You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>FileMaker</strong> ® <strong>Pro</strong> 11<br />
Zelfstudie
© 2007-2010 <strong>FileMaker</strong>, Inc. Alle rechten voorbehouden.<br />
<strong>FileMaker</strong>, Inc. <br />
5201 Patrick Henry Drive<br />
Santa Clara, California 95054, VS<br />
<strong>FileMaker</strong> is een handelsmerk van <strong>FileMaker</strong>, Inc. dat in de VS en andere landen is geregistreerd. Het bestandsmaplogo is een<br />
handelsmerk van <strong>FileMaker</strong>, Inc. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van de respectieve eigenaars.<br />
<strong>FileMaker</strong>-documentatie wordt auteursrechtelijk beschermd. U bent niet geautoriseerd om extra exemplaren te maken of deze<br />
documentatie te distribueren zonder schriftelijke toestemming van <strong>FileMaker</strong>. U mag deze documentatie alleen gebruiken met een<br />
geldige gelicentieerde kopie van <strong>FileMaker</strong>-software.<br />
Alle personen, bedrijven, e-mailadressen en URL's in de voorbeelden zijn fictief. Eventuele gelijkenis met bestaande personen, bedrijven,<br />
e-mailadressen of URL's berust op louter toeval. De dankbetuigingen zijn vermeld in de dankbetuigingsdocumenten die bij deze software<br />
zijn meegeleverd. Vermelding van producten en URL's van andere bedrijven is puur informatief en houdt geen goedkeuring of<br />
aanbeveling in. <strong>FileMaker</strong>, Inc. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de prestaties van die producten.<br />
Voor meer informatie kunt u onze website bezoeken: www.filemaker.com/nl<br />
Editie: 01
Les 1<br />
Beginselen van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong><br />
Inhoudsopgave<br />
Deze zelfstudie gebruiken 9<br />
Locatie van het voorbeeldbestand 10<br />
Databaseconcepten 10<br />
Wat is een database? 10<br />
Voordelen van een database 10<br />
De organisatie van een database 10<br />
Hoe gegevens in velden worden weergegeven 10<br />
Beginselen van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> 11<br />
Modi van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> 11<br />
Aanvullende informatie 12<br />
Les 2<br />
Bladeren in gegevens<br />
Een database openen en tussen records schakelen 13<br />
Gegevens op verschillende manieren weergeven 14<br />
Andere lay-outs weergeven 15<br />
Lay-outs weergeven als een formulier, lijst of tabel 17<br />
Verken de status- en lay-outbalk 18<br />
Hoe weet ik wat ik met de knoppen op de statusbalk kan doen? 18<br />
De statusbalk aanpassen 18<br />
Een kopie van het voorbeeldbestand opslaan 19<br />
Aanvullende informatie 19<br />
Les 3<br />
Records zoeken en sorteren<br />
In een database zoeken met Snel zoeken 21<br />
Records zoeken op basis van criteria in één veld 22<br />
Records zoeken op basis van criteria in specifieke afzonderlijke velden 23<br />
Records zoeken die voldoen aan meerdere criteria in hetzelfde veld 23<br />
Records zoeken die vallen binnen een criteriabereik in hetzelfde veld 24<br />
Zoekopdrachten verfijnen 25<br />
Een zoekopdracht opslaan voor later gebruik 26<br />
Records zoeken met behulp van een opgeslagen zoekopdracht 26<br />
Gevonden reeksen sorteren 27<br />
Een nieuwe record toevoegen in lijstweergave 28<br />
Aanvullende informatie 28
4 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Les 4<br />
Databases maken en records invoeren<br />
Een eenvoudige database maken 29<br />
Velden 29<br />
Een database maken 29<br />
Gegevens invoeren in de database 31<br />
De eerste record maken 31<br />
Andere records maken 31<br />
Gegevens kopiëren met slepen en neerzetten 31<br />
Gegevens in een record wijzigen 32<br />
Gegevens invoeren in de formulierweergave 32<br />
Een record verwijderen 32<br />
Een bestand in een containerveld invoegen 33<br />
Aanvullende informatie 33<br />
Les 5<br />
Aanpassen wat u ziet<br />
Lay-outs en tabellen 35<br />
Lay-outs aanpassen 35<br />
Velden vergroten, verkleinen, verplaatsen en toevoegen 36<br />
Een veld selecteren en vergroten of verkleinen 36<br />
Een veld verplaatsen 37<br />
Een veld toevoegen 38<br />
Een deelvenster met tabblad toevoegen 39<br />
Een getal weergeven in een valutaopmaak 41<br />
Kleur toevoegen aan een deelvenster met tabblad 41<br />
Tekstgrootte en -kleur wijzigen 41<br />
Een afbeelding toevoegen aan de lay-out 42<br />
Aanvullende informatie 42<br />
Les 6<br />
Lijsten, adresetiketten en standaardbrieven maken<br />
Een lijst met kolommen maken 43<br />
Adresetiketten maken 44<br />
Etiket-lay-outs 44<br />
Een etiket-lay-out maken 44<br />
Een standaardbrief maken 46<br />
Standaardbrieven 46<br />
Een lege lay-out van één pagina maken 46<br />
De brief aanpassen met de bedrijfsnaam 48<br />
De afsluiting toevoegen 49<br />
Aanvullende informatie 49
Les 7<br />
Gegevensinvoer vereenvoudigen<br />
| Inhoudsopgave 5<br />
Gegevens invoeren met invoerlijsten 51<br />
Een invoerlijst definiëren 51<br />
Een invoerlijst toewijzen aan een veld en de lijst weergeven als keuzerondjes 52<br />
Waarden genereren met een berekeningveld 53<br />
Een berekeningveld maken 53<br />
De berekening testen 55<br />
Een volgnummer automatisch invoeren 55<br />
Een veld voor volgnummers maken 55<br />
Aanvullende informatie 56<br />
Les 8 <br />
Taken automatiseren met knoppen en scripts<br />
Een taak uitvoeren met een knop 57<br />
De knop maken 57<br />
Een reeks taken uitvoeren met een script 58<br />
Scripts 58<br />
Een script maken voor een schermafdruk van de lay-out Etiketten 58<br />
Een script toewijzen aan een knop 59<br />
De knopnaam wijzigen 59<br />
De knop testen 60<br />
Aanvullende informatie 60<br />
Les 9<br />
Rapporten maken en uitvoeren<br />
Resumérapporten 61<br />
Een dynamisch rapport maken in de tabelweergave 61<br />
De gegevens controleren in de tabelweergave 61<br />
Gegevens verbergen die niet nodig zijn in het rapport 61<br />
Gegevens groeperen en sorteren en een resuméveld definiëren 62<br />
Gegroepeerde gegevens opmaken en een label geven 63<br />
Een rapport met gegroepeerde gegevens maken met behulp van een wizard 64<br />
Lay-outs voor subresumérapporten 64<br />
Een subresumé maken 65<br />
Een rapport met gegroepeerde gegevens en totalen maken met behulp van een wizard 68<br />
Een subresumérapport met totalen maken 69<br />
Een rapport opslaan en als een PDF-bestand verzenden 72<br />
Aanvullende informatie 73
6 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Les 10 <br />
Gegevens in een grafiek uitzetten<br />
Een lijndiagram maken 75<br />
Een eenvoudige database maken 75<br />
Tekst toevoegen aan de tabel Maandresultaten aandelen 75<br />
Records toevoegen aan de database 75<br />
Een lijndiagram maken 76<br />
De grafiekopmaak wijzigen in Veellijn 77<br />
De grafiek weergeven in de bladermodus 77<br />
Aanvullende informatie 78<br />
Les 11<br />
Databases relationeel maken<br />
<br />
Een gerelateerde record in een bestand weergeven 79<br />
Een relatie met een andere tabel definiëren 79<br />
Gegevens uit een gerelateerde record weergeven 80<br />
Een lijst met gerelateerde records weergeven 81<br />
Een portaal maken voor het weergeven van gevonden records 81<br />
De velden toevoegen en het portaal opmaken 82<br />
Aanvullende informatie 83<br />
Les 12<br />
Gegevens samengebruiken en uitwisselen<br />
Gegevens samengebruiken 85<br />
<strong>FileMaker</strong>-netwerksamengebruik inschakelen 85<br />
Een extern bestand openen 87<br />
Gegevens uitwisselen 88<br />
Gegevens opslaan en verzenden 88<br />
Ondersteunde bestandsindelingen voor importeren/exporteren 89<br />
Gegevens importeren 89<br />
Gegevens importeren in het voorbeeldbestand 89<br />
Aanvullende informatie 90<br />
Les 13<br />
Gegevens beveiligen in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong><br />
Een account en wachtwoord maken 91<br />
Accounts 91<br />
Een privilegeset maken 93<br />
Privilegesets 93<br />
Een eigen privilegeset maken 94<br />
Aanvullende informatie 95
| Inhoudsopgave 7<br />
Les 14<br />
Reservekopieën van uw databases maken<br />
Reservekopieën van databases maken 97<br />
Wanneer moet u reservekopieën maken 98<br />
Aanvullende informatie 98
8 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie
Les 1<br />
Beginselen van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong><br />
Welkom bij de zelfstudie van <strong>FileMaker</strong> ® <strong>Pro</strong>. Hier ziet u hoe u gegevens in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> kunt beheren.<br />
U leert hier de volgende taken uit te voeren in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>:<br />
1 gegevens zoeken en sorteren<br />
1 records maken en invoeren in een eenvoudige database<br />
1 adresetiketten maken<br />
1 berekeningen, knoppen en scripts maken<br />
1 rapporten maken en uitvoeren<br />
1 gegevens grafisch voorstellen in een diagram<br />
1 relaties tussen <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-databasetabellen maken.<br />
1 bestanden delen met andere gebruikers in uw netwerk of via het internet<br />
1 informatie in uw database beveiligen door gebruikersaccounts en privilegesets toe te wijzen en een<br />
reservekopie van uw databases te maken<br />
Deze zelfstudie duurt ongeveer vijf uur en kan in één sessie of in verschillende kortere sessies worden<br />
voltooid.<br />
Deze zelfstudie gebruiken<br />
Deze lessen zijn gebaseerd op een ledendatabase van een denkbeeldig reisbureau: de Zakenreisclub.<br />
Zakenreizigers die lid zijn, kunnen tegen gereduceerde prijzen zakenreizen boeken, en de kosten van de club<br />
worden gecompenseerd door het jaarlijkse lidmaatschapsgeld. <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> wordt gebruikt om de namen,<br />
adressen en de lidmaatschapsstatus van de leden bij te houden, en etiketten en standaardbrieven te maken<br />
om naar de leden te sturen.<br />
U moet deze lessen in de voorgestelde volgorde doornemen, omdat concepten die in vorige lessen aan bod<br />
kwamen in de volgende lessen als gekende materie worden beschouwd. Het voorbeeldbestand waarmee u gaat<br />
werken, verandert dan ook geleidelijk in elke les.<br />
Deze zelfstudie gaat ervan uit dat u vertrouwd bent met het besturingssysteem van uw computer. Het openen<br />
van bestanden, zoeken naar mappen en andere algemene bewerkingen op de computer vormen een<br />
essentieel onderdeel van deze zelfstudie.<br />
De meest efficiënte leermethode is zelf met <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> werken. Daarom bevat elke les een praktische<br />
activiteit waarin u stapsgewijs door menu’s, schermen en concepten wordt geleid.<br />
Het bij deze zelfstudie geleverde bestand is bedoeld ter verduidelijking van de functies in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>,<br />
en is daarom misschien niet geschikt voor gebruik als sjabloon voor verdere ontwikkeling.<br />
Opmerking Bij sommige procedures wordt verwezen naar opties in een venstermenu. Als u een<br />
venstermenu (of contextafhankelijk menu) wilt weergeven, klikt u met de rechtermuisknop op een object of<br />
gebied om een lijst met opdrachten weer te geven. Als de muis voor uw Mac-computer niet meer knoppen<br />
heeft, houdt u Ctrl ingedrukt terwijl u klikt om het venstermenu weer te geven. (Op de Mac kunt u uw<br />
muisconfiguratie wijzigen in de Systeemvoorkeuren.)<br />
Als u ons feedback wilt geven over deze handleiding, ga dan naar www.filemaker.com/company/<br />
documentation_feedback.html.
10 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Locatie van het voorbeeldbestand<br />
Het voorbeeldbestand bevat gegevens voor de Zakenreisclub en biedt u een oefenruimte voor het creëren<br />
van de database-elementen die in elke les worden beschreven. Als u opnieuw moet beginnen, vervangt u uw<br />
bestaande voorbeeldbestand door een nieuw exemplaar. Als het voorbeeldbestand is geïnstalleerd, bevindt<br />
het zich in:<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> 11/Nederlands Extra's/Zelfstudie<br />
of<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> 11 Advanced/Nederlands Extra's/Zelfstudie<br />
U kunt het voorbeeldbestand ook downloaden van deze <strong>FileMaker</strong>-webpagina: <br />
www.filemaker.com/nl/support/index.html.<br />
Databaseconcepten<br />
Wat is een database?<br />
Een database is een methode om informatie te organiseren en te analyseren. Waarschijnlijk hebt u al<br />
verschillende databases gebruikt zonder dit te beseffen. Agenda’s, onderdelenlijsten en zelfs uw eigen adresboek<br />
zijn allemaal voorbeelden van databases.<br />
Voordelen van een database<br />
Het opslaan van gegevens in een databasebestand biedt veel voordelen. In een database slaat u gegevens niet<br />
alleen op, maar kunt u ze ook op verschillende manieren organiseren en analyseren. Zo kunt u met databases<br />
gegevens groeperen voor rapporten, gegevens sorteren voor adresetiketten, voorraadtellingen uitvoeren of snel<br />
een bepaalde factuur opzoeken.<br />
Computergestuurde databases bieden vele extra voordelen ten opzichte van papieren databases: snelheid,<br />
betrouwbaarheid, precisie en de mogelijkheid om tal van repetitieve taken te automatiseren.<br />
De organisatie van een database<br />
Een databasebestand bestaat uit één of meer tabellen. Tabellen bevatten records. Elke record is een verzameling<br />
velden.<br />
Uw adresboek kunt u vergelijken met een <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-databasebestand. Elke ingang in het adresboek is<br />
één record in een tabel met de naam Adresboek. Elke record bevat gegevens, zoals een naam, adres, plaats,<br />
enz. Deze gegevens worden in afzonderlijke velden opgeslagen.<br />
Hoe gegevens in velden worden weergegeven<br />
In <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> worden de velden weergegeven in lay-outs. Elke lay-out is gebaseerd op één tabel en in<br />
deze lay-out worden de records van deze tabel weergegeven.<br />
Stel dat uw database naast een tabel Adresboek ook een tabel Taken bevat. In de lay-out op basis van de tabel<br />
Adresboek worden de velden en records van de tabel Adresboek weergegeven. In de lay-out op basis van de<br />
tabel Taken worden de velden en records van de tabel Taken weergegeven.
Beginselen van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong><br />
Les 1 | Beginselen van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> 11<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> is een platformonafhankelijke toepassing. Bestanden die op een Mac worden gemaakt, kunnen<br />
worden geopend in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> op een computer waarop Windows is geïnstalleerd, en omgekeerd.<br />
In tegenstelling tot de meeste tekstverwerkings- en spreadsheetprogramma’s wordt in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> uw werk<br />
automatisch opgeslagen. Daarom is het belangrijk dat u goed nadenkt voordat u ingrijpende wijzigingen<br />
aanbrengt in bestanden, vooral wanneer u records verwijdert. Zodra u records verwijdert, zijn ze definitief<br />
uit uw database verdwenen.<br />
Zoals u in les 14 leert, is het wenselijk om regelmatig reservekopieën van uw bestanden te maken.<br />
Als bestanden zijn zoekgeraakt of beschadigd, of records onbedoeld zijn verwijderd, kunt u dankzij uw<br />
reservekopieën vele uren onnodig werk besparen.<br />
Modi van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong><br />
In <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> werkt u in één van de vier modi.<br />
1 Gebruik de bladermodus om gegevens in te voeren en records te bekijken.<br />
1 Gebruik de zoekmodus om een record of een groep records te vinden.<br />
1 Gebruik de lay-outmodus om te bepalen hoe gegevens worden weergegeven of afgedrukt.<br />
1 Gebruik de schermafdrukmodus om te kijken hoe pagina’s eruitzien wanneer ze worden afgedrukt.<br />
Nadat u een database hebt geopend, kunt u van de ene naar de andere modus schakelen via het menu Weergave,<br />
met de knoppen op de statusbalk en lay-outbalk of met het venstermenu onderaan in het toepassingsvenster.<br />
Gebruik het venstermenu<br />
Modus om te schakelen<br />
tussen modi<br />
Schakel tussen modi<br />
met de knoppen op de<br />
statusbalk en layoutbalk
12 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Aanvullende informatie<br />
Raadpleeg hoofdstuk 1 en 2 van de <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Gebruikershandleiding voor meer informatie over<br />
de basisconcepten van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>.<br />
Daarnaast vindt u in de Help van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> uitgebreide informatie over procedures en concepten.<br />
Als u de Help van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> wilt openen, kiest u op de menubalk Help > <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Help.<br />
Als u toegang wenst tot het <strong>FileMaker</strong> Bronnencentrum op het internet, kiest u op de menubalk Help ><br />
Bronnencentrum.
Les 2<br />
Bladeren in gegevens<br />
In de bladermodus kunt u gegevens weergeven, invoeren of wijzigen. Dit is de meest eenvoudige manier<br />
waarop u met de database kunt werken.<br />
In deze les leert u hoe u:<br />
1 een database opent die al gegevens bevat<br />
1 tussen records schakelt<br />
1 gegevens op verschillende manieren weergeeft door tussen lay-outs te schakelen<br />
1 het verschil kunt zien tussen de formulierweergave, lijstweergave en tabelweergave<br />
1 met de statusbalk kunt werken<br />
1 een kopie van de database kunt opslaan<br />
Een database openen en tussen records schakelen<br />
Zo opent u de voorbeelddatabase:<br />
1. Open de map Zelfstudie op uw vaste schijf. De locatie van de map met de zelfstudie vindt u in<br />
hoofdstuk 1, “Locatie van het voorbeeldbestand”.<br />
2. Open het bestand Voorbeelden.fp7.<br />
3. Opmerking:<br />
1 De database bevindt zich in de bladermodus. In <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> wordt een database standaard in de<br />
bladermodus geopend.<br />
1 De statusbalk geeft aan dat de voorbeelddatabase 29 records bevat. De eerste record is weergegeven.
14 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Record die wordt weergegeven Totaal aantal records<br />
Boeksymbool<br />
Schuifregelaar<br />
Het venstermenu voor modi<br />
geeft de actieve modus aan<br />
4. Wanneer u op de rechterpagina van het boeksymbool klikt, wordt de volgende record weergegeven.<br />
Als u één record terug wilt gaan, klikt u op de linkerpagina van het boeksymbool.<br />
5. Sleep de schuifregelaar naar rechts en laat daarna de muisknop los om een aantal records tegelijk vooruit<br />
te bladeren. Sleep de schuifregelaar naar links en laat daarna de muisknop los om een aantal records<br />
tegelijk achteruit te bladeren.<br />
U kunt ook klikken op het nummer van de actieve record, het nummer van de gewenste record typen en<br />
op Enter (Windows) of op Return (Mac OS) drukken om naar een specifieke record in de database te gaan.<br />
Tip Het menu Records bevat ook opdrachten om tussen records te navigeren. Kies op de menubalk Records<br />
> Ga naar record en kies dan Volgende, Vorige of Ga naar.<br />
Gegevens op verschillende manieren weergeven<br />
Gegevens hoeft u in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> slechts één keer in te voeren waarna u ze op verschillende manieren kunt<br />
gebruiken. Met lay-outs kunt u enkele of alle velden weergeven.<br />
U hoeft niet in elke lay-out alle beschikbare velden weer te geven. Lay-outs zijn dan ook bijzonder handig<br />
wanneer u voor het uitvoeren van een bepaalde taak alleen de relevante informatie wilt afdrukken of<br />
gebruiken.
