Klik hier - Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de ...

milieuscreening RUP ‘Sabbestraat’’
Besluit
Er zijn geen redelijke alternatieven te formuleren voor het planningsinitiatief.
4.2. MILIEUAFWEGINGEN
Een vergelijking van de huidige toestand van het studiegebied met de toestand van het studiegebied tijdens en na de uitvoering van het plan (geplande situatie) toont aan dat er
geen aanzienlijke of significante milieueffecten gegenereerd worden.
4.2.1 Aanzienlijke grens- of gewestgrensoverschrijdende milieueffecten
Gezien de aard van de beoogde bestemming m.n. het formuleren van een concrete invulling van de zone voor sociale huisvesting (art. 15 BPA ‘Het Dorp’ – Val-Meer, 6ha 81a)),
waarbij het ganse centrale en noordelijke deel gehandhaafd zal blijven als groen binnengebied met een behoud en versterking van de bestaande waardevolle kleine
landschapselementen en enkel het zuidelijke deel (2ha 20a) aansluitend op de bestaande en voorziene ontsluitingswegen zal ontwikkeld worden voor grondgebonden woningen
(circa 30 woningen), zal het voorgenomen plan geen grens- of gewestgrensoverschrijdende milieueffecten hebben.
4.2.2 Effecten op de bodem
Het planningsinitiatief voorziet een woonontwikkeling ten zuiden in het plangebied van maximaal ongeveer 2ha 20a (= ongeveer 33 woningen). De resterende oppervlakte van
ongeveer 9ha 67a blijft gehandhaafd als binnenliggende groenzone.
Het identificeren, meten en voorspellen van milieueffecten op of via de bodem gebeurt voornamelijk via de bodemkenmerken en –hoedanigheden. Wijzigingen van de bodem
(ruim opgevat) worden meestal negatief beoordeeld omdat ze een verlies of verslechtering van de structuur inhouden. Het aanleggen van bijv. gebouwen, nieuwe wegen e.d. gaat
gepaard met vergraving. Hierdoor treden structuur- en profielwijzigingen op in de bodem. Tijdelijke bemaling zorgt voor een wijziging van het bodemvochtregime. Daarnaast kan
een kwaliteitswijziging in de bodem optreden t.g.v. bemaling en bestaat het risico op zettingen. Dit alles zal gebeuren in de zuidzijde van het plangebied (2ha 15a).
Het planningsinitiatief betreft in oorsprong vochtige leemgrond
(zie bodemkaart) in landbouwgebruik.
De percelen waarop de woonontwikkeling gepland wordt zijn
momenteel in gebruik als akker.
Figuur: Bodemkaart
afdeling ruimtelijke ordening en leefmilieu _ j m e r k e n , stedenbouwkundige 15