Big Idea in een stageklas - Volgens Bartjens
Big Idea in een stageklas - Volgens Bartjens
Big Idea in een stageklas - Volgens Bartjens
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
dIFFEREN-<br />
TIaTIE<br />
ILSE vAN OEvELEN<br />
<strong>Big</strong> <strong>Idea</strong> <strong>in</strong><br />
<strong>een</strong> <strong>stageklas</strong><br />
Zonnebloemgrafieken <strong>in</strong> groep 8<br />
<strong>Big</strong> <strong>Idea</strong>s zijn uitermate geschikt om recht te<br />
doen aan de niveauverschillen <strong>in</strong> <strong>een</strong> groep. In<br />
haar stagegroep 8 van de Uilenburcht <strong>in</strong> Driebergen<br />
heeft de auteur van dit aritkel <strong>een</strong> aantal<br />
lessen gegeven rond het onderwerp grafieken<br />
volgens de aanpak van <strong>een</strong> ‘big idea’-les. In dit<br />
artikel laat ze zien hoe ze te werk is gegaan.<br />
1. Zelf grafieken maken<br />
In ‘big idea’-lessen staat het verwerven van <strong>een</strong><br />
kern<strong>in</strong>zicht centraal. Het gaat erom dat leerl<strong>in</strong>gen<br />
<strong>een</strong> <strong>in</strong>zicht opdoen waarop hun rekenkennis<br />
verder kan bouwen. Maarten Dolk beschrijft<br />
<strong>in</strong> het artikel Aandacht voor ‘big ideas’ <strong>in</strong> de wiskunde<br />
1 (Dolk, 2005) hoe k<strong>in</strong>deren <strong>in</strong> <strong>een</strong> big<br />
idea les over breuken worstelen met de vraag<br />
wat het geheel is: ‘Om breuken en procenten<br />
te begrijpen, moet je weten wat het geheel is<br />
en moet je de relatie van de breuk tot het geheel<br />
doorgronden.’ Als de k<strong>in</strong>deren dit begrip<br />
hebben, krijgt de formule waarbij de tellers en<br />
noemers met elkaar vermenigvuldigd worden<br />
uite<strong>in</strong>delijk betekenis en begrijpen de leerl<strong>in</strong>gen<br />
waar deze formule op gestoeld is. Maarten<br />
Dolk geeft als <strong>een</strong> def<strong>in</strong>itie van <strong>een</strong> ‘big idea’:<br />
‘<strong>Big</strong> ideas zijn belangrijke fundamentele ideeën<br />
uit de wiskunde. Zodra k<strong>in</strong>deren zo’n groot<br />
idee doorgronden, brengt dat <strong>een</strong> belangrijke<br />
verschuiv<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hun denken teweeg. Het zijn <strong>in</strong><br />
twee opzichten grote ideeën; enerzijds zijn ze<br />
belangrijk voor de wiskunde en anderzijds betekent<br />
het doorgronden van zo’n idee <strong>een</strong> grote<br />
sprong voorwaarts <strong>in</strong> de ontwikkel<strong>in</strong>g van de<br />
leerl<strong>in</strong>gen.’<br />
de opbouw van <strong>een</strong> ‘big idea’<br />
Allereerst wordt het probleem gepresenteerd.<br />
Vervolgens is er overleg <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e groepen of<br />
tweetallen: hoe kunnen we dit aanpakken? In<br />
deze fase stelt de leerkracht verhelderende vragen.<br />
Hierna werken de leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> groepen<br />
hun oploss<strong>in</strong>g uit op <strong>een</strong> poster. De leerkracht selecteert <strong>een</strong> aantal posters,<br />
ze let hierbij op het niveau (meer of m<strong>in</strong>der concreet) en de oploss<strong>in</strong>gsstrategie.<br />