Andere lay-outs weergeven<br />
Steven Willems<br />
Kerklaan 789<br />
5648 KL Den Haag<br />
Telefoonlijst<br />
Jannie Albers 020-123 45 67<br />
Michelle Cannon 020-123 45 67<br />
André Cuyper 020-123 45 67<br />
Marion Dongers 020-123 45 67<br />
Jan Dongers 020-123 45 67<br />
Willem Jansen 020-123 45 67<br />
Johan Lammers 020-123 45 67<br />
Patrick Mulder 020-123 45 67<br />
Leo Noorden 020-123 45 67<br />
Karel Oostrom 020-123 45 67<br />
Marleen Smit 020-123 45 67<br />
Jan Smit 020-123 45 67<br />
Sophie Tebben 020-123 45 67<br />
Steven Willems 020-123 45 67<br />
Betty Wilbers 020-123 45 67<br />
Beste Sandra,<br />
Hierbij bevestigen wij de reservering voor de<br />
bootreis die u bij onze reisorganisatie hebt<br />
geboekt. Wij danken u hartelijk voor het in ons<br />
gestelde vertrouwen en wensen u alvast een<br />
bijzonder plezierige reis toe.<br />
Voor vragen over uw reservaties kunt u ons<br />
steeds telefonisch bereiken. Wij willen immers<br />
dat u tevreden bent met uw cruise.<br />
Hoogachtend,<br />
Johan Lammers<br />
Dezelfde gegevens kunnen op meerdere manieren worden geordend met<br />
verschillende lay-outs<br />
Als u enkele lay-outs in actie wilt zien, gebruikt u het bestand dat u zojuist hebt geopend.<br />
Les 2 | Bladeren in gegevens 15<br />
1. Klik op het venstermenu voor lay-outs. Dit bevindt zich op de lay-outbalk. Er verschijnt een lijst met<br />
de lay-outs die in dit bestand beschikbaar zijn.<br />
Lay-out<br />
venstermenu<br />
2. De lay-out Gegevensinvoer is met een vinkje gemarkeerd omdat dit de actieve lay-out is. Op de lay-out<br />
Gegevensinvoer zijn de meeste velden van de tabel Leden weergegeven.
16 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
3. Kies de lay-out Clublijst in het venstermenu voor lay-outs.<br />
Velden<br />
In deze lay-out wordt elke record als één rij weergegeven in een lijst met kolommen. De lay-out Clublijst<br />
bevat slechts vier van de velden die in de lay-out Gegevensinvoer zijn weergegeven. Aangezien deze lay-out<br />
minder velden bevat, worden bepaalde gegevens gewoon niet weergegeven. Er zijn echter geen gegevens<br />
uit de database verwijderd.<br />
In de lay-out Clublijst worden slechts vier van de velden weergegeven die in de lay-out Gegevensinvoer<br />
zijn gebruikt<br />
4. Ga met het venstermenu voor lay-outs terug naar de lay-out Gegevensinvoer. Er zijn geen gegevens<br />
verloren gegaan.
Lay-outs weergeven als een formulier, lijst of tabel<br />
Les 2 | Bladeren in gegevens 17<br />
U kunt de lay-outs weergeven in drie verschillende weergaven: als een formulier, lijst of tabel.<br />
1 Als u de optie Formulierweergave gebruikt, wordt in de lay-out één record per keer weergegeven.<br />
1 Als u de optie Lijstweergave gebruikt, wordt de huidige lay-out als een lijst weergegeven waarin de<br />
records onder elkaar staan.<br />
1 Als u de optie Tabelweergave gebruikt, worden meerdere records tegelijk weergegeven in een raster.<br />
In de bladermodus kunt u de database als een formulier, lijst of tabel weergeven.<br />
Formulierweergave<br />
Lijstweergave<br />
Tabelweergave<br />
De lay-out Clublijst, weergegeven als een formulier, lijst en tabel<br />
Schakel in een lay-out tussen formulier-, lijst- en tabelweergave om te zien hoe de weergaven verschillen.<br />
1. Schakel in het voorbeeldbestand over naar de lay-out Clublijst. Hierin worden meerdere records<br />
weergegeven in een lijst.<br />
2. Klik op Formulierweergave op de lay-outbalk.<br />
In dezelfde lay-out wordt nu één record weergegeven. Alleen de weergaveoptie is gewijzigd.<br />
3. Klik op Tabelweergave op de lay-outbalk.<br />
Met de functie Tabelweergave kunt u meerdere records tegelijk weergeven in een raster.<br />
4. Klik op Lijstweergave op de lay-outbalk om naar de Lijstweergave terug te keren.
18 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Verken de status- en lay-outbalk<br />
Met de statusbalk boven aan het <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-venster krijgt u snel toegang tot <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-menuopties<br />
die u vaak gebruikt. De standaardknoppen op de werkbalk verschillen, afhankelijk van de modus waarin u<br />
zich bevindt. In elke modus kunt u de statusbalk aanpassen door knoppen toe te voegen of te verwijderen.<br />
Met de lay-outbalk onder de statusbalk kunt u snel tussen lay-outs en weergaven schakelen. De andere<br />
besturingselementen op de lay-outbalk zijn afhankelijk van de modus waarin u zich bevindt.<br />
Hoe weet ik wat ik met de knoppen op de statusbalk kan doen?<br />
1 Plaats de aanwijzer op de verschillende knoppen van de statusbalk.<br />
Voor elke knop verschijnt een vakje met een beknopte beschrijving van het gebruik.<br />
De statusbalk aanpassen<br />
U kunt de statusbalk ongewijzigd gebruiken of knoppen toevoegen of verwijderen.<br />
Zo voegt u een knop aan de statusbalk toe:<br />
1. Kies op de menubalk Weergave > Statusbalk aanpassen.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
1 Windows: Selecteer in het dialoogvenster het tabblad Opdrachten.<br />
1 Mac OS: Ga verder met stap 3.<br />
De statusbalk en lay-outbalk in de bladermodus<br />
3. Sleep de opdracht Afdrukken van het tabblad Opdrachten (Windows) of vanuit het dialoogvenster<br />
dat verschijnt (Mac OS) naar de statusbalk.<br />
Zo verwijdert u een knop van de statusbalk:<br />
1 Sleep de knop Sorteren van de statusbalk naar het dialoogvenster.<br />
Zo geeft u opnieuw de standaardknoppen op de statusbalk weer:<br />
1. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
1 Windows: Selecteer op het tabblad Werkbalken de optie Statusbalk, klik op Beginwaarden en daarna<br />
op OK.<br />
1 Mac OS: Sleep de standaardgroep met knoppen uit het dialoogvenster naar de statusbalk.<br />
De knop Afdrukken wordt verwijderd en de knop Sorteren verschijnt opnieuw.<br />
Statusbalk<br />
Lay-outbalk<br />
2. Wanneer u klaar bent, klikt u in het dialoogvenster op Sluiten (Windows) of Klaar (Mac OS).
Een kopie van het voorbeeldbestand opslaan<br />
In de volgende lessen zult u werken met een kopie van het voorbeeldbestand.<br />
Zo slaat u een kopie van het voorbeeldbestand op:<br />
1. Kies op de menubalk Bestand > Kopie opslaan als.<br />
2. Selecteer de map Zelfstudie als de locatie voor de kopie.<br />
Voorbeeld Kopie.fp7 wordt automatisch als bestandsnaam ingevuld.<br />
3. Klik op Opslaan.<br />
Les 2 | Bladeren in gegevens 19<br />
4. Wanneer u klaar bent met deze les, sluit u het oorspronkelijke voorbeeldbestand door op de menubalk<br />
Bestand > Sluiten te kiezen.<br />
Aanvullende informatie<br />
U hebt een database geopend, door records gebladerd, tussen lay-outs geschakeld en geleerd wat de verschillen<br />
zijn tussen de formulier-, lijst- en tabelweergave en kennis gemaakt met de statusbalk en lay-outbalk. U hebt ook<br />
een kopie gemaakt van een database die gegevens bevat. Raadpleeg hoofdstuk 2 van de <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong><br />
Gebruikershandleiding voor meer informatie over bladeren in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>.
20 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie
Les 3<br />
Records zoeken en sorteren<br />
Een database is een verzameling records. Soms werkt u met alle records in de database, als u bijvoorbeeld<br />
naar elke klant een jaarlijkse catalogus wilt sturen, maar meestal werkt u echter met een deelverzameling<br />
van de database, bijvoorbeeld personen die in een bepaalde stad wonen of met records die binnen een<br />
bepaald datumbereik vallen.<br />
In <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> wordt dit proces waarbij wordt gezocht naar records die aan bepaalde criteria voldoen,<br />
records zoeken genoemd. Wanneer u de records hebt gevonden waarmee u wilt werken, kunt u de volgorde<br />
van de records wijzigen door ze te sorteren. U kunt records in oplopende en aflopende volgorde sorteren.<br />
In deze les leert u hoe u:<br />
1 in de bladermodus records zoekt met:<br />
1 overeenkomende gegevens in elk veld (met Snel zoeken)<br />
1 overeenkomende gegevens in één veld<br />
1 in de zoekmodus:<br />
1 records zoekt met overeenkomende gegevens in meerdere specifieke velden<br />
1 records zoekt die binnen een bepaald gegevensbereik vallen<br />
1 zoekopdrachten verfijnt door records weg te laten<br />
1 een zoekopdracht opslaat en wijzigt en hoe u met de nieuwe zoekopdracht andere records kunt zoeken<br />
1 records in oplopende volgorde (a tot z) sorteert en aan de gesorteerde volgorde een nieuwe record<br />
toevoegt<br />
Opmerking Vergewis u ervan dat u over het bestand VoorbeeldenKopie.fp7 beschikt voordat u aan deze les<br />
begint. Raadpleeg les 2 als u wilt weten hoe u toegang krijgt tot de map Zelfstudie en een kopie van het<br />
bestand Voorbeelden.fp7 kunt maken.<br />
In een database zoeken met Snel zoeken<br />
Met Snel zoeken beschikt u over een snelle manier om in alle velden van de huidige lay-out te zoeken.<br />
Zoek in de ledendatabase alle records voor leden met de naam John die in het Verenigd Koninkrijk (UK)<br />
wonen.<br />
1. Open het bestand Voorbeeld Kopie.fp7 in de map Zelfstudie.<br />
2. De database wordt geopend in de bladermodus en de actieve lay-out is Gegevensinvoer.<br />
Met Snel zoeken kunt u zoeken naar gemeenschappelijke tekst in verschillende velden van een database.<br />
3. Typ in de rechterbovenhoek van de statusbalk in het tekstvak Snel zoeken de tekst John Verenigd<br />
Koninkrijk.<br />
Typ hier de tekst die u wilt zoeken
22 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
4. Druk op Enter (Windows) of Return (Mac OS).<br />
Het resultaat van uw 'Snel zoeken'-zoekopdracht is de gevonden reeks. Het cirkeldiagram op de<br />
statusbalk geeft de gevonden reeks aan als een gedeelte van alle records in de database.<br />
Cirkeldiagr<br />
Aantal records in de gevonden reeks<br />
Totaal aantal records in de database<br />
5. Klik op het boeksymbool of gebruik de schuifregelaar om de twee records in de gevonden reeks te<br />
bekijken.<br />
Uw 'Snel zoeken'-zoekopdracht gaf het volgende resultaat: records voor John Lee (veld Voornaam) uit<br />
Johns Circle (veld Privéadres 1) in de Verenigd Koninkrijk (veld Land) en William Johnson (veld<br />
Achternaam) in de Verenigd Koninkrijk (veld Land), maar niet John Smith, bij wie de tekst “Verenigd<br />
Koninkrijk” in geen enkel veld van die record voorkomt. Dit type zoekopdracht wordt ook vaak een ANDzoekopdracht<br />
genoemd, omdat records “John” en “Verenigd Koninkrijk” dienen te bevatten.<br />
Records zoeken op basis van criteria in één veld<br />
U kunt een venstermenu gebruiken om overeenkomende gegevens in een bepaald veld te vinden. Zoek<br />
nu alle leden die in New York City wonen.<br />
1. Klik op Alles tonen op de statusbalk om alle records van de gevonden reeks weer te geven.<br />
Het cirkeldiagram geeft opnieuw aan dat de gevonden reeks 29 records bevat.<br />
Opmerking U hoeft niet op Alle records tonen te klikken voordat u een nieuwe zoekopdracht uitvoert.<br />
In <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> wordt namelijk standaard in de hele database gezocht.<br />
2. Sleep de schuifregelaar naar links om de eerste record in de database weer te geven (Mary Smith in de<br />
Verenigde Staten).<br />
3. Klik met de rechtermuisknop (Windows) of Control-klik (Mac OS) in het veld Stad.<br />
4. Kies in het venstermenu de opdracht Overeenkomende records zoeken.<br />
Kies deze opdracht in<br />
het venstermenu
Les 3 | Records zoeken en sorteren 23<br />
De zoekopdracht levert records op voor de vier leden die in New York wonen. Op het cirkeldiagram is<br />
aangegeven dat de gevonden nu vier records bevat.<br />
5. Klik op het boeksymbool of gebruik de schuifregelaar om elke van de vier records in de gevonden reeks<br />
te bekijken.<br />
Records zoeken op basis van criteria in specifieke afzonderlijke velden<br />
U kunt records zoeken die aan meerdere criteria voldoen. Zo kunt u zoeken naar leden die uit Nederland<br />
komen en tevens nieuwe leden zijn.<br />
Ook hier maakt u een AND-zoekopdracht. Als u in de zoekmodus een AND-zoekopdracht wilt uitvoeren,<br />
typt u elk zoekcriterium rechtstreeks in het daarvoor bestemde veld.<br />
Zo zoekt u naar alle leden die in de Verenigde Staten wonen en nieuwe leden zijn:<br />
1. Klik op Zoeken op de statusbalk.<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> schakelt over naar de zoekmodus. In de zoekmodus maakt u een zoekopdracht met de<br />
velden die zijn gemarkeerd met een . Typ de criteria waarop u wilt zoeken rechtstreeks in de velden<br />
in de zoekopdracht.<br />
2. Typ VS in het veld Land.<br />
3. Typ Nieuw in het veld Type lidmaatschap.<br />
4. Klik op Zoekopdracht uitvoeren op de statusbalk.<br />
De zoekopdracht levert een gevonden reeks op van twee records voor de twee nieuwe leden die in de<br />
Verenigde Staten wonen.<br />
Records zoeken die voldoen aan meerdere criteria in hetzelfde veld<br />
Het kan voorkomen dat u records wilt zoeken die voldoen aan één van de criteria in een veld. U kunt<br />
bijvoorbeeld een zoekopdracht uitvoeren om erachter te komen welke leden in New York of Londen wonen.<br />
Dit type zoekopdracht wordt doorgaans een OF-zoekopdracht genoemd omdat de gevonden reeks uit records<br />
bestaat die voldoen aan één van de zoekcriteria.<br />
Als u in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> een OF-zoekopdracht uitvoert, gebruikt u meerdere zoekopdrachten.<br />
1 Typ het eerste zoekcriterium in het betreffende veld van de eerste zoekopdracht.<br />
1 Maak een tweede zoekopdracht en typ het tweede zoekcriterium in hetzelfde veld.<br />
Wanneer u op de knop Zoeken klikt, worden alle records weergegeven die overeenkomen met één van<br />
de ingevoerde zoekcriteria.<br />
Zo zoekt u alle leden in New York of London:<br />
1. Klik op Zoeken op de statusbalk.<br />
2. Typ New York in het veld Stad.<br />
Aantal records in deze gevonden reeks
24 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
3. Klik op Nieuw verzoek op de statusbalk.<br />
Op de statusbalk wordt aangegeven dat er momenteel twee zoekopdrachten zijn.<br />
4. Typ in het tweede verzoek London in het veld Stad.<br />
5. Klik op Zoekopdracht uitvoeren op de statusbalk.<br />
De zoekopdracht levert een gevonden reeks op van zes records. Er zijn dus zes leden die in New York of<br />
London wonen.<br />
Records zoeken die vallen binnen een criteriabereik in hetzelfde veld<br />
U kunt zoeken naar records die vallen binnen een criteriabereik dat in één veld is opgegeven. Zo kunt u<br />
zoeken naar de records voor alle facturen van dezelfde maand of naar alle records voor facturen waarvan het<br />
nummer tussen 500 en 1000 ligt.<br />
Als u in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> een dergelijke zoekopdracht uitvoert, gebruikt u in de zoekopdracht een speciaal<br />
symbool om de boven- en ondergrenzen van de zoekcriteria op te geven.<br />
Alle leden zoeken die tussen 1 januari 2009 en 30 juni 2009 hun lidmaatschapsgeld hebben betaald:<br />
1. Klik op Zoeken.<br />
Aantal zoekopdrachten<br />
2. Typ 01-01-09 in het veld Datum van betaling.<br />
Opmerking <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> gebruikt de datumopmaak die in uw systeeminstellingen is ingesteld.<br />
Hierdoor is het mogelijk dat de datumopmaak die u ziet en invoert, verschilt van de datumopmaak die in<br />
deze zelfstudie wordt gebruikt.<br />
3. Klik op de lay-outbalk op Operatoren en kies in de lijst de optie bereik.<br />
Tip U kunt ook gewoon een operator uit het menu rechtstreeks in een zoekveld typen.<br />
Kies de optie …bereik<br />
Voor de zoekopdracht moet het veld Datum van betaling nu de tekst 01-01-2009... bevatten.
4. Typ onmiddellijk na het weglatingsteken (...) 30-6-2009.<br />
5. Klik op Zoekopdracht uitvoeren of druk op Enter of Return.<br />
Les 3 | Records zoeken en sorteren 25<br />
De zoekopdracht geeft zes records als resultaat. Er zijn dus zes leden die in de eerste zes maanden van<br />
het jaar 2009 hun lidmaatschapsgeld hebben betaald.<br />
Zoekopdrachten verfijnen<br />
U kunt ook records zoeken die aan bepaalde criteria voldoen, terwijl u andere records uitsluit. Zo kunt u<br />
opgeven dat u alle records wilt zoeken die in een bepaald jaar zijn toegevoegd, behalve records die in een<br />
bepaalde maand zijn toegevoegd, of dat u alle klanten wilt zoeken die wel in de VS wonen, maar niet in New<br />
York City wonen. U kunt dit type zoekopdracht uitvoeren door een combinatie van zoekopdrachten te<br />
gebruiken en bepaalde records weg te laten.<br />
Omdat zoekopdrachten worden verwerkt in de volgorde waarin ze zijn gemaakt, kunt u door meerdere<br />
zoekopdrachten op te geven zeer specifieke en gelaagde zoekopdrachten maken. Records die u weglaat, worden<br />
niet uit de database verwijderd.<br />
Zo vindt u de records van leden die hun lidmaatschapsgeld in 2009 hebben betaald, met uitzondering van de leden<br />
die hun lidmaatschapsgeld in maart hebben betaald:<br />
1. Klik op Zoeken.<br />
2. Typ 2009 in het veld Datum van betaling.<br />
3. Klik op Nieuw verzoek. De statusbalk geeft aan dat dit de tweede zoekopdracht in deze databasezoektaak is.<br />
4. Klik op de lay-outbalk op de knop Weglaten zodat <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> uit de gevonden reeks alle records<br />
uitsluit die aan de criteria van deze tweede zoekopdracht beantwoorden.<br />
5. Typ 1-3-2009 in het veld Datum van betaling.<br />
6. Klik op Operatoren en selecteer daarna in de lijst de optie bereik.<br />
7. Typ in het veld Datum van betaling 31-3-2009 achter het weglatingsteken om leden uit te sluiten die<br />
in de loop van de maand maart hebben betaald.<br />
8. Klik op Zoekopdracht uitvoeren.<br />
Klik op Weglaten<br />
Uw zoekopdracht geeft als resultaat 11 records voor 11 leden die hun lidmaatschapsgeld in 2009 hebben<br />
betaald, met uitzondering van de leden die het in maart hebben betaald.
26 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Een zoekopdracht opslaan voor later gebruik<br />
Als u een complexe zoekopdracht maakt die u later nog vaak zult gebruiken, kunt u deze opslaan als een<br />
opgeslagen zoekopdracht. U kunt de zoekopdracht dan snel en eenvoudig uitvoeren vanuit de blader- of<br />
zoekmodus.<br />
Zo slaat u uw laatste zoekopdracht op:<br />
1. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
1 Windows: Klik op het pijltje rechts van de knop Zoeken en kies de optie Huidige zoekopdracht<br />
opslaan.<br />
1 Mac OS: Klik en houd de knop Zoeken ingedrukt en kies de optie Huidige zoekopdracht opslaan.<br />
Uw laatste zoekopdracht verschijnt in het dialoogvenster Opties opgeven voor de opgeslagen<br />
zoekopdracht.<br />
2. Typ in het vak Naam de tekst Lidgeld in 2009 betaald, behalve maart en klik op Opslaan.<br />
Records zoeken met behulp van een opgeslagen zoekopdracht<br />
Zo voert u een opgeslagen zoekopdracht uit:<br />
1. Klik in de bladermodus op de statusbalk op de knop Alles tonen.<br />
Het cirkeldiagram op de statusbalk geeft opnieuw het totale aantal records in het voorbeeldbestand aan.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
De zoekopdracht verschijnt<br />
als de standaardnaam voor de<br />
opgeslagen zoekopdracht<br />
1 Windows: Klik op het pijltje naast de knop Zoeken en kies onder Opgeslagen zoekopdrachten de optie<br />
Lidgeld in 2009 betaald, behalve maart.<br />
1 Mac OS: Klik op de knop Zoeken en houd de muisknop ingedrukt en kies onder Opgeslagen<br />
zoekopdrachten de optie Lidgeld in 2009 betaald, behalve maart.<br />
Opnieuw verschijnen alleen de 11 records die beantwoorden aan de criteria die u in uw opgeslagen<br />
zoekopdracht hebt opgegeven.
