ZWEMMEN REGLEMENT - Parantee
ZWEMMEN REGLEMENT - Parantee
ZWEMMEN REGLEMENT - Parantee
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3.5.4.3 Een zwemmer die de armbeweging uitvoert met één arm, mag bij elk<br />
keerpunt en het einde van de wedstrijd de muur met één arm/hand<br />
aantikken.<br />
3.5.4.4 Een zwemmer die de armcyclus uitvoert met twee armen maar een<br />
beperking heeft in de schouder of elleboog, moet bij elk keerpunt en het<br />
einde van de wedstrijd enkel met de langste arm de muur aanraken.<br />
Beide armen moeten echter gelijktijdig een strekbeweging uitvoeren.<br />
3.5.4.5 S11-12 zwemmers die te dicht bij de vlotterlijn van hun baan zwemmen,<br />
kunnen problemen ondervinden met het gelijktijdig aantikken bij<br />
keerpunten en aankomst. Indien de zwemmer geen voordeel behaalt uit<br />
het niet gelijktijdig aantikken, wordt hij niet gediskwalificeerd.<br />
3.5.4.6 Een zwemmer zonder functionele benen mag, om de muur aan te raken,<br />
bij elk keerpunt en bij aankomst van de wedstrijd een halve slag<br />
uitvoeren met de arm(en) onder water om voorwaarts terugkeren tot de<br />
uitgangspositie.<br />
3.5.5 Na de start en na elk keerpunt is het de zwemmer toegestaan één of meerdere<br />
bewegingen met de voeten en één armtrekbeweging onder water uit te voeren<br />
om terug aan het wateroppervlak te komen. Het is de zwemmer toegestaan<br />
maximaal 15m volledig onder water te blijven na start en keerpunt. Op dat punt<br />
moet het hoofd het wateroppervlak doorbroken hebben. De zwemmer moet aan<br />
het wateroppervlak blijven tot het volgende keerpunt of tot aan de aankomst.<br />
3.6 Wisselslag<br />
3.6.1 In de individuele wisselslag zwemt de zwemmer de vier te zwemmen stijlen in<br />
deze volgorde: vlinderslag, rugslag, schoolslag en vrije slag. Elke slag dient een<br />
kwart (1/4) van de af te leggen afstand te omvatten.<br />
3.6.1.1 In de 150m en 75m individuele wisselslag moet de zwemmer drie stijlen<br />
in deze volgorde afwerken: rugslag, schoolslag en vrije slag. Elke slag<br />
dient één derde (1/3) van de af te leggen afstand te omvatten.<br />
3.6.2 In de wisselslag aflossing zwemmen de zwemmers de vier te zwemmen stijlen in<br />
deze volgorde: rugslag, schoolslag, vlinderslag en vrije slag.<br />
3.6.3 SM 9.3. Elk deel van de wisselslag dient beëindigd te worden in overeenkomst<br />
met de regels van de betreffende stijl.<br />
<strong>REGLEMENT</strong> <strong>ZWEMMEN</strong> | 2011-2014 | 56
Change language