Bijlagen 2352 1—3 Tweede Kamer
Bijlagen 2352 1—3 Tweede Kamer
Bijlagen 2352 1—3 Tweede Kamer
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Bijlagen</strong> <strong>2352</strong> <strong>1—3</strong><br />
Naturalisatie van Joseph Athmer en 20 anderen<br />
<strong>Tweede</strong> <strong>Kamer</strong><br />
<strong>2352</strong> I<br />
K.ON1NK LIJKE 'iuOUTHAP<br />
Aa'<br />
de <strong>Tweede</strong> <strong>Kamer</strong> der Staten-Gcneraal<br />
Wij bieden IJ hicrnev^r.s te: overweging aan e:n ontwerp van Wet<br />
tot na e van Joseph Athmer en 20 anderen.<br />
De toelichtende memorie (en bijlagen), die !iet Wetsontwerp vergezelt,<br />
bevat de gronden waarop het rust.<br />
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.<br />
Soestdijk, 14 November 1951.<br />
JULIANA.<br />
<strong>2352</strong> 2<br />
O .TWF.RP VAN WET<br />
Wu JULIANA, BIJ DE ORATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN,<br />
PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ., ENZ., ENZ.<br />
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:<br />
Alzo Wij in overweging genomen hebban, dat er aanleiding is tot<br />
naturalisatie van Joseph Athmer en 20 anderen, die aan Ons een<br />
verzoek daartoe hebben gedaan, met overlegging — wat betreft de<br />
in artikel 2 genoemde voor zoveel doenlijk —• van de bewijsstukken,<br />
bedoeld in artikel 3 der wet van 12 December 1892 [Staatsblad<br />
No. 268) op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, laatstelijk<br />
gewijzigd bij de wet van 6 Augustus 1949 (Staatsblad No. J 359);<br />
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen<br />
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk<br />
Wij goedvinden en verstaan bij deze:<br />
Artikel 1<br />
De hoedanigheid van Nederlander wordt bij deze verleend aan:<br />
1°. Joseph Athmer, geboren te Schwagstorf (Duitsland) 16 Januari<br />
1900, landbouwer, wonende te Losser, provincie Overijssel;<br />
2°. Leo Blumkowski, geboren te Hamhorn (Duitsland) 26 October<br />
1909, verzekeringsagent, wonende te Beesd, provincie Gelderland;<br />
3°. Balthasar Wilhelm Heinrich Cornelissen, geboren te Elten<br />
(Drostamt Elten) 6 Januari 1911, assistent-accountant, wonende<br />
te Amsterdam, provincie Noordholland;<br />
4°. Kurt Erich Adalbert Farulewski, geboren te Berlijn (Duitsland)<br />
3 Juli 1905, boekhouder, wonende te Rotterdam, provincie Zuidholland;<br />
5°. Johan Johannes Hager, geboren te Haarlem (Noordholland)<br />
18 Mei 1925, machine-bankwerker, wonende te Haarlem, provincie<br />
Noordholland;<br />
6°. Hans Hoppe, geboren te Solingen (Duitsland) 20 December<br />
1905, incasseerder, wonende te Amersfoort, provincie Utrecht;<br />
7°. Johannus Stephanus Konarski, geboren te Heerlen (Limburg)<br />
26 Maart 1912, fotograaf, wonende te Heerlen, provincie Limburg;<br />
8°. Johann Kracmer, geboren te Kopp, Mürlenbach, Birresborn<br />
(Duitsland) 1 Januari 1911, kraanmachinist, wonende te Beverwijk,<br />
provincie Noordholland;<br />
9°. Anton Kranz, geboren te Gleidorf, Schmallenberg (Duitsland)<br />
22 Juni 1906, magazijnmeester, wonende te Boxmeer, provincie<br />
Noordbrabant;<br />
10°. Alben Paul August Kuppel, geboren te Hamburg (Duitsland)<br />
19 Februari 1908, fabrikant van metaal waren, wonende te Sassenheim,<br />