Gevonden reeksen sorteren<br />
Les 3 | Records zoeken en sorteren 27<br />
Het is mogelijk dat u de records in een gevonden reeks waarmee u gaat werken, wilt sorteren. U kunt de<br />
records bijvoorbeeld in alfabetische volgorde weergeven of sorteren op basis van de datum waarop de<br />
records zijn gemaakt.<br />
Zo sorteert u records van leden in alfabetische volgorde op achternaam:<br />
1. Klik op de lay-outbalk op het venstermenu Lay-out en kies de lay-out Clublijst.<br />
Kies Clublijst<br />
De lay-out Clublijst verschijnt. In deze lay-out zijn de resultaten van de sorteerbewerking beter te zien.<br />
De zwarte balk links van de record voor Mary Smith geeft aan dat deze de huidige record in de gevonden<br />
reeks is.<br />
Huidige record<br />
2. Klik op Sorteren op de statusbalk.<br />
Het dialoogvenster Records sorteren verschijnt.<br />
3. Klik op Alles wissen als aan de rechterkant van het dialoogvenster velden worden weergegeven in de<br />
kolom voor de sorteervolgorde.<br />
4. Selecteer Achternaam in de lijst met beschikbare velden links en klik op Verplaatsen.<br />
Als u een veld<br />
selecteert, worden de<br />
knoppen voor de<br />
sorteerrichting<br />
geactiveerd.<br />
Het symbool voor de sorteerrichting rechts van het veld Achternaam neemt van links naar rechts in grootte<br />
toe. Hiermee wordt aangegeven dat wanneer de database op dit veld wordt gesorteerd, de gegevens in<br />
oplopende volgorde (van a tot z) worden weergegeven.
28 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
5. Klik op Sorteren.<br />
De namen in de Clublijst worden nu in alfabetische volgorde weergegeven op achternaam. De huidige<br />
record is nog steeds Mary Smith, en deze record is naar de gesorteerde locatie in de lijst verplaatst.<br />
Een nieuwe record toevoegen in lijstweergave<br />
Nadat u een gevonden reeks hebt gesorteerd, geeft <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> nieuwe records weer die u op de juiste<br />
plaats in de sorteervolgorde toevoegt wanneer u elke record in de database vastlegt (opslaat).<br />
Zo voegt u een record toe en ziet u dat deze automatisch wordt gesorteerd:<br />
1. Klik op Nieuwe record op de statusbalk.<br />
In de lay-out Clublijst verschijnt een lege record.<br />
Opmerking Afhankelijk van de grootte van het <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-venster dient u mogelijk eerst de verticale<br />
schuifbalk te gebruiken om de lege record te zien.<br />
2. In het vak Voornaam typt u Connel; in het vak Achternaam, typt u Jordan, in het vak Bedrijf, typt<br />
u DEF Ltd.; in het vak Type lidmaatschap, typt u Nieuw.<br />
3. Klik naast het veld Type lidmaatschap om de nieuwe record in de database vast te leggen.<br />
De nieuwe, huidige record wordt in de lijst alfabetisch op achternaam gesorteerd.<br />
4. Kies op de menubalk Records > Sorteren opheffen.<br />
De records worden opnieuw in de volgorde geplaatst waarin ze zich bevonden voordat u de gevonden<br />
reeks sorteerde. De nieuwe record verschijnt onder aan de lijst. Dit is de volgorde waarin de records in<br />
de database zijn opgeslagen.<br />
5. Selecteer de record voor Connel Jordan, als dat nog niet gebeurd.<br />
6. Klik op de statusbalk op Record verwijderen op de statusbalk en klik daarna op Verwijderen om deze<br />
record uit het voorbeeldbestand te verwijderen.<br />
7. Wanneer u klaar bent met deze les, sluit u het bestand door op de menubalk Bestand > Sluiten te kiezen.<br />
Aanvullende informatie<br />
U hebt records gevonden op basis van verschillende criteria, uw zoekopdrachten verfijnd door bepaalde<br />
records weg te laten en geleerd hoe u uw zoekopdrachten kunt opslaan. Daarnaast hebt u het resultaat van<br />
uw uiteindelijke gevonden reeks gesorteerd en aan de gesorteerde volgorde een nieuwe record toegevoegd.<br />
Raadpleeg hoofdstuk 2 van de <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Gebruikershandleiding voor meer informatie over hoe u in<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> records zoekt en sorteert.
Les 4<br />
Databases maken en records invoeren<br />
In de vorige lessen hebt u geleerd hoe u een eenvoudige database met bestaande gegevens gebruikt. Nu gaat<br />
u zelf een databasebestand maken en records toevoegen.<br />
In deze les leert u hoe u:<br />
1 een eenvoudige database maakt<br />
1 velden definieert om verschillende soorten gegevens in op te slaan<br />
1 records maakt<br />
1 gegevens invoert<br />
1 gegevens wijzigt<br />
1 records verwijdert<br />
1 gegevens invoert in een containerveld<br />
Een eenvoudige database maken<br />
Velden<br />
Voor alle gegevenscategorieën die u wilt opnemen, bijvoorbeeld Voornaam of Stad, maakt u een veld. Als<br />
u op de juiste wijze gegevens wilt zoeken, sorteren, berekenen en weergeven, moet het type van het veld<br />
overeenkomen met het type gegevens dat het bevat (tekst, getallen, datums, enz.). In de volgende lessen<br />
komen andere veldtypen aan bod.<br />
Een database maken<br />
1. Voer in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> een van de volgende handelingen uit:<br />
1 Als het scherm Snel aan de slag met <strong>FileMaker</strong> is weergegeven, klikt u op Maak een nieuwe database.<br />
1 Als het scherm Snel aan de slag met <strong>FileMaker</strong> niet is weergegeven, kiest u op de menubalk Bestand ><br />
Nieuwe database.<br />
2. Ga naar de map Zelfstudie en selecteer deze als locatie voor dit bestand.<br />
3. Typ MijnBestand.fp7 in het tekstvak Bestandsnaam en klik op Opslaan.<br />
Het bestand wordt in de tabelweergave in de bladermodus geopend. U gaat nu velden maken.<br />
4. Klik op Veld maken.<br />
Klik om een veld te<br />
maken<br />
5. Typ Voornaam.
30 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
6. Klik op + rechts van het veld Voornaam.<br />
7. Typ Achternaam.<br />
8. Klik op + en typ Betaald.<br />
9. Klik op + en typ Datum van betaling.<br />
10. Klik op + en typ Container.<br />
Klik om nog een veld te maken<br />
U hebt nu vijf velden in uw database gemaakt.<br />
In de tabelweergave worden<br />
veldlabels weergegeven als<br />
kolomkoppen<br />
Velden die in de tabelweergave zijn gemaakt, hebben standaard Tekst als veldtype. U gaat nu het<br />
veldtype veranderen van enkele velden die u hebt gemaakt.<br />
11. Klik met de rechtermuisknop op het veld Betaald, selecteer Veldtype en daarna Getal.<br />
Selecteer Getal als<br />
het veldtype<br />
12. Klik met de rechtermuisknop op het veld Betaald, selecteer achtereenvolgens Veldtype, Datum en OK<br />
om de standaarddatumopmaak in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> te accepteren.<br />
13. Klik met de rechtermuisknop op het veld Container, selecteer Veldtype en daarna Container.
Gegevens invoeren in de database<br />
U kunt nu gegevens invoeren in het bestand MijnBestand.fp7.<br />
De eerste record maken<br />
1. Klik onder de kolomkop Voornaam.<br />
Les 4 | Databases maken en records invoeren 31<br />
In de tabel verschijnt een nieuwe rij. Die rij is een nieuwe, lege record in de database.<br />
Deze pijl geeft in de tabelweergave<br />
de huidige record aan<br />
2. Typ Jane.<br />
3. Druk op de Tab-toets om naar het veld Achternaam te gaan.<br />
Opmerking In <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> worden wijzigingen automatisch opgeslagen wanneer u in een bestand<br />
werkt.<br />
4. Typ Doe in het veld Achternaam.<br />
5. Druk op de Tab-toets en typ 25 in het veld Betaald.<br />
In de volgende les leert u hoe u de opmaak van getalvelden kunt wijzigen om getallen in een<br />
valutaopmaak weer te geven.<br />
6. Druk op de Tab-toets en typ 11-11-2009 in het veld Datum van betaling.<br />
Laat het veld Container voorlopig leeg.<br />
Andere records maken<br />
1. Klik in de rij onder Jane in het veld Voornaam om een nieuwe record te maken.<br />
Tip U kunt ook op Nieuwe record op de statusbalk klikken als u een nieuwe record wilt maken.<br />
2. Voer op dezelfde wijze als voor Jane Doe gegevens in voor John Smith. Hij heeft op 2-2-2009<br />
een bedrag van 75 euro betaald.<br />
De database bevat nu twee records.<br />
Voer hier gegevens in<br />
Gegevens kopiëren met slepen en neerzetten<br />
1. Klik op de volgende rij en geef een voornaam en achternaam van uw keuze op.<br />
2. Selecteer het bedrag 75 in het veld Betaald in record 2.
32 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
3. Sleep de gemarkeerde tekst naar het veld Betaald in record 3 en laat de muisknop los.<br />
Opmerking Als u de tekst niet kunt slepen, is het mogelijk dat slepen en neerzetten niet is ingeschakeld<br />
in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>. Als u slepen en neerzetten wilt inschakelen, kiest u op de menubalk Bewerken ><br />
Voorkeuren (Windows) of <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> > Voorkeuren (Mac OS). Selecteer op het tabblad Algemeen de<br />
optie Tekstselectie door slepen en neerzetten toestaan, klik op OK en herhaal de stappen 2 en 3.<br />
4. Herhaal de stappen 2 en 3 voor het veld Datum van betaling.<br />
Gegevens in een record wijzigen<br />
Stel dat Jane Doe niet 25, maar 75 euro heeft betaald. Deze fout kunt u op een eenvoudige manier corrigeren.<br />
1. Selecteer in de record voor Jane Doe het bedrag in het veld Betaald.<br />
2. Typ het nieuwe bedrag: 75.<br />
3. Klik buiten het veld om deze wijziging in de database vast te leggen (op te slaan).<br />
Gegevens invoeren in de formulierweergave<br />
U kunt ook in de formulier- en lijstweergave gegevens invoeren.<br />
1. Klik op Formulierweergave .<br />
2. Selecteer in de laatste record die u hebt gemaakt, de gegevens in het veld Achternaam en geef een andere<br />
naam op.<br />
3. Klik buiten het veld om de wijziging vast te leggen.<br />
Een record verwijderen<br />
De tekst in het veld Betaald is geselecteerd<br />
1. Klik op Tabelweergave .<br />
2. Selecteer de laatste record die u hebt gemaakt.<br />
3. Klik op Record verwijderen op de statusbalk.<br />
4. Klik in het dialoogvenster dat verschijnt op Verwijderen om de verwijdering te bevestigen.<br />
Op de statusbalk kunt u zien dat de database nu nog maar twee records bevat.
Een bestand in een containerveld invoegen<br />
Les 4 | Databases maken en records invoeren 33<br />
Een containerveld kan afbeeldingen, QuickTime-bestanden, door u opgenomen geluiden of elk ander type<br />
bestand bevatten dat u in een database wilt bijhouden.<br />
1. Selecteer het containerveld in de eerste record.<br />
2. Kies op de menubalk Invoegen > Bestand.<br />
3. Kies het bestand logo.gif in de map Zelfstudie.<br />
4. Klik op Openen.<br />
Wanneer u een bestand invoegt, geeft <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> de naam en het pictogram van dat bestand weer in<br />
het containerveld, maar niet de werkelijke inhoud van het bestand.<br />
5. Wanneer u klaar bent met deze les, sluit u het bestand door op de menubalk Bestand > Sluiten te kiezen.<br />
Aanvullende informatie<br />
De naam en het pictogram van het<br />
GIF-bestand worden<br />
weergegeven in het containerveld<br />
U hebt nu een eenvoudige database gemaakt en velden gedefinieerd. Daarna hebt u records toegevoegd,<br />
gewijzigd en verwijderd en gegevens tussen records gekopieerd. Raadpleeg de hoofdstukken 2 en 3 in de<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Gebruikershandleiding voor meer informatie. In les les 7 leert u hoe u op verschillende<br />
manieren gegevens kunt invoeren in verschillende soorten velden. Raadpleeg de hoofdstukken 2 en 5 in de<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Gebruikershandleiding voor meer informatie.
34 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie
Les 5<br />
Aanpassen wat u ziet<br />
U kunt het uiterlijk van gegevens verfraaien door afbeeldingen en andere effecten toe te voegen.<br />
In deze les leert u hoe u:<br />
1 met lay-outs bepaalt wat u ziet<br />
1 velden toevoegt, vergroot, verkleint en verplaatst<br />
1 een deelvenster met tabblad toevoegt en de kleur ervan wijzigt<br />
1 waarden in getalvelden weergeeft in een valutaopmaak<br />
1 tekstgrootte, -stijl en -kleur wijzigt<br />
1 afbeeldingen toevoegt<br />
1 informatie vindt over verschillende methoden voor het aanpassen van een lay-out.<br />
Lay-outs en tabellen<br />
Elke lay-out is gebaseerd op één tabel en in deze lay-out worden de records van deze tabel weergegeven. Als<br />
uw databasebestand slechts één tabel bevat, zijn alle lay-outs in uw bestand op deze tabel gebaseerd. Als uw<br />
databasebestand meerdere tabellen bevat, moet u aangeven op welke tabel uw lay-out moet worden gebaseerd<br />
wanneer u de lay-out maakt. U kunt dit echter later nog wijzigen.<br />
Het is belangrijk de juiste tabel als basis voor uw lay-out te kiezen, omdat de tabel bepaalt welke velden en<br />
records in de lay-out beschikbaar zullen zijn. U kunt ook velden en records gebruiken die niet in de huidige<br />
tabel zijn opgeslagen, maar hiervoor moet u eerst relaties definiëren. Meer informatie over relaties vindt u<br />
in les 11, “Databases relationeel maken”.<br />
Lay-outs aanpassen<br />
U ontwerpt lay-outs in de lay-outmodus. In een lay-out kunt u een willekeurige combinatie van velden,<br />
teksten en afbeeldingen opnemen. U kunt vervolgens niet alleen het lettertype en de kleur van velden en<br />
tekst wijzigen, maar ook de opmaak van getal- en datumvelden. U kunt bijvoorbeeld een getalveld instellen<br />
waarin een valutaopmaak kan worden opgenomen of een datumveld instellen waarin de dag van de week,<br />
met de dag, de maand en het jaartal kunnen worden opgenomen.<br />
In de lay-outmodus gebruikt u het infovenster voor de meeste opmaaktaken. Wijzigingen die u in de layoutmodus<br />
aanbrengt, hebben alleen invloed op de wijze waarop gegevens worden weergegeven. De<br />
gegevens zelf blijven ongewijzigd.
36 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Velden vergroten, verkleinen, verplaatsen en toevoegen<br />
Een veld selecteren en vergroten of verkleinen<br />
1. Open het bestand VoorbeeldenKopie.fp7 in de map Zelfstudie.<br />
Tip Omdat u in les 3 het bestand Voorbeeld Kopie.fp7 al eens hebt geopend, kunt u op de menubalk<br />
Bestand > Recent bestand openen kiezen en daarna dat bestand in de lijst van recent geopende bestanden<br />
selecteren om het in volgende lessen te openen.<br />
2. Kies de lay-out Gegevensinvoer in het venstermenu Lay-out op de lay-outbalk.<br />
3. Klik op de lay-outbalk op Lay-out bewerken.<br />
Op de statusbalk verschijnen gereedschappen waarmee u lay-outs kunt ontwerpen. Als de layoutgereedschappen<br />
niet zichtbaar zijn, pas dan het formaat van het <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-venster in de breedte<br />
aan.<br />
Aantal lay-outs in dit bestand<br />
Hiermee kunt u het infovenster en de opmaakbalk<br />
weergeven of verbergen<br />
4. Plaats de aanwijzer op de statusbalk en lay-outbalk als u wilt weten wat u met de lay-outgereedschappen<br />
kunt doen.<br />
Zoals u kunt zien, bevat elk veld het pictogram , dat aangeeft dat het veld is ingeschakeld voor 'Snel<br />
zoeken'-zoekopdrachten. De kleur van het pictogram geeft de prestaties weer. U kunt het pictogram van<br />
Snel zoeken verbergen door op de menubalk Weergave > Tonen > Snel zoeken te kiezen.<br />
5. Selecteer het veld Voornaam door erop te klikken.<br />
6. Sleep de handgreep in de rechterbenedenhoek van het veld naar links tot het veld kleiner is, maar wel<br />
groot genoeg is voor de langste voornaam die u verwacht te gebruiken.<br />
7. Klik op Lay-out opslaan en daarna op Lay-out verlaten om uw resultaten in de bladermodus te bekijken.<br />
8. Klik in de bladermodus op het boekpictogram op de statusbalk om door de records heen te bladeren.<br />
Als in het veld niet alle namen volledig worden weergegeven, gaat u terug naar de lay-outmodus en<br />
maakt u het veld groter.<br />
9. Herhaal de stappen 3 tot en met 8 voor Achternaam.<br />
Klik op het veld om het te selecteren<br />
Lay-outgereedschappen<br />
Selecteer de handgreep en sleep deze met<br />
de muis om de grootte van het veld te<br />
wijzigen
Een veld verplaatsen<br />
1. Klik op Lay-out bewerken.<br />
2. Klik in het veld Achternaam, sleep het en zet het rechts van het veld Voornaam neer.<br />
Les 5 | Aanpassen wat u ziet 37<br />
Tip Als u per ongeluk een verkeerd veld of het deelvenster met tabblad verplaatst, kiest u op de menubalk<br />
Bewerken > Ongedaan maken Verplaatsen om de wijziging ongedaan te maken.<br />
In de volgende stappen gaat u deze velden uitlijnen met het infovenster.<br />
3. Klik op Infovenster op de lay-outbalk om het infovenster te openen.<br />
Met het infovenster kunt u objecten in nauwkeurig een lay-out plaatsen en opmaken.<br />
4. Klik op het veld Voornaam, houd Shift ingedrukt en klik daarna op het veld Achternaam.<br />
Beide velden zijn nu geselecteerd.<br />
5. Klik op Positie en klik daarna onder Ordenen en uitlijnen op Uitlijnen op bovenranden .<br />
Klik op Positie<br />
Uitlijnen op<br />
bovenranden<br />
Het veld Achternaam wordt verplaatst zodat de bovenrand van dat veld is uitgelijnd met de bovenrand<br />
