ZWEMMEN REGLEMENT - Parantee

3.8.7 Wanneer een overtreding de gunstige uitslag van een zwemmer in gevaar
brengt, kan de kamprechter beslissen hem toe te laten tot een volgende reeks.
Indien de overtreding in een finale of in de laatste reeks plaats vindt, kan hij
beslissen deze opnieuw te laten herzwemmen. (SM10.15)
3.8.7.1 Voor zwemmers met een visuele handicap geldt dat als een
onopzettelijke fout zou gebeuren tijdens een wedstrijd – veroorzaakt
doordat een zwemmer na de start of na een keerpunt bovenkomt in een
baan die in gebruik is door een andere zwemmer, of te dicht bij de
vlotterlijn van zijn baan zwemt, enz. – de kamprechter kan beslissen om
één of alle zwemmers opnieuw te laten zwemmen. Als de fout gebeurt in
een finale, mag de kamprechter beslissen om de finale opnieuw te laten
zwemmen.
3.8.8 S11, SB11 en SM11 zwemmers, met uitzondering van die zwemmers die in beide
ogen protheses hebben, zijn verplicht om een ondoorschijnende
(zwartgemaakte) zwembril te gebruiken. S11, SB11 en SM11 zwemmers van wie
de gezichtsstructuur het niet toelaat om een zwembril te dragen, zijn verplicht
om de ogen af te dekken met een niet doorschijnende bedekking. De brillen van
de S11, SB11 en SM11 zwemmers worden bij aankomst van het respectievelijke
event gecontroleerd.
3.8.8.1 Indien de zwembril per ongeluk afvalt bij de duik of breekt tijdens de
wedstrijd, wordt de zwemmer niet gediskwalificeerd.
3.8.9 Een zwemmer mag geen hulpmiddel of zwempak gebruiken om zijn snelheid,
drijfvermogen, uithoudingsvermogen te verhogen gedurende de wedstrijd (bv.
Handschoenen met tussenweb, zwemvliezen, vinnen, enz.) (SM10.8). Elke vorm
van strapping die onverwachte bewegingen verhindert, is verboden. Het
gebruik van medische tape is niet toegestaan, met uitzondering van de situaties
beschreven in paragraaf 6.2.5.
3.8.9.1 Geen enkele zwemmer mag een protheses en /of ortheses gebruiken
tijdens de wedstrijd (tenzij een oogprothese).
3.8.10 Een zwemmer die niet ingeschreven werd voor een reeks, en die in het water
gaat terwijl een nummer bezig is en dus alvorens alle zwemmers de wedstrijd
beëindigd hebben, wordt gediskwalificeerd voor zijn eerstvolgende wedstrijd
(SM10.9).
3.8.11 Een zwemmer die zijn wedstrijd of zijn deel van een aflossingswedstrijd
beëindigd heeft, dient zo snel mogelijk het water te verlaten zonder evenwel een
andere zwemmer, die zijn wedstrijd nog niet beëindigd heeft, te hinderen
(SM10.14).
3.8.11.1 S1-5 zwemmers mogen in hun baan blijven tot de laatste zwemmer
van het team de wedstrijd beëindigd heeft. Een zwemmer die in het
water blijft, moet op een korte afstand van het einde van het
zwembad gaan staan, dicht bij de vlotterlijn van de baan maar
zonder een andere zwemmer in een andere baan te hinderen.
REGLEMENT ZWEMMEN | 2011-2014 | 60