provincie Zuidholland;<br />
11°. Wolfgang Louis Otto Gustav Walter Kurre, geboren te Hannover<br />
(Duitsland) 17 September 1901, confectie-ontwerper,<br />
wonende te Amsterdam, provincie Noordholland;<br />
12°. Gustav Lask, geboren te Saborowen, Kallinowen (Duitsland)<br />
15 April 1905, mijnwerker, wonende te Heerlen, provincie<br />
Limburg;<br />
13°. Josef Molitor, geboren te Haaren (Duitsland) 7 November<br />
1900, opzichter in een papierfabriek, wonende te Meerssen,<br />
provincie Limburg;<br />
14°. Joseph Franz Muller, geboren te Breslau (Duitsland) 20 Maart<br />
1908, landbouwer, wonende te Warnsveld, provincie Gelderland;<br />
15°. Karl Heinrich Rath, geboren te Bochum (Duitsland) 31 October<br />
1915, fabrieksarbeider, wonende te Budel, provincie Noordbrabant;<br />
Handelingen der Staten-Generaal <strong>Bijlagen</strong> 1951—1952<br />
16°. Henri Reichmann, geboren te Amersfoort (Utrecht) 20 Mei<br />
1925, expediteur, wonende te Hilversum, provincie Noordhol'<br />
land;<br />
17°. Marcel Frédéric Schncegans, geboren te Brussel (België) 4 Maart<br />
1914, vertegenwoordiger, wonende te Amsterdam, provincie<br />
Noordholland;<br />
18°. Heinz Aloys Schonen, geboren te Atsch, Ellendorf (Duitsland)<br />
10 October 1926, assistent-bedrijfsleider, wonende te Schaesberg,<br />
provincie Limburg;<br />
19°. Wilhelm August Tackenherg, geboren te Hamhorn, thans Duishurg<br />
(Duitsland) 2 December 1919, schoenmaker, wonende te<br />
Heerlen, provincie Limburg;<br />
20°. Johann Evangelist Ulrich, geboren te Lint (Oostenrijk) 3 September<br />
1901, huisknecht, wonende te Hilversum, provincie<br />
Noordholland.<br />
Arti!;el 2<br />
Met uitbreiding van het bepaalde bij artikel 6 der wet van 12 December<br />
1892 (Staatsblad No. 268) op het Nederlanderschap en het<br />
ingezetenschap, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 6 Augustus 1949<br />
(Staatsblad No. J 359), wordt bij deze de hoedanigheid van Nederlander<br />
verleend aan Jozef Gerardus Athmer, geboren te Losser (Overijssel)<br />
12 Augustus 1928, tekenaar, wonende te Losser, provincie<br />
Overijssel.<br />
Artikel 3<br />
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na die van haar<br />
afkondiging.<br />
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst<br />
en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en<br />
Ambtenaren, wie zulks aangaat, a:;n de nauwkeurige uitvoering de<br />
hand zullen houden.<br />
Gegeven<br />
De Minister van Justitie.<br />
<strong>2352</strong> 3<br />
MEMORIE VAN TOELICHTING<br />
Onder verwijzing voor het overige naar de ingewonnen ambtsberichten')<br />
ten aanzien van de verzoeken om naturalisatie van<br />
Joseph Athmer en 20 anderen, moge de ondergetekende het volgende<br />
aantekenen.<br />
Met uitzondering van de Oostenrijkse verzoekers, genoemd in<br />
artikel 1, onder 5°. en 20°., bezitten alle voorgedragenen de Duitse<br />
nationaliteit.<br />
De verzoeker Joseph Athmer, genoemd in artikel 1, onder 1°.,<br />
werd in 1900 te Schwagstorf (Duitsland) geboren en woont bijna<br />
dertig jaar onafgebroken in Nederland. Hij is gehuwJ met een Nederlandse<br />
vrouw en voelt zich Nederlander. Gedurende de oorlogsjaren<br />
heeft hij zich dienovereenkomstig gedragen. Hij deed korte tijd gedwongen<br />
