09.05.2014 Views

Sri Lanka

Ceylon heeft vele namen gehad: Tambapanni, Taprobane, Serendib (zo noemden de Arabieren het), Zeilan, Seyllan, Ceilao, Ceylon, Sri Lanka. Deze laatste naam, die sedert 25 eeuwen gebruikt werd,

Ceylon heeft vele namen gehad: Tambapanni, Taprobane,
Serendib (zo noemden de Arabieren het), Zeilan, Seyllan,
Ceilao, Ceylon, Sri Lanka. Deze laatste naam, die sedert
25 eeuwen gebruikt werd,

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

4<br />

KAREL HOEKENDIJK


SRI LANKA<br />

door<br />

KAREL HOEKENDIJK


SRI LANKA<br />

"Wanneer men van het eiland Angaman ongeveer duizend mijlen<br />

in zuidwestelijke richting zeilt, komt men bij het eiland<br />

Zeilan. Dit is naar grootte en ook in ander opzicht het beste<br />

eiland van de wereld. De koning die over het eiland regeert, is<br />

aan geen andere koning schatplichtig. De bewoners zijn afgodendienaars,<br />

ze gaan slechts in een smalle lendendoek gekleed.<br />

Er groeit geen koren op het eiland, slechts rijst en kokos waaruit<br />

olie wordt gewonnen. De schoonste edelstenen van de<br />

wereld worden op dit eiland gevonden: robijnen, saffieren,<br />

topazen, amethysten en andere kostbare stenen.<br />

De bewoners zijn ongeschikt voor de oorlog, wanneer soldaten<br />

nodig zijn, moeten deze uit de Saraceense buurlanden<br />

worden aangeworven ... "<br />

Zo beschreef de Venetiaanse wereldreiziger Marco Polo in<br />

1295 het eiland Ceylon, dat hij op zijn verre reizen in het<br />

Verre Oosten had leren kennen. Vandaag vliegt het Europese<br />

straalvliegtuig vanuit Europa in 15 uur naar Ceylon en landt<br />

comfortabel op het Bandaranaike vliegveld, even buiten<br />

Colombo. De route via Athene, Karatshi, Bombay, naar<br />

Colombo wordt naar de wereldreiziger, de "Marco Polo"­<br />

route genoemd.<br />

Ceylon heeft vele namen gehad: Tambapanni, Taprobane,<br />

Serendib (zo noemden de Arabieren het), Zeilan, Seyllan,<br />

Ceilao, Ceylon, <strong>Sri</strong> <strong>Lanka</strong>. Deze laatste naam, die sedert<br />

25 eeuwen gebruikt werd, is thans weer de officiële naam<br />

geworden: <strong>Sri</strong> <strong>Lanka</strong>.<br />

Portugezen landden in de 16e eeuw op Ceylon, een gedeelte<br />

van het eiland werd veroverd, men vestigde daar een kolonie,<br />

noemde de hoofdstad naar Columbus en tot op heden heet<br />

deze Colombo.<br />

Daarna hebben de Hollanders, in de 18e eeuw, het eiland hon-<br />

3


derd jaar tot kolonie gehad, als welkom tussenstation op de<br />

Oost Indië-route. Vervolgens heersten de Engelsen op het<br />

eiland, in de 1ge eeuw. Sedert 1948 is Ceylon een onafuankelijke<br />

eiland-republiek.<br />

Het eiland Ceylon telt 11 miljoen inwoners en wordt voornamelijk<br />

door Singhalesen en Tamils bewoond. De rest van de<br />

bevolking bestaat uit minderheidsgroepen, als Moren, Arabieren,<br />

Burgers, Eurasiaten, Maleiërs. Er zijn nog enkele van de<br />

originele inwoners, de Veddah.<br />

De officiële taal van het eiland is "Singhalees", een andere<br />

veel gesproken taal is het" Tamil", overal wordt nog Engels<br />

gesproken, althans verstaan.<br />

Ceylon, 500 km lang en 300 km breed, is paradijselijk schoon<br />

en met geen ander tropisch land te vergelijken, met geen andere<br />

Oosterse cultuur ook, met zijn vele tempels en tempelruïnes,<br />

kloosters, oude paleizen, verzonken steden, stupa's,<br />

dagoba's, heilige plaatsen, standbeelden, altaren. Het heeft de<br />

meest flamboyante religieuse processies en feesten van het<br />

hele Oosten. Maar ook prachtige witte stranden langs de<br />

smaragdgroene Indische oceaan, palmentuinen, rijstvelden,<br />

ondoordringbare oerwouden, wildreservaten, bergtoppen (de<br />

hoogste bergtop is 8292 voet hoog, in Pidurutalagala), waar<br />

de fameuse thee groeit op uitgestrekte plantages.<br />

Maar het eiland is vanaf het begin, ja van oude tijden zeer gezocht<br />

geweest voor zijn edelstenen. De Grieken en Romeinen,<br />

Arabieren en Chinezen, kwamen met hun vloten om specerijen,<br />

maar vooral edelstenen te halen. Men vertelt dat Koning<br />

Salomo de Koningin van Sheba behaagde met saffieren en<br />

robijnen die hij liet halen uit de edelstenen-mijnen van Ratnapura.<br />

Inderdaad nergens anders in de wereld worden zovele<br />

mineralen en edelsteen-soorten in zo'n klein area gevonden en<br />

in zulk een pracht, als op Ceylon. In de rivieren worden nog<br />

steeds deze stenen gewassen uit de kiezelbeddingen.<br />

Toen Europa nog een land van eindeloze wouden was, hadden<br />

de Ceylonese koningen van hun eiland reeds een paradijselijke<br />

tuin gemaakt van waar roem uitging tot ver buiten<br />

de landsgrenzen. Het eiland werd dan ook met een keur van<br />

verheven namen geprezen. De Indiërs noemden het" Tapijt<br />

van rode lotusbloemen"; de Chinezen "Juwelen-eiland"; anderen<br />

"Eiland van luister"; weer anderen "Parel van het Oosten".<br />

4


De ruïnes van de door het oerwoud overwoekerde oude Ceylone<br />

se steden getuigen nog van de grootheid van de antieke<br />

Singhalese cultuur. Slechts een klein gedeelte is aan de overwoekering<br />

van het oerwoud ontrukt, maar de zoekers naar<br />

oude culturen vinden steeds weer resten van koningspaleizen<br />

en woningen van edelen; van de uit hout opgetrokken gebouwen<br />

werden slechts de stenen fundamenten gevonden. De<br />

stenen tempels, de stupa's en dagoba's, de enorme uit rotsen<br />

uitgehakte Buddhabeelden, hebben de vele eeuwen getrotseerd.<br />

Zij zijn de uiterlijke tekenen van een krachtige, Buddhistische<br />

cultuur, naast de wereldlijke machtsinvloed van<br />

beroemde Singhalese koninkrijken.<br />

Ceylon speelt in de geschiedenis van het Buddhisme een dominerende<br />

rol. Drie maal heeft Gautama Buddha tijdens zijn<br />

leven de bodem van Ceylon betreden. Reeds 250 v.c. is het<br />

Buddhisme naar Ceylon gekomen. De Ceylonese stupa's en<br />

dagoba's zijn de oudste historische monumenten van het<br />

Buddhisme in geheel Azië. De stupa's of relikwie-tempels<br />

werden op oude Vedische grafheuvels gebouwd en symboliseren<br />

in haar vorm de kosmische berg, de navel der wereld.<br />

De Buddhistische bouwmeesters dachten bij het bouwen van<br />

hun tempels aan geheel andere dingen dan de Hindu-architecten.<br />

Het Hinduïsme tracht de idee van het mystieke en goddelijke<br />

in haar gebouwen te realiseren. De Hindu-tempel, waar<br />

slechts een enkele priester dienst doet, verbergt het godenbeeld<br />

in het halfduister, nauwelijks voor menselijke ogen te onderscheiden;<br />

het Buddhisme .bouwt haar heiligdommen ruim en<br />

luchtig, er schijnt helder licht van buiten in alle zalen, gangen<br />

en ruimten. De tempels zijn een religieuse en esthetische uitdrukking<br />

van het Oosterse leven, een afbeelding van het universum.De<br />

tempel is een microkosmos, een afspiegeling van<br />

het aardse en goddelijke. Het middelpunt ligt in het heiligdom,<br />

de zetel der godheid, de heilige berg, de as van de wereld. De<br />

tempel is door muren omgeven, aan vier belangrijke punten<br />

zijn poorten uitgespaard, die de openingen in het gewelf van<br />

de hemel voorstellen, de sterren, als verbindingen tussen goden<br />

en mensen.<br />

De tempels verschillen van kleine, primitieve straattempeltjes,<br />

met een lage aarden wal eromheen, tot de enorme, prachtige<br />

tempelpaleizen uit de 16e eeuw in het zuidoosten van India,<br />

5


zoals wij zagen in de beroemde tempelstad Madoerai in India,<br />

met haar gebouwencomplex van kloosters, monumentale<br />

beeldengalerijen, zuilengangen en uitgestrekte vijvers, zij lijken<br />

zelf steden. Madoerai telt 4000 heilige plaatsen!<br />

Anuradhapura, de oudste van de historische steden van Ceylon,<br />

is reeds in de 4e eeuw v.C. een bloeiende stad geweest. In<br />

de kroniek van de Ceylonese geschiedenis, zoals die door de<br />

"Bhikku' s", Buddhistische monniken, opgetekend werd,<br />

heette het dat Anuradhapura een goed aangelegde stad was<br />

met woonkwartieren voor jagers en vissers, handelaren en boeren,<br />

smeden en straatvegers; ook kwartieren voor andere rassen<br />

en godsdiensten, die" Yona", naar het Griekse woord,<br />

werden genoemd (loniërs). Deze stad lag aan een vernuftig<br />

bevloeiings-systeem van grote kunstmatige meren voor drinkwater,<br />

dat met veel technisch kunnen werd aangelegd. Om<br />

1200 vierkante km oerwoud te bevloeien zou met de hedendaagse<br />

technische middelen reeds een grote opgave zijn. Maar<br />

men was zuinig met water, "geen druppel water mag in zee<br />

stromen, zonder de gemeenschap gediend te hebben", was het<br />

bevel van koning Parakrama Bahu.<br />

Tot in de ge eeuw n.c. was Anuradhapura de hoofdstad van<br />

het Ceylonese koninkrijk. Toen werd het land door Indische<br />

indringers, de "Chola"-stammen, veroverd en de stad verwoest.<br />

De latere koningen bouwden een nieuwe hoofdstad<br />

die beter tegen vijanden beschut was: Poponnaruwa. Ook<br />

werd Sigiriya gebouwd, dat heden nog bekend staat door de<br />

in de historische grottempel gevonden befaamde Sigiri-fresco's,<br />

die veel bezoekers trekken.<br />

De ruïnes van Anuradhapura en Poponnaruwa werden in 1817<br />

door een Britse officier bij toeval ontdekt. De Engelsen hebben<br />

veel begrip voor de archeologische waarde van historische<br />

steden, de laatste eeuwen worden deze systematisch uitgegraven.'<br />

Deze plaatsen zijn nooit uit het bewustzijn van het Ceylone<br />

se volk geraakt, ze zijn tot heilige oorden gebleven, die door<br />

talloze pelgrims worden bezocht.<br />

Zo staat in Anuradhapura de heilige "Bo"-boom, de "roemrijke,<br />

hoogste heer, heilige "Bo-boom", de "J aya, <strong>Sri</strong> Maha<br />

Bodin Wahasa". Hij is gegroeid uit een loot van de originele<br />

boom, waaronder Gautama Buddha zijn "verlichting" heeft<br />

6


SRI<br />

o<br />

ANURADHAPURA<br />

SIGIRIYA<br />

o 0<br />

KANDY<br />

• • BALANGADO<br />

•<br />

Op bovenstaande kaart worden de oude steden met cirkeltjes<br />

aangeduid; de plaatsen waar wij in 1968,1969,1970,1972,<br />

1974,1975 en 1976 campagnes hielden, in zwarte punten.<br />

7


gekregen. Het is de oudste historisch bekende boom van de<br />

wereld, 2320 jaar oud, drager van talloze legenden, door miljoenen<br />

mensen bezocht en vereerd. Overal gestut en omhoog<br />

gehouden door een draagmuur van terrassen. De gelovigen<br />

komen en gaan, knielen neer en mediteren, ze leggen bloemen<br />

neer, de heilige lotus en de jasmijn, magnolia en franki-pani,<br />

ze branden duizenden wierookstokjes.<br />

In Anuradhapura staat ook de eeuwenoude "Ruanweli"­<br />

dagoba, een bouwwerk uit de 2e eeuw v.C., even indrukwekkend<br />

als de piramiden van Egypte. Enige jaren geleden is het<br />

bouwwerk gerestaureerd, de toren met goud beslagen en aan<br />

de top flonkert ~n groot bergkristal.<br />

Poponnaruwa, de latere hoofdstad, met haar bouw werd in de<br />

ge eeuw begonnen, raakte in de 12e eeuw in verval. Slechts de<br />

gewijde gebouwen zijn bewaard gebleven en zoveel mogelijk<br />

gerestaureerd. Ook zijn daar de kolossale Buddha-beelden, de<br />

drie "Gal Vihara"-figuren, reusachtige uit de rotsen gehouwen<br />

plastieken van de mediterende, staande en stervende<br />

Buddha, de grootste van deze figuren is 113 meter hoog, zij<br />

staan in Aukana. Deze beelden zijn waarschijnlijk de best geconserveerde<br />

religieuse beelden van geheel Azië, ze zijn ontstaan<br />

onder de regering van koning Dhatusena, in de Se eeuw<br />

v.C.<br />

De laatste hoofdstad van het Singhalese koninkrijk is Kandy,<br />

op oude kaarten "Candia", 115 km noordoostelijk van Colombo,<br />

in een prachtig, bosrijk heuvelland, aan een kunstmatig<br />

meer. In de 14e eeuw gebouwd, werd Kandy in 1610<br />

door een Portugese generaal veroverd en platgebrand. Zij<br />

werd weer opgebouwd en tot in de 1ge eeuw resideerden daar<br />

de Singhalese koningen. In 1815 werd in de "Audience Hall"<br />

in Kandy het verdrag getekend, waardoor het laatste zelfstandige<br />

koninkrijk van Ceylon aan de Britten toeviel.<br />

In Kandy is het geestelijk centrum van het Buddhisme in <strong>Sri</strong><br />

<strong>Lanka</strong>. Daar bevindt zich in de stupa van de "Dalada Maligawa"-tempel<br />

het kostbaarste relikwie van het Buddhisme, de<br />

"heilige tand". Men beweert dat dit de rechteroogtand van<br />

Buddha is en 1500 jaar geleden heimelijk naar Ceylon overgebracht,<br />

in de haarwrong van een jonge vrouw verborgen,<br />

Sita, die met haar man, Rama, naar Ceylon reisde. "Bhikku's",<br />

8


Buddhistische monniken, die ik er over vroeg, maakten een<br />

vergelijking met de reis van een andere jonge vrouw, Maria,<br />

die met haar man Jozef, incognito, met "het goddelijke",<br />

naar het onbekende land trokken.<br />

Jaarlijks wordt een replica van deze heilige relikwie, in feestelijke<br />

optocht, de "Esala Perahera"-processie, door de straten<br />

van de stad gevoerd. Men heeft deze replica in een prachtig<br />

miniatuur-tempeltje op de rug van "Radjah", de gewijde olifant,<br />

geplaatst, waar de mensen het goed kunnen zien. Deze<br />

olifant heeft heel zijn leven niets anders gedaan dan slechts<br />

bij de "Perahera" de heilige relikwie ronddragen.<br />

Met enkele onderbrekingen wordt deze "Perahera" reeds<br />

eeuwen getrouw gehouden, het is een hoog, heilig gebeuren,<br />

waarin het gehele volk betrokken is. De "Kandy-dansers",<br />

tempeldansers, die de heilige schrijn begeleiden, dragen nog<br />

hun historische danskostuums, hun witte broeken en de 2'1.<br />

kilo zware regalia op het naakte bovenlijf, hun zilveren hoeden<br />

zijn duidelijk geïnspireerd door de Middeleeuwse soldatenhelmen<br />

der Portugezen. Deze "Ves-dansers" maken ingewikkelde<br />

dansfiguren van zeer oude oriëntalische oorsprong,<br />

bezwerend en agressief van afweer, hun dans was van origine<br />

ingesteld tot verdrijving van boze geesten, maar ook tot meerdere<br />

glorie van Buddha. Deze mannelijke en hoogst gedisciplineerde<br />

dans wordt beschouwd als een kostbare en unieke<br />

bijdrage tot de culturele erfenis van het volk. De dansers zijn<br />

speciaal uitgekozen, schone en gewijde jongemannen, die een<br />

aparte kaste vormen.<br />

Negen achtereenvolgende nachten, aan het eind van juli, begin<br />

augustus, wordt plechtig deze replica van het heilige relikwie<br />

rondgedragen in deze processie van honderd, soms driehonderd<br />

rijkversierde, bontgeschilderde en met prachtige kleden gedrapeerde<br />

olifanten, geëscorteerd en "bereden" door hoogwaardigheidsbekleders,<br />

regeringsvertegenwoordigers en hoge geestelijkheid,<br />

in prachtige, historische, ceremoniële gewaden. Een<br />

sprookjesachtig schouwspel van onwaarschijnlijke luister is<br />

ieder jaar deze nachtelijke processie, de laatste dag, de tiende,<br />

is de "Perahera" overdag. Dan komen uit de gehele wereld de<br />

toeristen om dit feest te fotograferen.<br />

De stoet van grote, versierde olifanten wordt begeleid naast<br />

ieder hun eigen "mahut", door 3000 dansers, trommelaars,<br />

9


drummers, gongslagers, fluitspelers, schalmeiblazers, cymbaaldragers,<br />

zangers, akrobaten, magiërs, fakirs, vaandelzwaaiers,<br />

toortsdragers, stoeten van in oranje gehulde "Bhikku's", alles<br />

omstuwd door honderdduizenden enthousiaste omstanders,<br />

die zingen, roepen, dansen langs en door alles heen. Dit<br />

schouwspel is onvergetelijk, als uit een andere wereld, als een<br />

oeroud Perzisch sprookje, of antieke Arabische koningslegende,<br />

een prachtig, donkergoud, oriëntalisch, nachtelijk spektakel<br />

als uit "Duizend en één nacht", feeërie en heksensabbath beide,<br />

demonisch en onwaarschijnlijk van schoonheid. Er zijn in<br />

het gehele Oosten niet zulke indrukwekkende manifestaties<br />

als deze, nergens een religieuse processie van dergelijke grootse<br />

allure, van zo'n bizarre pracht als de "Perahera" in <strong>Sri</strong> <strong>Lanka</strong>.<br />

Wij hebben in Maleisië de "Ramanan" gezien der Moslims; de<br />

"Thaipussam" der Hindu's in Singapore; de "Muruga" in<br />

Nallur in <strong>Sri</strong> <strong>Lanka</strong>; de offerfeesten en dansen op Bali; Hindufeesten<br />

