onder<br />
andere gevraagd naar de problem<strong>en</strong> die Nederlanders ondervind<strong>en</strong> in<br />
de verplaatsing<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong> naar het werk <strong>en</strong> in de vrije tijd, de waardering<br />
<strong>en</strong> gepercipieerde mate <strong>van</strong> geschiktheid <strong>van</strong> auto, op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
<strong>en</strong> fiets, <strong>en</strong> de gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties die het mobiel zijn oproep<strong>en</strong>. De<br />
schriftelijke vrag<strong>en</strong>lijst, die is uitgezet onder e<strong>en</strong> steekproef <strong>van</strong> de<br />
Nederlandse bevolking <strong>van</strong> 18 jaar <strong>en</strong> ouder, heeft 1.028 bruikbare<br />
respond<strong>en</strong>t<strong>en</strong> opgeleverd. Over del<strong>en</strong> <strong>van</strong> de resultat<strong>en</strong> is reeds eerder<br />
gerapporteerd in <strong>en</strong>kele publicaties <strong>van</strong> het SCP (Harms 2005a, 2006)<br />
<strong>en</strong> in de Mobiliteitsbalans <strong>van</strong> het KiM (KiM 2007).<br />
De resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> de <strong>en</strong>quête word<strong>en</strong> waar nodig aangevuld met<br />
inzicht<strong>en</strong> uit de literatuur over dit onderwerp <strong>en</strong> aanverwante studies.<br />
20 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
Hoofdstuk 3:<br />
AANBOD<br />
K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> v/h onderweg zijn<br />
• kwaliteitsaspect<strong>en</strong><br />
(bijv. snelheid, kost<strong>en</strong>,<br />
comfort, veiligheid)<br />
• problem<strong>en</strong> (bijv. files,<br />
vertraging<strong>en</strong>)<br />
Hoofdstuk 4:<br />
VRAAG<br />
K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong><br />
• geslacht, leeftijd<br />
• opleidingsniveau<br />
• activiteit<strong>en</strong>patron<strong>en</strong>
1.4 Afbak<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> definiëring<br />
Het rapport richt zich in de eerste plaats op de beleving <strong>van</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>beeldvorming</strong> over het gebruik <strong>van</strong> auto, op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> de fiets,<br />
waarbij onderscheid zal word<strong>en</strong> gemaakt tuss<strong>en</strong> woon-werk<strong>mobiliteit</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>mobiliteit</strong> in de vrije tijd. De red<strong>en</strong> hier<strong>voor</strong> zijn de te verwacht<strong>en</strong> grote<br />
verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> tuss<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> waar<br />
m<strong>en</strong> weinig keuzevrijheid heeft (zoals de verplaatsing <strong>van</strong> <strong>en</strong> naar het<br />
werk) <strong>en</strong> meer facultatieve verplaatsing<strong>en</strong> (zoals in de vrije tijd). Waar het<br />
rapport uitdrukkelijk niet over gaat zijn de argum<strong>en</strong>taties <strong>en</strong> red<strong>en</strong><strong>en</strong> die<br />
t<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong> aan de keuze <strong>voor</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer.<br />
Bij e<strong>en</strong> analyse <strong>van</strong> beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
moet idealiter onderscheid word<strong>en</strong> gemaakt tuss<strong>en</strong> trein <strong>en</strong>erzijds, <strong>en</strong><br />
bus, tram <strong>en</strong> metro anderzijds. Daarnaast zou ook nog onderscheid<br />
gemaakt moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de landelijk operer<strong>en</strong>de Nederlandse<br />
Spoorweg<strong>en</strong> <strong>en</strong> regionale op<strong>en</strong>baarvervoerverbinding<strong>en</strong> zoals Syntus in<br />
het oost<strong>en</strong> <strong>van</strong> Nederland of Noordned in het noord<strong>en</strong> <strong>van</strong> Nederland.<br />
Ook zou het interessant zijn om de oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> waardering over<br />
aanvull<strong>en</strong>d op<strong>en</strong>baar vervoer te bezi<strong>en</strong>, zoals de regiotaxi of andere<br />
vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> collectief vraagafhankelijk vervoer. Helaas is het met<br />
de verzamelde gegev<strong>en</strong>s niet mogelijk om dergelijke verschill<strong>en</strong> te<br />
analyser<strong>en</strong>. Er is in het onderzoek gevraagd naar algem<strong>en</strong>e oordel<strong>en</strong><br />
over het op<strong>en</strong>baar vervoer, zonder daarbij te vrag<strong>en</strong> hoe dit varieert<br />
tuss<strong>en</strong> trein, bus, tram <strong>en</strong> metro of andere vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer. In dit rapport is aan deze tekortkoming tegemoet gekom<strong>en</strong><br />
door waar mogelijk met aanvull<strong>en</strong>de gegev<strong>en</strong>s te kijk<strong>en</strong> naar ev<strong>en</strong>tuele<br />
verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> trein <strong>en</strong> bus, tram <strong>en</strong> metro.<br />
Verder zou het goed zijn om te bezi<strong>en</strong> in hoeverre de beleving <strong>en</strong><br />
<strong>beeldvorming</strong> varieert tuss<strong>en</strong> piek- <strong>en</strong> dalperiod<strong>en</strong> (bijv. ocht<strong>en</strong>d- <strong>en</strong><br />
avondspits versus de week<strong>en</strong>ds). Vermoedelijk maakt de drukte in het<br />
verkeer op piektijdstipp<strong>en</strong> immers nogal uit <strong>voor</strong> de manier waarop m<strong>en</strong><br />
verplaatsing<strong>en</strong> ervaart <strong>en</strong> beleeft. Hoewel hier niet rechtstreeks naar is<br />
gevraagd, biedt het onderscheid in de beleving tuss<strong>en</strong> woon-werkverkeer<br />
<strong>en</strong> vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong> hiertoe wel de nodige aanknopingspunt<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong>slotte zou er idealiter gekek<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> naar verschill<strong>en</strong> in<br />
waardering tuss<strong>en</strong> de grote sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> het west<strong>en</strong> des lands <strong>en</strong>erzijds, <strong>en</strong><br />
kleinere geme<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> plattelandsgebied<strong>en</strong> anderzijds. Stad <strong>en</strong> platteland<br />
verschill<strong>en</strong> immers nogal in verkeersdrukte <strong>en</strong> verplaatsingsmogelijkhed<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> daarmee vermoedelijk ook in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong>. In dit<br />
onderzoek is hiermee rek<strong>en</strong>ing gehoud<strong>en</strong> door te kijk<strong>en</strong> naar verschill<strong>en</strong><br />
in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> tuss<strong>en</strong> bewoners <strong>van</strong> grootstedelijke<br />
gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> bewoners <strong>van</strong> het platteland.<br />
21 Inleiding
22 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
2. Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
.....................................................................................................................<br />
Het is zaterdagavond 16 februari 1987. Naar aanleiding <strong>van</strong> de AutoRai,<br />
die ook dat jaar weer vele duiz<strong>en</strong>d<strong>en</strong> bezoekers trekt, vraagt Sonja<br />
Bar<strong>en</strong>d in haar tv-programma aan e<strong>en</strong> autoliefhebber waar zijn <strong>voor</strong>keur<br />
naar uit zou gaan als hij zou moet<strong>en</strong> kiez<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zijn auto of zijn<br />
vrouw. De liefhebber kiest t<strong>en</strong> overstaan <strong>van</strong> zijn aanwezige echtg<strong>en</strong>ote<br />
<strong>voor</strong> de auto <strong>en</strong> onderstreept dit met het argum<strong>en</strong>t dat er vrouw<strong>en</strong><br />
g<strong>en</strong>oeg zijn, terwijl er <strong>van</strong> zijn zeer bijzondere bolide maar e<strong>en</strong> handvol<br />
exemplar<strong>en</strong> bestaan. Deze uitspraak riep mete<strong>en</strong> veel commotie op;<br />
het huwelijk <strong>van</strong> de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> werd op aandring<strong>en</strong> <strong>van</strong> de beledigde<br />
vrouw ontbond<strong>en</strong> <strong>en</strong> zelfs jar<strong>en</strong> later werd de man nog steeds verwijt<strong>en</strong><br />
gemaakt door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hem op straat herk<strong>en</strong>d<strong>en</strong>.<br />
Dit <strong>voor</strong>beeld is illustratief <strong>voor</strong> de bezitswaarde <strong>van</strong> de auto, <strong>en</strong> de<br />
extreme vorm<strong>en</strong> die dit kan aannem<strong>en</strong>. In dit hoofdstuk zal in meer<br />
algem<strong>en</strong>e zin word<strong>en</strong> stilgestaan bij de beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong><br />
auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Anders dan in het <strong>voor</strong>beeld vormt<br />
daarbij niet zozeer de bezitswaarde het uitgangspunt, maar veeleer<br />
de beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> die sam<strong>en</strong>hangt met het gebruik <strong>van</strong><br />
de vervoermiddel<strong>en</strong>. Achtere<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>s zal word<strong>en</strong> ingegaan op de<br />
algem<strong>en</strong>e oordel<strong>en</strong> over auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (paragraaf 2.1),<br />
de mate <strong>van</strong> geschiktheid <strong>voor</strong> woon-werk- <strong>en</strong> vrijetijdverplaatsing<strong>en</strong><br />
(2.2), <strong>en</strong> de emoties <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s die het gebruik <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>baar vervoer oproep<strong>en</strong> (2.3).<br />
2.1 Oordel<strong>en</strong> over auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
De beoordeling <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer kan op verschill<strong>en</strong>de<br />
manier<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemet<strong>en</strong>. In dit onderzoek is gekek<strong>en</strong> naar de<br />
vervoerwijze die Nederlanders het prettigste vind<strong>en</strong> in gebruik, <strong>en</strong> naar<br />
de algem<strong>en</strong>e waardering, los <strong>van</strong> de vraag of m<strong>en</strong> er al dan niet graag<br />
gebruik <strong>van</strong> maakt.<br />
Tweederde <strong>van</strong> alle Nederlanders (67%) vindt de auto het meest<br />
prettige vervoermiddel (tabel 2.1). De fiets wordt door ruim e<strong>en</strong> kwart<br />
<strong>van</strong> de bevolking (27%) het meest prettig gevond<strong>en</strong>, het op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer door 4% <strong>van</strong> de bevolking. Deze verdeling <strong>van</strong> aantrekkelijkheid<br />
volgt in belangrijke mate het daadwerkelijke gebruik: bezi<strong>en</strong> over de<br />
drie onderzochte vervoerwijz<strong>en</strong> geschiedt 59% <strong>van</strong> de verplaatsing<strong>en</strong><br />
per auto, 35% gaat per fiets <strong>en</strong> 6% per op<strong>en</strong>baar vervoer (RWS-<br />
AVV MON’05). Van de Nederlanders die de auto het meest prettig<br />
vind<strong>en</strong> verkiest ruim tweederde (70%) de fiets als op één na prettigste<br />
23 Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer
Tabel 2.1<br />
Meest prettige<br />
vervoerwijze (in<br />
proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong>).<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
vervoermiddel. Hoe vaker m<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bepaalde vervoerwijze<br />
gebruik maakt, des te vaker kwalificeert m<strong>en</strong> dit als meest prettige<br />
vervoermiddel. Bijna driekwart <strong>van</strong> de regelmatige autogebruikers vindt<br />
de auto de meest prettige wijze <strong>van</strong> verplaats<strong>en</strong>, terwijl het op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer door bijna ge<strong>en</strong> <strong>van</strong> h<strong>en</strong> als meest prettig wordt gekwalificeerd.<br />
Ook de frequ<strong>en</strong>te fietsgebruikers vind<strong>en</strong> de fiets vaker dan gemiddeld<br />
de meest prettige vervoerwijze (ruim 40%), maar de meerderheid <strong>van</strong><br />
de fietsers preferer<strong>en</strong> de auto (55%). En hoewel ook het op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer onder veelvuldige op<strong>en</strong>baarvervoergebruikers vaker dan<br />
gemiddeld als meest prettige vervoerwijze wordt aangeduid, geldt<br />
dit per saldo toch <strong>voor</strong> slechts één op de ti<strong>en</strong> regelmatige op<strong>en</strong>baarvervoergebruikers.<br />
Zes op de ti<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baarvervoergebruikers hebb<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>keur <strong>voor</strong> de auto, <strong>en</strong> drie <strong>van</strong> de ti<strong>en</strong> preferer<strong>en</strong> de fiets.<br />
24 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
auto fiets op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer<br />
totaal 67 27 4<br />
naar mate <strong>van</strong> gebruik<br />
veelgebruikers (meerdere ker<strong>en</strong> per week) 73 41 12<br />
incid<strong>en</strong>tele gebruikers 47 10 14<br />
niet-gebruikers (minder dan 1x per maand) 42 4 0<br />
Indi<strong>en</strong> wordt gekek<strong>en</strong> naar de algem<strong>en</strong>e oordel<strong>en</strong> die Nederlanders<br />
vell<strong>en</strong> over auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer, ongeacht de vraag hoe<br />
prettig m<strong>en</strong> het vindt om hier<strong>van</strong> in de praktijk gebruik te mak<strong>en</strong>, blijkt<br />
dat auto <strong>en</strong> fiets zeer positief word<strong>en</strong> gewaardeerd <strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer hierbij achterblijft (figuur 2.1 <strong>en</strong> bijlage 1). Van alle Nederlanders<br />
<strong>van</strong> 18 jaar <strong>en</strong> ouder oordeelt 86% positief over de auto, 84% oordeelt<br />
positief over de fiets, <strong>en</strong> 26% oordeelt positief over het op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer. De negatieve waardering <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer blijkt echter<br />
<strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> te kom<strong>en</strong> onder de Nederlanders die hier niet of nauwelijks<br />
gebruik <strong>van</strong> mak<strong>en</strong>: de niet-gebruikers sprek<strong>en</strong> zich in 62% <strong>van</strong> de<br />
gevall<strong>en</strong> negatief uit over het op<strong>en</strong>baar vervoer, terwijl de veelgebruikers<br />
het op<strong>en</strong>baar vervoer in de meerderheid <strong>van</strong> de gevall<strong>en</strong> (56%) wel<br />
positief beoordel<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>nelijk geldt hier ‘onbek<strong>en</strong>d maakt onbemind’ <strong>en</strong><br />
zijn de <strong>voor</strong>oordel<strong>en</strong> over het op<strong>en</strong>baar vervoer juist bij de groep die hier<br />
ge<strong>en</strong> persoonlijke ervaring mee heeft het meest hardnekkig. Anderzijds<br />
oordeelt nog altijd bijna e<strong>en</strong> kwart (24%) <strong>van</strong> de veelgebruikers negatief<br />
over het op<strong>en</strong>baar vervoer (figuur 2.1). Veelgebruik is dus ge<strong>en</strong> garantie<br />
<strong>voor</strong> e<strong>en</strong> positief oordeel. Indi<strong>en</strong> de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> de veelgebruikers
Figuur 2.1<br />
Oordel<strong>en</strong> over auto,<br />
fiets <strong>en</strong> OV naar mate<br />
<strong>van</strong> gebruik.<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
als uitgangspunt word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, blijk<strong>en</strong> de uitkomst<strong>en</strong> over het<br />
algeme<strong>en</strong> vergelijkbaar met de klantoordel<strong>en</strong> zoals die jaarlijks word<strong>en</strong><br />
gepres<strong>en</strong>teerd door vervoersbedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> regionale vervoersautoriteit<strong>en</strong><br />
(zie het kader <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> overzicht).<br />
AUTO<br />
totaal<br />
veelgebruikers<br />
incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />
niet-gebruikers<br />
FIETS<br />
totaal<br />
veelgebruikers<br />
incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />
niet-gebruikers<br />
OV<br />
totaal<br />
veelgebruikers<br />
incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />
niet-gebruikers<br />
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%<br />
% negatief % gemiddeld % positief<br />
Andere onderzoek<strong>en</strong>, vergelijkbare uitkomst<strong>en</strong><br />
Indi<strong>en</strong> de waardering <strong>van</strong> Nederlanders die meerdere ker<strong>en</strong> per<br />
week per op<strong>en</strong>baar vervoer reiz<strong>en</strong> wordt omgerek<strong>en</strong>d <strong>van</strong> de<br />
oorspronkelijke 7-puntsschaal naar 1 tot 10 scores komt het<br />
algem<strong>en</strong>e oordeel uit op e<strong>en</strong> 6,5. (Vergelijk de veelgebruikers<br />
in figuur 2.1. Eig<strong>en</strong>lijk is e<strong>en</strong> dergelijke omschaling <strong>van</strong> scores<br />
op e<strong>en</strong> 7-puntsschaal naar 1 tot 10 scores niet helemaal zuiver,<br />
onder andere omdat er wordt omgerek<strong>en</strong>d <strong>van</strong> e<strong>en</strong> onev<strong>en</strong><br />
aantal keuzemogelijkhed<strong>en</strong> met score 4 als e<strong>en</strong> ‘midd<strong>en</strong>’ naar e<strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong> aantal mogelijkhed<strong>en</strong> zonder midd<strong>en</strong>. Maar t<strong>en</strong> behoeve<br />
<strong>van</strong> de vergelijkbaarheid met de andere onderzoek<strong>en</strong> is alle<strong>en</strong><br />
in dit tekstkader toch gewerkt met deze omgeschaalde cijfers).<br />
Dit algem<strong>en</strong>e oordeel lijkt redelijk overe<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong> met andere<br />
onderzoek<strong>en</strong> naar klantoordel<strong>en</strong>, waarbij is gevraagd naar de<br />
tevred<strong>en</strong>heid <strong>van</strong> reizigers. Daarbij lijk<strong>en</strong> zich ook nauwelijks<br />
verschill<strong>en</strong> <strong>voor</strong> te do<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de trein <strong>en</strong> het stad- <strong>en</strong> streekvervoer.<br />
25 Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer
Figuur 2.2<br />
Klantoordel<strong>en</strong><br />
Nederlandse<br />
Spoorweg<strong>en</strong><br />
Bron: NS (2005)<br />
Mede in opdracht <strong>van</strong> het Ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat<br />
verzamelt de Nederlandse Spoorweg<strong>en</strong> periodiek informatie<br />
over klanttevred<strong>en</strong>heid. Naast e<strong>en</strong> algeme<strong>en</strong> oordeel word<strong>en</strong><br />
reizigers gevraagd zich uit te sprek<strong>en</strong> over het op tijd rijd<strong>en</strong>, de<br />
informatieverschaffing bij vertraging<strong>en</strong>, de beschikbaarheid <strong>van</strong><br />
zitplaats<strong>en</strong>, de sociale veiligheid in de trein <strong>en</strong> op het station <strong>en</strong><br />
de reinheid <strong>van</strong> trein <strong>en</strong> stations. Vanaf 2001 is op alle terrein<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> verbetering <strong>van</strong> de oordel<strong>en</strong> zichtbaar (figuur 2.2): <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />
gemiddeld rapportcijfer in 2001 dat net iets hoger is dan e<strong>en</strong> 6<br />
naar bijna e<strong>en</strong> 7 in 2005. Over het op tijd rijd<strong>en</strong> zijn de reizigers het<br />
meest kritisch. In 2001 was dit nog onvoldo<strong>en</strong>de, in 2005 scoort de<br />
NS op dit punt e<strong>en</strong> krappe 6.<br />
10,0<br />
9,0<br />
8,0<br />
7,0<br />
6,0<br />
5,0<br />
4,0<br />
3,0<br />
2,0<br />
1,0<br />
-<br />
algeme<strong>en</strong> oordeel<br />
op tijd rijd<strong>en</strong><br />
informatie bij vertraging<br />
OV-Klant<strong>en</strong>barometer<br />
Voor het stad- <strong>en</strong> streekvervoer wordt de klanttevred<strong>en</strong>heid jaarlijks<br />
bijgehoud<strong>en</strong> in de OV-Klant<strong>en</strong>barometer (KPVV 2007). Daarin<br />
wordt onder andere gekek<strong>en</strong> naar informatie <strong>en</strong> veiligheid, het<br />
rijcomfort, de tijd <strong>en</strong> doorstroming <strong>en</strong> de prijs <strong>van</strong> de reis. Het<br />
algem<strong>en</strong>e oordeel is e<strong>en</strong> ruime 7. Dit komt dus iets hoger uit dan<br />
de cijfers <strong>van</strong> de NS. Dit duidt ev<strong>en</strong>wel niet per definitie op e<strong>en</strong><br />
kwaliteitsverschil tuss<strong>en</strong> trein <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> stad- <strong>en</strong> streekvervoer<br />
anderzijds. E<strong>en</strong> meer <strong>voor</strong> de hand ligg<strong>en</strong>de verklaring zijn<br />
verschill<strong>en</strong> in achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> treinreizigers <strong>en</strong> de<br />
gebruikers <strong>van</strong> stad- <strong>en</strong> streekvervoer.<br />
26 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
sociale veiligheid<br />
zitplaatscapaciteit<br />
2001 2002 2003 2004 2005<br />
schone trein<strong>en</strong> <strong>en</strong> stations
Tabel 2.2<br />
Landelijke<br />
klanttevred<strong>en</strong>heidscijfers<br />
stad- <strong>en</strong><br />
streekvervoer<br />
Bron: KPVV (2007)<br />
27 Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
2004 2005 2006<br />
algeme<strong>en</strong> oordeel 7,2 7,2 7,2<br />
informatie <strong>en</strong> veiligheid 7,5 7,5 7,6<br />
rijcomfort 7,3 7,3 7,3<br />
tijd <strong>en</strong> doorstroming 6,3 6,3 6,2<br />
prijs 6,2 6,4 6,5<br />
Aanvull<strong>en</strong>de inzicht<strong>en</strong> uit rec<strong>en</strong>t onderzoek <strong>van</strong> RWS-AVV<br />
In e<strong>en</strong> rec<strong>en</strong>t onderzoek <strong>van</strong> RWS-AVV (2007) is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />
aantal vrag<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> over de beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong><br />
het op<strong>en</strong>baar vervoer, waarbij ook onderscheid is gemaakt tuss<strong>en</strong><br />
bus, tram <strong>en</strong> metro <strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> trein anderzijds. Hieruit blijkt<br />
opnieuw dat de verschill<strong>en</strong> in beleving tuss<strong>en</strong> de onderscheid<strong>en</strong><br />
vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer erg klein zijn: op e<strong>en</strong> schaal <strong>van</strong> 1<br />
tot 10 waarder<strong>en</strong> Nederlanders bus, tram <strong>en</strong> metro met e<strong>en</strong> 5,7<br />
<strong>en</strong> de trein met e<strong>en</strong> 5,8. Overe<strong>en</strong>komstig de resultat<strong>en</strong> uit figuur<br />
2.1 wordt het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>voor</strong>al slecht beoordeeld door<br />
dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die er nauwelijks of niet gebruik <strong>van</strong> mak<strong>en</strong>: Van de nietgebruikers<br />
krijg<strong>en</strong> bus, tram <strong>en</strong> metro e<strong>en</strong> 5,4 <strong>en</strong> de trein e<strong>en</strong> 5,7;<br />
veelgebruikers gev<strong>en</strong> bus, tram, metro <strong>en</strong> trein e<strong>en</strong> 6,3. Het verschil<br />
tuss<strong>en</strong> veelgebruikers <strong>en</strong> niet-gebruikers is dus ongeveer het verschil<br />
tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onvoldo<strong>en</strong>de <strong>en</strong> e<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de.<br />
In het onderzoek zijn de algem<strong>en</strong>e oordel<strong>en</strong> ook nog uitgesplitst<br />
naar deelaspect<strong>en</strong> (figuur 2.3 <strong>en</strong> 2.4). Hieruit blijkt opnieuw dat<br />
veelgebruikers over de hele linie positiever over het op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> dan de niet-gebruikers. Dat geldt zowel <strong>voor</strong><br />
bus, tram <strong>en</strong> metro als <strong>voor</strong> de trein. Het op<strong>en</strong>baar vervoer wordt<br />
het meest positief beoordeeld op het gevoel <strong>van</strong> veiligheid <strong>en</strong> de<br />
klantvri<strong>en</strong>delijkheid <strong>van</strong> het personeel. Niettemin gaat het hier in<br />
absolute term<strong>en</strong> nog steeds om krappe voldo<strong>en</strong>des. Nederlanders<br />
zijn het minst te sprek<strong>en</strong> over de ritprijz<strong>en</strong> <strong>en</strong> de (gepercipieerde)<br />
stiptheid waarmee het op<strong>en</strong>baar vervoer rijdt.<br />
Als wordt gevraagd naar hetge<strong>en</strong> Nederlanders als eerste aan<br />
het op<strong>en</strong>baar vervoer verbeterd zoud<strong>en</strong> will<strong>en</strong> zi<strong>en</strong>, dan blijkt de<br />
ritprijs het meest te word<strong>en</strong> g<strong>en</strong>oemd, opnieuw zowel bij bus, tram<br />
<strong>en</strong> metro (g<strong>en</strong>oemd door 35% <strong>van</strong> de Nederlanders) als bij trein<br />
(g<strong>en</strong>oemd door 41%). Hoewel veel minder vaak g<strong>en</strong>oemd, wordt
Figuur 2.3<br />
Oordel<strong>en</strong> over bus,<br />
tram <strong>en</strong> metro naar<br />
mate <strong>van</strong> gebruik, 2007<br />
Bron: RWS-AVV (2007)<br />
Figuur 2.4<br />
Oordel<strong>en</strong> over trein<br />
naar mate <strong>van</strong> gebruik,<br />
2007<br />
Bron: RWS-AVV (2007)<br />
bij de trein ook de stiptheid (14%) <strong>en</strong> de informatie<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing bij<br />
vertraging<strong>en</strong> (11%) als verbeterpunt naar vor<strong>en</strong> gebracht.<br />
gevoel <strong>van</strong> veiligheid<br />
klantvri<strong>en</strong>delijkheid personeel<br />
zitplaats vind<strong>en</strong><br />
rijstijl bestuurder<br />
reissnelheid<br />
geluid<br />
informatie instaphaltes/perrons<br />
netheid<br />
frequ<strong>en</strong>tie<br />
stiptheid<br />
ritprijs<br />
algeme<strong>en</strong> oordeel<br />
klantvri<strong>en</strong>delijkheid personeel<br />
gevoel <strong>van</strong> veiligheid<br />
reissnelheid<br />
geluid<br />
informatie stations/perrons<br />
zitplaats vind<strong>en</strong><br />
frequ<strong>en</strong>tie<br />
netheid<br />
informatie bij vertraging<strong>en</strong> e.d.<br />
stiptheid<br />
ritprijs<br />
algeme<strong>en</strong> oordeel<br />
5,4<br />
5,1<br />
5,3<br />
5,0<br />
5,1<br />
4,9<br />
4,0<br />
4,3<br />
2.2 Geschiktheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
Naast de algem<strong>en</strong>e oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de vraag in hoeverre m<strong>en</strong> auto, fiets<br />
<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer als meest prettig ervaart kan ook word<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong><br />
naar de mate waarin Nederlanders de vervoerwijz<strong>en</strong> in de (dagelijkse)<br />
praktijk geschikt acht<strong>en</strong> <strong>voor</strong> verplaatsing<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong> naar het werk <strong>en</strong><br />
verplaatsing<strong>en</strong> in de vrije tijd (figuur 2.5 <strong>en</strong> 2.6).<br />
28 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
6,5<br />
5,6<br />
6,3<br />
5,8<br />
6,1<br />
5,7<br />
6,1<br />
5,8<br />
6,0<br />
5,3<br />
5,9<br />
5,6<br />
5,7<br />
5,4<br />
6,3<br />
5,4<br />
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />
veelgebruikers niet-gebruikers<br />
6,7<br />
6,1<br />
7,0<br />
5,9<br />
6,4<br />
5,8<br />
6,3<br />
5,8<br />
6,4<br />
5,7<br />
6,0<br />
5,7<br />
6,0<br />
5,4<br />
5,8<br />
5,5<br />
5,2<br />
5,1<br />
5,3<br />
4,8<br />
3,9<br />
3,9<br />
6,3<br />
5,7<br />
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10<br />
veelgebruikers niet-gebruikers
Figuur 2.5<br />
Geschiktheid<br />
auto- fiets- <strong>en</strong> OVgebruik<br />
<strong>voor</strong> woonwerkverplaatsing<strong>en</strong><br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
Voor woon-werkverplaatsing<strong>en</strong> blijkt de gepercipieerde mate <strong>van</strong><br />
geschiktheid <strong>van</strong> auto <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer min of meer teg<strong>en</strong>gesteld:<br />
De auto wordt aangeduid als meest geschikte vervoerwijze terwijl het<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>voor</strong>al negatief wordt bejeg<strong>en</strong>d: meer dan de helft<br />
<strong>van</strong> de Nederlanders (58%) is <strong>van</strong> m<strong>en</strong>ing dat het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
ongeschikt of zeer ongeschikt is <strong>voor</strong> woon-werkverplaatsing<strong>en</strong>. Het<br />
beeld dat Nederlanders hebb<strong>en</strong> over de geschiktheid <strong>van</strong> de fiets is veel<br />
positiever dan het op<strong>en</strong>baar vervoer, <strong>en</strong> komt dicht in de buurt bij dat<br />
<strong>van</strong> de auto. Toch is nog altijd bijna e<strong>en</strong> kwart <strong>van</strong> de Nederlanders <strong>van</strong><br />
m<strong>en</strong>ing dat de fiets ongeschikt of zeer ongeschikt is <strong>voor</strong> het woonwerkverkeer,<br />
terwijl de auto door nog ge<strong>en</strong> 10% als ongeschikt of zeer<br />
ongeschikt wordt gekwalificeerd (figuur 2.5). Hoewel de verschill<strong>en</strong> iets<br />
minder pregnant zijn dan bij het woon-werkverkeer, vertoont de mate<br />
waarin Nederlanders auto, op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> fiets geschikt acht<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong> (figuur 2.6) e<strong>en</strong> min of meer met figuur 2.5<br />
overe<strong>en</strong>komstig beeld. Belangrijkste verschil is dat zowel auto als fiets<br />
in de vrije tijd iets vaker als geschikt word<strong>en</strong> gekwalificeerd, terwijl het<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer iets minder vaak als zeer ongeschikt wordt aangeduid.<br />
Overe<strong>en</strong>komstig de algem<strong>en</strong>e beoordeling <strong>en</strong> de mate waarin m<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> vervoerwijze als prettig kwalificeert, hangt ook de gepercipieerde<br />
geschiktheid sterk sam<strong>en</strong> met de frequ<strong>en</strong>tie waarmee m<strong>en</strong> hier<strong>van</strong><br />
gebruik maakt (figuur 2.7 <strong>en</strong> 2.8). M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die veel gebruik mak<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
de auto, de fiets of het op<strong>en</strong>baar vervoer oordel<strong>en</strong> hier veel positiever<br />
over dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hier nauwelijks tot ge<strong>en</strong> gebruik <strong>van</strong> mak<strong>en</strong>.<br />
Opvall<strong>en</strong>d is wel dat het op<strong>en</strong>baar vervoer door veelgebruikers vaker<br />
als geschikt wordt aangeduid <strong>voor</strong> woon-werkverkeer (in 51% <strong>van</strong> de<br />
gevall<strong>en</strong>) dan <strong>voor</strong> de vrije tijd (in 34% <strong>van</strong> de gevall<strong>en</strong>).<br />
50%<br />
45%<br />
40%<br />
35%<br />
30%<br />
25%<br />
20%<br />
15%<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
zeer<br />
ongeschikt<br />
2 3 4 5 6 zeer<br />
geschikt<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer fiets auto<br />
29 Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer
Figuur 2.6<br />
Geschiktheid auto- <strong>en</strong><br />
fiets- <strong>en</strong> OV-gebruik<br />
<strong>voor</strong> vrijetijdsverplaat<br />
sing<strong>en</strong>.<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
Figuur 2.7<br />
Geschiktheid auto-<br />
<strong>en</strong> fiets- <strong>en</strong> OVgebruik<br />
<strong>voor</strong> woonwerkverplaatsing<strong>en</strong><br />
naar mate <strong>van</strong> gebruik.<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
50%<br />
45%<br />
40%<br />
35%<br />
30%<br />
25%<br />
20%<br />
15%<br />
10%<br />
5%<br />
0%<br />
zeer<br />
ongeschikt<br />
AUTO<br />
totaal<br />
veelgebruikers<br />
incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />
niet-gebruikers<br />
FIETS<br />
totaal<br />
veelgebruikers<br />
incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />
niet-gebruikers<br />
OV<br />
totaal<br />
veelgebruikers<br />
incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />
niet-gebruikers<br />
30 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
2 3 4 5 6 zeer<br />
geschikt<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer fiets auto<br />
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%<br />
% ongeschikt % gemiddeld % geschikt
Figuur 2.8<br />
Geschiktheid<br />
auto- <strong>en</strong> fiets- <strong>en</strong><br />
OV-gebruik <strong>voor</strong><br />
vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong><br />
naar mate <strong>van</strong> gebruik.<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
AUTO<br />
totaal<br />
veelgebruikers<br />
incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />
niet-gebruikers<br />
FIETS<br />
totaal<br />
veelgebruikers<br />
incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />
niet-gebruikers<br />
OV<br />
totaal<br />
veelgebruikers<br />
incid<strong>en</strong>tele gebruikers<br />
niet-gebruikers<br />
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%<br />
% ongeschikt % gemiddeld % geschikt<br />
2.3 Gevoel<strong>en</strong>s over auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
De aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer is niet alle<strong>en</strong><br />
gebaseerd op objectieve oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> de gepercipieerde mate <strong>van</strong><br />
geschiktheid, maar ook op emoties <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s.<br />
Met welke emoties <strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s associeert m<strong>en</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer? In hoeverre ervaart m<strong>en</strong> vreugde <strong>en</strong> in welke mate wordt m<strong>en</strong><br />
geconfronteerd met angst, woede, droefheid <strong>en</strong> afkeer? (zie kader).<br />
Vijf basisemoties<br />
(onderstaande passage is ontle<strong>en</strong>d aan e<strong>en</strong> SWOV-publicatie over<br />
emoties <strong>en</strong> verkeer)<br />
Emoties kunn<strong>en</strong> gedrag in belangrijke mate stur<strong>en</strong>. De laatste<br />
jar<strong>en</strong> is belangstelling ontstaan <strong>voor</strong> het belang <strong>van</strong> emoties<br />
<strong>voor</strong> verkeersgedrag. Uit de (<strong>voor</strong>namelijk populaire, nietwet<strong>en</strong>schappelijke)<br />
literatuur blijkt dat in het verkeer regelmatig<br />
gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> optred<strong>en</strong> die emoties tot gevolg hebb<strong>en</strong>. Naar<br />
de precieze omstandighed<strong>en</strong> <strong>en</strong> situaties waarin deze emoties<br />
optred<strong>en</strong>, is echter nog weinig wet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek gedaan.<br />
31 Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer
Emotie is e<strong>en</strong> moeilijk te definiër<strong>en</strong> verschijnsel, maar de meeste<br />
onderzoekers zijn het erover e<strong>en</strong>s dat de volg<strong>en</strong>de elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
ess<strong>en</strong>tieel zijn:<br />
• Emotie is e<strong>en</strong> m<strong>en</strong>tale staat die duidelijk te onderscheid<strong>en</strong> is<br />
<strong>van</strong> andere toestand<strong>en</strong>, bij<strong>voor</strong>beeld vermoeidheid; emotie<br />
gaat meestal vergezeld met lichamelijke verandering<strong>en</strong>,<br />
gezichts-uitdrukking<strong>en</strong> of acties.<br />
• Emotie treedt op als e<strong>en</strong> persoonlijk belang ofwel geschaad,<br />
ofwel bevorderd wordt.<br />
• Emotie gaat gepaard met e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>eigdheid om actie te<br />
ondernem<strong>en</strong>.<br />
Er kunn<strong>en</strong> vier of vijf basisemoties word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />
basisemotie is universeel: het is e<strong>en</strong> emotie die door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in<br />
verschill<strong>en</strong>de cultur<strong>en</strong> wordt ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook door sommige andere<br />
zoogdier<strong>en</strong>, zoals ap<strong>en</strong>. Vreugde, angst, woede, droefheid word<strong>en</strong><br />
in het algeme<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong> als basisemoties, waaraan soms verbazing<br />
of afkeer wordt toegevoegd. Alle andere emoties zijn afgeleid<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> deze basisemoties. Zo is trots e<strong>en</strong> afgeleide <strong>van</strong> blijdschap: het<br />
is blijdschap waar<strong>van</strong> m<strong>en</strong> de oorzaak aan zichzelf toeschrijft. In dit<br />
rapport wordt gerapporteerd over de basisemoties vreugde, angst,<br />
woede, droefheid <strong>en</strong> afkeer. Voor e<strong>en</strong> uitgebreide beschrijving <strong>van</strong><br />
de rol die emoties in het verkeer spel<strong>en</strong>, zie onder andere Levelt<br />
(2003) <strong>en</strong> Mesk<strong>en</strong> (2006).<br />
Bron: SWOV 2005, SWOV-factsheet Emoties <strong>en</strong> verkeer,<br />
Leidsch<strong>en</strong>dam: Stichting Wet<strong>en</strong>schappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid<br />
De auto <strong>en</strong> de fiets verton<strong>en</strong> qua opgeroep<strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s grote<br />
overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> (figuur 2.9). Beide vervoermiddel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al<br />
geassocieerd met positieve emoties: de auto wordt door meer dan de<br />
helft (52%) <strong>van</strong> alle Nederlanders in verband gebracht met vreugde,<br />
de fiets zelfs door tweederde (67%) <strong>van</strong> de Nederlanders. Negatieve<br />
emoties kom<strong>en</strong> bij zowel de auto als de fiets veel minder <strong>voor</strong>: minder<br />
dan 6% <strong>van</strong> de Nederlanders associeert de auto met negatieve<br />
gevoel<strong>en</strong>s, bij de fiets zelfs minder dan 4%. Hoe anders beleeft m<strong>en</strong> het<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer: hier word<strong>en</strong> gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> vreugde slechts door 11%<br />
<strong>van</strong> de Nederlanders ervar<strong>en</strong>; negatieve emoties prevaler<strong>en</strong>. Met name<br />
afkeer is e<strong>en</strong> veel <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>de emotie: bij één op de vijf Nederlanders<br />
roept het op<strong>en</strong>baar vervoer gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> afkeer op.<br />
32 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Figuur 2.9<br />
Aandeel <strong>van</strong> de<br />
Nederlanders dat e<strong>en</strong><br />
vijftal emoties (erg +<br />
heel erg) vindt pass<strong>en</strong><br />
bij respectievelijk de<br />