dienst in het Duitse leger, doch dook onder zodra de<br />
gelegenheid zich voordeed. Verzoeker heeft een eigen boerderij, welke<br />
hem een bestaan oplevert.<br />
De verzoeker Leo Blumkowski, genoemd in artikel 1, onder 2°.,<br />
werd in 1909 te Hamborn (Duitsland) geboren. Hij woont sedert<br />
1926 onafgebroken in ons land en is in geest en leven Nederlander<br />
geworden. Verzoeker werd in 1942 verplicht om in het Duitse leger<br />
dienst te doen. In de winter van 1943 deserteerde hij. Hij sloot zich<br />
daarna aan bij de B.S. en verrichtte diensten voor het verzet. Verzoeker<br />
is voornemens met een Nederlandse vrouw in het huwelijk te<br />
treden; als verzekeringsagent heeft hij genoegzame inkomsten.<br />
Balthasar Wilhelm Heinrich Cornelissen, genoemd in artikel 1,<br />
onder 3°., werd in 1911 te Elten (Drostamt Elten) geboren en kwam,<br />
vier jaar oud, met zijn ouders naar ons land. Deze laatsten hebben<br />
in 1939 de Nederlandse nationaliteit door naturalisatie verkregen. In<br />
de naturalisatie was echter hun zoon niet begrepen, daar deze reeds<br />
meerderjarig was. In 1939 heeft deze zelf om naturalisatie gevraagd.<br />
Door het uitbreken van de oorlog is de aanvrage niet kunnen worden<br />
afgedaan. Wijl hij de Duitse nationaliteit nog bezat, werd verzoeker<br />
in Duitse militaire dienst geroepen. Hij deed wat mogelijk was om<br />
zich hieraan te onttrekken, doch hij werd in 1942 gearresteerd en<br />
naar het Oostfront gezonden. Verzoeker, die met een Nederlandse<br />
vrouw is gehuwd, heeft als assistent-accountant genoegzame inkomsten.<br />
In artikel 1, onder 4°., wordt voorgedragen Kurt Erich Adalbert<br />
Farulewski. Verzoeker werd in 1905 te Berlijn (Duitsland) geboren<br />
en kwam in 1929 voorgoed naar ons land. Hij is gehuwd met een<br />
') Zijn met de overige bij deze Memorie van Toelichting overgelegde stukken<br />
nedergelegd ter griffie, ter inzage van de leden.
<strong>2352</strong> 3<br />
Naturalisatie van Joseph Athmer en 20 anderen<br />
Nederlandse vrouw en is zich Nederlander gaan gevoelen. Tijdens de<br />
bezetting werd hij gedwongen dienst te doen in het Duitse leger;<br />
hij werd bij de administratie ingedeeld. Van zijn verbondenheid met<br />
ons volk gal hij blijk door het verzet te steunen, onderduikers te<br />
herbergen en hulp te bieden aan Nederlanders. Als boekhouder bij<br />
een Nederlandse firma heelt hij regelmatige inkomsten.<br />
Johan Johannes Hager, genoemd in artikel 1, onder 5"., werd in<br />
1^2) te Haarlem (Noordholland) geboren en heeft steeds in NeUerland<br />
gewoond. Hij onderscheidt zich niet van een geboren Nederlander.<br />
Verzoeker heeft in 1943 enige maanden in het Duitse leger<br />
dienst moeien doen, doch hij wist zich door het simuleren van ziekte<br />
te laten alkeuren. Hij is gehuwd met een Nederlandse vrouw en verdie.t<br />
als machine-bankwerkcr het brood.<br />
De verzoeker Hans Hoppe, genoemd in artikel 1, onder 6°., werd<br />
in 1905 te Solingen (Duitsland) geboren. Hij woont sedert 1922<br />
onafgebroken in Nederland, is gehuwd met een Nederlandse vrouw<br />
en is in geest en leven Nederlander geworden. Tot September 1944<br />
deed hij gedwongen dienst in het Duitse leger, daarna dook hij<br />
onder. Mede door zijn bemiddeling is aan een aantal in het concentratiekamp<br />