in Madras; "Topekkong" van de Chinezen; Bloesemfeesten<br />

in Japan; Carnavals-feesten in Trinidad; maar nergens<br />

een religieus feest van zo'n omvang en duistere glorie, van<br />

zoveel dans en demonie, vuurgloed en verve, van gonzende<br />

gongs en dreunende drums, van uitgelaten mensenstemmen,<br />

van vooral zovele enorme, voortsjokkende, donkere reuzen<br />

van olifanten in bizarre outfit. Achter elk drietal olifanten die<br />

tesamen lopen, de grootste steeds in het midden, door "mahuts"<br />

geleid, trok men in het duister een wagentje mee met een verborgen<br />

accu; draden liepen listig onder de goudbestikte en<br />

van kostbare stenen doorvonkte purperen en smaragdgroene<br />

dekkleden van de dieren door en leverde stroom voor honderden<br />

kleine gloeilampjes, in reeksen en bogen gemonteerd rond<br />

de koppen en lijven der dieren, langs de lijnen van de tempel<br />

op de rug, guirlandes van gloeiende vonken langs deze beweeglijke<br />

mastodonten, die alles illumineerden, de ene groep van<br />

drie in goudbruin, de andere in helder blauw, andere weer in<br />

giftig groen, anderen in oudrood, alle groepen van drie dieren<br />

in een andere kleur, kitscherig opgesierd. Wat is dat jammer,<br />

deze "veramerikanisering", deze "vertechnising", deze reeksen<br />

van elektrische bolletjes van gekleurd licht langs deze lijven.<br />

Hoe zou alles mooier, waarsèhijnlijker, levendiger, origineler<br />

zijn met de oorspronkelijke verlichting van omhoog<br />

gestoken toortsen en flambouwen, in maanlicht.<br />

10


De "Esala Perahera"-feesten worden gevolgd door de "Gara<br />

Yakka"-ceremonieën. De "Walli Vak Managalaya" is een geheime<br />

ceremonie, geleid door de hoogste Buddhistische autoriteit<br />

in Kandy, de "Maha Vishnu Devale", gedurende 7 dagen<br />

na de "Perahera"-feesten. Het is een ceremonie die ingesteld<br />

is om degenen die aan deze "Perahera" hebben deelgenomen,<br />

te reinigen van alle eventuele bezoedelingen en<br />

ongerechtigheden die daar hebben plaatsgevonden. Het betekent<br />

het vrijwaren van invloeden van het "boze oog" en van<br />

beschadigingen door boze geesten. De climax van deze ceremonie<br />

is de dramatische binnenkomst van de "Gara Yakka",<br />

een mythologische figuur, een danser met een "Gara Yakka"­<br />

masker op, speelt deze figuur.<br />

In Ceylón is het Buddhisme de voornaamste "religie" en bestrijkt<br />

50% van de bevolking. Het is de enige "religie" zonder<br />

God. Buddha is niet een god, slechts "de Gids naar de waarheid".<br />

Het Hinduïsme (ingevoerd door de emigratie van duizenden<br />

arme arbeiders uit India, de "Tamils", die het werk<br />

deden dat de "verfijnde" Buddhisten weigerden te doen)<br />

beslaat 30%; het Rooms Katholicisme 10%; de Anglicaanse<br />

Kerk (restant uit het Engelse, koloniale tijdperk) 5% en de<br />

rest 5%, te verdelen onder de Methodisten, Dutch Reformed<br />

Church (restant uit het Hollandse kolonialisme), Luthersen,<br />

Jehovah's Getuigen, Adventisten, Pinkstermensen enz. Van<br />

deze laatste 5% is volgens de rapporten van de zendelingen,<br />

slechts een zeer gering percentage bekeerd.<br />

De Buddhisten zijn op dit eiland de aktiefsten, zeer fanatiek<br />

in afgesloten conventies, met krachtige invloeden op het<br />

politieke leven, het bankwezen en de handel. De Protestantse<br />

denominaties zijn zonder meer dor en droog te noemen, de<br />

kerken worden slecht bezocht. Onder de Pinkstergemeenten,<br />

er zijn twee groeperingen, is onenigheid en scheuring, men<br />

zoekt naar heroriëntatie, naar nieuwe leiders. Er zijn gebedsgroepen<br />

van deze kerken hier en daar, die al jaren bidden dat<br />

de Heer iemand wil zenden naar dit eiland, die opwekkingssamenkomsten<br />

komt houden, die leven en vuur zal brengen<br />

en de Gaven des Geestes terugbrengt in de diensten.<br />

Wij wisten van deze situatie niets af, toen de Heer ons toonde<br />

11


naar Ceylon te gaan. Wij waren bezig aan een serie crusades<br />

in het zuiden van India:, maar de Geest des Heren gebood ons<br />

daarmede te stoppen, het was in Vellore. We trokken in gehoorzaamheid<br />

naar Ceylon.<br />

Wij kenden daar niemand. Iemand gaf ons op het laatste moment<br />

voor de afreis een adres van een prediker in het noorden<br />

van het eiland, in de stad Jaffna. Wij schreven naar dit adres,<br />

de prediker nodigde ons uit, nadat hij in gebed deze zaak aan<br />

de Heer had voorgelegd. Hij vroeg ons zonder uitstel te willen<br />

komen, met het oog op de naderende regentijd. Wij arriveerden<br />

de lle oktober 1968 in Jaffna en begonnen de volgende<br />

dag, de 12e oktober met de eerste samenkomsten in Ceylon.<br />

Direct al aan het begin bemerkten wij in gesprekken dat wij<br />

nodig waren in dit land. De Heer ging gebeden die waren opgezonden,<br />

nu verhoren. Er was behoefte aan iemand die cam- ·<br />

pagnes ging houden in de grote, vergeten gebieden, die het<br />

volk Gods kwam aanmoedigen, de voorgangers onderrichten,<br />

heidenen bekeren, boze machten uitdrijven, zieken genezen.<br />

Onze komst werd met grote vreugde begroet, er werd hulp en<br />

medewerking aangeboden. Niet lang daarna bereikte ons een<br />

stroom van uitnodigingen van alle kanten van het eiland, eerst<br />

uit het noorden, daarna het vergeten oosten, het midden en<br />

het westen en zuiden. Wij waren nauwelijks begonnen, maar<br />

meteen begon overal het gesprek over onze bediening. Hoe<br />

meer wij campagnes hielden, hoe meer wij zagen dat God op<br />

een wonderbare manier ons had gezonden en ingezet, we<br />

konden heerlijk werk voor Hem doen.<br />

Ceylon was zelden door internationale evangelisten bezocht,<br />

de laatste prediker die in de openlucht sprak, hij sprak slechts<br />

één avond, was RonaId Brown, vele jaren geleden. Daarna was<br />

nooit iemand hier gekomen, we begrepen dat wij hier weer<br />

eersten zijn en weer onze bediening van grondleggers moeten<br />

waarmaken.<br />

Waarom reizen evangelisten Ceylon altijd voorbij? Waarom<br />

gaan ze wel altijd naar Noord-India, om dan hoog over Ceylon<br />

heen te vliegen en dan weer naar het aantrekkelijke Singapore<br />

te trekken? Hoe belangrijk is Ceylon! Hoe zeer noodzakelijk<br />

is juist opwekking voor dit eiland! Hoe wachten de weinige<br />

gelovigen op het bezoek van een opwekkingsprediker, hoe is<br />

daar jaren lang om gebeden en geloofd! Daarom waren wij<br />

12


de Heer zo dankbaar hier te zijn.<br />

Toen wij bemerkten dat vroeger Hollanders een tijdlang op<br />

dit eiland hadden gewoond, zeiden wij de mensen dat wij gekomen<br />

waren om dat werk af te ronden. Wij werden aangenaam<br />

ontvangen, als oude bekenden.<br />

De Portugezen zijn echter impopulair geweest op dit eiland,<br />

zij hebben alle tempels afgebroken, heilige plaatsen verwoest<br />

en het Rooms Katholieke geloof ingevoerd. Zij voerden nieuwe<br />

wetten in die niet waren aangepast aan de sfeer van Ceylon<br />

en heel hun optreden was ruwen wreed. De Hollanders waren<br />

verschillend, vreedzamer, zij deden veel goeds voor het eiland<br />

en de mensen. In 1700 veroverden de Hollanders Ceylon en<br />

hielden het ongeveer 100 jaar bezet.<br />

Zij bouwden steden en tot vandaag zijn er plaatsen op Ceylon<br />

die namen hebben als Amsterdam, Delft, Leyden, Rustenburg,<br />

enz. In Jaffna, Colombo, Galle bestaan nog door Hollanders<br />

gebouwde forten, handelshuizen, factorijen, regeringsgebouwen,<br />

zelfs paleizen, alles even solide en degelijk gebouwd. Er<br />

zijn verschillende vuurtorens uit die tijd, men wijst ons dijken,<br />

kanalen en irrigatiewerken die alle nog dienst doen. De huidige<br />

parlementsgebouwen, alle in volledig gebruik, werden door<br />

Hollanders gebouwd en een aantal kerken. Hollandse namen en<br />

wapens ziet men overal. Op het binnenplein van het Y.M.C.A.­<br />

gebouw in Colombo, een verbouwd factorijgebouw uit de<br />

Oost-Indische Compagnie is het wapen van Amsterdam te zien<br />

in originele kleuren.<br />

In Jaffna, in het centrum van een voortreffelijk bewaard fort<br />

dat thans een gevangenis is, staat een Dutch Reformed Church,<br />

een typisch oud-Vaderlandse kerk met gekalkte kerkbogen en<br />

bel;lken, oude balken, een gebeeldhouwde eiken preekstoel,<br />

statenbanken, een ouderwets orgel met pijpen en op de bodem<br />

van steen talloze zerken met oud-Hollandse teksten als:<br />

Hier leyt ...<br />

Deze kerk stond eeuwen leeg, raakte geheel in verval, maar<br />

werd onlangs door de Nederlandse Ambassade ontdekt en nu<br />

zorgvuldig gerestaureerd. Ik vroeg of ik als Hollander deze<br />

kerk kon huren om er het Evangelie te prediken, het zou heerlijk<br />

zijn deze Dutch Reformed Church voor opwekkingssamenkomsten<br />

te gebruiken. Maar mij werd officieel geant-<br />

13


woord dat deze kerk juist door een Amerikaans Kerkgenootschap<br />

voor vijftig jaar was gehuurd. Slechts één week per<br />

jaar zal daar worden vergaderd. Geen Volle Evangelie dus hier<br />

en bijna altijd staat het gebouw leeg. Weer een Godshuis dat<br />

een monument is geworden en zijn doel heeft gemist.<br />

In Colombo staan nog enkele oude, fraaie Dutch Reformed<br />

Churches, er was één gedateerd: 1745. Maar het zijn historische<br />

monumenten geworden, sommigen worden niet meer<br />

gebruikt. Van één dier kerken bezocht de dominee elke avond<br />

onze samenkomsten in Colombo en hij verlangde zo naar<br />

leven! Hij schudde mij trouw na elke dienst de hand en zei:<br />

"Dank u!" En soms zei hij: "Kunt u wat doen voor mijn<br />

Dutch Reformed Church, zij is zo dood, zo dood!" Het was<br />

zo intens triest deze man deze woorden te horen uitspreken,<br />

hij was zo ongelukkig. Ik ben niet in staat iets te doen en zei<br />

hem dat alleen de Heilige Geest hem kon helpen! Hij moest<br />

Hem alle plaats geven, alle kans om levend te maken. "Het is<br />

de Geest die levend maakt" (Joh. 6: 63). Op de laatste avond<br />

legde ik hem de handen op en smeekte de Geest Gods hem<br />

te vervullen en levend te maken. Als de voorganger levend is,<br />

is de kerk levend; als de voorganger dood is, is de kerk dood!<br />

Er zijn ook nog vele Hollandse namen onder de bevolking,<br />

van afstammelingen van de Hollandse kolonisten. Zij zijn<br />

overigens even zo donker gekleurd als de andere bewoners.<br />

Zij worden "Burgers" genoemd, in Engelse uitspraak. Er zijn<br />

Pinkstervoorgangers die Jansz heten en Loos. Men komt namen<br />

tegen als Koning en Vanburen, de hoofdcommissaris van<br />

politie, overigens een door en door Singhalees, heet Jack van<br />

Sanden, dus ook een "Burger".<br />

De degelijkheid van bouw uit de Hollandse tijd is van zulk<br />

een kwaliteit dat alle gebouwen nog in gebruik zijn, men zegt<br />

dat de funderingen en muurdikten zo zwaar zijn, dat ze niet<br />

te slopen blijken. Wij werden uitgenodigd op een lunch op<br />

het Gouvernementspaleis, door de President van de Senaat.<br />

Hij wees op het wetboek van Ceylon dat heden nog gebruikt<br />

wordt, het was nagenoeg geheel hetzelfde oude wetboek van<br />

de Hollanders. Hij wees in zijn prachtig bureau op details, op<br />

de balken-zoldering, de forse muren, de deurpanelen, de<br />

raamkozijnen, hij zei dat de Hollanders dit gebouwd hadden.<br />

Hij gekscheerde: "De Hollanders werken voor de eeuwigheid!"<br />

14


Ik antwoordde: "Inderdaad Excellentie, dat doen wij, daarom<br />

zijn wij hier!" Hij keek mij aan, begreep wat ik bedoelde en<br />

lachte!<br />

De Hollanders, "the Dutch", hebben overigens een goede<br />

naam, ook al waren zij bezetters. De President zei ons: "De<br />

Portugezen braken alles af, de Hollanders bouwden op. Zij<br />

waren de eersten die onderwijs gaven en veel van de huidige<br />

schoolwetten stammen nog uit hun tijd!"<br />

Wij begonnen onze eerste campagne in het noorden van Ceylon,<br />

in Jaffna (vroeger: Jafanapatao), het was 12 oktober<br />

1968, bij broeder C. P. D. Arumainayagam. Deze prediker was<br />

10 jaar geleden een kleine huiskerk begonnen te leiden, die<br />

hij de weidse naam gaf van "Divine Deliverance Hall". Deze<br />

naam was wat misleidend en trok vaak rondtrekkende Buddhisten<br />

aan, die hem bezochten. Maar als br. Arumainayagam<br />

zijn getuigenis gaf, vertrokken ze weer, hem vriendelijk dankend.<br />

Op wonderbare wijze bracht de Heer ons tot deze broeder en<br />

zijn vrouw Lallita Grace. Hij is een Pinkstervoorganger, vrij,<br />

onafhankelijk, hij predikt onder de "Tamils" (Indiase Hindu's).<br />

Hij is een man die zijn Heer en Heiland hartelijk liefheeft en<br />

dient, maar getuigde tegenover ons, dat hij zijn vuur verloren<br />

had, zijn vroegere kracht. Hij bad de Heer om revival en riep:<br />

"Heer, zendt een prediker tot ons die opwekkingsvuur brengt!"<br />

De Heer zond ons toen tot hem en van die tijd af werken wij<br />

met hem samen in zijn gemeente. De gehele kerk werd aangestoken<br />

door nieuw vuur, de gelovigen werden vervuld met de<br />

Heilige Geest. Zijn gehele gezin en naaste familiekring eveneens.<br />

Hij komt uit een oud predikersgeslacht, ook zijn vrouw komt<br />

uit een familie van Christenpredikers. Er zijn nog meerdere<br />

leden van zijn familie prediker, ze zijn allen independant en<br />

leven uit geloof. Maar ze waren vermoeid geworden, "uitgepraat",<br />

geestelijk achterop geraakt. Wij onderwezen hen uitvoerig<br />

uit de Bijbel over de Gaven des Geestes, legden hen de<br />

handen op voor het ontvangen daarvan, zij namen het in geloof<br />

uit de handen van God, zij begonnen in tongen te spreken<br />

en te profeteren. 0, wat een vreugde heerste daar. We waren<br />

gelukkig dat we tijd genoeg hadden om veel zorg aan deze<br />

15


kleine groep te besteden, het "meerdere van de Heer" te<br />

onderwijzen en hen verder in te leiden in de Charismatische<br />

bediening. Hoe vaak heeft de Heer ons daarvoor gebruikt om<br />

moedeloze zendelingen en predikers aan te vuren en binnen<br />

te leiden in het overwinningsleven met de Heer. Halleluja!<br />

Hindu's zijn ernstige zoekers. In een kleine Hinäu-tempel<br />

buiten Jaffna, in een zindelijke, helder gewitte tempel, leeft<br />

een Hindu-priester; de man komt uit Duitsland, een blanke<br />

Europeaan. Hij is de zoon van een voormalige Duitse veldmaarschalk.<br />

Hij was eerst een Rooms Katholiek priester, later<br />

een Buddhistische priester met een oranjekleurig gewaad en<br />

gladgeschoren hoofd, bedelend langs de huizen met zijn koperen<br />

bedelnap en weer later werd hij een Hindu-priester, met<br />

drie witte as-strepen (tiruneeru) over zijn voorhoofd gestreken<br />

en een geel-gouden stip tussen de ogen (pottu), uit een uit<br />

sandelhout vervaardigde verfstof gemaakt. Het is, zoals de<br />

Hindu's zeggen, het derde oog, het geestelijk oog van Vishnu.<br />

Een zendeling bezocht deze Hindu-priester en sprak hem van<br />

Jezus en vertelde later dat deze priester tranen in de ogen had.<br />

Hij is een eerlijke zoeker en leeft tussen de stenen afgoden<br />

met afzichtelijke olifantskoppen, slangengedaanten en apenvoorkomens.<br />

Hij zoekt de verlossing, de Verlosser. De engel<br />

aan het graf, op Paasmorgen, zei tot de zoekende vrO:lwen:<br />

"Ik weet dat gij zoekt Jezus ... maar Hij is hier niet" (Matth.<br />

28 : 5). Niet hier! Niet op deze plaats! Niet langs deze weg!<br />

Niet in deze filosofie! Niet via deze stenen afgoden! Niet uit<br />

deze "heilige" boeken! Niet door meditatie, contemplatie!<br />

Ik zoek een mogelijkheid om deze Hindu-priester, een oude<br />

man, te bezoeken en hem wederom van Jezus te getuigen,<br />

wat Hij voor mij deed, wat Hij voor hèm wil doen! Ik denk<br />

dat hij Hem wel kent, vanuit zijn jeugd in Duitsland. Misschien<br />

loopt hij voor Hem weg! Misschien is het een Jona, die<br />

uit de boot werd geworpen!<br />

Er is in Batticaloa nog een andere blanke Hindu-priester, die<br />

eveneens in een schamele hut leeft bij een tempel, in vrijwillige<br />

armoede en afzondering. Hij is de zoon van de laatste<br />

Gouverneur-Generaal van Engeland in Ceylon, van adellijke<br />

afkomst. Twee blanke Hindu-priesters uit voorname kringen,<br />

een Duitser en een Engelsman, zoekenden naar waarheid en<br />

16


vrede, tussen al die honderden, gekleurde Hindu-priesters van<br />

Oosterse afkomst. Jezus zegt: "Ik ben de Weg, de Waarheid,<br />

het Leven!"<br />

Buddha maande alle schepselen tot naastenliefde, predikte<br />

gelijkheid van alle creaturen en matiging in alle dingen, zelfverloochening,<br />

zelfontkenning. Hij zegt dat bestaan en kwaad<br />

één zijn, daarom: ontken het bestaan. Het is alles illusie,<br />

droom, zelfbedrog. Erken je misère niet, maak je er los van<br />

door er niet aan te denken, geen plaats te geven in je hart, er<br />

niet in te geloven. Zeg niet dat je ziek bent of honger hebt,<br />

ontvlucht het bestaan door het te ontkennen, zoek de begeerteloosheid,<br />

want begeerte is de wortel van alle kwaad.<br />

Trek je terug, mediteer en bevrijd je van alle begeerte.<br />

Maar de mens komt nimmer los van zichzelf door zichzelf te<br />

ontkennen in zijn bestaan, hij moet zich verliezen in Christus<br />

en in Hem opgaan. "Want zo is dan wie in Christus is, een<br />

nieuwe schepping! Het oude is voorbijgegaan, het nieuwe is<br />

gekomen."<br />

Het Hinduïsme verkondigt dat alles gevolg is van bedreven<br />

daden in een vorig bestaan, eet daarvan nu de vruch ten. Alles<br />

consequentie. De mens is een incarnatie-produkt, de uiterste<br />

exponent van een onvermijdelijke cyclus, van eeuwig moeten,<br />

van evolutie, van oercel tot het (voorlopig?) eindprodukt: de<br />

mens, zoals hij zich thans openbaart; later wellicht de uebermens.<br />

Kwaliteitsverbetering(?) dus. Wie zal zeggen wat en wie<br />

hij zijn zal uiteindelijk? De mens zit nu eenmaal in die ijzeren<br />

greep, zonder uitkomst, zonder uitweg, zonder uitredding, dit<br />

is zijn "karma", daaraan is geen ontkomen mogelijk! Geen<br />

enkele ingreep in dit bestel is mogelijk, zelfs geen ingreep<br />

Gods. God heeft Zichzelf gevangen in Zijn incarnatie-wet,<br />

Zijn wilsbeschikking is daarvan afhankelijk, zegt men.<br />

Maar het Christendom zegt dat Jezus Christus de ingreep<br />

Gods is geworden, ingreep in een verziekt en verzondigt bestel,<br />

in een wereld waar de duisternis regeert in zonde, ziekte,<br />

vrees en dood, de duivel is daar koning. Maar God zond Jezus<br />

als de Heiland, de Heelmaker, de Heler, de Heelmeester,<br />

"Want Ik, de Here, ben uw Heelmeester" (Ex. 15: 26). Hij<br />

greep in deze onontkoombare, ijzeren cirkelgang van zonde<br />

en dood in en nam de zonde en ziekte van de wereld op Zich,<br />

17


droeg ze op Golgotha door Zijn dood in de dood, zodat alles<br />

wat de mens verbijstert in de dood is gebracht; terwijl Hij,<br />

verheerlijkt, is opgestaan en het nieuwe leven ontstaat, de<br />

nieuwe mens die in en uit Hem geboren is! Jezus doorbreekt<br />

deze wet, deze vreselijke vloek, deze verlammende "karma"<br />

die de mens doet degenereren tot een natuurlijk incarnatieprodukt,<br />

waaraan niet te tomen valt. Jezus is de Deur waardoor<br />

ontsnapping mogelijk is, de opstanding, de doorbreking<br />

van de onontkoombaarheid van het Buddhisme. Hij is de<br />

Deur naar het ware leven, het hoge leven met God! Jezus snijdt<br />

de navelstreng van bindingen met het achterland door, legt<br />

het zwijgen op aan de stemmen der vaderen die in ons doorspreken.<br />

Hij, het Woord, herstelt het onderbroken dialoog<br />

van de mens met God, toen de stilte tussen hen was gevallen<br />

door de zonde. Zonde is de val uit het Woord. Jezus is de<br />

Heelmeester ook van dat bedorven gesprek. Hij vulde het ontbrekende<br />

woord aan en zo is het gesprek, het intieme verticale<br />

contact, de vertrouwelijke communicatie, herstelt. Halleluja!<br />

Na de gezegende dagen in Jaffna waar wij in de kerk van br.<br />

Arumainayagam predikten, vlogen wij in een klein vliegtuig<br />

naar het vliegveldje van Amparai aan de oostkust, voor<br />

enkele dagen rust in een questhouse aan de zee, in de plaats<br />

Kalmunai. Wij beloofden de gelovigen naar Jaffna terug te<br />

keren als de grote campagnes zullen zijn voorbereid die wij<br />

daar willen gaan houden. Uit Kalmunai werden wij gehaald<br />

door br. Arumainayagam en zijn zwager Ds. Christy Daniël,<br />

de Methodisten-predikant van Tirukkovil. Wij logeerden in<br />

zijn pastorie en begonnen in zijn kerk samenkomsten te houden.<br />

Ofschoon hij ons hoffelijk toestemming gaf om deze<br />

kerk te gebruiken, was het niet geheel naar de zin van deze<br />

dominee. Wàt wij predikten, hoe wij dat deden, wàt en hoe<br />

wij zongen, wàt en hoe wij met de zieken baden, dat was hij<br />

in zijn kerkdiensten niet gewend, hij bekeek onze activiteiten<br />

wrevelig maar ook nieuwsgierig, van nabij. Wij hoopten dat<br />

deze predikant deze bediening ziende, zich ook zou uitstrekken<br />

naar de bediening van de Gaven des Geestes.<br />

Wij toonden hem aan dat de werking van de Gaven des Geestes<br />

in Gods Koninkrijk een actuele zaak is, vanaf het begin<br />

van de Kerk van Christus tot heden. Ze werden veelal weg-<br />

18


I<br />

getheoretiseerd in de kerken, naar "vroeger" verwezen, maar<br />

in deze eeuw, vooral in de laatste jaren, is er een opmerkelijke<br />

opleving van de Charismatische Gaven te zien, een doorbraak<br />

van Gods Geest in alle kerken en denominaties over de<br />

wereld. Er is allerwege beweging te bespeuren van de Geest,<br />

in manifestaties van wonderen en krachten. Het is duidelijk<br />

dat wij een tijd tegemoet gaan waar deze Gaven een wijdere<br />

waardering en algemene toepassing vinden. Zij vervullen<br />

allerlei in elkaar inwerkende functies in een harmonieus<br />

samenspel van uitingen, openbaringen en werkingen.<br />

Het doel is om de Gemeente van Christus op te bouwen tot<br />

volkomenheid, te instrueren, te leiden, te reinigen, te sterken.<br />

Toegerust met de Gaven des Geestes wordt elk lid van het<br />

Lichaam van Christus in de bediening ingevoegd om in staat<br />

te zijn aan dat Lichaam mee te bouwen.<br />

Het doel van God is een krachtige, heerlijke Kerk, een Gemeente<br />

zonder vlek of rimpel. Deze Kerk zal zijn ... "tot lof<br />

van de heerlijkheid Zijner genade" (Ef. 1 : 6); deelgenoot<br />

... "van de rijkdom Zijner genade" (Ef. 1: 7b); ... "van de<br />

overweldigende grootte Zijner kracht aan ons, die geloven"<br />

(Ef. 1: 19); ... "van de rijkdom aan erbarming" (Ef. 2: 4);<br />

· .. "van Zijn grote liefde" (Ef. 2 : 4); ... "van de overweldigende<br />

rijkdom Zijner genade" (Ef. 2 : 7); ... "van de onnaspeurlijke<br />

rijkdom van Christus" (Ef. 3: 8); ... "van de<br />

veelkleurige wijsheid Gods" (Ef. 3 : 10); ... "van de liefde<br />

van Christus, die de kennis te boven gaat" (Ef. 3 : 19);<br />

· . . "van de vervulling tot alle volheid Gods" (Ef. 3 : 19);<br />

· .. "en van de volle kennis van de Zoon Gods" (Ef. 4: 13);<br />

· .. "van de maat van de wasdom der volheid van Christus"<br />

(Ef. 4: 13); ... "van de mondigheid in Christus" (Ef. 4: 14);<br />

· .. "van de veIjonging van ons denken" (Ef. 4 : 23); ... "van<br />

de nieuwe mens" (Ef. 4: 24); ... "van de sterkte Zijner<br />

macht" (Ef. 6 : 10).<br />

Alleen door de vervulling met de Heilige Geest leidt God ons<br />

binnen in het krachtenveld van het Koninkrijk, krijgen wij<br />

toegang tot het potentieel Gods. De volheid des Geestes is<br />

geen dogma maar een persoonlijke ervaring, een bijzondere,<br />

grote en heerlijke ervaring, het begin van vele nieuwe Koninkrijks-ervaringen.<br />

Het is niet één bepaalde op zichzelf<br />

staande ervaring, maar een voortdurende toe-eigening van<br />

19


een voortdurende voorziening door Jezus Christus. Een ervaring<br />

dat met ons meegaat, een geloof van moment tot moment<br />

in een vulling van moment tot moment, na een reiniging<br />

van moment tot moment, voortdurend levend en vitaal. Op<br />

het ogenblik dat ik begin te geloven begin ik ook te ontvangen<br />

en zolang ik voortga te geloven, ga ik voort te ontvangen.<br />

Laten wij zoeken, in beweging komen in geloof naar deze<br />

ervaringen. Dan voelen wij Gods Geest ons trekken hogerop,<br />

ons drijven, meevoeren naar de ongekende hoogten en diepten<br />

van Gods hart, naar de goudmijnen van Gods Woord, naar de<br />

openbaringen van Zijn wezen, het binnengeleid worden in het<br />

krachtenveld van de Geest, in de Troonzaal van Christus, aan<br />

Zijn hand ...<br />

De kerk van Ds. Daniël was een grauw, slecht verzorgd en verveloos<br />

gebouw, waar enkele ramen gebroken bleken en de<br />

regen in plassen op de stenen vloer lag; waar luiken uit hun<br />

hengsels hingen, waar de deur niet sloot. Het gebouw was een<br />

speelplaats geworden van rumoerige buurtkinderen en een<br />

slaapplaats voor zwervers. Het zag er uit als een kerk van een<br />

gemeente die dood en waarvan de voorganger ongeïnteresseerd<br />

is, waarvoor de eredienst niets betekent. Bekijk de hoedanigheid<br />

van een kerk en u zult weten of er vreugde is in<br />

het dienen van de Heer, of niet.<br />

Het is voor mij altijd zo'n ergernis een kerk onverzorgd en<br />

vervuild te zien! God wordt daar niet mee geëerd, het degradeert<br />

tot een huis van satan. Zie hoe de priesters hun Hindutempels<br />

nauwgezet schoonvegen, zindelijk houden, hoe zij<br />

ze met bloemen opsmukken, hoe de lampen steeds worden<br />

verzorgd, hoeveel liefde en eerbied voor hun goden daarin tot<br />

uiting komt. Hoeveel te meer heeft de levende God van hemel<br />

en aarde recht op een waardige aanbiddingsplaats, een huis tot<br />

Zijn eer. Hoeveel reden te meer Zijn huis te verzorgen, netheid<br />

te betrachten, properheid, opsmuk en versiering aan te<br />

brengen, bloemen . ..<br />

Ds. Daniël beleed ons dat hij hier al jaren stond en dat er<br />

totaal niets gebeurde in zijn gemeente, hij verwachtte het ook<br />

niet. Hij stond ver van opwekking, die hij niet begeerde omdat<br />

hij die niet zou weten te leiden. Hij overwoog in ernst om<br />

zijn predikambt maar neer te leggen en weer in het onderwijs<br />

20


terug te keren, waarin hij vroeger werkte. Hij overlegde vaak<br />

met zijn vrouw hoe hij hier weg kon komen. Het was geen<br />

glorieus geheel en hij wist niet hoe te veranderen.<br />

Wij woonden in zijn pastorie en begonnen zijn kerk te repareren<br />

en schoon te dweilen. Wij zochten een sleutel die de<br />

deur sloot. Er was geen glas in de gebroken vensters, wij<br />

kochten glas en repareerden ze. Wij brachten lampen aan en<br />

kochten nieuwe matten, waarop de mensen konden zitten. Het<br />

gras tussen de stenen voor het gebouw werd gewied. Het plan<br />

om het gehele gebouw van binnen te witten, verwierpen wij,<br />

omdat dit te veel tijd innam, die wij wilden gebruiken om de<br />

mensen te onderwijzen in het Woord. De kerk zag er nu redelijk<br />

uit. Ik kan het niet aanzien dat Gods heilig huis zo'n<br />

slordig aanzien heeft. Een kerk is niet een clubgebouw van<br />

min of meer gelijkgezinden, een soort verenigingsgebouw, maar<br />

de heilige aanspraakplaats van God, de ontmoetingsplaats van<br />

God met Zijn volk, daar waar Hij spreken wil, daar waar Hij<br />

wil worden aangebeden, daar waar Hem lof wordt gebracht, daar<br />

waar de zieken worden gebracht om te worden gezalfd met<br />

olie, daar waar de bedroefden worden getroost, de zwakken<br />

worden gesterkt, daar waar de Vader Zich diep over Zijn kinderen,<br />

die Hem daar zoeken, heenbuigt en waar ze genezen,<br />

gesterkt, getroost, onderwezen, aangesproken worden. Als<br />

Gods volk gelukkig en krachtig naar huis gaat, zal iedereen tot<br />

iedereen zeggen: Ik heb mijn God ontmoet! Ik werd gezegend!<br />

Ik ontving genezing! Hij sprak tot mij in een profetie! Ik kan<br />

er weer tegen! Ik "weet" het weer! Halleluja!<br />

Ik heb een kerk bezocht, die juist de nacht daarvóór op zijn<br />

fundamenten schudde toen een aardbeving overal vernielingen<br />

veroorzaakt had. De Sibajak, de vulkaan in de onmiddellijke<br />

omgeving, had weer toegeslagen. De wegen waren gescheurd,<br />

kapot, nauwelijks begaanbaar, we moesten de auto's<br />

met planken en touwen over de grote scheuren in de bodem<br />

trekken. Ook de kerkvloer was gescheurd, een gedeelte was<br />

ongeveer tien centimeter gezakt, het andere gedeelte lag hoger,<br />

over de hele breedte was die verzakking. Toen ik jaren<br />

later weer terug was in Batakland en daar weer predikte, was<br />

de vloer nog precies zo, niet opgehoogd, niet gerepareerd, het<br />

"was de kerk maar". De pastorie was geheel gerepareerd en<br />

alle huizen rondom zagen er weer goed uit, daaraan werd alle<br />

21


aandacht besteed, maar niemand had eenvoudig aan die kerk<br />

gedàcht, zei men! De kerk komt weer op de laatste plaats,<br />

terwijl God wil dat wij het als een centrum van ons leven gebruiken,<br />

heel het leven zal zich in en rondom deze heilige<br />

plaats afspelen, van geboorte tot dood, vreugdê en leed wordt<br />

voor Gods aangezicht gebracht. Hij wordt er in betrokken door<br />

de Gemeente, daar wordt geweend en gelachen, als er zieken<br />

zijn worden zij daarheen gedragen en door de voorganger gezalfd<br />

in Jezus' Naam; daar gebeuren de wonderen van Gods<br />

hand. Een vluchtplaats voor de vereenzaamden, de leeddragenden,<br />

een feestzaal voor de verblijden. Zo zijn oorspronkelijk<br />

de kerken ook bedoeld en gebouwd, een ereplaats, een plaats<br />

des gebeds. Niet in spaarzame uren wekelijks geopend voor een<br />

dienst, maar altijd open, dag en nacht, een uitwijkplaats voor<br />

de nood. Dat wil zij nog altijd zijn, dat zal zij zeker in de tijden<br />

van verdrukking in de eindtijd weer móeten zijn, de<br />

veilige plaats waar men "dicht bij God" is. De psalmen van<br />

David zijn zó geschreven, zó gedacht, als te worden gezongen<br />

in zó een plaats, waar heel het leven voor Gods aangezicht<br />

opengelegd word t.<br />

Toen ik een campagne hield in het Engelse gedeelte van het<br />

eiland Aruba, in de stad Sint Nicolaas, kwam het bericht dat<br />

er een hurricane, een wervelstorm, op komst was die precies<br />

óver het eiland zou gaan. Dagen van tevoren werd door de<br />

radio omgeroepen welke voorzieningen moesten worden getroffen,<br />

hoe men zijn huis moest trachten te stutten en beveiligen,<br />

wat voor voedsel men moest inslaan, een noodzakelijke<br />

maar verontrustende informatie. De dag brak aan dat<br />

deze storm die als een "killer", een doder, een zeer gevaarlijke,<br />

werd aangemerkt, over Aruba zou razen. De lucht was<br />

inktzwart en het was angstig stil, doodstil, de stilte voor de<br />

storm. De mensen barricadeerden hun huizen en hutten, de<br />

klapperbomen om het huis werden leeggeplukt omdat de<br />

harde cocosnoten als projectielen kunnen werken als ze afwaaien.<br />

Ik ging naar de plaatselijke prediker toe en vroeg hem de sleutels<br />

van zijn kerk, het enige stenen gebouw tussen zovele<br />

houten, broze huizen. Ik deed alle lampen aan, deed de ramen<br />

en deuren die toegegrendeld waren, wijd open en nodigde via<br />

de plaatselijke omroepers iedereen uit die bang was naar de<br />

22


kerk te komen, daar was het veilig. Langs de havens werden<br />

de scheepslui van vele nationaliteiten uitgenodigd naar de<br />

kerk te komen, iedereen was hartelijk welkom "van wat voor<br />

godsdienst hij was"; maar ook alle ongelovigen, ze mochten<br />

komen. Weldra liep de kerk vol, overal op de grond en op de<br />

banken zaten mensen, talloze moeders met kinderen kwamen<br />

binnen, zieken, ouden van dagen.<br />

Toen begon ik in de Bijbel te lezen, ik las de teksten van<br />

troost in Gods Woord, beloften van een machtige God van<br />

bijstand in donkere uren, bemoedigingen van de Heer voor<br />

Zijn kinderen als hun harten beefden en zij niet meer wisten<br />

hoe te gaan. Ik liet deze teksten in het Spaans vertalen. Ik<br />

zong enkele liederen. Terwijl buiten het moment was aangebroken<br />

dat de storm over het eiland raasde en de klapperbomen<br />

zich kromden in de wind, was het rustig in de harten<br />

van deze mensen, zongen we van de almachtige Heer van<br />

hemel en aarde. Toen vroeg ik of iedereen zijn knieën wilde<br />

buigen, of hij wel of niet geloofde, ik zou dan voor allen bidden,<br />

voor het eiland, de huizen, de boten op zee. Ik riep de<br />

Heer aan, hield Hem Zijn beloften voor, dankte Hem voor<br />

Zijn tegenwoordigheid, voor de beschermende dienst der<br />

engelen rond ons heen en zo, biddende, dankende, zingende,<br />

prijzende ... woei de storm over het eiland, week het gevaar.<br />

Iedereen was erg onder de indruk, niemand zal in zijn leven<br />

deze merkwaardige kerkdienst vergeten, toen de storm over<br />

Gods huis joeg en niets vernielde, allen spaarde in zijn vernietiging.<br />

De kerk lag op een verhoging, alle lampen wierpen<br />

licht naar buiten waar alles aardedonker was en toen zag ik<br />

het ineens dat zó een Huis Gods moest zijn, een schuilplaats<br />

voor alle mensen, allen die in nood zijn, in angst leven, die<br />

kleinmoedig zijn en troost zoeken. Of ze nu bij die kerk<br />

"behoren" naar hun lidmaatschap, of niet, een heilig Huis<br />

van God, daar waar Hij is, daar waar Gods protectie is, Zijn<br />

bewaring. Ik hoorde later dat deze avonddienst mensen hebben<br />

doen nadenken, ze kochten een Bijbel en vroegen een<br />

gesprek. Wat is dit, dat iedereen, alle mensen op straat, mogen<br />

binnenkomen en waar hen de angst wordt afgenomen,<br />

daar waar iemand rustig met zijn God spreekt over de nood<br />

en Hem vraagt om bescherming.<br />

De plaatselijke predikant verzette zich eerst tegen mijn plan,<br />

23


"moest dit eerst met zijn bestuur bespreken", was bang dat er<br />

misschien dronken zeelui zullen komen, lawaaischoppers uit<br />

de kroegen, prostituees ... , maar ik nodigde àllen uit, iedereen<br />

die bang was en zij kwamen met hun angst, hun onzekerheid<br />

en kwamen precies terecht tegenover de Heer, liepen<br />

recht in de armen van de Heiland van zondaren. In de kerk<br />

was eerbied, rust, Gods Geest was de wind in het gebouwen<br />

het bleek sterker dan de wind daarbuiten. God weet wel raad<br />

met deze mensen, Hij nodigt hen àllen, ja laat zelfs de zondaren<br />

en hoeren vóórgaan, naar hèn speciaal gaat Zijn liefde<br />

uit ... Gods volk is geen elitair volkje, laat zij zich dit nooit<br />

inbeelden, wij zijn allen door Gods genade gegrepen, allen<br />

door Jezus vrijgekocht door Zijn bloed.<br />

Toen mijn vriend de bisschop van de Anglicaanse kathedraal<br />

in Singapore werd vervuld met de Heilige Geest, we hadden<br />

samen gebeden in zijn privé-bidkapel en hem de handen opgelegd<br />

voor de Gaven des Geestes, was het eerste wat hij zei:<br />

"Nu gaan we de kathedraal openstellen voor alle zieken en<br />

bekommerden. In theorie was zij dat vroeger ook, maar daar<br />

kwam niets van terecht, nu leg ik hen de handen op en zal ze<br />

zalven met olie. Zaterdagavond zal ik een avond voor genezing<br />

instellen, daar wil ik dat je aan mijn zijde zal staan, opdat we<br />

samen hen allen de handen opleggen. Er zijn zovele zieken, laat<br />

Singapore maar al haar nood binnenbrengen in Gods huis waar<br />

wij klaar staan om hen tot de Heer te brengen, die leven en<br />

overvloed belooft!"<br />

Wij hebben dat gedaan en nooit zal ik vergeten hoevele zieken<br />

opstonden van hun strechers, hoevelen verklaarden genezen te<br />

zijn. In heel de stad werd over deze diensten gesproken in deze<br />

eerbiedwaardige Anglicaanse kathedraal. Later gaf hij gelegenheid<br />

om te profeteren in die kerk en het: Zo spreekt de Heer!<br />

weerklonk daar. We hebben daar in nieuwe tongen gezongen,<br />

ook in een andere eerbiedwaardige kerk van de Anglicanen,<br />

er kwamen mensen naar voren, knielden bij het altaar en gaven<br />

hun leven aan Jezus, bij tientallen, er werden zieken gebracht<br />

en bezetenen en wij baden voor hen, er werden profetieën gesproken,<br />

God maakte Zijn wil bekend aan Zijn volk en er werd<br />

in tongen gezongen. In hun duistere nissen stonden de heiligenbeelden,<br />

de apostelen, maar we hebben daar niet op gelet, we<br />

wisten dat de engelen Gods daar waren. Halleluja!<br />

24


Het huis Gods is heilig in de bijbelse betekenis; "heilig" betekent<br />

"afgezonderd"! Daar komt de wereld niet in en de duivel<br />

niet, daar is Gods tegenwoordigheid en daarheen willen wij<br />

opgaan en Zijn levende aanraking voelen.<br />

Wij begonnen in de kleine kerk in Tirukkovil, aan de oostkust<br />

van <strong>Sri</strong> <strong>Lanka</strong>, in een uithoek van het eiland, te prediken, br.<br />