auto, het op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer <strong>en</strong> de fiets.<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
Tabel 2.3<br />
Perc<strong>en</strong>tage dat vreugde<br />
<strong>en</strong> afkeer vindt pass<strong>en</strong><br />
bij auto, fiets <strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
80%<br />
70%<br />
60%<br />
50%<br />
40%<br />
30%<br />
20%<br />
10%<br />
0%<br />
vreugde angst woede droefheid afkeer<br />
auto fiets op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
De mate waarin vreugde <strong>en</strong> afkeer <strong>voor</strong>kom<strong>en</strong>, varieert in sterke<br />
mate met de frequ<strong>en</strong>tie waarin m<strong>en</strong> gebruik maakt <strong>van</strong> auto,<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> fiets. Hoe vaker m<strong>en</strong> gebruik maakt <strong>van</strong> deze<br />
vervoermiddel<strong>en</strong>, des te positiever de gevoel<strong>en</strong>s die hiermee gepaard<br />
gaan (tabel 2.3). Onder frequ<strong>en</strong>te autogebruikers is het aandeel<br />
dat vreugde ervaart hoger dan onder weinig frequ<strong>en</strong>te of nietautorijders.<br />
Dit geldt ook <strong>voor</strong> de fiets <strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer: <strong>van</strong> de<br />
Nederlanders die vaak <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer gebruik mak<strong>en</strong>, ervaart<br />
e<strong>en</strong> veel geringer deel afkeer dan <strong>van</strong> dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die niet of nauwelijks<br />
per trein, bus, tram of metro reiz<strong>en</strong>.<br />
33 Aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
auto fiets op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer<br />
% dat vreugde vindt pass<strong>en</strong> bij … 52 67 11<br />
naar gebruik<br />
veelgebruikers (meerdere ker<strong>en</strong> per week) 56 76 13<br />
niet-gebruikers (minder dan 1x per maand) 30 37 7<br />
% dat afkeer vindt pass<strong>en</strong> bij … 3 2 22<br />
naar gebruik<br />
veelgebruikers (meerdere ker<strong>en</strong> per week) 2 1 8<br />
niet-gebruikers (minder dan 1x per maand) 11 8 26
34 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
3. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />
.....................................................................................................................<br />
3.1 Verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid herleid<br />
Waarom vind<strong>en</strong> Nederlanders de auto <strong>en</strong> de fiets zo aantrekkelijk, <strong>en</strong><br />
het op<strong>en</strong>baar vervoer onaantrekkelijk? In het <strong>voor</strong>gaande hoofdstuk<br />
is reeds geconstateerd dat dit deels te mak<strong>en</strong> heeft met de frequ<strong>en</strong>tie<br />
waarin m<strong>en</strong> gebruik maakt <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Hoe<br />
vaker m<strong>en</strong> erg<strong>en</strong>s gebruik <strong>van</strong> maakt, des te positiever m<strong>en</strong> hierover<br />
oordeelt. In dit <strong>en</strong> het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk zal word<strong>en</strong> gezocht naar<br />
additionele verklaring<strong>en</strong> <strong>voor</strong> verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto,<br />
fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Daarbij zijn twee soort<strong>en</strong> verklaring<strong>en</strong><br />
d<strong>en</strong>kbaar (figuur 3.1). T<strong>en</strong> eerste kunn<strong>en</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />
onderweg zijn e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>, zoals de verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> auto, fiets<br />
<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer in snelheid, kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> gebod<strong>en</strong> comfort (het<br />
aanbod). E<strong>en</strong> andere mogelijkheid is dat de beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong><br />
<strong>voor</strong>al sam<strong>en</strong>hangt met de leefsituatie <strong>en</strong> persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
Nederlanders, zoals geslacht, leeftijd <strong>en</strong> opleidingsniveau (de vraag).<br />
Als de oordel<strong>en</strong> over vervoermiddel<strong>en</strong> niet variër<strong>en</strong> naar<br />
persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> dan mag word<strong>en</strong> verondersteld dat de beleving<br />
<strong>voor</strong>al e<strong>en</strong> resultante is <strong>van</strong> de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn. Als er<br />
juist wel e<strong>en</strong> sterke variatie in de beleving is naar persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>,<br />
dan geldt het teg<strong>en</strong>overgestelde, namelijk: de persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke belevingsbeïnvloed<strong>en</strong>de rol. De zelfstandige rol <strong>van</strong><br />
het aanbod kan nader word<strong>en</strong> bestudeerd door te kijk<strong>en</strong> naar de invloed<br />
<strong>van</strong> kwaliteitsaspect<strong>en</strong> zoals snelheid, comfort, veiligheid <strong>en</strong> flexibiliteit,<br />
<strong>en</strong> de invloed <strong>van</strong> knelpunt<strong>en</strong> <strong>en</strong> problem<strong>en</strong> in het vervoersysteem,<br />
zoals files op de weg <strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong> op het spoor.<br />
In dit <strong>en</strong> het volg<strong>en</strong>de hoofdstuk word<strong>en</strong> beide verklaring<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
de gepercipieerde verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>baar vervoer op hun juistheid getoetst. Allereerst door te kijk<strong>en</strong><br />
wat hierover in de bestaande onderzoek<strong>en</strong> <strong>en</strong> literatuur is gezegd.<br />
Vervolg<strong>en</strong>s door in de resultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> het belevingsonderzoek te kijk<strong>en</strong><br />
naar de variatie <strong>van</strong> de resultat<strong>en</strong> naar aanbod- <strong>en</strong> vraaggerelateerde<br />
factor<strong>en</strong>.<br />
35 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn
Figuur 3.1<br />
Verklaring<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
verschill<strong>en</strong> in<br />
aantrekkelijkheid<br />
Hoofdstuk 3:<br />
AANBOD<br />
K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> v/h onderweg zijn<br />
• kwaliteitsaspect<strong>en</strong><br />
(bijv. snelheid, kost<strong>en</strong>,<br />
comfort, veiligheid)<br />
• problem<strong>en</strong> (bijv. files,<br />
vertraging<strong>en</strong>)<br />
Hoofdstuk 4:<br />
VRAAG<br />
K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong><br />
• geslacht, leeftijd<br />
• opleidingsniveau<br />
• activiteit<strong>en</strong>patron<strong>en</strong><br />
3.2 Bestaande inzicht<strong>en</strong><br />
Auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer zijn niet zonder meer vergelijkbaar<br />
(zie ook hoofdstuk 1). Maar er zijn ook g<strong>en</strong>oeg algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
waarop wel e<strong>en</strong> vergelijking mogelijk is, zoals kost<strong>en</strong>, snelheid <strong>en</strong><br />
comfort. In eerder onderzoek hebb<strong>en</strong> er op dit soort k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
reeds talloze vergelijking<strong>en</strong> plaatsgevond<strong>en</strong>. Met name t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> ‘snelheid’ <strong>en</strong> ‘kost<strong>en</strong>’ is er al vaak gekek<strong>en</strong> naar verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (zie bij<strong>voor</strong>beeld<br />
B<strong>en</strong>nis et al. 1991 <strong>en</strong> Van Goeverd<strong>en</strong> <strong>en</strong> Van d<strong>en</strong> Heuvel 1993).<br />
Vaak wordt op basis <strong>van</strong> dergelijke onderzoek<strong>en</strong> gesteld dat kost<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> snelheid e<strong>en</strong> belangrijke rol spel<strong>en</strong> in de keuze <strong>voor</strong> auto, fiets of<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer. Zak<strong>en</strong> zoals comfort, veiligheid <strong>en</strong> flexibiliteit zoud<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> secundair belang zijn.<br />
Uit nader onderzoek <strong>van</strong> de AVV (Welles 2003) blijkt ev<strong>en</strong>wel dat de<br />
reistijd niet zo c<strong>en</strong>traal staat in de waardering <strong>van</strong> vervoermiddel<strong>en</strong><br />
als vaak wel wordt gedacht. Bij het autogebruik blijk<strong>en</strong> aspect<strong>en</strong> zoals<br />
vrijheid, onafhankelijkheid <strong>en</strong> flexibiliteit ook e<strong>en</strong> belangrijke rol te<br />
spel<strong>en</strong>, terwijl het op<strong>en</strong>baar vervoer in positieve zin <strong>voor</strong>al wordt<br />
geassocieerd met rust <strong>en</strong> ontspanning. Ook in de onderzoek<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
Steg c.s. wordt het belang <strong>van</strong> kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> snelheid tot op zekere hoogte<br />
gerelativeerd. Zij b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat de psychologie e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>name <strong>en</strong><br />
tegelijkertijd toch ook vaak onderschatte rol speelt in de waardering <strong>van</strong><br />
vervoermiddel<strong>en</strong>. Daarbij wordt onder andere gewez<strong>en</strong> op de affectieve<br />
motiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het autogebruik (vrij naar Steg 2005). Daarmee wordt<br />
gedoeld op de dieperligg<strong>en</strong>de gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties die de auto<br />
oproept, <strong>en</strong> het plezier <strong>en</strong> g<strong>en</strong>ot dat <strong>van</strong> het autorijd<strong>en</strong> uitgaat (zie ook<br />
Sachs 1984). Rec<strong>en</strong>telijk is ook daadwerkelijk in meerdere onderzoek<strong>en</strong><br />
36 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
Hoofdstuk 2:<br />
AANTREKKELIJKHEID <strong>van</strong><br />
auto, fiets <strong>en</strong> OV<br />
• oordel<strong>en</strong><br />
• mate <strong>van</strong> geschiktheid<br />
• gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties
Tabel 3.1<br />
Derti<strong>en</strong><br />
kwaliteitsaspect<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
bevestigd dat het verplaats<strong>en</strong> an sich <strong>en</strong> het autorijd<strong>en</strong> in het bijzonder<br />
e<strong>en</strong> intrinsieke waarde heeft. Elem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die hierbij e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> zijn<br />
de behoefte aan avontuur, de behoefte aan afwisseling, de behoefte<br />
om alle<strong>en</strong> te zijn, <strong>en</strong> de behoefte aan autonomie <strong>en</strong> controle (<strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
overzicht, zie Mokhtarian 2005). Verder speelt e<strong>en</strong> rol dat de auto <strong>en</strong><br />
ook de fiets naast e<strong>en</strong> gebruikswaarde ook e<strong>en</strong> bezitswaarde k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>.<br />
Het bezit <strong>van</strong> auto <strong>en</strong> fiets maakt dat het anders wordt ervar<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong><br />
er mogelijk ook positiever over oordeelt dan wanneer er alle<strong>en</strong> sprake<br />
is <strong>van</strong> e<strong>en</strong> gebruikswaarde, zoals bij het op<strong>en</strong>baar vervoer (zie ook<br />
hoofdstuk 1).<br />
Couvret <strong>en</strong> Reuling (1998) hebb<strong>en</strong> als verklaring <strong>voor</strong> verschill<strong>en</strong> in<br />
waardering tuss<strong>en</strong> auto <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer naast kost<strong>en</strong>, snelheid,<br />
comfort, gemak, veiligheid, rust <strong>en</strong> plezier, ook nog gekek<strong>en</strong> naar de<br />
mate waarin m<strong>en</strong> geconfronteerd wordt met ergerniss<strong>en</strong>, vertraging<strong>en</strong>,<br />
bagageproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> milieu(on)vri<strong>en</strong>delijkheid (zie ook Harms<br />
2003, 181). In het RWS-AVV- <strong>en</strong> SCP-onderzoek is aangeslot<strong>en</strong> bij<br />
deze selectie <strong>van</strong> kwaliteitsaspect<strong>en</strong>. De mate <strong>van</strong> gepercipieerde<br />
milieuvri<strong>en</strong>delijkheid <strong>en</strong> bagagecapaciteit is hierbij buit<strong>en</strong> beschouwing<br />
gelat<strong>en</strong>. In plaats daar<strong>van</strong> is extra aandacht besteed aan de mate <strong>van</strong><br />
gepercipieerde onafhankelijkheid, flexibiliteit <strong>en</strong> veiligheid (zie tabel 3.1).<br />
37 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />
niet/ge<strong>en</strong>… … wel/zeer<br />
comfort niet comfortabel… … zeer comfortabel<br />
ergernis ge<strong>en</strong> ergerniss<strong>en</strong>… … veel ergerniss<strong>en</strong><br />
gemak niet gemakkelijk (= lastig)… … zeer gemakkelijk<br />
rustig niet rustig (= druk)… … zeer rustig<br />
vertraging<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong>… … veel vertraging<strong>en</strong><br />
goedkoop niet goedkoop (= duur)… … zeer goedkoop<br />
altijd op tijd niet (altijd) op tijd kom<strong>en</strong>… … altijd op tijd kom<strong>en</strong><br />
op je zelf niet op je zelf zijn… … wel op je zelf zijn<br />
snel niet snel (= traag)… … zeer snel<br />
plezierig niet plezierig (= vervel<strong>en</strong>d)… … zeer plezierig<br />
veilig niet veilig… … zeer veilig<br />
onafhankelijk niet onafhankelijk… … zeer onafhankelijk<br />
flexibel niet flexibel…. … zeer flexibel
Figuur 3.2<br />
Klantw<strong>en</strong>s<strong>en</strong>piramide<br />
Bron: Nederlandse<br />
Spoorweg<strong>en</strong><br />
<strong>Beleving</strong> volg<strong>en</strong>s de NS <strong>en</strong> de ANWB<br />
Volg<strong>en</strong>s onderzoek <strong>van</strong> de Nederlandse Spoorweg<strong>en</strong> bestaat er in<br />
het belang dat reizigers aan de diverse kwaliteitsaspect<strong>en</strong> hecht<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong> zekere hiërarchische gelaagdheid: betrouwbaarheid <strong>en</strong> veiligheid<br />
behor<strong>en</strong> tot de belangrijkste rand<strong>voor</strong>waard<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het gebruik <strong>van</strong><br />
auto of op<strong>en</strong>baar vervoer. Pas als hier tot op zekere hoogte aan is<br />
voldaan krijgt m<strong>en</strong> oog <strong>voor</strong> andere aspect<strong>en</strong> zoals gemak <strong>en</strong> comfort<br />
(Van Hag<strong>en</strong> 2000; Van Hag<strong>en</strong> <strong>en</strong> Scheffer 2005). De basisbehoeft<strong>en</strong><br />
zoals veiligheid <strong>en</strong> betrouwbaarheid hebb<strong>en</strong> betrekking op het<br />
minimaliser<strong>en</strong> <strong>van</strong> de gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> dissatisfactie, terwijl de aanvull<strong>en</strong>de<br />
behoeft<strong>en</strong> eerder gericht zijn op het maximaliser<strong>en</strong> <strong>van</strong> de<br />
gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> satisfactie. Verder wijst het onderzoek <strong>van</strong> de NS op de<br />
verschill<strong>en</strong> in beleving naar verplaatsingsmotiev<strong>en</strong>: Bij de meer noodzakelijke<br />
vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> (bijv. <strong>van</strong> <strong>en</strong> naar het werk) is snelheid<br />
<strong>en</strong> betrouwbaarheid <strong>van</strong> belang, terwijl bij vrijetijdstripjes meer waarde<br />
wordt gehecht aan zak<strong>en</strong> zoals comfort <strong>en</strong> beleving (zie figuur 3.2).<br />
Sociale<br />
veiligheid<br />
Gemak<br />
<strong>Beleving</strong><br />
Comfort<br />
Snelheid<br />
Betrouwbaarheid<br />
Ook de ANWB heeft onderzoek verricht naar verschill<strong>en</strong> in<br />
waardering <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (ANWB 2005).<br />
Verklaring<strong>en</strong> die zij noem<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de overweg<strong>en</strong>d positieve<br />
waardering <strong>van</strong> de auto zijn de gebod<strong>en</strong> onafhankelijkheid,<br />
de vrijheid, de flexibiliteit, het comfort <strong>en</strong> de privacy. Nadel<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> het autogebruik zijn agressieve <strong>en</strong> onveilig rijd<strong>en</strong>de<br />
medeweggebruikers, de files, de hoge kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> het autogebruik<br />
<strong>en</strong> de luchtvervuiling die ermee gepaard gaat. Het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
38 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
Klantw<strong>en</strong>s<strong>en</strong>piramide<br />
5. Emoties:<br />
waardevolle tijdbeleving<br />
‘lust’: ontspann<strong>en</strong> reiz<strong>en</strong><br />
4. Lichamelijke inspanning:<br />
reisgerief staat c<strong>en</strong>traal<br />
3. Geestelijke inspanning:<br />
gedoe is taboe<br />
‘must’: snel reiz<strong>en</strong><br />
2. Reistijd <strong>van</strong> deur tot deur:<br />
hoe sneller hoe beter<br />
1. Vertrouw<strong>en</strong>:<br />
veilige reis, do<strong>en</strong> wat<br />
verwacht <strong>en</strong> beloofd wordt
k<strong>en</strong>t volg<strong>en</strong>s de onderzoeksresultat<strong>en</strong> <strong>van</strong> de ANWB veel minder<br />
<strong>voor</strong>del<strong>en</strong> dan de auto. De meest gewaardeerde <strong>voor</strong>del<strong>en</strong> zijn de<br />
afwezigheid <strong>van</strong> de nadel<strong>en</strong> <strong>van</strong> het autorijd<strong>en</strong>: het niet hoev<strong>en</strong><br />
zoek<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> parkeerplaats, het hebb<strong>en</strong> <strong>van</strong> tijd om onderweg<br />
iets anders te do<strong>en</strong> <strong>en</strong> het niet in de file staan. Daar staan echter<br />
vele nadel<strong>en</strong> <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer teg<strong>en</strong>over: het is duur, niet<br />
snel g<strong>en</strong>oeg, er is ge<strong>en</strong> privacy, er is niet altijd e<strong>en</strong> zitplaats <strong>en</strong> qua<br />
reistijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> reisbestemming<strong>en</strong> is het weinig flexibel.<br />
3.3 Kwaliteitsaspect<strong>en</strong><br />
Uit de waardering <strong>van</strong> het auto-, fiets- <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoergebruik <strong>voor</strong><br />
woon-werkverplaatsing<strong>en</strong> op de derti<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> kwaliteitsaspect<strong>en</strong><br />
(figuur 3.3), blijkt dat de auto op alle front<strong>en</strong> beter scoort dan het<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer. Aspect<strong>en</strong> waarop de auto met name scoort zijn de<br />
gebod<strong>en</strong> onafhankelijkheid <strong>en</strong> flexibiliteit, het gemak, het comfort, de<br />
snelheid <strong>en</strong> veiligheid <strong>en</strong> het plezier dat met autorijd<strong>en</strong> gepaard gaat.<br />
Tot op zekere hoogte vertoont de fiets veel overe<strong>en</strong>komst<strong>en</strong> met de<br />
auto: alle<strong>en</strong> wat betreft het comfort <strong>en</strong> de snelheid heeft deze e<strong>en</strong><br />
fikse achterstandspositie t<strong>en</strong> opzichte <strong>van</strong> de auto. Positief scoort de<br />
tweewieler <strong>voor</strong>al op de kost<strong>en</strong> (fiets<strong>en</strong> is goedkoop), het ‘altijd op<br />
tijd kom<strong>en</strong>’, het ‘op je zelf zijn’ <strong>en</strong> de rust die het fiets<strong>en</strong> biedt. Fiets<strong>en</strong><br />