geïnterneerde Nederlanc'ers hulp kunnen worden geboden<br />
en zijn zelfs meerdere gevangenen kunnen ontvluchten. Als incasseerder<br />
bij een bankinstelling heeft hij regelmatige inkomsten.<br />
Johannus Stephanus Konarski, genoemd in artikel 1, onder 7°., is<br />
hier te lande geboren en getogen. Hij onderscheidt zich niet van een<br />
geboren Nederlander. Van 1942 tot Januari 1944 deed hij gedwongen<br />
dienst in het Duitse leger. Hij heeft echter duidelijk blijk gegever,<br />
van zijn verbondenheid met ons volk. In 1940 maakte hij zich<br />
verdienstelijk te opzichte van Belgische en Franse krijgsgevangenen.<br />
Hij deserteerde i 1944 aan het Oostfront en wist na een zwerftocht<br />
Nederland te bereiken. Later verstrekte hij waardevolle inlichtingen<br />
aan de geallieerden, terwijl hij nog gedurende vier maanden spionnagewerk<br />
achter de Duitse linies verrichtte. Als fotograaf voorziet<br />
hij in het onderhoud van zich en de zijnen.<br />
In artikel 1, onder 8°., wordt voorgedragen de verzoeker Johann<br />
Kraemer. Deze werd in 1911 te Kopp (Duitsland) geboren en woont<br />
sedert zijn vijftiende jaar onafgebroken in Nederland. Hij is gehuwd<br />
met een Nederlandse vrouw. Verzoeker ontving in 1941 een oproep<br />
voor Duitse militaire dienst, doch slaagde tot Maart 1944 er in zich<br />
hieraan te onttrekken. Daarna toch ingelijfd, wist hij in Augustus<br />
1944 te ontsnappen en onder te duiken. Als kraanmachinist verdient<br />
hij het brood.<br />
De verzoeker Anton Kranz, genoemd in artikel 1, onder 9°., werd<br />
in 1906 te Gleidorf (Duitsland) geboren en kwam in 1933 voorgoed<br />
naar ons land. Hij is gehuwd met een Nederlandse vrouw en heeft<br />
zich aangepast aan de Nederlandse zeden en gewoonten. Verzoeker<br />
werd in 1942 tegen zijn zin ingelijfd in het Duitse leger. Hij toonde<br />
zich ce:i goed vriend van ons volk door verscheidene onderduikers<br />
te herbergen, berichten voor de verzetsbeweging over te brengen en<br />
radiotocstellen te verbergen. In 1944 werd hij overgebracht naar<br />
Frankrijk, waar hij bij de nadering van de geallieerde legers deserteerde.<br />
Als magazijnmeester voorziet hij in het onderhoud van zich<br />
en 'ij'i ge/in.<br />
De verzoeker Albert Paul August Kuppel, genoemd in artikel 1,<br />
onder 10°., werd in 1908 te Hamburg (Duitsland) geboren en is<br />
sedert 1929 in Nederland gevestigd. Hoewel verzoeker van 1942 tot<br />
1944 gedwongen dier.si heeft gedaan in het Duitse leger, bestaat<br />
er geen enkele reden om aan zijn loyale gevoelens ten opzichte van<br />
Nederland te twijfelen. Hij heeft getracht zich door verminking aan<br />
Duitse dienst te onttrekken, verborg Joodse kinderen, leverde munitie<br />
aan de illegaliteit en werkte de Duitse oorlogsvoering tegen door<br />
sabotage in zijn bedrijf. Verzoeker is ingeburgerd en heeft als metaalwarenlabrikant<br />
ruime inkomsten.<br />
Wolfgang Louis Otto Gustav Walter Kurre, genoemd in artikel 1,<br />
onder 11.. werd in 1901 te Hannover (Duitsland) geboren en woont<br />
sedert 1924 onafgebroken in Nederland. Verzoeker is gehuwd met<br />
een Nederlandse vrouw en is in geest en leven Nederlander geworden.<br />
Gedurende de oorlogsjaren heeft hij de Nederlandse belangen naar<br />
vermogen behartigd. Hij verleende financiële steun aan Joodse landgenoten<br />