De leerkracht selecteert verschillende posters die hier<strong>in</strong><br />
onderl<strong>in</strong>g verschillen. In het klassengesprek wordt eerst de poster gepresenteerd<br />
met de meest concrete oploss<strong>in</strong>gsstrategie. Door de poster te<br />
laten presenteren door de leerl<strong>in</strong>gen, worden ze gedwongen om te verwoorden<br />
wat ze gedaan hebben. Andere leerl<strong>in</strong>gen kan gevraagd worden<br />
of ze dit <strong>in</strong> hun eigen woorden kunnen uitleggen. Deze presentatie en<br />
verantwoord<strong>in</strong>g van hun aanpak is <strong>een</strong> belangrijk leermoment. Leerl<strong>in</strong>gen<br />
kunnen van elkaar leren.<br />
Door het op deze manier onderzoeken van <strong>een</strong> bepaald rekenprobleem,<br />
zijn de leerl<strong>in</strong>gen veel <strong>in</strong>tensiever bezig met dat probleem. Het zelf onderzoeken<br />
zorgt ervoor dat de leerl<strong>in</strong>gen echt <strong>in</strong>zicht krijgen <strong>in</strong> dat probleem.<br />
Dit kunnen ze gebruiken bij <strong>een</strong> volgende rekenactiviteit. Een leerkracht<br />
kan hier later ook gemakkelijk aan refereren: ‘Weet je nog?’<br />
grafieken<br />
In de ‘big idea’-lessen <strong>in</strong> mijn stagegroep 8 staat het onderwerp ‘grafieken’<br />
centraal. Bij de Citoscores van de entreetoets (e<strong>in</strong>d groep 7) valt<br />
op dat er veel leerl<strong>in</strong>gen zijn met <strong>een</strong> lager resultaat voor het onderdeel<br />
‘lezen van schema’s, tabellen en grafieken’ dan hun score voor de hele<br />
entreetoets. In methodes zijn de opgaven over grafieken vooral beperkt<br />
tot het tekenen van <strong>een</strong> grafiek en is er vrijwel altijd <strong>een</strong> voorbeeld gegeven.<br />
De leerl<strong>in</strong>gen hoeven niet zelf na te denken over bepaalde keuzes<br />
zoals: waar komt het nulpunt, wat is de verdel<strong>in</strong>g op de assen, wat voor<br />
soort grafiek moet dit worden? Grafieken spelen <strong>een</strong> grote rol <strong>in</strong> het wiskundeonderwijs<br />
<strong>in</strong> het voortgezet onderwijs en daarom is het belangrijk<br />
om er <strong>in</strong> het basisonderwijs aandacht aan te besteden (TAL team 2007). 2<br />
Er is ook <strong>een</strong> grote maatschappelijke relevantie: <strong>in</strong> de media worden veel<br />
grafieken gebruikt om gegevens beknopt weer te geven en enige kennis<br />
is daarom nodig om deze te kunnen <strong>in</strong>terpreteren en op waarde te<br />
schatten.<br />
14 <strong>Volgens</strong> <strong>Bartjens</strong> jaargang 32 2012/2013 nr. 1
Ieder<strong>een</strong> <strong>een</strong> eigen grafiek?<br />
In <strong>een</strong> klassikale <strong>in</strong>troductie laat ik <strong>een</strong> aantal grafieken zien: <strong>een</strong> lijngrafiek,<br />
cirkeldiagram, <strong>een</strong> tabel en <strong>een</strong> staafdiagram (zie afbeeld<strong>in</strong>g 2).<br />
‘Wat zien we hier?’ is mijn <strong>in</strong>troductievraag. In de staafdiagram staat het<br />
aantal doden bij de politie (en de oorzaken daarvan) weergegeven per<br />
decennium. Door dit staafdiagram daarna uitgebreider te bespreken worden<br />
de leerl<strong>in</strong>gen zich ervan bewust welke gegevens eruit te halen zijn.<br />
