syllabus - DPB Brugge
syllabus - DPB Brugge
syllabus - DPB Brugge
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Nadenken over het<br />
leerproces van de<br />
leerling en<br />
voorbeelden aanreiken<br />
en bespreken die het<br />
leerproces van de<br />
leerling evalueren<br />
Maggy van Hoof
In het werken met een vernieuwende onderwijskundige aanpak staat het leerproces centraal.<br />
In dit leerproces is er aandacht voor het verwerven van vaardigheden en attitudes zoals aangegeven in alle<br />
leerplannen wiskunde.<br />
Enerzijds zal door deze aandacht de leerling steeds gemotiveerder geraken, alsook sneller en beter nieuwe<br />
kennis en vaardigheden verwerven. Leerlingen krijgen beter grip op het onderwerp van studie, steeds meer<br />
zelfvertrouwen in hun eigen mogelijkheden en ze behalen daardoor betere resultaten.<br />
Anderzijds heeft die aandacht consequenties voor de wijze waarop er beoordeeld wordt en is het<br />
noodzakelijk dat de beoordeling of evaluatie van het leerproces wordt ingevuld door het testen van<br />
vaardigheden en attitudes i.p.v. kennis.<br />
In deze interactieve sessie worden heel wat concrete inspirerende voorbeelden gegeven.<br />
1
Inhoudsopgave<br />
Procesevaluatie .................................................................................................................................................. 4<br />
Opdracht: Vragen over je eigen evaluatiepraktijk ............................................................................................. 5<br />
Voorbeelden ....................................................................................................................................................... 6<br />
Diagnose ‐ Parate kennis en vaardigheden .................................................................................................... 6<br />
Voorbeeld 1: websites ................................................................................................................................ 6<br />
Voorbeeld 2: toets parate kennis van 1ste graad ...................................................................................... 6<br />
Voorbeeld 3: instaptoets 5de jaar .............................................................................................................. 7<br />
Voorbeeld 4: parate kennis ruimtemeetkunde (vergelijkingen rechte) 6de jaar ...................................... 8<br />
Voorbeeld 5: Onderhouden van parate kennis ruimtemeetkunde 6de jaar............................................. 9<br />
Feedback bij taken en toetsen ..................................................................................................................... 11<br />
Bij het leren .............................................................................................................................................. 11<br />
Foutenanalyse .......................................................................................................................................... 12<br />
Persoonlijk werk van de leerling .................................................................................................................. 17<br />
Voorbeeld: huiswerkbeleid ...................................................................................................................... 17<br />
Vaardigheden ............................................................................................................................................... 26<br />
Samenwerking .......................................................................................................................................... 26<br />
POV ........................................................................................................................................................... 28<br />
Wiskundige taalvaardigheden .................................................................................................................. 32<br />
Zelfvaluatie ................................................................................................................................................... 33<br />
Bij een toets/opdracht ............................................................................................................................. 33<br />
Bij een toets .............................................................................................................................................. 34<br />
Bij probleemoplossende vaardigheden .................................................................................................... 36<br />
Bij leervaardigheden................................................................................................................................. 38<br />
Bij onderzoeksopdrachten ....................................................................................................................... 42<br />
Attitudes ....................................................................................................................................................... 45<br />
Voorbeeld 1 .............................................................................................................................................. 45<br />
Voorbeeld 2 .............................................................................................................................................. 46<br />
Voorbeeld 3 .............................................................................................................................................. 47<br />
Voorbeeld 4 .............................................................................................................................................. 48<br />
Voorbeeld 5 .............................................................................................................................................. 49<br />
Bronnen ............................................................................................................................................................ 50<br />
3
Procesevaluatie<br />
Evaluatie is niet alleen iets wat op het einde van een lessenreeks een plaats krijgt. Het doel van<br />
procesevaluatie (of formatieve evaluatie) is zoveel mogelijk leerlingen tot beheersingsleren te brengen<br />