en hielp hen onderduiken. In 1943 werd hij tot dienst in het<br />
Duitse leger gedwongen. Als confectie-ontwerper voorziet hij in het<br />
onderhoud van zich en zijn echtgenote.<br />
In artikel 1. onder 12°., wordt voorgedragen de verzoeker Gustav<br />
Lask, in 1905, te Saborowen, Kallinowen (Duitsland) geboren en<br />
sedert 1929 in ons land gevestigd. Hij is gehuwd met een Nederlandse<br />
vrouw en is zich door zijn langdurig verblijf hier te lande<br />
Nederlander gaan gevoelen. Zijn gedrag gedurende de oorlog was<br />
goed. Hij verle.nde geldelijke steun aan de verzetsbeweging; verborg<br />
radiotoestellen en waarschuwde Nederlanders in verband met voorgenomen<br />
rijwielvorderingen. Bij de nadering van de geallieerde troepen<br />
werd verzoeker geprest om naar Duitsland uit te wijken; spoedig<br />
daarop werd hij in het Duitse leger ingelijfd. Hij heeft van 13 September<br />
1944 tot 5 Mei 1945 als soldaat in Denemarken gediend.<br />
De verzoeker Josef Molitor, genoemd in artikel 1, onder 13°., werd<br />
in 1900 geboren te Haaren (Duitsland) en woont bijna vijf en dertig<br />
jaar onafgebroken in Nederland. Hij kan als ingeburgerd worden<br />
beschouwd. Van 1943 tot 1945 deed hij gedwongen dienst in het<br />
Duitse leger. Hij slaagde niet in zijn pogingen om een onderduikadres<br />
te vinden. Verzoeker gaf blijken van zijn goede gezindheid door<br />
een onderduiker te herbergen en anderen naar berichten uit de vrije<br />
wereld te laten luisteren. Als opzichter bij een papierfabriek voorziet<br />
verzoeker in zijn onderhoud.<br />
De verzoeker Joseph Franz Muller, genoemd in artikel 1, onder<br />
14°., werd in 1908 te Breslau (Duitsland) geboren. Toen hij dertien<br />
jaar oud was, werd hij als pleegkind opgenomen in een Nederlands<br />
gezin. Verzoeker is gehuwd met een Nederlandse vrouw en is in<br />
geest en leven Nederlander geworden. Hij werd verplicht om in het<br />
Duitse leger te dienen, doch hij dook in September 1944, toen hij<br />
met verlof in Nederland was, onder. Verscheidene Nederlanders<br />
heeft hij geholpen met levensmiddelen, welke hij tegen normale<br />
prijzen leverde. Verzoeker heeft een boerenbedrijf en vindt daarin<br />
zijn bestaan.<br />
Karl Heinrich Rath, de Duitse verzoeker, genoemd in artikel 1.<br />
onder \5\, werd in 1915 te Bochum (Duitsland) geboren en kwam<br />
op 5-jarige leeftijd met zijn moeder naar ons land. Hij ontving een<br />
Nederlandse opvoeding. Gedurende de oorlogsjaren was hij zeer tegen<br />
de vijand gekant. In 1943 werd hij door de Duitsers gearresteerd en<br />
in het Duitse leger ingelijfd. Hij deserteerde na enige maanden en<br />
wist zich tot het einde van de oorlog schuil te houden. Verzoeker,<br />
die met een Nederlandse vrouw gehuwd is, verdient als fabrieksarbeider<br />
het brood.<br />
In artikel 1, onder 16°., wordt voorgedragen Henri Reichmann.<br />
Verzoeker werd in 1925 te Amersfoort (Utrecht) geboren en heeft<br />
steeds in Nederland gewoond. Hij voelt zich Nederlander. In 1942<br />
werd hij in Duitse militaire dienst geroepen. Hij deserteerde in Italië<br />
en nam aldaar daadwerkelijk deel aan het ondergrondse verzet tegen<br />
de vijand. Als expediteur voorziet hij in het onderhoud van zich<br />
en de zijnen.<br />