Wanneer vielen er de meeste of m<strong>in</strong>ste doden bijvoorbeeld? Het laatste<br />
staafje is wel heel kort, maar dit decennium is net begonnen.<br />
Voor de eerste grafiekenles hebben de leerl<strong>in</strong>gen zelf grafieken en tabellen<br />
verzameld en meegenomen. Na de <strong>in</strong>troductie mogen de leerl<strong>in</strong>gen<br />
<strong>in</strong> groepen van drie of vier op dezelfde manier <strong>een</strong> vraag bedenken bij<br />
hun meegenomen knipsels. Het antwoord moeten ze er zelf ook bij geven,<br />
want het gaat er natuurlijk niet om dat ze de moeilijkste vragen bedenken,<br />
maar dat ze snappen waar ze mee bezig zijn.<br />
Het nadeel van deze opzet is de grote variatie <strong>in</strong> krantenknipsels waardoor<br />
de leerl<strong>in</strong>gen niet allemaal met hetzelfde probleem bezig zijn. Het<br />
klassengesprek is daardoor moeilijk, want <strong>een</strong> gem<strong>een</strong>schappelijk denkkader<br />
ontbreekt. Deze les kan beter verlopen door één grafiek waaruit veel<br />
valt af te lezen (over iets dat de leerl<strong>in</strong>gen begrijpen) te selecteren. Klassikaal<br />
kan besproken worden wat er <strong>in</strong> die grafiek te zien is. In groepen<br />
kunnen de leerl<strong>in</strong>gen dan <strong>een</strong> passende titel bedenken bij de grafiek. De<br />
titel die <strong>een</strong> groep bedenkt, geeft aan wat zij het belangrijkste v<strong>in</strong>den dat<br />
je kunt aflezen uit de grafiek. Dit kunnen ze verduidelijken <strong>in</strong> <strong>een</strong> korte<br />
samenvatt<strong>in</strong>g. In het klassengesprek kunnen dan de verschillende oordelen<br />
besproken worden,<br />
zodat de groepen hun<br />
keuzes kunnen verdedigen.<br />
Uite<strong>in</strong>delijk<br />
nemen ze gezamenlijk<br />
<strong>een</strong> besluit.<br />
Zonnebloem<br />
In de vervolgles probeer<br />
ik met mijn reflectie<br />
op de eerste les<br />
reken<strong>in</strong>g te houden.<br />
Alle leerl<strong>in</strong>gen hebben<br />
3. Overleg<br />
<strong>een</strong> zonnebloempit<br />
geplant. Op <strong>een</strong> formulier<br />
houden ze dagelijks bij hoe groot hun plant is geworden. Voor de<br />
les worden ze <strong>in</strong> groepjes verdeeld. Een groepje van drie leerl<strong>in</strong>gen heeft<br />
zo drie formulieren waarop de groei van drie planten is bijgehouden. Ze<br />
krijgen de opdracht om de gegevens van de groei van hun planten <strong>in</strong> één<br />
figuur verwerken.<br />
Er zijn allerlei <strong>in</strong>teressante gegevens waarover ze nu moeten overleggen.<br />
Ze moeten bijvoorbeeld <strong>een</strong> besliss<strong>in</strong>g nemen over hoe ze de gegevens<br />
<strong>in</strong> <strong>een</strong> grafiek kunnen verwerken. Zo hebben de leerl<strong>in</strong>gen van de grafiek<br />
<strong>in</strong> afbeeld<strong>in</strong>g 4 onder andere:<br />
• <strong>een</strong> zonnebloempit laten ‘verdr<strong>in</strong>ken’, die is niet boven gekomen (g<strong>een</strong><br />
paarse lijn);<br />
• <strong>een</strong> pit zo diep <strong>in</strong> de pot geplant, dat deze pas veel later boven kwam<br />
(de groene lijn);<br />
• <strong>een</strong> plant die halverwege geknakt is (gele lijn).<br />