zonder de sterkere leerlingen daarbij af te remmen. Het gaat dus over evaluatiegegevens die gebruikt<br />
worden voor didactische beslissingen.<br />
Voor de leraar kan dit betekenen dat sommige aspecten van het onderwijsproces of het didactisch proces<br />
bijgestuurd worden. Dit kan zowel t.o.v. van individuele leerlingen als t.o.v. de klasgroep als geheel.<br />
Bij procesgerichte evaluatie gaat men ervan uit dat frequente evaluatiemomenten tijdens de normale<br />
lestijden gevolgd door een goede analyse en snelle feedback, het leerproces versterken.<br />
Omdat men uit deze procesevaluatie nieuwe leerkansen wil creëren is ze doorgaans sanctievrij.<br />
Procesevaluatie is ook de aangewezen weg om leerlingen bewust te maken van hun eigen mogelijkheden.<br />
Deze evaluatie maakt een integrerend deel uit van het lesgebeuren.<br />
Evalueer niet omdat het gebruikelijk is, maar evalueer omdat de leerkracht en de leerling er iets kunnen<br />
van leren.<br />
4
Opdracht: Vragen over je eigen evaluatiepraktijk<br />
Diagnostisch werken – Parate kennis en vaardigheden – Te onderhouden kennis en vaardigheden –<br />
Opvolging leerproces<br />
1 Hoe peil je bij jouw leerlingen naar de beginsituatie (voorkennis) bij de aanvang van een nieuwe<br />
lessenreeks?<br />
2 Hoe peil je bij jouw leerlingen naar de evolutie van het leerproces tijdens een lessenreeks?<br />
En aan het einde van een lessenreeks?<br />
3 Hoe worden de parate kennis en vaardigheden onderhouden?<br />
Feedback<br />
1 Op welke manier geef je feedback na een taak, na een toets, na een examen?<br />
2 Krijgen de leerlingen een correctiemodel na een taak, een toets?<br />
3 Geef je n.a.v. een taak, een toets ook individuele commentaar zoals persoonlijke werkpunten, tips in<br />
functie van leervaardigheden?<br />
4 Maak je een foutenanalyse na een toets, na een examen? Hoe bespreek je dit met de leerlingen?<br />
Persoonlijk werk<br />
1 Hoe verdeel je de te maken opdrachten tijdens de les? En taken buiten de les?<br />
2 Laat je de leerlingen soms werken aan opdrachten of problemen die slaan op een grote leereenheid ?<br />
Op meerdere leereenheden? Zie je mogelijkheden om dit te doen?<br />
3 Sluiten taken steeds aan bij het te behandelen onderwerp? Waarom?<br />
4 Welke afspraken maak je i.v.m. het ‘persoonlijk werk’ van de leerlingen (denk aan verbeteren,<br />
overzicht, rol van de ouders …)?<br />
Vaardigheden en attitudes<br />
1 Besteed je gericht aandacht aan het evalueren van bepaalde vaardigheden? Welke? Hoe verloopt dit?<br />
2 Besteed je gericht aandacht aan het evalueren van bepaalde attitudes? Welke? Hoe verloopt dit?<br />
3 Heb je ervaring met zelfevaluatie door de leerlingen na een toets, na een examen? Zo ja, hoe verloopt<br />
dit concreet? Hoe volg je dit verder op?<br />
5
Voorbeelden<br />
Diagnose ‐ Parate kennis en vaardigheden<br />
Voorbeeld 1: websites<br />
Uit paralleltoetsen: http://www.ond.vlaanderen.be/toetsenvoorscholen<br />
http://www.gricha.bewoner.antwerpen.be/<br />
www.usolvit.be<br />
Voorbeeld 2: toets parate kennis van 1ste graad<br />
WISKUNDE 2010 – 2011<br />
1<br />
Voornaam: . . . . . . . . . . . . . . . Naam: . . . . . . . . . . . . . . . Volgnr.: . . .<br />
Klas: 3.5 Ha (5 lesuren / week)<br />
St.-Jan Berchmansinstituut<br />
ZONHOVEN<br />
VZW Katholiek secundair onderwijs<br />
Leerkracht: Luc Bollen Datum : 2010 - …. - …. /10<br />
Onderwerp: HERHALING 1 ste + 2 de jaar (3)<br />
zonder GRM<br />
Plaats telkens de juiste letter achter elke vraag! . . . (-1 per fout of geen antwoord)<br />
1. Het omgekeerde van -5 is<br />
A 5<br />
C<br />
1<br />
5<br />
K<br />
<br />
1<br />
5<br />
M<br />
Geen enkel<br />
antwoord is juist. 1<br />
2. Het tegengestelde van -5 is<br />
B 5<br />
K<br />
1<br />
5<br />
L<br />
1<br />
<br />
5<br />
A<br />
Geen enkel<br />
antwoord is juist. 2<br />
3. 7 ( 3)<br />
( 9)<br />
5 ( 9)<br />
6 <br />
R 5 C -13 V 23<br />
4. -4 - (-9) =<br />
A -13 O 5 U -36<br />
5. -3x - 4 = 11 x = ?<br />
E 5<br />
6. a 2 . a 4 =<br />
K<br />
1<br />
5<br />
O -5<br />
A<br />
M<br />
V<br />
Geen enkel<br />
antwoord is juist. 3<br />
Geen enkel<br />
antwoord is juist. 4<br />
Geen enkel<br />
antwoord is juist. 5<br />
C a 2 D a 6 R a 8 V Geen enkel<br />
antwoord is juist. 6<br />
7. 6y² - 4y + 3 - (6y² + 1) =<br />
B -4y + 4 H -4y + 2 C 12y²-4y + 4<br />
8. (a + b) 2 =<br />
L<br />
A<br />
Geen enkel<br />
antwoord is juist. 7<br />
Geen enkel<br />
6
M a 2 + b 2 O 2a + 2b L a 2 - 2ab + b 2 antwoord is juist. 8<br />
9. Een vierhoek met 4 rechte hoeken is een<br />
H rechthoek K ruit O parallellogram<br />
10. De diagonalen in een parallellogram<br />
A<br />
delen elkaar<br />
altijd middendoor<br />
C<br />
staan altijd loodrecht<br />
op elkaar<br />
W<br />
zijn altijd even<br />
lang<br />
V<br />
K<br />
Geen enkel<br />
antwoord is juist. 9<br />
Geen enkel<br />
antwoord is juist. 10<br />
___________________________Ruimte om eventuele berekeningen te maken (klad)_________________<br />
Voorbeeld 3: instaptoets 5de jaar<br />
INSTAPTOETS VIJFDE JAAR<br />
Voorziene tijd voor het oplossen: 25 minuten.<br />
Gebruik van een rekentoestel is niet toegelaten.<br />
1. Gegeven : de functie met als functievoorschrift <br />
.<br />
Bepaal .<br />
2. Los op: ‐10x – 7 ≤ 0.<br />
3. Een parabool heeft als vergelijking .<br />
Bepaal de coördinaat van de snijpunten van de grafiek van deze parabool met de x‐as.<br />
4. Bepaal de som van de oplossingen van de vierkantsvergelijking ² .<br />
5. Bepaal de coördinaat van het snijpunt van de rechten : en : .<br />
6. Los op: 2x² < 8 .<br />
7. Bepaal de waarde van ² als <br />
.<br />
8. Voor welke waarde van p is de veelterm ² deelbaar door ?<br />
Zelfreflectie.<br />
Stip bij de verbetering van de toets bij elke gemaakte fout aan welke<br />
fout je hebt gemaakt:<br />
o rekenfout<br />
o tekenfout<br />
o verstrooidheidsfout<br />
o redeneerfout<br />
o gebrek aan parate kennis<br />
o …<br />
7
Voorbeeld 4: parate kennis ruimtemeetkunde (vergelijkingen rechte) 6de jaar<br />
Bespreking van de oefeningen van de groepsopdracht: vergelijkingen van een rechte<br />
‣ Om de vergelijking van een rechte op te stellen heb je een punt van die rechte en een<br />
richtingsvector of een stel richtingsgetallen nodig.<br />