van het veld Voornaam.<br />
6. Sleep het veldlabel Achternaam tot boven het veld Achternaam.<br />
7. Sleep het veldlabel Voornaam tot boven het veld Voornaam.
38 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
8. Experimenteer met de uitlijningsknoppen in het infovenster en de pijltoetsen op uw toetsenbord om de<br />
veldlabels onderling en met de respectieve velden uit te lijnen.<br />
Tip Als u bij het ontwerp van uw lay-out een fout maakt, kunt u op de lay-outbalk op Herstellen klikken<br />
om alle niet-opgeslagen wijzigingen te negeren en opnieuw te beginnen.<br />
Wanneer u klaar bent, zal uw lay-out er ongeveer uitzien zoals op de volgende afbeelding.<br />
9. Klik op Lay-out opslaan en daarna op Lay-out verlaten om uw resultaten in de bladermodus te bekijken.<br />
Een veld toevoegen<br />
Nadat u in een tabel een veld hebt gedefinieerd, kunt u dit weergeven in elke lay-out die op deze tabel is<br />
gebaseerd. De voorbeelddatabase bevat gedefinieerde velden die niet in deze lay-out zijn opgenomen. U gaat<br />
nu één van deze velden toevoegen.<br />
Opmerking U kunt ook gerelateerde velden uit andere tabellen in uw lay-outs plaatsen, zoals in Les 11 is<br />
beschreven.<br />
1. Klik op Lay-out bewerken.<br />
2. Klik op het veldgereedschap op de statusbalk, sleep het nieuwe veld en zet het onder het veld Datum<br />
van betaling neer.<br />
3. Selecteer in het dialoogvenster Veld opgeven de optie Lid sinds en Label maken en klik op OK.<br />
Het veld Lid sinds verschijnt in de lay-out. Wijzig het formaat van het nieuwe veld door een van de<br />
rechterhandgrepen te slepen tot het veld even groot is als het veld Datum van betaling.<br />
Zoals u merkt, komt de opmaak van het veldlabel Lid sinds niet overeen met die van de andere veldlabels<br />
in de lay-out. U kunt met het gereedschap Opmaak kopiëren/plakken de opmaak van het ene label<br />
kopiëren en op een ander label toepassen.<br />
4. Selecteer het veld Datum van betaling.<br />
Veldgere
5. Kies het gereedschap Opmaak kopiëren/plakken op de statusbalk.<br />
Les 5 | Aanpassen wat u ziet 39<br />
Naast de aanwijzer verschijnt een verfkwast , die aangeeft dat u opmaak in de lay-out kunt kopiëren<br />
en plakken.<br />
6. Klik op het veldlabel Lid sinds.<br />
De opmaak wordt aangepast aan de opmaak van het veldlabel Datum van betaling.<br />
7. Selecteer het veld Lid sinds, houd Shift ingedrukt en klik op het veld Datum van betaling en klik daarna<br />
op Uitlijnen op linkerranden in het infovenster om deze velden uit te lijnen op hun linkerranden.<br />
8. Selecteer het veld Lid sinds en herhaal stap 7 om de rechterrand van dat veld uit te lijnen met de<br />
rechterrand van het veld Datum van betaling.<br />
Opmerking Mogelijk dient u de uitlijning van labeltekst verder aan te passen met behulp van de<br />
pijltoetsen.<br />
9. Klik op Lay-out opslaan en daarna op Lay-out verlaten om het nieuwe veld en veldlabel in de<br />
bladermodus te bekijken.<br />
10. Klik op Nieuwe record op de statusbalk.<br />
In de nieuwe record is nu in het veld Lid sinds de huidige datum ingevoerd. De huidige datum wordt<br />
ingevoerd in het veld Lid sinds in elke volgende nieuwe record.<br />
11. Klik op Record verwijderen en klik daarna op Verwijderen om de lege record uit het bestand te<br />
verwijderen.<br />
Een deelvenster met tabblad toevoegen<br />
1. Klik op Lay-out bewerken.<br />
2. Selecteer het tabblad Contactgegevens om het deelvenster met tabblad te selecteren.<br />
Rond het deelvenster met tabblad verschijnen handgrepen
40 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
3. Kies op de menubalk Opmaak > Tabbladbesturingselement instellen.<br />
4. In het dialoogvenster Tabbladbesturingselement instellen typt u in het invoervak Tabnaam de naam<br />
Lidmaatschapsinformatie.<br />
5. Klik op OK en daarna nogmaals op OK.<br />
Het nieuwe deelvenster met tabblad verschijnt rechts van het deelvenster met tabblad Contactgegevens.<br />
6. Begin in het deelvenster met tabblad Contactgegevens buiten het deelvenster met tabblad en selecteer met<br />
een sleepbewerking de velden Bedrijf, Type lidmaatschap, Betaald, Datum van betaling en Lid sinds en hun<br />
veldlabels.<br />
7. Kies op de menubalk Bewerken > Knippen.<br />
8. Selecteer het deelvenster met tabblad Info lidmaatschap.<br />
9. Kies op de menubalk Bewerken > Plakken Lay-outobject(en) (Windows) of Plakken (Mac OS).<br />
10. Wanneer de velden en veldlabels zijn geselecteerd, sleept u ze naar de gewenste positie boven aan het<br />
deelvenster met tabblad.<br />
11. Klik op Lay-out opslaan en daarna op de statusbalk op Lay-out verlaten om uw resultaten in de<br />
bladermodus te bekijken.
Een getal weergeven in een valutaopmaak<br />
Les 5 | Aanpassen wat u ziet 41<br />
Ook als u alleen een getal in het veld hebt ingevoerd, kunt u een getal weergeven in een valutaopmaak.<br />
Wijzigingen in de opmaak hebben alleen een invloed op de wijze waarop gegevens worden weergegeven.<br />
De gegevens zelf blijven ongewijzigd.<br />
1. Klik op Lay-out bewerken.<br />
2. Selecteer in het deelvenster met tabblad Info lidmaatschap het veld Betaald.<br />
3. Klik in het Infovenster op Gegevens.<br />
4. Klik onder aan het infovenster onder Gegevens opmaken op Getal en kies bij Opmaak de optie Valuta.<br />
5. Klik op Lay-out opslaan en daarna op Lay-out verlaten om de opgemaakte gegevens te bekijken.<br />
Opmerking Mogelijk moet u op het tabblad Info lidmaatschap klikken of naar een andere record gaan om<br />
opgemaakte gegevens in het veld Betaald te zien.<br />
Kleur toevoegen aan een deelvenster met tabblad<br />
Pas de kleur van het deelvenster met tabblad Info lidmaatschap nu aan de kleur van het kopgedeelte in deze<br />
lay-out aan.<br />
1. Klik op Lay-out bewerken.<br />
2. Klik op het tabblad Info lidmaatschap om dit deelvenster met tabblad te selecteren.<br />
3. Klik in het infovenster op Uiterlijk, kies Opvullen en daarna Andere kleur.<br />
4. Voer in het dialoogvenster Kleur de waarde 238 in voor Rood, Groen en Blauw.<br />
Opmerking Mac OS: Mogelijk dient u te klikken op het pictogram met de schuifregelaars boven aan<br />
het dialoogvenster en in de lijst de optie RGB-schuifregelaars te selecteren om de waarden in te voeren.<br />
5. Klik op OK.<br />
Het deelvenster met tabblad Info lidmaatschap heeft nu dezelfde kleur als het kopgedeelte.<br />
Tekstgrootte en -kleur wijzigen<br />
1. Selecteer in de lay-outmodus het selectiegereedschap op de statusbalk.<br />
2. Klik op de kop De Zakenreisclub om het tekstblok te selecteren.<br />
3. Klik in het Infovenster op Uiterlijk.<br />
Klik op Gegevens<br />
1 Typ onder Tekst het getal 25, klik op Cursief en kies blauw als Kleur.
42 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
.<br />
Een afbeelding toevoegen aan de lay-out<br />
U gaat nu een logo toevoegen naast de clubnaam.<br />
1. Klik links van de tekst De Zakenreisclub op de plaats waar u het logo wilt plaatsen.<br />
Op het scherm verandert nog niets.<br />
2. Kies op de menubalk Invoegen > Afbeelding.<br />
3. Open de map Zelfstudie.<br />
4. Geef alle bestandstypen weer en selecteer logo.gif.<br />
5. Klik op Openen.<br />
Selecteer Cursief als stijl<br />
6. Indien nodig sleept u het logo of tekstblok om het naar de gewenste locatie te verplaatsen.<br />
7. Klik op Lay-out opslaan en daarna op Lay-out verlaten om de voltooide lay-out te bekijken.<br />
8. Wanneer u klaar bent met deze les, sluit u het bestand door op de menubalk Bestand > Sluiten te kiezen.<br />
Aanvullende informatie<br />
U hebt geleerd hoe u het uiterlijk van de gegevens kunt verfraaien door tabbladen met deelvensters,<br />
afbeeldingen, eigen tekst en veldopmaak te gebruiken en objecten op een creatieve wijze in lay-outs te<br />
plaatsen. In les 10 leert u hoe u een grafiek aan een lay-out toevoegt.<br />
Er zijn nog vele andere manieren waarop u de weergave van velden en lay-outs kunt wijzigen.<br />
Wanneer u een lay-out hebt gemaakt, kunt u bijvoorbeeld:<br />
1 effecten, zoals reliëf of patronen, toekennen aan objecten<br />
1 lijnen of kaders gebruiken om gegevens te markeren of te scheiden<br />
1 schuifbalken toevoegen aan afzonderlijke velden<br />
1 de achtergrond- of veldkleur wijzigen.<br />
Typ 25 als<br />
lettergrootte<br />
Selecteer blauw.<br />
Wanneer u een nieuwe lay-out maakt, kunt u met een thema kleur en stijl toepassen op de lay-out. Raadpleeg<br />
de Help van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> voor meer informatie over dergelijke mogelijkheden.
Les 6<br />
Lijsten, adresetiketten en standaardbrieven<br />
maken<br />
U kunt op eenvoudige wijze lay-outs maken waarmee u gegevens op verschillende manieren kunt weergeven<br />
en afdrukken.<br />
In deze les maakt u:<br />
1 een lijst met records<br />
1 adresetiketten<br />
1 een standaardbrief<br />
Een lijst met kolommen maken<br />
In een lijst met kolommen worden meerdere records tegelijk weergegeven. Elke rij bevat één record. Elke kolom<br />
bevat een gegevenscategorie, bijvoorbeeld Achternaam of Telefoonnummer.<br />
1. Open Voorbeeld Kopie.fp7.<br />
2. Klik op de lay-outbalk op Lay-out bewerken.<br />
3. Klik op Lay-out/rapport maken op de statusbalk.<br />
4. Typ bij Lay-outnaam de tekst Ledenlijst.<br />
5. Selecteer voor het nieuwe lay-outtype de optie Lijstweergave en klik op Volgende.<br />
6. Dubbelklik op de volgende velden, in de volgorde waarin u ze in de lijst wilt weergeven:<br />
1 Achternaam<br />
1 Voornaam<br />
1 Bedrijf<br />
1 Type lidmaatschap<br />
De velden worden verplaatst naar de lijst Lay-outvelden.
44 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
7. Klik op Volgende.<br />
8. Klik op Achternaam en daarna op Verplaatsen om <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> de records alfabetisch op achternaam<br />
te laten rangschikken.<br />
9. Klik op Volgende.<br />
10. Kies Standaard in de lijst met lay-outthema’s en klik op Volgende.<br />
11. Klik in elk van de overige twee vensters op Volgende om de standaardinstellingen te gebruiken.<br />
12. Klik op de knop Voltooien.<br />
De gegevens in alle records van de velden Achternaam, Voornaam, Bedrijf en Type lidmaatschap<br />
verschijnen in de lay-out Ledenlijst. De voltooide lay-out wordt in de bladermodus in lijstweergave<br />
weergegeven. De lay-out die u zojuist hebt gemaakt, verschijnt in het venstermenu Lay-out op de lay-outbalk.<br />
Adresetiketten maken<br />
Etiket-lay-outs<br />
In etiket-lay-outs worden samenvoegvelden gebruikt. Deze velden worden vergroot of verkleind om<br />
de gegevens in te passen in het veld. Als het samenvoegveld leeg is, neemt het geen ruimte in beslag.<br />
Samenvoegvelden gebruikt u alleen als u gegevens wilt weergeven of afdrukken. In samenvoegvelden<br />
kunt u geen gegevens invoeren.<br />
Een etiket-lay-out maken<br />
In dit gedeelte gebruikt u de wizard Lay-out/rapport maken om:<br />
1 een etiket-lay-out te maken<br />
1 velden voor de etiketten te selecteren.<br />
De etiketlay-out maken<br />
1. Klik op Lay-out bewerken.<br />
2. Klik op Lay-out/rapport maken.<br />
3. Typ bij Lay-outnaam de tekst Etiketten.<br />
4. Blader in het vak Een type lay-out selecteren omlaag en selecteer Etiketten.<br />
5. Klik op Volgende.<br />
6. Selecteer Avery 5160 in de lijst Etiketgrootte als die optie nog niet is geselecteerd.<br />
7. Klik op Volgende.
Velden voor de etiketten kiezen<br />
1. Dubbelklik in de lijst op Voornaam.<br />
Les 6 | Lijsten, adresetiketten en standaardbrieven maken 45<br />
In het gedeelte Etiketinhoud verschijnt nu . De haakjes rond de veldnaam geven aan dat<br />
het een samenvoegveld is en dat de tijdelijke aanduiding “Voornaam” op etiketten zal worden vervangen<br />
door gegevens (in dit geval door de voornaam in de record). U zult ook merken dat de invoegpositie in<br />
het tekstvak Etiketinhoud knippert.<br />
2. Typ een spatie achter .<br />
3. Dubbelklik in de lijst op Achternaam.<br />
4. Als de invoegpositie achter staat, drukt u op Enter (Windows) of Return (Mac OS).<br />
Hierdoor wordt de invoegpositie naar de volgende regel verplaatst.<br />
5. Dubbelklik in de lijst op Privé_adres 1 en druk vervolgens op Enter of Return.<br />
6. Dubbelklik in de lijst op Privé_adres 2 en druk vervolgens op Enter of Return.<br />
7. Dubbelklik in de lijst op Stad.<br />
8. Typ een komma en vervolgens een spatie.<br />
9. Dubbelklik in de lijst op Land.<br />
De etiketinhoud moet er nu als volgt uitzien:<br />
10. Klik op Volgende.
46 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
11. Selecteer Weergeven in schermafdrukmodus en klik daarna op Voltooien.<br />
Er verschijnt een pagina waarop de etiketten zijn afgebeeld in schermafdrukmodus.<br />
U ziet dat niet alle records hetzelfde aantal regels tekst bevat. In records met vier adresregels worden alle<br />
regels weergegeven. In records waarvoor slechts drie adresregels worden gebruikt, is de extra regel<br />
automatisch weggelaten zodat de etiketten geen lege regels bevatten.<br />
12. Nadat u uw etiketlay-out hebt bekeken, klikt u op Schermafdruk verlaten op de lay-outbalk om terug<br />
te keren naar de lay-outmodus.<br />
Een standaardbrief maken<br />
Standaardbrieven<br />
Een standaardbrief in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> is gewoon een lay-out die tekst bevat. Voor deze brief voegt u<br />
samenvoegvelden in zodat de juiste bedrijfsgegevens verschijnen voor het adres en de aanhef en voor<br />
de bedrijfsnaam in het hoofdgedeelte van de brief. Daarnaast wordt ook een afbeelding van het logo<br />
van de Zakenreisclub ingevoegd.<br />
Een lege lay-out van één pagina maken<br />
Normaal bevindt u zich nog steeds in de lay-outmodus.<br />
1. Klik op Lay-out/rapport maken.<br />
2. Typ bij Lay-outnaam de tekst Welkomstbrief.<br />
3. Selecteer voor het nieuwe lay-outtype de optie Lege lay-out.<br />
4. Klik op de knop Voltooien.<br />
Aangezien in deze brief geen kop- of voetgedeelte worden gebruikt, gaat u ze nu verwijderen.<br />
5. Klik in de lay-out op de bladtab Kopgedeelte en druk vervolgens op Backspace (Windows) of Delete<br />
(Mac OS).<br />
6. Klik in de lay-out op de tab Voetgedeelte en druk vervolgens op Backspace of Delete.<br />
7. Sleep de bladtab Hoofdgedeelte naar beneden tot de liniaal ongeveer 27 centimeter aangeeft.<br />
Als u de muisknop loslaat, verschijnt normaal het pagina-einde. Als u het pagina-einde niet ziet, sleept<br />
u de bladtab Hoofdgedeelte nog verder naar beneden.
Les 6 | Lijsten, adresetiketten en standaardbrieven maken 47<br />
8. Sleep nu de bladtab Hoofdgedeelte tot deze net boven het pagina-einde staat.<br />
De lijn die het pagina-einde aangeeft, verdwijnt. Als u de bladtab van het hoofdgedeelte tot net boven het<br />
pagina-einde sleept, bevat uw standaardbrief slechts één pagina.<br />
9. Gebruik de schuifbalk onder aan het scherm om naar rechts te schuiven tot langs de rechterkant een vette<br />
stippellijn zichtbaar is. Deze lijn geeft het pagina-einde aan de rechterkant aan. U maakt de brief binnen<br />
deze pagina-einden.<br />
10. Ga met de schuifbalk helemaal naar links.<br />
11. Ga met de schuifbalk naar de bovenkant van de lay-out.<br />
Het tekstblok maken<br />
U gaat een tekstblok maken met aan iedere zijde een marge van 5 centimeter.<br />
1. Selecteer het tekstgereedschap op de statusbalk.<br />
2. Sleep een rechthoek die op ongeveer 5 centimeter afstand van de linkerbovenhoek van de lay-out begint<br />
en op ongeveer 5 centimeter afstand van de rechterbenedenhoek eindigt. De linkerbovenhoek en<br />
rechterbenedenhoek worden aangegeven door lijnen.<br />
Als u de muisknop loslaat, begint in de linkerbovenhoek van het tekstvak de invoegpositie te knipperen.<br />
In dit vak typt u de brief.<br />
Het adres toevoegen<br />
1. Kies op de menubalk Invoegen > Samenvoegveld.<br />
2. Selecteer Voornaam in de lijst en klik op OK.<br />
3. Typ een spatie.<br />
De bladtab<br />
Hoofdgedeelte<br />
Pagina-einde<br />
4. Kies op de menubalk Invoegen > Samenvoegveld.<br />
5. Selecteer Achternaam in de lijst en klik op OK.<br />
6. Druk op Enter (Windows) of Return (Mac OS).<br />
7. Voeg samenvoegvelden toe voor het adres, de stad en het land. Gebruik voor de velden de bijbehorende<br />
spaties, nieuwe regels en interpunctie.
48 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
De brief typen<br />
1. Druk twee keer op Enter of Return om twee regeleinden achter het adres in te voegen.<br />
2. Begin met de aanhef: typ Beste en vervolgens een spatie.<br />
3. Voeg voor de voor- en achternaam samenvoegvelden toe, gescheiden door een spatie.<br />
In uw eigen brieven kunt u ook andere velden gebruiken, bijvoorbeeld een veld voor titels, om de aanhef<br />
meer of minder formeel te maken.<br />
4. Typ een komma en voeg twee regeleinden in.<br />
5. Typ de brief:<br />
De Zakenreisclub heet u en uw bedrijf van harte welkom bij de meest veelzijdige<br />
reisorganisatie voor zakenreizigers.<br />
Wij stellen uw klandizie op prijs en hopen in de toekomst veel plezierige<br />
reizen voor u te mogen verzorgen.<br />
Als u een woord verkeerd spelt, wordt er een rode stippellijn onder weergegeven. Als u de realtime<br />
spellingcontrole in dit bestand wilt uitschakelen, kiest u op de menubalk Bestand > Bestandsopties.<br />
Klik in het dialoogvenster Bestandsopties op het tabblad Spelling. Schakel het vakje Onbekende<br />
woorden markeren met speciale onderstreping uit.<br />
Verwijder het<br />
vinkje uit dit vakje<br />
om de<br />
onderstreping van<br />
verkeerd gespelde<br />
woorden uit te<br />
schakelen<br />
Als een veld woorden zal bevatten die bij een spellingcontrole als verkeerd gespelde woorden zullen worden<br />
gemarkeerd (bijv. namen), kunt u de spellingcontrole voor dergelijke velden uitschakelen.<br />
De brief aanpassen met de bedrijfsnaam<br />
1. Klik in de eerste alinea achter het woord bedrijf.<br />
2. Typ een komma en vervolgens een spatie.<br />
3. Voeg een samenvoegveld voor de bedrijfsnaam van het lid in.<br />
4. Typ nogmaals een komma.
De afsluiting toevoegen<br />
1. Klik aan het einde van de tekst en voeg twee regeleinden in.<br />
2. Typ Hoogachtend, en voeg vervolgens vier regeleinden in.<br />
3. Typ John Jones gevolgd door een komma.<br />
4. Voeg een regeleinde in en typ vervolgens Directeur.<br />
Les 6 | Lijsten, adresetiketten en standaardbrieven maken 49<br />
5. Klik op Lay-out opslaan en daarna op Lay-out verlaten op de lay-outbalk om uw aangepaste brief weer te<br />
geven. Hij is nu klaar om voor elke record in de database te worden afgedrukt.<br />
Opmerking De record die in uw venster verschijnt, kan verschillen van diegene die hier is weergegeven<br />
vanwege experimenten die u mogelijk in het voorbeeldbestand hebt uitgevoerd.<br />
6. Blader door enkele records om te zien hoe de samenvoegvelden worden bijgewerkt.<br />
Zie “Een afbeelding toevoegen aan de lay-out” op pagina 42 als u wilt weten hoe u een logo aan het<br />
briefhoofd kunt toevoegen.<br />
7. Wanneer u klaar bent met deze les, sluit u het bestand door op de menubalk Bestand > Sluiten te kiezen.<br />
Aanvullende informatie<br />
In deze les hebt u lay-outs gemaakt voor lijsten met kolommen, etiketten en standaardbrieven. U kunt in<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> net zoveel lay-outs maken als u wilt om uw informatie op elke gewenste manier te<br />
organiseren. Meer informatie over het maken van lay-outs vindt u in les 9 en in hoofdstuk 3 van de<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Gebruikershandleiding. Raadpleeg de Help van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> voor meer informatie over<br />
het uitschakelen van de spelling voor bepaalde velden in een bestand.