wordt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> relatief weinig geassocieerd met ergerniss<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
vertraging<strong>en</strong>. Het op<strong>en</strong>baar vervoer wordt op alle kwaliteitsaspect<strong>en</strong> lager<br />
gewaardeerd dan auto <strong>en</strong> fiets. Vooral op snelheid, kost<strong>en</strong>, het gebrek<br />
aan onafhankelijkheid, flexibiliteit, het ‘altijd op tijd kom<strong>en</strong>’ <strong>en</strong> het ‘op je<br />
zelf zijn’, maar ook op ‘plezier’ scoort het weinig positief.<br />
Niet alle<strong>en</strong> onder autogebruikers, maar ook onder de gebruikers <strong>van</strong> het<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer wordt de auto de meest positieve scores toegedicht<br />
(bijlage 2, tabel B2.1 <strong>en</strong> B2.2). Hoewel de verschill<strong>en</strong> niet groot zijn,<br />
waarder<strong>en</strong> autogebruikers de auto op alle aspect<strong>en</strong> beter dan op<strong>en</strong>baar<br />
vervoergebruikers, <strong>en</strong> is de overweg<strong>en</strong>d negatieve beoordeling <strong>van</strong> het<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer onder op<strong>en</strong>baar vervoergebruikers iets milder <strong>van</strong><br />
karakter dan onder de autogebruikers. Over het algeme<strong>en</strong> is er dus<br />
e<strong>en</strong> positief verband tuss<strong>en</strong> het gebruik <strong>en</strong> de beoordeling: hoe vaker<br />
m<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> bepaald vervoermiddel gebruik maakt, des te positiever<br />
m<strong>en</strong> er over oordeelt (figuur 3.5). Naar verplaatsingsmotiev<strong>en</strong> zijn<br />
er hoeg<strong>en</strong>aamd ge<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> in de beoordeling <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>baar vervoer. Of m<strong>en</strong> nu onderweg is <strong>voor</strong> woon-werkverkeer<br />
of <strong>voor</strong> vrijetijdsdoeleind<strong>en</strong>, de beoordeling op de onderscheid<strong>en</strong><br />
kwaliteitsaspect<strong>en</strong> blijft min of meer hetzelfde (figuur 3.4 <strong>en</strong> 3.6).<br />
39 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn
Figuur 3.3<br />
Oordeel over 13<br />
kwaliteitsaspect<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
auto-, fiets-, <strong>en</strong> OVgebruik<br />
<strong>voor</strong> woonwerkverplaatsing<strong>en</strong><br />
(%<br />
dat k<strong>en</strong>merk pass<strong>en</strong>d<br />
vindt).<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
Figuur 3.4<br />
Oordeel over 13<br />
kwaliteitsaspect<strong>en</strong><br />
auto-, fiets-, <strong>en</strong> OVgebruikgebruik<br />
<strong>voor</strong><br />
vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong><br />
(% dat k<strong>en</strong>merk<br />
pass<strong>en</strong>d vindt).<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
comfort<br />
ge<strong>en</strong> ergerniss<strong>en</strong><br />
gemakkelijk<br />
rustig<br />
ge<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong><br />
goedkoop<br />
altijd op tijd kom<strong>en</strong><br />
op je zelf zijn<br />
snelheid<br />
plezierig<br />
veilig<br />
onafhankelijkheid<br />
flexibel<br />
- 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />
= per k<strong>en</strong>merk de hoogste score over de drie vervoermiddel<strong>en</strong><br />
(bij horizontale vergelijking)<br />
comfort<br />
ge<strong>en</strong> ergerniss<strong>en</strong><br />
gemakkelijk<br />
rustig<br />
ge<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong><br />
goedkoop<br />
altijd op tijd kom<strong>en</strong><br />
op je zelf zijn<br />
snelheid<br />
plezierig<br />
veilig<br />
onafhankelijkheid<br />
flexibel<br />
= per k<strong>en</strong>merk de hoogste score over de drie vervoermiddel<strong>en</strong><br />
(bij horizontale vergelijking)<br />
40 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
- 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 - 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />
auto<br />
fiets<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
- 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 - 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 - 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />
auto<br />
fiets<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer
Figuur 3.5<br />
Oordeel over 13<br />
kwaliteitsaspect<strong>en</strong><br />
auto-, fiets-, <strong>en</strong> OVgebruik<br />
<strong>voor</strong> woonwerkverplaatsing<strong>en</strong><br />
naar mate <strong>van</strong> gebruik<br />
(% dat k<strong>en</strong>merk<br />
pass<strong>en</strong>d vindt).<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
Figuur 3.6<br />
Oordeel over 13<br />
kwaliteitsaspect<strong>en</strong><br />
auto-, fiets-, <strong>en</strong><br />
OV-gebruik <strong>voor</strong><br />
vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong><br />
naar mate <strong>van</strong> gebruik<br />
(% dat k<strong>en</strong>merk<br />
pass<strong>en</strong>d vindt).<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
comfort<br />
ge<strong>en</strong> ergerniss<strong>en</strong><br />
gemakkelijk<br />
rustig<br />
ge<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong><br />
goedkoop<br />
altijd op tijd kom<strong>en</strong><br />
op je zelf zijn<br />
snelheid<br />
plezierig<br />
veilig<br />
onafhankelijkheid<br />
flexibel<br />
comfort<br />
ge<strong>en</strong> ergerniss<strong>en</strong><br />
gemakkelijk<br />
rustig<br />
ge<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong><br />
goedkoop<br />
altijd op tijd kom<strong>en</strong><br />
op je zelf zijn<br />
snelheid<br />
plezierig<br />
veilig<br />
onafhankelijkheid<br />
flexibel<br />
- 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 - 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 - 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />
veelgebruikers auto<br />
niet-gebruikers auto<br />
- 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 - 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 - 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100<br />
veelgebruikers auto<br />
niet-gebruikers auto<br />
41 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />
veelgebruikers fiets<br />
niet-gebruikers fiets<br />
veelgebruikers fiets<br />
niet-gebruikers fiets<br />
veelgebruikers op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
niet-gebruikers op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
veelgebruikers op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
niet-gebruikers op<strong>en</strong>baar vervoer
De conclusie die uit deze analyse kan word<strong>en</strong> afgeleid is dat er grote<br />
verschill<strong>en</strong> zijn in de waardering <strong>van</strong> kwaliteitsaspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> auto, fiets<br />
<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Anders gezegd: de variatie in de (gepercipieerde)<br />
kwaliteit <strong>van</strong> het aanbod vormt e<strong>en</strong> belangrijke verklaring <strong>voor</strong> de<br />
verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong>. Op alle aspect<strong>en</strong> word<strong>en</strong> auto<br />
<strong>en</strong> fiets beter gewaardeerd dan het op<strong>en</strong>baar vervoer.<br />
3.4 Problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> knelpunt<strong>en</strong><br />
Het is heel goed d<strong>en</strong>kbaar dat files <strong>en</strong> opstopping<strong>en</strong> afbreuk do<strong>en</strong> aan<br />
de positieve waardering <strong>van</strong> de auto. Maar ook het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
wordt geconfronteerd met vertraging<strong>en</strong> <strong>en</strong> oponthoud. Meer in het<br />
algeme<strong>en</strong> kan de vraag word<strong>en</strong> gesteld met welke problem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
knelpunt<strong>en</strong> Nederlanders word<strong>en</strong> geconfronteerd bij hun verplaatsing<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> in welke mate dit doorwerkt in de verschill<strong>en</strong> in de aantrekkelijkheid<br />
<strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer?<br />
Problem<strong>en</strong> bij het autogebruik<br />
Veel automobilist<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> de bek<strong>en</strong>de knelpunt<strong>en</strong> <strong>van</strong> autogebruik<br />
in het woon-werkverkeer niet als grote problem<strong>en</strong> (figuur 3.7).<br />
Opvall<strong>en</strong>d is dat met name de dagelijkse files door de meerderheid<br />
<strong>van</strong> de automobilist<strong>en</strong> (52%) niet als e<strong>en</strong> probleem wordt gezi<strong>en</strong>.<br />
Anderzijds vindt m<strong>en</strong> files wel e<strong>en</strong> belangrijk maatschappelijk probleem:<br />
45% <strong>van</strong> de Nederlanders <strong>van</strong> 18 jaar <strong>en</strong> ouder vind<strong>en</strong> de files e<strong>en</strong><br />
ernstig probleem. Er is hier dus e<strong>en</strong> belangrijke kloof tuss<strong>en</strong> hetge<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de maatschappij als e<strong>en</strong> probleem kwalificeert, <strong>en</strong> wat m<strong>en</strong><br />
persoonlijk als probleem ervaart (zie kader). Als m<strong>en</strong> in het gebruik<br />
<strong>van</strong> de auto al persoonlijke problem<strong>en</strong> ervaart, betreft dit <strong>voor</strong>al het<br />
gedrag <strong>van</strong> medeweggebruikers (bijna 30% vindt dit e<strong>en</strong> matig tot<br />
ernstig probleem), de hoge kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> de auto (ruim e<strong>en</strong> kwart <strong>van</strong><br />
de automobilist<strong>en</strong> afficheert dit als e<strong>en</strong> matig tot ernstig probleem, zie<br />
kader), <strong>en</strong> het oponthoud dat wordt veroorzaakt door bij<strong>voor</strong>beeld<br />
stoplicht<strong>en</strong> in stedelijke gebied<strong>en</strong>.<br />
42 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Figuur 3.7<br />
Ervar<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />
bij autogebruik <strong>voor</strong><br />
woon-werkverkeer,<br />
in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
autogebruikers<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
dagelijkse files<br />
on<strong>voor</strong>spelbare files<br />
parkeergebrek<br />
Maatschappelijk <strong>en</strong> persoonlijk probleembesef<br />
Veel Nederlanders zi<strong>en</strong> files nauwelijks als e<strong>en</strong> persoonlijk<br />
probleem (figuur 3.7). M<strong>en</strong> ziet het echter wel als e<strong>en</strong> belangrijk<br />
maatschappelijk probleem. Sterker nog, de dagelijkse files<br />
word<strong>en</strong> door Nederlands het meest frequ<strong>en</strong>t als maatschappelijk,<br />
<strong>mobiliteit</strong>sgerelateerd probleem aangeduid: 45% betiteld dit<br />
als ernstig probleem. E<strong>en</strong> ander veelg<strong>en</strong>oemd maatschappelijk<br />
probleem, is de agressie op de weg <strong>en</strong> in het op<strong>en</strong>baar vervoer:<br />
Nederlanders vind<strong>en</strong> dit e<strong>en</strong> bijna ev<strong>en</strong> belangrijk probleem als<br />
de files. De door het verkeer veroorzaakte uitlaatgass<strong>en</strong> (39%)<br />
<strong>en</strong> de hoge kost<strong>en</strong> <strong>voor</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (36%) <strong>en</strong> autogebruik<br />
(34%) word<strong>en</strong> ook als majeure problem<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong>. Opvall<strong>en</strong>d<br />
g<strong>en</strong>oeg word<strong>en</strong> verkeersongevall<strong>en</strong> veel minder vaak als probleem<br />
g<strong>en</strong>oemd: nog ge<strong>en</strong> vijfde (17%) <strong>van</strong> de ondervraagd<strong>en</strong> ziet dit als<br />
e<strong>en</strong> maatschappelijk probleem.<br />
Wat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de maatschappij als e<strong>en</strong> probleem betitel<strong>en</strong>, is<br />
<strong>voor</strong> de persoonlijke situatie dus vaak veel minder of zelfs in het<br />
geheel ge<strong>en</strong> probleem. Illustratief hier<strong>voor</strong> zijn de verschill<strong>en</strong> in<br />
maatschappelijke <strong>en</strong> persoonlijke filebeleving. Andersom kunn<strong>en</strong><br />
ernstige persoonlijke problem<strong>en</strong> (bijv. naar aanleiding <strong>van</strong> e<strong>en</strong><br />
verkeersongeval) <strong>voor</strong> de maatschappij als geheel als weinig<br />
problematisch word<strong>en</strong> ervar<strong>en</strong> (verkeersveiligheid). Het verschil<br />
tuss<strong>en</strong> persoonlijk <strong>en</strong> maatschappelijk probleembesef wordt<br />
aangeduid als ‘sociaal dilemma’. E<strong>en</strong> <strong>voor</strong>beeld is het autogebruik:<br />
43 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />
kost<strong>en</strong><br />
gedrag medeweggebr.<br />
omleiding<strong>en</strong><br />
oponthoud<br />
inspann<strong>en</strong>d rijd<strong>en</strong><br />
(1) Ge<strong>en</strong> probleem (2) (3) (4) (5) Ernstig probleem<br />
verkeersveiligheid
Figuur 3.8<br />
Ervar<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />
bij autogebruik <strong>voor</strong><br />
woon-werkverkeer,<br />
in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
autogebruikers die één<br />
of meerdere dag<strong>en</strong> per<br />
week in de file staan<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
de bat<strong>en</strong> hier<strong>van</strong> zijn alle<strong>en</strong> zichtbaar op individueel niveau<br />
(biedt het individu ontplooiings- <strong>en</strong> participatiekans<strong>en</strong>), terwijl<br />
de keerzijd<strong>en</strong> zich primair do<strong>en</strong> geld<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de maatschappij<br />
als geheel (de maatschappij wordt belast met verkeersdrukte,<br />
leefbaarheidsschade <strong>en</strong> verkeersonveilige situaties; zie Steg <strong>en</strong><br />
Kalfs 2000).<br />
Uiteraard is de mate waarin m<strong>en</strong> iets als e<strong>en</strong> probleem ervaart<br />
afhankelijk <strong>van</strong> de vraag of <strong>en</strong> hoe vaak m<strong>en</strong> ermee wordt<br />
geconfronteerd. Dat files niet of nauwelijks als e<strong>en</strong> probleem word<strong>en</strong><br />
gezi<strong>en</strong>, komt bij<strong>voor</strong>beeld deels doordat e<strong>en</strong> groot deel <strong>van</strong> de<br />
automobilist<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>en</strong> naar het werk niet vaak in de file staan: <strong>van</strong> de<br />
totale groep autogebruik<strong>en</strong>de woon-werkfor<strong>en</strong>s<strong>en</strong> staat bijna tweederde<br />
(63%) weinig tot nooit in de file. De rester<strong>en</strong>de groep automobilist<strong>en</strong><br />
(37%) wordt één of meerdere dag<strong>en</strong> per week met files geconfronteerd.<br />
Van h<strong>en</strong> omschrijft e<strong>en</strong> kwart (25%) de dagelijkse files als e<strong>en</strong> ‘matig’<br />
probleem, <strong>en</strong> bijna e<strong>en</strong> vijfde (19%) vindt het e<strong>en</strong> ‘ernstig’ probleem<br />
(figuur 3.8). Daar staat teg<strong>en</strong>over dat nog altijd ruim e<strong>en</strong> kwart (26%)<br />
<strong>van</strong> de ‘regelmatige filerijders’ nauwelijks of helemaal ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />
heeft met de files.<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
0<br />
dagelijkse files<br />
on<strong>voor</strong>spelbare files<br />
parkeergebrek<br />
kost<strong>en</strong><br />
gedrag medeweggebr.<br />
44 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
omleiding<strong>en</strong><br />
oponthoud<br />
inspann<strong>en</strong>d rijd<strong>en</strong><br />
(1) Ge<strong>en</strong> probleem (2) (3) (4) (5) Ernstig probleem<br />
verkeersveiligheid
Hoe komt het dat veel betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> de dagelijks terugker<strong>en</strong>de files<br />
nauwelijks als e<strong>en</strong> probleem ervar<strong>en</strong>? E<strong>en</strong> mogelijke verklaring is dat<br />
het elke dag in de file staan tot op zekere hoogte ook als e<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t<br />
<strong>van</strong> rust <strong>en</strong> privacy wordt beschouwd, e<strong>en</strong> gedwong<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t <strong>van</strong><br />
onthaasting (Harms 2005b). Vooral <strong>voor</strong> dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die e<strong>en</strong> hectisch<br />
bestaan leid<strong>en</strong>, zoals tweeverdi<strong>en</strong>ers met kinder<strong>en</strong>, is de file vaak e<strong>en</strong><br />
zeer welkome buffer tuss<strong>en</strong> de ope<strong>en</strong>hoping <strong>van</strong> verplichte activiteit<strong>en</strong><br />
(zie het kader ter illustratie). E<strong>en</strong> andere verklaring is dat er <strong>voor</strong> het<br />
mer<strong>en</strong>deel <strong>van</strong> de betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong> op korte termijn ge<strong>en</strong> volwaardige<br />
oplossing<strong>en</strong> of alternatiev<strong>en</strong> <strong>voor</strong>hand<strong>en</strong> zijn, hetge<strong>en</strong> aanleiding<br />
geeft tot gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> gelat<strong>en</strong>heid <strong>en</strong> berusting. Anders gezegd: de<br />
regelmatige filerijder heeft met het vastgelop<strong>en</strong> verkeer ler<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>,<br />
m<strong>en</strong> heeft de dagelijkse ag<strong>en</strong>da er op aangepast. E<strong>en</strong> zekere mate<br />
<strong>van</strong> berusting wordt ook weerspiegeld in de mate waarin filerijders<br />
bereid zijn tot het accepter<strong>en</strong> <strong>van</strong> extra reistijd: driekwart <strong>van</strong> h<strong>en</strong><br />
zegt maximaal 15 minut<strong>en</strong> extra reistijd (bov<strong>en</strong>op de huidige reistijd),<br />
veroorzaakt door files, nog acceptabel te vind<strong>en</strong>. Overig<strong>en</strong>s is uit de<br />
gegev<strong>en</strong>s niet bek<strong>en</strong>d hoeveel vertraging de ‘regelmatige filerijders’ nu<br />
reeds ondervind<strong>en</strong>.<br />
Filegeluk<br />
Martin Bril<br />
Het mooie <strong>van</strong> in e<strong>en</strong> file staan, is dit: je b<strong>en</strong>t niet thuis, <strong>en</strong> je b<strong>en</strong>t<br />
niet op je werk. Je kunt weliswaar ge<strong>en</strong> kant op, maar je b<strong>en</strong>t zo<br />
vrij als e<strong>en</strong> vogel. Je kunt do<strong>en</strong> waar je zin in hebt, behalve rijd<strong>en</strong>,<br />
maar vergelek<strong>en</strong> met rijd<strong>en</strong> is stilstaan eig<strong>en</strong>lijk mooier, ik bedoel:<br />
rustgev<strong>en</strong>d.<br />
Achter je ligt de hectiek <strong>van</strong> het gezinslev<strong>en</strong>, jammer<strong>en</strong>de<br />
kinder<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> chagrijnige vrouw, <strong>voor</strong> je de hectiek <strong>van</strong> je werk:<br />
klag<strong>en</strong>de collega’s <strong>en</strong> e<strong>en</strong> chagrijnige baas. Zo bekek<strong>en</strong> is de file de<br />
laatste plaats waar de moderne m<strong>en</strong>s nog ev<strong>en</strong> zichzelf kan zijn. Je<br />
kijkt e<strong>en</strong>s wat naar e<strong>en</strong> weiland met e<strong>en</strong> koe er in, naar je buurman<br />
in zijn Toyota die met e<strong>en</strong> nagelschaar de har<strong>en</strong> uit zijn neus knipt,<br />
je flirt wat met dat leuke Golfje achter je, je luistert naar muziek <strong>en</strong><br />
krabt wat aan je kruis; niemand doet je wat <strong>en</strong> de airco blaast er op<br />