‣ Onthoud dat de cartesiaanse vergelijkingen van een rechte altijd uitgewerkt worden<br />
tot een stelsel van 2 vergelijkingen.<br />
Met een stelsel van Cramer bijv. vind je punten van een rechte of gewoon invullen.<br />
Om een stel richtingsgetallen te vinden, kan je werken met determinanten (oplossen<br />
van een homogeen 2 x 3 stelsel).<br />
‣ Basisvorm voor de cartesiaanse vergelijkingen van een rechte door een punt<br />
P( x1, y1, z<br />
1)<br />
en een stel richtingsgetallen ( a1, b1, c<br />
1)<br />
:<br />
x x1 y y1 z z1<br />
(merk op de coëfficiënt van x, y, z is 1)<br />
a b c<br />
1 1 1<br />
‣ De vergelijkingen van een rechte zijn een nodige en voldoende voorwaarde opdat een<br />
punt tot die rechte behoort. Dus vul de co van het punt in om te controleren of het<br />
punt tot die rechte behoort.<br />
‣ Uit de parametervergelijkingen kan je gemakkelijk de co van een punt dat tot die<br />
rechte behoort afleiden (bijv. oef 9).<br />
‣ Om de onderlinge ligging van 2 rechten te bespreken, ga je eerst na of de rechten<br />
evenwijdig zijn (controleer de stellen richtingsgetallen), dan ga je na of ze snijdend<br />
zijn (los een stelsel op van 4 vergelijkingen met 3 onbekenden met GZRM) en tenslotte<br />
als ze niet evenwijdig en niet snijdend zijn, dan zijn ze automatisch kruisend. Of<br />
schema p.50. Of als de cartesiaanse vgln gegeven zijn dan kan je met je RM het stelsel<br />
oplossen. Als het stelsel vals is, dan zijn de rechten evenwijdig of kruisend. Als je de<br />
matrix van het homogeen stelsel diagonaliseert en je vindt de nuloplossing als oplossing<br />
(want dan snijden de rechten door de oorsprong elkaar) dan zijn de rechten kruisend.<br />
‣ Onthoud welke de vergelijkingen van de coördinaatassen zijn (ook een stelsel van 2<br />
vergelijkingen, tenminste voor de cart. vgln).<br />
‣ Om snijpunten te zoeken van rechten met de coördinaatvlakken xy-, yz-, xz-vlak moet<br />
resp. de voorwaarde z=0, x=0, y=0 voor het snijpunt voldaan zijn.<br />
‣ Onthoud de opmerking op blz. 40-41-42 en<br />
P( x, y, z) x as y 0 en z 0<br />
P( x, y, z) a en a//<br />
x y s en z t<br />
y 3 z x y 3 z 1<br />
2 x ( ,2,3) is een stel richtingsgetallen<br />
2 3 1 2 3 2<br />
2<br />
8
Voorbeeld 5: Onderhouden van parate kennis ruimtemeetkunde 6de jaar<br />
9
Feedback bij taken en toetsen<br />
Bij het leren<br />
stappen leerling leerkracht<br />
Begrippen<br />
kennen (begrijpen)<br />
begrip gebruiken,<br />
voorstellen,<br />
equivalenten geven<br />
voorbeelden nalezen (uit les)<br />
voorbeelden nalezen (leerboek)<br />
voorbeelden toetsen/controleren<br />
zelf voorbeelden geven<br />
tegenvoorbeelden toetsen<br />
zelf tegenvoorbeelden geven<br />
toetsen of begrippen op lager niveau<br />
aanwezig zijn/ herhalen, oriënteren<br />
voorbeelden aanreiken<br />
<br />
<br />
<br />
andere dan in het handboek<br />
achteraf deze laatste<br />
eventueel bespreken<br />
zo nodig belangrijke<br />
voorbeelden laten noteren<br />
leerlingen in de les voorbeelden<br />
laten vertolken in eigen woorden,<br />
actief meedenken bevorderen,<br />
vraagstelling<br />
definitie formuleren<br />
in woorden<br />
in symbolen<br />
tekst definitie lezen en begrijpen<br />
*'trefwoorden' begrijpen<br />
<br />
<br />
<br />
gekende begrippen (ev.<br />
herhalen)<br />
bewerkingen/relaties (ev.<br />
herhalen)<br />
associëren met elementen uit<br />
de voorbeelden en<br />
tegenvoorbeelden<br />
*logische voegwoorden<br />
<br />
associëren met voorbeelden<br />
en tegenvoorbeelden<br />
*belangrijke vragen noteren voor<br />
eigen leren<br />
in eigen woorden formuleren<br />
*kritisch aan (type)tekst toetsen<br />
(indien gevraagd woordelijk van buiten<br />
leerlingen het begrip in hun<br />
woorden laten omschrijven,<br />
*exactheid bespreken<br />
*antwoord 'kritisch' bespreken<br />
*leerlingen confronteren met<br />
onvolledigheid, met (tegen)‐<br />
voorbeelden illustreren<br />
tekst van de definitie laten<br />
formuleren, laten lezen in leertekst<br />
formulering verbinden met de<br />
voorbeelden<br />
'kernwoorden' aanduiden<br />
(begrippen, wiskundige relaties,<br />
logische voegwoorden)<br />
*verbinden met voorbeelden<br />
*in tekst aanduiden (in kleur, cf.<br />
belang van bordschema)<br />
definitie ook in symbolen (laten)<br />
11
stappen leerling leerkracht<br />
leren, en alleen dan)<br />
in symbolen noteren<br />
*letterlijk/begrijpend lezen<br />
*verband leggen met verbale<br />
formulering<br />
*verband leggen met voorbeelden<br />
noteren<br />
symbolen verbinden met de verbale<br />
tekst<br />
*eventueel gebruikte kwantoren<br />
toelichten<br />
symbolische notatie laten lezen in<br />
een Nederlandse zin<br />
symbolen zorgvuldig hanteren<br />
opnemen in bestaande<br />
kennisschema's<br />
nieuw geleerde associëren aan<br />
voorgaande begrippen<br />
*toetsen aan voorbeelden<br />
*toetsen aan gekende definities<br />
*bestaande kennis herhalen<br />
idem bij analoge begrippen<br />
*toetsen aan voorbeelden<br />
*analogie opsporen<br />
nieuwe begrip opnemen in de<br />
aanwezige kennisorganisatie/begrippenschema<br />
*opnemen bij basiskennis of<br />
uitbreiding<br />
nieuwe begrip invoegen in<br />
bestaande kennisschema<br />
*(cf. herhaling begin van de les,<br />
analoge begrippen oproepen,<br />
'kapstokken' voor kennisorganisatie<br />
aanreiken, bespreken)<br />
Foutenanalyse<br />
Weten welke fout men maakt, kan helpen om beter, om anders te leren.<br />
Maken leerlingen toevallige fouten of systematische fouten?<br />
Werken leerlingen efficiënt, systematisch of niet?<br />
12
Naam : Klas:<br />
Analyse Examen<br />
Vak :<br />
Wiskunde<br />
BIJ DE VOORBEREIDING VAN HET EXAMEN ja neen<br />
Ik heb in de loop van dit trimester voldoende tijd besteed aan dit vak<br />
Ik heb dit vak herhaald voordat de examenperiode begon<br />
Ik vond dat ik genoeg had aan het weekend voor het examen om dit<br />
vak te studeren<br />
Sommige leerstofonderdelen begrijp ik niet<br />
Al mijn notities voor dit vak heb ik zelf gemaakt<br />
Mijn notities zijn volledig<br />
Ik heb de leerstof ingeoefend<br />
Ik heb de hele leerstof verwerkt<br />
Ik heb uitleg gevraagd over de onderdelen die ik niet begreep<br />
Hoeveel studietijd heb ik besteed aan wiskunde (uren per dag tijdens het weekend ervoor?)<br />
BIJ HET MAKEN VAN HET EXAMEN ja neen<br />