Arumainayagam en ik, hij was mijn tolk. Wij leerden de mensen<br />

eenvoudige koren die gemakkelijk werden onthouden. De<br />

boodschap werd gebracht van overwinning. Daarna riepen wij<br />

de mensen op hun leven aan Jezus te geven, zich àf te keren<br />

van de zonde, om te keren, in te keren tot Gods genade, te<br />

bekeren. Wij riepen de zieken en spraken met hen over de<br />

overwinning in Christus, wij legden hen de handen op en genazen<br />

hen in Jezus' Naam, dat wil zeggen: namens Jezus. En<br />

deze genezenen gingen huiswaarts en vertelden wat ze gezien<br />

en ervaren hadden en nodigden anderen uit te komen "horen<br />

en zien". De eerste zieke die wonderbaar genas was een ouderling<br />

van Ds. Daniël, in de striemen van Jezus herstelde hij. Een<br />

bezeten man, die iedereen lastig viel, werd heerlijk bevrijd en<br />

gedroeg zich van die dag als een ander mens. Overal in de<br />

omtrek werd maar alleen over deze wonderen gesproken en<br />

na enkele dagen was de kerk overvol. Wij hielden de ramen en<br />

deur open, zodat buiten in het donker nog velen konden "horen<br />

en zien" dat God goed is. God zorgt voor Zijn eigen publiciteit<br />

en zoals bij Jezus' rondwandeling op aarde de mensen<br />

van heinde en verre op Hem afkwamen "om te horen en te<br />

zien", zo ook is er vandaag een heerlijke publiciteit waar het<br />

Woord wordt gebracht met tekenen en wonderen.<br />

Wij predikten een opgestane, machtige Jezus Christus, Die<br />

vandaag nog Dezelfde is, zoals Hij gisteren was en steeds zal<br />

blijven en zo ontstond op die plaats een opwekking. Mensen<br />

kunnen nimmer een opwekking "maken", predikers zijn<br />

daartoe nooit in staat, alle ijver en activiteit, enthousiasme,<br />

kan geen opwekking oproepen, het is ALTIJD het werk van<br />

de Heilige Geest.<br />

Een toenemende stroom van zieken en belasten ging ons ook<br />

overdag bezoeken, het waren meestal mensen die van ver kwamen.<br />

Wij waren tenslotte heel de dag bezig om hen op Jezus<br />

te wijzen en met hen te bidden, van 's morgens vroeg tot<br />

25


's avonds laat, zelfs na de samenkomsten, tot diep in de nacht.<br />

Er kwamen ook mensen nu uit Midden-Ceylon en uit de gehele<br />

oostkust, verlangend naar gebed, naar meer kennis van<br />

God, naar de vervulling met de Heilige Geest. Onder hen waren<br />

verschillende voorgangers. Het is ongelooflijk hoe snel het<br />

bericht rondgaat door de wijde omtrek, ja tot zeer ver, het<br />

was alsof een geheimzinnige radar het bericht met de wind<br />

verbreidde, in Indonesië noemen wij dat "kabar angin" (bericht,<br />

overgewaaid door de wind). Maar hier was sprake van<br />

de wind des Geestes. Een regeringsambtenaar uit Batticaloa,<br />

mr. Bertram Casinader kwam met zijn vrouw naar ons toe, wij<br />

lazen samen de Bijbel met hem over "al deze dingen", hij<br />

werd overtuigd, wij legden hem de handen op en hij begon in<br />

nieuwe tongen te spreken. Toen zij afreisden waren deze twee<br />

bezoekers geheel vernieuwd. Later werd hij een zeer bruikbare<br />

verbindingsman in de grote campagne in Batticaloa.<br />

Wij hielden in de voorgalerij onder de schaduwrijke banyanboom<br />

voortdurend bijbelstudie, ónderwezen de gelovigen de<br />

functie en betekenis van de Gaven des Geestes. Dat maakte<br />

hen verlangend deze ook te ontvangen. We legden hen dan de<br />

handen op en zij ontvingen waarvoor zij geloofden. In onze<br />

slaapkamer ontving ik continu mensen, ik sprak met hen en<br />

bad met hen. In een andere slaapkamer van de pastorie legde<br />

Elisabeth met haar tolk de mensen de handen op, las uit de<br />

Bijbel en onderwees hen; weer ergens anders, in de achtergebouwen,<br />

was br. Paul Arumainayagam met de mensen<br />

bezig, hij kreeg ineens geloof om deze dingen te doen; in de<br />

keuken stond Hepsibah, de vrouw van de dominee, voortdurend<br />

eten te koken om de mensen van ver niet met een lege<br />

maag terug te laten gaan, het gehele huis stond in dienst van<br />

de Heer! In de voor- en achtergalerij en in de tuin zaten velen<br />

gehurkt te wachten totdat zij aan de beurt kwamen. Soms<br />

waren er zoveel mensen dat wij overdag naar de kerk trokken<br />

en een lange samenkomst van een dag hielden, met de mensen<br />

spraken en de zieken bedienden. Zij hadden plaatsgenomen op<br />

de matten op de vloer en werden een voor een voor de Troon<br />

der genade gebracht, tot Jezus, die zei: Komt allen tot Mij ...<br />

Ik heb een oplossing, Ik ben het Antwoord!<br />

De dominee werd vreemdeling in zijn eigen huis, dat ingeno-<br />

26


men was door een vreemde bedrijvigheid die hij nimmer eerder<br />

had meegemaakt. Hij gedroeg zich nerveus en onzeker, liep<br />

de kamers door, bleef hier en daar luisteren en toezien hoe<br />

Gods Geest werkte, zag zieken met eigen ogen heerlijk genezen<br />

door de opstandingskracht van Jezus, schudde zijn hoofd dan<br />

weer, niet begrijpend en liep als een slaapwandelaar rond. Het<br />

was, als hij tot de bezoekers die hij kende, sprak, alsof zijn<br />

woorden verkeerd vielen. Zijn theorie van "te leren berusten<br />

in wat ons in het leven wordt aangedaan door God en duivel"<br />

ging volkomen de mist in op het eenvoudig geloof voor genezing<br />

van de mensen, vooral als de genezenen, de Heer luid<br />

lovende en prijzende, de pastorie verlieten en het erf afliepen<br />

naar de grote straat naar huis. De dominee zag dingen om<br />

zich heen gebeuren, de gehele dag door, die hem niet waren<br />

geleerd op de universiteit in Canada waar hij had gestudeerd.<br />

Hij zag hier de heerlijke opmars van de levende Kerk van<br />

Christus in overwinning en openbaring van kracht, zijn theoretische<br />

geleerdheid bleek waardeloos te zijn tegenover de<br />

acute nood van de mensen.<br />

Anders kwam er zelden iemand naar zijn pastorie toe voor<br />

oplossing van geestelijke en fysieke nood. In het gewone leven<br />

was zijn kerk leeg, zat hij de hele dag niets te doen in zijn gemakkelijke<br />

stoel op de voorgalerij, de hitte in dit land maakte<br />

hem altijd loom. Maar thans ineens zag hij hoe zijn bediening<br />

zou kunnen zijn, hoe daadwerkelijke hulp kon worden geboden,<br />

in Jezus' Naam. Hij begreep dat er veel meer resultaat<br />

uit zijn pastorale bediening kon uitkomen dan een wekelijkse<br />

preek voor de mensen in zijn woonplaats; stromen van levend<br />

water kon het zijn in dor land, een boodschap van hoop en<br />

verkwikking!<br />

Hij haatte "Pinksteren", zonder te weten wat het was, dat zei<br />

hij dikwijls tegen ons. Hij had in zijn studentenjaren in Canada<br />

wel eens negerkerken bezocht waar "Pinksteren" werd gebracht<br />

en het stond hem tégen, al wat hij zag en hoorde; hij<br />

had besloten daar nooit iets mee te maken te willen hebben<br />

en elke vorm van emotionaliteit en spontaniteit wilde hij vastberaden<br />

weren uit zijn kerk, hij had een aversie tegen dit<br />

" fanatisme" , deze "hysterie". Maar hij wist niet waarover hij<br />

sprak. Hij wenste het notabele ambt van predikant hoog te<br />

houden; een rustige, bezadigde man die vredig zijn kudde leidde.<br />

27


Maar thans, maar hier, notabene in zijn eigen pastorie, werd<br />

door zijn zwager en een prediker van ver, een drukte ontketend<br />

in zijn bestaan, een volle kerk en een vol huis met zielen<br />

die gebed vroegen en zieken die genezing zochten, hier blies<br />

een andere wind, hier was iets anders gaande dat hij niet<br />

tegenhouden kon, een stroomversnelling die hij niet in te<br />

dammen wist, hij werd meegesleurd naar waar hij niet wilde<br />

zijn. Als hij oprecht was, dan moest hij toegeven dat hier<br />

wonderbare dingen gebeurden die mensen niet vermogen te<br />

doen, die duidelijk van God moesten zijn. Hij zag voor zijn<br />

ogen zieken, die hij goed kende en waarvoor hij jaren gebeden<br />

had, plotseling genezen, in een ogenblik, hij sprak met hen als<br />

ze gelukkig huiswaarts keerden. Hij zag doven horen en blinden<br />

zien, het vervulde hem met een verbazing vermengd met<br />

vrees, met gramschap ook omdat hij dat niet deed, dat<br />

vreemden van elders bleken toegang te hebben tot goddelijke<br />

krachten, tot wonderkrachten, het leek alsof zij Gods hand<br />

konden bewegen ...<br />

De dominee streed een enorme strijd, maar de Heer was machtiger<br />

dan zijn verzet. Op de vierde dag zei hij tegen mij: "Ik<br />

houd dit niet meer uit, ik sta zo ontzettend alleen buiten dit<br />

alles wat u vervult, ik wil het ook, ik geef mijn weerstand op.<br />

Ik heb al drie nachten niet geslapen, ik pieker voortdurend<br />

wat dit toch te betekenen heeft. Maar u komt steeds maar<br />

met de vinger op de Bijbel wijzen en inderdaad, ik moet toegeven<br />

dat het er allemaal staat, alles zuiver Bijbels is, want ik<br />

zie toch wel duidelijk Gods zegen, deze wonderen en tekenen!<br />

De dag daarop legden Paul en ik hem in zijn slaapkamer de<br />

handen op voor de vervulling met de Heilige Geest. We spraken<br />

eerst wel een uur met hem en lazen en herlazen rustig de<br />

betreffende teksten uit Gods Woord. Daarna baden we met<br />

hem, legden hem de handen op en vroegen de Doger te willen<br />

komen en deze man te vervullen met Zijn Geest. Er is<br />

maar één Doper met Geest en vuur, Jezus Christus, niemand<br />

anders. Wij mensen zijn niet in staat de Geest Gods, die Gods<br />

diepten heeft gepeild (I Cor. 2 : 10) te geven, mee te delen aan<br />

anderen, wij zouden ons aan dat vuur van God verbranden.<br />

Maar Jezus is de Doper en Hij is willig om te dopen. Wij baden<br />

de Heer deze knecht aan te raken en op een geweldige wijze<br />

te vervullen met Zijn Geest. En het wonder gebeurde! Deze<br />

28


man begon opeens luid in tongen uit te breken, hij kreeg instantelijk<br />

de beschikking over een geheel nieuw idioom waarin<br />

hij zijn ziel liet leegstromen tot God. Het was niet een aangeleerde<br />

taal, een geconstrueerde taal, maar een expressie, een<br />

uiting dat hem mogelijkheden gaf zich uit te spreken, zoals<br />

een gewone taal niet vermag, omdat hij daarvoor te beperkt,<br />

te klein is. Hij kon dit niet langer in zich houden, de stroom<br />

zocht een nieuwe bedding van mogelijkheden waarlangs zij<br />

uitstromen kon. Zoals het Woord indaalde in het menselijke<br />

vlees, zo daalde het Woord ook in de menselijke taal. Er was<br />

zo'n sterk verlangen gegroeid naar dit levende water, dat het<br />

hem nu overstroomde. Waar het hart vol van was, stroomde<br />

over de lippen. Heerlijk bevrijdend vloeide deze nieuwe taal<br />

des Geestes uit zijn hart over zijn lippen. Het overspoelde zijn<br />

bevangen verstand, zijn intellect, en nam alle kritiek weg, er<br />

bleef alleen heerlijkheid over.<br />

De hemelse Doper vervulde hem glorieus met de Geest. Met<br />

zijn ogen gesloten onderwierp hij zich aan deze zegenende<br />

stromen van kracht, golven va,n heerlijkheid enin een nieuwe<br />

expressie brachten zijn lippen lof toe aan de Schepper. De<br />

Heer gaf hem een prachtige taal, een krachtig en vol idioom.<br />

Het was alsof hij innerlijk op een hoge, bijzondere wijze met<br />

God in verbinding stond en in geheimtaal reëel met Hem<br />

communiceerde. En zo is het ook, de nieuwe mens, de nieuwgemaakte<br />

mens in Christus, spreekt geheimenissen met zijn<br />

Heer. De Bijbel zegt: "Want wie in een tong spreekt, spreekt<br />

niet tot mensen, maar tot God, want niemand verstaat het:<br />

door den Geest spreekt hij geheimenissen" (I Cor. 14: 2). Dit<br />

spreken tot God op deze wijze is een reële ervaring die miljoenen<br />

op de wereld kennen.<br />

De mensen zeggen dikwijls, dat de Heilige Geest mysterieus<br />

door de mens heenspreekt, maar dat is niet waar, de Bijbel<br />

zegt "hij" is het, die spreekt, mijn geest (I Cor. 14: 14), de<br />

nieuwe mens! Het is niet waar dat de mens slechts een vocaal<br />

is, kanaal, instrument zonder meer en dat een grote kracht<br />

door hem heenbreekt naar buiten. Neen, de mens is zeer<br />

positief er bij betrokken. Niet zijn gevoel, niet zijn kritisch<br />

verstand, maar de nieuwe mens in hem die uit Christus geboren<br />

is, zoekt een verticale communicatie met de Heer langs<br />

een oneindig bredere weg van onbeperkte mogelijkheden, een<br />

29


uim vocabularium van voor deze nieuwe mens zinrijke klanken,<br />

dat door God wordt verstaan.<br />

Ds. Daniël sprak een uur lang in nieuwe tongen, wonderbaar,<br />

in deze prachtige taal die hij gekregen had, gevonden had.<br />

Wij lieten hem doorspreken, de stroom zocht zich nu een<br />

brede bedding om uit te stromen. Men kon horen dat hier<br />

geen sprake was van ongearticuleerde klanken zonder verband,<br />

chaotisch, ongebreideld omhooggestuwd, maar dat hier<br />

sprake was van een duidelijke, reële taal met samenhang, fonetische<br />

structuren, met logica, met inhoud, een uitdrukkingsvorm<br />

van hoge klasse, inderdaad een taal. Het wonderbare is<br />

dat hij in het begin niet op de tast was naar eerste klanken,<br />

een nieuw geluid, maar hij opende zijn mond en sprak die<br />

taal, instantelijk en volledig daarover beschikkend, geheel in<br />

volle breedte, met alle klinkers in zich besloten, logisch van<br />

samenstelling. Het is altijd weer een wonder!<br />

Er zijn in samenkomsten waar in tongen werd gesproken door<br />

kritische taalkundigen bandopnamen gemaakt die later werden<br />

geanalyseerd, maar deze talen laten niet toe door de I<br />

wetenschap te worden benaderd of verklaard. Elke poging om<br />

Gods Woord wetenschappelijk te verklaren, mislukt, elke analyse<br />

van de dingen van Gods Geest, blijft vruchteloos.<br />

Ik heb in mijn bediening rond de wereld ontelbare mensen<br />

vervuld zien worden door de Heilige Geest en het is altijd weer<br />

een mirakel wat daar gebeurt. Maar zelden heb ik iemand zo<br />

zuiver en overstromend zien vervuld worden als deze dominee.<br />

Hij strekte in zijn monoloog met God de handen omhoog, gesticuleerde<br />

daarmee, hij wenste kracht van overtuiging bij te<br />

zetten bij zijn woorden, alsof de nieuwe mens in hem zijn<br />

Schepper wonderbare en grote geheimenissen bekend maakte.<br />

Er was hier buiten het verstand om een gesprek gaande, een<br />

verticaal communiceren, ik ben er zeker van dat de meest<br />

eigene, persoonlijke en intiemste levenszaken hier aan de orde<br />

kwamen, besproken met God, door die man daar op de wrakke<br />

stoel in de pastorie.<br />

Er was daar een heilige sfeer, wij allen waren onder diepe indruk,<br />

zagen en luisterden. Wij haalden zijn vrouw Hepsibah<br />

uit de keuken en zij stond met ons, met tranen in de ogen,<br />

dit tafereel aan te zien, zij dankte God voortdurend daarvoor.<br />

Andere voorgangers, die toevallig op de voorgalerij zaten,<br />

30


haalden wij stil naar deze "bovenzaal" en lieten hen zien hoe<br />

Gods Geest een mens in bezit nam, hem vullende met Zijn<br />

heerlijkheid, ook zij dankten God met een bewogen hart. Wat<br />

is dit iets heerlijks! En dan dat wonder van uiterlijke verandering,<br />

deze mismoedige, sombere man die bevlogen werd van<br />

een nieuwe, hemelse vreugde, stromen van levend water<br />

vloeide uit hem ...<br />

Toen dominee Daniël uit de werkelijkheid van boven weer in<br />

de werkelijkheid van beneden was teruggekeerd en de ogen<br />

opende, lieten wij hem direct de handen mee opleggen op zieken<br />

en belasten en tot zijn eigen grote 'verbazing zag hij dat<br />

zieken onder zijn handen genazen en demonen op zijn bevel<br />

uitvoeren. Van tijd tot tijd zag ik hem met verwondering naar<br />

zijn handen kijken, waar een nieuwe kracht in was gevaren,<br />

een helend vermogen. Hij had het ons vier dagen zien doen en<br />

begon op dezelfde wijze in dezelfde Naam nu te handelen, en<br />

hij zag dezelfde resultaten. Hij begon eerst zijn gemeenteleden<br />

de handen op te leggen en thans genazen zij, hij legde zijn<br />

ouderlingen eveneens de handen op en zij veranderden, tot<br />

zijn eigen groeiende verbazing constateerde hij dat zij werden<br />

vervuld met de Heilige Geest en in tongen hun Heer begonnen<br />

te roemen en te prijzen, ze hadden nu ineens stof genoeg.<br />

Op zijn achtergalerij begon hij nu mede de stroom van mensen<br />

te bedienen, in geloof, hij die juist zelf de kracht ontvangen<br />

had en het geloof in wonderen; "maar gij zult kracht ontvangen,<br />

wanneer de Heilige Geest over u komt" (Hand. 1: 8). Hij<br />

liet zijn studie-ervaring los en greep naar de macht! Hem was<br />

geleerd waarde te hechten aan woorden, woorden; wijze,<br />

stichtende, moraliserende, meeslepende woorden van wijsheid,<br />

maar ervoer dat het Koninkrijk Gods daar niet mee gediend<br />

werd, "Want het Koninkrijk bestaat NIET in WOORDEN,<br />

maar in KRACHT!" (I Cor. 4 : 20).<br />

Hepsibah, de domineesvrouw, werd in haar jeugd reeds vervuld<br />

met Gods Geest, maar verwaarloosde deze gave door gebrek<br />

aan aanmoediging, veronachtzaamde het gebruik daarvan,<br />

zo raakte het diep onder het stof verborgen. Maar op haar<br />

verzoek werd nu haar ook de handen opgelegd door Elisabeth<br />

en zij ontving de vervulling. Zij getuigde dat zij heimelijk al<br />

jaren gebeden had dat haar man en ook zijzelf deze persoonlijke<br />

Pinksterervaring zouden ontvangen. God hoorde!<br />

31


Weldra was het huis van 's morgens tot 's avonds gedurig vol<br />

mensen, het liep af en aan in de pastorie, wij baden de hele<br />

dag met de mensen die kwamen, wij met ons vijven nu; Elisabeth,<br />

Paul, Christy Daniël, Hepsibah en ik, ieder had een<br />

eigen plaats in dit te kleine huis, met zovele wachtenden buiten.<br />

De samenkomsten die 's avonds doorgingen, waren buitengewoon<br />

gezegend en vol mensen, buiten luisterden honderden<br />

naar de boodschap.<br />

Er ging een roep uit tot ver buiten Tirukkovil, de zieken kwamen<br />

overal vandaan naar het gezegende huis van Ds. Daniël.<br />

Een bekende tovenaar was ziek en kon zichzelf niet genezen.<br />

Hij was een oude man en toen hij de wonderen zag gebeuren<br />

in de kerk, begon hij in een Bijbel te zoeken naar deze waarheden<br />

Gods. Hij kwam tot bekering, werd heerlijk bevrijd<br />

van alle demonie, van occulte machten, en genas volkomen.<br />

Wat een verandering beleefde die man, hij ontving de Heilige<br />

Geest en heel zijn natuur werd vernieuwd en gereinigd. Hij<br />

zette direct zijn "praktijk" aan de kant en ging de Heer<br />

dienen.<br />

Een moeder met vijf dochters kwam ons opzoeken, zij werden<br />

allen krachtig vervuld en spraken in tongen, zingende verlieten<br />

zij de pastorie, wat een heerlijke, stralend gelukkige gezichten<br />

hadden ze!<br />

Op een late avond werd een stervend kind gebracht, de moeder<br />

droeg het 5 uur lang, de vader droeg twee andere kinderen,<br />

ze kwamen van ver en waren arm. Er was voor het kind dat<br />

de moeder droeg geen hoop. Wij gaven de familie rijst te eten<br />

en een slaapplaats voor de nacht, we baden met het kind"<br />

nadat we het gezalfd hadden met olie en de volgende morgen<br />

liepen allen naar hun dorp terug, het kind was geheel genezen<br />

en in die nacht aangesterkt.<br />

Wij werden ook geroepen naar een verwijderd dorp, waarvan<br />

deze dominee consulent was, het heette Pottuvil, want vele<br />

zieken konden niet naar Tirukkovil komen. Men vroeg ons<br />

daarheen te reizen, wij hebben deze uitnodiging aangenomen.<br />

Met een wrakke, oveIjarige auto moesten wij daarvoor een<br />

tocht maken dwars door een uitgestrekte wildernis waar kudden<br />

wilde olifanten zwerven. Vooral 's avonds zijn ze in<br />

beweging en lopen bij voorkeur op de weg die nog warm is<br />

32


van de zon overdag, ze liggen graag met hele kudden op die<br />

weg met hun buiken op het hete wegdek. Kudden trekken<br />

over deze streek, zoekende naar voedsel en waterpoelen.<br />

Er zijn in dit gebied ook andere wilde dieren, buffels, luipaarden<br />

(toen wij daar waren was een film-opnameploeg van<br />

Walt Disney bezig met een film over luipaarden, die hier de<br />

fraaiste van de wereld heten te zijn), beren, wilde varkens,<br />

grote slangen, krokodillen, maar vooral olifanten. Ceylon is<br />

het land van de olifanten.<br />

Eeuwen geleden was er een overvloed van olifanten op Ceylon,<br />

olifanten waren één van de export-produkten van het<br />

eiland. Wilde olifanten werden gevangen en opgeleid voor<br />

ceremoniële en arbeids-doeleinden. Toen het eiland werd gekoloniseerd<br />

en Europeanen er begonnen te heersen, brak het<br />

duistere tijdperk aan dat op deze olifanten voor sport werd<br />

gejaagd, de populatie liep ernstig terug. Vandaag worden de<br />

wilde olifanten zorgvuldig beschermd en leven zij in vrijheid<br />

in uitgestrekte wildreservaten. In Yala, Gal Oya en Lhugala<br />

zwerven ze met grote kudden rond. Het is een attractie om<br />

deze kudden bij avond te zien trekken naar de stromen en<br />

meren om te drinken en te baden.<br />

De verzorgers van de tamme olifanten, de "mahuts", blijven<br />

altijd bij hun dieren, eten met hen, slapen bij hen, baden met<br />

hen, werken met hen, verlaten ze nimmer. Zo ontstaat er een<br />

nauwe relatie, een "verstaan" van elkander. Ceylonese inwoners<br />

die het kunnen weten, vertelden mij dat de mahuts met<br />

hun dieren kunnen spreken, een soort geheime "olifanten taal"<br />

gebruiken, een taal die van vader op zoon wordt doorgegeven.<br />

De intelligente olifanten leren die taal te verstaan, die alleen<br />

tussen zijn mahut en hij wordt gebruikt. Daarmee geeft de<br />

mahut zijn bevelen, zijn orders, die de dieren uitvoeren. Niet<br />

. door middel van bepaalde tikjes aan hun oren, of klapjes op<br />

hun poten, wordt er "gesproken" zoals men dat in het algemeen<br />

gelooft, maar in een taal, in woorden, geluiden. Ik heb<br />

gezien dat een mahut met zijn olifant sprak en deze alles<br />

keurig uitvoerde. De olifanten verslepen balken en bomen en<br />

doen dat sneller dan menige hefkraantruck. Ik heb gezien hoe<br />

een auto die in een ravijn was gestort in enkele minuten aan<br />

een ketting door een olifant werd uitgetrokken.<br />

Het gebied dat wij door moesten is een groot wildreservaat,<br />

33


een van de rijkste aan dieren van de gehele wereld. We moesten<br />

's avonds laat, op de terugweg, wanneer wij door het donker<br />

reden, voorzichtig en zo stil mogelijk, rijden, geen lichten aan<br />

en vooral geen geluiden maken, die lange eenzame weg door<br />

het wildgebied.<br />

-De auto die wij bereden was die naam allang niet meer waard<br />

en kon het elk ogenblik begeven. Als het stil stond, kon het<br />

slechts met duwen achter de auto weer op gang worden gebracht<br />

en dat ook niet zo snel. Wij moesten er niet aan denken,<br />

dat wij in dit gebied panne zouden krijgen, dat betekende<br />

in deze wildernis de nacht doorbrengen. Wij baden voortdurend<br />

dat de machtige Heer ons veilig door de rimboe leiden<br />

zou.<br />

In Pottuvil, in het verre zuiden, stond een kleine Methodistenkerk<br />

zonder vaste predikant, waar Ds. Christy Daniël eenmaal<br />

in de vier weken predikte. Hij maakte dan in zijn oud auto'tje<br />

die gevaarlijke rit door het wildgebied. Hij heeft van alles beleefd<br />

op die tochten. Hij reed in het donker eens, scherp vooruitkijkend<br />

op de weg, toch bijna tegen een reusachtige olifant<br />

op, die op de weg stond te eten van de hoge bomen aan de<br />

kant. Hij zag hem pas op het allerlaatste ogenblik, omdat de<br />

structuur van de donkergrijze, harige, geplooide huid van het<br />

dier geen maneglans weerkaatste en dus wegviel in de omgeving.<br />

Met een snelle draai aan het stuurwiel kon hij rakelings achter<br />

het dier langs zwenken, maar raakte hem toch even aan. Met<br />

een luide kreet van schrik en pijn, draaide het dier zich om en<br />

liep, trompetterend, met zwaaiende oren, achter de automobilist<br />

aan. Hij haalde deze gelukkig niet meer in, ofschoon ze<br />

zich snel kunnen voortbewegen. Als de wagen door deze plotselinge<br />

manoeuvre van de weg was afgeraakt en in de greppel<br />

was gereden, was hij verpletterd door de boze reus. Daarom<br />

rijdt hij de nachtelijke terugweg altijd zeer voorzichtig naar<br />

huis, met opengedraaide ramen, lichten gedoofd, speurend<br />

naar olifanten op de weg.<br />

Eens reed hij over een dikke bobbel over de weg, het leek wel<br />

een omgevallen boom. Omdat hij deze weg goed kent en dit<br />

obstakel niet eerder ontmoette, stopte hij voorzichtig om te<br />

zien wat het was en zag in het schijnsel van zijn lamp dat het<br />

een grote slang was, die over de breed te van de weg lag en<br />

waarvan de kop enerzijds en de staart anderzijds in het struik-<br />

34


gewas verdween. Het enorme dier kronkelde, maar bleek niet<br />

verwond te zijn, hij sprong in zijn wagen die het toen gelukkig<br />

direct deed en verdween.<br />

Wij hadden een heerlijke avond in Pottuvil. Daar was nog<br />

nooit een blanke zendeling geweest, dit dorp achter in de wildernis<br />

werd zorgvuldig vermeden door gastpredikers. De getuigenissen<br />

van wonderen en tekenen in Tirukkovil waren ons<br />

al vooruitgegaan, ooggetuigen hadden ze in geuren en kleuren<br />

verderverteld, daardoor wachtten honderden nieuwsgierigen,<br />

vooral ook zieken, op onze komst.<br />

Wij zongen een lied en begonnen meteen de zieken te helpen.<br />

Wij spraken kort over de tekst uit Jesaja 53 : 5: "Maar om<br />

onze overtredingen werd Hij doorboord, om onze ongerechtigheden<br />

verbrijzeld; de straf die ons den vrede aanbrengt, was<br />

op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden."<br />

De zieken mochten op die belofte ingaan, als zij in Christus<br />

geloofden.<br />

Meestal brengen wij eerst het evangelie van genade, van vergeving<br />

van zonden, van reiniging van schuld, van vernieuwing<br />

door Jezus Christus, van het kindsehap Gods. Ik nodig degenen<br />

die hier in geloof op in wensen te gaan en Christus aannemen<br />

als hun persoonlijke Heiland en Heer, tot deze beslissing over<br />

te gaan, ze staan op en komen voor mij staan, terwijl ik met<br />

hen allen het zondaarsgebed bid. Als Jezus Christus is aangenomen<br />

voor de ziel, gaan wij Hem aannemen voor het lichaam;<br />

zonde is lepra van de ziel en ziekte is lepra van het lichaam,<br />

Jezus wil ze beide genezen. Eerst de zaken met God in orde<br />

brengen, met de hemel, met de eeuwigheid en later de zaken<br />

met het lichaam, het vlees, ons aards bestaan. Jezus wil alles<br />

wat beschadigd en geschonden is aan ons gehele wezen terugbrengen,<br />

herstellen in Zijn reële scheppingsorde. Jezus herstelt<br />

in Zijn wonderen in en tot de grondwet dat in het heelal is<br />

vastgesteld, Hij wenst de gevallen mens in het volkomen en<br />

natuurlijke leven in Christus terug te brengen. Ziekte en zonde<br />

wortelden nooit in Gods levensplan met de mens, daartoe<br />

heeft Hij hen niet geschapen, maar ze zijn binnengeslopen in<br />

het bestaan als gevolg van de val van Adam. De Mens van<br />

Mattheus 1 herstelt de mens uit Genesis 1. Wonderen van Zijn<br />

hand is het herstellen van de werkelijke natuurlijke levensorde,<br />

35


inplaats van de onnatuurlijke. Al zijn wij eraan gewend geraakt,<br />

zijn zij niet natuurlijk voor de mens; zonde, ziekte en dood<br />

werden overwonnen door de volkomen verlossing van het<br />

Bloed van Jezus aan het kruis. De duivel heeft het natuurlijke<br />

onnatuurlijk gemaakt en het onnatuurlijke natuurlijk, maar<br />

Christus wijst het leven de ware plaats aan, in Zijn overwinning!<br />

"Ik leef en gij zult leven!"<br />

Ik predik meestal eerst de vergeving van zonden en daarna de<br />

genezing, omdat ik heb ervaren dat de nieuwe mens die in dat<br />

ogenblik geboren is, beter toegang heeft tot het mirakel van<br />

genezing. De genezingskansen zijn aanmerkelijk groter bij een<br />

kind van God, dan bij ongelovigen.<br />

Maar toch ben ik vrij om soms de genezing eerst te brengen en<br />

daarna de vergeving. Daar waar weinig of geen begrip wordt<br />

gevonden voor het geloof in de reiniging van de ziel, bidden<br />

wij eerst met de zieken en bezetenen en als de mensen zien<br />

dat hier sprake is van realiteiten, van waarlijke wonderen, van<br />

de macht van het Bloed van Jezus, van de majesteit van God,<br />

dan kunnen ze ook geloven dat Hij hun geweten reinigt. Het<br />

is merkwaardig dat eenvoudige heidenen geen moeite hebben<br />

met de bovennatuurlijke genezing van hun ziekten, zoals dat<br />

in ons land zo heerst. Zij hebben meer te maken gehad met de<br />

bovennatuurlijke wereld dan wij en staan daarom meer open<br />

voor de wonderwerkende kracht van God.<br />

Wij mochten zielen redden en zieken genezen in Pottuvil. Na<br />

een zeer vermoeiende samenkomst werden wij uitgenodigd bij<br />

een der oudsten een late maaltijd te gebruiken. Wij zijn dankbaar<br />

dat we ons konden verfrissen en wat drinken en eten.<br />

Achter deze vriendelijke uitnodiging zit ook politiek. De gastheer<br />

houdt ons slim nog wat langer bij zich, want thuis zijn er<br />

nog velen ziek en de buren willen ook door de evangelist worden<br />

bediend. De gehele familie vraagt om gebed en dat komt<br />

in de kerk niet zo uitvoerig tot zijn recht als privé thuis.<br />

Op die eerste nachtelijke tocht terug reden wij in een helder<br />

maanlicht, in een rustig gangetje, overal rondkijkend naar<br />

olifanten. Vooral geen geluiden maken en geen lichten aan.<br />

Plotseling hoorden wij in het hoge hout naast ons een geweldig<br />

geraas en gekraak en zagen tot onze schrik dat een reusachtige<br />

boom langzaam neerkwam en over de weg viel, met een oorverdovend<br />

gekraak van brekende takken. Gelukkig viel hij vlak<br />

36


voor de auto, die dank zij haar matige snelheid onmiddellijk<br />

kon stoppen. De boom was zo dicht vóór ons neergevallen<br />

dat onze auto stopte in een gewirwar van takken en bladeren,<br />

het was er bijna onder verpletterd. Daar waren wij aan een<br />

groot gevaar ontsnapt. We wisten niet waarom deze grote<br />

boom juist op dàt ogenblik omviel, rakelings voor onze auto,<br />

zo dichtbij en wonderlijk, dat we begrepen dat dit de hand van<br />

