23.10.2013 Views

Doniawerstal - Fryske Akademy

Doniawerstal - Fryske Akademy

Doniawerstal - Fryske Akademy

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Rottum en verkreeg toen de 4e rang; in april 1807 behaald hij de 3e rang. Te Doniaga zette hij<br />

de studie voort en verwierf in april 1812 ook nog de 2e rang; hij was toen 26 jaar oud. In<br />

1809 werd voor een "kaggel in de school" 16 c.g. betaald en nog 15 c.g. 14 st. voor<br />

"kaggelpiepen", ook werd 1 c.g. betaald voor 100 elzebomen om de school. In 1815 werd op<br />

sommige gedenkdagen (Waterloo!) de klok geluid, waarvoor "master" Hendrik 2 c.g. extra<br />

ontving ("wegens klokluiden op 2 vreugdedagen"). Tot de zomer van 1816 heeft hij de school<br />

hier waargenomen.<br />

Toen kwam mr. Jitse Sierds Feenstra, die op 12 dec. 1816 voor zijn eerste kwartaal<br />

traktement ontving. Aan Ruurdolfij K. de Jong (de herbergier?) werd 12 c.g. 10 st. betaald<br />

"van verteringe bij 't examen van de Meesters". Meester Jitse was in het bezit van de 3e rang;<br />

verder heeft hij het ook niet gebracht. Toch was de schoolopziener tevreden over hem: zijn<br />

gedrag was zeer goed, zijn vlijt goed, terwijl de schoolopziener opmerkte, dat hij verhoging<br />

van traktement verdiende. Dat bedroeg ook nu nog ƒ 150 van de kerk en vrij wonen. De<br />

school werd door ongeveer 20 kinderen bezocht. Hij was ook dijksontvanger voor dit dorp. In<br />

1829 heeft hij voor zijn schooldienst bedankt.<br />

De school bleef enige tijd vacant; pas op 16 febr. 1831 trad de nieuwe meester Arjen<br />

Kornelis Kuipers in functie. Als kwekeling bij zijn vader te Heeg in school, verwierf hij in<br />

april 1827 op 16-jarige leeftijd de 4e rang. In april 1829 behaalde hij als ondermeester de 3e<br />

rang. Zo kwam hij als "Onderwijzer der Jeugd" te Doniaga, doch het duurde niet lang; reeds<br />

na een jaar, in mei 1832 vertrok hij naar Gaastmeer.<br />

De school werd provisioneel waargenomen door Klaas Bijlsma, ook een 3e ranger, die<br />

op 11 okt. 1832 zijn vaste aanstelling kreeg, doch ook reeds na korte tijd, n.l. in juli 1834<br />

vertrok, en wel naar de toen opgerichte armenschool te Heerenveen. Tot zijn opvolger werd,<br />

na vergelijkend examen, door de stemgerechtigde landeigenaren, het gemeentebestuur en de<br />

schoolopziener benoemd: Jan Innes Visser, ondermeester te Benedenknijpe, die hier op 1 dec.<br />

1834 in functie trad. In april 1832 en april 1834 had hij resp. als kwekeling en ondermeester<br />

te Benedenknijpe de 4e en de 3e rang behaald. Te Doniaga verkreeg hij in april 1838 ook nog<br />

de 2e rang; hij was toen 22 jaar. Het traktement was nog steeds ƒ 150 van de kerk, plus de<br />

schoolpenningen van 10 à 15 leerlingen à ƒ 2 per jaar en vrij wonen. De 2e rang opende hem<br />

de weg naar een grotere school met een beter traktement: op 1 dec. 1841 vertrok hij naar<br />

Beetsterzwaag en in 1849 naar Sneek, waar hij tot 1896 hoofd van een school was.<br />

De school werd provisioneel waargenomen door Herre Gerrits van der Veen, geboren op<br />

15 maart 1816 te Grouw, waar hij in juli 1833 als kwekeling de 4e rang behaalde. In okt.<br />

1835 en in juli 1838 verwierf hij als ondermeester de 3e en 2e rang. Begin 1842 kwam hij te<br />

Doniaga, waar hij op 9 mei 1842 zijn vaste aanstelling verkreeg. Hij woonde hier met zijn<br />

zuster. Hij vertrok op 1 april 1847 naar Driesum, waar hij zich weldra ontpopte als Fries<br />

schrijver, vooral van kinderlectuur. Zo bracht hij o.a. de kleine gedichtjes voor kinderen van<br />

Hieronymus van Alphen in het Fries over: Litse rymkes foar Bern. Hij schreef ook Rymkes<br />

foar Friesen, e.a. a<br />

Op 1 juli 1847 kwam Jurjen Zwaagstra als schoolmeester in Doniaga. Hij had in juli<br />

1846 als ondermeester te Sneek de 3e rang verkregen en was 19 jaar toen hij te Doniaga<br />

kwam. In okt. 1850 slaagde hij voor de 2e rang en in nov. 1852 werd hij overgeplaatst naar<br />

St. Nicolaasga. In de zomer van 1853 kwam Lambertus Kreeft, ondermeester te Bolsward en<br />

bezitter van de 2e rang. Hij was hier nog geen jaar, toen hij op 12 mei 1854 naar Oosterzee<br />

vertrok. Zo was Doniaga een echt doorgangshuis voor schoolmeesters.<br />

Ate Linzes de Jong, ondermeester te Bovenknijpe, kwam op 31 okt. 1854. Hij werd op 1<br />

sept. 1858 overgeplaatst naar Idskenhuizen. Andle Andringa, ondermeester te Koudum, nam<br />

de school provisioneel waar in de winter van 1858/59, doch op 18 juni 1859 werd Fedde<br />

Hernamt benoemd. Hij was onderwijzer te St. Johannesga en bezat ook de 2e rang. Hij hield<br />

het hier wat langer vol: op 15 febr. 1870 werd hij overgeplaatst naar St. Nicolaasga. Het<br />

traktement in Doniaga was, ingevolge de nieuwe Wet op het Lager Onderwijs van 1857, met<br />

ingang van 1 jan. 1861 op ƒ 400 gebracht met vrije woning. De schoolgelden vervielen; het<br />

a Zie voor zijn later werk: J. Piebenga, Koarte skiednis fen de <strong>Fryske</strong> Skriftekennisse<br />

(Dokkum 1939), p. 91-95.<br />

7

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!