Gebruikershandleiding E51 - Toestelhulp
Gebruikershandleiding E51 - Toestelhulp
Gebruikershandleiding E51 - Toestelhulp
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
gekoppeld voordat er gegevens kunnen worden<br />
verzonden, moet u een toegangscode invoeren.<br />
Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, wordt de<br />
tekst Gegevens worden verzonden weergegeven.<br />
In de map Verzonden in de toepassing Berichten worden<br />
geen berichten opgeslagen die zijn verzonden door<br />
middel van Bluetooth.<br />
Als u gegevens wilt ontvangen met Bluetooth, selecteert<br />
u Bluetooth > Aan en Waarneembrh. tel. ><br />
Waarneembaar om gegevens te ontvangen van een nietgekoppeld<br />
apparaat of Verborgen om alleen gegevens te<br />
ontvangen van een gekoppeld apparaat. Als u gegevens<br />
ontvangt via Bluetooth, hoort u een geluid en wordt u<br />
gevraagd of u het bericht wilt accepteren dat de gegevens<br />
bevat. Als u het bericht accepteert, wordt het in de map<br />
Inbox in de toepassing Berichten geplaatst.<br />
Tip: U kunt de bestanden in het apparaat of op de<br />
geheugenkaart openen met een compatibel<br />
toebehoren dat de dienst File Transfer Profile Client<br />
ondersteunt (bijvoorbeeld een laptopcomputer).<br />
Nadat gegevens zijn verzonden of ontvangen wordt de<br />
Bluetooth-verbinding automatisch verbroken. Alleen<br />
Nokia PC Suite en sommige toebehoren zoals<br />
hoofdtelefoons blijven verbonden als ze niet actief<br />
worden gebruikt.<br />
Apparaten koppelen<br />
Open het tabblad voor gekoppelde apparaten.<br />
Voordat u apparaten koppelt, maakt u een eigen<br />
toegangscode (1-16 cijfers) en spreekt u met de gebruiker<br />
van het andere apparaat af om dezelfde code te gebruiken.<br />
Apparaten zonder gebruikersinterface hebben een vaste<br />
toegangscode. U hebt deze toegangscode alleen nodig<br />
wanneer u de apparaten voor het eerst koppelt. Nadat de<br />
apparaten zijn gekoppeld kunt u de verbinding<br />
autoriseren. Als u apparaten koppelt en de verbinding<br />
autoriseert, kunt u sneller en gemakkelijker verbinding<br />
maken, omdat u niet elke keer de verbinding met een<br />
gekoppeld apparaat hoeft te accepteren wanneer een<br />
verbinding tot stand wordt gebracht.<br />
De toegangscode voor SIM-toegang op afstand moet uit<br />
16 cijfers bestaan.<br />
1. Selecteer Opties > Nw gekoppeld app.. Het<br />
apparaat zoekt naar Bluetooth-apparaten binnen<br />
bereik. Als u eerder gegevens met Bluetooth hebt<br />
verzonden, wordt een lijst met de vorige<br />
zoekresultaten weergegeven. Als u meer Bluetoothapparaten<br />
wilt zoeken, selecteert u Meer apparaten.<br />
2. Selecteer het apparaat dat u wilt koppelen en voer de<br />
toegangscode in. Op het andere apparaat moet<br />
dezelfde toegangscode worden ingevoerd.<br />
3. Selecteer Ja om uw apparaat voortaan automatisch te<br />
verbinden met het andere apparaat, of selecteer Nee<br />
om de verbinding handmatig te bevestigen wanneer<br />
er opnieuw een verbinding tot stand wordt gebracht.<br />
Nadat het apparaat is gekoppeld, wordt het<br />
opgeslagen op de pagina met gekoppelde apparaten.<br />
Als u het gekoppelde apparaat een bijnaam wilt geven,<br />
selecteert u Opties > Korte naam toewijz.. De bijnaam<br />
wordt alleen weergegeven op uw apparaat.<br />
Als u een koppeling wilt verwijderen, selecteert u het<br />
apparaat waarvan u de koppeling wilt verwijderen en<br />
vervolgens Opties > Verwijderen. Als u alle koppelingen<br />
wilt verwijderen, selecteert u Opties > Alle<br />
105