Ik ben te zenuwachtig als ik een examen maak<br />
Ik heb alle vragen begrepen<br />
Ik had genoeg tijd om de vragen op te lossen<br />
Ik ken de regels en ik kan ze<br />
toepassen op de oefeningen<br />
Welke vragen heb ik niet begrepen? Geef het<br />
nummer van de vraag.<br />
EXTRA VRAAG<br />
Wil je nog iets kwijt over het examen? Zo ja, wat dan?<br />
13
Als resultaat verwachtte ik?<br />
<<br />
50%<br />
50 -<br />
60%<br />
60 -<br />
70%<br />
><br />
70%<br />
Welke werkpunten kan ik meenemen naar een volgend examen?<br />
Commentaar bij het examen van de leerkracht<br />
14
G.O. Stelling van Pythagoras en toepassingen Datum:<br />
Naam:<br />
Klas:<br />
Opmerkingen:<br />
Werkpunten:<br />
1.<br />
2.<br />
Weetfouten<br />
Denkfouten<br />
Rekenfouten<br />
Schrijffouten (symbolen, wiskundetaal)<br />
Tekenfouten<br />
(Vak)taalfouten<br />
Vooral voor het formuleren van werkpunten zijn leerlingen gevoelig. De leraar, maar ook de leerling houdt zijn/haar werkpunt in de gaten.<br />
Mogelijke werkwijze:<br />
I Geef de toets terug nadat de leraar de fouten aangegeven heeft. De leerling verbetert de antwoorden individueel, m.b.v. de aantekeningen van de leraar,<br />
met het boek of …, de leerling verbetert en vult aan in andere kleur. Daarna geeft hij zijn verbeterde toets door aan gebuur. Deze gaat na wat er nog kan<br />
toegevoegd worden. De 2 leerlingen overleggen over hun verbeteringen en aanvullingen. Tenslotte kan de leraar de eventueel overgebleven problemen<br />
klassikaal bespreken.<br />
II De leerling gaat na wat voor soort fout hij maakt:<br />
1 stomme fouten (kennisvragen): schrijffouten, rekenfouten, leesfouten …<br />
2 fouten die vermeden hadden kunnen worden als hij iets beter had nagedacht of geleerd (toepassingsvragen).<br />
3 fouten bij opgaven die hij echt te moeilijk vindt (inzichtsvragen).<br />
De leerling berekent hoeveel punten hij meer zou hebben gekregen als hij fouten van type 1 en 2 bij zijn eindresultaat optelt. Voor vele leerlingen is deze<br />
methode verhelderend en vaak confronterend. Het bevordert de zelfreflectie en geeft sneller aanleiding om het eigen leergedrag aan te passen.<br />
15
Zelfreflectie.<br />
Stip bij de verbetering van de toets bij elke gemaakte fout aan welke<br />
fout je hebt gemaakt:<br />
o rekenfout<br />
o tekenfout<br />
o verstrooidheidsfout<br />
o redeneerfout<br />
o gebrek aan parate kennis<br />
o …<br />
Studiewijzer: vergelijkingen van rechten en vlakken, onderlinge ligging (doelen duidelijk stellen)<br />
Onderwerp (agenda) (schuin is taak voor thuis) Studie- Werkvorm Omschrijving<br />
studietip<br />
lastuur<br />
opdracht<br />
Vergelijkingen van rechten<br />
Onderlinge ligging van twee rechten<br />
Vergelijkingen van rechten en onderlinge<br />
ligging (loodrechte stand en hoeken):<br />
toepassingen<br />
Vergelijkingen van een vlak<br />
Onderlinge ligging van vlakken, vlak en<br />
rechte<br />
2 hoorcollege De leerstof wordt<br />
overlopen aan de hand<br />
van transparanten,<br />
achteraf te vinden op<br />
smartschool.<br />
4 werksessie In je groep los je de<br />
oefeningen op, zie<br />
detail. Zie ook Cd.<br />
3 hoorcollege De leerstof wordt<br />
overlopen aan de hand<br />
van transparanten, te<br />
vinden op smartschool.<br />
(+det-vergelijking vlak)<br />
Bestudeer dit<br />
grondig.<br />
Onthouden!<br />
Vul het<br />
werkblad p.46<br />
in na de eerste<br />
les.<br />
Planning<br />
29-1<br />
30-1<br />
oplossingswijze 30-1<br />
11-2<br />
12-2<br />
Bestudeer dit<br />
grondig.<br />
Onthouden!<br />
12-2<br />
13-2<br />
18-2<br />
afgewerkt Resultaat<br />
16
Vergelijkingen van een vlak en onderlinge<br />
ligging<br />
Van vlakken, vlak en rechte<br />
4,5<br />
½<br />
werksessie<br />
hoorcollege<br />
In groep los je de<br />
oefeningen op, zie<br />
detail. Zie ook Cd.<br />
Overzicht<br />
moeilijkheden.<br />
Werk<br />
overzichtelijk.<br />
18-2<br />
19-2<br />
20-2<br />
20-2<br />
Beoordeling groepswerk individueel Zie blad. thuis /5<br />
Leeractiviteiten beoordelen individueel Zie blad. thuis bespreken<br />
Zelfevaluatie: probleemoplossende<br />
vaardigheid<br />
individueel Zie blad. thuis bespreken<br />
G.O. vergelijkingen van rechten en vlakken<br />
en onderlinge ligging<br />
1 Bereid je goed<br />
voor! CT op<br />
smartschool!<br />
Verbetering G.O. Klassikaal Eerst individueel en<br />
klassikaal indien nodig.<br />
10-3 /15<br />
12-3<br />
Persoonlijk werk van de leerling<br />
Voorbeeld: huiswerkbeleid<br />
17
Kijkwijzer voor mogelijk persoonlijk werk van de leerling Vak:<br />
Graadoverschrijdend Leraar:<br />
Bedoeling:<br />
Mogelijke opdracht vakgroep:<br />
Inoefen‐ en<br />
verwerkingsactiviteiten<br />
Oefeningen maken<br />
Leerstof verwerken<br />
Leerstof instuderen<br />
Samenvatting (structuurschema,<br />
mindmap) maken<br />
Aan een casus werken<br />
…<br />
Taakbelasting van de leerling in kaart brengen.<br />
De aard van het persoonlijk werk voor de vakgroep in kaart brengen. APR 1<br />
Leerlijnen voor het persoonlijk werk van de leerling vastleggen.<br />
Pas het overzicht aan voor het vak (schrap de items die voor het vak niet van tel zijn en/of vul aan).<br />
Ga aan de hand van dit document na of je van elk type activiteit een redelijk aantal hebt. Het is niet de bedoeling<br />
om exhaustief te zijn.<br />
Noteer het aantal in de kolommen Binnen en Buiten de lessen met v(vaak), s(soms).<br />
1ste graad 2de graad 3de graad<br />
Voorbereidingsactiviteiten Binnen de lessen Buiten de lessen Binnen de lessen Buiten de lessen Binnen de essen Buiten de lessen<br />
Gerichte waarneming doen<br />
Iets opzoeken<br />
Gerichte literatuurstudie doen<br />
Documentatie verzamelen<br />
Hernemen/herhalen van leerstof<br />
Iets (oefeningen, dialoog,<br />
presentatie) voorbereiden<br />
Voorkennis activeren<br />
Materialen verzamelen<br />
…<br />
1ste graad 2de graad 3de graad<br />
Binnen Buiten Binnen Buiten Binnen Buiten<br />
Kijkwijzer van Persoonlijk werk van de leerling ‐ Graadoverschrijdend 18
1ste graad 2de graad 3de graad<br />
Onderzoeksactiviteiten Binnen Buiten Binnen Buiten Binnen Buiten<br />
Een onderzoeksvraag stellen<br />
Een hypothese stellen<br />
Een experiment, een bevraging,<br />
berekeningen, bronnenstudie<br />
(literatuur, tekst(fragment), boek,<br />