los.<br />
Dat is de ess<strong>en</strong>tie <strong>van</strong> het filegeluk.<br />
Niemand doet je wat, je staat vast.<br />
Daarom b<strong>en</strong> ik altijd wat achterdochtig als het gaat om het<br />
45 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn
oploss<strong>en</strong> <strong>van</strong> het fileprobleem. Want stel dat er géén files zijn,<br />
dan zit er niets anders op dan in e<strong>en</strong> rechte lijn naar je werk te<br />
scheur<strong>en</strong>, <strong>en</strong> acht uur later hetzelfde traject terug, naar huis. Dat<br />
klinkt misschi<strong>en</strong> aantrekkelijk, maar is het natuurlijk helemaal niet:<br />
weer die korte broek aan, weer die j<strong>en</strong>gel<strong>en</strong>de kinder<strong>en</strong>, weer die<br />
vrouw met haar sores, weer die barbecue die aan moet. Allemaal<br />
ding<strong>en</strong> die je zo fijn uitstelt door in de file te staan. Stilstand is hier<br />
de ess<strong>en</strong>tie – rijd<strong>en</strong>d het lev<strong>en</strong> uitstell<strong>en</strong>, kan niet.<br />
Vroeger (…) was stilstand achteruitgang. Dat is al lang niet meer<br />
zo. Stilstand is nu <strong>voor</strong>uitgang, ja, de tijd die je doorbr<strong>en</strong>gt in de<br />
file is quality time, vergelijkbaar met de ur<strong>en</strong> die opa ooit met e<strong>en</strong><br />
grasspriet in de mond aan de waterkant doorbracht, de blik gericht<br />
op de roerloze hemel.<br />
Ongetwijfeld zijn er m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die dit niet begrijp<strong>en</strong>, maar zij<br />
hebb<strong>en</strong> het filerijd<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het stilstaan, nog niet onder de knie. Ze<br />
erger<strong>en</strong> zich in de file, ze vloek<strong>en</strong> <strong>en</strong> tier<strong>en</strong> <strong>en</strong> hal<strong>en</strong> in over de<br />
vluchtstrook, ze lev<strong>en</strong>, kortom, in onwet<strong>en</strong>dheid. Ze dol<strong>en</strong>, ze<br />
gelov<strong>en</strong> in haast. (…).<br />
Bron: Volkskrant, 6 juli 2006, p.13<br />
Constante factor in de beleving <strong>van</strong> autoreizigers, ongeacht de vraag<br />
hoe vaak zij in de file staan, betreft de ergernis die zij ondervind<strong>en</strong><br />
omtr<strong>en</strong>t het gedrag <strong>van</strong> medeweggebruikers. Hoewel er in dit<br />
onderzoek niet op door is gevraagd, is uit ander onderzoek bek<strong>en</strong>d dat<br />
hiermee vaak wordt gedoeld op agressief rijgedrag, zoals bumperklev<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> ongeoorloofde inhaalmanoeuvres (zie o.a. AVV 2004). Alle<br />
ergerniss<strong>en</strong> <strong>van</strong> de autogebruik<strong>en</strong>de woon-werkfor<strong>en</strong>s<strong>en</strong> overzi<strong>en</strong>d is dit<br />
e<strong>en</strong> groter probleem dan de dagelijkse file.<br />
Anders dan bij woon-werkverplaatsing<strong>en</strong> word<strong>en</strong> bij het autogebruik<br />
<strong>voor</strong> vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> het parker<strong>en</strong> als e<strong>en</strong><br />
probleem gezi<strong>en</strong>: ongeveer de helft <strong>van</strong> de autogebruikers kwalificeert<br />
dit als e<strong>en</strong> matig tot ernstig probleem (bijlage 3). Ruim e<strong>en</strong> derde (36%)<br />
omschrijft het gedrag <strong>van</strong> medeweggebruikers als problematisch.<br />
Problem<strong>en</strong> bij het fietsgebruik<br />
Bij het fietsgebruik word<strong>en</strong> weersomstandighed<strong>en</strong> als belangrijkste<br />
probleem aangeduid, <strong>voor</strong>al in het gebruik <strong>voor</strong> vrijetijdsdoeleind<strong>en</strong><br />
(namelijk: 37%; <strong>van</strong> de woon-werkfietsers vindt 25% de weersomstandighed<strong>en</strong><br />
problematisch, zie figuur 3.9). In het woon-werkverkeer<br />
46 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Figuur 3.9<br />
Ervar<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />
bij fietsgebruik <strong>voor</strong><br />
woon-werkverkeer, in<br />
proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> fietsgebruikers<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
Figuur 3.10<br />
Ervar<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />
bij fietsgebruik <strong>voor</strong><br />
vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong>,<br />
in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> fietsgebruikers<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
vindt e<strong>en</strong> vijfde <strong>van</strong> de fietsers het gedrag <strong>van</strong> medeweggebruikers<br />
ergerlijk; in de vrije tijd ergert ruim e<strong>en</strong> kwart zich hieraan. E<strong>en</strong><br />
specifiek vrijetijdsprobleem is de beschikbaarheid <strong>van</strong> voldo<strong>en</strong>de<br />
stallingsmogelijkhed<strong>en</strong>. Eén op de vier vrijetijdsfietsers k<strong>en</strong>schetst dit<br />
als e<strong>en</strong> matig tot ernstig probleem (figuur 3.10).<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
-<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
-<br />
oponthoud<br />
oponthoud<br />
beschikbaarheid fietspad<strong>en</strong><br />
beschikbaarheid fietspad<strong>en</strong><br />
veiligheid verkeerssituatie<br />
Problem<strong>en</strong> bij het op<strong>en</strong>baarvervoergebruik<br />
Van deg<strong>en</strong><strong>en</strong> die regelmatig gebruik mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
word<strong>en</strong> de kost<strong>en</strong> <strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong> het meest frequ<strong>en</strong>t als probleem<br />
aangeduid (figuur 3.11 <strong>en</strong> 3.12): de kost<strong>en</strong> word<strong>en</strong> door bijna de helft<br />
47 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />
stallingsmogelijkhed<strong>en</strong><br />
gedrag medeweggebruikers<br />
weersomstandighed<strong>en</strong><br />
(1) Ge<strong>en</strong> probleem (2) (3) (4) (5) Ernstig probleem<br />
veiligheid verkeerssituatie<br />
stallingsmogelijkhed<strong>en</strong><br />
gedrag medeweggebruikers<br />
weersomstandighed<strong>en</strong><br />
(1) Ge<strong>en</strong> probleem (2) (3) (4) (5) Ernstig probleem
Figuur 3.11<br />
Ervar<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />
bij OV-gebruik <strong>voor</strong><br />
woon-werkverkeer,<br />
in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong> OVgebruikers<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
Figuur 3.12<br />
Ervar<strong>en</strong> problem<strong>en</strong><br />
bij OV-gebruik <strong>voor</strong><br />
vrijetijdsverplaatsing<strong>en</strong>,<br />
in proc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
OV-gebruikers<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
<strong>van</strong> de op<strong>en</strong>baarvervoergebruikers als ernstig tot zeer ernstig probleem<br />
gekwalificeerd, <strong>voor</strong>al waar het verplaatsing<strong>en</strong> om vrijetijdsred<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
betreft. De vertraging<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> met name in het woon-werkverkeer<br />
e<strong>en</strong> belangrijke belemmering: meer dan de helft <strong>van</strong> de regelmatige<br />
op<strong>en</strong>baarvervoergebruikers k<strong>en</strong>schetst dit als e<strong>en</strong> matig tot ernstig<br />
probleem. Verder wordt in het gebruik <strong>voor</strong> woon-werkverkeer de<br />
onzekerheid over aankomst- <strong>en</strong> vertrektijd<strong>en</strong> vaak als probleem<br />
gezi<strong>en</strong>, alsmede de wachttijd<strong>en</strong> <strong>en</strong> het overstapp<strong>en</strong> dat met het<br />
op<strong>en</strong>baarvervoergebruik gepaard gaat. In de vrije tijd zijn met name<br />
de gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> onveiligheid e<strong>en</strong> vaker g<strong>en</strong>oemd probleem.<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
-<br />
70<br />
60<br />
50<br />
40<br />
30<br />
20<br />
10<br />
vertraging<strong>en</strong><br />
-<br />
vertraging<strong>en</strong><br />
wacht<strong>en</strong>/overstapp<strong>en</strong><br />
wacht<strong>en</strong>/overstapp<strong>en</strong><br />
onzekerheid aankomsttijd<strong>en</strong><br />
gebrek aan zitplaats<strong>en</strong><br />
48 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
loopafstand<strong>en</strong><br />
kost<strong>en</strong><br />
gedrag medereizigers<br />
(1) Ge<strong>en</strong> probleem (2) (3) (4) (5) Ernstig probleem<br />
onzekerheid aankomsttijd<strong>en</strong><br />
gebrek aan zitplaats<strong>en</strong><br />
loopafstand<strong>en</strong><br />
kost<strong>en</strong><br />
gedrag medereizigers<br />
(1) Ge<strong>en</strong> probleem (2) (3) (4) (5) Ernstig probleem<br />
agressie/onveiligheid<br />
agressie/onveiligheid
Gevoel<strong>en</strong>s bij files <strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong><br />
Files lijk<strong>en</strong> veelal gepaard te gaan met gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> berusting; bij<br />
ruim e<strong>en</strong> derde <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die wel e<strong>en</strong>s in de file staan gaat dit<br />
vaak tot heel vaak gepaard met gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> berusting. Irritatie<br />
<strong>en</strong> frustratie kom<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> veel minder <strong>voor</strong> (in respectievelijk<br />
23% <strong>en</strong> 17% <strong>van</strong> de gevall<strong>en</strong>). Vermoedelijk geldt dit <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong><br />
de dagelijkse <strong>voor</strong>spelbare files, die <strong>voor</strong> vel<strong>en</strong> zijn verword<strong>en</strong><br />
tot e<strong>en</strong> routine in het spectrum aan ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de activiteit<strong>en</strong>.<br />
Opvall<strong>en</strong>d is dat vertraging<strong>en</strong> in het op<strong>en</strong>baar vervoer juist wel veel<br />
vaker irritaties <strong>en</strong> frustraties oproep<strong>en</strong> <strong>en</strong> (iets) minder vaak gepaard<br />
gaan met gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> berusting dan het geval is bij filerijders.<br />
49 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />
files auto vertraging<strong>en</strong> OV<br />
% reizigers dat vaak<br />
tot heel vaak gevoel<strong>en</strong>s <strong>van</strong> … ervaart<br />
berusting 34 28<br />
irritatie 23 46<br />
frustratie 17 33<br />
Bron: RWS-AVV/SCP (MB 2005)<br />
Dat vertraging<strong>en</strong> in het op<strong>en</strong>baar vervoer meer irritatie <strong>en</strong> frustratie<br />
oproep<strong>en</strong> dan de dagelijkse files wijst mogelijk eerder op het<br />
feit dat het op<strong>en</strong>baar vervoer als systeem in de praktijk goed<br />
functioneert dan dat er sprake is <strong>van</strong> disfunctioner<strong>en</strong> (85% <strong>van</strong> de<br />
trein<strong>en</strong> arriveert binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> marge <strong>van</strong> 3 minut<strong>en</strong> op de plaats <strong>van</strong><br />
bestemming). De verplaatsing<strong>en</strong> per auto hebb<strong>en</strong> daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> juist<br />
in to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>de mate te kamp<strong>en</strong> met onbetrouwbare reistijd<strong>en</strong> (ter<br />
vergelijking: het is bijna ond<strong>en</strong>kbaar dat 85% <strong>van</strong> de autoritt<strong>en</strong> op<br />
e<strong>en</strong> <strong>voor</strong>af vastgestelde tijd met e<strong>en</strong> marge <strong>van</strong> 3 minut<strong>en</strong> op de<br />
plaats <strong>van</strong> bestemming arriveert). K<strong>en</strong>nelijk heeft m<strong>en</strong> met de files<br />
ler<strong>en</strong> lev<strong>en</strong>, m<strong>en</strong> berust in de situatie.<br />
E<strong>en</strong> geheel andere verklaring is geleg<strong>en</strong> in de theorie <strong>van</strong> de<br />
cognitieve dissonantiereductie: die stelt dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gemaakte keuz<strong>en</strong><br />
positief bevestig<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderstrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> alles wat het teg<strong>en</strong>deel<br />
bewijst onderschatt<strong>en</strong> of relativer<strong>en</strong>. Hoewel zowel aan files als aan<br />
vertraging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> systeemfal<strong>en</strong> t<strong>en</strong> grondslag ligt, is het in de file<br />
staan tot op zekere hoogte e<strong>en</strong> individuele keuze (je hebt zelf het<br />
stuur in hand<strong>en</strong>, jij b<strong>en</strong>t het die in de file staat: ‘ik sta in de file’),
terwijl vertraging<strong>en</strong> e<strong>en</strong> meer opgelegd <strong>en</strong> vaker ook onverwachts<br />
karakter hebb<strong>en</strong> (niet jij als persoon hebt vertraging, maar de trein<br />
heeft vertraging <strong>en</strong> de schuld daar<strong>van</strong> ligt altijd geheel buit<strong>en</strong> jezelf).<br />
Het buit<strong>en</strong> jezelf plaats<strong>en</strong> <strong>van</strong> de schuld (extern attribuer<strong>en</strong>) maakt<br />
dat er minder snel sprake is <strong>van</strong> cognitieve dissonantiereductie <strong>en</strong><br />
juist sneller irritatie <strong>en</strong> frustratie kan optred<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> laatste verklaring<br />
<strong>voor</strong> de berusting is de file als mom<strong>en</strong>t <strong>van</strong> rust, de mogelijkheid<br />
om temidd<strong>en</strong> <strong>van</strong> al die andere automobilist<strong>en</strong> ev<strong>en</strong> helemaal alle<strong>en</strong><br />
te zijn, <strong>voor</strong>zi<strong>en</strong> <strong>van</strong> alle comfort <strong>en</strong> luxe <strong>van</strong> wat vaak al bijna<br />
functioneert als tweede huiskamer. Anderzijds hebb<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baarvervoergebruikers<br />
die mogelijkheid ook: zij zitt<strong>en</strong> in anonimiteit in<br />
de trein <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ontspann<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet<strong>en</strong> <strong>van</strong> het lez<strong>en</strong> <strong>van</strong> boek<strong>en</strong><br />
of tijdschrift<strong>en</strong> of het luister<strong>en</strong> naar muziek.<br />
Kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> auto <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer vergelek<strong>en</strong><br />
“De hoge b<strong>en</strong>zineprijz<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> overal in Europa <strong>voor</strong> beroering.<br />
Bij burgers, bedrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> politici. In Hongarije verlaagt de<br />
c<strong>en</strong>trum-linkse regering <strong>van</strong> Hongarije e<strong>en</strong> dezer dag<strong>en</strong> de BTW<br />
op brandstoff<strong>en</strong> (…). De Belgische regering heeft aangekondigd<br />
comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de maatregel<strong>en</strong> te nem<strong>en</strong> <strong>van</strong>wege de hoge olieprijs.<br />
In Groot-Brittannië, waar de prijs <strong>van</strong> e<strong>en</strong> liter b<strong>en</strong>zine de<br />
afgelop<strong>en</strong> dag<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> het pond uitsteeg, keerd<strong>en</strong> woed<strong>en</strong>de<br />
vervoerders zich teg<strong>en</strong> de oliemaatschappij<strong>en</strong>. De Nederlandse<br />
regering doet <strong>voor</strong>alsnog weinig om de hoge kost<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
automobilist<strong>en</strong> te verzacht<strong>en</strong>.”<br />
Bron: NRC-Handelsblad, 15 september 2005, p. 6<br />
Afgelop<strong>en</strong> jar<strong>en</strong> zijn de emoties soms hoog opgelop<strong>en</strong> over de<br />
bedrag<strong>en</strong> die Nederlanders moet<strong>en</strong> betal<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het vull<strong>en</strong> <strong>van</strong> hun<br />
brandstoftank. Anders dan veelal wordt gedacht zijn de kost<strong>en</strong> <strong>voor</strong><br />
bezit <strong>en</strong> gebruik <strong>van</strong> de auto de afgelop<strong>en</strong> dec<strong>en</strong>nia echter nauwelijks<br />
veranderd. In e<strong>en</strong> onderzoek <strong>van</strong> de Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bond (2004) is<br />
becijferd dat zowel de vaste kost<strong>en</strong> als de variabele kost<strong>en</strong> (ofwel de<br />
bezits- <strong>en</strong> gebruikkost<strong>en</strong>) weliswaar in absolute zin flink zijn gesteg<strong>en</strong>,<br />
maar indi<strong>en</strong> gecorrigeerd <strong>voor</strong> inflatie ongeveer op het prijspeil ligg<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> 1980. Sinds 1994 houd<strong>en</strong> de prijsstijging<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het bezit <strong>van</strong><br />
de auto min of meer gelijke tred met de inflatie. Ook de hoogte<br />
<strong>van</strong> de brandstofkost<strong>en</strong> valt bij nader inzi<strong>en</strong> erg mee. Want hoewel<br />
50 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Figuur 3.13<br />
Gepercipieerde kost<strong>en</strong><br />
auto- <strong>en</strong> OV-gebruik.<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
zich de laatste jar<strong>en</strong> (met name in de periode na 1999) stapsgewijs<br />
aanzi<strong>en</strong>lijke stijging<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong>gedaan in de kost<strong>en</strong> <strong>voor</strong> b<strong>en</strong>zine<br />
<strong>en</strong> diesel, lag het prijsniveau in 2003 gecorrigeerd <strong>voor</strong> inflatie nog<br />
altijd onder dat <strong>van</strong> 1980 (Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bond 2004). De laatste jar<strong>en</strong><br />
is de prijs <strong>voor</strong> het autogebruik onder invloed <strong>van</strong> de toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong><br />
brandstofkost<strong>en</strong> ev<strong>en</strong>wel sneller gesteg<strong>en</strong> dan de algem<strong>en</strong>e inflatie,<br />
afgemet<strong>en</strong> aan de consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>prijsindex. Ook de kost<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het<br />
OV-gebruik zijn de laatste jar<strong>en</strong> meer dan gemiddeld gesteg<strong>en</strong>, met<br />
name sinds 2003 (KiM 2007).<br />
In absolute term<strong>en</strong> is het gebruik <strong>van</strong> de auto echter nog altijd aanzi<strong>en</strong>lijk<br />
duurder dan het gebruik <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer. De auto<br />
kost gemiddeld 0,40 euroc<strong>en</strong>t per kilometer (brandstofgebruik plus<br />
de kost<strong>en</strong> <strong>voor</strong> weg<strong>en</strong>belasting, verzekering <strong>en</strong> onderhoud), de trein<br />
kost de reiziger gemiddeld 0,12 euroc<strong>en</strong>t per kilometer (KiM 2007).<br />
In hoeverre strok<strong>en</strong> de objectieve ontwikkeling<strong>en</strong> in de<br />
betaalbaarheid <strong>van</strong> de <strong>mobiliteit</strong> met de opvatting<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> hierover? Het onderzoek wijst uit dat e<strong>en</strong> derde <strong>van</strong> de<br />
Nederlanders het gebruik <strong>van</strong> de auto heel erg duur vindt (figuur<br />
3.13). Op<strong>en</strong>baar vervoer wordt door ruim 40% heel erg duur<br />
gevond<strong>en</strong>. De eig<strong>en</strong> ervaring speelt hier overig<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> grote rol:<br />
