Gebruikershandleiding E51 - Toestelhulp

More documents

Recommendations

Info

110 Opties > Toegangspt dupliceren om het toegangspunt te gebruiken als basis voor het nieuwe toegangspunt. 3. Definieer de volgende instellingen: • Naam verbinding — Voer een omschrijvende naam in voor de verbinding. • Drager gegevens — Selecteer Packet-gegevens. • Naam toegangspunt — Voer een naam voor het toegangspunt in. Deze naam wordt meestal verstrekt door uw serviceprovider. • Gebruikersnaam — Voer uw gebruikersnaam in als de serviceprovider dit vereist. Gebruikersnamen zijn gewoonlijk hoofdlettergevoelig en worden verstrekt door de serviceprovider. • Vraag om wachtw. — Selecteer Ja om uw wachtwoord in te voeren telkens wanneer u zich bij een server aanmeldt, of selecteer Nee om het wachtwoord op te slaan in het geheugen van uw apparaat en de aanmelding te automatiseren. • Wachtwoord — Voer uw wachtwoord in als de serviceprovider dit vereist. Het wachtwoord is gewoonlijk hoofdlettergevoelig en word verstrekt door de serviceprovider. • Verificatie — Selecteer Beveiligd om uw wachtwoord altijd gecodeerd te verzenden, of selecteer Normaal om uw wachtwoord gecodeerd te verzenden indien dit mogelijk is. • Homepage — Geef het webadres op van de pagina die u als startpagina op het scherm wilt weergeven wanneer u dit toegangspunt gebruikt. 4. Nadat u de instellingen hebt gedefinieerd, selecteert u Opties > Geavanc. instell. om de geavanceerde instellingen te definiëren of Terug om de instellingen op te slaan en af te sluiten. Geavanceerde instellingen voor internettoegangspunten voor packet-gegevens (GPRS) Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. > Verbinding > Toegangspunten. Nadat u de basisinstellingen voor het internettoegangspunt voor packet-gegevens (GPRS) hebt gedefinieerd, selecteert u Opties > Geavanc. instell. en definieert u de volgende geavanceerde instellingen: • Netwerktype — Selecteer IPv4 of IPv6 als het type internetprotocol. Het internetprotocol definieert hoe gegevens naar en van het apparaat worden overgebracht. • IP-adres telefoon — Voer het IP-adres van het apparaat in. Selecteer Automatisch om het IP-adres van het apparaat te ontvangen van de netwerkoperator. Deze instelling wordt alleen weergegeven als u Netwerktype > IPv4 selecteert. • DNS-adres — Selecteer Primair DNS-adres en Secundair DNS-adres en voer hun IP-adressen in, als de serviceprovider dit vereist. Als u dit niet doet, worden de adressen van de naamservers automatisch ingesteld. • Proxyserveradres — Het adres van de proxyserver invoeren. Proxyservers zijn tussenliggende servers die door sommige serviceproviders worden gebruikt tussen een browserdienst en de gebruikers daarvan. Sommige serviceproviders gebruiken dergelijke servers om extra veiligheid en een snellere toegang tot de dienst te kunnen bieden.
Handmatig een WLANtoegangspunt instellen 1. Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. > Verbinding > Toegangspunten. 2. Selecteer Opties > Nieuw toegangspunt om een nieuw toegangspunt te maken, of selecteer een bestaand toegangspunt in de lijst en vervolgens Opties > Toegangspt dupliceren om het toegangspunt te gebruiken als basis voor het nieuwe toegangspunt. 3. Definieer de volgende instellingen: • Naam verbinding — Voer een omschrijvende naam in voor de verbinding. • Drager gegevens — Selecteer Wireless LAN. • WLAN-netwerknaam — Als u de SSID (Service Set Identifier) wilt invoeren waarmee het specifieke draadloze LAN-netwerk wordt aangeduid, selecteert u Handmat. opgeven. Als u een van de draadloze LAN-netwerken wilt selecteren die binnen bereik zijn, selecteert u Netw.namen zken. • Netwerkstatus — Selecteer Verborgen als het netwerk waarmee u verbinding maakt verborgen is, of Openbaar als het niet verborgen is. • WLAN-netwerkmodus — Als u Infrastructuur selecteert, kunnen apparaten met elkaar en met andere LAN-apparaten communiceren via een WLAN-toegangspunt. Als u Ad-hoc selecteert, kunnen apparaten onderling rechtstreeks gegevens verzenden en ontvangen en is er geen WLANtoegangspunt nodig. • WLAN-beveil.modus — U moet dezelfde beveiligingsmodus selecteren als voor het WLANtoegangspunt wordt gebruikt. Als u WEP (Wired Equivalent Privacy), 802.1x of WPA/WPA2 (Wi-Fi Protected Access) selecteert, moet u ook de relevante aanvullende instellingen configureren. Zie de Help bij het apparaat voor meer informatie. • WLAN-beveil.instell. — Bewerk de beveiligingsinstellingen voor de geselecteerde beveiligingsmodus. • Homepage — Geef het webadres op van de pagina die u als startpagina op het scherm wilt weergeven wanneer u dit toegangspunt gebruikt. Als u een WLAN-toegangspunt automatisch wilt instellen, kunt u de WLAN-wizard gebruiken. Selecteer Menu > Connect. > WLAN-wiz.. Geavanceerde instellingen voor WLAN-toegangspunten Selecteer Menu > Instrumenten > Instell. > Verbinding > Toegangspunten. Nadat u de basisinstellingen voor het toegangspunt voor draadloze LAN-netwerken hebt ingesteld, selecteert u Opties > Geavanc. instell. en definieert u de volgende geavanceerde instellingen: • IPv4-instellingen — Voer het IP-adres en naamserveradres (DNS) van het apparaat in voor het IPv4-internetprotocol. • IPv6-instellingen — Selecteer of typ de naamserveradressen voor het IPv6-internetprotocol. 111