film, tentoonstelling …), een<br />
interview, veldonderzoek, een<br />
biotoopstudie doen<br />
Rapporteren<br />
Verklaringen formuleren<br />
Besluiten trekken<br />
Reflecteren<br />
…<br />
Kijkwijzer van Persoonlijk werk van de leerling ‐ Graadoverschrijdend 19
Product‐ en procesgerichte<br />
activiteiten<br />
Verslag<br />
Ppt<br />
Folder<br />
Poster<br />
Scriptie<br />
Presentatie<br />
Tentoonstelling<br />
Mindmap /schema<br />
Conceptmap<br />
Quiz<br />
Enquête<br />
Opinie<br />
Collage<br />
2‐ of 3‐dimensioneel kunstwerk<br />
Ict‐gerelateerde opdrachten (bv.<br />
webquest, wiki, website, blog …)<br />
Portfolio/procesmap<br />
…<br />
1ste graad 2de graad 3de graad<br />
Binnen Buiten Binnen Buiten Binnen Buiten<br />
Kijkwijzer van Persoonlijk werk van de leerling ‐ Graadoverschrijdend 20
1ste graad 2de graad 3de graad<br />
Reflectieactiviteiten Binnen Buiten Binnen Buiten Binnen Buiten<br />
Resultaat (d.m.v. het herschrijven<br />
van een tekst, het maken van een<br />
verbetering …)<br />
Proces (d.m.v. een checklist, een<br />
logboek …)<br />
…<br />
1ste graad 2de graad 3de graad<br />
Zelfstudieactiviteiten Binnen Buiten Binnen Buiten Binnen Buiten<br />
(Begeleid)zelfstudiepakket<br />
GIP<br />
Eindwerk<br />
Een boek<br />
Teksten<br />
…<br />
Kijkwijzer van Persoonlijk werk van de leerling ‐ Graadoverschrijdend 21
Kijkwijzer voor mogelijk persoonlijk werk van de leerling Vak:<br />
Graadgebonden Leraar:<br />
Bedoeling: De aard van het persoonlijk werk voor de vakgroep in kaart brengen. APR 1<br />
Leerlijnen voor het persoonlijk werk van de leerling vastleggen.<br />
Mogelijke opdracht vakgroep:<br />
Pas het overzicht aan voor het vak (schrap de items die voor het vak niet van tel zijn en/of vul aan).<br />
Ga aan de hand van dit document na of je van elk type activiteit een redelijk aantal hebt.<br />
Het is niet de bedoeling om exhaustief te zijn.<br />
Voor frequentie: noteer v(vaak), s (soms)<br />
Voorbereidingsactiviteiten Concretisering BINNEN de lessen Freq. Concretisering BUITEN de lessen Freq.<br />
Gerichte waarneming doen<br />
Iets opzoeken<br />
Gerichte literatuurstudie doen<br />
Documentatie verzamelen<br />
Hernemen/herhalen van leerstof<br />
Voorkennis activeren<br />
Iets (oefeningen, dialoog,<br />
presentatie) voorbereiden<br />
Materialen verzamelen<br />
…<br />
Inoefen‐ en<br />
verwerkingsactiviteiten<br />
Oefeningen maken<br />
Leerstof verwerken<br />
Leerstof instuderen<br />
Samenvatting (structuurschema,<br />
mindmap) maken<br />
Aan een casus werken<br />
…<br />
Concretisering BINNEN de lessen Freq. Concretisering BUITEN de lessen Freq.<br />
Kijkwijzer van Persoonlijk werk van de leerling ‐ Graadgebonden 22
Onderzoeksactiviteiten Concretisering BINNEN de lessen Freq. Concretisering BUITEN de lessen Freq.<br />
Een onderzoeksvraag stellen<br />
Een hypothese opstellen<br />
Een experiment, een bevraging,<br />
berekeningen, bronnenstudie<br />
(literatuur, tekst(fragment), boek,<br />
film, tentoonstelling …), een<br />
interview, veldonderzoek, een<br />
biotoopstudie doen<br />
Rapporteren<br />
Verklaringen formuleren<br />
Besluiten trekken<br />
Reflecteren<br />
…<br />
Kijkwijzer van Persoonlijk werk van de leerling ‐ Graadgebonden 23
Productgerichte<br />
activiteiten<br />
Verslag<br />
Ppt<br />
Folder<br />
Poster<br />
Scriptie<br />
Presentatie<br />
Tentoonstelling<br />
Mindmap/schema<br />
Conceptmap<br />
Quiz<br />
Enquête<br />
Opinie<br />
Collage<br />
2‐ of 3‐dimensioneel kunstwerk<br />
Ict‐gerelateerde opdrachten (bv.<br />
webquest, wiki, website, blog …)<br />
Portfolio/procesmap<br />
…<br />
Concretisering BINNEN de lessen Freq. Concretisering BUITEN de lessen Freq.<br />
Kijkwijzer van Persoonlijk werk van de leerling ‐ Graadgebonden 24
Reflectie‐activiteiten Concretisering BINNEN de lessen Freq. Concretisering BUITEN de lessen Freq.<br />
Resultaat (d.m.v. het herschrijven<br />
van een tekst, het maken van een<br />
verbetering …)<br />
Proces (d.m.v. een checklist, een<br />
logboek …)<br />
…<br />
Zelfstudieactiviteiten Concretisering BINNEN de lessen Freq. Concretisering BUITEN de lessen Freq.<br />
(Begeleid)zelfstudiepakket<br />
GIP<br />
Eindwerk<br />
Een boek<br />
Teksten<br />
…<br />
Kijkwijzer van Persoonlijk werk van de leerling ‐ Graadgebonden<br />
25
Vaardigheden<br />
Samenwerking<br />
Groep: Score van de groep: 7/10<br />
Naam: Persoonlijke score: 7,07/10<br />
ZELFBEOORDELINGSFORMULIER GROEPSWERK<br />
Opdracht:<br />
Je moet jezelf en je partners uit de groep beoordelen.<br />
Mogelijke scores:<br />
3: heel goed, beter dan de rest;<br />
2: gemiddeld; middelmatig;<br />
1: minst goed; minder dan het gemiddelde.<br />
BEOORDELINGSTABEL GROEPSOPDRACHT<br />
Groepsleden<br />
Ik (An) Jan Piet Tine Els<br />
Criteria<br />
Initiatief en inzet 3 2 3 3 2<br />
Samenwerking 2 3 2 3 2<br />
Doorzetting 3 1 2 3 2<br />
Totaal score 8 6 7 9 6<br />
VERZAMELTABEL PER GROEP<br />
Ontvanger<br />
An Jan Piet Tine Els<br />
Gever<br />
An 8 8 7 9 6<br />
Jan 6<br />
Piet 7<br />
Tine 9<br />
Els 6<br />
Totaal score 36<br />
Gem. score 7,2(36/5) 7,1 7 7,4 6,9<br />
PEEREVALUATIEFACTOR<br />
Leerling An Jan Piet Tine Els<br />
Gemiddelde score (1) 7,2 7,1 7 7,4 6,9<br />
Groepsgemiddelde (2) 7,12(/5)<br />
Peerevaluatiefactor (1)/(2) 1,01<br />
Voor de uitleg over de attitudes bekijk je het blad dat al uitgedeeld is.<br />
Gemiddelde score is berekend (kolom optellen en delen door aantal gevers) en groepsgemiddelde is<br />
gemiddelde van de gemiddelde scores.<br />
26
PROCES Minder dan gemiddelde = 1 Gemiddeld = 2 Beter dan de rest = 3<br />
1 INITIATIEF begint niet uit zichzelf, neemt<br />
geen eigen initiatief, ook niet na<br />
coaching<br />
2 WERKEN IN TEAM valt in team negatief op, werkt<br />
door passiviteit eerder tegen,<br />
integreert niet, ook na coaching<br />
3 DOORZETTING geeft ook al bij lichtere<br />
moeilijkheden meestal snel op,<br />
herhaalt dat gedrag ook na<br />
begeleiding<br />
begint uit zichzelf, neemt soms<br />
eigen initiatief, staat open voor<br />
coaching<br />
werkt voldoende actief mee in het<br />
team, stoort de groepswerking<br />
niet, niet echt geïntegreerd<br />
pakt lichte, kortdurende<br />
problemen steeds aan, zwaardere<br />
en langdurige enkel bij begeleiding<br />
ziet zelf taken, voert die<br />