op<strong>en</strong>baarvervoergebruikers vind<strong>en</strong> de auto vaker (heel erg) duur<br />
dan het op<strong>en</strong>baar vervoer, terwijl autogebruikers juist vaker het<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer als duur kwalificer<strong>en</strong>.<br />
heel erg duur<br />
6<br />
5<br />
4<br />
3<br />
2<br />
heel goedkoop<br />
0% 10% 20% 30% 40% 50%<br />
51 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
auto
De resultat<strong>en</strong> overzi<strong>en</strong>d wordt duidelijk dat files <strong>en</strong> opstopping<strong>en</strong> niet<br />
als e<strong>en</strong> grote belemmering word<strong>en</strong> beschouwd <strong>voor</strong> het gebruik <strong>van</strong><br />
de auto. Bij het op<strong>en</strong>baar vervoer vorm<strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong> <strong>en</strong> oponthoud<br />
wel e<strong>en</strong> grote bron <strong>van</strong> irritatie <strong>en</strong> frustratie. Veel belangrijker <strong>voor</strong><br />
de <strong>beeldvorming</strong> <strong>en</strong> aantrekkelijkheid <strong>van</strong> met name de auto lijkt het<br />
gedrag <strong>van</strong> medeweggebruikers. Daarbij moet onder andere word<strong>en</strong><br />
gedacht aan agressief rijgedrag, zoals bumperklev<strong>en</strong> <strong>en</strong> ongeoorloofde<br />
inhaalmanoeuvres. Ook bij de fiets speelt het gedrag <strong>van</strong> andere<br />
weggebruikers e<strong>en</strong> belangrijke rol in de beleving <strong>van</strong> het onderweg zijn.<br />
Belangrijkste belemmering <strong>voor</strong> het fiets<strong>en</strong> is ev<strong>en</strong>wel e<strong>en</strong> nauwelijks<br />
beïnvloedbare factor, namelijk het weer.<br />
52 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
4. K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong><br />
.....................................................................................................................<br />
4.1 Leefsituatie<br />
Over het algeme<strong>en</strong> oordel<strong>en</strong> Nederlanders het meest positief over de<br />
auto, op de voet gevolgd door de fiets <strong>en</strong> op afstand het op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer, dat op veel aspect<strong>en</strong> juist laag wordt gewaardeerd. In het<br />
vorige hoofdstuk is geconstateerd dat k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn<br />
e<strong>en</strong> belangrijke verklaring zijn <strong>voor</strong> de verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid. In<br />
dit hoofdstuk wordt gekek<strong>en</strong> of <strong>en</strong> in welke mate de aantrekkelijkheid<br />
ook e<strong>en</strong> uitkomst is <strong>van</strong> de leefsituatie <strong>van</strong> Nederlanders. Anders<br />
gezegd: hoe varieert de beoordeling <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer naar k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals leeftijd <strong>en</strong> geslacht, gezinssam<strong>en</strong>stelling,<br />
opleidingsniveau, maatschappelijke participatie <strong>en</strong> woonsituatie?<br />
In paragraaf 4.2 wordt eerst gekek<strong>en</strong> naar de bestaande inzicht<strong>en</strong><br />
op dit terrein. Vervolg<strong>en</strong>s wordt in paragraaf 4.3 op basis <strong>van</strong> de<br />
verzamelde onderzoeksgegev<strong>en</strong>s gekek<strong>en</strong> in hoeverre de beoordeling<br />
<strong>en</strong> waardering <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer variër<strong>en</strong> naar<br />
achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.<br />
4.2 Bestaande inzicht<strong>en</strong><br />
Er is reeds het e<strong>en</strong> <strong>en</strong> ander aan onderzoek verricht dat er op wijst<br />
dat de aantrekkelijkheid <strong>en</strong> waardering <strong>van</strong> vervoermiddel<strong>en</strong> eerder<br />
sam<strong>en</strong>hangt met de leefsituatie <strong>van</strong> gebruikers dan met de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> de vervoermiddel<strong>en</strong>. Volg<strong>en</strong>s deze red<strong>en</strong>ering is de leefsituatie<br />
<strong>van</strong> invloed op de waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> attitud<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> er op nahoud<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> deze kleur<strong>en</strong> weer de wijze waarop m<strong>en</strong> het lev<strong>en</strong> beleeft, ervaart<br />
<strong>en</strong> waardeert. Ook de gepercipieerde aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto,<br />
fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer wordt hierdoor beïnvloed. Zo zull<strong>en</strong> oudere<br />
alle<strong>en</strong>staand<strong>en</strong> anders d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over de auto dan jonge gezinn<strong>en</strong> met<br />
kinder<strong>en</strong>, plattelandsbewoners e<strong>en</strong> andere waardering hebb<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer dan stedeling<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong> er met het rijd<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
A naar B e<strong>en</strong> andere beleving op nahoud<strong>en</strong> dan mann<strong>en</strong>.<br />
Dat de leefsituatie <strong>van</strong> invloed is op de <strong>mobiliteit</strong> (<strong>en</strong> daarmee impliciet<br />
ook op de beleving) is onder andere betoogd door de Zweedse<br />
geograaf Hägerstrand in zijn inmiddels klassieke studie uit 1970 met<br />
de veelzegg<strong>en</strong>de titel What about people?. Niet het verkeer- <strong>en</strong><br />
vervoersysteem moest volg<strong>en</strong>s hem het uitgangspunt zijn <strong>van</strong> onderzoek<br />
naar <strong>mobiliteit</strong>, maar de m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> zijn leefsituatie. Als reactie hierop<br />
volgd<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig <strong>van</strong> de vorige eeuw meerdere onderzoek<strong>en</strong><br />
waarin de m<strong>en</strong>s <strong>en</strong> zijn leefsituatie het uitgangspunt vormd<strong>en</strong>. E<strong>en</strong><br />
belangrijke verteg<strong>en</strong>woordiger <strong>van</strong> deze onderzoeksstroming was Ian<br />
53 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong>
Cull<strong>en</strong> <strong>van</strong> London’s University College, die <strong>van</strong>af medio jar<strong>en</strong> zev<strong>en</strong>tig<br />
e<strong>en</strong> nieuwe variant op de bestudering <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>sgedrag uitwerkte<br />
(Cull<strong>en</strong> et al. 1972). Volg<strong>en</strong>s Cull<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> met name ‘zelfgekoz<strong>en</strong>’<br />
beperking<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke rol in de totstandkoming <strong>van</strong> dagelijks<br />
<strong>mobiliteit</strong>sgedrag. Daarmee doelt hij op de ‘lev<strong>en</strong>skeuz<strong>en</strong>’ die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
mak<strong>en</strong>, zoals het hebb<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> partner, kinder<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde<br />
opleiding. Ook de bewuste keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> bepaalde woning <strong>en</strong><br />
werkplek, of de aankoop <strong>van</strong> e<strong>en</strong> auto behor<strong>en</strong> hiertoe. Het zijn deze<br />
zelfopgelegde lev<strong>en</strong>skeuz<strong>en</strong> (tezam<strong>en</strong> met andere beperking<strong>en</strong> buit<strong>en</strong><br />
de eig<strong>en</strong> invloedssfeer) die het verloop <strong>van</strong> de dagelijks terugker<strong>en</strong>de<br />
activiteit<strong>en</strong>patron<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>mobiliteit</strong>sgedrag <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> langere periode<br />
vastlegg<strong>en</strong>. In meerdere empirische studies heeft Cull<strong>en</strong> het belang<br />
aangetoond <strong>van</strong> dit onderscheid tuss<strong>en</strong> bewuste afweging<strong>en</strong> op langere<br />
termijn <strong>en</strong>erzijds, <strong>en</strong> het repeter<strong>en</strong>d <strong>en</strong> routinematig verlop<strong>en</strong> <strong>van</strong> het<br />
dagelijks lev<strong>en</strong> anderzijds (zie onder andere Cull<strong>en</strong> <strong>en</strong> Godson 1975;<br />
Cull<strong>en</strong> 1978). Maar Cull<strong>en</strong> staat hierin niet alle<strong>en</strong>. In vele andere, vaak<br />
soortgelijke studies zijn vergelijkbare relaties tuss<strong>en</strong> persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong>erzijds <strong>en</strong> <strong>mobiliteit</strong>sgedrag anderzijds aangetoond (zonder uitputt<strong>en</strong>d<br />
te zijn kan hierbij onder andere word<strong>en</strong> verwez<strong>en</strong> naar de studies <strong>van</strong><br />
Salamon <strong>en</strong> B<strong>en</strong>-Akiva (1983) <strong>en</strong> het werk <strong>van</strong> Dijst (bijv. Dijst 2006)).<br />
De dagelijkse activiteit<strong>en</strong>patron<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s deze<br />
onderzoekstraditie het kader waarbinn<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> ervaring<strong>en</strong> opdo<strong>en</strong>,<br />
hun leefsituatie evaluer<strong>en</strong> <strong>en</strong> behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>keur<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong>.<br />
Ingegev<strong>en</strong> door negatieve of positieve ervaring<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> die<br />
behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>voor</strong>keur<strong>en</strong> aanleiding gev<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> herzi<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de<br />
langetermijnkeuz<strong>en</strong> (bijv. andere woning, andere baan), waarna ook<br />
de context <strong>voor</strong> het dagelijks handel<strong>en</strong> opnieuw <strong>voor</strong> langere tijd zal<br />
word<strong>en</strong> vastgelegd (Parkes <strong>en</strong> Thrift 1980, 219).<br />
De implicatie <strong>van</strong> deze onderzoekslijn is dat de leefsituatie <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
de uitkomst is <strong>van</strong> (zelfopgelegde) lev<strong>en</strong>skeuz<strong>en</strong>, <strong>en</strong> dat die weer in<br />
belangrijke mate bepal<strong>en</strong>d zijn <strong>voor</strong> het (dagelijkse) <strong>mobiliteit</strong>sgedrag<br />
<strong>en</strong> de waardering <strong>en</strong> beleving hier<strong>van</strong>. De leefsituatie kan daarbij<br />
gedefinieerd word<strong>en</strong> als het soort gezin waar m<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> uitmaakt, de<br />
woning <strong>en</strong> woonlocatie, de maatschappelijke participatie <strong>van</strong> person<strong>en</strong>,<br />
het opleidingsniveau <strong>en</strong> het inkom<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong> g<strong>en</strong>iet, alsmede meer<br />
structurele k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals leeftijd <strong>en</strong> geslacht.<br />
54 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Leefstijl<strong>en</strong><br />
In het verl<strong>en</strong>gde <strong>van</strong> de leefsituatie is in andere onderzoek<strong>en</strong> ook<br />
gewez<strong>en</strong> op het belang <strong>van</strong> leefstijl<strong>en</strong>. Daarmee wordt gedoeld op<br />
de norm<strong>en</strong>- <strong>en</strong> waard<strong>en</strong>patron<strong>en</strong> <strong>van</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gedrag dat<br />
hier<strong>van</strong> de resultante is (zie bijv. Ganzeboom 1988; Regterschot<br />
2002). Leefstijl<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dus niet betrekking op sociaalstructurele<br />
k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals leeftijd, geslacht <strong>en</strong> opleidingsniveau,<br />
maar op de waard<strong>en</strong> <strong>en</strong> norm<strong>en</strong> die m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> eropna houd<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> die ertoe kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> vergelijkbare<br />
maatschappelijke positie toch geheel verschill<strong>en</strong>de gedraging<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> verton<strong>en</strong> (of andersom: verschill<strong>en</strong>de maatschappelijke<br />
posities, <strong>en</strong> toch vergelijkbaar gedrag). E<strong>en</strong> goed <strong>voor</strong>beeld<br />
hier<strong>van</strong> is de keuze <strong>voor</strong> bepaalde auto’s: Waarom kiez<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong>zelfde leefsituatie de <strong>en</strong>e keer <strong>voor</strong> Duitse degelijkheid <strong>en</strong><br />
dus bij<strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> Volkswag<strong>en</strong>, terwijl e<strong>en</strong> ander Italiaanse<br />
vormgeving <strong>en</strong> stijl prefereert, <strong>en</strong> dus <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> Alfa Romeo kiest?<br />
Volg<strong>en</strong>s commerciële onderzoeksbureaus bied<strong>en</strong> leefstijl<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
de daarop gebaseerde typologieën <strong>van</strong> ‘soort<strong>en</strong>’ m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> hier<br />
uitkomst.<br />
E<strong>en</strong> domeinspecifieke typologie <strong>van</strong> leefstijl<strong>en</strong> is die <strong>van</strong><br />
Rijkswaterstaat Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer (Need <strong>en</strong> Van<br />
’t Hof 2005), waarbij Nederlanders zijn gecategoriseerd op basis<br />
zev<strong>en</strong>ti<strong>en</strong> stelling<strong>en</strong> over verkeer <strong>en</strong> vervoer in:<br />
• G<strong>en</strong>ieters (17%): ervar<strong>en</strong> onderweg zijn als prettig <strong>en</strong> gaan<br />
met e<strong>en</strong> ontspann<strong>en</strong> manier met de tijd om, negatieve aspect<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> zoals files kan m<strong>en</strong> goed relativer<strong>en</strong>.<br />
• Berusters (15%): zi<strong>en</strong> <strong>mobiliteit</strong> als e<strong>en</strong> noodzakelijk kwaad dat<br />
bij het lev<strong>en</strong> hoort. Reiz<strong>en</strong> wordt vaak als onprettig ervar<strong>en</strong>,<br />
maar toch neemt m<strong>en</strong> de situatie <strong>voor</strong> wat die is. E<strong>en</strong> goed<br />
<strong>voor</strong>beeld zijn de files: deze zijn niet leuk, maar je erover<br />
opwind<strong>en</strong> is zinloos.<br />
• Prestatiegericht<strong>en</strong> (14%): zi<strong>en</strong> <strong>mobiliteit</strong> als symbool <strong>voor</strong><br />
onafhankelijkheid, de mogelijkheid om te gaan <strong>en</strong> staan waar<br />
<strong>en</strong> wanneer m<strong>en</strong> wil. Mobiliteit vormt daarnaast ook e<strong>en</strong><br />
uiting <strong>van</strong> de maatschappelijke positie; <strong>mobiliteit</strong> als middel om<br />
ander<strong>en</strong> te ton<strong>en</strong> hoe succesvol <strong>en</strong> ‘druk’ je b<strong>en</strong>t.<br />
• Doelgericht<strong>en</strong> (26%): zi<strong>en</strong> <strong>mobiliteit</strong> als e<strong>en</strong> functioneel<br />
middel om <strong>van</strong> A naar B te kom<strong>en</strong>. Reiz<strong>en</strong> op zich is niet leuk,<br />
moet dus ook zoveel mogelijk word<strong>en</strong> beperkt <strong>en</strong> zo efficiënt<br />
mogelijk word<strong>en</strong> afgewikkeld.<br />
55 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong>
Figuur 4.1<br />
Leefstijl<strong>en</strong> <strong>en</strong> de NS<br />
• Bewust<strong>en</strong> (17%): mak<strong>en</strong> doorgaans e<strong>en</strong> weloverwog<strong>en</strong><br />
keuze <strong>voor</strong> e<strong>en</strong> vervoermiddel, waarbij criteria zoals<br />
weersomstandighed<strong>en</strong>, beschikbare hoeveelheid tijd,<br />
gezelschap, maar ook milieu, lichamelijke beweging <strong>en</strong> de<br />
mogelijkheid tot ontspanning e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>.<br />
De NS heeft op basis <strong>van</strong> eig<strong>en</strong> onderzoek e<strong>en</strong> soortgelijke<br />
indeling ontwikkeld (figuur 4.1). De treinreis wordt door reizigers<br />
verschill<strong>en</strong>d beleefd, afhankelijk <strong>van</strong> de persoonlijke behoeft<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
m<strong>en</strong>s<strong>en</strong>. Zo zijn bepaalde m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de reis meer op ander<strong>en</strong><br />
gericht of meer op zichzelf <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zij actief of passief omgaan<br />
met de buit<strong>en</strong>wereld. Op basis hier<strong>van</strong> kunn<strong>en</strong> reizigers word<strong>en</strong><br />
gesegm<strong>en</strong>teerd naar zes motivationele groep<strong>en</strong> (Hag<strong>en</strong> et al.<br />
2005), die verschill<strong>en</strong>de behoeft<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Met deze k<strong>en</strong>nis kan<br />
de di<strong>en</strong>stverl<strong>en</strong>ing <strong>van</strong> de NS meer op maat word<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong>,<br />
pass<strong>en</strong>d bij de behoeft<strong>en</strong> <strong>van</strong> verschill<strong>en</strong>de reizigersgroep<strong>en</strong>.<br />
Deel uitmak<strong>en</strong> <strong>van</strong> e<strong>en</strong> groep<br />
Onderling<br />
plezier &<br />
gezelligheid<br />
Gemak,<br />
ongecompliceerd &<br />
zonder zorg<strong>en</strong><br />
Gezelligheidszoeker<br />
25%<br />
Zekerheid,<br />
veiligheid &<br />
bescherming<br />
Zekerheidszoeker<br />
14%<br />
In dit onderzoek zal ge<strong>en</strong> gebruik word<strong>en</strong> gemaakt <strong>van</strong> leefstijl<strong>en</strong>. De<br />
red<strong>en</strong> hier<strong>voor</strong> is het ontbrek<strong>en</strong> <strong>van</strong> de hier<strong>voor</strong> geschikte variabel<strong>en</strong><br />
in het onderzoeksmateriaal. Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> mag word<strong>en</strong> verondersteld dat<br />
de leefsituatie <strong>en</strong> de hieraan gekoppelde persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> al e<strong>en</strong><br />
belangrijk deel <strong>van</strong> de verklaring bied<strong>en</strong> <strong>voor</strong> de verschill<strong>en</strong> in beleving<br />
<strong>en</strong> waardering <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Niettemin verdi<strong>en</strong>t<br />
het aanbeveling het gebruik <strong>van</strong> leefstijl<strong>en</strong> bij toekomstig onderzoek<br />
naar de beleving <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> in overweging te nem<strong>en</strong>.<br />
56 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
Motivationele groep<strong>en</strong> in aantal reizigers<br />
Gemakszoeker<br />
24%<br />
Actief, omgaan met<br />
de buit<strong>en</strong>wereld<br />
Passief,<br />
Gericht op de<br />
binn<strong>en</strong>wereld<br />
Lev<strong>en</strong>sverrijker<br />
11%<br />
Functionele<br />
planner<br />
14%<br />
Flexibiliteit,<br />
Fascinatie &<br />
Uitdaging<br />
Individualist<br />
12%<br />
Effici<strong>en</strong>cy,<br />
Snelheid &<br />
controle<br />
Needscope basis: treinreizigers 18+ (min. 1x per jaar met de trein reiz<strong>en</strong>d)<br />
Status, exclusiviteit<br />
& aandacht<br />
Rust & mom<strong>en</strong>t<br />
<strong>voor</strong> jezelf<br />
Niet bij e<strong>en</strong> groep hor<strong>en</strong>
4.3 Beoordeling <strong>en</strong> waardering uite<strong>en</strong>gelegd<br />