God kon zijn, die ineens de slagboom neerliet om ons voor<br />

een bepaald gevaar te behoeden. Dit was te toevallig, het<br />

moest Gods vinger zijn. We durfden eerst de wagen niet uit,<br />

het kon zijn dat een paar grote olifanten tegen deze boom<br />

hadden staan duwen en omgooien, zoals zij dat meer doen om<br />

de smakelijke wortels op te peuzelen. We hebben dat eens gezien<br />

in het Krugerpark in Zuid-Afrika, hoe een olifant in zijn<br />

eentje een enorme boom met wortel en tak uit de grond trok,<br />

om de wortels die wit uit de aarde waren gekomen, te eten.<br />

Wij hadden ons verbaasd over de enorme kracht van een olifant.<br />

Hij trok niet met rukken uit alle macht de boom uit de aarde,<br />

maar zo geleidelijk, in één lange, ononderbroken trek velde<br />

hij de boom, waaromheen hij zijn slurf had geslagen.<br />

Het kon zijn dat enkele olifanten hier in de nacht bezig waren<br />

bomen te rooien om de wortels te eten. Wij konden uit de<br />

auto niet zien of zich in de bosjes langs de weg olifanten bevonden.<br />

Zo bleven wij staan en wachtten af.<br />

Na een kwartier trad br. Arumainayagam uit de auto en ging<br />

voorzichtig eens kijken wat achter de bosjes was, de deur geopend<br />

houdend zodat hij er snel weer in kon als hij werd aangevallen.<br />

Maar hij zag in velden en wegen geen olifant of enig<br />

ander dier. Hoe kon deze boom, vroegen wij ons maar af, zodanig<br />

vallen dat er geen mogelijkheid overbleef om verder te<br />

komen. De boom was groot en zwaar en wij konden op die<br />

plaats niets uitrichten. Wij baden de Heer en vroegen: "Heer,<br />

wat is dit? Wat wilt U ons hiermee zeggen? Wij zijn Uw kinderen,<br />

wij hebben U lief. Wij gaan naar huis. We hebben vanavond<br />

Uw evangelie gepredikt en nu laat U zulke onbewegelijke,<br />

zware slagbomen zakken voor onze wagen. Wat is er Heer? Is<br />

er gevaar, verderop, waarvoor U ons wilt beschermen? Zijn<br />

daar kudden olifanten die agressief zijn, die op de weg lopen,<br />

zodat wij gevaar lopen? Vader, zeg ons, Uw kinderen, wat is<br />

hier aan de hand? Redt ons! Als ergens, verderop misschien,<br />

37


het gevaar geweken is, Vader, hoe moeten wij hier over de<br />

zware boomstam heenkomen? Hoor ons gebed en geef ons<br />

hart Uw rust dat U hiervan afweet. Amen."<br />

De Heer verhoorde onze gebeden. We hoorden een motor aankomen<br />

achter ons, het bleek een bus te zijn die achter onze<br />

auto stopte. Het bleek, dat is nu juist de voorziening Gods,<br />

een ploeg houthakkers te zijn, op weg naar hun werkkamp in<br />

het bos, waar ze weer een week moeten bivakkeren. Ze<br />

klommen uit de bus, bekeken de situatie lachend, haalden<br />

hun bijlen uit de bus en begonnen de stam in stukken te hakken.<br />

Wat een wonderbare hulp van de Heer, dat nu uitgerekend<br />

houthakkers met bijlen bij zich ons achterop kwamen. Vakkundig<br />

werden de stukken stam weggebroken en aan de kant<br />

van de weg gerold, de takken weggehaald en nadat wij hen bedankt<br />

hadden, reden wij verder, enkele houthakkers achter de<br />

auto aanduwend tot deze eigen snelheid had gekregen.<br />

Tot op heden weet ik niet van welk gevaar of anderszins de<br />

Heer ons heeft willen redden, wat Hij ons had willen besparen<br />

door tijd te winnen. Het oerwoud is vol leven en vooral<br />

's nachts vol agressie. Maar er was vrede in ons hart en wij<br />

loofden den Heer!<br />

De volgende dagen reden wij met het afgeleefde auto'tje weer<br />

terug naar Pottuvil, waar een kleine opwekking uitbrak, de<br />

Heer bewoog machtig Zijn hand op die vergeten plaats, wij<br />

zagen zielen komen tot Jezus en zieken werden genezen in<br />

Zijn striemen. En 's nachts reden wij terug door dit dierenrijk<br />

gebied, scherp vooruit kijkende op de weg, met gedoofde lichten,<br />

zonder geluid. We wilden zingen na deze heerlijke avonden,<br />

zo rijden wij altijd graag naar huis terug als wij zegen mochten<br />

ervaren in de samenkomsten waar wij spraken, maar hier<br />

moesten wij stil zijn, opdat de dieren niet werden verstoord.<br />

Wij prezen de Heer zachtjes in nieuwe tongen en roemden<br />

Zijn Naam, die ons bewaarde.<br />

De Heer heeft mij ontelbare malen wonderbaar bewaard, in<br />

de zending heeft men nu eenmaal grote reacties, tegenkrachten,<br />

te verwachten, agressie van de machten der duisternis, die<br />

zich tegen deze bediening opstellen. Maar daar is de zekerheid<br />

in ons hart, de vaste zekerheid van een zendende Meester, die<br />

ons beloofde te bewaren in het holle van Zijn hand.<br />

38


De vraag wordt gesteld: Is een kind van God onschendbaar?<br />

Bestaat er een immuniteit voor gevaren voor een vrijgekochte<br />

door het Bloed van Jezus? Mogen wij de Heer danken die het<br />

Woord sprak: "Zie, Ik heb u macht gegeven om op slangen<br />

en schorpioenen te treden en tegen de gehele legermacht van<br />

den vijand ; en NIETS zal U ENIG KWAAD doen" (Luk. 10:<br />

19)? "Wie op de Heer vertrouwt, is ONAANTASTBAAR"<br />

(Spr. 29 : 25).<br />

In een Amerikaanse advertentie voor plastic regenjassen las ik<br />

dat deze jassen "vuil-afstotend" zijn. Als wij met Christus bekleed<br />

zijn, is dit kleed evenzo vuil-afstotend, zonde-afstotend,<br />

ziekte-afstotend, gevaar-afstotend? Als wij "den ouden mens<br />

hebben afgelegd die ten verderve gaat ... en den nieuwen<br />

mens aandoen, die naar de wil van God geschapen is in waarachtige<br />

gerechtigheid en heiligheid" (Ef. 4: 22-24), zijn wij<br />

dan buiten de gevarenzone gekomen? "Niet meer mijn ik,<br />

maar Christus leeft in mij" (Gal. 2 : 20), garandeert dat de<br />

persoonlijke bescherming van de inwonende Heer der schepping?<br />

"Zo is dan wie in Christus is, een nieuwe schepping:<br />

het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen. En dit<br />

alles is uit God ... " (11 Cor. 5 : 17), is deze schepping gebonden<br />

aan nieuwe normen, standaards, aan geheel nieuwe wetten,<br />

is dit nieuwe leven dan een geheel nieuwe status in God<br />

ingeplant, buitengesteld van aardse wetten van dood en verderf<br />

en binnen de hemelse wetten besloten van leven en overvloed?<br />

Wie is de nieuwe mens? Een min of meer verlichte oude mens,<br />

die wat oude principes heeft afgeleerd en nieuwe principes<br />

aangeleerd, of een totaal en onvergelijkbaar andere natuur,<br />

met niets en niemand te vergelijken? Uitgetild uit de natuur<br />

van de oude mens, uit Adam, en ingeplant in de natuur van de<br />

laatste Adam, Christus. Niet geboren uit vergankelijk zaad,<br />

maar geboren uit onvergankelijk zaad. Niet uit water, maar<br />

uit water en Geest. Niet voortgekomen uit stof, aarde, gerelateerd<br />

aan "Blut und Boden", vlees, maar voortgekomen uit<br />

Geest, van God uit geboren, van Boven uit geboren, "anothen".<br />

Zijn de ervaringen van de nieuwe mens Koninkrijks-ervaringen,<br />

die van een geheel andere orde zijn, een hogere orde Gods?<br />

Wie zijn wij in Christus? Als wij geloven dat wij "door God<br />

met Christus mede levend gemaakt zijn en mede opgewekt<br />

39


en mede een plaats hebben verkregen in de hemelse gewesten,<br />

in Christus" (Ef. 2 : 4), zijn wij gezeten met Christus in Zijn<br />

troon (Openb. 3: 21) en genieten ook fysieke onschendbaarheid.<br />

"Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest<br />

Gods in u woont? Zo iemand Gods tempel schendt, God zal<br />

hem schenden. Want de tempel Gods en dat zijt gij, is heilig"<br />

(I Cor. 3 : 16, 17).<br />

"Wij weten, dat een ieder, die uit God geboren is, niet zondigt;<br />

want Hij, die uit God geboren werd, BEWAART HEM (1), en<br />

de boze heeft GEEN VAT OP HEM" (1) (I Joh. 5 : 18). Als<br />

wij zonen en erfgenamen zijn, "zijn wij nu kinderen, dan zijn<br />

wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en mede-erfgenamen<br />

van Christus" (Rom. 8 : 17), dan zijn wij THANS reeds<br />

bezitters van alles; "Alles is immers het uwe; hetzij Paulus,<br />

Apollos of Cephas, hetzij wereld, leven en dood, hetzij heden<br />

of toekomst, het is ALLES het UWE; doch gij zijt van Christus,<br />

en Christus is van God" (I Cor. 3 : 22, 23).<br />

Als wij erfgenamen en eigenaren zijn van leven en dood, heden<br />

en toekomst, van de wereld en ons daardoor stellen kunnen<br />

boven leven en dood, heden en toekomst, de wereld, hen bedwingende<br />

en beheersende, kunnen wij dan zeggen dat wij onaantastbaar<br />

zijn voor alle destructieve machten? Heeft de duivel<br />

niet ook dit gestolen uit de kerk, het inzicht effectief<br />

gebruik te maken van onze rechten, voorrechten, erfrechten,<br />

troonrechten, zoonschapsrechten, die behoren bij het kindschap<br />

Gods? Hebben wij door een volkomen verlossing middels<br />

het Bloedoffer van Jezus Christus aan het kruis, mede<br />

overwinning behaald in Hem over zonde en dood? Indien Hij<br />

"met Zijn eigen bloed, eens voor altijd is binnengegaan in het<br />

heiligdom, waardoor Hij een eeuwige verlossing verwierf<br />

(Hebr. 9 : 12), waardoor wij "eens voor altijd" geheiligd werden<br />

door het offer van het "lichaam van Christus" (Hebr. 10:<br />

10); en "Hij door één offerande voor altijd volmaakt die geheiligd<br />

worden" (Hebr. 9 : 14), heeft deze verlossing, volmaking,<br />

heiliging, ons ook niet buiten en boven de infectie<br />

getild die daar heerst in spirituele, fysieke en chemische luchtverontreiniging,<br />

milieu-verontreiniging, atmosfeer-verontreiniging,<br />

het domein van de boze geesten? De bovennatuurlijke<br />

mens, de nieuwe mens in Christus, die met Hem is opgestaan,<br />

is niet langer onderworpen aaI) de tyrannie- van natuurlijke<br />

40


omstandigheden. Het "metenoué", Grieks voor: zins-verandering,<br />

wijst naar het "Maar wij hebben de zin van Christus" ...<br />

Is het kind van God door de inwonende Christus ge-immuniseerd?<br />

Blijkt tenslotte de duivel geen totale en definitieve vat I<br />

op hem te kunnen hebben, maar is hij af te schudden, te<br />

weerstaan? "Maar biedt weerstand aan den duivel, en hij zal<br />

van u vlieden" (Jac. 4: 7), dan is hij toch te overwinnen?<br />

Gaat hij voor ons op de loop, als wij in geloof optreden? Zegt<br />

de Bijbel dat? "Doet de wapenrusting Gods aan, om te KUN­<br />

NEN STANDHOUDEN tegen de verleidingen des duivels;<br />

want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar<br />

tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers<br />

dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten"<br />

(Ef. 6 : 11, 12).<br />

Bestaat er een immuniteit voor Gods knechten, kunnen ze<br />

rekenen op de speciale protectie van de Zender, zijn ze zeker<br />

van het beschermende pantser van Gods genade? Als God<br />

voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn? De Heer der heerscharen<br />

is onze "J ehovah-Nissi" , God is onze banier! "Maar in dit<br />

alles zijn wij meer dan overwiIinaars door Hem, die ons heeft<br />

liefgehad!" (Rom. 8: 37).<br />

God schenkt overwinningen, niet aanhakend aan onze kwaliteiten,<br />

maar aan de Zijne! Mozes triomfeerde over Pharao;<br />

Jozua triomfeerde over Jericho; David triomfeerde over<br />

Goliath; de drie Hebreeërs triomfeerden over het vuur in de<br />

brandende oven; de weduwe van Zarfath triomfeerde over de<br />

hongersnood; Petrus triomfeerde op de Pinksterdag (De Heer<br />

voegde Zijn Geest aan de drift van Petrus en maakte er "geestdrift"<br />

van!); Paulus triomfeerde in de gevangenis van Philippi;<br />

Christus triomfeerde over de duivel en vermorzelde zijn kop!<br />

Daar is een kracht in de tegenwoordigheid van God dat resulteert<br />

in triomf en niet in nederlaag. Toen David Livingstone<br />

verscheen aan de universiteit van Glasgow om de doctorstitel<br />

van rechtsgeleerdheid in ontvangst te nemen, werd hij ontvangen<br />

met groot respect. Hij was mager en vermoeid door 16 jaar<br />

blootgesteld te zijn geweest aan alle ontberingen van Afrika.<br />

Livingstone vroeg: "Zal ik u vertellen wat mij gedragen heeft<br />

door al die jaren van ballingschap tussen volkeren wiens taal<br />

ik niet verstond en wiens houding tegen mij gekeerd was .... l­<br />

tijd onzeker en vaak vijandig? Het was dit: "Zie, Ik ben met<br />

41


u al de dagen, tot aan de voleinding der wereld!"<br />

In de kratons van Djokja en Solo worden de heilige gouden<br />

krissen van de sultans als "pusaka" bewaard. De krijgers die<br />

ze in de oudheid, in hun oorlogen, hanteerden, heten onkwetsbaar<br />

te zijn, onoverwinnelijk. Deze gouden krissen werden<br />

vooruit gestoken door de sultan die voor zijn soldaten<br />

uit de vijand tegemoet danste in zijn prachtige krijgs-sarong,<br />

goudbestikt, heilig, belezen door de priesters. Magische attributen<br />

zijn deze kris en sarong, absoluut afwerend van gevaar.<br />

De hoofdman die het droeg werd niet geraakt, heette het, hij<br />

was onverwondbaar, onschendbaar. Ik heb deze prachtige<br />

gouden krissen gezien en in Solo kocht ik in 1949 namens de<br />

president van Indonesië van de sultan in zijn kraton een van<br />

die kostbare, goudgeweven sarongs die zijn voorvaderen droegen<br />

onder het naakte bovenlijf, als zij ten strijde trokken met<br />

de bezwerende kris zwaaiend voor zich uit. Ik vroeg lachend<br />

de oude sultan of ik nu evenzo onschendbaar was als ik mij<br />

kleedde met deze oude sarong, maar hij knikte van: neen,<br />

eerst moest die worden belezen door priesters, dan zou het<br />

"de drager weer beschermen."<br />

In de magie van vele oude volkeren komt deze onkwetsbaarmaking,<br />

immunisatie voor, in wapens, kleding, amuletten,<br />

heilige oliën, door bezweringen, zingen van bepaalde oude<br />

liederen~ in het citeren van heilige strofen uit sacrale boeken,<br />

het slaan van trommels, het dansen van bepaalde dansfiguren,<br />

door offers, door bloed-gieting ... Ik wil deze magie der heidenen<br />

natuurlijk niet vergelijken met de immuniteit van de<br />

kinderen Gods in de strijd tegen de oprukkende legerscharen<br />

van satan. Er is in Gods Woord een ander offensief gaande,<br />

met dodelijke werking voor de tegenstander. De duivel heeft<br />

ons in het defensief gedrukt. Maar het Koninkrijk is agressief,<br />

offensief, militant. De uitrusting is duidelijk vastgesteld, de<br />

gelovige zal de wapenrusting Gods omgespen, "om te kunnen<br />

standhouden tegen de verleidingen van de duivel" (Ef. 6 : 11).<br />

God gaf een mogelijkheid, opende een weg ter overwinning.<br />

De christen behoeft niet te worden overmeesterd, geschonden,<br />

beschadigd, hij behoeft niet gebroken voort te strompelen.<br />

God gaf hem een afdoende rusting, krachtiger en volmaakter<br />

dan welk wapen van de vijand! Halleluja!<br />

Wij kunnen niet volstaan door de wapenen te dragen tegen<br />

42


de vijand, maar we moeten die wapenen leren hantéren. Wij<br />

kunnen onze wapenrusting automatisch ronddragen zonder<br />

dat het wat voor ons doet. Wij dienen op te treden met geloof.<br />

Geloof is echter een schakel, niet meer. Niet het geloof<br />

redt, alleen Jezus waarop het geloof zich gericht heeft. Geloof<br />

ontleent zijn waarde aan het voorwerp waarin het gelooft.<br />

Wij zijn wat wij geloven. Niet wat wij weten of voelen,<br />

maar wat wij geloven. Wij bezitten ook wat wij geloven. Daar<br />

is geen plaats voor twijfel. Wie gelooft in zijn geloof en twijfelt<br />

in zijn twijfel, vindt open deuren in het Koninkrijk Gods.<br />

Maar wie twijfelt in zijn geloof en gelooft in zijn twijfel, heeft<br />

geen overwinning en is ongelukkig en uiterst kwetsbaar.<br />

Vele zoekende mensen beklagen zich bij God dat hun geloof<br />

zo klein is. Het is geen zaak van gewicht, van zwaarte, van<br />

hoeveel eenheden geloof u kunt opbrengen, hoeveel procent.<br />

Belangrijk is waarop dit geloof zich gericht heeft, de Persoon<br />

waarop het geloof zich projecteert. Geloof "an sich" is niets,<br />

als het zich niet gericht heeft op iemand of iets. Dat bepaalt<br />

de waarde en de kracht van dat geloof. Evenals liefde niets is<br />

als het zich niet richt tot iemand of iets. Aan al het geloof van<br />

de wereld, al de liefde van uw hart, hebt u niets op een onbewoond<br />

eiland, waar geen subject te vinden is waarop deze<br />

liefde zich kan richten. Het is daar zelfs gevaarlijk, want dan<br />

richt het zich tot de "gelovige" -zelf.<br />

Geloof is vooral de bekwaamheid tot némen, toe-eigenen.<br />

Het strekt zijn handen uit om het uit God te nemen wat beloofd<br />

en voorhanden is. Wonderbare klederen zijn bereid, het<br />

geloof kleedt zich daarmee. De wapenrusting Gods is daar,<br />

het geloof omgordt zich daarmee. Het water des levens<br />

stroomt aan zijn voeten, het geloof neemt het tot zich, zoals<br />

de driehonderd mannen van Gideon. De beloften Gods zijn<br />

daar ,ja" en "amen" voor hem, hij grijpt en activeert ze, hij<br />

transformeert ze tot wetten, wetmatigheden. De krachten des<br />

hemels worden niet aangeroepen maar het geloof néémt en<br />

gebruikt deze machten. De opstandingskracht van Christus is<br />

disponibel voor allen die ze gebruiken willen, het geloof handelt<br />

er mee en geneest de zieken. Geloof heeft direct met God<br />

te maken. Het beschouwt niet Zijn gaven, zoals een voorbijganger<br />

de juwelen in de etalage beschouwt, met glas ertussen,<br />

maar hij weet dat alle schatten van het Koninkrijk Gods reeds<br />

,<br />

43


zijn eigendom zijn en hij neemt ze als hij wil, zoveel hij wil,<br />

wanneer hij wil. Het geloof hoort hoe de stem des Vaders<br />

spreekt: "Kind, gij zijt altijd bij Mij, en al het Mijne is het<br />

uwe!" (Luk. 15: 31).<br />

Ik ben menigmaal beschoten geweest, er werd mij op allerlei<br />

wijze naar het leven gestaan. Ik heb moeten vluchten in de<br />

nacht voor mijn moordenaars, verkleed als een moslemvrouw.<br />

Ik werd door christenen verborgen op geheime plaatsen voor<br />

gevaar voor het leven. Ik zat in een vliegtuig met een brandende<br />

motor. Ik werd door rovers overvallen in een eenzaam<br />

gebied tussen de bergen van Midden-Java. In Batakland stelde<br />

de Heer engelen om mij heen, voor iedereen zichtbaar, zodat<br />

de moordenaars niet durfden schieten. De boze machten achter<br />

het lianen gordijn van Suriname en de Caraiben hebben<br />

alles gedaan om mij te vernietigen, zij zonden worggeesten om<br />

mij te doden, ziektemachten. In Afrika aten wij vergiftigd<br />

voedsel, maar de opstandingskracht van Christus neutraliseerde<br />

het gif. Wij werden uit landen gezet. Over ons leven werden<br />

vervloekingen en bezweringen uitgesproken door doekoens<br />

en obeyamannen. Wij zijn onaangetast gebleven in choleraepidemieën,<br />

terwijl wij met de zieken baden. Wij hebben vele<br />

malen melaatsen de handen opgelegd in Jezus' machtige Naam.<br />

De vijand heeft waarlijk àlles gedaan om onze bediening te<br />

beëindigen. Maar we staan nog overeind, door de genade des<br />

Heren. Halleluja! Geprezen zij Zijn Naam!<br />

In die dagen was er een groot feest van de Hindu's in hun tempel<br />

in Tirukkovil (Tiruk = heilig; kovil = tempel). Zes dagen<br />

was er feest. Wij besloten er eens heen te gaan. De dominee,<br />

Elisabeth en ik trokken eerst de schoenen uit, zoals geboden<br />

is, tempelgrond is heilige grond! Wij mochten binnen in de<br />

tempel komen. Wij zagen het bidden voor de god Ganesa, we<br />

hebben hem op zovele plaatsen in India en Ceylon zien aanbidden.<br />

Wij hoorden het gejuich, de vele lofprijzingen, het<br />

frenetiek geroffel van gonzende trommen, het hoge cymbalengerinkel,<br />

het klagelijke geluid van schalmeien. Wij zagen het<br />

strooien van bloemen, het overal versieren met guirlandes van<br />

bloemen. Wij zagen mensen zich languit in het stof werpen<br />

voor het beeld van Ganesa. Vrouwen liepen enkele keren de<br />

44


tempel om met een cocosnoot, naderden na drie keer ommegang<br />

een heilige, opgerichte steen naast de tempel, waarop zij<br />

de cocosnoot met kracht stukwierpen, de brokken vlogen in<br />

het rond, het cocoswater spatte naar alle kanten. Dit ritueel<br />

is het symbool van verbreking des harten voor hun god. Wij<br />

hebben dat in verschillende Hindu-tempels telkens weer zien<br />

doen, ook op straat bij de Perahera!<br />

Deze verbrijzeling van het hart uit reverentie voor hun god is<br />

typisch Hindu's. Welk een offerbereidheid, welk een overgave!<br />

Zij houden lange vastentijden, kennen gebedsconcentratie,<br />

religieuse vreugde en meditatie voor hun kleine, stenen<br />

goden. Dan te bedenken hoe de Christenen hun Heer en Koning<br />

nauwelijks weten te eren, de levende, opgestane Heiland<br />

weten groot te maken, nauwelijks Zijn Naam weten te roemen<br />

en te prijzen! Hoe weinig kennen zij aanbidding, in vergelijk<br />

met deze arme heidenen, hoe zelden kunnen zij ware<br />

offers brengen, weten zij het geheimenis van vasten, van zich<br />

te ontzeggen. Als ik ziende op deze Hindu's onze Christelijke<br />

kerk vergelijk met de hunne, zo stroef, zo statisch, zo zwijgzaam<br />

als wij zijn, schaam ik mij vaak voor onze povere wijze<br />

van God groot maken, onze manier van aanbidding en lofprijzing.<br />

Toen wij daar rustig in de tempel stonden toe te kijken, werden<br />

wij door de Hindu-priesters herkend, die ons als geestelijken<br />

kwamen begroeten. Zij hadden ook van onze samenkomsten<br />

in de Methodistenkerk en de pastorie gehoord en<br />

waren geëerd door ons bezoek. De hoofdpriester bracht de<br />

bronzen schaal met heilige as en wilde evenals bij hen allen,<br />

ons ook drie witte horizontale "tiruneeru"-strepen over het<br />

voorhoofd vegen, als priesterwaardigheid. Wij wilden alle<br />

égards tonen voor hun godshuis, maar weigerden beleefd gestigmatiseerd<br />

te worden met de waardigheid van de kaste der<br />

priesters.<br />

Terwijl wij rondliepen op dit feestelijke, versierde tempelcomplex,<br />

kwam een der priesters naar mij toe en vroeg in<br />

voortreffelijk Engels of ik voor hem wilde bidden. Ik wees<br />

hem er op dat het voor de hand lag dat hij aan zijn eigen aangebeden<br />

god hulp zou vragen, indien hij die nodig had, het<br />

was toch zijn tempel. Ik zei dit om hem te onderzoeken, te<br />

peilen wat zijn beweegredenen waren. Maar hij zei: "Bidt voor<br />

45


mij!" Ik antwoordde: "U moet weten dat ik zal gaan bidden<br />

voor u in de Naam van Jezus, want Jezus is de Naam van mijn<br />

God!" Hij vervolgde: "Bidt voor mij in de Naam van uw God!"<br />

Ik zei: "Breng mij naar een stille kamer van uw tempel, daar<br />

zullen wij ongestoord samen zijn en ik zal voor u bidden in<br />

Jezus' Naam!" Hij antwoordde: "Dat hoeft niet, prediker,<br />

doet u dat gebed maar hier!" Wij waren omringd nu door alle<br />

priesters van de grote tempel en tientallen aanbiddende Hindu's.<br />

Dit was mijn kans hier openlijk te bidden tot de Vader<br />

in Jezus' Naam!<br />

Ik keek hem aan, hij had aan de middelvinger aan de rechterhand<br />

een gevouwen grasspriet, beeld van broosheid van geest,<br />

bewijs dat hij een week lang vastte. Hij vouwde de handen<br />

zoals wij dat gewoon zijn te doen, sloot de ogen en boog het<br />

hoofd. Ik zag rond en zag dat nu allen eerbiedig de ogen hadden<br />

gesloten en de handen gevouwen voor de borst. Toen begon<br />

ik te bidden: ,,0, Jezus, Zoon van de allerhoogste God. U<br />

ziet deze man, U kent zijn hart, ik weet dat hij U zoekt en<br />

nodig heeft. Heiland, open zijn hart volkomen voor U, open<br />

zijn ogen voor U. Werk met de Heilige Geest aan zijn hart en<br />

wek hem op, deze dienaar van deze god. 0 Jezus, ik geloof<br />

dat hij oprecht is, wellicht zult U hem liefhebben als de rijke<br />

jongeling. 0 Verlosser, 0 Zaligmaker van mensenkinderen,<br />

laat hem niet los, laat hem U vinden, laat het hier en nu vindenstijd<br />

zijn. Genees zijn arme, eenzame hart, laat hem tot U<br />

komen, laat hem bij U rust vinden! Strek Uw hand naar hem<br />

uit, 0 Heiland van zondaren en trek hem tot U! Ik breng deze<br />

priester tot U, wil door Uw Geest hem de weg, de waarheid<br />

en het leven wijzen. Amen!" De priester zei eveneens: "Amen!"<br />

En allen zeiden eveneens: "Amen!" De priester zei dankbaar:<br />

"Prediker, ik dank u wel!" En verdween in de tempel.<br />

De laatste morgen voor ons vertrek uit Tirukkovil zocht heel<br />

vroeg in de ochtend dominee Daniël mij op in mijn kamer en<br />

vroeg mij hem te willen dopen. Zijn vrouw was in haar jeugd<br />

al gedoopt, maar hij niet. Nu hij vervuld was met Gods Geest,<br />

wilde hij de hele weg met Jezus gaan. Ik had hem er zoveel<br />

over gesproken en liet de beslissing tenslotte aan hem over,<br />

hij moest dit met zijn God maar bespreken. Nu was hij er<br />

klaar mee.<br />

Wij gingen achter de tempel langs naar de zee en daar mocht<br />

46


ik de dominee van de Methodistenkerk dopen in een onstuimige<br />

zee, de Golf van Bengalen. Halleluja!<br />

De laatste berichten die wij van hem ontvingen, vermeldden<br />

dat deze predikant, die herder was van vijf gemeenten in dat<br />

eenzame, wilde deel van Oost-Ceylon, de Methodistenkerk<br />

had verlaten en vrije evangelist was geworden, levend uit<br />

Gods hand. Na een ernstige berisping van zijn principalen in<br />

een speciale vergadering van theologen van die kerk in Colombo,<br />

over zijn "pinksterafwijking" , verliet hij die kerk en begon<br />

voor zijn volk overal het evangelie in vrijheid te prediken.<br />

Hij werd in enkele jaren een der grootste en voornaamste<br />

evangelisten van Ceylon, een veel gevraagde spreker, leider van<br />

enorme massa-campagnes, een profetische figuur van importantie.<br />

Zodra de Heilige Geest heerschappij over een leven krijgt,<br />

veranderen zoveel dingen, vernieuwen zoveel zaken. Wij begroeten<br />

deze fijne medewerker nu als tweede man in ons zendingswerk<br />

in Ceylon, naast broeder Paul Arumainayagam,<br />

waarmee we steeds heerlijk optrekken achter het vaandel van<br />

Jezus' Bloed. Deze mannen zijn zwagers van elkander.<br />

Van Tirukkovil vlogen wij met een klein vliegtuig naar Colombo<br />

terug. Daar begonnen wij eerst een campagne in Maharagawa,<br />

een dorp ongeveer een uur van de hoofdstad verwijderd.<br />

We hadden van een zuster die daar woonde, zr. Elsie de Silva,<br />

leidster van het "Christian Mission House", een uitnodiging<br />

ontvangen. Het huis, waarin wij zouden spreken kon maar een<br />

honderd gasten bevatten; het leger had aansluitend aan de<br />

voorgalerij een grote aluminiumtent gebouwd, zodat veel<br />

meer plaats was. Daar hebben wij vijf avonden gepredikt. Zielen<br />

kwamen tot Jezus, elke avond bleven ze achter om met ons<br />

te bidden, vele zieken genazen. De leidster van dit zendingshuis,<br />

zelf jaren ziek, genas op wonderlijke wijze, het veranderde<br />

haar hele bediening. Wij woonden in die tijd in een officierswoning<br />

in Pannipitiua.<br />

Op een van de avonden in Maharagawa zag ik, terwijl ik predikte,<br />

in de grote cocostuin waarin het huis stond, een auto<br />

naderen en stoppen, het verschool zich tussen de bomen, doofde<br />

de lichten en stond verder de gehele avond in het duister.<br />

Het intrigeerde mij de gehele avond wie daar in de verte tussen<br />

de bomen heimelijk meeluisterde zonder zich te tonen. Later<br />

47


leek dat de inzittende eigenaar van de fraaie wagen de President<br />

van de Senaat was, van boven af de vierde man in belangrijkheid<br />

in de regering van Ceylon, na de President, de<br />

Minister-President en de Staatssecretaris. Hij hoorde op een<br />

of andere manier van onze samenkomsten en liet zich in zijn<br />

auto naar Maharagawa rijden, waar hij tussen de bomen<br />

luisterde naar mijn boodschap, die met luidsprekers over de<br />

tuin schalde.<br />

Na de samenkomst liet hij door zijn geüniformeerde chauffeur<br />

ons een boodschap brengen, waarin hij ons uitnodigde<br />

hem in zijn privé-woning te bezoeken. Wij spraken af dat wij<br />

de volgende dag zouden komen. Wij werden weer door zijn<br />

fraaie auto afgehaald en begaven ons naar de riante woning in<br />

een van de deftige buitenwijken van Colombo, waar de ambassades<br />

en consulaten waren gevestigd.<br />

Wij spraken met deze politicus, die tevens een Buddhistische<br />

priester is, een vol uur over Jezus. Ik was vastbesloten over<br />

niets anders te spreken dan over Hem. Hij stelde zeer veel<br />

belang in Hem, zei hij en had het Nieuwe Testament vele malen<br />

gelezen. De Persoon van Jezus Christus fascineerde de man<br />

bijzonder. Later nodigde hij mij persoonlijk uit hem naar zijn<br />

privé-kamers te vergezellen, waar hij in zijn slaapkamer vroeg<br />

hem de handen op te leggen en te bidden voor zijn genezing.<br />

Ik doe dit nooit zó maar en nam de tijd om eerst uitvoerig te<br />

spreken over de betekenis van het Bloed van Christus, waarin<br />

hij zei tenslotte te willen geloven als de kracht Gods tot behoud.<br />

Ik bad dat Gods Geest hem zou leiden in de volle waarheid.<br />

Later hernieuwde deze politicus onze kennismaking en werden<br />

Elisabeth en ik door hem uitgenodigd voor een lunch in<br />

de Senaatskamer in het Gouvernementspaleis. Met grote eerbied<br />

werden wij daar ontvangen en bediend door geüniformeerde<br />

bedienden die ons een keur van spijzen serveerden.<br />

Hier worden sommige bezoekers aan Ceylon aan een officiële<br />

lunch genodigd, wij vonden het een hele eer. Ook daar spraken<br />

wij over de Persoon van Jezus. De man luisterde zeer aandachtig<br />

en stelde intelligente vragen over Hem. Hij beloofde<br />

hoffelijk mij alle bijstand en hulp zolang ik op het eiland<br />

evangeliseerde. Ofschoon hij een Buddhist is, moedigde hij<br />

mij aan de boodschap van Jezus overal in Ceylon bekend te<br />

48


Op pag. 1 ziet u de heilige olifant " Radjah ", de relikwie-drager van de<br />

Perahera. Pag. 2-5 de heerlijke samenkomsten in <strong>Sri</strong> <strong>Lanka</strong>. Op pag. 6<br />

bovenaan Ds. Christy Daniël na zijn vervulling met de H. Geest, daaronder<br />

de werkgroep uit Jaffna. Pag. 7 massa-samenkomst in Kalmunai<br />

en de evangelisten uit <strong>Sri</strong> <strong>Lanka</strong> waaraan ik de slotavond overgaf. uiterst<br />

rechts br. Paul Arumainayagam. Op de laatste pag. de eerste dopelingen.