correct uit en vraagt nieuwe<br />
taken, als<br />
opgegeven werk af is<br />
werkt actief samen, is<br />
aangenaam en behulpzaam,<br />
bevordert de teamgeest<br />
pakt zwaardere en langdurige<br />
problemen aan, moet dan af<br />
en toe gestimuleerd worden<br />
streeft in methode en<br />
kennis steeds betere<br />
beheersing na, is<br />
kritisch t.a.v.<br />
methode+product<br />
is behulpzaam, aangenaam,<br />
stuurt teamwerk efficiënt, is<br />
proactief m.b.t.<br />
groepswerking<br />
zet ook bij zwaardere en<br />
langdurige problemen uit<br />
zichzelf door tot de<br />
oplossing er is<br />
27
POV<br />
TECHNICUM<br />
Naam: ………………………………<br />
Gildestraat 22<br />
Vak : Wiskunde<br />
3800 St.-Truiden Datum :<br />
Klas :<br />
Groepswerk:<br />
ZELFEVALUATIE<br />
1. Fase van het erkennen van de opdracht:<br />
a. Het zich eigen maken van de opdracht gebeurde …<br />
onvoldoende voldoende goed<br />
b. Heb je de context uitgezocht?<br />
onvoldoende voldoende goed<br />
c. Heb je een plan uitgezet?<br />
onvoldoende voldoende goed<br />
d. Heb je het werk goed verdeeld?<br />
Preciseer onder de tabel deze verdeling!<br />
onvoldoende voldoende goed<br />
28
2. Fase van de mathematisering:<br />
a. Hoe onderzocht je de relaties tussen gegeven en gevraagde?<br />
Vermeld hieronder wie dit concreet deed!<br />
onvoldoende voldoende goed<br />
b. Zocht je veel bijkomende informatie op ivm het opstellen van je vragen en/of zoeken<br />
van verbanden?<br />
Wie deed dit?<br />
onvoldoende voldoende goed<br />
3. Fase van wiskundige verwerking:<br />
a. Ben je stapsgewijs tewerkgegaan?<br />
onvoldoende voldoende goed<br />
b. Ondervond je rekenproblemen?<br />
veel matig weinig<br />
c. Hoe was (voor de opdracht) je kennis van Excel?<br />
onvoldoende voldoende goed<br />
29
d. Vind je dat je door dit groepswerk hier vooruitgang geboekt hebt?<br />
Wat heb je bijgeleerd? Noteer dit hieronder!<br />
onvoldoende voldoende goed<br />
4. Fase van het formuleren van een oplossing:<br />
a. Hoe keek je de waarschijnlijkheid van je resultaten na?<br />
onvoldoende voldoende goed<br />
b. De interpretatie van de wiskundige oplossing in de context is …..<br />
Motiveer je antwoord!<br />
onvoldoende voldoende goed<br />
c. Zijn je antwoorden duidelijk geformuleerd?<br />
onvoldoende voldoende goed<br />
30
5. Fase van het reflecterend terugkijken:<br />
a. Hoe evalueer je de werkwijze die jullie hanteerden?<br />
onvoldoende voldoende goed<br />
b. Hoe kan je de volgende keer beter te werk gaan?<br />
c. Ben je tevreden over zulke opdrachten en zijn ze volgens jou zinvol?<br />
________________________________________________<br />
31
Wiskundige taalvaardigheden<br />
Evaluatieformulier presentatie<br />
Evaluatie groep …<br />
Criteria: de groep …<br />
Code<br />
Gewicht 10 ptn 7.5 ptn 5 ptn 0 ptn<br />
maakt vlot gebruik van hulpmiddelen ++ + +- -<br />
zorgt voor een vlotte overgang tussen de diverse delen ++ + +- -<br />
werkt met een gestructureerde presentatie ++ + +- -<br />
brengt een duidelijk begrijpbare presentatie ++ + +- -<br />
brengt een boeiende presentatie ++ + +- -<br />
respecteert het tijdschema ++ + +- -<br />
Dit deel is gequoteerd op 60 ptn, delen door 20, dus maximum te verdienen: 3 punten.<br />
Evaluatie groepsleden<br />
Naam<br />
is goed voorbereid op<br />
de presentatie<br />
beheerst het onderwerp heeft goed oogcontact drukt zich uit in een<br />
duidelijke,<br />
verstaanbare<br />
wiskundetaal<br />
Heeft een verzorgde<br />
mondelinge taal<br />
gewicht 10 7.5 5 0 30 22.5 15 0 10 7.5 5 0 10 7.5 5 0 10 7.5 5 0<br />
++ + +- - ++ + +- - ++ + +- - ++ + +- - ++ + +- -<br />
++ + +- - ++ + +- - ++ + +- - ++ + +- - ++ + +- -<br />
++ + +- - ++ + +- - ++ + +- - ++ + +- - ++ + +- -<br />
++ + +- - ++ + +- - ++ + +- - ++ + +- - ++ + +- -<br />
Dit deel is gequoteerd op 70 punten, delen door 10, dus maximaal te verdienen: 7 punten.<br />
Beoordeling: /20 (10 punten te geven door leraar en 10 punten te geven door medeleerlingen per groep)<br />
Commentaar:<br />
Eindbeoordeling: /30<br />
Commentaar:<br />
32
Zelfvaluatie<br />
Bij een toets/opdracht<br />
Naam:<br />
Toets/opdracht:<br />
Datum:<br />
Welke toets/opdracht?<br />
Heb ik mijn doel bereikt?<br />
Hoe heb ik het proces concreet aangepakt?<br />
de voorbereiding,<br />
de planning,<br />
de uitvoering<br />
Welke concrete problemen heb ik ervaren?<br />
Hoe werd hiervoor een oplossing gevonden? Uitgewerkt?<br />
Wat leert me dit voor de aanpak van een volgende toets/opdracht?<br />
33
Bij een toets<br />
1. Bekijk aandachtig je toets.<br />
Vul de tabel zo goed mogelijk in; plaats een kruisje in het best passende vakje.<br />
1 nooit<br />
2 af en toe<br />
3 dikwijls<br />
4 altijd<br />
Op de goede weg…<br />
Het valt mij op dat ik … 1 2 3 4<br />
… rekenoefeningen onvolledig uitwerk.<br />
… rekenfouten maak.<br />
… definities moeilijk kan formuleren.<br />
… problemen heb met de notaties in de meetkunde.<br />
… onjuist of onvolledig antwoord op theorievragen.<br />
… onleesbaar of slordig schrijf.<br />
… onnauwkeurige constructies maak.<br />
… de opgave of de opdracht verkeerd begrijp.<br />
2. Hoe heb jij je voorbereid op deze toets?<br />
Hoe was het tijdens de toets?<br />
Plaats een kruisje in het vakje dat voor jou het meest van toepassing is.<br />
34
Op de goede weg…<br />
Ik heb … 1 2 3 4<br />
… de oefeningen schriftelijk opnieuw gemaakt.<br />
… de theorie schriftelijk gestudeerd en gecontroleerd.<br />
… aan de toetsen en taken veel aandacht besteed.<br />
… uitleg gevraagd tijdens het trimester.<br />
… veel herhalingsoefeningen gemaakt.<br />
… goed nagerekend en nagelezen voor ik mijn toets inleverde.<br />
… aandachtig gewerkt en goed nagedacht tijdens de toets.<br />
3. Wat zijn mijn werkpunten voor een volgende toets wiskunde?<br />
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
35
Bij probleemoplossende vaardigheden<br />
EVALUATIE VAN PROBLEEMOPLOSSENDE VAARDIGHEID<br />
NAAM: ……………………………………………………………. KLAS: ……………………… SCHOOLJAAR:……………………….<br />
DATUM: ……………………………….<br />
FASE VAN VERKENNEN VAN<br />
OPDRACHT<br />
beginner leerling meester expert<br />
FASE VAN<br />
MATHEMATISERING<br />
FASE VAN WISKUNDIGE<br />
VERWERKING<br />
FASE VAN FORMULEREN VAN<br />
OPLOSSING‐<br />
DEMATHEMATISEREN<br />