Page 1 and 2:
Gebruikershandleiding E51 Uitgave 3
Page 3 and 4:
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZO
Page 5 and 6:
Spraakoproepen.....................
Page 7 and 8:
Draadloos toetsenbord van Nokia....
Page 9 and 10:
Signaalinstellingen................
Page 11 and 12:
schadelijke inhoud. Wees voorzichti
Page 13 and 14:
Aan de slag Modelnummer: Nokia E51-
Page 15 and 16:
Toetsen en onderdelen 1 — Aan/uit
Page 17 and 18:
Eerste keer starten 1. Houd de aan/
Page 19 and 20:
Er is een EGPRS-verbinding actief.
Page 21 and 22:
Uw Nokia E51 Welkom De eerste keer
Page 23 and 24:
Stand-by In de gewone stand-by modu
Page 25 and 26:
Tip: Als u vrijwel alle items wilt
Page 27 and 28:
Beltonen selecteren Als u een belto
Page 29 and 30:
Als u een nieuw contact wilt maken,
Page 31 and 32:
De geheugenkaart plaatsen Met een g
Page 33 and 34:
Tekstvoorspelling 1. Als u tekstvoo
Page 35 and 36:
Zakelijke communicatie Uw apparaat
Page 37 and 38:
Als u een video-oproep wilt plaatse
Page 39 and 40:
aanmeldt bij de dienst, selecteert
Page 41 and 42:
Als u het omleiden van oproepen wil
Page 43 and 44:
Als de toepassing Gesproken hulp ge
Page 45 and 46:
gegevensverbindingen, worden geregi
Page 47 and 48:
Contactgroepen beheren U kunt een c
Page 49 and 50:
Als u een agenda-item wilt maken, g
Page 51 and 52:
In de maandweergave ziet u de hele
Page 53 and 54:
Cache leegmaken Een cache is een ge
Page 55 and 56:
Als u bij het netwerk een afleverin
Page 57 and 58:
Als u een zakelijke e-mail instelt,
Page 59 and 60: Als u een externe map wilt weergeve
Page 61 and 62: automatisch de instellingen voor mu
Page 63 and 64: Als u het afspelen van de presentat
Page 65 and 66: dienstaanvraagtekst in en selecteer
Page 67 and 68: • Rapportz. weigeren — Selectee
Page 69 and 70: Als u nieuwe onderwerpen wilt weerg
Page 71 and 72: Als u de indeling van Actieve notit
Page 73 and 74: weergegeven, selecteert u Opties >
Page 75 and 76: U kunt de archiefbestanden in het g
Page 77 and 78: hoofdweergave van de klok en de tij
Page 79 and 80: Vrije tijd Op uw apparaat bevindt z
Page 81 and 82: Als u een bestand wilt zoeken, sele
Page 83 and 84: Audiobestanden en videoclips verzen
Page 85 and 86: Als u de oorspronkelijke waarden va
Page 87 and 88: een contact beginnen terwijl u in e
Page 89 and 90: Als u een flash-bestand wilt afspel
Page 91 and 92: selecteert u Opties > Zender handm.
Page 93 and 94: de oproep moet u het apparaat voor
Page 95 and 96: satelliet een balk weergegeven in d
Page 97 and 98: In eerste instantie moet het appara
Page 99 and 100: Als u het navigeren wilt stoppen, s
Page 101 and 102: Plaatsbepalingen bewerken Als u een
Page 103 and 104: Gegevens overdragen tussen het appa
Page 105 and 106: gekoppeld voordat er gegevens kunne
Page 107 and 108: 4. Selecteer uw apparaat in de lijs
Page 109: De wizard gebruiken in de actieve s
Page 113 and 114: Als u alle actieve netwerkverbindin
Page 115 and 116: tekens gebruikt als wachtwoord voor
Page 117 and 118: authentiek of vertrouwd zijn. Certi
Page 119 and 120: eschikbaar als u internet hebt gese
Page 121 and 122: • Positiebepaling — De toepassi
Page 123 and 124: Een synchronisatieprofiel maken Er
Page 125 and 126: • Aankoopbevestiging — Geef aan
Page 127 and 128: Als u de tijd wilt instellen die he
Page 129 and 130: Beveiligingsinstellingen Selecteer
Page 131 and 132: Als u de operator wilt instellen, s
Page 133 and 134: • Energieniv. transmissie — Ste
Page 135 and 136: EAP-plug-ins gebruiken Als u een EA
Page 137 and 138: Met de dienst voor toegangspuntbehe
Page 139 and 140: De Afbeeldingsviewer Beltoets Hierm
Page 141 and 142: GPRS General Packet Radio Service.
Page 143 and 144: VPN WAP WEP WLAN WPA Virtual Privat
Page 145 and 146: Controleer dat het WLAN-toegangspun
Page 147 and 148: Instrumenten > Instell. > Algemeen
Page 149 and 150: Informatie over de batterij en de l
Page 151 and 152: De echtheid van het hologram contro
Page 153 and 154: Deze tips gelden voor het apparaat,
Page 155 and 156: op minimaal 15,3 centimeter afstand
Page 157 and 158: Informatie over certificatie (SAR)
Page 159 and 160: verwijderen 100 beveiliging apparaa
Page 161 and 162:
oproep plaatsen 39 profielen 38, 13
Page 163 and 164:
signalen instellingen 127 SIM-blokk
show all

Gebruikershandleiding E51 - Toestelhulp

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?