Gebruikershandleiding E51 - Toestelhulp
Gebruikershandleiding E51 - Toestelhulp
Gebruikershandleiding E51 - Toestelhulp
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
118<br />
Instrumenten > Geheugen > Opties ><br />
Reservekopie.<br />
Als u gegevens van de geheugenkaart wilt terugzetten<br />
naar het apparaatgeheugen, selecteert u Menu ><br />
Instrumenten > Geheugen > Opties > Herst. vanaf<br />
kaart.<br />
U kunt het apparaat ook aansluiten op een compatibele<br />
computer en met Nokia PC Suite een back-up maken van<br />
de gegevens.<br />
Externe configuratie<br />
Selecteer Menu > Instrumenten > App.beh..<br />
Met Apparaatbeheer kunt u instellingen, gegevens en<br />
software op het apparaat beheren.<br />
U kunt verbinding maken met een server en configuratieinstellingen<br />
voor het apparaat ontvangen. U kunt<br />
serverprofielen en verschillende configuratie-instellingen<br />
ontvangen van uw serviceproviders of de IT-afdeling van<br />
uw bedrijf. Configuratie-instellingen zijn bijvoorbeeld<br />
verbindings- en andere instellingen die door verschillende<br />
toepassingen op uw apparaat worden gebruikt. De<br />
beschikbare opties kunnen verschillen.<br />
De verbinding voor externe configuratie wordt meestal<br />
geïnitieerd door de server wanneer de instellingen van het<br />
apparaat moeten worden bijgewerkt.<br />
Als u een nieuw serverprofiel wilt maken, selecteert u<br />
Opties > Nieuw serverprofiel.<br />
U kunt de deze instellingen ontvangen in een<br />
configuratiebericht van uw serviceprovider. Als dit niet<br />
mogelijk is, definieert u het volgende:<br />
• Servernaam — Voer een naam voor de<br />
configuratieserver in.<br />
• Server-ID — Voer de unieke ID van de<br />
configuratieserver in.<br />
• Serverwachtwoord — Voer het wachtwoord in<br />
waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.<br />
• Sessiemodus — Selecteer het verbindingstype van uw<br />
voorkeur.<br />
• Toegangspunt — Selecteer het toegangspunt dat u<br />
wilt gebruiken voor de verbinding of maak een nieuw<br />
toegangspunt. U kunt ook aangeven dat u wordt<br />
gevraagd welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens<br />
wanneer u verbinding maakt.<br />
• Hostadres — Voer het webadres van de<br />
configuratieserver in.<br />
• Poort — Voer het poortnummer van de server in.<br />
• Gebruikersnaam — Voer uw gebruikers-ID voor de<br />
configuratieserver in.<br />
• Wachtwoord — Voer uw wachtwoord voor de<br />
configuratieserver in.<br />
• Config. toestaan — Selecteer Ja als u wilt instellen dat<br />
de server een configuratiesessie initieert.<br />
• Autom. accepteren — Selecteer Ja als u niet wilt dat<br />
de server om bevestiging vraagt wanneer er een<br />
configuratiesessie wordt geïnitieerd.<br />
• Netwerkverificatie — Aangeven of http-verificatie<br />
moet worden gebruikt. Deze instelling is alleen<br />
beschikbaar als u internet hebt geselecteerd als<br />
dragertype.<br />
• Gebr.naam netwerk — Voer uw gebruikers-ID voor<br />
http-verificatie in. Deze instelling is alleen beschikbaar<br />
als u internet hebt geselecteerd als dragertype.<br />
• Wachtwoord netwerk — Voer uw wachtwoord voor<br />
de http-verificatie in. Deze instelling is alleen