maken; Buddhisten zijn zeer tolerant tegenover andersdenkenden.<br />

Wij ontvingen ook een uitnodiging om een samenkomst te komen<br />

houden in het gerieflijke huis van de voormalige Minister<br />

van Gezondheid. Zij was een fanatieke Buddhiste geweest en<br />

verkeerde voortdurend in de leidende Buddhistische kringen<br />

in Kandy. Toen de vorige Minister-President van Ceylon, Exc.<br />

Bandaranayake door Buddhistische monniken werd vermoord<br />

en zij in nauwe connectie met hen bleek te staan, werd zij i<br />

verdacht medeplichtig te zijn en in de gevangenis geworpen,<br />

waar zij twee jaar verbleef. De andere monniken werden<br />

terechtgesteld voor moord en zij werd in de gevangenis vastgehouden<br />

zonder een proces te hebben ondergaan. In die<br />

duistere jaren in de gevangenis kreeg zij een Bijbel van een bezoeker,<br />

las het en vond Jezus. Zij zwoer het Buddhisme af en<br />

liet zich dopen. Zij begon de Bijbel terdege te bestuderen. Zij<br />

liet zich totaal vernieuwen door Jezus. Zij vond nieuw leven<br />

en hoop bij Hem.<br />

Deze vrouw, Mrs. Vimala Wijewardena werd tenslotte ontslagen<br />

en bewoont nu haar prachtige villa in Colombo, met haar<br />

dochter. Zij was een weduwe van een zeer rijke ondernemer<br />

die uitgestrekte thee-plantages had.<br />

Zij hoorde iets over de vervulling met de Heilige Geest, maar<br />

wist de weg niet hoe deze te ontvangen. In die tijd ontmoette<br />

zij ons. Ook weer bleek het Gods tijd te zijn. Wij hielden<br />

samenkomsten waar zij over de Charismatische gaven hoorde.<br />

Zij nodigde ons uit voor een house-party in haar huis waar zij<br />

de élite van de Ceylonese ingezetenen, rijke plantagehouders,<br />

bankiers, regeringspersonen en anderen had uitgenodigd. We<br />

spraken daar een avond lang over de Gaven des Geestes. Na<br />

deze party nodigde zij mij uit haar naar haar slaapkamer te<br />

volgen en daar vroeg zij mij haar de handen op te leggen voor<br />

de vervulling met de Heilige Geest. Zij ontving onmiddellijk<br />

en glorieus en begon de Heer in nieuwe tongen te prijzen. Zij<br />

was zo gelukkig! Ze zei: "Al was het alleen voor mij, ik dank<br />

God dat u naar Ceylon bent gekomen!"<br />

Ik voelde dat de Geest Gods beslag had gelegd op de bezoekers<br />

van deze party, aan de kwaliteit van de gestelde vragen kon ik<br />

opmerken dat er werking was aan de harten. Ik had de Bijbel<br />

laten spreken, steeds weer citerende Gods uitspraken en be-<br />

49


lof ten die wij konden inlossen bij de Heer. Toen ik terug was<br />

in de grote zaal in het huis en de bezoekers werden getracteerd<br />

op verversingen, had ik nog enkele heerlijke gesprekken<br />

met zoekenden. Ik mocht anderen na afloop tot de Heer leiden<br />

en enkelen de handen opleggen voor genezing.<br />

Wij werden later weer bij Mrs. Wijewardena uitgenodigd, nu<br />

voor een lunch, waaraan ook haar dochters aanzaten, de<br />

dochter die in haar huis woonde en een getrouwde dochter,<br />

die echtgenote is van een hoge regeringsambtenaar, een,<br />

fanatieke Buddhist, die er niet aan dacht het Christendom aan<br />

te nemen. We namen weer de Bijbel als basis voor onze gesprekken,<br />

wij weten geen beter en betrouwbaarder fundament<br />

en spraken uitvoerig over de functies van de negen Gaven des<br />

Geestes in de hedendaagse Kerk. Urenlang luisterden zij en<br />

het scheen alsof zij een heftige dorst laafden, alsof zij gretig<br />

dronken aan de Bron des Levens. Het was zo heerlijk deze<br />

gereedgemaakte harten als klankbodem voor het Evangelie te<br />

zien functioneren. Zr. Vimala vroeg ons haar de handen op te<br />

leggen voor de negen Gaven des Geestes, zij ontving ze in<br />

geloof en principe, al deze door God gegeven bekwaamheden<br />

om Hem zegevierend te dienen. De beide dochters, ze hadden<br />

Jezus Christus reeds aangenomen, ontvingen die middag ook<br />

de doop des Geestes en spraken in nieuwe tongen.<br />

Er waren verschillende voorgangers uit Pinksterkringen op<br />

onze samenkomsten. Men had een delegatie uit deze kringen<br />

naar mij toegezonden om mij te spreken. Ik ontving deze broeders<br />

en zusters en zij vroegen mij of ik de leiding zou willen<br />

nemen van het Pinksterwerk in Ceylon. De Pinkstergemeente<br />

was uiteengevallen door het falen van hun voorganger en had<br />

zich in twee groepen verdeeld, maar er was in geen van deze<br />

groepen een acceptabele figuur die leider kon zijn over deze<br />

verstrooide schapen. Ik kon als niet-Ceylonees onmogelijk dit<br />

werk leiden, maar hield hun vraag in beraad. Soms wil de Heer<br />

onverwachte wegen met ons gaan. Ook in Zuid-Afrika kwamen<br />

broeders van een Pinksterkerk met 200 afdelingen over<br />

het gehele land verspreid, mij de leiding aanbieden van deze<br />

arbeid. Zij hadden lang gebeden om leiding des Geestes dat<br />

een broeder zou komen die hun leidsman zou kunnen zijn.<br />

Zij boden mij een grote pastorie en een goed inkomen aan, als<br />

50


ik bereid was deze kerk te leiden. Later maakte de Heer mij<br />

duidelijk dat ik dit niet mocht accepteren.<br />

De broeders in Ceylon zowel als in Zuid-Afrika hadden mij<br />

horen prediken, maar vooral mijn frequent gebruik van de<br />

Gaven des Geestes viel hen op, het gezag over demonen en<br />

ziektemachten, het vrije gebruik van profetie en het functioneren<br />

van de openbaringsgaven. Dat was bij hen niet bekend<br />

en in gebruik. Maar wij hebben uit de Bijbel geleerd deze<br />

Gaven te gebruiken tot meerdere eer van de Heer der Kerk en<br />

vruchtbare opbouw van het Lichaam van Christus; met minder<br />

kunnen wij in deze demonische en materialistische tijd<br />

niet toe.<br />

Ds. Llewellyn Jansz (hij is een zgn. "Burger") nodigde mij uit<br />

om een campagne te houden in de Green Path Hall, in Colputty,<br />

in het centrum van Colombo. Wij baden de Heer om<br />

leiding en namen het voorstel aan. Br. Arumainayagam die<br />

een poosje naar zijn gemeente in Jaffna was teruggegaan,<br />

kwam weer bij ons terug en vertaalde mij. Een week lang<br />

hielden wij een campagne, er waren tientallen predikanten<br />

en voorgangers van allerlei kerken en groepen, ze kwamen alle<br />

avonden terug en werkten heerlijk met ons mee. De broeders<br />

van de beide Pinkstergroepen waren er en elke avond kwamen<br />

zij mij na afloop uitvoerig bedanken voor de zegen en herhaalden<br />

hun verzoek om hun leider te worden. Mrs. Vimala Wijewardena<br />

was er ook geregeld.<br />

Elke avond predikten wij de Blijde Boodschap, elke avond nodigden<br />

wij zondaars uit hun leven aan Jezus uit te leveren en<br />

zij kwamen, tientallen tegelijk, wij baden met hen. Vele zieken<br />

en bezetenen kwamen naar voren en in de dienst der genezing<br />

en bevrijding zagen wij de krachtige hand Gods die zich ontfermde<br />

over zieken en zwakken. De voorgangers zagen hoe<br />

vrijmoedig wij de zaken vl!n duivel en duisternis aanpakten,<br />

wij namen vreesloos stelling tegenover de boze. Wij stelden<br />

geen vragen aan de Heer of Hij wilde handelen, maar begonnen<br />

in Zijn Naam in de overwinning te staan, wij spraken commando's<br />

des geloofs en braken de tegenstand, door de kracht<br />

van de autoriteit die wij in Jezus hebben. Waarom zullen wij<br />

vrezen, waar de Bijbel zegt: "Biedt weerstand aan den duivel,<br />

en hij zal van u vlieden!" (I Petr. 4 : 7)? Wij hebben in Christus<br />

de overwinning over de overwonnene! Halleluja!<br />

51


De duivel is de vijand van God, de aartsvijand, de tegenstander,<br />

"der Verneiner". Hij is niet in staat iets positiefs te denken<br />

of te doen. Jezus is de Vriend van vriend en vijand, zoals<br />

de Satan de vijand is van vriend en vijand. Zoals God de verpersoonlijkte<br />

liefde is, zo is de Satan de verpersoonlijkte boosheid.<br />

Zoals de Vader de Vader der waarheid en trouw is, zo<br />

is de Satan de vader der leugen en ontrouw. Hij verwringt het<br />

leven, verduistert de vreugde, verkoelt de liefde, hij verstopt<br />

de bronnen der genegenheid, hij verkrampt, verschuift, ontluistert,<br />

verziekt het leven. Maar Jezus geneest en heelt het<br />

leven in ons en geeft een oneindige waarde aan dit bestaan.<br />

De Satan is de grote verstoorder van de werken Gods, van de<br />

wetten van Gods schepping. Wij mogen als Zijn gezond.enen,<br />

Zijn zendelingen, de heilsboodschap uitbazuinen, proclAmeren,<br />

de overwinning prediken van de Overwinnaar van Golgotha,<br />

het Vrouwenzaad dat het Slangenzaad de kop vermorzelde.<br />

Wij mogen uitgaan van een volkomen volbracht werk aan het<br />

kruis en dit de duivel voortdurend vóórhouden. Wij mogen<br />

daaruit handelen in geloof. Geloof is rekening houden met<br />

een levende God.<br />

Op een avond werden wij uitgenodigd om een campagne te<br />

komen houden in een stad ten zuiden van Colombo, in Moratuwa.<br />

Een zuster die het Woord predikt, zr. Beryl Wickramaratne<br />

uit Angulana, wilde een grote zaal huren in Moratuwa<br />

en een campagne voor ons voorbereiden. Wij hadden haar in<br />

de samenkomsten van Maharagawa leren kennen, waar zij op<br />

een avond inviel als tolk, toen de onze niet kwam opdagen.<br />

Zij had ook vele mensen, bij bussen vol, naar de samenkomsten<br />

in Green Path gebracht. Zij zag met vreugde hoe onze boodschap<br />

aansloeg en tot zegen was. Toen wij besloten naar Moratu<br />

wa te gaan, nodigden wij iedereen die wij bereiken konden<br />

uit naar onze nieuwe campagne in Moratuwa te komen, dat<br />

was niet ver van Colombo gelegen. Dit werd beloofd.<br />

Wij woonden in Moratuwa in het prachtige kasteel " De Melville"<br />

van mr. Hubert de Mol, een "Burger", een rijke ondernemer<br />

van theeplantages. We hadden daar een gastvrij tehuis<br />

en bereidden de samenkomsten voor. Spandoeken werden geschilderd<br />

in de twee gangbare talen, het "Tamil" en het<br />

" Singhalees" en opgehangen in de stad; de plaatselijke bladen<br />

52


namen advertenties over de campagne op, duizenden handbill's,<br />

pamfletten, werden uitgedeeld aan de bevolking. Wij<br />

konden geloven dat iedereen van deze campagne afwist. Wij<br />

hoopten dat men zal komen luisteren naar de bevrijdende<br />

boodschap van Christus. We hadden een mooie, ruime zaal,<br />

die geheel in gereedheid was gebracht, het podium met bloemen<br />

en palmen versierd, een spandoek hing over de gehele<br />

breedte van het podium, zangbladen lagen op de stoelen.<br />

Wij verlangden ook hier weer de heerlijkheid Gods te zien in<br />

reddingen, wonderen en tekenen.<br />

Maar toen de openingsavond aanbrak en wij op het podium<br />

wachtten, kwam er niemand opdagen. We wachtten nog een<br />

half uur, misschien was iedereen verlaat, maar slech ts een<br />

enkele zat verloren in de grote zaal. We begrepen dit niet, we<br />

waren dit niet gewend. Wat was hier aan de hand, wat was de<br />

oorzaak van deze vreemde terugval van opkomst, na al die<br />

overvolle, enthousiaste zalen die wij overal in Ceylon hadden<br />

gezien? Dit verschijnsel was te opvallend. Die nacht riepen<br />

wij in ernstig gebed tot de Heer, vroegen Hem ons te openbaren<br />

wat hier gaande was. Wij lagen lang op de knieën en<br />

tastten met onze Gaven des Geestes de wil Gods af.<br />

Elisabeth kreeg een visioen in haar gebed en de Heer openbaarde<br />

haar wat er gaande was in de hemelse gewesten boven<br />

de plaats Moratuwa. Zij zag in een visioen oprukkende machten<br />

der duisternis, op paarden door het luchtruim voortjagende<br />

woeste ruiters die er als koningen uitzagen, maar verwilderd<br />

met lange, fladderende haren, pijlsnel zich voortbewegend van<br />

links naar rechts over de stad. Het waren regionale machten<br />

die dit gebied beheersen, omdat zij geen opdracht hadden gekregen<br />

buiten deze regio te opereren. Ze waren wild in hun<br />

bliksemsnelle, flitsende raids op vurige paarden, voortjagend<br />

regiment van wereldbeheersers dezer duisternis. Toen ik ze<br />

ook ging zien, in de geest, geopenbaard door de Heer, rusteloos<br />

door de duisternis, zei de Geest tot ons dat deze machten<br />

opgeschrikt waren en bevreesd voor onze komst, ze gaven<br />

angstig tegenpartij en trachtten het luchtruim van onze invloed<br />

vrij te houden. Zij waren het die de bezoekers hadden<br />

weerhouden te komen naar de samenkomsten, zij waren het<br />

die de toegang tot de zaal hadden geblokkeerd. Zij waren het<br />

die het verlangen naar deze diensten verlamde. Hun macht<br />

53


moest worden gebroken, hun overheersing te niet gedaan. Wij<br />

zagen dat zij ook een steunpunt hadden op aarde, ergens in<br />

het midden van de stad, niet ver van de zaal, ook hierover<br />

moest de overwinning worden genomen.<br />

Toen wij wisten dat het een harde strijd van machten was, begonnen<br />

wij beiden deze te bestrijden met onze wapens, in de<br />

machtige Naam van Jezus! Wij bestraften deze vorsten en<br />

machthebbers, namen en overheden (Ef. 6 : 12) en braken<br />

hun macht, hun demonische invloed op de mensengeesten.<br />

Wij hielden hen het Bloed van het Lam Gods voor, wij toonden<br />

hen dat wij niet onkundig waren omtrent de verlossing<br />

op Golgotha's kruis, wij traden moedig in onze wapenrusting<br />

Gods het strijdperk in, wetende dat: "Hij, die in u is, meerder<br />

dan die in de wereld is" (I Joh. 4: 4). Halleluja!<br />

Wij hebben in onze bediening geleerd op zovele fronten deze<br />

reële strijd tegen de machten aan te binden, wij hebben geleerd<br />

hoe ze machteloos te maken. Dit geschiedt alleen in geloof,<br />

in de Naam van Jezus, met het gezag dat Hij ons verleent!<br />

Wij hadden, toen wij dit alles begrepen hadden en de<br />

strijd hadden uitgestreden, vrede in onze harten en gingen<br />

toen slapen.<br />

De volgende dag gingen wij eerst zoeken naar het steunpunt<br />

der machten en ontdekten ongeveer honderd meter voor de<br />

zaal, precies in het front, een enorm, verguld beeld van Buddha,<br />

naast een tempeltje waar een nijvere priester bezig was.<br />

Dit beeld zag uit over het park waar onze zaal lag. Dit was<br />

het punt van de aardse machtsconcentratie, geleid door de<br />

geesten der duisternis.<br />

Ik heb die dag een tegenbeeld gemaakt, zocht een timmerman<br />

op die een zware grote balk nam en er een kruis van<br />

maakte, die wij rood schilderden. Dit was ons antwoord. We<br />

plaatsten dit kruis tegen de achterwand van het podium, wij<br />

gingen daar vóór staan prediken. Wij vielen onder de machtsinvloed<br />

van het kruis van Christus. Wij bestraften voor de<br />

laatste maal de invloed van alle machten, zichtbare en onzichtbare<br />

en geloofden voor een heerlijke doorbraak van<br />

Gods Geest.<br />

Dezelfde avond stroomde de zaal snel en gemakkelijk vol, er<br />

bleef geen stoel onbezet en toen de bussen vol met mensen<br />

uit Colombo aankwamen, was het moeilijk om al die mensen<br />

54


een plaats te geven, ze zaten tenslotte op de grond en om ons<br />

heen op het podium. Het was weer zo feestelijk als in de andere<br />

plaatsen. Wat een opvallend verschil met de dag daarvóór.<br />

Ik begon niet direct met de prediking maar sloeg nog één<br />

harde slag naar de vijand, ik vertelde wat er gebeurd was en<br />

ontmaskerde openlijk deze geestelijke machthebbers in de<br />

hemelse gewesten, ging onvervaard voort hen te ontluisteren<br />

en af te breken, totdat de gehele atmosfeer gereinigd was en<br />

een spontane lofprijzing opsteeg uit de bezoekers. Ik leerde<br />

de mensen nimmer genoegen te nemen met deze acties van<br />

de boze, maar ze te breken, te overwinnen, opdat Gods Koninkrijk<br />

kan voortgaan in zijn triomftocht door de wereld.<br />

Deze hele campagne was bijzonder gezegend en wij loofden<br />

de Heer voor zoveel genade en goedheid. Wat te verwachten<br />

was gebeurde, opvallend veel bezetenen werden bevrijd en er<br />

was niets dat de overwinning weerhield van Christus. Halleluja!<br />

.<br />

Wij bedienden ons elke avond van twee tolken; zr. Beryl<br />

Wickramaratne in de "Tamil"-taal voor de Hindu's en br. Dios<br />

Abeyesinghe in de "Singhalese" taal. Deze samenkomsten<br />

hielden wij 's avonds, overdag bezochten ons mensen, die gebed<br />

en hulp vroegen voor genezing en bevrijding, velen zochten<br />

ook de vervulling met de Heilige Geest. Wij houden er niet van<br />

om te haastig de handen op te leggen, wij spreken graag vooruit<br />

uitvoerig over de dingen des Heren, opdat het begrepen wordt<br />

wat er gebeurt. Het waren zeer drukke dagen.<br />

Wij hadden ook ongewone dingen in onze bediening. Toen<br />

wij zr. Vimala Wijewardena bezochten, vertelde zij ons bij<br />

het vertrek dat zij zorgen had over haar theeplantages, waar<br />

een ziekte was uitgebroken, oorzaak werd dat de kwaliteit<br />

van haar thee was achteruitgegaan en het produkt slecht in de<br />

markt lag. Ze wist die ziekte niet te localiseren en te overwinnen.<br />

Ze vroeg of ik bereid was voor haar theeplantages te bidden.<br />

Ik ondervroeg haar wat ze er zelf van geloofde, wat ze<br />

verwachtte dat mijn gebed zou uitwerken. Ze had een heerlijk,<br />

jong geloof, zonder twijfel. Ik legde mijn handen op twee<br />

grote koperen schalen vol thee en bad de Heer om hulp. Ik bestrafte<br />

de ziektemachten die haar produkten bedreigden, bestreed<br />

deze natuurlijke tegenstand en riep de Naam des Heren<br />

55


daarover uit. Ik legde mijn handen op de thee en deelde in<br />

geloof de genezende kracht van Jezus mee. Overal waar de<br />

schepping, die de schepping des Heren is, gevaar loopt onder<br />

de invloed van de vernietiger te komen, mogen wij de bevrijdende<br />

kracht van het Bloed van Jezus aanroepen en Zijn overwinning<br />

proclameren. Hij is de Heelmeester! Op alle gebied!<br />

"Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de<br />

werken des duivels verbreken zou" (I Joh. 3: 8). Later<br />

schreef zij mij dat haar theeplantages weer gezond waren geworden<br />

en een goed produkt afleverden.<br />

Het is merkwaardig dat ik ditzelfde tweemaal in Ceylon<br />

mocht doen. Toen wij in Colombo de Green Path Hallsamenkomsten<br />

hielden, woonden wij bij een rijke theeplanter<br />

in. Ook hij was een kind van God en geloofde in de genezing<br />

van zijn verziekte produkten. In die tijd waren vele plantages<br />

aangetast door een schimmelziekte. Hij liet mij een platte<br />

mand zien met zijn thee. Ik legde daarop mijn handen en<br />

keek op naar de Heer, ik riep Zijn machtige Naam uit over<br />

deze thee en zegende het, in Jezus' Naam!<br />

Wij kregen spoedig daarna uitnodigingen uit Singapore voor<br />

een Bijbe1cursus voor Chinese studenten en besloten Ceylon<br />

te verlaten en later terug te komen, wanneer br. Arumainayagam<br />

zijn voorbereidingen getroffen had voor een reeks campagnes<br />

in het noorden en oosten van het eiland.<br />

Enige tijd nadien waren wij weer terug op het eiland Ceylon<br />

voor de geplande campagnes. Wij hadden het geluk een eerste<br />

klas tolk te krijgen in br. Arulnathan, een leraar Engels uit<br />

Balangoda, een zwager van br. Paul Arumainayagam, die met<br />

zijn zuster was getrouwd. Hij beloofde gedurende de reeks<br />

campagnes ons te vergezellen, hij had daar verlof voor genomen.<br />

Wij hebben vele tolken gehad, goede en slechte, het<br />

succes van de prediking staat en valt met de tolk. We waren<br />

gelukkig met deze intelligente tolk, die onze Engelse prediking<br />

feilloos en vurig in het" Tamil" vertaalde.<br />

Wij beleefden toen wonderbaar gezegende tijden en zagen<br />

Gods machtige hand over dit eiland. De Jaffna-campagne die<br />

van 2 tot 10 december 1968 werd gehouden was direct al<br />

een groot succes. De eerste drie dagen hielden wij de campagne<br />

in het Y.M.C.A.-gebouw en de andere dagen in de<br />

56


grote Town Hall (Stadsschouwburg).<br />

Vanaf de eerste dag stroomden de zalen vol en de laatste dagen<br />

was de Town Hall zo vol, dat honderden door de openstaande<br />

ramen en deuren van buiten naar binnen keken, voor<br />

hen was op geen enkele wijze plaats te maken. Het publiek<br />

kwam van alle kanten, sommigen van ver, toelopen op het<br />

Volle Evangelie, op de wonderen die er plaatsvonden. Het bijzondere<br />

was dat bijna alle plaatselijke predikanten, evangelisten,<br />

werkers in Gods Koninkrijk, op deze campagnesamenkomsten<br />

aanwezig waren en deelnamen aan de zegen, zonder<br />

enige kritiek.<br />

Dit was de eerste Volle Evangelie crusade van enige omvang in<br />

de geschiedenis van Jaffna en de Heer deed machtige, onvergetelijk<br />

heerlijke dingen, die Zijn Naam op aller lippen bracht.<br />

Wij telden 1150 zielen die tot Jezus kwamen in de campagne,<br />

uit alle lagen van het volk, van alle religie. De hand des Heren<br />

werd door iedereen herkend in de genezingen die daar openlijk<br />

plaatsvonden. De Geest Gods woei over deze campagne.<br />

Er werden velen vervuld met de Heilige Geest in deze samenkomsten,<br />

zij gingen spreken in nieuwe tongen en profeteerden.<br />

Openbaringen waren veelvuldig en nauwkeurig. Velen werden<br />

van duivelse machten bevrijd.<br />

Een vrouw had meer dan 10 jaar een ernstige buikziekte, zij<br />

werd onmiddellijk en volkomen genezen en haar echtgenoot<br />

bevrijd van verslaving aan verdovende middelen (ganja); br. en<br />

zr. Pospalasingam uit J affna zijn nu gelukkig in de Heer.<br />

Een andere vrouw, een Hindu-bekeerlinge, werd genezen van<br />

borstkanker, nadat voor haar gebeden werd. Ze heette Malika<br />

voor haar bekering, nu laat zij zich Christiën noemen.<br />

Br. Pospalasingam's zuster, een weduwe, was door de duivel<br />

bezeten, meer dan 12 jaar lang, ze is nu helemaal vrij van demonen,<br />

zij leeft vandaag gelukkig en vol vrede in Kondavil.<br />

Daar was een man die een ernstig auto-ongeluk had gehad,<br />

waardoor hij zich niet meer bewegen kon, maar hij werd door<br />

verwanten naar de campagne gebracht. De Heer gaf mij een<br />

visioen over deze man terwijl ik predikte en vertelde hem vanaf<br />

het podium wat hij beleefd had. Deze man werd naar voren<br />

gebracht en na gebed kon hij weer normaal lopen. Dit was<br />

een heerlijk wonder van de Heer!<br />

Een andere man was doof aan een oor en ik riep hem naar<br />

57


voren, hij werd ogenblikkelijk genezen en zijn oor kon mijn<br />

zacht gefluisterde woorden verstaan, hij sprak ze feilloos na.<br />

Een vrouw die aan maaglijden en een speciale vrouwenziekte<br />

gebonden was, werd onmiddellijk van haar lijden verlost, door<br />

de gave van openbaring en het gebed van geloof. ,<br />

Honderden asthma-patiënten en lijders aan tuberculose heb ik<br />

in de campagnes over geheel Ceylon voor mijn ogen zien genezen.<br />

Menigeen had ziektes in de borstholte en er waren vele<br />

hartkwalen, maar de Heer genas de meesten instantelijk toen<br />

ze in geloof Hem aanriepen voor genezing.<br />

Een oude man, die totaal blind was aan een oog, reeds vele<br />

jaren lang, werd genezen op een van de avondsamenkomsten,<br />

dit was in Moratuwa. Hij was daarna in staat om mijn neus<br />

aan te raken, toen hij zijn goede oog volkomen had afgedekt.<br />

Ik ging langzaam van hem vandaan, maar hij volgde mijn neus<br />

en raakte die precies aan.<br />

In Green Path, Colputty, werd een bejaarde man door anderen<br />

geholpen naar voren te komen voor gebed, hij kon niet lopen<br />

zonder hulp van anderen. Na het gebed liep hij alleen de hele<br />

zaal door, ja hij huppelde en danste, iedereen die het zag<br />

prees de Heer!<br />

Er was een oude vrouw die al jaren leed aan asthmatische<br />

bronchitis en een zwak hart. Zij genas volkomen en gaf haar<br />

getuigenis voor de microfoon.<br />

Een man met bloedkanker werd wonderbaar door de Heer<br />

aangeraakt en genezen. Nu getuigt hij overal en aan iedereen<br />

wat Jezus voor hem gedaan heeft, vernieuwd als hij is, lichamelijk<br />

en geestelijk.<br />

Een vrouw was stervende aan kanker en leed ondragelijke pijnen.<br />

Na gebed was zij genezen en prees luid en langdurig de<br />

Naam van Jezus. Zij hief haar armen omhoog en liet niet na<br />

de Heer te loven en groot te maken. Dat was in Jaffna, Town<br />

Hall, nadat er voor haar gebeden was.<br />

Menige blinde zag, doofstommen gingen gezond naar huis,<br />

door de kracht Gods. Ik was getuige van Zijn heerlijkheid, die<br />

Hij openbaarde waar Zijn Naam werd grootgemaakt, door<br />

wonderen en tekenen.<br />

Zr. Lallita Grace Arumainayagam kon nooit reizen in trein<br />

of bus, na gebed was zij in staat om ons door geheel Ceylon te<br />

volgen, overal de campagnes achterna. Zij was veel ziek maar<br />

58


nu gezond en sterk. Zij is veranderd; zij die zo schuw was,<br />

leidt nu de samenkomsten in Jaffna, als haar man niet thuis<br />

is.<br />

Het was duidelijk de duivel niet aangenaam dat wij deze samenkomsten<br />

in Jaffna hielden. Er waren stakingen in die dagen,<br />

het elektrische licht ging steeds weer uit in de stad, door<br />

defecten in de centrale, men vermoedde door sabotage, maar<br />

in onze samenkomsten brandde steeds het licht, dat was een<br />

wonder. Op een nacht werd ik overvallen door duistere machten<br />

die mij wurgen wilden. Het was erg warm, daarom sliep ik<br />

bij een open raam in het Subhas Pension. Ineens werd mijn<br />

keel dichtgeknepen. Ik dacht dat iemand van buitenaf door<br />

het open raam mij dit aandeed, maar daar was geen mens te<br />

zien. Toch werd krachtig mijn keel dichtgeknepen en kon ik<br />

geen adem krijgen. Ik sprong op, wierp de klamboe open en<br />

perste de Naam: "Jezus!" er uit, daarna ontspande de wurgende<br />

greep en kon ik weer ademen, eerst moeilijk, maar<br />

lieverlede beter. Dit waren worggeesten, demonen, duistere<br />

machten, zoals ik ze meer heb ontmoet in mijn bediening,<br />

vooral in de West, in Suriname, de Caraibische eilanden.<br />

Waarschijnlijk had een tovenaar of medicijnman mij zo'n<br />

geest toegezonden, maar zijn toeleg mislukte, ik heb een levende<br />

Heer!<br />

Wij waren uitgenodigd om op 14 december als gastspreker op<br />

te treden bij het jaarlijkse Kerstdiner in de Y.M.C.A.-Hall, op<br />

de Union Place, in' Colombo. De "Full Gospel Business Men"­<br />

groep, chapter Ceylon, waar ruim 250 zakenmensen lid van<br />

waren, hadden mij uitgenodigd voor hen te spreken. De<br />

voorzitter mr. Frank Williams, had mij voor die speciale samenkomst<br />

uitgenodigd, waardoor ik mijn campagnes in het<br />

noorden moest onderbreken en naar Colombo reizen. Later<br />

nodigde hij mij uit om in diezelfde zaal, van 23 tot 26 januari,<br />

ook weer onder auspiciën van de F.G.B.M. een campagne te<br />

houden voor zakenmensen en regeringsambtenaren.<br />

Na deze samenkomst in de hoofdstad reisden wij eerst terug<br />

naar het noorden. Na Jaffna, dat zo'n heerlijke doorbraak te<br />

zien gaf van de Heilige Geest, trokken wij naar het oosten<br />

van Ceylon, naar de zeekust, Batticaloa. Daar hielden wij<br />

eveneens een grote campagne in de Town Hall.<br />

59


Nog nimmer hadden de mensen hier een Volle Evangelie campagne<br />

meegemaakt, nog nimmer een dienst der genezing en<br />

bevrijding. Een gelovige Christin kende geen andere waarlijk<br />

gelovige mede-christen in heel Batticaloa en omgeving en<br />

voelde zich zo eenzaam. Zij las geregeld het blad van de Amerikaanse<br />

opwekkingsprediker Oral Roberts, dat haar bijzonder<br />

aansprak. Zij schreef hem een brief en vroeg hem naar Ceylon<br />

te komen, speciaal naar Batticaloa, voor het houden van opwekkings-samenkomsten,<br />