50 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie
Les 7<br />
Gegevensinvoer vereenvoudigen<br />
Met invoerlijsten, berekeningvelden en automatische gegevensinvoer vereenvoudigt u de manier waarop<br />
gegevens in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> worden ingevoerd en verhoogt u bovendien de nauwkeurigheid.<br />
In deze les leert u hoe u:<br />
1 gegevens gemakkelijker kunt invoeren met behulp van invoerlijsten<br />
1 een formule schrijft en test<br />
1 veldopties voor automatische invoer gebruikt om gegevens automatisch in te voeren.<br />
Gegevens invoeren met invoerlijsten<br />
In invoerlijsten kiest u de gewenste gegevenswaarde met een schuiflijst, een vervolgmenu, selectievakjes of<br />
keuzerondjes. Invoerlijsten kunnen vooraf gedefinieerde waarden bevatten of dynamische waarden die op<br />
een bepaald veld zijn gebaseerd. Met invoerlijsten beschikt u over een efficiënte manier om veelgebruikte<br />
waarden in uw database in te voeren.<br />
Een invoerlijst definiëren<br />
1. Open Voorbeeld Kopie.fp7.<br />
2. Kies Gegevensinvoer in het venstermenu voor lay-outs als deze lay-out nog niet is geselecteerd.<br />
3. Kies op de menubalk Bestand > Beheren > Invoerlijsten.<br />
4. Klik op Nieuw.<br />
Een invoerlijst waarin vooraf gedefinieerde waarden worden<br />
5. Geef Typen lidmaatschap op als naam voor de nieuwe invoerlijst.<br />
6. Klik in het tekstvak Eigen waarden gebruiken en typ Nieuw en Verlengd, elk op een aparte regel.
52 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
7. Klik op OK om het dialoogvenster Invoerlijst bewerken te sluiten.<br />
8. Klik op OK om deze actie te voltooien.<br />
Een invoerlijst toewijzen aan een veld en de lijst weergeven als keuzerondjes<br />
1. Klik op de lay-outbalk op Lay-out bewerken.<br />
2. Selecteer het tabblad Info lidmaatschap, als het nog niet is weergegeven.<br />
3. Selecteer het veld Type lidmaatschap.<br />
4. Klik op Infovenster Om het Infovenster te openen als het nog niet is weergegeven.<br />
5. Selecteer Gegevens en kies onder Veld bij Stijl besturingselementen de optie Groep keuzerondjes.<br />
6. Kies bij Waarden van de optie Typen lidmaatschap.<br />
Dit is de invoerlijst die u in de vorige sectie hebt gedefinieerd.<br />
7. Selecteer Uiterlijk.<br />
8. Kies onder Object bij Lijn de kleur Zwart.<br />
Met deze instelling geeft u het selectiegebied van elk keuzerondje weer.<br />
Klik op Gegevens<br />
Kies de optie Groep<br />
keuzerondjes<br />
Selecteer de invoerlijst<br />
Typen lidmaatschap<br />
Als alles goed is, worden de keuzerondjes nu in de lay-outmodus weergegeven.<br />
Het veld Type<br />
lidmaatschap opgemaakt<br />
met keuzerondjes<br />
9. Klik op Lay-out opslaan en daarna op Lay-out verlaten om naar de bladermodus over te schakelen en test<br />
dan uw invoerlijst en knoppen door erop te klikken.
Waarden genereren met een berekeningveld<br />
Les 7 | Gegevensinvoer vereenvoudigen 53<br />
Gebruik een berekeningveld wanneer u met <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> een berekening wilt uitvoeren, bijvoorbeeld om<br />
de hoeveelheid achterstallige belasting of de te betalen bijdrage te bepalen. Een berekeningveld is een van<br />
de veldtypen in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>. In <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> kunt u eenvoudige en complexe berekeningen uitvoeren.<br />
In de berekeningsformule kunt u waarden gebruiken uit het huidige veld of uit gerelateerde velden. U kunt voor<br />
de formule waarden van alle veldtypen gebruiken. U kunt met berekeningen tekstwaarden genereren door<br />
bijvoorbeeld de velden Voornaam en Achternaam te combineren tot een veld met de volledige naam. Ook kunt<br />
u berekeningen gebruiken voor datums, tijden en de inhoud van containervelden.<br />
Een berekeningveld maken<br />
De leden van de Zakenreisclub betalen een jaarlijkse bijdrage. Voor nieuwe leden bedraagt deze 200 euro.<br />
Leden die hun lidmaatschap hebben verlengd, betalen 100 euro. De volgende berekening geeft als resultaat<br />
een bedrag dat wordt bepaald door het type lidmaatschap.<br />
Er zijn verschillende manieren om een berekening te maken die het juiste resultaat oplevert. In de volgende<br />
methode wordt een If-instructie gebruikt om de gegevens in het veld Type lidmaatschap te vergelijken met één<br />
van de lidmaatschapstypen. De berekening geeft een van de twee mogelijke resultaten.<br />
1. Klik op Lay-out bewerken.<br />
2. Selecteer het tabblad Info lidmaatschap.<br />
3. Kies op de menubalk Bestand > Beheren > Database.<br />
4. In het dialoogvenster Database beheren klikt u op het tabblad Velden als dit tabblad nog niet is<br />
geselecteerd.<br />
5. Typ bij Veldnaam de tekst Verschuldigd bedrag.<br />
6. Kies in de keuzelijst Type de optie Berekening om van dit veld een berekeningveld te maken.<br />
7. Klik op Maken.<br />
Het dialoogvenster Berekening opgeven verschijnt.<br />
Selecteer de optie Berekening
54 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
8. Blader rechts in het dialoogvenster Berekening opgeven door de lijst met functies tot u de formule<br />
If (test ; resultaat1 ; resultaat2) ziet. Dubbelklik hierop zodat die functie onder in het grote tekstvak<br />
verschijnt.<br />
De functie bevat drie onderdelen: een test, een resultaat als de test resulteert in de waarde ‘waar’<br />
(resultaat één) en een resultaat als de test resulteert in de waarde ‘onwaar’ (resultaat twee). De tijdelijke<br />
waarden test, resultaat1 en resultaat2 vervangt u door de werkelijke onderdelen van de berekening.<br />
9. Selecteer de tijdelijke waarde test en typ het volgende, precies zoals het hier is vermeld:<br />
Type lidmaatschap = “Verlengd”<br />
10. Selecteer de tijdelijke waarde resultaat1 en typ 100.<br />
11. Selecteer de tijdelijke waarde resultaat2 en typ 200.<br />
12. Zorg ervoor dat het resultaat van de berekening is ingesteld op Getal.<br />
13. Klik op OK.<br />
Vervang deze<br />
tijdelijke<br />
aanduidingen<br />
om uw<br />
berekening<br />
samen te<br />
stellen<br />
De voltooide<br />
berekening<br />
Kies de optie Getal<br />
Lijst met velden<br />
Controleer het gegevenstype dat de<br />
berekening als resultaat geeft<br />
Als er een foutbericht verschijnt, controleert u of de spaties en interpunctie in de formule exact<br />
overeenkomen met die in de eerder getoonde formule.<br />
14. Klik op OK om het dialoogvenster Database beheren te sluiten.<br />
De lijst met functies<br />
Het veld Verschuldigd bedrag verschijnt onder aan de lay-out, onder het deelvenster met tabblad Info<br />
lidmaatschap. Afhankelijk van de grootte van het beeldscherm dient u mogelijk de schuifbalk te<br />
gebruiken om het veld te kunnen zien.<br />
15. Selecteer het veld Verschuldigd bedrag en het label ervan en sleep deze tot onder het veld Lid sinds.
Les 7 | Gegevensinvoer vereenvoudigen 55<br />
16. Zoals u merkt, komt de opmaak van het label Verschuldigd bedrag niet overeen met die van de andere<br />
labels in de voorbeelddatabase. Gebruik het gereedschap Opmaak kopiëren/plakken om de opmaak<br />
aan te passen.<br />
De berekening is nu voltooid. Als u gegevens in het veld Type lidmaatschap invoert, worden ze vergeleken<br />
met het woord waarop wordt getest: “Verlengd”. Als de gegevens met dit woord overeenkomen, is de test<br />
waar en geeft de berekening het eerste resultaat: 100. Wanneer de gegevens niet overeenkomen, is de test<br />
onwaar en geeft de berekening het tweede resultaat.<br />
De berekening testen<br />
Als u wilt controleren of uw berekening werkt, slaat u de lay-out op en verlaat u deze. Dan schakelt u over<br />
naar het tabblad Info lidmaatschap en probeert u vervolgens de waarde in het veld Type lidmaatschap van<br />
Nieuw in Verlengd te wijzigen. Zodra het type lidmaatschap wordt gewijzigd, verandert ook het resultaat in<br />
het veld Verschuldigd bedrag.<br />
Een volgnummer automatisch invoeren<br />
In <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> kunt u bepaalde gegevenstypen, bijvoorbeeld getallen die steeds met een vaste waarde<br />
worden verhoogd, automatisch invoeren wanneer u een nieuwe record maakt.<br />
Een veld voor volgnummers maken<br />
1. Klik op Lay-out bewerken.<br />
2. Kies op de menubalk Bestand > Beheren > Database.<br />
3. In het dialoogvenster Database beheren klikt u op het tabblad Velden als dit tabblad nog niet is<br />
geselecteerd.<br />
4. Typ bij Veldnaam de tekst Lidnummer.<br />
5. Selecteer voor het veldtype de optie Getal.<br />
6. Klik op Maken.<br />
7. Klik op Opties.<br />
8. Selecteer de optie Volgnummer op het tabblad Automatisch invoeren. In deze oefening moet u geen<br />
wijzigingen aanbrengen voor de optie Genereren of voor de getallen in volgende waarde of verhogen met.<br />
Schakel het<br />
selectievakje<br />
Volgnummer in
56 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
9. Klik op OK en klik vervolgens nogmaals op OK om het dialoogvenster te sluiten.<br />
Het nieuwe veld verschijnt onder aan de lay-out. Gebruik eventueel de schuifbalk om het veld weer<br />
te geven.<br />
10. Sleep het veld en veldlabel naar het tabblad Info lidmaatschap en gebruik het gereedschap Opmaak<br />
kopiëren/plakken om de opmaak ervan aan te passen aan die van andere velden en labels in deze lay-out.<br />
11. Klik op Lay-out opslaan en daarna op Lay-out verlaten om naar de bladermodus over te schakelen.<br />
Selecteer het deelvenster met tabblad Info lidmaatschap.<br />
12. Test uw nieuwe veldinvoeroptie door meerdere keren op de statusbalk op Nieuwe record te klikken.<br />
Telkens wanneer u een nieuwe record maakt, wordt de waarde in het veld Lidnummer met 1 verhoogd.<br />
13. Verwijder alle records die u in de database hebt gemaakt.<br />
14. Wanneer u klaar bent met deze les, sluit u het bestand door op de menubalk Bestand > Sluiten te kiezen.<br />
Aanvullende informatie<br />
In deze les hebt u geleerd hoe u de gegevensinvoer vereenvoudigt door invoerlijsten, berekeningvelden en<br />
automatisch ingevoerde volgnummers te definiëren en op te maken. Raadpleeg de Help van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong><br />
voor meer informatie over berekeningvelden en de opties voor automatische invoer voor velden en hoe u<br />
invoerlijsten definieert en opmaakt.
Les 8<br />
Taken automatiseren met knoppen en scripts<br />
In <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> kunt u veel databasetaken automatisch uitvoeren met knoppen en scripts. Met deze<br />
krachtige functies kunt u veel tijd besparen doordat u met één muisklik allerlei bewerkingen kunt uitvoeren.<br />
In deze les leert u hoe u:<br />
1 een knop voor het uitvoeren van een taak kunt maken en gebruiken<br />
1 een eenvoudig script voor het uitvoeren van een taak met meerdere stappen kunt maken en uitvoeren<br />
1 een knop voor het uitvoeren van een script kunt gebruiken.<br />
Een taak uitvoeren met een knop<br />
Een knop is een object in een lay-out waarmee u verschillende <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-opdrachten kunt uitvoeren<br />
door erop te klikken. U kunt bijvoorbeeld een knop maken om in uw database tussen lay-outs te schakelen.<br />
De knop maken<br />
1. Open Voorbeeld Kopie.fp7.<br />
2. Kies Gegevensinvoer in het venstermenu voor lay-outs als deze lay-out nog niet is geselecteerd.<br />
3. Klik op de lay-outbalk op Lay-out bewerken.<br />
4. Selecteer het knopgereedschap .<br />
5. Teken de knop boven aan de lay-out.<br />
Plaats hier de nieuwe knop<br />
6. Selecteer in het dialoogvenster Knopinstelling de opdracht Navigatie en selecteer de opdracht Ga naar<br />
lay-out in de lijst.<br />
7. Klik in het gedeelte Opties naast Opgeven op Lay-out.<br />
8. Kies in het dialoogvenster Lay-out opgeven de lay-out Clublijst en klik daarna op OK.
58 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
9. Selecteer Afgeronde knop als knopstijl.<br />
10. Klik op OK.<br />
11. Het invoegpunt staat nu in het midden van de knop. Typ in de knop de tekst Ga naar Clublijst.<br />
12. Klik naast de knop.<br />
Zo nodig kunt u de knop op dezelfde manier als andere lay-outobjecten verplaatsen door deze te selecteren<br />
en naar de gewenste positie te slepen.<br />
Als u uw knop wilt testen, klikt u op Lay-out opslaan en daarna op Lay-out verlaten om naar de<br />
bladermodus over te schakelen en klik dan op de knop. De lay-out Clublijst wordt weergegeven.<br />
Een reeks taken uitvoeren met een script<br />
In het vorige gedeelte hebt u geleerd hoe u met een knop één opdracht kunt uitvoeren. Gebruik een script als u in<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> een reeks opdrachten na elkaar wilt uitvoeren.<br />
Scripts<br />
Met een script kunt u een reeks instructies opgeven die in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> moeten worden uitgevoerd. Net als<br />
met knoppen kunt u met scripts de meeste menuopdrachten van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> automatisch uitvoeren en een<br />
aantal opdrachten activeren die niet voorkomen in de menustructuur van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>. Met eenvoudige<br />
scripts voert u één taak uit. Complexe scripts gebruikt u om elementen, zoals invoer door gebruikers en<br />
besturingselementen, te combineren met programmeertechnieken, zoals vertakkingen en lussen, om<br />
dynamische en krachtige instructiesets op te bouwen.<br />
Een script maken voor een schermafdruk van de lay-out Etiketten<br />
1. Kies op de menubalk Scripts > Scripts beheren.<br />
2. Klik op Nieuw. om een nieuw script te maken.<br />
Selecteer de<br />
lay-out Clublijst<br />
Kies de optie<br />
Afgeronde knop<br />
3. Typ in het tekstvak Scriptnaam de tekst Schermafdruk etiket-lay-out.<br />
4. Selecteer de scriptstap Ga naar lay-out en klik op de knop Verplaatsen. (U kunt scriptstappen ook<br />
selecteren en verplaatsen door erop te dubbelklikken.)<br />
5. Klik in het gebied Opties scriptstap op Opgeven, kies Lay-out en selecteer daarna de lay-out Etiketten.
Les 8 | Taken automatiseren met knoppen en scripts 59<br />
6. Gebruik de schuifbalk van de linkerlijst en selecteer de scriptstap Ga naar Schermafdruk. Verplaats deze stap<br />
naar het script.<br />
7. Sluit het dialoogvenster Script bewerken, klik op Opslaan en sluit daarna het dialoogvenster Scripts<br />
beheren.<br />
8. Als u het zojuist gemaakte script wilt uitvoeren, schakelt u naar de bladermodus en kiest u op de<br />
menubalk Scripts > Schermafdruk etiket-lay-out. In <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> wordt de etiket-lay-out weergegeven<br />
in de schermafdrukmodus.<br />
Een script toewijzen aan een knop<br />
Hoewel knoppen over het algemeen prettiger zijn voor gebruikers, bieden scripts een meer dynamische<br />
functionaliteit waarmee u verschillende menuopdrachten kunt opnemen in een eenvoudig uit te voeren<br />
handeling. Als u een knop gebruikt om een script uit te voeren, combineert u het beste van beide functies.<br />
Zo wijst u het zojuist gemaakte script toe aan een knop die u eerder hebt gemaakt:<br />
1. Kies de lay-out Gegevensinvoer in het venstermenu Lay-out op de lay-outbalk.<br />
2. Klik op Schermafdruk verlaten en daarna op de lay-outbalk op Lay-out bewerken.<br />
3. Dubbelklik op de knop die u eerder in deze les hebt gemaakt.<br />
4. Selecteer in het dialoogvenster Knopinstelling de scriptstap Script uitvoeren boven in de lijst aan de<br />
linkerkant.<br />
Selecteer<br />
Script<br />
uitvoeren.<br />
5. Klik in het gedeelte Opties naast Actief script op de knop Opgeven. Kies in de lijst met beschikbare scripts<br />
de optie Schermafdruk etiket-lay-out en klik op OK.<br />
6. Wijzig de overige standaardinstellingen voor de knop niet en klik op OK.<br />
De knopnaam wijzigen<br />
1. Selecteer het tekstgereedschap. op de statusbalk.<br />
Het voltooide<br />
script
60 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
2. Klik eenmaal op de knop. De invoegpositie verschijnt in de knop.<br />
3. Selecteer de knop en typ Schermafdruk etiket-lay-out als nieuwe naam voor de knop.<br />
Mogelijk dient u de grootte van de knop nog aan te passen na het hernoemen.<br />
De knop testen<br />
1. Klik op Lay-out opslaan en daarna op Lay-out verlaten om naar de bladermodus over te schakelen en test<br />
dan de knop door erop te klikken.<br />
Wanneer u op de knop klikt, wordt het script uitgevoerd en wordt de etiket-lay-out weergegeven in de<br />
schermafdrukmodus.<br />
2. Wanneer u klaar bent met deze les, sluit u het bestand door op de menubalk Bestand > Sluiten te kiezen.<br />
Aanvullende informatie<br />
In deze les hebt u geleerd hoe u knoppen en scripts maakt en hoe u ze kunt combineren. Raadpleeg de Help<br />
van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> voor meer informatie over hoe u knoppen en scripts maakt.
Les 9<br />
Rapporten maken en uitvoeren<br />
Het proces waarin u gegevens uit een database ophaalt en ze vervolgens organiseert, wordt rapportage<br />
genoemd. Rapporten helpen u gegevens in groepen te organiseren en weer te geven.<br />
In deze les leert u hoe u:<br />
1 in de tabelweergave een dynamisch rapport maakt<br />
1 met de wizard Lay-out/rapport maken:<br />
1 een rapport met gegroepeerde gegevens te maken<br />
1 een rapport met gegroepeerde gegevens en totalen te maken<br />
1 een rapport opslaat als een PDF-bestand en het als een e-mailbijlage verzendt<br />
Resumérapporten<br />
Met resumés geeft u alleen de totalen van gegevens weer en deelt u de gegevens niet op in kleinere delen.<br />
Met subresumérapporten, ook wel rapporten met gegroepeerde gegevens genoemd, worden gegevens<br />
ingedeeld op basis van één of meer velden. Hierdoor kunt u een hiërarchie aanbrengen in de gegevens.<br />
U kunt voor deze gegroepeerde gegevens dan subtotalen en gemiddelden berekenen of tellingen uitvoeren.<br />
Een resuméveld is een type veld dat u kunt opgeven bij het definiëren van velden in de tabelweergave, in<br />
de wizard Lay-out/rapport maken of in het dialoogvenster Database beheren. Met resumévelden kunt u<br />
berekeningen uitvoeren voor alle records in de gevonden reeks. Als u voor de gegevens in een bepaald aantal<br />
records een totaal wilt berekenen, dient u hiervoor gewoonlijk een resuméveld te gebruiken.<br />
Een dynamisch rapport maken in de tabelweergave<br />
Dynamische rapportage in de tabelweergave is een snelle manier om resumégegevens op te maken en weer<br />
te geven. Hier maakt u een snel rapport waarin de lidmaatschapsgelden zijn vermeld die door elk lid van de<br />
reisclub zijn betaald. Daarna berekent u subtotalen en generale totalen voor de opbrengst van<br />
lidmaatschapsgelden per bedrijf.<br />
De gegevens controleren in de tabelweergave<br />
1. Open Voorbeeld Kopie.fp7.<br />
2. Klik in het menu voor lay-outs op Gegevensinvoer als die lay-out nog niet is weergegeven.<br />
3. Klik op Tabelweergave op de lay-outbalk.<br />
Zoals u merkt, worden velden uit de lay-out Gegevensinvoer in de tabelweergave als kolomkoppen<br />
weergegeven.<br />
Gegevens verbergen die niet nodig zijn in het rapport<br />
In de tabelweergave worden standaard alle velden van de huidige lay-out weergegeven. U kunt de velden<br />
die u niet in het rapport wilt weergeven, gewoon verbergen. Wanneer u in de tabelweergave velden verbergt,<br />
worden geen gegevens of velddefinities uit de lay-out of database verwijderd.