In het weekend hebben de leerl<strong>in</strong>gen niet kunnen meten. Ik ben benieuwd<br />
hoe ze dit oplossen bij het maken van de grafieken. Wat doen ze<br />
met (ontbrekende) gegevens? Welke schaalverdel<strong>in</strong>g hanteren ze?<br />
2. Staafgrafiek afkomstig uit De Volkskrant<br />
Rondlopend door de klas stel ik vragen, zoals:<br />
hoe kun je <strong>in</strong> deze grafiek zien dat <strong>een</strong> plant is<br />
doodgegaan, of wat doe je met zaterdag en zondag?<br />
Het valt op dat alle groepen de zaterdag<br />
en zondag niet opnemen <strong>in</strong> hun grafiek.<br />
4. Hoe geef je dat nou helder weer?<br />
oploss<strong>in</strong>gen en nabesprek<strong>in</strong>g<br />
Vrijwel alle groepen maken <strong>een</strong> lijngrafiek, één<br />
groep maakt <strong>een</strong> staafdiagram (zie afbeeld<strong>in</strong>g<br />
5). Planten die doodgegaan zijn worden genoteerd<br />
<strong>in</strong> de grafiek, maar de manieren waarop<br />
zijn verschillend.<br />
5. De enige staafdiagram<br />
<strong>Volgens</strong> <strong>Bartjens</strong> jaargang 32 2012/2013 nr. 1<br />
15
dag waarop de pit geplant is en hebben dus eerst <strong>een</strong> paar dagen <strong>een</strong><br />
horizontale lijn over de x-as (zie afbeeld<strong>in</strong>g 8). Dat is mooi, want dan is te<br />
zien hoe lang het duurt voordat er <strong>een</strong> plant te zien is. Door genoemde<br />
besliss<strong>in</strong>gen te bespreken en te vergelijken, komen de leerl<strong>in</strong>gen tot conclusies<br />
wat dat betekent voor de duidelijkheid van de grafiek.<br />
Het is <strong>een</strong> goed idee om leerl<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> zo’n les <strong>een</strong> tekst bij hun grafiek te<br />
laten schrijven waar<strong>in</strong> ze <strong>een</strong> toelicht<strong>in</strong>g geven op hun grafiek. Hierdoor<br />
worden ze gedwongen na te denken over de genomen besliss<strong>in</strong>gen en<br />
deze te verwoorden.<br />
6. Wat doe je met gestorven plantjes?<br />
Een groep laat de lijn e<strong>in</strong>digen en zet er <strong>een</strong><br />
kruis bij, <strong>een</strong> andere groep laat de lijn naar het<br />
nulpunt zakken en laat hem verder horizontaal<br />
over de x-as lopen, ter verduidelijk<strong>in</strong>g staat daar<br />
nog <strong>een</strong> kruis en ‘R.I.P.’ bij (zie afbeeld<strong>in</strong>g 6).<br />
Aan het e<strong>in</strong>d van de les komen <strong>in</strong> het klassengesprek<br />
al deze besliss<strong>in</strong>gen aan de orde. De<br />
leerl<strong>in</strong>gen geven aan dat het eigenlijk niet uitmaakt<br />
of je voor <strong>een</strong> lijn- of staafgrafiek kiest,<br />
want je kunt langs de staafjes <strong>een</strong> lijn trekken<br />
en dan is het <strong>een</strong> lijngrafiek. We bespreken hoe<br />
<strong>een</strong> dode plant het beste <strong>in</strong> de grafiek opgenomen<br />
kan worden. Uite<strong>in</strong>delijk is ieder<strong>een</strong> het er<br />
over <strong>een</strong>s dat het het beste is om de lijn te laten<br />
e<strong>in</strong>digen op de dag dat de plant doodgaat. Niet<br />
de lijn naar de horizontale as te laten zakken<br />
zoals <strong>in</strong> afbeeld<strong>in</strong>g 6, want dan lijkt het of de<br />