opdat God Zich daar een nieuw volk<br />

zou reinigen voor Zijn eer. Br. Oral Roberts antwoordde haar,<br />

dat hij niet kon komen, geen leiding daartoe voelde, maar<br />

haar aanraadde ernstig te bidden dat de Heer een andere<br />

dienstknecht naar Batticaloa zou zenden, die opwekkings- en<br />

genezingsdiensten zou komen houden. Zij deed dit en na 3<br />

maanden kwamen wij daar en prees deze zuster de Heer voor<br />

een zo spoedige verhoring van haar gebeden. Deze vrouw die<br />

elke avond stralend van geluk op de voorste plaats zat in elke<br />

samenkomst ervoer een persoonlijke, machtige zegen toen zij<br />

zag dat zovelen werden bekeerd in haar woonplaats, daarmee<br />

kon zij later verder.<br />

Onze verbindingsman in deze stad was broeder Bertram Casinader.<br />

Hij regelde de samenkomsten, zorgde voor de benodigde<br />

toestemmingen. Wij logeerden in het Meisjeshuis van de<br />

Methodistenkerk, ofschoon de dominee van deze kerk zeer<br />

tegen ons was gekant. Spandoeken werden over de straten gespannen<br />

en op de markt, uitnodigingen rondgezonden, raambiljetten<br />

opgeplakt, een gebedsgroep bad voortdurend om de<br />

zegen van de Heer en zo begonnen wij de Batticaloa-campagne<br />

op 16 december in de grote Town Hall.<br />

De zaal was direct de eerste dag al vol en steeds meer mensen<br />

trokken er heen. De brede deuren waren opengezet en de vele<br />

ramen, waardoor het volk dat buiten stond deel kon nemen<br />

aan de samenkomsten en de sprekers konden zien en horen.<br />

Vooral tijdens de dienst der genezing dromden honderden zich<br />

voor de ramen om maar niets te missen. Ook hier in Batticaloa<br />

weerklonk de Blijde Boodschap van genade en verlossing, wij<br />

zagen velen hun leven aan Jezus geven, wij zagen hoe zieken<br />

in Zijn striemen werden genezen. In Batticaloa kwamen in de<br />

7 dagen die deze campagne duurde (16-23 december) ongeveer<br />

2150 zielen openbaar tot Jezus, zij werden elke avond<br />

60


geteld. Wij weten natuurlijk niet wat de Heer in de verborgenheid<br />

deed, maar geloven dat ook in de huizen het Woord nawerkte<br />

en vruchten afwierp.<br />

Wij deelden honderden Bijbels in de " Tamil"-taal van deze<br />

Hindu's gratis uit. Er was grote vraag naar gratis Bijbels, men<br />

is nieuwsgierig deze Boodschap te bestuderen.<br />

Er was juist in die dagen een belangrijk Mohammedaans feest,<br />

vele Mohammedanen waren 's avonds echter niet in hun moskeeën,<br />

maar in de Evangelisatie-campagne in de Town Hall te<br />

vinden. Een beschaafde Mohammedaan zei mij in de dienst<br />

der genezing: "Prediker, vanavond heb ik mijn hart en leven<br />

in de handen van Jezus gelegd, ik mag nu uit Zijn handen ook<br />

de genezing van mijn lichaam ontvangen!"<br />

Opvallend veel door demonen geplaagden werden in de Batticaloa-campagne<br />

bevrijd. Zij verloren, direct nadat wij de kracht<br />

des Heren hadden medegedeeld, hun bewustzijn en wij legden<br />

hen op de grond. Dit zagen wij zovele malen gebeuren op onze<br />

reizen, vooral onder de Oosterse volkeren. Wanneer wij hen de<br />

handen hadden opgelegd in de Naam van Jezus en deze machten<br />

gelastten uit te varen, verlieten deze boze geesten de mensen,<br />

waardoor zij flauw werden en bewusteloos raakten. Het<br />

waren slechts enkele minuten dat wij hen op de grond lieten<br />

liggen, daarna wekten wij hen en brachten hen direct naar de<br />

microfoon, daar getuigden zij van wat met hen gebeurd was.<br />

Heerlijke bevrijdingen maakten wij mee, waarvan wij enkele<br />

getuigenissen achter in dit boek vastlegden.<br />

Wij hebben daar in Batticaloa ook een doopdienst gehouden<br />

vlakbij de zee, in een zoutmeertje. Verschillende gelovigen<br />

volgden Jezus in het watergraf.<br />

Vele predikanten en evangelisten bezochten deze bijeenkomsten,<br />

wij zien dat graag. Er waren delegaties uit andere plaatsen<br />

gekomen, die enkele avonden bijwoonden en ons uitnodigden<br />

om ook in hun woonplaats te komen prediken. Zo<br />

was er een Methodisten-dominee, Rev. S. W. Arasaretnam,<br />

een collega van Ds. Christy Daniël, die met zijn oudsten uit<br />

zijn woonplaats Kalmunai gekomen waren. Dit ligt 25 mijl<br />

van Batticaloa verwijderd, ook een plaats aan de zee. Elke<br />

avond kwamen er zovelen uit Kalmunai naar Batticaloa, er<br />

bleek dat daar een grote belangstelling voor deze samenkom-<br />

61


sten bestond. We baden de Heer om Zijn leiding en voelden<br />

dat wij deze uitnodiging moesten aanvaarden. Wij zegden<br />

onze komst toe, nu konden de mensen uit Kalmunai alle voorbereidingen<br />

treffen.<br />

Zo waren wij van 26 tot 30 december in Kalmunai. Deze campagne<br />

hebben wij ingepast in ons reisschema, wij hadden andere<br />

afspraken, die nu werden opgeschoven. Wij zijn altijd<br />

bewogen wanneer de mensen ons zo hartelijk en dringend uitnodigen,<br />

er is zoveel verlangen naar het bevrijdende Evangelie,<br />

wij hebben dan niet de vrijheid om dat af te slaan.<br />

Kalmunai is een zeer fanatieke Moslemstad, met grote moskeeën.<br />

Daar waren in die dagen verschillende politieke rellen,<br />

gevechten op straat, veel onrust. Zulke grote samenscholingen<br />

van mensen als onze campagnes zijn, zijn sterke trefpunten<br />

voor opstandige jeugd, die daar kansen zien onrust te veroorzaken.<br />

Maar wij bonden de geesten en geloofden dat de Heer<br />

der Kerk met ons en voor ons zal strijden. Het ging niet om<br />

onze zaak, maar om Zijn grote, heerlijke, koninkrijke Zaak.<br />

Wij hielden onze eerste samenkomsten in de grootste zaal van<br />

de stad, de "Fatima Hall", de aula van een Katholieke school,<br />

maar op de eerste dag bleek de zaal veel te klein te zijn voor<br />

de van alle kanten toestromende massa's. De zaal kon 800<br />

mensen bevatten, maar was geheel gevuld, terwijl buiten op<br />

de open galerijen nog honderden bezoekers stonden, die er<br />

met de beste wil niet meer in konden.<br />

Op die eerste avond in de "Fatima Hall" werd ik gedurende<br />

mijn prediking steeds door Gods Geest" weggetrokken", Hij<br />

wilde mij iets bekend maken. Het verontrustte mij en leidde<br />

mij af, daarom zweeg ik even en fluisterde de Heer: "Wat is<br />

het, Heer?" De Heer wees er mij op dat er iemand in de menigte<br />

stond, een "Bhikku", een Buddhistische monnik, die zeer<br />

werd aangesproken door de Persoon van Jezus Christus, die<br />

het Nieuwe Testament herhaaldelijk had gelezen, die in zijn<br />

oprechte hart een christen was, hij was in deze zaal en had zich<br />

onder de mensen verborgen. Hij zocht ook genezing, zijn hart<br />

was in een slechte conditie, dit was aan niemand bekend dan<br />

alleen hemzelf. Hij was gekomen met een gebed in zijn hart<br />

om Jezus in Zijn heerlijkheid te zien. Hij had niet willen opvallen<br />

en zijn oranjekleurig Bhikku-kleed uitgedaan, hij zat daar<br />

onopgemerkt tussen de schare. Maar Gods Geest had hem gezien.<br />

62


Toen de Geest deze dingen aan mij openbaarde, had ik deze<br />

man nog niet ontdekt in de zaal. Ik sprak: "Er is hier in ons<br />

midden een ernstige zoekende ziel, een geestelijke, hij zoekt<br />

Jezus, voor zijn ziel en zijn lichaam. Ik nodig deze broeder<br />

uit op te staan van zijn plaats en naar voren te komen, ik zal<br />

hem de handen opleggen en hij zal ogenblikkelijk gezond<br />

zijn!" Het was even stil in de zaal, een man stond achterin op<br />

en riep: "Dat ben ik!" Hij liep naar voren en getuigde dat alles<br />

precies was als gezegd werd. Ik legde hem de handen op en<br />

hij genas op dat ogenblik. Later sprak ik deze man en hij getuigde<br />

dat hij genezen was en zeer gezegend.<br />

Wanneer God een openbaring geeft, dan is dat altijd het bewijs<br />

dat Hij genezen en bevrijden wil. Dit is de liefde Gods,<br />

om deze man het gevoel te geven dat Hij hem kent en met<br />

hem rekent, hem uithelpen wil op deze bovennatuurlijke<br />

wijze. Prijs de Heer!<br />

Het was duidelijk dat wij teveel mensen hadden om langer in<br />

deze zaal te prediken, we besloten in de openlucht verder te<br />

gaan. Evenals wij dat in Indonesië hebben gedaan, lieten wij<br />

timmerlieden komen die een breed podium bouwden op een<br />

door ons aangewezen plaats, wij zetten er microfoons neer,<br />

hingen achter het podium een lang spandoek met de woorden<br />

er op geschilderd van Hebr. 13 : 8 : "Jesus Christ, the same<br />

yesterday, and to day, and for ever". Met een touw sloten wij<br />

voor het podium een flinke ruimte af, opdat wij wat meer<br />

plaats hebben. Wanneer de mensen uitgenodigd worden om<br />

hun leven aan Jezus te komen geven, lieten wij eerst de touwen<br />

wegnemen, zodat zij vlak voor ons kunnen komen staan<br />

en wij met hen bidden kunnen.<br />

Er was in Kalmunai een complete opwekking, honderden zielen<br />

gaven zich aan Jezus en een eindeloze rij zieken kwam voor<br />

bediening. Heerlijke getuigenissen van wonderen en tekenen<br />

werden gehoord. Naarmate deze samenkomsten meer bekend<br />

werden, kwamen zelfs van de andere kust van Ceylon mensen<br />

met hun zieken. Er waren er zoveel dat wij 4 "healing-lines"<br />

formeerden waarlangs de zieken geleid werden naar de geestelijke<br />

werker die met hen bad. Zo was er een rij gevormd die<br />

naar mij leidde, er waren avonden dat ik alleen voor ruim duizend<br />

zieken bad, hen allen één voor één de handen opleggende.<br />

Een tolk vertolkte mijn woorden wanneer ik tot sommige<br />

63


zieken sprak om hun geloof op te bouwen tot dat niveau<br />

waar zij het wonder konden grijpen. Zr. Elisabeth had ook haar<br />

eigen "healing-line", zij bediende een eindeloze rij zieken,<br />

meestal vrouwen, die liever wilden dat een vrouw voor hun<br />

zieke lichamen bad. De "Tamil" -vrouw is bijzonder preuts en<br />

heeft niet graag dat een man hun lichaam aanraakt. Elisabeth<br />

werd omringd door enkele zusters die haar hielpen en haar<br />

woorden vertolkten voor de patiënten. Daar was een "healingline"<br />

voor br. Paul Arumainayagam uit Jaffna, onze trouwe<br />

helper. Hij liet de zieken in een rij hem passeren en bad met<br />

elk van hen, hen de handen opleggende. En voor de eerste<br />

keer liet ik door behulpzame broeders een "healing-line" samenstellen<br />

voor Ds. Christy Daniël, de Geestvervulde dominee<br />

uit Tirukkovil, die ons in deze campagnes bijstond. Hij had<br />

nog nimmer na zijn vervulling met Gods Geest de gelegenheid<br />

gehad om op een grote openlucht-campagne, in het openbaar,<br />

de handen op te leggen aan een stroom zieken, hen genezende<br />

in de Naam van Jezus! Met zijn vrouwen enkele helpers nodigden<br />

wij hem uit om dit werk te doen, omdat er teveel zieken<br />

waren voor één man. De mensen in Kalmunai kenden hem,<br />

daarom gingen kerkelijke leden meestal naar hun "eigen"<br />

dominee toe voor gebed. Het was opmerkelijk met hoeveel<br />

geloof en volmacht hij, die pas kort vervuld werd, met de zieken<br />

bad. Ik zag hoe hij met autoriteit optrad, de ziektemachten<br />

bestraffende, hij had dat ons zien doen, hij deed dit na.<br />

En het effect bleef niet uit, de een na de ander getuigde van<br />

genezing. Zo baden wij met vier "healing-lines" samen wel een<br />

uur met zieken. Velen prezen luid de Heer voor onmiddellijke<br />

verlichting of genezing. Het was een grootse tijd! Alles kon<br />

ineens! Alles wàs er! De Heer werkte een werk en niemand<br />

kon het keren! Het leek op de grote opwekkingen in St. Vincent<br />

en Paramaribo! Prijs Zijn Naam! Hier kwamen 2750<br />

zielen tot Jezus. Alles in slechts 6 dagen.<br />

Het was volop regentijd en de tropische regens moesten er al<br />

lang zijn. Maar gedurende de hele maand december en januari,<br />

totdat de laatste avond van de laatste campagne voorbij was,<br />

heeft het niet geregend. Iedereen was het opgevallen. De theecultures,<br />

waar de beroemde Ceylon-thee groeide, "smeekten"<br />

om water, alles verdroogde, maar wij baden de Heer om nog<br />

wat droog weer, opdat vele mensen naar deze samenkomsten<br />

64


konden komen om God te ontmoeten. Dan drinken ze in<br />

Engeland maar een kopje thee minder, de zaken van Gods<br />

Koninkrijk gaan vóór! Halleluja!<br />

De zieken kwamen van ver gereisd, soms gedragen, soms per<br />

ezel, ze bivakkeerden enkele dagen rondom het campagneterrein.<br />

Wij hielden ons zoveel mogelijk schuil om te kunnen<br />

uitrusten en ons dagelijks werk te kunnen doen, maar vaak<br />

klopten de zieken op onze slaapkamerdeur 's morgens bij het<br />

krieken van de dageraad. Ze wachtten dan met hun familieleden<br />

op de gaanderijen van de bijgebouwen van de Methodistenkerk,<br />

tot het uur van aanvang van de avondsamenkomsten.<br />

Wij hebben overdag zeer veel zieken bediend die in nood<br />

verkeerden of stervende waren, we wachtten dan niet tot de<br />

rumoerige, grote en onoverzichtelijke avondsamenkomsten.<br />

Wij huldigen de mening dat de zieken niet "zomaar" de handen<br />

moeten worden opgelegd. Het genezen van zieken moet<br />

uit die hele sfeer van magie worden uitgetild waarin deze<br />

mensen leven. Wij stellen het op prijs dat zij eerst de Boodschap<br />

aanhoren, eerst de kans krijgen over Jezus te horen<br />

spreken, alvorens wij ons buigen over hun fysieke nood. De<br />

genezing is effectvoller als men iets begrijpt wat hier aan de<br />

hand is, waarom God in Christus de lichamelijke nood ook<br />

wil aanspreken vanuit Zijn heil. Zij zijn dan beter bestand<br />

tegen latere twijfel of strijd uit hun omgeving. Daarom bidden<br />

wij niet "even haastig" met de zieken, wij willen niet de<br />

suggestie wekken dat wij een soort tovenaars zijn, witte<br />

magie manipulerend, maar knechten Gods die staan op het<br />

volbrachte werk van Golgotha. Wij hanteren het oude apostolische<br />

gebaar uit de vroegste gemeente, de handoplegging,<br />

de zegening, de mededeling van de genade Gods, de kracht<br />

van Zijn opstanding. Wij weten dat een genezing niet afhangt<br />

van deze handoplegging, dat God vele middelen heeft om<br />

Zijn kracht mede te delen, maar Jezus spreekt voortdurend<br />

over dit sacramentele gebaar en wij willen Hem volgen.<br />

Het evangeliseren is niet maar het verkopen van "een verhaaltje",<br />

maar niets minder dan de door God beschikbaar<br />

gestelde opstandingskracht meedelen aan de totale mens in<br />

heel zijn beschadigde existentie, in ziel, geest en lichaam; het<br />

totale heil is er voor de totale mens. Daarom is het genezen<br />

van zieken een deel van onze apostolaire opdracht. God wil<br />

65


vergeven in Jezus Christus, dat is de hoofdzaak, de zaak van<br />

het hart, het genezen van de kern van de mens, zijn diepste<br />

wezen, zijn geweten, zijn relatie met God, maar daarnaast is<br />

er genezing van de "schil", de huid, het omhulsel, het huis<br />

waarin hij woont, zijn vlees. Genezing is verzoening meegedeeld<br />

aan het vlees. God wil de gehele mens aanspreken met<br />

het heil in Christus, de genade is gegeven voor geheel zijn bestaan.<br />

Hij mag dan weer aan de wereldregering met God<br />

deelnemen.<br />

Een ondernemende café-exploitant zocht naar een origineel<br />

idee om zijn bedrijf grotere bekendheid te geven. Hij kocht<br />

een oud Dakota-vliegtuig dat al 12 miljoen mijlen had gevlogen,<br />

voor de somma van 1200 pond, hees het gevaarte op zijn<br />

dak en noemde zijn zaak: Dakota-restaurant. Het trok inderdaad<br />

veel belangstelling, ofschoon het geen fraai gezicht was,<br />

zo'n vliegtuig op het dak van een café.<br />

Een Amerikaan zag dat en vond het een Dakota-vliegtuig onwaardig<br />

daar te hangen als een ordinaire trekpleister voor toeristen,<br />

hij stapte naar de restaurateur en kocht het ding terug.<br />

Hij zond het naar de Dakota-fabriek in Amerika en deze<br />

knapte de machine in zijn werkplaatsen geheel op. Thans<br />

vliegt het weer en doet weer dienst om passagiers te vervoeren.<br />

De mens werd door de satan tot een caricatuur gemaakt, tot<br />

spot en hoon voor de wereld. Hij maakte mensen tot dronkaards,<br />

spelers, immorelen, zondaars en stelde hen tot een afschuwelijk<br />

teken voor de schepping. Ze werden gedegenereerd,<br />

gedegradeerd, gedemoraliseerd. Maar Jezus kwam, Hij kocht<br />

de mens met Zijn Bloed vrij van de satan, vernieuwde hem,<br />

maakte hem tot nuttig en volkomen schepsel, en stelde hem<br />

weer in Zijn dienst. Halleluja!<br />

De getuigenissen die wij elke avond voor de microfoon lieten<br />

uitspreken van genezingen en wonderen, door mensen uit<br />

deze streek, deed veel geloof groeien in de wonderwerkende<br />

kracht van de Heer. Het beroerde de harten van de nieuwsgierigen<br />

en het werd de algemene gespreksstof in wijde omtrek.<br />

Steeds werden de genezingen breed uitgesponnen en<br />

verder verteld, reizigers brachten het naar andere delen van<br />

Ceylon.<br />

Ofschoon de politie niet gerust was op de oppositie van de<br />

onrustige jeugd, bleef alles zeer rustig, er viel geen enkele<br />

66


moeilijkheid op te merken. Er was ook oppositie verwacht<br />

van de fanatieke Moslems in deze stad, maar ze stonden stil<br />

in de menigte en luisterden rustig toe. De politie had niets<br />

te doen en de afvoer van het grote publiek na afloop van de<br />

samenkomsten verliep zonder één incident. Ook dat was een<br />

deel van de zegen Gods.<br />

Toen ik begon te prediken op een avond werd ik gehinderd<br />

door een voortdurend jammerend kind, het hield niet op.<br />

Een broeder ging het kind, dat nogal vooraan zat en onophoudelijk<br />

huilde, zoeken. Ik ging naar hem toe en zag dat er<br />

bloed uit zijn oortje liep, hij had ongetwijfeld veel pijn. Ik<br />

stak mijn vinger in dat oortje en bestrafte de pijn en gebood<br />

dat het oor zich herstelde en genas. Het jongetje hield op met<br />

huilen, het bloeden hield op en hij lachte weer, de verdere<br />

avond was hij stil. Ik beklom weer het podium en predikte<br />

verder. Dit hele incident heeft enkele minuten geduurd, maar<br />

het viel allen op dat het huilen was opgehouden. Het kind<br />

genas zómaar onder de prediking.<br />

De laatste avond beloofde bijzonder te worden, we hoorden<br />

dat vele mensen op reis waren naar deze laatste kans om<br />

God te ontmoeten, voor geest, ziel en lichaam. Iedereen die<br />

de samenkomsten hadden bezocht wilden deze slotavond niet<br />

missen. Gelovigen uit andere plaatsen, Batticaloa en Tirukkovil<br />

wilden in elk geval die laatste dienst bijwonen. Men wist<br />

dat het mijn gewoonte is om op de laatste avond nog eenmaal<br />

met alle zieken te bidden.<br />

Al zeer vroeg groepeerden zich honderden mensen onder de<br />

schaduwdjke waringin's op het grasveld van de campagne,<br />

wachtende op de avond. Wij rekenden er op dat ongeveer vijfduizend<br />

mensen zouden komen. Ik riep onze medewerkers<br />

bijeen: br. Arumainayagam, br. Arulnathan (mijn tolk),<br />

br. Christy Daniël, zr. Grace Arumainayagam (de zuster van<br />

br. Paul, de tolk van Elisapeth) en anderen en zei dat dit succes<br />

niet afhing van de tegenwoordigheid van mijn persoon,<br />

alsof ik bijzondere kwaliteiten zou hebben, maar geheel het<br />

werk is van de Heer. Daarom maakte ik hen mijn plan bekend<br />

om ongemerkt deze campagne te verlaten en deze laatste<br />

grote slotavond in de handen van deze medewerkers over te<br />

geven. Ik zou in de loop van de middag een taxi nemen en<br />

Kalmunai zo onopvallend mogelijk verlaten en de mensen zul-<br />

67


len het niet eerder weten dan op de samenkomst zelf.<br />

Deze vrienden moesten leren geloven dat dezelfde glorie daar<br />

zal zijn op het veld, dezelfde wonderen zich openbaren; de<br />

manifestaties van het Koninkrijk waren niet afhankelijk van<br />

mijn persoon. Ik wil zo graag alle mystiek rondom een bepaalde<br />

persoon doorbreken en tonen dat de Heer evenzo een<br />

andere kan inzetten in Zijn dienst. Het is altijd mijn ideaal<br />

geweest om de opwekkingen te laten leiden door de eigen<br />

mensen uit het volk, de mensen in Ceylon door Ceylonese<br />

predikers, daar moet het naar toe. Ik wil als apostel de wegbereider<br />

zijn, de openbreker, de frontsoldaat, de pionier,<br />

maar de geestelijke werkers van Ceylon zullen het werk moeten<br />

overnemen.<br />

Ik wist dat deze mensen zeer hoog tegen deze blanke prediker<br />

met zijn grijze haren opzagen, maar ik wens niet de eer te<br />

roven die de Heer toekomt. Hij is het die het doet, die zegent<br />

die zijn geloof op Hem stelt, niet op mensen.<br />

Het was een hele opgaaf. Deze predikers hadden nog nimmer<br />

voor zoveel mensen gestaan als verantwoordelijke voorgangers<br />

die de leiding in eigen handen hadden. Ze hadden deze massa's<br />

van duizenden nimmer toegesproken en waren wat bevreesd<br />

voor die grote stroom zieken en bezetenen vanavond die op<br />

hun zou afkomen. Ik stelde hen op een zware proef. Indien<br />

ze niet de moed konden opbrengen, had ik natuurlijk deze<br />

laatste slotsamenkomst zelf geleid, dat is zeker, maar ik wilde<br />

hun geloof en moed peilen, de Heer honoreert altijd geloofsmoed.<br />

Br. Paul Arumainayagam, die mij het langste kent en de meeste<br />

samenkomsten met mij heeft meegemaakt, was de eerste<br />

die naar voren trad en deze uitdaging aannam. Hij beleed dat<br />

hij beefde van kleingeloof, maar hij nam dit aanbod aan, God<br />

zou helpen. Ds. Daniël geloofde ook voor hulp van Boven en<br />

nam het ook aan, hij zou spreken die avond. We legden deze<br />

vrienden de handen op, zegenden hen en pakten onze bagage<br />

bijeen, heimelijk verdwenen wij door een achteruitgang, niemand<br />

had ons gezien.<br />

Later hoorden wij dat de mensen wel even teleurgesteld waren<br />

dat die rijzige blanke prediker er niet was, maar ze schikten er<br />

zich in en zagen tot hun blijdschap dat dezelfde wonderen en<br />

tekenen werden gezien. De predikers hadden hun vuurdoop<br />

68


gehad, ze zullen nu verder alleen deze weg gaan, gesterkt door<br />

deze ervaring het ook te mogen doen, in de kracht van de<br />

Heilige Geest. Als de Heer met iemand is, kan hij dezelfde<br />

resultaten verwachten. Nicodemus zei in het beroemde nachtgesprek:<br />

"Niemand kan die tekenen doen, tenzij God met<br />

hem is" (Joh. 3 : 2).<br />

Wij reisden naar een klein berghotel, in Badulla, vierden daar<br />

samen het Oudejaar en het Nieuwjaar. We waren vermoeid en<br />

rustten uit in deze bergen tussen de thee-plantages. Badulla<br />

ligt in het centrum van uitgestrekte thee-plantages en van theefabrieken.<br />

Thee wordt in Ceylon genoemd, de "oogleden van<br />

Bodhidharma" (Buddha).<br />

Thee is het voornaamste exportprodukt van Ceylon. In het<br />

koele, vochtige, bergachtige binnenland groeit thee van superieure<br />

kwaliteit, de thee van Dimbula, Dickoya, Nuwara Eliya<br />

en Uva op 1500 meter boven de zeespiegel, ze behoren tot de<br />

beste soorten van de wereld. Het plukken is een voorzichtig<br />

werk dat traditioneel door Tamil-vrouwen wordt gedaan. Zij<br />

breken vaardig en behoedzaam met de vingers de twee bovenste<br />

blaadjes en de nog niet uitgerolde knop van de kruinen der<br />

theestruiken af en bergen dat in een mand die met een band<br />

om het hoofd wordt gedragen. Elke struik wordt éénmaal in de<br />

10 dagen geplukt; een geoefende plukster plukt tot 60 pond<br />

theeblaadjes per dag.<br />

De thee-plantages op Ceylon zijn nog geen 100 jaar oud; de<br />

Engelsen verbouwden, toen zij naar Ceylon kwamen, eerst koffie.<br />

Grote koffie-plantages ontstonden en een uitg~breide handel<br />

ontstond. Maar in de tachtiger jaren vernietigde de schadelijke<br />

roestzwam (Hemileia Vastatrix) het gehele moeizaam opgezette<br />

werk. Men vond geen remedie ter bestrijding van deze<br />

vreselijke plaag. Vele geruïneerde planters keerden naar Engeland<br />

terug.<br />

Toen begon een jonge Schotse planter de koffieplant door de<br />

uit Indië geïmporteerde theestruik te vervangen. Het lukte!<br />

Thans vinden wij uitgestrekte thee-plantages met hoog gekwalificeerde<br />

thee, dat Ceylon als thee-producent de tweede in<br />

grootte in de wereld maakt. In thee ligt de rijkdom van Ceylon<br />

besloten, met 60% aan export in thee het belangrijkste<br />

plantage-produkt.<br />

69


Helaas sluipen weer geheimzinnige ziekten, zwammen en zuren,<br />

de thee-plantages binnen, met man en macht wordt de<br />

strijd aangebonden tegen deze vernietigende kwalen. Ze zijn<br />

nog onduidelijk in hun werking, maar de produktie loopt<br />

terug en de theeblaadjes blijven te klein. Met angst en vrees<br />

herinnert men zich in de vorige eeuw de verwoestende roestzwam<br />

die een einde maakte aan de koffie-cultuur. Wij hebben<br />

hier en daar bij thee-planters deze angst bemerkt. Wij zijn<br />

ook enkele keren gevraagd om te bidden voor de "genezing"<br />

van bepaalde plantages die het eigendom waren van br. Peiris,<br />

van br. Hubert de Mol en van zr. Wijewardena. Ze waren door<br />

hun opzichters op de achteruitgang aan kwaliteit en produktie<br />

gewezen en zagen een vermindering in opbrengst bij de grote<br />

theemarkt in Londen, waar alleen eerste klas thee wordt geaccepteerd.<br />

Ik heb hun gedevalueerde thee gezien. Zij brachten<br />

mij deze thee en toonden de gebreken, hun handen wezen op<br />

mint ;ule bewijzen van ziekte. Ik sloot mijn ogen en legde de<br />

handen op deze gefermenteerde theeblaadjes, terwijl ik de<br />

Schepper van hemel en aarde bad, om hulp, om Zijn interventie,<br />

Zijn genezende kracht.<br />

Men heeft mij er wel eens op aangevallen, door Christenen, die<br />

vonden dat ik het gebed "heilig" moest houden, "gewijd" en<br />

niet mocht misbruiken voor dit soort materiële belangen. Maar<br />

het heil in Christus ons geschonken is gericht aan de gehele<br />

schepping, waar Adam's vloek over ligt. "Want de schepping<br />

is aan de vruchteloosheid (de vrucht van Adam's zondeval is<br />

de vruchteloosheid) onderworpen, niet vrijwillig, maar om den<br />

wil van Hem, die haar daaraan onderworpen heeft, in hope<br />

echter, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid<br />

aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van<br />

de heerlijkheid der kinderen Gods" (Rom. 8 : 20).<br />

De bedorven en geschonden schepping wacht (passief) op de<br />

(actieve) opstanding, het optreden van de gelovigen. "Want<br />

met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het (eindelijke)<br />

openbaar worden der zonen Gods" (Rom. 8 : 19). Als<br />

wij "openbaar worden" zullen wij als Gods medewerkers<br />

mogen aantreden en optreden en in Jezus' Naam het heil in<br />

Christus als remedie aanwenden voor de zondige, zwakke,<br />

zieke schepping. Halleluja!<br />

70


Wij zagen dankbaar terug op de resultaten van de drie campagnes,<br />

in J affna, Batticaloa en Kalmunai, waar tesamen ongeveer<br />

5750 zielen openlijk in de samenkomsten tot Jezus<br />

waren gekomen, wie zal zeggen wat de Heer deed buiten de<br />

campagnezalen en -terreinen, in de huizen der mensen? De<br />

Heilige Geest is de Bruidswerver, de Goddelijke Eliëzer, die<br />

uit de heidenen de Bruid reinigt voor de hemelse Izak, Jezus<br />

Christus. De wervende kracht van Gods Geest drijft de zielen<br />

tot Jezus. De Heilige Geest reinigt niet van zonden, maar<br />

brengt de zondaar naar het Bloed en dat Bloed reinigt van<br />

zonden. De motorische kracht Gods drijft de zondaren in de<br />

armen van de Verlosser, die het heil meedeelt aan de totale<br />

mens: ziel, geest en lichaam.<br />

Zr. Grace Arumainayagam, de zuster van br. Paul Arumainayagam<br />

nodigde ons uit om ook een campagne te houden in<br />