FASE VAN REFLECTEREND<br />
TERUGKIJKEN<br />
36
Voor het aanpakken van een vraagstuk, een probleem, een opdracht<br />
De fase van het verkennen van de opdracht<br />
het zich eigen maken van de opdracht,<br />
het uitzoeken van de context<br />
het gebruik van taalvaardigheid bij analyse van de tekst<br />
het representeren van het probleem (bijv. bij meetkunde)<br />
het transformeren van het probleem (als zinvol, bijv. deelprobleem, analoog probleem, beperking probleemstelling)<br />
het uitzetten van een plan (als zinvol)<br />
De fase van de mathematisering<br />
het opzoeken van gegevens, vraag<br />
het opzoeken van de relaties tussen gegeven en vraag<br />
het opzoeken van bijkomende informatie (bijv. ontbrekende gegevens)<br />
het gebruik van wiskundige kennisschema’s (bijv. formularium, vademecum)<br />
het gebruik van wiskundige simulatie (ICT) om een vermoeden te verifiëren<br />
De fase van de wiskundige verwerking<br />
het opstellen van het juiste wiskundeverband<br />
het stapsgewijze oplossen<br />
het respecteren van rekenregels<br />
rekenproblemen<br />
gebruik van rekenproeven<br />
adequaat aanwenden van rekenhulpmiddelen<br />
De fase van het formuleren van een oplossing‐demathematiseren<br />
gecontroleerd terugkijken op de werkwijze (zowel de probleemstelling, als de uitvoering en de berekeningen)<br />
de waarschijnlijkheid van een resultaat<br />
de interpretatie van de wiskundige oplossing in de context<br />
(demathematiseren)<br />
het duidelijk formuleren van een antwoord<br />
De fase van het reflecterend terugkijken<br />
de evaluatie van de gehanteerde werkwijze<br />
formuleren van werkpunten ten aanzien van de verbetering van de voorgaande fasen<br />
bijv. het verbeteren van de gehanteerde kennisschema’s, het remediëren<br />
van rekenproblemen.<br />
37
Bij leervaardigheden<br />
Uit Gols, P., e.a., Leerlingen bespreken op de klassenraad. Hoe wordt de leerling er wijzer van? , Handboek leerlingenbegeleiding, Begeleiding en<br />
schoolorganisatie, aflevering 13, Kluwer, november 1994.<br />
2. Mijn leervaardigheden Ja Soms Neen<br />
2.1 Ik kan mijn schoolwerk en mijn vrije tijd niet goed plannen.<br />
2.2 Ik kan mij moeilijk concentreren als ik studeer;<br />
2.3 Ik weet niet goed hoe ik mijn huiswerk en lessen moet aanpakken.<br />
2.4 Ook als ik denk goed geleerd te hebben, behaal ik slechte resultaten.<br />
2.5 Ik vind het moeilijk om schema’s of samenvattingen te maken van de leerstof.<br />
2.6 Ik vind het moeilijk om de hoofdzaken uit de les of een lesgeheel te halen.<br />
2.7 Ik vind het moeilijk om vragen te stellen bij de leerstof.<br />
2.8 Ik leer mijn lessen enkel door ze na te lezen.<br />
2.9 Ik snap bij heel wat opdrachten of toetsvragen niet wat precies van mij verlangd wordt.<br />
Besluit: Meer dan 1 keer “ja” of meer dan 2 keer “soms” betekent dat mijn leervaardigheden tekort schieten!<br />
38
Logboek<br />
Opdracht:<br />
Houder logboek:<br />
Groepsleden:<br />
Groepseigen logboek<br />
Datum Vandaag hebben we gewerkt aan … Volgende les werken we aan …<br />
Thuis afwerken<br />
Taak Verantwoordelijke Tegen wanneer?<br />
39
Individueel logboek<br />
datum Wat heb ik gedaan? Welke problemen? Hoe opgelost? Mijn bijdrage? Waar schiet ik tekort?<br />
Gebruik gemaakt van je<br />
voorkennis, van wat je al wist.<br />
Informatiebronnen<br />
geraadpleegd.<br />
Zichzelf vragen gesteld bij<br />
verkregen informatie.<br />
Oplossingsmethode bedacht.<br />
Verbanden gelegd tussen<br />
verschillende leerinhouden.<br />
Aanpak bepaald van een<br />
opdracht.<br />
Een planning opgesteld bij de<br />
opdracht.<br />
Aanpak bijgestuurd wanneer<br />
nodig.<br />
De uitgevoerde opdracht<br />
beoordeeld.<br />
Geconcentreerd en met inzet<br />
gewerkt.<br />
40
Reflectie - Checklist bij het maken van een opdracht<br />
De opdracht zal beoordeeld worden op basis van zowel je capaciteiten in verband met de<br />
volgende vier onderdelen van kritisch denken<br />
1. Begrijpen van het probleem<br />
Ik heb gebruik gemaakt van diagrammen, figuren, grafieken en symbolen om mijn werk<br />
uit te leggen.<br />
Ik heb alle belangrijke informatie gebruikt.<br />
Ik heb grondig nagedacht over het probleem en ik heb het gevoel dat ik weet waarover<br />
ik praat.<br />
2. Kennis van de wiskundige procedures<br />
Ik heb de correcte wiskundige berekeningen, termen en formules gebruikt.<br />
Ik heb nauwgezet wiskundige ideeën en taal gebruikt.<br />
Ik heb mijn antwoorden gecontroleerd of die aanvaardbaar zijn binnen de context.<br />
3. Probleem oplossende vaardigheden en strategieën<br />
Ik heb onderzocht of er andere mogelijkheden waren om het probleem op te lossen.<br />
Ik heb aanvaardbare strategieën gebruikt.<br />
Mijn werk is helder, duidelijk en overzichtelijk georganiseerd.<br />
4. Communicatie<br />
Ik schrijf helder en efficiënt.<br />
In mijn oplossing volgt de ene stap logisch, vloeiend op de vorige.<br />
Ik maak op zorgvuldige manier van wiskundige terminologie.<br />
Ik heb mijn strategie goed verantwoord en de oplossing getoetst aan de realiteit van het<br />
probleem.<br />
Ik heb mijn werk proef gelezen met als doel de begrijpbaarheid na te gaan.<br />
(naar een voorbeeld uit “Mathematics Assessment: a Pratical Handbook”)<br />
♦♦♦♦♦♦♦♦♦♦<br />
41
Bij onderzoeksopdrachten<br />
ZELFEVALUATIEKAART<br />
Zelfevaluatie a.h.v. aandachtspunten en/of hulpvragen. Kruis aan wat van toepassing is.<br />
Gebruik deze checklist om bij te sturen waar nodig.<br />
Datum:..../…./…. Datum:..../…./….<br />
Proces Aandachtspunten + +/‐ ‐ + +/‐ ‐<br />
Onderzoeksopdracht<br />
‐ duidelijk<br />
‐ boeiend<br />
Bronnen<br />
‐ betrouwbaar<br />
‐ gevarieerd<br />
‐ doeltreffend<br />
‐ voldoende<br />
Materiaal<br />
‐ voldoende<br />
‐ gevarieerd<br />
‐ doeltreffend<br />
‐ alle aspecten<br />
Groepswerk<br />
‐ doeltreffend<br />
‐ iedereen zijn/haar deel gedaan<br />
‐ afspraken nageleefd<br />
‐ aangenaam<br />
‐ boeiend<br />
Logboek<br />
‐ overzichtelijk<br />
‐ volledig<br />
Product (geschreven presentatie)<br />
‐ onderzoeksvraag beantwoord<br />
‐ logisch opgebouwd<br />
‐ duidelijke conclusie<br />
‐ rekening gehouden met doelpubliek<br />
‐ terzake<br />
‐ grondig<br />
‐boeiend<br />
‐ persoonlijk<br />
‐ helder en aantrekkelijk taalgebruik<br />
‐ correct taalgebruik<br />
Datum:…./…./…<br />
42