In hoeverre varieert de beoordeling <strong>en</strong> waardering <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>baar vervoer naar achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zoals leeftijd, geslacht<br />
<strong>en</strong> opleidingsniveau? Uit onderzoek op vergelijkbare gegev<strong>en</strong>s uit 1997<br />
bleek dat de verschill<strong>en</strong> in de beoordeling <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer naar achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> gering zijn (zie ook Harms 2003,<br />
181). In tabel 4.1 (<strong>en</strong> in de bijlag<strong>en</strong> 4, 5 <strong>en</strong> 6) wordt deze eerdere<br />
bevinding bevestigd: de variatie in aantrekkelijkheid <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>baar vervoer naar leefsituatiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> is veel kleiner dan de<br />
variatie in aantrekkelijkheid naar aanbodk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Er zijn echter e<strong>en</strong><br />
aantal vermeldingwaardige uitzondering<strong>en</strong> op de algem<strong>en</strong>e conclusie<br />
<strong>van</strong> minimale variatie:<br />
• Mann<strong>en</strong> kwalificer<strong>en</strong> de auto vaker als meest prettige wijze <strong>van</strong><br />
verplaats<strong>en</strong> dan vrouw<strong>en</strong>. Meer dan mann<strong>en</strong> zijn vrouw<strong>en</strong> de<br />
m<strong>en</strong>ing toegedaan dat het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> de fiets geschikte<br />
vervoerwijz<strong>en</strong> zijn (zie ook bijlage 4 <strong>en</strong> 5). In vergelijking met mann<strong>en</strong><br />
wordt de fiets door vrouw<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al in positieve zin geassocieerd<br />
met lage kost<strong>en</strong>, altijd op tijd zijn, snelheid <strong>en</strong> onafhankelijkheid<br />
(bijlage 6, tabel B6.2 <strong>en</strong> B6.5). De auto wordt door vrouw<strong>en</strong> wat<br />
vaker geassocieerd met ergerniss<strong>en</strong>, door mann<strong>en</strong> wat vaker met rust<br />
(bijlage 6, tabel B6.1 <strong>en</strong> B6.4).<br />
• Naar leeftijd blijkt dat de auto het meest populair is onder jonger<strong>en</strong>,<br />
terwijl het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> de fiets <strong>voor</strong>al door ouder<strong>en</strong> vaak<br />
word<strong>en</strong> gek<strong>en</strong>schetst als meest prettige vervoerwijze (bijlage 4). Bij<br />
de fiets neemt de categorie 75+ers e<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>de positie in. Onder<br />
h<strong>en</strong> wordt de fiets juist weinig prettig gevond<strong>en</strong>, in teg<strong>en</strong>stelling tot<br />
de jongere ouder<strong>en</strong> (65-75 jaar), hetge<strong>en</strong> vermoedelijk sam<strong>en</strong>hangt<br />
met de gebrek<strong>en</strong> waar het ouder word<strong>en</strong> mee gepaard gaat <strong>en</strong> de<br />
obstakels die dit opwerpt t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> het <strong>voor</strong>tbeweg<strong>en</strong> per<br />
tweewieler. Indi<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> wordt uitgegaan <strong>van</strong> de oordel<strong>en</strong> (tabel<br />
4.1) blijkt de auto het meest populair onder de 18 tot 24 jarig<strong>en</strong>, het<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer onder 75+ers <strong>en</strong> de fiets onder 35 tot 55 jarig<strong>en</strong>.<br />
• Lager opgeleid<strong>en</strong> oordel<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> wat positiever over de<br />
auto dan hoger opgeleid<strong>en</strong>. Over het op<strong>en</strong>baar vervoer zijn juist de<br />
hoger opgeleid<strong>en</strong> wat vaker in positieve zin te sprek<strong>en</strong>, met name<br />
t<strong>en</strong> aanzi<strong>en</strong> <strong>van</strong> de veiligheid <strong>en</strong> het plezier (bijlage 6, tabel B6.3 <strong>en</strong><br />
B6.6). Tuss<strong>en</strong> inkom<strong>en</strong>sgroep<strong>en</strong> zijn er nauwelijks verschill<strong>en</strong> in de<br />
waardering <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer.<br />
• M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> zonder rijbewijs <strong>en</strong> of auto zijn minder te sprek<strong>en</strong> over<br />
de geschiktheid <strong>van</strong> de auto, <strong>en</strong> juist positiever gestemd over de<br />
geschiktheid <strong>van</strong> de alternatiev<strong>en</strong>: op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> fiets (tabel<br />
4.1).<br />
57 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong>
Tabel 4.1<br />
% dat positief oordeelt<br />
over auto, fiets <strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>baar vervoer, naar<br />
achtergrondk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
• Naar activiteit<strong>en</strong>patron<strong>en</strong> <strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> in tijdsbesteding <strong>van</strong><br />
Nederlanders is er weinig variatie zichtbaar in de beleving <strong>en</strong><br />
beoordeling <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (tabel 4.1). M<strong>en</strong>s<strong>en</strong><br />
met e<strong>en</strong> drukke ag<strong>en</strong>da die betaalde arbeid combiner<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
substantiële hoeveelheid aan huishoudelijke tak<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> niet<br />
veel positiever over de auto of het op<strong>en</strong>baar vervoer dan ander<strong>en</strong>.<br />
Hetzelfde geldt <strong>voor</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die veel sociale <strong>en</strong> vrijetijdsactiviteit<strong>en</strong><br />
ondernem<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> uitzondering vorm<strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die vaak hun<br />
kinder<strong>en</strong> naar school of andere activiteit<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> hal<strong>en</strong>.<br />
Zij d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> iets positiever over de auto dan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die hun kinder<strong>en</strong><br />
niet of nauwelijks br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> hal<strong>en</strong>, <strong>en</strong> iets negatiever over het<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer. Ook de fiets wordt iets positiever gewaardeerd<br />
door m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die regelmatig hun kinder<strong>en</strong> br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>en</strong> hal<strong>en</strong>. Toch<br />
zijn de verschill<strong>en</strong> steevast beperkt.<br />
• T<strong>en</strong>slotte zijn er ook verschill<strong>en</strong> in beleving naar ruimtelijke<br />
k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (tabel 4.1): zo zijn plattelandsbewoners vaker in positieve<br />
zin te sprek<strong>en</strong> over de auto, terwijl het op<strong>en</strong>baar vervoer door<br />
h<strong>en</strong> juist minder vaak als positief wordt gekwalificeerd (<strong>voor</strong> e<strong>en</strong><br />
uitgebreide analyse <strong>van</strong> de verschill<strong>en</strong> in beleving tuss<strong>en</strong> stads- <strong>en</strong><br />
plattelandsbewoners zie het kader). E<strong>en</strong> ander ruimtelijk k<strong>en</strong>merk<br />
betreft de afstand <strong>van</strong> het thuisadres tot het dichtstbijzijnde<br />
treinstation (tabel 4.1). M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die op grote afstand won<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
e<strong>en</strong> station d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> minder vaak in positieve zin over het op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer, terwijl de alternatiev<strong>en</strong> (auto <strong>en</strong> fiets) juist vaker als positief<br />
word<strong>en</strong> aangemerkt.<br />
58 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
auto fiets op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer<br />
totaal (n = 1028) 86 84 26<br />
sociaal-demografische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
geslacht<br />
mann<strong>en</strong> 85 82 24<br />
vrouw<strong>en</strong> 88 87 28<br />
leeftijd<br />
18-24 jaar 99 79 20<br />
25-34 jaar 89 84 22<br />
35-54 jaar 86 87 23<br />
55-64 jaar 83 84 33<br />
65-74 jaar 81 85 31<br />
75 + jaar 80 74 53
59 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong><br />
auto fiets op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer<br />
gezinssam<strong>en</strong>stelling<br />
alle<strong>en</strong>staand 83 82 40<br />
sam<strong>en</strong>won<strong>en</strong>d zonder kinder<strong>en</strong> 86 82 26<br />
gezin met kinder<strong>en</strong> 88 89 17<br />
sociaal-economische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
opleidingsniveau<br />
lo, lbo 87 80 26<br />
mbo, havo, vwo 88 87 23<br />
hbo, wo 83 88 32<br />
inkom<strong>en</strong> (persoonlijk netto per jaar)<br />
minder dan € 7.500 88 90 29<br />
€ 7.500 tot € 15.000 88 80 21<br />
€ 15.000 tot € 22.500 82 88 30<br />
€ 22.500 tot € 30.000 86 87 28<br />
€ 30.000 of meer 90 81 24<br />
<strong>mobiliteit</strong>sk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
beschikking over e<strong>en</strong> rijbewijs?<br />
ja 88 85 24<br />
nee 72 81 49<br />
beschikking over e<strong>en</strong> auto?<br />
ja, altijd 90 85 23<br />
ja, maar niet altijd 82 87 26<br />
nee 68 81 44<br />
activiteit<strong>en</strong>patron<strong>en</strong><br />
combineert betaalde arbeid met<br />
huishoud<strong>en</strong><br />
90 84 23<br />
actief vrijetijdspatroon 89 90 26<br />
br<strong>en</strong>gt <strong>en</strong> haalt kinder<strong>en</strong> 90 89 17<br />
ruimtelijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
stedelijkheid<br />
zeer sterk stedelijk 78 82 41<br />
sterk stedelijk 85 84 30<br />
matig stedelijk 86 83 21<br />
weinig stedelijk 92 87 23<br />
niet stedelijk<br />
afstand tot meest nabije station<br />
89 86 18<br />
0-1 km 81 80 31<br />
1-2 km 84 85 31<br />
2-3 km 87 84 23<br />
3-6 km 90 86 29<br />
6 > km 87 86 18
Stad <strong>en</strong> platteland<br />
Er zijn forse verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer tuss<strong>en</strong> bewoners <strong>van</strong> stedelijke gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> bewoners<br />
<strong>van</strong> plattelandsgebied<strong>en</strong> (tabel 4.1). Hoewel het wel of niet<br />
woonachtig zijn in e<strong>en</strong> stedelijk of plattelandsgebied in zekere zin<br />
als e<strong>en</strong> persoonsk<strong>en</strong>merk kan word<strong>en</strong> aangeduid, zal de beleving<br />
er meer dan bij de andere onderscheid<strong>en</strong> leefsituatiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
sterk word<strong>en</strong> gekleurd door de verschill<strong>en</strong> in vervoersaanbod tuss<strong>en</strong><br />
stad <strong>en</strong> platteland (complicer<strong>en</strong>de factor is dat het wel of niet<br />
woonachtig zijn in stad of platteland an sich ook weer sam<strong>en</strong>hangt<br />
met andere persoonsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> – zie bijv. Ste<strong>en</strong>bekkers et al.<br />
2006): op het platteland is het aanbod <strong>van</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer<br />
nu e<strong>en</strong>maal schaarser dan in de stedelijke gebied<strong>en</strong>, is het<br />
gemakkelijker om de auto te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> is de fiets <strong>van</strong>wege de<br />
lange afstand<strong>en</strong> vaak ge<strong>en</strong> alternatief (zie ook Harms 2006).<br />
Het is dan ook weinig verwonderlijk dat m<strong>en</strong> op het platteland<br />
(gedefinieerd als de bewoners <strong>van</strong> de weinig <strong>en</strong> niet-stedelijke<br />
gebied<strong>en</strong>) positiever over de auto d<strong>en</strong>kt dan in het stedelijk gebied<br />
<strong>en</strong> dat het op<strong>en</strong>baar vervoer door plattelanders juist met wat meer<br />
scepsis wordt bejeg<strong>en</strong>d (tabel 4.1). De waardering <strong>van</strong> de fiets<br />
verschilt daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong> nauwelijks tuss<strong>en</strong> stedelijk <strong>en</strong> landelijk gebied.<br />
Verder wordt het autorijd<strong>en</strong> door bewoners <strong>van</strong> het platteland<br />
anders dan door de stedeling<strong>en</strong> minder vaak met ergerniss<strong>en</strong><br />
geassocieerd, <strong>en</strong> ook beduid<strong>en</strong>d minder met vertraging<strong>en</strong> (bijlage<br />
6, tabel B6.1). Bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> br<strong>en</strong>gt m<strong>en</strong> de auto vaker in verband<br />
met op tijd kom<strong>en</strong> <strong>en</strong> snelheid (tabel B6.1 <strong>en</strong> B6.4). E<strong>en</strong> verklaring<br />
hier<strong>voor</strong> is <strong>voor</strong> de hand ligg<strong>en</strong>d: de nadel<strong>en</strong> <strong>van</strong> het autorijd<strong>en</strong><br />
zoals congestie <strong>en</strong> vertraging<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> <strong>voor</strong>al <strong>voor</strong> in de stedelijke<br />
gebied<strong>en</strong>. Het op<strong>en</strong>baar vervoer wordt door plattelandsbewoners<br />
juist slechter beoordeeld, met name het gebruiksgemak maar<br />
ook de snelheid <strong>van</strong> OV-verplaatsing<strong>en</strong> laat te w<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over<br />
(tabel B6.3 <strong>en</strong> B6.6). Ook de fiets doet in het landelijk gebied<br />
<strong>voor</strong> bepaalde aspect<strong>en</strong> onder <strong>voor</strong> de waarde die m<strong>en</strong> er in<br />
verstedelijkt Nederland aan hecht; <strong>voor</strong>al wat betreft de snelheid<br />
<strong>en</strong> flexibiliteit oordel<strong>en</strong> plattelanders slechter over de fiets (tabel<br />
B6.5), vermoedelijk ingegev<strong>en</strong> door de gemiddeld g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> grotere<br />
afstand<strong>en</strong>.<br />
Indi<strong>en</strong> onderscheid wordt gemaakt in de waardering <strong>van</strong> stad- <strong>en</strong><br />
plattelandsbewoners naar de mate waarin m<strong>en</strong> gebruik maakt<br />
<strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer (tabel 4.2 <strong>en</strong> 4.3), valt op<br />
dat er met name verschill<strong>en</strong> bestaan tuss<strong>en</strong> stad <strong>en</strong> platteland bij<br />
60 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Tabel 4.2<br />
Aandeel <strong>van</strong> de<br />
Nederlanders dat<br />
positief oordeelt over<br />
auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer, naar stads- <strong>en</strong><br />
plattelandsbewoners <strong>en</strong><br />
mate <strong>van</strong> gebruik<br />
Bron: RWS-AVV/SCP<br />
(MB 2005)<br />
Tabel 4.3<br />
Aandeel <strong>van</strong> de<br />
Nederlanders dat<br />
negatief oordeelt<br />
over auto, fiets <strong>en</strong><br />
op<strong>en</strong>baar vervoer,<br />
naar stads- <strong>en</strong><br />
plattelandsbewoners<br />
<strong>en</strong> mate <strong>van</strong> gebruik<br />
Bron: RWS-AVV/<br />
SCP (MB 2005)<br />
de niet-gebruikers: plattelandsbewoners die nauwelijks of nooit<br />
gebruik mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer sprek<strong>en</strong> zich vaker in<br />
negatieve zin uit over het op<strong>en</strong>baar vervoer dan de niet-gebruikers<br />
in stedelijke gebied<strong>en</strong>. Over de auto wordt door niet-gebruikers<br />
juist in de stedelijke gebied<strong>en</strong> vaker e<strong>en</strong> negatief oordeel geveld<br />
<strong>en</strong> op het platteland vaker e<strong>en</strong> positief oordeel. Mogelijk is de<br />
red<strong>en</strong> <strong>voor</strong> het niet-gebruik <strong>en</strong> het daarmee sam<strong>en</strong>hang<strong>en</strong>de<br />
negatieve oordeel te herleid<strong>en</strong> tot het magere aanbod <strong>van</strong> op<strong>en</strong>baarvervoer<strong>voor</strong>zi<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
op het platteland <strong>en</strong> de belemmering<strong>en</strong><br />
<strong>voor</strong> soepel autogebruik in stedelijke gebied<strong>en</strong>. T<strong>en</strong>slotte is het<br />
opvall<strong>en</strong>d dat over de fiets door niet-gebruikers in stedelijke<br />
gebied<strong>en</strong> vaker afwijz<strong>en</strong>d wordt gedacht dan door niet-gebruik<strong>en</strong>de<br />
plattelandsbewoners. Mogelijk is de grotere verkeersdrukte <strong>en</strong><br />
het gebrek aan stallingsmogelijkhed<strong>en</strong> hier debet aan (zie ook<br />
hoofdstuk 3).<br />
61 K<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> person<strong>en</strong><br />
auto fiets OV<br />
stadsbewoners 84% 84% 30%<br />
plattelandsbewoners 91% 87% 21%<br />
veelgebruikers<br />
stadsbewoners 89% 95% 57%<br />
plattelandsbewoners 94% 94% 56%<br />
niet-gebruikers<br />
stadsbewoners 53% 54% 18%<br />
plattelandsbewoners 77% 55% 17%<br />
auto fiets OV<br />
stadsbewoners 7% 9% 45%<br />
plattelandsbewoners 2% 5% 60%<br />
veelgebruikers<br />
stadsbewoners 4% 2% 25%<br />
plattelandsbewoners 2% 1% 16%<br />
niet-gebruikers<br />
stadsbewoners 24% 33% 57%<br />
plattelandsbewoners 17% 19% 66%
62 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
5. Nieuw licht op beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong><br />
.....................................................................................................................<br />
Om het inzicht in belevingsaspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong> te vergrot<strong>en</strong>, is in<br />
dit rapport aandacht besteed aan subjectieve ervaring<strong>en</strong> rondom het<br />
gebruik <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer. Welke vervoerwijze vind<strong>en</strong><br />
Nederlanders het prettigst, hoe oordeelt m<strong>en</strong> over de auto, de fiets <strong>en</strong> het<br />
op<strong>en</strong>baar vervoer, welke gevoel<strong>en</strong>s <strong>en</strong> emoties gaan hiermee gepaard?<br />
Het rapport geeft ge<strong>en</strong> antwoord op de vraag of auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer in objectieve zin ‘goed’ of ‘slecht’ functioner<strong>en</strong>, maar wel hoe<br />
het gebruik <strong>van</strong> vervoermiddel<strong>en</strong> wordt beleefd <strong>en</strong> welke <strong>beeldvorming</strong><br />
er over bestaat. De beleving verwijst naar de oordel<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> die<br />
gebaseerd zijn op het feitelijke gebruik <strong>van</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer,<br />
terwijl de <strong>beeldvorming</strong> meer de algem<strong>en</strong>e ideeën <strong>en</strong> opvatting<strong>en</strong> betreft,<br />
die niet persé zijn afgeleid <strong>van</strong> ervaring<strong>en</strong> met gebruik. Om tegemoet<br />
te kom<strong>en</strong> aan de verschill<strong>en</strong> in beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> is onderscheid<br />
gemaakt tuss<strong>en</strong> Nederlanders die veel gebruik mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> respectievelijk<br />
auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer, dieg<strong>en</strong><strong>en</strong> die er incid<strong>en</strong>teel gebruik <strong>van</strong><br />
mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die er nauwelijks of nooit mee onderweg zijn.<br />
Dat dit zinvol is blijkt uit het feit dat er e<strong>en</strong> relatie is tuss<strong>en</strong> beleving,<br />
<strong>beeldvorming</strong> <strong>en</strong> gebruik: hoe vaker m<strong>en</strong> gebruik maakt <strong>van</strong> auto, fiets<br />
<strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer, des te positiever m<strong>en</strong> hierover oordeelt. Dit is<br />