Balangoda, waar zij woont. Wij verhuisden vanuit Badulla naar<br />

een hotel in de buurt van Balangoda, het dorp waar wij gingen<br />

wonen heette Belihaloya, vandaar reden wij elke dag naar<br />

Balangoda, waar wij van de 6e tot de 12e januari 1969 zijn<br />

geweest. In een Buddhistische school werden de avondsamenkomsten<br />

gehouden en de Heer zegende opnieuw. Ook hier<br />

werkte br. Paul en zr. Grace met ons mee, terwijl br. Arulnathan<br />

ons weer vertaalde. Ds. Christy Daniël kwam een deel<br />

meemaken. Opmerkelijk dat deze groep medewerkers die ons<br />

door geheel Ceylon volgden en overal intens en gezegend meewerkten<br />

familie van elkaar was, Christy en Arulnathan zijn getrouwd<br />

met zusters van Paul en Grace.<br />

Balangoda ligt in het centrum van het Ceylonese bovenland,<br />

temidden van de thee-plantages. Een andere zwager was administrateur<br />

op een der plantages in de buurt, ook hij kwam elke<br />

avond met een werkbus vol mensen vanuit de bergen naar de<br />

campagne, hij werkte heerlijk met ons mee. Zr. Grace woont<br />

hier en zag met vreugde hoe vele zielen tot Jezus kwamen en<br />

verschillende zieken werden genezen. Zij begon weer een<br />

nieuwe gemeente, waar zij voorgangster van is, met een nieuw<br />

volk dat hier werd gewonnen. In Balangoda was voorheen een<br />

kleine Pinkstergemeente, maar die was geheel verlopen, er<br />

kwamen geen mensen meer en de kerk werd gesloten. De voorganger<br />

besloot stil te leven. Hij kwam elke avond naar de campagne<br />

en zag tot zijn verbazing dat honderden mensen kwamen<br />

71


toegestroomd naar de samenkomsten en tot nieuw levenkwamen.<br />

Ik had een gesprek met hem. Hij was een ontmoedigd<br />

man met weinig kennis, hij was ook tegen de manifestaties van<br />

de Gaven des Geestes in zijn gemeente en zo droogde zijn werk<br />

op. Hij zag hoe in discipline en orde deze Gaven kunnen worden<br />

gebruikt en besloot het werk weer op te nemen. Maar<br />

zr. Grace was begonnen en had meteen een zaal vol mensen.<br />

Zij leidde de mensen in in de bedieningen en Gaven des Geestes<br />

en dat beviel hen.<br />

Na de campagne in Balangoda reden wij naar Colombo, de<br />

hoofdstad, terug, waar we als sprekers waren uitgenodigd in<br />

de campagne in de Y.W.C.A.-Hall, onder auspiciën van de<br />

F.G.B.M. afdeling Colombo, onder voorzitterschap van br.<br />

Frank Williams uit Nugegoda. We hielden deze reeks samenkomsten<br />

voor een zeer geïnteresseerd publiek, dat voornamelijk<br />

bestond uit zakenlieden en intellectuelen. De President<br />

van de Senaat met zijn vrienden en zr. Vimala Wijewardena,<br />

de voormalige Minister van Gezondheid, waren er bijna elke<br />

avond, ze brachten steeds anderen mee. De "bovenste" laag<br />

van de bevolking is niet zozeer geïnteresseerd in het Christendom,<br />

ze zijn nagenoeg allen Buddhisten. Maar velen van hen<br />

werden gered door het Bloed van het Lam en ontvingen genezing.<br />

Overdag gaven wij Bijbelstudie aan vooral jongere gelovigen,<br />

ook bezochten wij velen thuis, die om een bezoek hadden<br />

gevraagd.<br />

Met het Bestuur van de F.G.B.M. hebben wij veel gesproken<br />

over de wenselijkheid om een grote campagne in de hoofdstad<br />

te houden, we dachten aan het enorme voetbalstadion dat<br />

50.000 mensen kan bevatten. Ik zal daarover bidden om leiding.<br />

Maar we zagen op tegen de enorme voorbereidingen en<br />

hoge kosten. We dachten dat het voor Evangelist T. L. Osborn<br />

waarschijnlijk geschikter was om deze grote onderneming te<br />

entameren. Dit zou juist iets voor hem zijn. Ik schreef hem<br />

uitvoerig over de prachtige kansen voor het Christendom juist<br />

thans voor dit eiland, dat altijd vergeten werd door wereldevangelisten,<br />

en het Evangelie van het Koninkrijk zo nodig<br />

had. Ik vertelde van onze zegen overal. Alle gegevens gaf ik<br />

aan br. T. L. Osborn, de namen van betrouwbare medewerkers<br />

alhier, mijn perfecte tolk zou hem goed van pas komen, ik<br />

repte over br. Paul Arumainayagam en Ds. Christy Daniël. Uit<br />

72


Congo, waar br. T. L. Osborn juist een grote campagne hield,<br />

ontving ik een hartelijke brief waarin Osborn mij meedeelde<br />

op dat ogenblik geen leiding te voelen om naar Ceylon te<br />

komen. Het speet ons en wij hebben nog een jaar er over gedacht<br />

hoe wijzelf deze campagne in Colombo konden houden.<br />

Het Bestuur van de F.G.B.M. stelde zich er volledig achter.<br />

Toch liet ons voorstel br. Osborn niet met rust en twee jaar<br />

later, in 1971, stuurde hij zijn vrouw zr. Daisy Osborn, vergezeld<br />

van haar schoonzoon O'dell en een andere broeder naar<br />

Ceylon om deze mogelijkheden nog eens te onderzoeken. Zij<br />

sprak met br. Frank Williams, met anderen, reisde naar het<br />

noorden, bezocht br. Paul Arumainayagam enkele dagen,<br />

logeerde in zijn huis, sprak met hem en zijn helpers, predikte<br />

's zondags in zijn kerk en reisde met haar gegevens terug naar<br />

Amerika, om haar echtgenoot haar rapport te overhandigen.<br />

Zij was te laat, zr. Daisy, zij kwam toen er juist een socialistische<br />

regering de oude, Buddhistische naar huis had gezonden<br />

en allerlei onlusten en stakingen het land teisterden, massabijeenkomsten<br />

waren verboden, een strenge avondklok was<br />

ingesteld. Een jaar eerder was alles beter gegaan, maar thans<br />

was zij te laat. Toen br. T. L. Osborn vanuit Amerika het<br />

Comité in Colombo en br. Arumainayagam berichtte, dat hij<br />

definitief afzag van zijn komst, waren velen in Ceylon teleurgesteld.<br />

Er waren zovele duizenden die iets hadden vernomen van het<br />

Volle Evangelie; zij zouden stellig in grote getale zich opmaken<br />

naar een centraal gelegen massa-meeting. Duizenden in dit<br />

land van zoekenden zouden worden gered en de Naam van<br />

Jezus op hun lippen dragen.<br />

Wij ontvingen in die tijd telegram na telegram in Nederland,<br />

van Ceylonese broeders met het verzoek om direct naar Ceylon<br />

te komen om de plaats van Osborn in te nemen. Voorbarig<br />

waren na het bezoek van Daisy duizenden affiches gedrukt,<br />

advertenties geplaatst, zalen besproken, voorbereidingen getroffen.<br />

Men verwachtte spoedig br. Osborn op het eiland,<br />

maar hij liet verstek gaan. Toen ik niet reageerde, kwamen<br />

steeds meer berichten met dringende verzoeken om terug te<br />

komen voor tenminste een enorme slotcampagne. Maar ik had<br />

geen leiding van de Heer om dit te overwegen en telegrafeerde<br />

af. Ik heb geleerd op niets anders dan op de leiding van de<br />

Heer te letten.<br />

73


Ik geloof voor een opwekking op het eiland Ceylon. De Heer<br />

zal ons helpen om dit land open te breken voor Jezus. Het is<br />

een hard en fanatiek land, maar Gods Geest is machtiger.<br />

Vooral nu er een socialistische regering is aangesteld en de<br />

tegenstellingen scherper worden getrokken tegenover het<br />

Christendom, nu er minder faciliteiten voor Christelijke massamanifestaties<br />

worden gegeven, heeft Ceylon de Persoon van<br />

Christus nodig, alleen Hij vermag in alle verwarring de rust te<br />

brengen om harmonisch te leven.<br />

Het Communisme staat voor de deur van Ceylon. Aan de oostkust<br />

ligt de havenstad Trincomalee, men weet dat deze plaats<br />

een belangrijke luisterpost is van China. Het is een broeinest<br />

van spionage, dat is iedereen bekend. In deze natuurlijk gevormde<br />

haven liggen Chinese schepen. Zo dikwijls hebben wij<br />

plannen gemaakt om daar een grote campagne te houden,<br />

maar die plannen mislukten steeds, geen vergunningen werden<br />

verstrekt. We bidden dat de Heer op een later tijdstip open<br />

deuren gaat geven. Het zal voor Christus worden ingenomen,<br />

ook Trincomalee. Halleluja!<br />

Het Communisme heeft 40% van de wereld onder controle en<br />

woekert juist in het Verre Oosten als een kanker heftig voort.<br />

Ook het Buddhisme en het Hinduïsme zijn religies, filosofieën,<br />

die afleiden van Christus. Het zijn lieflijke wegen met bloemen<br />

omboord, maar ze leiden nergens heen. De heiden kent geen<br />

werkelijke vrijheid, geen erbarmen, geen liefde, geen afdoende<br />

remedie voor een schuldig geweten, hij woont in duisternis,<br />

leegte, onzekerheid, onrust, eeuwige wanhoop, zijn schreeuw<br />

naar verlossing blijft onbeantwoord. De Oosterse godsdiensten<br />

zijn inhoudloos, uitgehold, façade, schijn-vroomheid, schijnvrede.<br />

De duisternis wordt er niet mee doorbroken. Ik vind er<br />

geen grote figuren, die als Jezus voedsel kwamen brengen voor<br />

de hongerigen en verkleumden. Hij bracht hoop tot de wereld,<br />

Goddelijke hoop.<br />

Ik las in een krantenbericht in Ceylon: COLOMBO (UP!)<br />

"Twee jongens wier lichamen drijvend werden gevonden dichtbij<br />

een Buddhistische tempel, bleken te zijn geofferd aan de<br />

goden, volgens het politie-rapport van woensdag. Een onderzoek<br />

is gaande omtrent de gang van zaken die tot de dood<br />

leidden van deze 16-jarige jongens uit Panadura, een zeestad<br />

16 mijlen van Colombo. Zij werden gevonden in de rivier." .<br />

74


Alleen Jezus kan zeggen: "Ik ben het Licht der wereld, de<br />

anderen leven in schemeringen van de dood. Maar het Evangelie<br />

zegt: "Opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren<br />

ga, maar eeuwig leven hebbe." Evangelie geeft het geweten<br />

rust, het hart de vrede die het nodig heeft, verlossing<br />

die eeuwig heil brengt, het antwoord voor de eisen der wet,<br />

een diepe, concrete vrijheid en waardigheid die alle verstand<br />

te boven gaat. In Jezus Christus, de Weg, de Waarheid, het<br />

Leven, de Middelaar, door wien wij God vinden.<br />

Daar is niets met het Evangelie te vergelijken, geen enkele<br />

religieuse vorm of wereldbeschouwing! Zij kunnen voor het<br />

mensenhart niet dát doen wat het Evangelie van Jezus Christus<br />

doet. Jezus Christus is mijn on-gerechtigheid, ik ben Zijn<br />

vergeving, Zijn schuldeloosheid. Jezus Christus is mijn smart,<br />

ik ben Zijn blijdschap. Jezus Christus is mijn ziekte, ik ben<br />

Zijn genezing. Jezus Christus is mijn dood, ik ben Zijn leven<br />

tot in eeuwigheid. Halleluja!<br />

Ik ben in Ceylon meermalen geweest, meestal bleef ik enkele<br />

dagen over in Colombo om daar br. Paul Arumainayagam te<br />

ontmoeten, waarmee wij nieuwe plannen bespraken en samen<br />

baden. Steeds vroeg hij mij om mij te vestigen op dit eiland<br />

en een geheel nieuw werk opzetten. De vestigings-mogelijkheden<br />

zijn echter moeilijker dan ooit. Maar als er een land is<br />

dat dit Evangelie van het Koninkrijk nodig heeft, dan is het<br />

Ceylon; als er een land open is voor de Persoon van Jezus<br />

Christus en het Woord Gods, dan is het ook dit land.<br />

Ik heb in 1970 nog een campagne gehouden in Matugama, in<br />

het zuiden van Ceylon. Een Methodisten-predikant, Rev.<br />

Arasaretnam, die wij vroeger in Kalmunai hadden aangetroffen<br />

en die daar in de campagnes zo bijzonder gezegend werd,<br />

had ons uitgenodigd daarheen te komen. Hij was zeer bewogen<br />

over wat hij in de campagnes in Kalmunai en Colombo<br />

had gezien en gehoord en kon dit niet vergeten. Toen hij zijn<br />

emeritaat had, ging hij nog een kleine Methodisten-gemeente<br />

verzorgen in het zuiden, want hij wilde niet stilzitten. Daar<br />

las hij alles over de werkingen van de Heilige Geest. Hij bad<br />

de Heer ons terug te zenden naar zijn nieuwe gemeente. Zo<br />

kwam br. Paul Arumainayagam mij van het vliegveld halen,<br />

waar wij een taxi namen naar Matugama. Daar was reeds alles<br />

75


in gereedheid gebracht voor een massa-bijeenkomst op een<br />

groot voetbalveld in het midden van de stad. Een podium was<br />

gebouwd en lampen opgehangen.<br />

In deze gemengde bevolking was het weer noodzakelijk om<br />

twee tolken te gebruiken, ze stonden elk aan mijn zij, aan de<br />

ene kant br. Dios Abeyesinghe voor de Singhalese vertaling en<br />

aan de andere kant onze trouwe br. Paul Arumainayagam voor<br />

de Tamil-vertolking.<br />

Er kwamen elke avond meer mensen, het gerucht drong snel<br />

door tot in allerlei kringen van Colombo en Moratuwa waar<br />

wij eerder een campagne hielden en de mensen ons kenden.<br />

Elke avond kwamen velen tot geloof, gaven Jezus hun hart,<br />

begonnen met Hem een nieuw leven, ook genazen velen in de<br />

striemen van de Heer.<br />

Wij woonden gedurende de campagnedagen boven in de bergen<br />

waar uitgestrekte rubberplantages lagen, in het riante administrateurshuis<br />

van de heer Alphonsus, die mij gastvrij opnam.<br />

Hij en zijn broeder begeleidden mij vaak naar de campagne<br />

en zij luisterden aandachtig naar de prediking. Br. Paul<br />

Arumainayagam logeerde met mij in datzelfde huis en wij<br />

spraken na de meetings, in de avond, nog lang na over de Persoon<br />

van Jezus Christus. Het waren harde zakenmensen, rubbermanagers<br />

en niet bekeerd, maar we zagen dagelijks meer honger<br />

in hun harten naar vrede met God.<br />

Op een avond, na het diner, namen zij ons mee naar een Hindufeest<br />

onder de rubbertappers van hun uitgestrekte plantage.<br />

We reden in een jeep en twee gewapende bewakers gingen met<br />

ons mee. Er was tussen de bergen een heuvel met een Hindutempel<br />

er bovenop, dat vreemd en onwerkelijk was verlicht<br />

met gekleurde gloeilampjes. Een grote dansende, luidruchtige<br />

menigte Tamils was daar ter ere van de god Ganesa, de zoon<br />

van Siva, hij is de god met de olifantskop, die hier veel wordt<br />

vereerd. Onze groep werd eerbiedig begroet en ons werd een<br />

stoel aangeboden en versnaperingen in pisangblad, immers de<br />

administrateur was de grote baas van de plantage, met zijn<br />

gasten.<br />

De bewakers stonden achter onze stoelen, misschien konden<br />

moeilijkheden worden verwacht door fanatieke Hindu's. Twee<br />

priesters wachtten op de komst van de lange optocht van vrouwen<br />

in feestkleding, komende uit de dorpen rondom; met op<br />

76


hun hoofden dragende een prachtig opgemaakte offerande,<br />

als een toren opgestapeld van vruchten en kleurige koekjes,<br />

opgesmukt met bloemen. Het waren sierlijk samengestelde<br />

gaven aan de Hindu-god gewijd, we zagen dergelijke feesten<br />

en hoge offerandes ook in Bali. Dan komen ze er aan, een<br />

kleurige stoet sierlijke vrouwen, opklimmende de ruwe weg<br />

tussen de rotsstenen op, waarna zij van hun hoofden de offers<br />

aftillen en in de tempel voor het beeld van Ganesa neerzetten.<br />

Bloemen werden er rondgestrooid en frenetiek werden daarbij<br />

de langwerpige Ceylonese trommels geslagen, de schalmeien<br />

klaagden onafgebroken hun eentonige zang, bekkens en cymbalen<br />

klonken hoog op. Het was een drukbezocht en bont<br />

feest daar in dat nachtelijk uur in die eenzame bergen waar<br />

dit Ganesa-tempeltje stond.<br />

Plotseling sidderde een der neergehurkte vrouwen, zij begon<br />

wild met haar lichaam te schokken, de ogen gesloten wierp<br />

zij dit wild en onbeheerst op en neer, heen en weer, kronkelend<br />

bewogen haar armen. Ze rees op uit de rij van zwijgende<br />

vrouwen, draaide als een blad in het rond, rende plotseling<br />

naar de trommelaars, rukte een van hen zijn instrument uit de<br />

handen en begon er zelf op te beuken, teugelloos. Ze rende<br />

toen om het tempeltje heen, rond en rond, zonder enige spoor<br />

van vermoeidheid, terwijl de andere feestgangers ruim baan<br />

voor haar maakten. Haar haarwrong, glanzend en fraai opgemaakt<br />

en samengebonden, viel uit, haar haren wapperden achter<br />

haar aan, haar ogen waren extatisch.<br />

Iedereen knikte goedkeurend, de god van deze tempel, <strong>Sri</strong><br />

Ganesa, had hierin een teken gegeven haar offerande te hebben<br />

aanvaard en welgevallen te hebben aan deze vrouw. Hij<br />

had zich een vrouw uitgekozen, waarin hij zich manifesteerde!<br />

Tevreden knikten de Hindu-gelovigen voor de eer hen aangedaan<br />

zich uit de vrouwen van dit afgelegen bosdorp een bruid<br />

te kiezen! Hij had haar geest en lichaam overmeesterd, dit<br />

werd als een grote onderscheiding voor deze eenvoudige men-_<br />

sen ervaren. De administrateur, zijn lijfwacht, br. Paul Arumainayagam<br />

die bij mij was en ik zaten op een aparte, verhoogde<br />

plaats, zodat wij dit feest goed konden zien.<br />

De nieuwe mens, die uit Christus geboren is, reageerde automatisch<br />

in mij nu tegen deze anti-christelijke macht. En<br />

meteen veranderde het gehele beeld, de aangeslagen geest ver-<br />

77


liet de vrouw, zij legde vermoeid en "ontwaakt" nu ineens de<br />

trommel neer, streek verlegen met haar handen de haren naar<br />

achteren, schikte haar kleren glad, keek als gegêneerd om zich<br />

heen als een te vroeg ontwaakte slaapwandelaarster en zette<br />

zich weer zwijgend tussen de vrouwen neer. Heel de vervoering<br />

was plotseling verbroken. De omstanders, vooral de vrouwen,<br />

keken elkaar niet begrijpend aan, verschrikt door dit onverwachte<br />

en ongebruikelijke eind. De priesters liepen hun<br />

tempel uit en bezagen de vrouw. Hoe kort duurde deze overmeestering,<br />

wat was de reden van deze versmade toewijding,<br />

wie of wat verbrak de betovering? Een andere vrouw begon<br />

ineens te zwaaien met haar bovenlijf, zij sidderde, huiverde<br />

als van kou, sloot de ogen, sloeg tegen de grond, rolde om en<br />

om, heen en weer, door de rij vrouwen heen, nu was zij het<br />

die door de geest van Ganesa was uitverkoren. Ook zij stond<br />

op, haar kleren vuil en grijs van het stof door het rollen over<br />

de grond. Ook zij rende weg, rond de tempel, haar haren wapperend<br />

achter zich aan. Zij passeerde mij rakelings, het leek<br />

alsof de ingevaren geest mij wilde attaqueren. Ze verdween<br />

weer achter de tempel, kwam aan de andere kant weer te<br />

voorschijn, verwilderd, hysterisch schokkend met het lichaam.<br />

Ook nu begon mijn geest te interrumperen, ging ik over in<br />

tongen spreken, mij richtend tot de geest van deze vrouw.<br />

Weer hield plotseling de trance-toestand op. Zo snel de vrouw<br />

werd bevlogen, zo snel werd zij weer verlaten, het gedrag van<br />

de vrouw normaliseerde, het was alsof zij tot zichzelf kwam,<br />

terugkwam uit een narcose.<br />

Zo ging het een paar keer, die nacht. De priesters zochten en<br />

vonden de oorzaak, zij keken verstoord mijn kant op, begrepen<br />

dat ik de oorzaak was, deze blanke vreemdeling was de<br />

verstoorder, hij was het die de betoveringen telkens weer te<br />

snel verbrak die zij hadden opgeroepen, zijn geest stond vijandig<br />

tegen hun acties.<br />

Er ontstond gemurmureer, er was boosheid, getemperd omdat<br />

de grote baas aanwezig was, maar de sfeer was vol gevaar opeens,<br />

"Vol conflictstof, het was maar beter zo gauw mogelijk<br />

huiswaarts te keren; door de wachters omringd stapten wij in<br />

de jeep en vertrokken.<br />

Die avond in <strong>Sri</strong> <strong>Lanka</strong> begreep ik voor de zoveelste keer wat<br />

een macht uitgaat van het spreken in nieuwe tongen. Het rei-<br />

78


nigt de atmosfeer van demonie, de machten worden openbaar<br />

en verliezen hun invloed en greep op de subjecten. Het manifesteert<br />

de universele grootheid van God, het is de openbaring<br />

van Christus' Koningschap in al zijn heerlijkheid.<br />

Ik heb in mijn zendingswerk zovele malen ervaren met welk<br />

een wonderlijke autoriteit de Geestvervulde Christen is toegerust,<br />

als geopenbaarde zonen Gods, waarop de schepping met<br />

reikhalzend verlangen wacht" (Rom. 8 : 19), die "de mannelijke<br />

rijpheid, de maat van den wasdom der volheid van Christus<br />

bereikt hebben" (Ef. 4: 13). Het bidden in de Heilige<br />

Geest, het tongen spreken, is de expressie van de nieuwe mens,<br />

de mens in Christus, vervuld met de Heilige Geest. "Maar gij,<br />

geliefden, bewaart uzelf in de liefde Gods, door uzelf op te<br />

bouwen in uw allerheiligst geloof en door te bidden in den<br />

Heiligen Geest" (Jud. 20). Het is Gods Geest in ons die pleit<br />

bij de Vader, "maar de Geest pleit voor ons met onuitsprekelijke<br />

verzuchtingen" (glossolalie) (Rom. 8 : 26).<br />

Het spreken in tongen, zoals de Geest het geeft uit te spreken,<br />

is de enige geestelijke gave, die zeer speciaal bestemd is voor<br />

de Gemeente van Jezus Christus. Alle andere gaven: profetie,<br />

wonderen, enz. van de Heilige Geest waren reeds werkzaam in<br />

de tijd van het Oude Testament. Op de Pinksterdag werd de<br />

gave van het spreken in tongen voor het eerst openbaar in de<br />

gemeente (Hand. 2; I Cor. 12, 13 en 14).<br />

Het is een bijzondere vervulling van de Oud-Testamentische<br />

profetie (Jes. 28: II - I Cor. 14: 21; Joël 2 : 28 - Hand. 2: 16).<br />

Het spreken in tongen werd door God gesteld in de Gemeente<br />

(I Cor. 12 : 28).<br />

Jezus vermeldde het als een bewijs van het geloof der discipelen<br />

(Mark. 16: 17; Joh. 7 : 38, 39).<br />

Het is een teken voor de ongelovige (I Cor. 14: 21, 22).<br />

Het is een bewijs van de opstanding en verheerlijking van<br />

Jezus Christus (Joh. 16: 7; Hand. 2: 32,33).<br />

Het zorgt voor de gemeenschap met God in het gebed (I Cor.<br />

14: 2).<br />

Het is het eerste bewijs van de doop met de Heilige Geest,<br />

zoals de Bijbel ons duidelijk toont bij de vermelde gevallen<br />

(Hand. 2 : 4; Hand. 10: 46; Hand. 19 : 6).<br />

Het is een middel waardoor de Heilige Geest voor ons tussentreedt<br />

(Rom. 8: 26; I Cor. 14: 14).<br />

79


God verklaart dat het spreken in tongen sticht, opbouwt<br />

(I Cor. 14: 4, 5; Judas 20).<br />

Het is een middel om te zingen in de Geest (I Cor. 4-: 15;<br />

Ef. 5: 18, 19).<br />

Paulus zei: "Ik dank God, dat ik meer dan gij allen in tongen<br />

spreek" (I Cor. 14: 18).<br />

De Bijbel waarschuwt: "Belemmert het spreken in tongen niet"<br />

(I Cor. 14: 39).<br />

Het is een van de negen gaven, door God gekozen, als behorende<br />

tot de volle wapenrusting van de Gemeente (I Cor. 12: 10;<br />

Ef. 6: 10-20).<br />

Paulus zei: "Ik wilde wel, dat gij allen in tongen sp raakt ... "<br />

(I Cor. 14: 5).<br />

Waar het spreken in tongen in de Gemeente in werking is,<br />

daar zijn alle andere gaven ook aanwezig (I Cor. 1: 5 -7).<br />

Het spreken in tongen is het teken en de expressie van de vervulling<br />

met de Heilige Geest (Mark. 16: 17; Hand. 2 : 4; Ef. 5 :<br />

18, 19).<br />

Het volgt als een bevestiging van het gepredikte Woord Gods<br />

(Mark. 16: 17, 20).<br />

De Heer zegende de campagne in Matugama. Reeds de eerste<br />

dag werkte Gods Geest op een machtige ,wijze. De oude predikant<br />

werd vervuld met Gods Geest en bracht allerlei mensen<br />

die hij kende en die hulp nodig hadden naar ons toe. Wij begonnen<br />

ook weer hier in zijn pastorie een morgen-Bijbe1cursus<br />

en opende Gods Woord op de bediening van de Gaven des<br />

Geestes in de gemeente van Christus. Ook vele dorstigen naar<br />

levend water had de Heer hier en zij werden naar de Bron gebracht<br />

waaruit zij konden drinken.<br />

De eerste dag genas de knecht van de predikant, die een blind<br />

oog had, hij kreeg plotseling weer licht in dat oog, toen wij<br />

met hem baden. Steeds meer zieken, die 's avonds niet konden<br />

komen, omdat zij zo ver weg woonden en er in deze regentijd<br />

zonder maan zo'n voetreis niet viel te ondernemen, kwamen<br />

overdag voor gebed. Er werd eten voor hen bereid, zodat zij<br />

versterkt terug konden reizen. Er was in deze campagne veel<br />

lofprijzing rondom deze campagne, wat des te meer opviel,<br />

omdat het hier bijna uitsluitend ging om kerkelijke mensen,<br />

die dit niet gewoon waren.<br />

80


Evenals voor Noord-Sumatra, voelen wij ons verantwoordelijk<br />

voor dit eiland Ceylon. Ons hart is bijzonder verbonden met<br />

de weinige werkers alhier. Wij zijn gelukkig dat wij niet gebonden<br />

waren aan onze agenda en nu zolang konden voortwerken<br />

als de Heer het toeliet. De Geest Gods leidt en stuurt ons,<br />

daarin geloven wij, wij volgen geen eigen overwegingen en<br />

plannen. De Heilige Geest kent de harten der mensen, Hij weet<br />

het beste de plaats en het uur. Hij is ons Kompas waarop wij<br />

koersen, zonder fouten te maken. Wij zagen dat wij dan altijd<br />

het maximum aan zegen ondervonden. Wanneer wij onmiskenbaar<br />

zeker weten dat het Gods uur is voor een bepaalde plaats,<br />

dan vragen wij ook volledig Gods openbaring en Zijn wonderkracht,<br />

wij zijn in Zijn dienst, Zijn handlangers.<br />

Na deze ervaring in Ceylon hebben wij nooit meer op agenda's<br />

gekoerst, wij laten ons in volkomen afbankelijkheid aan Zijn<br />

inspiratie sturen, niet door onze ambities of interessen, die<br />

doen er niet meer toe.<br />

Ik denk steeds aan de eerste, machtige apostel Paulus, die zich<br />

liet leiden op aanwijzingen van de Heilige Geest. Geen raad van<br />

oudsten, geen broederraad, geen kerkeraad, geen kerkbestuur,<br />

voerde hem naar de plaatsen die hij bezocht in Klein-Azië,<br />

maar de Heilige Geest. "Zij (Paulus en Silas) gingen door het<br />

Phrygisch-Galatische land, maar werden door de Heilige Geest<br />

verhinderd het woord in Asia te spreken; en bij Mysië gekomen,<br />

poogden zij naar Bithynië te reizen, maar de Geest van<br />

Jezus liet het hun niet toe; en toen zij Mysië voorbij waren,<br />

kwamen zij te Troas. En Paulus kreeg (van God) in den nacht<br />

een gezicht; er stond een Macedonisch man, die hem toeriep:<br />

Steek over naar Macedonië en help ons" (Hand. 16 : 6-9).<br />

Paulus mocht zijn agenda niet volgen, hij werd verhinderd<br />

naar een gekozen plaats te gaan en geleid naar een andere<br />

plaats. God boog naar Zijn wil deze weg om. Nu kon hij grootser<br />

resultaten oogsten voor het Koninkrijk Gods.<br />

Het is nog steeds onze mening dat dit de beste weg is in<br />

's Meesters dienst, dit ruimte laten voor Zijn Raad. Het meest<br />

vruchtbaar zijn wij als wij in het centrum van Gods wil zijn.<br />

Het is onrealistisch te veronderstellen dat de heidenen naar de<br />

prediker zullen komen om hem te vragen naar het evangelie<br />

van verzoening; zij zullen niet komen. Waarom zouden ze ko-<br />

81


men naar het huis van God als zij God niet kennen, waarom<br />

zouden ze lofzangen van Zion zingen, als ze de Koning van<br />

Zion niet kennen? Waarom zouden ze zich laten onderrichten<br />

uit Gods Woord, dat ze niet verstaan? Waarom zouden ze deel<br />

willen hebben aan een Koninkrijk, waarvan ze niets weten?<br />

Waarom zouden zij het pantheon van eigen goden, halfgoden,<br />

heiligen, machten, demonen, verwerpen voor een onbekende<br />

God, voor Jezus Christus? Waarom zouden ze hun prachtige<br />

tempels verlaten waarin ze thuis zijn en Gods huis binnengaan,<br />

daar neerzitten, daar bidden voor de rusteloosheid van<br />

hun hart, als ze God nimmer als hun Vader hebben leren kennen?<br />

Ze zullen niet komen!<br />

Daarom moet de zendeling naar hen toegaan, bij hun neerzitten,<br />

naar hen luisteren en hen liefderijk, voorzichtig, teder bij<br />

de hand nemen en ze laten kennis maken met de Herder van<br />

hun zielen, Jezus! Een zendeling verwacht geen actie van hun<br />

kant, maar komt eerst tot actie; verlaat zijn huis, zijn volk,<br />

zijn land, zijn geborgenheid en gaat op weg om naar de ander<br />

te zoeken. Een zendeling maakt er zich van af wanneer hij<br />

zich kritisch opstelt, a priori afwijzend, van boven af belérend,<br />

zonder zich af te vragen wat die ander denkt, voelt, weet, wat<br />

zijn hart vervult, zonder d~ ander in liefde te benaderen en geinteresseerd<br />