62 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
1. Klik met de rechtermuisknop op een kolomkop en kies in het venstermenu Tabelweergave wijzigen.<br />
2. Schakel in het dialoogvenster Tabelweergave wijzigen de selectievakjes voor alle velden uit, behalve<br />
voor Bedrijf, Voornaam, Achternaam en Betaald.<br />
Schakel de selectievakjes uit van<br />
de velden die u in de<br />
tabelweergave wilt verbergen<br />
Wanneer u een selectievakje uitschakelt, wordt in de tabelweergave de overeenkomstige kolom<br />
verborgen.<br />
3. Klik op OK.<br />
Gegevens groeperen en sorteren en een resuméveld definiëren<br />
1. Klik met de rechtermuisknop op de kolomkop Bedrijf en kies in het venstermenu Generale groep<br />
na Bedrijf toevoegen.<br />
De volgorde van de records is gewijzigd. Ze zijn nu gegroepeerd per bedrijf. Wanneer u in de<br />
tabelweergave een generale groep voor of een generale groep na toevoegt, sorteert <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> records<br />
automatisch in alfabetische volgorde (a-z) op basis van het groepsveld. Velden waarop u groepeert,<br />
worden splitsvelden genoemd. In dit geval is het veld Bedrijf het splitsveld.<br />
2. Klik met de rechtermuisknop op de kolomkop Betaald, kies Subtotalen na en selecteer in het<br />
venstermenu Totaal (Opbrengst lidmaatschapsgelden).<br />
Bij elke bedrijfsgroepering verschijnen de bedragen van subtotalen in de kolom Betaald.<br />
Opmerking Als de bedragen van de subtotalen in de kolom Betaald niet zichtbaar zijn, sleept<br />
u de kolomkop Betaald om de kolom breder te maken.
Gegroepeerde gegevens opmaken en een label geven<br />
Les 9 | Rapporten maken en uitvoeren 63<br />
1. Klik met de rechtermuisknop op een samenvattingsrij die na de gegroepeerde gegevens volgt en selecteer<br />
in het venstermenu de optie Groepsveld toevoegen (Bedrijf) om de bedrijfsnaam voor elke groepering<br />
weer te geven.<br />
Klik met de<br />
rechtermuisknop op de<br />
resumérij<br />
Kies de optie<br />
Groepsveld toevoegen<br />
(Bedrijf)<br />
2. Klik met de rechtermuisknop op de kolomkop Bedrijf en kies Veld verbergen om de herhaalde<br />
bedrijfsgegevens in de kolom Bedrijf te verbergen.<br />
Het label dat u in het veld Bedrijf hebt gemaakt, blijft zichtbaar in de tabelweergave om het groepsveld<br />
te identificeren.<br />
3. Klik opnieuw met de rechtermuisknop op de grijze resumérij, kies Gedeeltekleur en selecteer een kleur<br />
waarmee u de subtotalen in uw rapport wilt benadrukken.<br />
4. Blader omlaag tot aan de onderkant van het rapport, klik met de rechtermuisknop op de rij met het<br />
generaal totaal, kies Gedeeltekleur en selecteer een andere kleur om het generaal totaal in uw rapport te<br />
benadrukken.<br />
Op uw voltooide rapport is het volgende vermeld: de betaalde lidmaatschapsgelden die door elk lid zijn<br />
betaald, een subtotaal van de lidmaatschapsgelden per bedrijf en een generaal totaal van de opbrengst<br />
van de lidmaatschapsgelden van alle drie de bedrijven.
64 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Subtotalen zijn<br />
gebaseerd op<br />
bedrijfsgroeperingen<br />
Generaal totaal<br />
Als u dit rapport correct wilt weergeven in de tabelweergave, moeten de gegevens op bedrijf zijn<br />
gesorteerd. Als u de gegevens op een ander veld sorteert, zult u de opmaakwijzigingen die u in de<br />
tabelweergave hebt gemaakt, niet zien.<br />
5. Klik met de rechtermuisknop op een kolomkop, kies Tabelweergave opnieuw instellen en klik op Ja om<br />
de dynamische-rapportinstellingen op te heffen en opnieuw alle velden uit de lay-out Gegevensinvoer<br />
weer te geven.<br />
Een rapport met gegroepeerde gegevens maken met behulp van een<br />
wizard<br />
U kunt de wizard Lay-out/rapport maken gebruiken om een rapport in een aparte lay-out te maken. Wanneer<br />
u in de wizard rapporten maakt, kunt u ervoor kiezen om een script te maken dat het rapport opnieuw uitvoert<br />
om de in het rapport weergegeven gegevens bij te werken.<br />
Lay-outs voor subresumérapporten<br />
Voor de correcte werking van een lay-out die een rapport met gegroepeerde gegevens bevat, zijn een aantal<br />
elementen vereist.<br />
Lay-outs die voor subresumérapporten zijn ontworpen, bevatten:<br />
1 een subresumégedeelte in de rapportlay-out voor elk niveau waarop u wilt splitsen.<br />
1 een of meer velden waarop records kunnen worden gegroepeerd (splitsvelden).<br />
1 records gesorteerd op basis van de splitsvelden, in de volgorde waarin de subresumégedeelten in het<br />
rapport verschijnen.
Les 9 | Rapporten maken en uitvoeren 65<br />
In de wizard Lay-out/rapport maken worden deze structuren gemaakt en worden deze instellingen<br />
geconfigureerd.<br />
Een subresumé maken<br />
Zo maakt u het rapport voor het type lidmaatschap:<br />
1. Klik op Formulierweergave op de lay-outbalk en klik daarna op Lay-out bewerken op<br />
de lay-outbalk.<br />
2. Klik op Lay-out/rapport maken op de statusbalk.<br />
3. Typ Rapport lidmaatschapstype bij Lay-outnaam.<br />
4. Selecteer voor het nieuwe lay-outtype de optie Rapport.<br />
5. Schakel de selectievakjes Subtotalen opnemen en Generale totalen opnemen uit.<br />
Het rapportvoorbeeld in de wizard wordt aangepast om u een idee te geven van hoe uw rapport eruit ziet<br />
met de huidige instellingen.<br />
6. Klik op Volgende.<br />
De velden voor het rapport selecteren<br />
1. Selecteer het eerste veld voor het rapport, Type lidmaatschap, en verplaats het naar de lijst Lay-outvelden.<br />
2. Selecteer en verplaats het veld Achternaam.<br />
Wanneer u een ander layouttype<br />
selecteert, wordt het<br />
rapportvoorbeeld aangepast
66 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
3. Selecteer en verplaats het veld Voornaam.<br />
4. Klik op Volgende.<br />
5. Verplaats het veld Type lidmaatschap naar de lijst Rapportcategorieën om de records op het type<br />
lidmaatschap te ordenen.<br />
6. Schakel het selectievakje Type lidmaatschap uit.<br />
De categorie Type lidmaatschap zal slechts eenmaal in elke groepering worden weergegeven, zoals in<br />
het rapportvoorbeeld in de wizard is weergegeven.<br />
Schakel de optie Type<br />
lidmaatschap uit om<br />
herhaalde waarden in<br />
het rapport te<br />
verbergen<br />
7. Klik op Volgende.
8. Verplaats het veld Achternaam naar de lijst Sorteervolgorde.<br />
Les 9 | Rapporten maken en uitvoeren 67<br />
Hiermee worden de records van de leden in de afzonderlijke groepen voor de verschillende typen<br />
lidmaatschap alfabetisch op de achternaam gesorteerd. Het splitsveld Type lidmaatschap verschijnt<br />
automatisch boven aan de lijst Sorteervolgorde. <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> zal records op basis van deze categorie<br />
groeperen alvorens gegevens te sorteren.<br />
9. Klik op Volgende.<br />
Een thema selecteren en een kopgedeelte en voetgedeelte maken<br />
1. Selecteer het thema Standaard om de tekstgrootte, kleur en stijl voor het voltooide rapport in te stellen<br />
en klik daarna op Volgende.<br />
2. Kies in het gebied Kopgedeelte bij Middenboven de optie Grote eigen tekst.<br />
3. Typ voor het kopgedeelte van het rapport de tekst Rapport lidmaatschapstype en klik op OK.<br />
4. Kies in het gebied Voetgedeelte bij Middenonder de optie Paginanummer om onder aan elke pagina van<br />
het rapport het paginanummer te vermelden.<br />
5. Klik op Volgende.
68 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Een script maken om dit rapport opnieuw uit te voeren<br />
1. Klik op Script maken.<br />
2. Laat de tekst in het vak Scriptnaam ongewijzigd en klik op Volgende.<br />
3. Klik op Weergeven in bladermodus, als die optie nog niet is geselecteerd, om records te bekijken/<br />
bewerken.<br />
4. Klik op de knop Voltooien.<br />
U ziet het voltooide rapport in lijstweergave in de bladermodus. De leden zijn gegroepeerd op basis van<br />
hun type lidmaatschap en binnen elke lidmaatschapscategorie zijn ze gesorteerd in alfabetische volgorde<br />
op basis van hun achternaam.<br />
Opmerking Afhankelijk van de experimenten die u in de vorige lessen mogelijk hebt uitgevoerd, is het<br />
mogelijk dat uw voltooide rapport er anders uitziet dan in de volgende illustratie.<br />
In dit rapport zijn de<br />
gegevens gegroepeerd<br />
op het veld Type<br />
lidmaatschap, het<br />
zogeheten<br />
splitsveld<br />
Tijdelijke waarde voor<br />
paginanummer. Het<br />
werkelijke paginanummer<br />
zal in de<br />
schermafdrukmodus<br />
verschijnen en op<br />
afdrukken van het rapport<br />
worden vermeld.<br />
Een rapport met gegroepeerde gegevens en totalen maken met behulp<br />
van een wizard<br />
In de vorige oefening hebt u een rapport gemaakt waarin de gegevens op basis van gemeenschappelijke<br />
veldwaarden in categorieën worden gegroepeerd. In deze oefening maakt u een soortgelijk rapport waarin<br />
bovendien de subtotalen van elke categorie en een generaal totaal voor het volledige rapport worden<br />
gegenereerd.<br />
In het subresumérapport dat u gaat maken:<br />
1 groepeert u leden op basis van het type lidmaatschap<br />
1 berekent u de subtotalen van de geïnde lidmaatschapsgelden voor elk type lidmaatschap<br />
1 maakt u een generaal totaal voor de lidmaatschapsgelden.
Les 9 | Rapporten maken en uitvoeren 69<br />
Voor een rapport met gegroepeerde gegevens en totalen zijn dezelfde elementen nodig als voor een rapport<br />
met gegroepeerde gegevens: een subresumégedeelte in de rapportlay-out voor elke categorie, één of meer<br />
velden waarop de records worden gegroepeerd en een sorteeroptie waarmee deze velden in de database<br />
worden gesorteerd.<br />
Daarnaast hebt u nog twee extra elementen nodig:<br />
1 een lay-outgedeelte voor het generale resumé<br />
1 één of meer resumévelden om totalen, gemiddelden of tellingen weer te geven.<br />
Opnieuw zal de wizard deze rapportelementen voor u maken.<br />
Een subresumérapport met totalen maken<br />
Zo maakt u het rapport voor lidmaatschapsgelden:<br />
1. Klik op Lay-out bewerken.<br />
2. Klik op Lay-out/rapport maken.<br />
3. Typ Rapport lidmaatschapsgelden bij Lay-outnaam.<br />
4. Selecteer voor het nieuwe lay-outtype de optie Rapport.<br />
5. Schakel de selectievakjes Subtotalen opnemen en Generale totalen opnemen in.<br />
Schakel de<br />
selectievakjes<br />
Subtotalen opnemen<br />
en Generale totalen<br />
opnemen in<br />
6. Klik op Volgende.<br />
De velden voor het rapport selecteren<br />
1. Selecteer het eerste veld voor het rapport, Type lidmaatschap, en verplaats het naar de lijst Velden<br />
getoond in lay-out/op rapport.<br />
2. Selecteer en verplaats het veld Achternaam.<br />
3. Selecteer en verplaats het veld Voornaam.<br />
4. Selecteer en verplaats het veld Betaald en klik daarna op Volgende.
70 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
5. U wilt de records op basis van het veld Type lidmaatschap groeperen. Verplaats daarom dit veld naar de<br />
lijst Rapportcategorieën.<br />
6. Schakel het selectievakje Type lidmaatschap uit, zodat dit veld niet op elke regel van het rapport wordt<br />
herhaald en klik daarna op Volgende.<br />
7. Verplaats het veld Achternaam naar de lijst Sorteervolgorde. Hierdoor worden de records van de leden<br />
in de afzonderlijke groepen met lidmaatschapstypen alfabetisch op de achternaam gesorteerd.<br />
8. Klik op Volgende.<br />
Subtotalen en generale totalen opgeven<br />
In het rapport voor lidmaatschapsgelden wilt u subtotalen weergeven voor de bedragen die zijn betaald door<br />
de afzonderlijke typen leden, met name nieuwe leden en leden die hun lidmaatschap hebben verlengd.<br />
Bovendien wilt u onder aan het rapport een generaal totaal van de betaalde bedragen van de beide groepen<br />
weergeven. U kunt dit doen door resumévelden voor subtotalen en generale totalen op te geven in de wizard<br />
Lay-out/rapport maken.<br />
Hiervoor gebruikt u het resuméveld Opbrengst lidmaatschapsgelden. Dit veld is reeds gedefinieerd in het<br />
voorbeeldbestand. In het veld wordt het totaal weergegeven van de bedragen die zijn ingevoerd in het veld<br />
Betaald.<br />
1. Klik onder Resuméveld op de knop Opgeven, selecteer Opbrengst lidmaatschapsgelden in de lijst met<br />
beschikbare velden en klik vervolgens op OK.<br />
2. Gebruik voor Resumeren op categorie de standaardwaarde Type lidmaatschap.<br />
3. Gebruik voor Positie subtotaal de standaardwaarde Onder recordgroep.<br />
4. Klik op Subtotaal toevoegen om het veld Opbrengst lidmaatschapsgelden als het subtotaal toe te voegen.<br />
Hierdoor wordt onder elke categorie van leden een subtotaal voor de betaalde lidmaatschapsgelden<br />
weergegeven.<br />
5. Klik op Volgende.<br />
6. Klik onder Resuméveld op de knop Opgeven, selecteer Opbrengst lidmaatschapsgelden in de lijst met<br />
beschikbare velden en klik vervolgens op OK.<br />
Er wordt dan een generaal totaal berekend op basis van het veld Opbrengst lidmaatschapsgelden.
Les 9 | Rapporten maken en uitvoeren 71<br />
7. Klik op Generaal totaal toevoegen om het veld Opbrengst lidmaatschapsgelden onder aan het rapport toe<br />
te voegen als generaal totaal. Er wordt dan een generaal totaal van alle lidmaatschapsgelden gemaakt.<br />
8. Klik op Volgende.<br />
Een thema selecteren en een kopgedeelte en voetgedeelte maken<br />
1. Selecteer het thema Standaard om de tekstgrootte, kleur en stijl voor het rapport in te stellen.<br />
2. Klik op Volgende.<br />
3. Ga naar de lijst Middenboven en selecteer Grote eigen tekst.<br />
4. Typ voor het kopgedeelte van het rapport de tekst Rapport lidmaatschapsgelden en klik op OK.<br />
5. Ga naar de lijst Middenonder en selecteer Paginanummer om in het Voetgedeelte van het rapport<br />
paginanummers in te voegen.<br />
6. Klik op Volgende.<br />
Een script maken om dit rapport opnieuw uit te voeren<br />
1. Klik op Script maken.<br />
2. Laat de tekst in het vak Scriptnaam ongewijzigd en klik op Volgende.<br />
3. Klik op Weergeven in bladermodus, als deze optie nog niet is geselecteerd.<br />
4. Klik op de knop Voltooien.<br />
U ziet het voltooide rapport in de lijstweergave. Voor elk type lidmaatschap worden de subtotalen van<br />
de geïnde bedragen weergegeven onder de namen van de betreffende leden. Het generale totaal voor alle<br />
geïnde lidmaatschapsgelden staat onder aan het rapport.<br />
Opmerking Afhankelijk van de experimenten die u in de vorige lessen mogelijk hebt uitgevoerd, is het<br />
mogelijk dat uw voltooide rapport er anders uitziet dan in de volgende illustratie.
72 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Een record verwijderen om bijgewerkte resuméwaarden te zien<br />
Wanneer u in de bladermodus in de lijst- of tabelweergave werkt, werkt <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> automatisch<br />
resuméwaarden bij wanneer waarden worden toegevoegd of gewijzigd.<br />
Zo verwijdert u een record en kunt u zien hoe resuméwaarden dynamisch worden bijgewerkt:<br />
1. Selecteer de record voor Gerard De Bruin.<br />
Selecteer de<br />
record voor Gerard<br />
De Bruin<br />
2. Klik op Record verwijderen en daarna op Verwijderen.<br />
Het subtotaal voor nieuwe leden en het generaal totaal geven de bijgewerkte waarden weer.<br />
Een rapport opslaan en als een PDF-bestand verzenden<br />
Nadat u een rapport hebt uitgevoerd, kunt u het opslaan als een PDF-bestand en als een e-mailbijlage<br />
verzenden.<br />
1. Kies op de menubalk Bestand > Records opslaan/verzenden als > PDF.<br />
2. Selecteer de map Zelfstudie als de locatie voor het bestand.<br />
Subtotalen<br />
Generaal totaal
Les 9 | Rapporten maken en uitvoeren 73<br />
3. Typ Rapport lidmaatschapsgelden als bestandsnaam in de keuzelijst Bestandsnaam<br />
(Windows) of Opslaan als (Mac OS).<br />
4. Kies in de keuzelijst Opslaan de optie Records in selectie.<br />
5. Schakel het vakje E-mail maken met bestand als bijlage in.<br />
Schakel dit<br />
selectievakje in om<br />
een PDF-bestand te<br />
maken<br />
6. Klik op Opslaan.<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> maakt het PDF-bestand en geeft het door aan uw e-mailprogramma. Het PDF-bestand<br />
verschijnt als een bijlage in een e-mailbericht dat u kunt adresseren en verzenden. U kunt in uw emailvenster<br />
op het bijgesloten bestand dubbelklikken om het rapport als een PDF-bestand weer te geven.<br />
Opmerking Als u een webgebaseerde e-mailclient gebruikt, klikt u op Annuleren. Herhaal de stappen<br />
hierboven zonder in stap 5 de optie E-mail maken met bestand als bijlage te selecteren. Kies daarna op<br />
de menubalk Bestand > Verzenden > Post. Kies in het dialoogvenster Post verzenden bij Verzenden via<br />
de optie SMTP-server, geef uw SMTP-opties op, selecteer Bestand toevoegen, zoek en selecteer het<br />
PDF-bestand van het rapport en klik op OK.<br />
7. Wanneer u klaar bent met deze les, sluit u het voorbeeldbestand door op de menubalk Bestand > Sluiten<br />
te kiezen.<br />
Aanvullende informatie<br />
In deze les hebt u in de tabelweergave en met behulp van de wizard Lay-out/rapport maken rapporten met<br />
gegroepeerde gegevens en totalen gemaakt. U hebt ook geleerd hoe u een rapport als een PDF-bestand<br />
opslaat, zodat u het als een e-mailbijlage kunt verzenden. Raadpleeg de Help van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> voor meer<br />
informatie over het maken van rapporten.