plant krimpt. We bespreken wat er gebeurt door<br />
het ontbreken van de weekends <strong>in</strong> de x-as. Het<br />
weekend moet <strong>in</strong> de tijdlijn worden opgenomen<br />
is de conclusie, zodat het niet lijkt alsof de<br />
plant tussen vrijdag en maandag <strong>in</strong><strong>een</strong>s sneller<br />
groeit. Ook vergelijken we de grafieken op de<br />
beg<strong>in</strong>datum. Sommige leerl<strong>in</strong>gen nemen als<br />
startpunt de dag waarop de plant opgekomen<br />
is (zie afbeeld<strong>in</strong>g 7), anderen beg<strong>in</strong>nen bij de<br />
Conclusie<br />
De keuze voor de grafiek aan de hand van de groei van <strong>een</strong> zonnebloempit<br />
blijkt <strong>een</strong> hele goede. Al b<strong>in</strong>nen <strong>een</strong> paar dagen groeit er <strong>een</strong> plant en<br />
dat gaat vervolgens behoorlijk hard. Zo valt er wel wat te meten! En weer<br />
te geven <strong>in</strong> <strong>een</strong> grafiek.<br />
De leerl<strong>in</strong>gen zijn nu allemaal met hetzelfde probleem bezig geweest:<br />
hoe zet ik de groei van <strong>een</strong> zonnebloempit <strong>in</strong> <strong>een</strong> grafiek? In het klassengesprek<br />
is het dan voor hen <strong>in</strong>teressant om te zien hoe anderen met<br />
lastige punten zijn omgegaan. Wat is het nulpunt bijvoorbeeld van de<br />
grafiek? Is dat de dag waarop de plant bovenkomt, of de dag dat de pit<br />
is geplant? Dat is <strong>een</strong> belangrijk gegeven waar de leerl<strong>in</strong>gen nu <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong><br />
hebben, <strong>een</strong> big idea! Een ander big idea is dat de verdel<strong>in</strong>g op de assen<br />
gelijkmatig moet zijn, het weekend weglaten omdat daar g<strong>een</strong> meetgegevens<br />
van zijn, kan dus niet. Zo zijn verschillende kern<strong>in</strong>zichten rond het<br />
maken van <strong>een</strong> grafiek aan bod gekomen <strong>in</strong> <strong>een</strong> betekenisvolle context<br />
voor de leerl<strong>in</strong>gen. Ze hebben nagedacht over en oploss<strong>in</strong>gen gevonden<br />
voor verschillend problemen zoals: hoe zet je gegevens <strong>in</strong> <strong>een</strong> grafiek,<br />
wat kun je eruit aflezen en hoe kun je ze gebruiken.<br />
Leerzame lessen voor de leerl<strong>in</strong>gen en voor mij.<br />
De auteur was tijdens het schrijven van dit artikel student aan de<br />
Marnixacademie <strong>in</strong> Utrecht.<br />
Met dank aan groep 8 van De Uilenburcht te Driebergen en Ans Veltman en<br />
Erica de Goeij van de vakm<strong>in</strong>or rekenen, Marnixacademie, Utrecht.<br />
Literatuur<br />
Dolk, M. (2005/2006). Aandacht voor ‘big ideas’ <strong>in</strong> de wiskunde. K<strong>in</strong>deren<br />
discussiëren over hun wiskundige ontdekk<strong>in</strong>gen. <strong>Volgens</strong> <strong>Bartjens</strong>, 25 (2), 4-7.<br />
TAL-team (2007). Meten en meetkunde <strong>in</strong> de bovenbouw. Tussendoelen Annex<br />
Leerlijnen. Gron<strong>in</strong>gen/Houten: Wolters-Noordhoff.<br />
7 8<br />
Afbeeld<strong>in</strong>g 7 en 8: Hoe kies je het beg<strong>in</strong>punt?<br />
16 <strong>Volgens</strong> <strong>Bartjens</strong> jaargang 32 2012/2013 nr. 1