<strong>voor</strong>al het geval bij het op<strong>en</strong>baar vervoer: <strong>van</strong> de m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die niet of<br />
nauwelijks per op<strong>en</strong>baar vervoer reiz<strong>en</strong> heeft 62% e<strong>en</strong> negatief beeld<br />
bij het op<strong>en</strong>baar vervoer, terwijl e<strong>en</strong> meerderheid (56%) <strong>van</strong> deg<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
die meerdere ker<strong>en</strong> per week per op<strong>en</strong>baar vervoer reiz<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positieve<br />
beleving hebb<strong>en</strong>. Bijna e<strong>en</strong> kwart (24%) <strong>van</strong> deze groep ‘veelgebruikers’<br />
oordeelt echter negatief over het op<strong>en</strong>baar vervoer. Ter vergelijking: het<br />
aantal negatieve beoordeling<strong>en</strong> bij auto <strong>en</strong> fiets onder veelgebruikers is<br />
zeer klein (respectievelijk 3% <strong>en</strong> 1%).<br />
Meer aandacht <strong>voor</strong> beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong><br />
De resultat<strong>en</strong> overzi<strong>en</strong>d wordt duidelijk dat met name het op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer vaak te kamp<strong>en</strong> heeft met e<strong>en</strong> negatieve <strong>beeldvorming</strong> <strong>en</strong><br />
beleving.<br />
Voor e<strong>en</strong> verbetering <strong>van</strong> het beeld dat Nederlanders bij het op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer hebb<strong>en</strong> moet in ieder geval aan e<strong>en</strong> aantal basiseis<strong>en</strong> zijn<br />
voldaan. De gebod<strong>en</strong> verbinding<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> snel zijn <strong>en</strong> goedkoop,<br />
<strong>en</strong> betrouwbaar <strong>en</strong> veilig. Het is <strong>voor</strong>al in <strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de grote sted<strong>en</strong><br />
waar nu reeds het meeste tegemoet wordt gekom<strong>en</strong> aan deze harde<br />
kwaliteitseis<strong>en</strong>: de dikke vervoerstrom<strong>en</strong> met veel vraag <strong>en</strong> aanbod <strong>en</strong><br />
63 Nieuw licht op beleving <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong>
snelle <strong>en</strong> frequ<strong>en</strong>te verbinding<strong>en</strong>. Ook het <strong>voor</strong>- <strong>en</strong> natransport is <strong>van</strong><br />
belang. In het bestaande beleid <strong>van</strong> overheid <strong>en</strong> vervoerders wordt al<br />
sterk ingezet op de kwaliteit <strong>van</strong> ‘deur-tot-deur’.<br />
Additioneel op de meer harde productk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn ook de ‘zachte’<br />
k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> belang, zoals de mate waarin m<strong>en</strong> plezier ervaart of<br />
het comfort dat gebod<strong>en</strong> wordt. De Nederlandse Spoorweg<strong>en</strong> richt<strong>en</strong><br />
zich in hun marketingstrategie al heel nadrukkelijk op dergelijke ‘zachte’<br />
k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> hier<strong>van</strong> zijn de plann<strong>en</strong> rond het verrijk<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
de reistijd door het aanbied<strong>en</strong> <strong>van</strong> nieuwe vorm<strong>en</strong> <strong>van</strong> tijdsbesteding (in<br />
alle intercities kom<strong>en</strong> op termijn internetaansluiting<strong>en</strong> <strong>en</strong> televisies) <strong>en</strong><br />
het minimaliser<strong>en</strong> <strong>van</strong> de wachttijdbeleving op stations.<br />
Beïnvloeding <strong>van</strong> de <strong>beeldvorming</strong> kan bij<strong>voor</strong>beeld door het gericht<br />
bied<strong>en</strong> <strong>van</strong> OV-ervaring<strong>en</strong> aan m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die normaliter niet zoud<strong>en</strong><br />
overweg<strong>en</strong> om met het op<strong>en</strong>baar vervoer te reiz<strong>en</strong>. Illustratief hier<strong>voor</strong><br />
zijn het gratis op<strong>en</strong>baar vervoer op bepaalde tijdstipp<strong>en</strong> <strong>en</strong>/of <strong>voor</strong><br />
bepaalde groep<strong>en</strong> in Delft, Tilburg <strong>en</strong> Gelderland. Andere <strong>voor</strong>beeld<strong>en</strong><br />
zijn het inzett<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>voor</strong>delige op<strong>en</strong>baarvervoerverbinding<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
<strong>en</strong> naar ev<strong>en</strong>em<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> festivals. E<strong>en</strong> andere goede kans <strong>voor</strong><br />
het op<strong>en</strong>baar vervoer als alternatieve wijze <strong>van</strong> verplaats<strong>en</strong> zijn de<br />
incid<strong>en</strong>tele grootschalige wegwerkzaamhed<strong>en</strong> aan het snelwegnet,<br />
bij<strong>voor</strong>beeld rondom Amsterdam in de zomer <strong>van</strong> 2006. Dankzij e<strong>en</strong><br />
int<strong>en</strong>sieve mediacampagne <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aparte A4-A10-Zuidpas die recht<br />
gaf op vervoer per trein, tram, streekbus <strong>en</strong> metro, is het OV-gebruik in<br />
de regio tijd<strong>en</strong>s de werkzaamhed<strong>en</strong> verdubbeld, <strong>en</strong> is e<strong>en</strong> deel <strong>van</strong> de<br />
<strong>voor</strong>malige autoreizigers naar later bleek zelfs blijv<strong>en</strong>d overgestapt op<br />
het OV (RWS-AVV 2006). Weer e<strong>en</strong> andere manier om niet-gebruikers<br />
te betrekk<strong>en</strong> bij het op<strong>en</strong>baar vervoer is individuele marketing, waarbij<br />
burgers op de persoonlijke situatie toegesned<strong>en</strong> adviez<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
h<strong>en</strong> wordt uitgelegd welke mogelijkhed<strong>en</strong> er zijn om gebruik te mak<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>en</strong> welke <strong>voor</strong>del<strong>en</strong> hieraan klev<strong>en</strong> (zie bijv.<br />
Brög 2004). Met e<strong>en</strong> dergelijke vorm <strong>van</strong> marketing is in het buit<strong>en</strong>land<br />
inmiddels reeds veel ervaring opgedaan, vaak met zeer positieve<br />
gevolg<strong>en</strong>, namelijk het aanbor<strong>en</strong> <strong>van</strong> nieuwe klant<strong>en</strong> die <strong>voor</strong>he<strong>en</strong> tot<br />
de groep niet-gebruikers behoord<strong>en</strong>.<br />
64 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Literatuur<br />
.....................................................................................................................<br />
ANWB (2005). Kiez<strong>en</strong> <strong>voor</strong> <strong>mobiliteit</strong>, 0-meting, conclusies. D<strong>en</strong> Haag:<br />
ANWB<br />
AVV (2002). Problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ergerniss<strong>en</strong> op de Nederlandse weg<strong>en</strong>.<br />
Rotterdam: Ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat/Adviesdi<strong>en</strong>st<br />
Verkeer <strong>en</strong> Vervoer<br />
AVV (2003). OV-monitor. Rotterdam: Ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong><br />
Waterstaat/Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer/C<strong>en</strong>trum Vernieuwing<br />
Op<strong>en</strong>baar Vervoer<br />
AVV (2004). Problem<strong>en</strong> <strong>en</strong> ergerniss<strong>en</strong> op de weg. Rotterdam:<br />
Ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat/Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong><br />
Vervoer<br />
B<strong>en</strong>nis, M., P. Hopstak<strong>en</strong> <strong>en</strong> F. Roest (1991). De kost<strong>en</strong> <strong>van</strong> de auto <strong>en</strong><br />
het op<strong>en</strong>baar vervoer vergelek<strong>en</strong>, 1962-1990. Amsterdam: Stichting<br />
<strong>voor</strong> Economisch Onderzoek der Universiteit <strong>van</strong> Amsterdam<br />
Brög, W. (2004). ‘A global approach for a global problem; the<br />
homeopathic approach to behaviour change’. Pres<strong>en</strong>tation for 4th<br />
UITP Asia-Pacific Congress; Interactive Workshop on Sustainable<br />
Developm<strong>en</strong>t “Sustainable Developm<strong>en</strong>t Makes Good Business<br />
S<strong>en</strong>se”. Brisbane, 26/28 October 2004<br />
Couvret, E. <strong>en</strong> A. Reuling (1998), Milieu Gedrags Monitor VIII;<br />
huishoudelijk gedrag, <strong>en</strong>ergie <strong>en</strong> water <strong>en</strong> vervoer. Amsterdam:<br />
NIPO<br />
Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bond (2004). Auto <strong>en</strong> trein, 1980 – 2003. D<strong>en</strong> Haag:<br />
Consum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>bond<br />
Cull<strong>en</strong>, I., V. Godson, <strong>en</strong> S. Major (1972). ‘The structure of activity<br />
patterns.’ In: A. Wilson (red.). Patterns and processes in urban<br />
regional systems. London: Pion, p. 281-296<br />
Cull<strong>en</strong>, I. <strong>en</strong> V. Godson (1975), ‘Urban networks: the structure of<br />
activity patterns.’ In: D. Diamond <strong>en</strong> J. McLoughlin (red.). Progress in<br />
Planning 4 (1), p. 1-96<br />
Cull<strong>en</strong>. I. (1978). ‘The treatm<strong>en</strong>t of time in the explanation of spatial<br />
behaviour.’ In: T. Carlstein, D. Parkes <strong>en</strong> N. Thrift (red.). Human<br />
activity and time geography. London: Edward Arnold<br />
Diekstra, R. <strong>en</strong> M. Kroon (1994). ‘Auto <strong>en</strong> automobiel gedrag;<br />
e<strong>en</strong> psychologische analyse <strong>van</strong> belemmering<strong>en</strong> <strong>voor</strong> duurzame<br />
<strong>mobiliteit</strong>.’ In: J. Jager (red.), Implem<strong>en</strong>tatie <strong>van</strong> beleid; e<strong>en</strong><br />
moeizame weg <strong>van</strong> <strong>voor</strong>nem<strong>en</strong>s naar actie. Delft: Colloquium<br />
Vervoersplanologisch Speurwerk<br />
Dijst, M. (2006). Stilstaan bij beweging: over veranderde relaties tuss<strong>en</strong><br />
sted<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>mobiliteit</strong>. Utrecht: Universiteit Utrecht<br />
65 Literatuur
Ganzeboom, H. (1988). Leefstijl<strong>en</strong> in Nederland; e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de<br />
studie. Rijswijk: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (SCP-Cahier nr. 60)<br />
Goeverd<strong>en</strong>, C. <strong>van</strong>., <strong>en</strong> M. <strong>van</strong> d<strong>en</strong> Heuvel (1993). De<br />
verplaatsingstijdfactor in relatie tot de vervoerwijzekeuze. Delft:<br />
Technische Universiteit Delft<br />
Hag<strong>en</strong>, M. <strong>van</strong> (2000). Klantw<strong>en</strong>s<strong>en</strong> nader bekek<strong>en</strong> (Interne notitie),<br />
Utrecht: Nederlandse Spoorweg<strong>en</strong><br />
Hag<strong>en</strong>, M. <strong>van</strong>, <strong>en</strong> P. Scheffer (2005). ‘The Perception of Quality on<br />
stations’. Strasbourg, European Transport Congres<br />
Hag<strong>en</strong>, M. <strong>van</strong>, J. Visser <strong>en</strong> M. de Gier (2005). De psychologie <strong>van</strong> de<br />
treinreiziger: e<strong>en</strong> verk<strong>en</strong>ning <strong>van</strong> de behoeft<strong>en</strong> <strong>en</strong> drijfver<strong>en</strong> <strong>van</strong><br />
treinreizigers. In: Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2005.<br />
Delft: CVS<br />
Hägerstrand, T. (1970). ‘What about people in regional sci<strong>en</strong>ce?’.<br />
In: Papers Regional Sci<strong>en</strong>ce Association, 24, p. 7-21<br />
Handy, S., L. Weston <strong>en</strong> P. Mokhtarian (2003). Driving by choice or<br />
necessity? The case of the soccer mom and other stories. Paper<br />
gepres<strong>en</strong>teerd op de ‘2003 Annual Meeting of the Transportation<br />
Research Board’, Washington DC, 15 januari 2003<br />
Harms, L. (2003), Mobiliteit. In: T. Roes (red). De Sociale Staat <strong>van</strong><br />
Nederland 2003. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau,<br />
p. 173-196<br />
Harms, L. (2005a). ‘Mobiliteit’. In: T. Roes (red.). De sociale staat <strong>van</strong><br />
Nederland 2005. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau,<br />
p. 210-237<br />
Harms, L. (2005b). ‘Filerijd<strong>en</strong> is (g)e<strong>en</strong> pretje!’. In: P. Schnabel (red.).<br />
Hier <strong>en</strong> daar opklaring<strong>en</strong>; nieuwjaarsuitgave 2005. D<strong>en</strong> Haag:<br />
Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau (32-36)<br />
Harms, L., Y. Need <strong>en</strong> A. Boumans (2005), De beleving <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>;<br />
e<strong>en</strong> onderzoek naar subjectieve aspect<strong>en</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>. In: Colloquium<br />
Vervoersplanologisch Speurwerk 2005. Delft: CVS, pp. 2071-2089<br />
Harms, L. (2006). ‘Mobiliteit’. In: A. Ste<strong>en</strong>bekkers, C. Simon <strong>en</strong> V.<br />
Veldheer (red.). Thuis op het platteland; de leefsituatie <strong>van</strong> stad <strong>en</strong><br />
platteland vergelek<strong>en</strong>. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau<br />
(213-242)<br />
KiM (2007). Mobiliteitsbalans. D<strong>en</strong> Haag: K<strong>en</strong>nisinstituut <strong>voor</strong><br />
Mobiliteitsbeleid<br />
Kool<strong>en</strong>, R. <strong>en</strong> G. Tertool<strong>en</strong> (2006), Back to the future; over de toekomst<br />
<strong>van</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer. In: Colloquium Vervoersplanologisch<br />
Speurwerk 2006. Delft: CVS<br />
KPVV (2007). OV-Klant<strong>en</strong>barometer. Rotterdam: K<strong>en</strong>nisplatform<br />
Verkeer <strong>en</strong> Vervoer<br />
66 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Levelt, P.B.M. (2003). Literatuurstudie naar emoties in het<br />
verkeer. Leidsch<strong>en</strong>dam: Stichting Wet<strong>en</strong>schappelijk Onderzoek<br />
Verkeersveiligheid SWOV<br />
Mesk<strong>en</strong>, J. (2006). Determinants and consequ<strong>en</strong>ces of drivers’emotions.<br />
Leidsch<strong>en</strong>dam: Stichting Wet<strong>en</strong>schappelijk Onderzoek<br />
Verkeersveiligheid (proefschrift)<br />
Mokhtarian, P.L. (2005). ‘Travel as a desired <strong>en</strong>d, not just a means’.<br />
In: Transportation Research A: Policy and Practice (39) 2-3, p. 93-96<br />
Need, Y. <strong>en</strong> A. <strong>van</strong> ’t Hof (2005). M<strong>en</strong>s<strong>en</strong> over de weg; m<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />
<strong>van</strong> burgers <strong>en</strong> weggebruikers over auto<strong>mobiliteit</strong>. Rotterdam:<br />
Ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat/Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong><br />
Vervoer<br />
Parkes, D. <strong>en</strong> N. Thrift (1980). Times, spaces and places: a<br />
chronogeographic perspective. Chichester: John Wiley & sons.<br />
Regterschot, E. (2002). Leefstijl <strong>en</strong> <strong>mobiliteit</strong>; e<strong>en</strong> onderzoek naar<br />
de invloed <strong>van</strong> leefstijl op het verplaatsingsgedrag. Dev<strong>en</strong>ter:<br />
GoudappelCoff<strong>en</strong>g<br />
RWS-AVV (2006). Evaluatie <strong>van</strong> de <strong>mobiliteit</strong>sbeïnvloed<strong>en</strong>de<br />
maatregel<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het groot onderhoud A4/A10 Zuid. Rotterdam:<br />
Rijkswaterstaat Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer<br />
RWS-AVV (2007). Draagvlakonderzoek Beeldvorming OV 2007.<br />
Rotterdam: Rijkswaterstaat Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer<br />
Sachs, W. (1984). Die Liebe zum Automobil. Ein Rückblick in die<br />
Geschichte unserer Wünsche. Hamburg: Reinbek<br />
Salomon, I. <strong>en</strong> M. B<strong>en</strong>-Akiva (1983). ‘The use of the life-style concept<br />
in travel demand models’. In: Environm<strong>en</strong>t and Planning A 15(5),<br />
p. 623-638<br />
SCP (2003). De Sociale Staat <strong>van</strong> Nederland 2003. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal<br />
<strong>en</strong> Cultureel Planbureau<br />
Ste<strong>en</strong>bekkers, A., C. Simon <strong>en</strong> V. Veldheer (2006). Thuis op het<br />
platteland; de leefsituatie <strong>van</strong> platteland <strong>en</strong> stad vergelek<strong>en</strong>.<br />
D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau<br />
Steg, L. <strong>en</strong> N. Kalfs (2000). Altijd weer die auto; sociaal- <strong>en</strong><br />
gedragswet<strong>en</strong>schappelijk onderzoek <strong>en</strong> het verkeers- <strong>en</strong><br />
vervoerbeleid. D<strong>en</strong> Haag: Sociaal <strong>en</strong> Cultureel Planbureau/<br />
Rotterdam: Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer<br />
Steg, L. (2005). ‘Car use: lust and must. Instrum<strong>en</strong>tal, symbolic and<br />
affective motives for car use’. In: Transportation Research Part A:<br />
Policy and Practice (39) 2-3, p. 147-162<br />
SWOV (2005). SWOV-Factsheet. Emoties <strong>en</strong> verkeer. Leidsch<strong>en</strong>dam:<br />
Stichting Wet<strong>en</strong>schappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid<br />
67 Literatuur
V&W e.a. (2006). E<strong>en</strong> goud<strong>en</strong> markt; waarom marketing <strong>van</strong> op<strong>en</strong>baar<br />
vervoer moet <strong>en</strong> loont. D<strong>en</strong> Haag: Ministerie <strong>van</strong> Verkeer <strong>en</strong><br />
Waterstaat<br />
Welles, H. (2003). Verknocht aan de auto? Onderzoek naar<br />
determinant<strong>en</strong> <strong>van</strong> vervoerwijzekeuze. Rotterdam: Ministerie <strong>van</strong><br />
Verkeer <strong>en</strong> Waterstaat/Adviesdi<strong>en</strong>st Verkeer <strong>en</strong> Vervoer<br />
68 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
Bijlag<strong>en</strong><br />
.....................................................................................................................<br />
De bijlag<strong>en</strong> bij dit rapport zijn te vind<strong>en</strong> op het internet via<br />
www.kimnet.nl<br />
69 Bijlag<strong>en</strong>
70 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
71 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
72 <strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong>
<strong>Beleving</strong> <strong>en</strong> <strong>beeldvorming</strong> <strong>van</strong> <strong>mobiliteit</strong><br />
Hoe beoordel<strong>en</strong> Nederlanders de auto, de fiets <strong>en</strong> het op<strong>en</strong>baar vervoer?<br />
Wat vind<strong>en</strong> Nederlanders de prettigste wijze <strong>van</strong> verplaats<strong>en</strong>, <strong>en</strong><br />
hoe geschikt vind<strong>en</strong> zij auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer <strong>voor</strong> woon-<br />
werkverkeer <strong>en</strong> vrije tijd? En wat bepaalt de verschill<strong>en</strong> in aantrekkelijkheid<br />
tuss<strong>en</strong> auto, fiets <strong>en</strong> op<strong>en</strong>baar vervoer? Heeft dat <strong>voor</strong>al te mak<strong>en</strong> met<br />
k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>van</strong> het onderweg zijn, of met de leefsituatie <strong>en</strong> leefstijl <strong>van</strong><br />
person<strong>en</strong>? Bij dit soort vrag<strong>en</strong> zijn in deze publicatie antwoord<strong>en</strong> gezocht.<br />
Doel is het op e<strong>en</strong> toegankelijke wijze inzichtelijk mak<strong>en</strong> <strong>van</strong> de wijze<br />
waarop Nederlanders het auto- , fiets- <strong>en</strong> OV-gebruik belev<strong>en</strong> <strong>en</strong> welke<br />
beeld<strong>en</strong> zij hierbij hebb<strong>en</strong>.<br />
www.kimnet.nl<br />
ISBN 978-90-8902-003-1