74 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie
Les 10<br />
Gegevens in een grafiek uitzetten<br />
In <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> kunt u kolom-, lijn-, vlak- en cirkeldiagrammen maken om gegevens te vergelijken en<br />
tegen elkaar uit te zetten.<br />
In deze les maakt u een lijndiagram dat een trend aangeeft in de waarde van de aandelen van ABC B.V. over<br />
een periode van zes maanden.<br />
Een lijndiagram maken<br />
Lijndiagrammen zijn handig om gegevens te tonen die in de loop der tijd voortdurend veranderen, zoals<br />
historische financiële gegevens.<br />
Een eenvoudige database maken<br />
1. Voer in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> een van de volgende handelingen uit:<br />
1 Als het scherm Snel aan de slag met <strong>FileMaker</strong> is weergegeven, klikt u op Maak een nieuwe database.<br />
1 Als het scherm Snel aan de slag met <strong>FileMaker</strong> niet is weergegeven, kiest u op de menubalk Bestand ><br />
Nieuwe database.<br />
2. Geef in het vak Bestandsnaam de naam Maandresultaten aandelen op en sla het bestand op in de map<br />
Zelfstudie.<br />
Het bestand wordt in de tabelweergave in de bladermodus geopend.<br />
Tekst toevoegen aan de tabel Maandresultaten aandelen<br />
1. Klik op Veld maken en typ Bedrijf.<br />
2. Als u aan deze lay-out nog twee velden wilt toevoegen, klikt u in de kolomkop op +, typt u Maand,<br />
klikt u nogmaals in de kolomkop op + en typt u Prijs.<br />
Records toevoegen aan de database<br />
1. Klik onder de kop Bedrijf om een nieuwe record in de database te maken.<br />
2. Voer de volgende zes records in tabelweergave in.<br />
Tip Druk op Tab om tussen velden te schakelen. Klik op + om aan een nieuwe rij te beginnen.<br />
Bedrijf Maand Prijs<br />
ABC B.V. Januari 13,00<br />
ABC B.V. Februari 6,00<br />
ABC B.V. Maart 10,00<br />
ABC B.V. April 4,00<br />
ABC B.V. Mei 15,00<br />
ABC B.V. Juni 21,00
76 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Een lijndiagram maken<br />
1. Klik op Formulierweergave op de lay-outbalk om naar de Formulierweergave over te<br />
schakelen.<br />
2. Klik op de statusbalk op Lay-out bewerken om naar de lay-outmodus over te schakelen.<br />
3. Selecteer Hoofdgedeelte in de lay-out en sleep het hoofdgedeelte van de lay-out naar beneden om ruimte<br />
voor de grafiek te maken.<br />
4. Klik op het grafiekgereedschap op de statusbalk en sleep de muis om in het hoofdgedeelte van de<br />
lay-out een grote rechthoek te maken.<br />
Het dialoogvenster Grafiek instellen wordt weergegeven.<br />
5. Kies als Grafiektype de optie Lijn.<br />
Het grafiekvoorbeeld wordt bijgewerkt wanneer u wijzigingen aanbrengt in de grafiekinstellingen. Het<br />
voorbeeld geeft echter pas gegevens uit uw database weer wanneer u de grafiek weergeeft in de blader-<br />
, zoek- of schermafdrukmodus.<br />
6. Geef als Grafiektitel de naam Aandeel waarde van bedrijf ABC op.<br />
Wanneer u buiten het tekstvak Grafiektitel klikt, plaatst <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> de titeltekst tussen aanhalingstekens.<br />
7. Klik bij Horizontale (X-) as op , kies Veldnaam opgeven, kies Maand in de lijst en klik op OK.<br />
De gegevenswaarden in het veld Maand verschijnen als labels onder aan uw grafiek (de gegevensreeks<br />
van de X-as). Dit zijn de gegevens die u gaat vergelijken (in dit geval de maand waarin de waarde van<br />
de aandelen is genoteerd).<br />
8. Klik bij Verticale (Y-) as op , kies Veldnaam opgeven, kies Prijs in de lijst en klik op OK.<br />
De gegevenswaarden in het veld Prijs verschijnen als een door een lijn verbonden reeks punten in uw<br />
grafiek (de gegevensreeks van de Y-as). Dat zijn de gegevens die u gaat meten (in dit geval de waarde<br />
die elke maand is genoteerd).<br />
9. Kies bij Gegevens gebruiken uit de optie Huidige gevonden reeks.
De grafiekopmaak wijzigen in Veellijn<br />
Les 10 | Gegevens in een grafiek uitzetten 77<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> biedt twee opmaakvormen voor lijndiagrammen: curve-fitting en veellijn. Wanneer u rechte<br />
lijnen (veellijn) gebruikt, wordt het onderscheid tussen gegevenspunten benadrukt.<br />
1. Klik op Grafiek opmaken.<br />
Vervolgens wordt het dialoogvenster Grafiek opmaken weergegeven.<br />
2. Kies bij Grafiekuiterlijk de optie Veellijn.<br />
Selecteer<br />
Veellijn Het grafiekvoorbeeld<br />
wordt bijgewerkt met<br />
de door u gekozen<br />
opmaak<br />
3. Klik op OK en daarna nogmaals opOK om naar de lay-outmodus terug te keren.<br />
In de lay-outmodus ziet u een tijdelijke aanduiding voor de gegevens in de grafiek. Schakel over naar<br />
de bladermodus als u de gegevens uit uw database wilt zien.<br />
De grafiek weergeven in de bladermodus<br />
1. Klik op de lay-outbalk op Lay-out opslaan en daarna op Lay-out verlaten.<br />
Vervolgens wordt de voltooide grafiek weergegeven.<br />
Als uw grafiek slecht leesbaar is (bijvoorbeeld doordat de lijn te dun is), keert u terug naar de layoutmodus,<br />
selecteert u de grafiek en versleept u de selectiehandgrepen om de grafiek groter te maken.<br />
Keer vervolgens terug naar de bladermodus om de grafiek te controleren.<br />
2. Sluit het bestand 'Maandresultaten aandelen'.
78 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Aanvullende informatie<br />
U hebt nu een lijndiagram gemaakt op basis van de gevonden reeks. Meer informatie over het uitzetten van<br />
gegevens in een grafiek vindt u in hoofdstuk 3 van de <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Gebruikershandleiding. Raadpleeg de<br />
Help van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> voor meer stapsgewijze voorbeelden van het uitzetten van gegevens in grafieken.
Les 11<br />
Databases relationeel maken<br />
Met relationele databases kunt u op een eenvoudige manier gerelateerde gegevens bekijken en de<br />
gegevensinvoer vlotter doen verlopen. U voert de gegevens eenmalig in en vervolgens kunt u deze gegevens<br />
in gerelateerde tabellen of bestanden bekijken en gebruiken.<br />
In deze les leert u:<br />
1 hoe relationele databases werken<br />
1 hoe u een relatie definieert<br />
1 hoe u gegevens uit één gerelateerde record weergeeft<br />
1 hoe u een lijst met gerelateerde records weergeeft.<br />
Het voorbeeldbestand van deze les bevat twee tabellen:<br />
1 een tabel Leden met records voor de individuele leden van de Zakenreisclub.<br />
1 de tabel Bedrijven voor de bedrijven waar deze leden werken. Van elk bedrijf zijn meerdere werknemers<br />
lid van de Zakenreisclub.<br />
Een gerelateerde record in een bestand weergeven<br />
Een relatie met een andere tabel definiëren<br />
1. Open Voorbeeld Kopie.fp7.<br />
Het bestand bevat de tabellen, maar niet de relationele structuur. Die structuur gaat u nu toewijzen.<br />
2. Kies op de menubalk Bestand > Beheren > Database.<br />
3. Klik op het tabblad Relaties.<br />
De relatiegrafiek wordt weergegeven. In de relatiegrafiek zijn alle tabellen in het actieve bestand<br />
weergegeven.<br />
Wanneer u in de relatiegrafiek met tabellen werkt, gebruikt u deze tabellen om de visuele weergave van<br />
uw gegevens te organiseren. Elke vermelding van een tabel in de relatiegrafiek vormt een afzonderlijke<br />
weergave van uw gegevens. Wanneer u een relatie tussen twee tabellen maakt, maakt u de gegevens die<br />
in elke tabel zijn opgeslagen toegankelijk voor de andere tabel, afhankelijk van de vergelijkingsvelden<br />
en de criteria die u voor de relatie opgeeft.
80 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
4. Klik in de tabel Leden op het veld Bedrijf en sleep het naar het veld Bedrijf in de tabel Bedrijven zodat een lijn<br />
tussen de velden wordt weergegeven.<br />
Het veld Bedrijf is het vergelijkingsveld.<br />
5. Laat de muisknop los. De relatie die u hebt gemaakt, wordt in de relatiegrafiek weergegeven.<br />
Deze relatie is gebaseerd op de gegevens die in het veld Bedrijf in de beide tabellen met elkaar<br />
overeenstemmen. Wanneer gegevens in het veld Bedrijf in de ene tabel overeenkomen met gegevens<br />
in het veld Bedrijf in de andere tabel, zijn deze records aan elkaar gerelateerd.<br />
6. Klik op OK om deze relatie op te slaan.<br />
Gegevens uit een gerelateerde record weergeven<br />
Als u de relatie hebt gedefinieerd, kunt u de lay-out wijzigen om op basis van die relatie gegevens weer<br />
te geven. In dit geval wilt u het bedrijfsadres weergeven.<br />
1. Kies de lay-out Info bedrijfsaccount in het venstermenu Lay-out.<br />
2. Klik op de lay-outbalk op Lay-out bewerken.<br />
3. Sleep met het veldgereedschap op de statusbalk een veld naar de lay-out.<br />
Het dialoogvenster Veld opgeven dat verschijnt, bevat een lijst met de velden in deze tabel.<br />
4. Klik op Huidige tabel (“Leden”) en selecteer de tabel Bedrijven in de lijst.<br />
U ziet nu een lijst met de velden in de gerelateerde tabel Bedrijven. De dubbele punten (::) voor de<br />
veldnamen geven aan dat dit gerelateerde velden zijn die niet zijn gedefinieerd in de tabel Leden waarin<br />
u momenteel werkt. Met deze gerelateerde velden worden de gegevens uit de gerelateerde tabel<br />
weergegeven.<br />
5. Selecteer ::Bedrijfsadres.<br />
6. Selecteer Label maken (als die optie nog niet is geselecteerd) en klik daarna op OK.<br />
7. Herhaal de stappen 3-6 voor ::Stad en ::Land.
Les 11 | Databases relationeel maken 81<br />
8. U kunt de velden eventueel verplaatsen en vergroten om alle gegevens in het veld weer te geven.<br />
Wanneer u klaar bent, zien de velden er normaal als volgt uit:<br />
9. Klik op de lay-outbalk op Lay-out opslaan en daarna op Lay-out verlaten om terug te keren naar<br />
de bladermodus.<br />
10. Klik op het boek op de statusbalk om door de records heen te bladeren.<br />
Hoewel de lay-out Info bedrijfsaccount op de tabel Leden is gebaseerd, kunt u adresgegevens die in<br />
de tabel Bedrijven zijn opgeslagen, weergeven via de relatie die u eerder in deze les hebt ingesteld.<br />
Een lijst met gerelateerde records weergeven<br />
Relaties zijn wederkerig. De relatie die u tussen de tabellen Leden en Bedrijven hebt gemaakt, geeft<br />
gegevens (bedrijfsadressen) uit de tabel Bedrijven weer. U gaat nu dezelfde relatie gebruiken om gegevens<br />
(de namen van de leden) uit de tabel Leden weer te geven.<br />
Een portaal maken voor het weergeven van gevonden records<br />
U kunt een portaal aan een lay-out toevoegen om gegevens uit gerelateerde velden weer te geven.<br />
1. Kies de lay-out Bedrijven in het venstermenu Lay-out.<br />
U moet altijd eerst een relatie definiëren voor u gegevens uit gerelateerde records kunt weergeven. U gaat<br />
nu de relatie met de tabel Leden die u eerder in deze les hebt gemaakt, gebruiken, maar eerst moet de<br />
relatie worden gewijzigd om het maken van gerelateerde records toe te staan.<br />
2. Kies op de menubalk Bestand > Beheren > Database en klik op het tabblad Relaties als dit nog niet<br />
is geselecteerd.<br />
3. Dubbelklik in de relatiegrafiek op de relationele operator om het dialoogvenster Relatie bewerken weer<br />
te geven.<br />
4. Selecteer onder aan het dialoogvenster onder Leden de optie Maken van records in deze tabel toegestaan<br />
via deze relatie. Hierdoor kunt u een naam toevoegen aan de lijst Leden.
82 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
5. Klik op OK en klik vervolgens nogmaals op OK om het dialoogvenster Database beheren te sluiten.<br />
6. Gebruik het boekpictogram of de schuifregelaar op de statusbalk om naar de eerste bedrijfsrecord te gaan<br />
(ABC B.V.).<br />
7. Klik op Lay-out bewerken.<br />
8. Selecteer het portaalgereedschap op de statusbalk en teken in de lay-out een vak voor de lijst met namen.<br />
9. Selecteer in het dialoogvenster Portaalinstelling bij Gerelateerde records tonen van de tabel Leden.<br />
10. Schakel het selectievakje Verticale schuifbalk tonen in.<br />
11. Wijzig de standaardwaarde voor Beginrij (1) niet. Geef voor Aantal rijen de waarde 7 op.<br />
12. Klik op OK.<br />
De velden toevoegen en het portaal opmaken<br />
1. Selecteer in het dialoogvenster Velden aan portaal toevoegen het veld ::Voornaam en verplaats dit naar<br />
de lijst Opgenomen velden.<br />
2. Selecteer en verplaats het veld ::Achternaam.<br />
3. Klik op OK.<br />
Schakel dit<br />
selectievak<br />
je in<br />
4. Klik op Infovenster op de lay-outbak om het Infovenster te openen als het nog niet is weergegeven.<br />
5. Selecteer Uiterlijk en kies onder Object voor Lijn de kleur Zwart.<br />
6. Gebruik het tekstgereedschap op de statusbalk om in het portaal veldlabels boven de velden<br />
Voornaam en Achternaam te maken.<br />
Als u dit hebt gedaan, moet het portaal er als volgt uitzien:
Les 11 | Databases relationeel maken 83<br />
7. Klik op Lay-out opslaan en daarna op Lay-out verlaten om de lijst met leden in elk bedrijf weer te geven.<br />
Opmerking Afhankelijk van de experimenten die u in de vorige lessen mogelijk hebt uitgevoerd, is het<br />
mogelijk dat uw portaal er anders uitziet dan het portaal in de volgende illustratie.<br />
Klik hier om een<br />
nieuw lid voor dit<br />
bedrijf toe te<br />
voegen<br />
8. Controleer of de nieuwe structuur werkt: typ de naam van een nieuw lid dat bij ABC B.V. werkt, schakel<br />
dan over naar de lay-out Gegevensinvoer en controleer of dit lid als laatste record in de database is<br />
weergegeven.<br />
Op het ogenblik dat u het nieuwe lid hebt toegevoegd, heeft de relatie automatisch in de tabel Leden een<br />
record voor dat lid gemaakt. In het vergelijkingsveld is automatisch ABC B.V. ingevoerd omdat de naam<br />
is toegevoegd aan het portaal van de record voor ABC B.V.<br />
9. Wanneer u klaar bent met deze les, sluit u het bestand door op de menubalk Bestand > Sluiten te kiezen.<br />
Aanvullende informatie<br />
Het portaal bevat een<br />
lijst met leden uit de<br />
gerelateerde tabel<br />
U hebt geleerd hoe u eenvoudige relaties kunt maken en gebruiken. In de zelfstudie komen slechts de beginselen aan<br />
bod. Er zijn nog heel wat andere belangrijke punten waarmee u rekening moet houden bij het maken van een<br />
relationele database. Raadpleeg eerst hoofdstuk 4 in de <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Gebruikershandleiding en de informatie<br />
over relationele databases in de Help van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> voordat u relaties in uw eigen bestanden gaat gebruiken.
84 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie
Les 12<br />
Gegevens samengebruiken en uitwisselen<br />
U kunt gegevens via een netwerk samengebruiken met behulp van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>, <strong>FileMaker</strong> Server of via<br />
het internet met behulp van Instant Web Publishing. U kunt ook gegevens samengebruiken door ze vanuit<br />
andere toepassingen in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-bestanden te importeren of door ze uit <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-bestanden naar<br />
andere toepassingen te exporteren.<br />
In deze les leert u:<br />
1 hoe u het samengebruik van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-bestanden via het netwerk kunt inschakelen<br />
1 hoe u gegevens in een <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-bestand kunt importeren<br />
Gegevens samengebruiken<br />
Met behulp van Samengebruik via <strong>FileMaker</strong> Network kunt u <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-databases in uw netwerk met<br />
anderen samengebruiken, zodat maximaal negen <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-gebruikers tegelijk dezelfde database<br />
kunnen openen en gebruiken. Als u bestanden met meer dan negen gebruikers tegelijk via een netwerk moet<br />
samengebruiken, kunt u <strong>FileMaker</strong> Server gebruiken. <strong>FileMaker</strong> Server biedt betere netwerkprestaties, een<br />
hogere beveiliging en biedt meer dan negen gebruikers tegelijk toegang tot een bestand.<br />
U kunt Instant Web Publishing gebruiken om <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-lay-outs als webpagina's te publiceren.<br />
Hierdoor kan iedereen in uw intranet (of op het internet) die over een webbrowser beschikt, toegang krijgen<br />
tot uw <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-databases.<br />
U kunt gegevens uitwisselen tussen <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> en andere toepassingen door gegevens te importeren en<br />
te exporteren. U kunt bijvoorbeeld gegevens importeren die zich momenteel in een andere database of een<br />
ander spreadsheetprogramma bevinden, of adresgegevens exporteren om aangepaste mailings te maken met<br />
een tekstverwerkingsprogramma. Wanneer u gegevens importeert of exporteert, worden de gegevens naar<br />
het doelbestand gekopieerd, en niet door de toepassingen gedeeld.<br />
<strong>FileMaker</strong>-netwerksamengebruik inschakelen<br />
Als de computer met een netwerk is verbonden, hebt u samen met andere gebruikers van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong><br />
tegelijk toegang tot hetzelfde databasebestand.<br />
Belangrijk Uw <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-licentieovereenkomst bepaalt dat u een licentie moet kopen voor elke<br />
afzonderlijke computer waarop de <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-toepassing wordt geïnstalleerd. Elke softwarelicentie<br />
mag niet worden samengebruikt of gelijktijdig op meerdere computers worden gebruikt.
86 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
De eerste persoon die een gedeeld bestand opent, is de host. Elke gebruiker die een gedeeld bestand opent<br />
nadat de host het heeft geopend, is een client.<br />
Wanneer een gedeeld bestand is geopend, hebben de host en clients toegang tot dezelfde gegevens.<br />
Alle wijzigingen in het bestand zijn zichtbaar voor alle gebruikers.<br />
Als een gebruiker wijzigingen maakt in de gegevens, scripts of lay-outs, worden ze opgeslagen in het gedeelde<br />
bestand. Het gedeelde bestand wordt opgeslagen op de schijf waarop het bestand zich bevindt.<br />
Sorteervolgorden, zoekopdrachten, veldvolgorden voor importeren en exporteren en afdrukinstellingen<br />
gelden voor iedere gebruiker afzonderlijk.<br />
Zo schakelt u het samengebruik via <strong>FileMaker</strong> Network in:<br />
1. Open Voorbeeld Kopie.fp7.<br />
De host opent het bestand<br />
Open verbindingen van clients met het<br />
gedeelde bestand<br />
Opmerking Als u de status voor samengebruik van een bestand wilt inschakelen of wijzigen, moet u het<br />
bestand openen met een account die beschikt over toegangsprivileges van het niveau Uitgebreide<br />
privileges beheren. In les 13 leert u meer over accounts, wachtwoorden en privilegesets.<br />
2. Kies op de menubalk Bestand > Samengebruik > <strong>FileMaker</strong> Network.<br />
3. Selecteer in het dialoogvenster <strong>FileMaker</strong>-netwerkinstellingen voor Samengebruik van netwerk het<br />
keuzerondje Aan.<br />
Het TCP/IP-adres van uw systeem wordt weergegeven onder de keuzerondjes van Samengebruik<br />
van netwerk.
4. Het bestand Voorbeeld Kopie.fp7 is in de lijst geselecteerd.<br />
5. Selecteer onder Netwerktoegang tot bestand de optie Alle gebruikers.<br />
6. Klik op OK.<br />
Les 12 | Gegevens samengebruiken en uitwisselen 87<br />
Opmerking Windows: Mogelijk verschijnt een beveiligingswaarschuwing van het besturingssysteem<br />
wanneer u in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> het samengebruik via het netwerk inschakelt.<br />
Het bestand Voorbeeld Kopie.fp7 wordt nu gehost op uw computer. U moet dit bestand open houden om het<br />
beschikbaar te stellen aan gebruikers in uw netwerk.<br />
Een extern bestand openen<br />
Een bestand wordt als een extern bestand (of bestand op afstand) beschouwd wanneer het op een andere<br />
computer in het netwerk is opgeslagen dan de computer die u gebruikt. Nadat een host een gedeeld bestand<br />
in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> opent, kunnen maximaal negen gebruikers als client het externe bestand openen.<br />
Zo opent u een extern bestand:<br />
1. Kies op de menubalk Bestand > Openen op afstand.<br />
Selecteer dit keuzerondje om het<br />
netwerksamengebruik in te<br />
schakelen<br />
Selecteer het niveau van de netwerktoegang voor Voorbeeld Kopie.fp7<br />
2. Selecteer in de keuzelijst Weergave de optie Lokale hosts om een lijst met host weer te geven.<br />
Opmerking Als uw computer zich niet in een netwerk bevindt of als er momenteel geen <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>bestanden<br />
worden gehost, verschijnen geen bestandsnamen in het dialoogvenster Bestand op afstand<br />
openen.