Conclusies :<br />
<br />
Bekijk aandachtig je minpunten. Welke aspecten verdienen meer aandacht ? Noteer in je logboek kort je<br />
voorstellen om bij te sturen. Vraag hulp aan je leraar of peers, indien nodig.<br />
Wat zijn je grootste troeven ? Hoe ga je ze in de verf zetten ?<br />
43
Bronnenlijst<br />
Eens je bepaalde info hebt gevonden, zal je die moeten bijhouden en op een systematische wijze<br />
classificeren zodat je altijd de gegevens kunt terugvinden. Het spreekt vanzelf dat je, telkens erom gevraagd<br />
wordt, het bewijs moet kunnen leveren van je ordelijke verwerking van je informatie.<br />
Vandaar dat niet alleen de aard van de bronnen belangrijk is, maar ook de specifieke bronvermelding.<br />
Hierna volgen enkele regels betreffende de inhoud ervan.<br />
Bronnenlijst van …<br />
Geschreven bronnen<br />
Boeken<br />
Auteur, titel, jaar uitgave, plaats uitgave, naam uitgever, geraadpleegde pagina’s<br />
In orde<br />
Tijdschriften<br />
Auteur, titel artikel, naam tijdschrift + jaargang, aflevering, geraadpleegde bladzijden<br />
Kranten<br />
Naam, datum, naam auteur, titel artikel, bladzijden<br />
Overige (scripties, jaarverslagen …)<br />
Probeer zoveel mogelijk relevante gegevens te noteren<br />
Internet<br />
Webadres (nauwkeurig), eigenaar van de site, eventueel oorsprong, vindplaats in<br />
siteplan<br />
Veldwerk (interview, bedrijfsbezoek, eigen foto‐ en ander materiaal, observatie,<br />
enquête …)<br />
Waar, wanneer, wie …<br />
DVD/CD/audio …<br />
Titel, auteur, situering info …<br />
Andere<br />
…<br />
44
Attitudes<br />
Voorbeeld 1<br />
ZELFEVALUATIE DOOR LEERLINGEN<br />
Naam leerkracht:<br />
Klas:<br />
0 : in ’t geheel niet<br />
1 : nogal<br />
2 : zeer zeker<br />
Periode 1 Periode 2 Periode 3<br />
Ik kan enthousiast zijn<br />
Ik heb een positieve instelling<br />
Ik stel me open voor de mening van andere leerlingen<br />
Ik kan op een beleefde manier mijn mening uiten<br />
Ik kan kritiek aanvaarden<br />
Ik neem zelf initiatieven<br />
Ik kan samenwerken<br />
Ik kan me aan een afspraak houden<br />
Ik houd zorgvuldig mijn notities bij<br />
Ik kan kritisch zijn<br />
Ik heb een actieve inbreng in de les en bij groepswerk<br />
Ik zet anderen aan tot medewerking bij groepswerk<br />
45
Voorbeeld 2<br />
Vakgebonden attitudes<br />
Zin voor<br />
nauwkeurigheid<br />
en orde<br />
1.a) Je bent helemaal niet nauwkeurig<br />
- in het gebruik van notaties en symbolen<br />
- in het verwoorden van definities en eigenschappen zowel schriftelijk als mondeling<br />
- je tekeningen<br />
- je meetkundige constructies<br />
- het rekenen met getallen, afronden<br />
- in het meten<br />
b) Je kan niet ordelijk en systematisch werken. Je kan niet overzichtelijk werken. Je werk is<br />
steeds een puinhoop.<br />
2.a) Je bent zelden nauwkeurig<br />
- in het gebruik van notaties en symbolen<br />
- in het verwoorden van definities en eigenschappen zowel schriftelijk als mondeling<br />
- je tekeningen<br />
- je meetkundige constructies<br />
- het rekenen met getallen, afronden<br />
- in het meten<br />
b) Je kan zelden ordelijk en systematisch werken. Je kan zelden overzichtelijk werken. Je werk<br />
is meestal een puinhoop<br />
<br />
<br />
3.a) Je bent meestal nauwkeurig<br />
- in het gebruik van notaties en symbolen<br />
- in het verwoorden van definities en eigenschappen zowel schriftelijk als mondeling<br />
- je tekeningen<br />
- je meetkundige constructies<br />
- het rekenen met getallen, afronden<br />
- in het meten<br />
b) Je kan meestal ordelijk en systematisch werken. Je kan meestal overzichtelijk werken. Je<br />
werk is soms nog een puinhoop.<br />
<br />
4.a) Je bent steeds nauwkeurig<br />
- in het gebruik van notaties en symbolen<br />
- in het verwoorden van definities en eigenschappen zowel schriftelijk als mondeling<br />
- je tekeningen<br />
- je meetkundige constructies<br />
- het rekenen met getallen, afronden<br />
- in het meten<br />
b) Je kan ordelijk en systematisch werken. Je kan overzichtelijk werken. Je werk is geen<br />
puinhoop<br />
<br />
θ<br />
46
Voorbeeld 3<br />
Evaluatie van attitudes Graad:<br />
Eventueel met checklist werken zowel door leerling als door leerkracht<br />
Te gebruiken tijdens de les<br />
Naam leerling Concreet gedrag Aanwezig + Afwezig ‐<br />
Te gebruiken tijdens toets, examen.<br />
Attitudebeoordeling<br />
Concreet gedrag + ‐<br />
Berekeningen nakijken<br />
Resultaat controleren op fouten<br />
Taalfouten vermijden<br />
Correcte wiskundige symbolen gebruiken<br />
47
Voorbeeld 4<br />
2 ZELFEVALUATIE<br />
Telkens je een toets of taak terugkrijgt, duid je in deze tabel aan welke fouten je gemaakt hebt. Als de fout er niet bij<br />
staat, vul je de tabel verder aan. Als er in een bepaalde rij veel kruisjes staan, dan weet je dat je hier extra op moet<br />
letten.<br />
Ik heb punten verloren omdat …<br />
Kruisje<br />
ik de opgave niet goed heb gelezen<br />
ik de opgave niet begreep<br />
ik een rekenfout heb gemaakt<br />
ik mijn ZRM niet kritisch gebruikt heb (schatten)<br />
ik onvoldoende gestudeerd/geoefend heb<br />
mijn antwoord onduidelijk/onleesbaar was<br />
Ik onnauwkeurig gewerkt heb<br />
…<br />
Wat vond je leuk/interessant/moeilijk/uitdagend/enz. in dit lesgeheel?<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
3 COMMENTAAR VAN DE LERAAR<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
4 COMMENTAAR VAN DE OUDERS<br />
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………<br />
48
Voorbeeld 5<br />
49
Bronnen<br />
Algemene Pedagogische Reglementering nr. 1: Het persoonlijk werk van de leerling, M‐VVKSO‐2005‐080‐<br />
www.vvkso.be<br />
Marzano R., Project Wat werkt in de klas, Project van Bazalt, Fontys, HCO en Onderwijsadvies<br />
Marzano R. The Case for and against homework, 2007<br />
Powerpointvoorstelling Moetivatie of motivatie? De lerarenopleider als motiverende coach, Prof.Dr.<br />
Maarten vansteenkiste, UGent<br />
William D., Does assessment hinder learning?, 2006<br />
Voorbeelden van evaluatiedocumenten, met dank aan de auteurs<br />
Vragen, bedenkingen, suggesties, voorbeelden van evaluatiedocumenten …<br />
vanhoofmaggy@gmail.com<br />
maggy.vanhoof@vsko.be<br />
Pedagogisch begeleider wiskunde bisdom Hasselt<br />
Voorzitter van de leerplancommissie wiskunde VVKSO<br />
50