De verzoeker Marcel Frédcric Schneegans, genoemd in artikel 1,<br />
onder 17°., werd in 1914 te Brussel (België) geboren en kwam, vier<br />
jaar oud, met zijn ouders naar ons land. Hij is in geest en leven<br />
Nederlander geworden. Uit angst voor repressailles tegen zijn moeder<br />
gaf hij in 1941 gehoor aan een oproep voor Duitse militaire dienst.<br />
Na haar overlijden in 1943 dook hij terstond onder. Verzoeker behield<br />
het vertrouwen van zijn Nederlandse omgeving. Hij is gehuwd<br />
met een van oorsprong Nederlandse vrouw en voorziet als handelsvertegenwoordiger<br />
in het onderhoud van zich en zijn gezin.<br />
De verzoeker Heinz Aloys Schonen, genoemd in artikel 1, onder<br />
18"., werd in 1926 te Atsch, Eilendorf (Duitsland) geboren en woont<br />
sedert zijn vierde jaar in Nederland. Hij ontving Nederlands onderwijs<br />
en zijn opvoeding werd hier te lande voltooid. Verzoeker heeft<br />
zich aan ons land gehecht en heeft zich gedurende de oorlogsjaren<br />
goed gedragen. Om aan arbeidsinzet te ontkomen, is hij in Duitsland<br />
als knecht gaan werken op de boerderij van zijn grootouders, mede<br />
in de hoop, dat hij als landbouwer zou worden vrijgesteld van<br />
militaire dienst. Deze hoop bleek ijdel; in 1944 werd hij ingelijfd in<br />
het Duitse leger. In Nederland hielp hij onderduikers verbergen. Als<br />
assistent-bedrijfsleider bij een overhemdenfabriek heeft hij genoegzame<br />
inkomsten.<br />
Wilhelm August Tackenberg, genoemd in artikel 1, onder 19°.,<br />
werd in 1919 te Hamborn, thans Duisburg (Duitsland) geboren. Hij<br />
kwam in 1925 met zijn ouders naar Nederland en ontving hier te<br />
lande onderwijs en maatschappelijke vorming. Hij is in geest en leven<br />
Nederlander geworden. Gedurende de oorlogsjaren nam hij goederen<br />
van Nederlanders in bewaring en hielp hij onderduikers verbergen.<br />
Hij gaf aanvankelijk geen gevolg aan oproepen voor Duitse militaire<br />
dienst, doch tenslotte is hij gezwicht. Verzoeker, die met een Nederlandse<br />
vrouw gehuwd is, verdient als schoenmaker het brood.<br />
In artikel 1, onder 20°., wordt voorgedragen de verzoeker Johann<br />
Evangelist Ulrich, in 1901 te Linz (Oostenrijk) geboren en bijna<br />
dertig jaar onafgebroken in ons land woonachtig. Hij is in onze<br />
samenleving opgenomen en voelt zich Nederlander. Tevergeefs heeft<br />
hij getracht zich aan Duitse militaire dienst te onttrekken. In 1943<br />
werd hij door de Feldgendarmerie gehaald en vervolgens ingedeeld<br />
bij een strafcompagnie. Verzoeker, die het vertrouwen van zijn<br />
Nederlandse omgeving behield, hielp Nederlanders met levensmiddelen<br />
en brandstoffen. Als huisknecht heeft hij genoegzame inkomsten.<br />
Zijn echtgenote is van oorsprong Nederlandse.<br />
De in artikel 1, onder 1°., genoemde verzoeker heeft vóór het<br />
intreden der meerderjarigheid van zijn in artikel 2 genoemde zoon<br />
het verzoek tot naturalisatie ingediend. Het is billijk deze zoon alsnog<br />
bij uitdrukkelijke wetsbepaling mede te naturaliseren.<br />
Ten aanzien van allen geldt dat zij, omdat zij hun nationaliteit<br />
door de voorgestelde naturalisatie zullen verliezen, niet een dubbele<br />
nationaliteit zullen hebben.<br />
Alle voorgedragenen zijn in het bezit van een verblijfsvergunning.<br />
De Minister van Justitie,<br />
H. MULDERUE.