88 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
3. Selecteer een host en daarna het bestand dat u wilt openen.<br />
4. Klik op Openen.<br />
Afhankelijk van de manier waarop het samengebruik van bestanden op de hostcomputer is ingesteld,<br />
dient u mogelijk een accountnaam, wachtwoord en domeinnaam op te geven (alleen in Windows) om het<br />
externe bestand te kunnen openen.<br />
5. Sluit alle externe bestanden die u hebt geopend.<br />
Gegevens uitwisselen<br />
U kunt gegevens uitwisselen tussen <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> en andere toepassingen door gegevens te importeren<br />
en te exporteren. U kunt:<br />
1 gegevens importeren in een bestaand <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-bestand, ofwel in een nieuwe tabel ofwel in een<br />
bestaande tabel<br />
1 gegevens samengebruiken met en gegevens importeren uit ODBC-gegevensbronnen<br />
1 gegevens uit andere toepassingen converteren naar nieuwe <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-bestanden<br />
1 gegevens exporteren voor gebruik in andere toepassingen.<br />
Gegevens opslaan en verzenden<br />
Selecteer de computer die het<br />
bestand host dat u wilt openen<br />
Klik hier om een lijst met<br />
hosts weer te geven<br />
Als u de lijst wilt<br />
beperken, typt u<br />
enkele letters van<br />
het gezochte<br />
bestand<br />
Selecteer het bestand dat u<br />
wilt openen<br />
Of typ hier het netwerkpad van het<br />
bestand dat u wilt openen<br />
U kunt <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-gegevens opslaan als een Microsoft Excel- of PDF-bestand, zodat u uw gegevens<br />
kunt delen met gebruikers die niet over <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> beschikken. Wanneer u het Excel- of PDF-bestand<br />
opslaat, kunt u het door <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> via e-mail laten verzenden. U kunt ook scripts maken om records<br />
op te slaan/te verzenden als een Excel- of PDF-bestand.<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> berichten verzenden naar een of meer geadresseerden. U kunt de geadresseerden, het<br />
onderwerp van het bericht en andere gegevens handmatig invoeren of waarden uit velden of berekeningen<br />
gebruiken. U kunt ook scripts maken om e-mails te verzenden of om een link naar snapshot naar uw database<br />
te verzenden, die een gevonden reeks bevat en deze aan een andere gebruiker toont.
Ondersteunde bestandsindelingen voor importeren/exporteren<br />
Les 12 | Gegevens samengebruiken en uitwisselen 89<br />
De meeste toepassingen slaan gegevens op in hun eigen bestandsindeling, maar kunnen ook gegevens<br />
uitwisselen met behulp van een tussenliggende indeling. <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> kan bijvoorbeeld bestanden<br />
importeren vanuit en exporteren naar Microsoft Excel, <br />
maar ook door tabs gescheiden teksten (tab), door komma's gescheiden waarden (csv), XML en andere<br />
indelingen.<br />
Als u gegevens wilt uitwisselen met een andere toepassing, controleert u in de documentatie bij die<br />
toepassing of er een gemeenschappelijke tussenliggende bestandsindeling is die door <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong><br />
en het andere programma wordt ondersteund.<br />
Opmerking De meeste bestandsindelingen importeren of exporteren geen opmaakinstellingen zoals<br />
lettertype, lettergrootte, stijl en kleur.<br />
Gegevens importeren<br />
Gegevens kunnen op verschillende manieren in een bestaand bestand worden geïmporteerd. U kunt:<br />
1 nieuwe records aan een bestaande tabel toevoegen<br />
1 een nieuwe tabel maken op basis van geïmporteerde gegevens<br />
1 bestaande records bijwerken in een bestaande tabel<br />
1 overeenkomende records bijwerken in een bestaande tabel.<br />
Belangrijk Bepaalde importbewerkingen die bestaande records bijwerken en overeenkomende records<br />
bijwerken overschrijven bestaande gegevens tijdens het importproces. Die wijzigingen kunnen niet<br />
ongedaan worden gemaakt. Als u uw gegevens wilt veiligstellen, kiest u op de menubalk altijd Bestand ><br />
Kopie opslaan als om een reservekopie van het bestand te maken voordat u een import uitvoert waarbij<br />
records worden bijgewerkt.<br />
Het bestand waaruit u de records exporteert, is het bronbestand. Het bestand waarin u de records importeert,<br />
is het doelbestand.<br />
Gegevens importeren in het voorbeeldbestand<br />
1. Selecteer in Voorbeeld Kopie.fp7 de lay-out Gegevensinvoer in het venstermenu voor lay-outs als deze<br />
lay-out nog niet is geselecteerd.<br />
2. Kies op de menubalk Bestand > Records importeren > Bestand.<br />
3. Kies voor Bestandstypen (Windows) of Toon (Mac OS) en vervolgens kiest u Alle bestanden (Windows)<br />
of Alle beschikbare bestanden (Mac OS). Daarna kiest u MijnBestand.fp7 in de map Zelfstudie.<br />
MijnBestand.fp7 is het bestand dat u in les 4 hebt gemaakt en het bronbestand voor dit importvoorbeeld.<br />
4. Klik op Openen.<br />
Het dialoogvenster Velden bij importeren verschijnt.<br />
5. Selecteer in de keuzelijst Doel de optie Huidige tabel (“Leden”).<br />
6. Selecteer in het gebied Importhandeling de optie Nieuwe records toevoegen.
90 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
7. Zorg ervoor dat het veld Voornaam in de kolom Bronvelden zich op dezelfde rij bevindt als het veld<br />
Voornaam in de kolom Doelvelden.<br />
U kunt doelvelden omhoog en omlaag verplaatsen in de lijst met behulp van de schuifcursor. Plaats de<br />
aanwijzer op de dubbele pijl om de schuifcursor te activeren.<br />
8. Herhaal stap 7 voor het veld Achternaam.<br />
9. Let erop dat er een pijl is weergegeven tussen beide velden Voornaam en beide velden Achternaam.<br />
Ziet u geen pijl tussen overeenkomende velden, klik dan op het streepje om de instelling te<br />
wijzigen.<br />
Tussen de overige velden moet een streepje staan. De gegevens in die velden zullen niet in het<br />
doelbestand worden geïmporteerd.<br />
10. Klik op Importeren.<br />
Bronbestand waaruit<br />
wordt geïmporteerd<br />
Velden in het<br />
bronbestand<br />
Importhandeling<br />
11. Klik in het dialoogvenster Importeeropties op de knop Importeren.<br />
12. Controleer de informatie in het dialoogvenster Importoverzicht en klik daarna op de knop OK.<br />
Records in MijnBestand.fp7 die een voor- en achternaam bevatten, zijn toegevoegd aan Voorbeeld<br />
Kopie.fp7. De huidige gevonden reeks bevat de nieuwe geïmporteerde records. Blader door de nieuwe<br />
records om de geïmporteerde gegevens te controleren. Klik op Alles tonen op de statusbalk om alle<br />
records in het bestand weer te geven.<br />
13. Wanneer u klaar bent met deze les, sluit u het voorbeeldbestand door op de menubalk Bestand > Sluiten<br />
te kiezen.<br />
Aanvullende informatie<br />
Pijlen geven aan dat gegevens worden<br />
geïmporteerd in de velden die rechts zijn vermeld<br />
Doelbestand om<br />
gegevens in te importeren<br />
Velden in het<br />
doelbestand<br />
U hebt nu geleerd hoe u het samengebruik van bestanden kunt inschakelen met behulp van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong><br />
en hoe u gegevens in een <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-bestand kunt importeren. Voor meer informatie over het<br />
samengebruik en importeren van gegevens in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>, raadpleegt u hoofdstuk 5 in de <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong><br />
Gebruikershandleiding en de Help van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>. Lees de <strong>FileMaker</strong> Handleiding voor Instant Web<br />
Publishing voor meer informatie over het publiceren van databases op het web.
Les 13<br />
Gegevens beveiligen in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong><br />
Hoewel uw besturingssysteem beveiligingsfuncties voor bestanden bevat, kunt u uw gegevens het beste<br />
beschermen met <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>-accounts en -privileges. In <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> kunt u bepalen welke gebruikers<br />
toegang kunnen krijgen tot een bestand door bestanden te beveiligen door accounts en wachtwoorden te<br />
definiëren. De combinatie van accountnaam en wachtwoord die gebruikers invoeren, bepaalt de privilegeset<br />
die wordt gebruikt. Deze privilegesets beperken wat gebruikers in het bestand kunnen doen.<br />
In deze les leert u:<br />
1 hoe accounts, wachtwoorden en privilegesets samenwerken om uw gegevens te beschermen<br />
1 hoe u accounts, wachtwoorden en privilegesets kunt maken<br />
Een account en wachtwoord maken<br />
Accounts<br />
Accounts identificeren gebruikers die een beveiligd bestand proberen te openen. Elke account heeft een<br />
unieke accountnaam en meestal ook een wachtwoord. U kunt accounts instellen voor afzonderlijke<br />
gebruikers of accounts maken die door groepen individuen worden gedeeld, zoals bijvoorbeeld de account<br />
“Marketing”. Gedeelde accounts zijn handig wanneer u minder accounts wilt onderhouden en u de toegang<br />
van specifieke gebruikers tot een databasebestand niet hoeft bij te houden. Het is echter veiliger om<br />
meerdere accounts te creëren dan één account door meerdere gebruikers te laten gebruiken. Wachtwoorden<br />
zijn hoofdlettergevoelig, maar accountnamen niet.<br />
Wanneer u een database maakt, worden er twee vooraf gedefinieerde accounts gemaakt (Admin en Gast)<br />
en zijn er drie vooraf gedefinieerde privilegesets beschikbaar (Volledige toegang, Alleen gegevensinvoer<br />
en Alleen-lezen toegang).<br />
Aan de account Admin, waaraan de privilegeset Volledige toegang is toegewezen, is echter geen wachtwoord<br />
toegewezen. Die privilegeset geeft toegang tot de volledige inhoud van het bestand. Met de account Gast kunnen<br />
gebruikers een bestand openen zonder een accountnaam op te geven. Aan deze account, waaraan geen<br />
wachtwoord is toegewezen, is de privilegeset Alleen-lezen toegang toegewezen.<br />
Vooraf gedefinieerde<br />
accounts<br />
Eigen<br />
accounts<br />
Wachtwoorden en toegangsprivileges voor vooraf gedefinieerde accounts kunnen worden gewijzigd.
92 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Zo maakt u een account en wachtwoord:<br />
1. Open Voorbeeld Kopie.fp7.<br />
2. Kies op de menubalk Bestand > Beheren > Beveiliging.<br />
3. Klik op het tabblad Accounts op Nieuw.<br />
4. Selecteer in de lijst Account is geverifieerd via de optie <strong>FileMaker</strong>.<br />
5. Type in het invoervak Accountnaam de tekst Leo Noorden.<br />
6. Typ in het invoervak Wachtwoord de tekst lnoorden.<br />
Opmerking Om veiligheidsredenen wordt de tekst van wachtwoorden nooit weergegeven in<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>. Noteer altijd de wachtwoorden die u invoert bij het instellen van accounts en verstrek<br />
daarna de wachtwoorden aan de juiste gebruikers. Bewaar uw wachtwoorden op een veilige plaats, zodat<br />
u ze niet vergeet en zodat ze niet gestolen kunnen worden.<br />
7. Selecteer Gebruiker moet wachtwoord wijzigen bij volgende aanmelding.<br />
U wordt aanbevolen geen wachtwoordwijziging bij de eerste aanmelding te forceren voor accounts<br />
die door meerdere gebruikers worden samengebruikt. U dient echter een wachtwoord op te geven<br />
en beschikbaar te stellen voor de gebruikers die dit nodig hebben. Bovendien kan de privilegeset<br />
voor een gedeelde account het beste geen wachtwoordwijzigingen toestaan omdat één gebruiker anders<br />
het wachtwoord kan wijzigen en zo alle overige gebruikers die de account samengebruiken uitsluit.<br />
8. Selecteer bij Accountstatus de optie Actief.<br />
9. Kies in de keuzelijst Privilegeset de optie [Alleen-lezen toegang].<br />
10. Typ in het invoervak Beschrijving de tekst Medewerker klantenservice.<br />
11. Klik op OK.<br />
De nieuwe account is nu vermeld onder de accounts Gast en Admin.<br />
12. Klik op OK.<br />
De waarschuwing die verschijnt, geeft aan dat de account Admin in het voorbeeldbestand niet met een<br />
wachtwoord is beveiligd. U moet die instelling bevestigen voordat u verder kunt werken met<br />
<strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>.<br />
13. Klik op Toestaan om het waarschuwingsvenster te sluiten.<br />
Het dialoogvenster Aanmelding met volledige toegang bevestigen verschijnt.<br />
Geef instellingen voor<br />
deze account op
Les 13 | Gegevens beveiligen in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> 93<br />
14. Typ de tekst Admin in het invoervak Account met volledige toegang, laat het invoervak Wachtwoord<br />
leeg en klik op OK.<br />
Opmerking Om veiligheidsredenen is het raadzaam de account Admin altijd met een wachtwoord te<br />
beveiligen in bestanden die u maakt.<br />
Een privilegeset maken<br />
Privilegesets<br />
Een privilegeset bepaalt het niveau van toegang tot een databasebestand. Daarnaast biedt <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong><br />
ook uitgebreide privilegesets, die de opties voor het samengebruik van bestanden bepalen.<br />
Vooraf gedefinieerde privilegesets<br />
Elk nieuw databasebestand bevat drie vooraf gedefinieerde privilegesets.<br />
1 Volledige toegang - de volledige inhoud van het bestand is toegankelijk en kan worden gewijzigd<br />
1 Alleen gegevensinvoer - gegevens kunnen alleen worden ingevoerd en weergegeven<br />
1 Alleen-lezen toegang - de gegevens kunnen worden weergegeven, maar niet gewijzigd<br />
Elke database moet ten minste één account met de privilegeset Volledige toegang bevatten. Om<br />
veiligheidsredenen is het raadzaam aan die account een wachtwoord toe te wijzen. U kunt vooraf<br />
gedefinieerde privilegesets niet wijzigen of verwijderen, behalve om hun uitgebreide privilegesets in of uit<br />
te schakelen, maar u kunt vooraf gedefinieerde privilegesets wel dupliceren en de kopie wijzigen om deze<br />
op een andere manier te gebruiken.<br />
Vooraf gedefinieerde<br />
privilegesets<br />
Eigen privilegesets<br />
Hoewel de vooraf gedefinieerde privilegesets in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> gangbare typen gegevenstoegang bieden, kunt<br />
u ook zelf unieke privilegesets maken waarmee u de toegang tot specifieke aspecten van een database kunt<br />
beperken, zoals de lay-outs die kunnen worden weergegeven, de menu's die beschikbaar zijn en of afdrukken<br />
is toegestaan.
94 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Uitgebreide privilegesets<br />
Uitgebreide privilegesets bepalen welke opties voor het delen van gegevens worden toegestaan door een<br />
privilegeset, bijvoorbeeld of een privilegeset gebruikers toestaat om een gedeeld bestand te openen of een<br />
database weer te geven in een webbrowser.<br />
Een eigen privilegeset maken<br />
Stel dat uw bedrijf jaarlijks in bepaalde perioden een beroep moet doen op tijdelijk personeel. Die personeelsleden<br />
moeten toegang hebben tot uw gegevens, maar u wilt vermijden dat tijdelijke personeelsleden informatie van<br />
uw database kunnen afdrukken of exporteren. U kunt dan voor uw tijdelijke personeelsleden een specifieke<br />
privilegeset maken waarbij het exporteren en afdrukken van gegevens niet is toegestaan.<br />
1. Kies op de menubalk Bestand > Beheren > Beveiliging.<br />
2. Klik op het tabblad Privilegesets.<br />
3. Selecteer de privilegeset [Alleen gegevensinvoer] en klik op Dupliceren.<br />
De privilegeset Alleen gegevensinvoer Kopie is nu geselecteerd.<br />
4. Klik op Bewerken.<br />
5. Typ in het invoervak Naam van privilegeset de tekst Tijdelijk personeel.<br />
6. Typ in het invoervak Beschrijving de tekst Geen print- of exportpriveleges voor<br />
tijdelijk personeel.<br />
7. Schakel de selectievakjes Afdrukken toestaan en Exporteren toestaan uit.<br />
Opmerking Aangezien u in les 12 het voorbeeldbestand hebt ingesteld op samengebruik via een netwerk,<br />
zijn de uitgebreide privileges voor <strong>FileMaker</strong>-netwerksamengebruik in het dialoogvenster Privilegeset<br />
ingeschakeld.<br />
8. Klik op OK.<br />
Tijdelijk personeel verschijnt in de lijst met privilegesets. Deze privilegeset kan door een of meer<br />
accounts worden gebruikt.<br />
9. Klik op OK.<br />
De uitgebreide privilege-instellingen verschijnen hier<br />
Schakel de selectievakjes<br />
Afdrukken toestaan en<br />
Exporteren toestaan uit
10. Klik op Toestaan om het waarschuwingsvenster te sluiten.<br />
Het dialoogvenster Aanmelding met volledige toegang bevestigen verschijnt.<br />
Les 13 | Gegevens beveiligen in <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> 95<br />
11. Typ de tekst Admin in het invoervak Account met volledige toegang, laat het invoervak Wachtwoord<br />
leeg en klik op OK.<br />
12. Als u klaar bent met deze les, sluit u <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> af om alle geopende bestanden te sluiten.<br />
Aanvullende informatie<br />
U hebt nu geleerd hoe u accounts en wachtwoorden maakt en hoe u er privilegesets aan toewijst. U hebt ook<br />
geleerd hoe u eigen privilegesets maakt en hoe u ze kunt gebruiken voor specifieke zakelijke doelstellingen.<br />
Voor meer informatie over hoe u uw databases kunt beveiligen met accounts, wachtwoorden en<br />
privilegesets, raadpleegt u de <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Gebruikershandleiding en de Help van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong>.
96 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie
Les 14<br />
Reservekopieën van uw databases maken<br />
Stroomstoringen, problemen met de schijf en andere onverwachte problemen kunnen elke computergebruiker<br />
overkomen. Om te voorkomen dat u gegevens verliest, moet u dan ook regelmatig reservekopieën maken van<br />
de belangrijke documenten op uw computer, waaronder uw databases.<br />
In deze les leert u:<br />
1 hoe en wanneer u reservekopieën van databases moet maken<br />
1 waar u meer informatie kunt vinden over het beveiligen van uw bestanden.<br />
Reservekopieën van databases maken<br />
Er zijn veel manieren waarop u een reservekopie van een bestand kunt maken. De hierna besproken<br />
procedure is er een van.<br />
1. Bepaal de grootte van de database:<br />
Windows: klik in Verkenner met de rechtermuisknop op het bestandspictogram en kies vervolgens<br />
Eigenschappen en daarna Algemeen.<br />
Mac OS: klik in de Finder op het pictogram van het bestand en kies vervolgens in het menu Bestand<br />
de optie > Info...<br />
2. Geef een schijf op met voldoende ruimte voor de kopie van de database.<br />
3. Open de database waarvan u een reservekopie wilt maken.<br />
4. Kies op de menubalk Bestand > Kopie opslaan als.<br />
Gebruik de standaardnaam voor de<br />
kopie of geef een andere naam op<br />
5. Klik op Opslaan.<br />
Selecteer de schijf en<br />
map waarin u de kopie<br />
wilt opslaan<br />
Kies kopie van<br />
actief bestand<br />
Belangrijk De volgende keer dat u een reservekopie maakt, moet u een andere schijf gebruiken. Overschrijf<br />
nooit het enige of recentste exemplaar van een bestand met een reservekopie. Maak altijd meerdere<br />
reservekopieën.
98 <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> Zelfstudie<br />
Wanneer moet u reservekopieën maken<br />
Reservekopieën maakt u:<br />
1 zo vaak mogelijk om er zeker van te zijn dat u alle gegevens kunt herstellen na een storing<br />
1 voordat u een ingrijpende of onherstelbare wijziging aanbrengt, zoals het verwijderen van records, het<br />
verwijderen van een veld of het vervangen van gegevens met de functies voor importeren en vervangen.<br />
Houd er rekening mee dat het altijd minder tijd kost om een reservekopie te maken dan om een verloren<br />
gegane of beschadigde database opnieuw te maken.<br />
Aanvullende informatie<br />
In deze les hebt u een manier geleerd waarop u een database kunt beveiligen. Voor andere manieren om<br />
problemen met bestanden te voorkomen en op te lossen of om beschadigde bestanden te herstellen, kunt<br />
u de Help van <strong>FileMaker</strong> <strong>Pro</strong> raadplegen.