naar hem te lu1isteren. Men staat direct gereed met<br />

zijn afkeuring, verwerping, maar gaat niet na waarom die mens<br />

zo geworden is, waarom hij zo voelt en denkt. Wanneer de zendeling<br />

naar het land van de andersdenkende, de heiden, komt<br />

en hem zoekt, opzoekt, dient hij zich eerst te ontdoen van al<br />

zijn arrogantie, van het beter weten. Arrogantie heeft nog<br />

nooit een ziel gered, superioriteit snijdt vertrouwen af, kritiek<br />

a priori blokkeert de weg tot het hart van de naaste, benadering<br />

van boven af sluit de geest toe. De zendeling uit de geciviliseerde,<br />

westerse wereld met zijn eigen cultuurpatroon,<br />

dient tijd te nemen om zich in te leven in de wereld van deze<br />

mensen die hij bezoekt, hij moet er van uitgaan dat de godsdiensten<br />

van de heidenen ouder, veel ouder zijn dan de zijne,<br />

hij zal tonen moeite te hebben gedaan om die godsdiensten te<br />

benaderen, dat hij ze heeft bestudeerd, dat zal deze heiden<br />

bijzonder waarderen. Daarna zal hij hem bij de hand nemen<br />

en hem winnen voor Jezus, door dezelfde liefdevolle benadering<br />

te tonen van Jezus, dezelfde tederheid, hetzelfde respect<br />

82


voor de waardigheid van die evennaaste, dezelfde tolerantie,<br />

hetzelfde geduld, een inleven in en uitleveren aan de ander.<br />

Hij is niet bezig geestelijk te koloniseren, maar hij stelt zich<br />

op als naaste, eventueel als dienende de ander.<br />

De "zin van Christus" (I Cor. 2: 16), de gezindheid van Christus,<br />

zal de liefdevolle benadering zijn, als broeders, als naasten,<br />

als vrienden, als gelijken, als deelgenoten aan het verzoenende<br />

Bloed van Jezus; voorzichtig, tactvol, geduldig, nimmer agressief!<br />

Wij zullen de naaste spreken over onze eigen ervaring met<br />

Christus, wij kunnen slechts vruchtbaar met deze naaste communiceren<br />

als wij vanuit onze eigen ervaring, onze hartservaring<br />

met Christus, hem benaderen. Buiten een persoonlijk<br />

getuigenis van een persoonlijke ervaring met Christus om is<br />

missioneren vruchteloos, synthetisch. Zoals de apostelen de<br />

wereld introkken en getuigden van alles" wat zij gezien en gehoord"<br />

hadden, persoonlijk beleefd, ondergaan, zo zal de<br />

moderne apostel, de zendeling, slechts getuigen wat de Man<br />

van Nazareth in Zijn eindeloze liefde voor hèm heeft gedaan,<br />

hoe zijn ontmoeting met Hem heeft plaatsgehad. Het is onmogelijk<br />

hem te winnen voor Christus, vanuit een van buiten<br />

geleerd lesje, vanuit een boek, vanuit "horen zeggen" van<br />

anderen. Zending is geen ontwikkelingshulp. Daar waar de<br />

Persoon van Christus niet meer centraal staat als Koning en<br />

Heer, als Redder en Zaligmaker, ontaardt zending in ontwikkelingshulp.<br />

Zending is de naaste bekend maken met wat het<br />

eigen hart is doorgegaan, wat dat hart heeft bewogen en ontroerd,<br />

wat dat hart veranderd heeft, waardoor antwoorden<br />

kwamen op schrijnende vragen, waardoor vreugde dat hart<br />

ging doorstromen, vrede en licht binnenviel.<br />

Niet vanuit literatuur, papier, historie, niet vanuit sociale bewogenheid,<br />

ook niet vanuit enthousiasme; maar vanuit het<br />

getuigenis van wat door het eigen hart is heengegaan. De<br />

naaste moet worden geroepen, aangeroepen, toegeroepen,<br />

door het Woord. Alleen vanuit roeping kan men anderen roepen,<br />

uit de slavernij uit roepen, in de vrijheid in roepen.<br />

Men moet zelf eerst geroepen zijn vanuit Gods roepen. Zelfroeping<br />

is geen roeping; het komt van buiten-af, van boven-af,<br />

van God uit. Alleen een van boven af geroepene heeft het<br />

recht, het voorrecht, anderen te roepen, in de Naam van Hem<br />

Die van boven af geroepen heeft.<br />

83


<strong>Sri</strong> <strong>Lanka</strong> is een bijzonder zendingsland, te weinig bekend en<br />

te zelden bezocht door zendelingen en evangelisten. Men gaat<br />

nog te veel naar de klassieke zendingslanden, maar verwaarloost<br />

zoveel andere gebieden die nimmer de aandacht krijgen<br />

die ze verdienen. Zo wordt Ceylon schromelijk vergeten, waar<br />

het regime moeilijk is, waar honger heerst en schrijnende armoe,<br />

ellende, waar vaak epidemieën zijn, waarlijk moeilijk toegankelijke<br />

Buddhisten en fanatieke Hindu's. Hier moeten pioniers<br />

naar toe die nieuwe paden openhakken in het lianen woud van<br />

afgrondelijk heidens denken en duister traditionalisme; gedrevenen<br />

door de Geest Gods; gemotiveerde vredeboden des<br />

Heren. Zij zullen er niet dat comfort vinden waarbuiten zij<br />

menen niet te kunnen leven, zij zullen gegarandeerd te maken<br />

hebben met duistere machten die niet aflaten, ze zullen kommer,<br />

droogte, hitte, strijd, niet ontlopen.<br />

Maar is dat een reden om niet te gaan? Is het Evangelie van<br />

verzoening niet juist voor de vergetenen, ongelukkigen, eenzamen,<br />

hongerenden, armen, zieken? Kunnen wij juist hier<br />

niet een schakel zijn tussen de nood van mensen en het overwinningsleven<br />

van Jezus? Is de Blijde Boodschap niet juist hier<br />

broodnodig in deze derde wereld? De roep dat God in mensen;<br />

in déze mensen, een welbehagen heeft? Zullen wij niet<br />

hier dit volk de naam: Jezus! op de lippen leggen, ze leren<br />

die Naam uitspreken, hun handen naar alles wat in die Naam<br />

besloten ligt en wat met die Naam begint? Zullen we de zekerheden<br />

die in God besloten liggen niet inruilen voor hun onzekerheden?<br />

We dienen hen aan te zeggen dat God met hen te maken wil<br />

hebben in liefde en erbarmen en dat ze mogen komen tot in<br />

Zijn armen, dat Hij met Zijn liefde op de thuiskomst van hun<br />

liefde wacht!<br />

Want ze mogen ook binnengaan in de Feestzaal, deel hebben<br />

aan de Bruiloft des Lams. Ze mogen zich ook verblijden in een<br />

wachtend Vaderhuis.<br />

Wij zullen dankbaar zijn als deze boeken die wij schrijven, aan<br />

een nieuwe generatie de bewogenheid mogen geven om deze<br />

laatste jaren voor Jezus' wederkomst te besteden aan de redding<br />

der wereld. De Heer zegene u!<br />

"Klim op een hogen berg, vreugdebode Zion; verhef uw stem<br />

met kracht, vreugdebode Jeruzalem; verheft ze en vrees niet;<br />

84


zeg tot de steden van Juda: Zie, hier is uw God! Zie, de Here,<br />

Here zal komen met kracht en Zijn arm zal heerschappij oefenen;<br />

zie, Zijn loon is bij Hem en Zijn vergelding gaat voor<br />

Hem uit. Hij zal als een Herder Zijn kudde weiden, in Zijn<br />

arm de lammeren vergaderen en ze in Zijn schoot dragen, de<br />

zogende zal Hij zachtkens leiden" (Jes. 40: 9-11). "Want de<br />

aarde zal vol zijn van de kennis des Heren, zoals de wateren<br />

de bodem der zee bedekken" (Jes. 11: 9b).<br />

ENKELE GETUIGENISSEN<br />

MRS. W. S. OLLOGASEGERAM uit KODDAMI: Door een<br />

auto-ongeluk, jaren geleden, kreeg ik letsel aan een oor en<br />

werd doof. Ik kwam in de samenkomsten van de Hollandse<br />

evangelisten, waar voor mij gebeden werd en daar werd ik genezen.<br />

De doofheid aan mijn oor is verdwenen, ik ben volkomen<br />

gezond. Jezus Christus raakte mij aan, daar ben ik zeker<br />

van.<br />

MISS LOGITHARAJAH uit BATTICALOA: Ik ben medisch<br />

studente, trijn leeftijd is 21 jaar. A13y, jaar was ik ziek, depressief.<br />

Ik bezocht menige dokter, psychiater, de beste specialisten<br />

van het land, ik had als studente daar gemakkelijk toegang<br />

toe. Maar niemand kon mij helpen. Ik heb allerlei slaap- en<br />

andere kuren ondergaan, eindeloos veel medicijnen ingenomen,<br />

maar alles faalde. Niemand was in staat mij van de boze geesten<br />

te bevrijden. De medici geloven geen theorie dat er boze<br />

geesten bestaan, ze wijten mijn moeilijkheden aan frustraties,<br />

verdrongen complexen, enzovoort. Maar ik werd voortdurend<br />

aangesproken van buiten af. Zij spraken de gehele dag in mijn<br />

oren, dikwijls schreeuwden ze mij toe en er was niemand die<br />

in staat scheen om deze stemmen te doen verstommen. Ik werd<br />

er bijna gek van, kon niet slapen, had nooit rust. De meest<br />

obscene dingen riepen ze mij toe en vele malen drongen ze er<br />

op aan om zelfmoord te plegen. Ik ben daar ook dikwijls toe<br />

geneigd geweest.<br />

Toen br. Hoekendijk alle zieken en belasten naar voren riep<br />

voor gebed, in de campagne van Batticaloa, ben ik ook gegaan,<br />

ofschoon de stemmen mij toeriepen het niet te doen. Maar de<br />

85


prediker legde mij de vingers in de oren en gebood met autoriteit<br />

dat deze machten der duisternis zouden wijken, in de<br />

Naam van Jezus. Ik voelde mij slap worden en mijn bewustzijn<br />

verliezen, ik wist niet wat mij overkwam. Maar na enkele<br />

minuten kwam ik weer bij mijn positieven en bemerkte dat<br />

ik genezen was, de stemmen waren opgehouden te spreken, ik<br />

voelde mij als vernieuwd, het was heerlijk!<br />

De volgende dagen ging ik steeds naar deze samenkomsten en<br />

bemerkte dat deze stemmen niet meer teruggekomen waren.<br />

Ik heb mij ook medisch laten onderzoeken, maar er is niets<br />

meer te vinden. Ik ben nu een Christin geworden, want ik wil<br />

deze God dienen en volgen, deze Christus die mij verloste en<br />

genas. Ik ben daarna weer naar de universiteit gegaan om verder<br />

te studeren.<br />

MRS. JANSZ uit COLOMBO: Ik ben de moeder van Ds. Llewellyn<br />

Jansz. Ik was allang asthma-patiënte. De laatste tijd<br />

werd mijn ziekte ernstiger en vooral 's nachts ben ik erg benauwd.<br />

Natuurlijk hebben wij veel gebeden voor genezing.<br />

Mijn zoon kwam van de samenkomst die u in de Green Path<br />

Hall hield, thuis en bracht een zakdoekje voor mij mee, waarover<br />

door u gebeden was. Hij legde dit doekje op mijn borst<br />

en onmiddellijk voelde ik mij beter, ik was genezen. De volgende<br />

dag stond ik op en de asthma was totaal verd wenen.<br />

Dit is nu enkele weken geleden gebeurd en steeds voel ik mij<br />

gezond en geniet van mijn genezing. U kunt niet beseffen hoe<br />

gelukkig ik ben. Dank U, Jezus!<br />

MRS. N.N. uit COLOMBO: Door een ongeluk, 12 jaar geleden,<br />

zijn mijn beide trommelvliezen gescheurd, ik was totaal doof.<br />

Ik ging naar de opwekkings- en genezingssamenkomsten aan<br />

het Green Path. Daar legde br. Hoekendijk zijn vingers in mijn<br />

oren en bad God mijn gehoor te restaureren. Onmiddellijk<br />

kon ik weer normaal horen. Mijn trommelvliezen zijn weer<br />

heel. Ik weet niet hoe dit wonder plotseling in mijn oor plaatsgreep,<br />

maar het gebeurde en vandaag hoor ik alles weer perfect.<br />

Geloofd zij Jezus' Naam!<br />

MRS. W. S. MENDIS uit KALMUNAI: Ik leed al jaren aan<br />

een ernstige pijn aan de linkerzij van mijn onderbuik. Ik maak-<br />

86


te mij ernstige zorgen, want geneesmiddelen reageerden niet.<br />

Men kon er niet achter komen wat mijn ziekte was, maar ik<br />

had onduldbare pijnen. Maar ik zag op Jezus. Toen er op de<br />

crusade in Kalmunai voor mij gebeden was, genas de Heer mij<br />

geheel en al. Ik voel mij nu gezond en gelukkig. Prijs de Heer!<br />

MR. L. H. SOMADASA DE SILVA uit BADULLA: Ik had<br />

6 jaar asthma, 9 maanden lag ik in het Badulla-hospitaal. De<br />

pillen en injecties die ik kreeg gaven mij tijdelijke verlichting,<br />

maar genazen mij niet. Er werd tijdens de samenkomst door<br />

br. Hoekendijk voor mij gebeden en nu ben ik compleet genezen.<br />

Vanmorgen was er geen benauwdheid meer. Ik adem<br />

normaal en hoest niet meer. Ik ben genezen, welk een zegen!<br />

Halleluja!<br />

MRS. R. RATNAM uit BATTICALOA: Ik leed in verschillende<br />

lichaamsdelen aan ziekten. Toen er voor mij gebeden werd,<br />

raakte ik buiten bewustzijn. Ik hoorde in mij verschrikte stemmen,<br />

maar toen ik weer bij bewustzijn kwam, hadden zij mij<br />

verlaten en was het stil in mij. Alle demonen die mij hadden<br />

geplaagd hadden mij losgelaten.<br />

U kunt u niet voorstellen hoe bevrijd ik mij voel. Nu zijn plotseling<br />

ook al mijn klachten verdwenen. Mijn echtgenoot leed<br />

aan diabetis. Ook voor hem werd gebeden. Toen hij zich vanmorgen<br />

in het ziekenhuis liet onderzoeken, werd hem door de<br />

arts gezegd, dat hij geen diabetis meer had en zijn pillen niet<br />

meer nodig had. We zijn beiden zo gelukkig met deze zegen<br />

van God!<br />

MR. SELLATAMBYuit BATTICALOA: Ik had een zieke<br />

maag, het kon het voedsel niet normaal verwerken. Mijn ingewanden<br />

waren ook niet in orde. Alles deed mij pijn in de<br />

buik. Er werd voor mij gebeden en ik genas onmiddellijk en<br />

volkomen. God is goed!<br />

MR. THAMBIPILLAI uit SANTHIVELI: Reeds 25 jaar leed<br />

ik aan asthma. Ik kon mijn leven niet anders meer voorstellen<br />

dan benauwd te zijn, benauwd, benauwd. Ik ging naar de campagne<br />

in de Town Hall in deze stad. Er werd voor mij gebeden.<br />

Toen voelde ik een weldadige warmte in mijn borst komen.<br />

87


De Heer genas mij in een enkel ogenblik. Ik begin aan een<br />

nieuw en gezond leven. Ik kan mijn geluk niet op! Dank U,<br />

Jezus!<br />

MR. S. RATNAM uit KALMUNAI (68 jaar): Ik leed voortdurend<br />

aan duizeligheid en raakte vaak mijn bewustzijn kwijt.<br />

Ik kon mijn hoofd niet omdraaien of ik voelde mij flauw<br />

worden en viel neer waar ik was, de huisgenoten vonden mij<br />

later. Ik was onder doktersbehandeling en bezocht een specialisten-kliniek<br />

nu al een jaar lang. Nadat voor mij gebeden was<br />

geworden door br. Hoekendijk ben ik geheel genezen en heb<br />

geen klachten meer.<br />

MRS. MESAM SATCUNAY AGAM uit KALMUNAI: Reeds<br />

5 jaar ben ik lijdende aan ernstige nekpijnen. Menige injectie<br />

heb ik daarvoor gehad, pillen en elektrische massage, maar het<br />

hielp niet. Tenslotte werden mijn pijnen ondragelijk.<br />

Ik bezocht de genezings- en bevrijdingscampagne in Kalmunai<br />

en had een grote zegen. Ik gaf mijn hart aan Jezus Christus en<br />

toen in de dienst der genezing voor mij gebeden werd, genas<br />

ik volkomen. Een wonderbare genezing was het, onmiddellijk<br />

was alle pijn verdwenen en kon ik mijn hoofd weer vrij en<br />

pijnloos bewegen. Geprezen zij de Naam van Jezus!<br />

MRS. N.N.: Ik ben een oude Hindu-vrouw en ik hoorde in<br />

mijn woonplaats ver van hier over de wonderen die gebeurden.<br />

Ik leed aan kanker en had erg veel pijn, ik moest sterven, werd<br />

mij gezegd. Ik reisde 170 mijl om hier te komen. Nadat voor<br />

mij gebeden werd was alle pijn verdwenen en ik voel mij vandaag<br />

uitstekend. Een kennis van mij die een paar dagen geleden<br />

mij zag, zei: Wat is er met jou gebeurd? Je lijkt zo fit en loopt<br />

zo flink, zo heb ik je lang niet gezien. Ik heb gezegd: Jezus<br />

heeft mij wonderbaar genezen in de Kalmunai-crusade.<br />

MRS. V ALLIAMMA uit TIRUKKOVIL: De laatste 6 jaar<br />

leed ik aan een nierziekte. In verschillende hospitalen hebben<br />

ze mij verpleegd, maar ik vond geen genezing. Op de 24e<br />

oktober kwam ik in de samenkomst in de Methodistenkerk.<br />

Toen ik daar zat tussen de mensen, kreeg br. Hoekendijk een<br />

visioen over mijn ziekte en beschreef precies de symptomen.<br />

88


Hij had mij nog nooit gezien maar wees naar mij. Ik stond op<br />

en kwam naar voren. Hij legde mij de handen op, bad met mij<br />

en ik was onmiddellijk genezen. Sinds die dag ben ik krachtig<br />

en gezond.<br />

Lat'er zocht ik naar de vervulling met de Heilige Geest in de<br />

pastorie. Zr. Hoekendijk bad met mij en ik werd heerlijk vervuld.<br />

Halleluja!<br />

MR. NALLANATHAN uit NALLUR: Ik ben 85 jaar oud en<br />

leed zeer lange tijd aan asthma. Het was als een eindeloze<br />

nachtmerrie als ik aan die tijd terugdenk. Zeer veel medicijnen<br />

heb ik gebruikt om het leven dragelijk te maken. Toen kwam<br />

ik in aanraking met br. Arumainayagam in Jaffna, die samenkomsten<br />

hield in Nallur. Ik kwam naar voren om met mij te<br />

laten bidden. Hij legde mij de handen op in de Naam van Jezus<br />

Christus en onmiddellijk genas ik van mijn ziekte. Ik kon weer<br />

normaal ademhalen en alles is gezond. Ik prijs de Heer voor<br />

mijn wonderbare genezing, ik voel mij gezond en fit. Ik was<br />

voor God niet te oud om te worden genezen. Ik nam Jezus aan<br />

als mijn Heiland, want Hij maakte alles waarlijk nieuw in mij!<br />

Halleluja!<br />

MRS. AROKIAMMAL uit JAFFNA: Ik ben een oude vrouw,<br />

mijn leeftijd is 68 jaar, en kon niet lopen, omdat ik leed aan<br />

rheumatiek. Ik was geheel verstijfd, ook mijn handen en voeten.<br />

Mijn huisgenoten moesten mij helemaal verzorgen. Ik liet<br />

mij brengen naar de "Streams of Power"-Deliverance Hall en<br />

vroeg br. Arumainayagam om met mij te bidden voor genezing.<br />

Hij zalfde mij met olie en legde mij de handen op, in<br />

Jezus' Naam. Ik ben nu genezen en kan normaal lopen. Ik<br />

loop rechtop en niet meer gebogen, mijn spieren zijn zacht en<br />

soepel, mijn kramp is uit mijn handen en voeten en ik kan ze<br />

weer gewoon bewegen.<br />

Ik ben ook bekeerd tot het Christendom en weet dat Christus<br />

mijn Zaligmaker is. Ik ben nu zo gelukkig in Hem, mijn Heer<br />

en mijn Koning. Want Hij maakte alles nieuw aan mij. Dit is<br />

mijn getuigenis.<br />

MRS. OLEGASEGARAM uit NALLUR: Ik leed al lange tijd<br />

aan hoge bloeddruk en hartziekte. Ik was ernstig ziek en lag<br />

89


altijd op een rustbank. Ik moest voorzichtig leven. Ik behoor<br />

tot de Anglicaanse kerk, daarvan ben ik al jaren lid. Ik hoorde<br />

van de opwekkingssamenkomsten van br. Arumainayagam<br />

die hij in zijn woonplaats hield en liet mij er heen brengen. Ik<br />

geloofde in de wonderbare kracht van Jezus Christus en toen<br />

er met mij gebeden was, ervoer ik een heerlijke genezing van<br />

mijn lichamelijke nood. Ik genas volkomen. Ook mijn zonden<br />

zijn vergeven en ik weet mij nu een kind van God. Overal vertel<br />

ik van mijn wonderbare genezing.<br />

MRS. RAJASENAN uit JAFFNA: Ik ben lerares van de grootste<br />

meisjesschool in Jaffna en heb een erg druk leven. Ik leefde<br />

onder de druk van mijn zonden. Toen ben ik ziek geworden<br />

en had lange tijd voortdurend koorts. Eenmaal bracht iemand<br />

mij naar het huis van br. Arumainayagam in de Deliverance<br />

Hall en hij sprak lang met mij. Ik begreep dat ik mijn zonden<br />

moest kwijtraken en legde die bij Jezus neer. Hij nam ze van<br />

mij af en vergaf ze mij. Hij gaf mij ook een nieuw zuiver hart.<br />

Wij knielden neer en ik nam Jezus als mijn persoonlijke Heiland<br />

aan. Daarna werd er voor mijn lichamelijke nood gebeden,<br />

na het gebed was ik gezond en fris. Ik ben zo gelukkig nu,<br />

heb vrede in mijn ziel. Mijn lijden is voorbij, ik ben een nieuw<br />

schepsel en heb mijn werkkring weer opgenomen met grote<br />

voldoening. Halleluja!<br />

MR. SHANMUGANATHAN uit KANDARMAGAM: Bij een<br />

fietsongeluk brak ik mijn linkerarm. Ik behoor tot een zeer<br />

religieuse Hindu-familie die altijd trouw naar de tempel gaat.<br />

Mijn vader hoorde van de armbreuk en ging direct naar de<br />

tempel om te bidden voor mijn genezing. Maar er gebeurde<br />

niets.<br />

Een vriend van mij bracht mij naar br. Arumainayagam, hij is<br />

een Christen en een prediker van de Christelijke godsdienst,<br />

werd mij gezegd. Hij begon dadelijk voor mij te bidden. De<br />

pijn ging over en ik begon snel te genezen. De arm die gezet<br />

was, bleek direct alweer te kunnen worden gebruikt.<br />

Ik ging telkens weer naar deze prediker terug die mij het Evangelie<br />

van Jezus Christus vertelde. Ik vond dat dit iets voor mij<br />

was, ik nam Jezus aan als mijn God en bekeerde mij tot het<br />

Christendom. Mijn vader was woedend, maar ik ga toch met<br />

90


Jezus verder, ik blijf Hem trouw. Want Hij heeft mij geholpen!<br />

MRS. E. JEY A VEERASINGAN uit COLOMBO: Voor mij<br />

was het de grootste en merkwaardigste ervaring en voorrecht<br />

u op 22 maart 1969 te ontmoeten. Ik dank er God elke dag<br />

voor. Mijn leven is toen helemaal omgekeerd. Ik gaf mijn leven<br />

aan Jezus en Hij genas door uw bediening van genezing mijn<br />

lichaam. Zovele jaren had ik nameloos geleden, maar na een<br />

enkel gebed van geloof was mijn ziekte en zwakte voorbij, ik<br />

voel mij sterk en gezond. Maar vooral, mijn hart is vol van<br />

vrede.<br />

Mijn oudste zoon die zolang heeft geleden aan asthma, genas<br />

die dag ook, hij is nu geheel vrij van die ziekte. Mijn jongste<br />

zoon die ziek was, werd ook beter op diezelfde dag en mijn<br />

echtgenoot vond Jezus als zijn Heer. Bovendien vond hij na<br />

jarenlange werkeloosheid een prettige en goede werkkring<br />

waar hij nu nog is. Wat een ervaringen voor ons, wat danken<br />

wij voor uw komst in mijn huis, toen wij u riepen te komen.<br />

Onze gebeden vergezellen u voortaan overal ... !<br />

MRS. D. AREERVATHAM uit UDIVIL: Ik heb mij tot het<br />

Christendom bekeerd en ontving de Heilige Geest. Ik leed<br />

vreselijk aan galstenen. De dokter wilde ze operatief verwijderen,<br />

maar ik wilde de Heer vertrouwen op Zijn ingreep. Ik<br />

riep de Naam van Jezus aan en in antwoord op mijn gebed genas<br />

de Heer mij wonderbaar. De stenen vergruisden vanzelf en<br />

verlieten mijn lichaam, de dokter stond verbaasd. Ik ben nu<br />

volkomen gezond. Glorie voor Jezus!<br />

REV. CHRISTY DANIEL uit TIRUKKOVIL: ... "Glorie,<br />

roem en eer zij de Naam van Jezus Christus onze Heer, Redder,<br />

Doper met Zijn Heilige Geest, en Heelmeester! Wij gaan voort<br />

met de nieuwe visie die de Heer ons gegeven heeft, in gehoorzaamheid<br />

prediken wij het evangelie, genezen de zieken en<br />

werpen boze geesten uit in Zijn Naam!<br />

Menige zieke bezoekt nu mijn huis in Tirukkovil voor genezing<br />

en God raakt ze wonderbaar aan. Menige bezetene wordt<br />

van boze geesten verlost. Arme zondaars vinden vrede. Gisteravond<br />

was ik in Kumari om rustig enkele uren aan gebed te<br />

besteden, maar toen de mensen hoorden dat wij daar waren,<br />

91


achten zij van alle kanten zieke en bezeten mensen.naar ons<br />

toe. Wij begonnen het evangelie te prediken, legden de zieken<br />

de handen op en wierpen de boze geesten uit. Hindu's kwamen<br />

nu tot Jezus voor bevrijding. Is dat niet wonderbaar?<br />

Akkaraipattu is 8 mijl van Tirukkovil verwijderd. Wij hielden<br />

daar gezegende samenkomsten. De Heer werkte machtig in ons<br />

midden en bezetenen kwamen vrij. Door de Heilige Geest geleid<br />

zag ik deze duistere machten duidelijk werkzaam in de mensen,<br />

de Heer verloste hen en maakte hen vrij. Zelfs van Batticaloa<br />

komen nu Hindu's, Mohammedanen en Christenen naar<br />

onze pastorie in Tirukkovil voor redding en genezing. Ja zelfs<br />

waren mensen gekomen uit Colombo, aan de andere kant van<br />

het eiland. Zij hadden gehoord van onze nieuwe bediening,<br />

die wij van de Heer hebben gekregen, nadat u ons in deze weg<br />

hebt ingeleid. De Heer redde hun zielen en genas hen glorieus<br />

van al hun ziekten. De zieken thuis genazen ook, terwijl wij<br />

elders voor hen baden. Zij schreven later welke grote dingen<br />

God had gedaan aan hen allen. Prijs de Heer!<br />

Deze dingen worden overal doorverteld, nu komen de mensen<br />

ook uit het noorden en zuiden van Ceylon met hun geestelijke<br />

en lichamelijke nood en de Heer heeft een antwoord voor hen.<br />

Prijs Zijn Naam voor Zijn goedheid!<br />

Twee dagen geleden kwam een familie uit Colombo naar ons<br />

toe. De Heer liet mij zien wat voor demonen en duistere machten<br />

in deze mensen werkten. Hij toonde mij in de Geest geheime<br />

dingen die niemand dan deze mensen konden weten, ik<br />

mocht ze hen openbaren. De Geest van openbaring liet mij<br />

zien dat zij "hooniyams" , geheime toverij-voorwerpen, door<br />

een tovenaar in hun tuin hadden laten begraven en ik vertelde<br />

precies de plaats in de tuin waar ze lagen. Ze ontkenden eerst<br />

maar bij zoveel overtuigende gegevens en bijzonderheden moesten<br />

zij het tenslotte toegeven. Het was allemaal precies zoals<br />

ik het gezegd had, want de Heer liet het mij zien. Deze Hindu's<br />

vroegen de Heer om vergeving voor hun occulte praktijken.<br />

Wij mochten deze macht krachtig verbreken. Toen zij heengingen<br />

beloofden zij de amuletten op te graven en te verbranden.<br />

Zij deden dat ook, schreven zij later, en meteen waren<br />

de ziekten verdwenen. Dit is de hand des Heren. Heel deze<br />

familie nam Christus aan als hun Heer, toen zij zagen dat Hij<br />

leeft, werkt en vernieuwt.<br />

92


Wij zijn nu begonnen om huis aan huis te evangeliseren in de<br />

dorpen aan de oostkust, waar u vorig jaar ook met ons predikte.<br />

Het evangelie wordt nu gepredikt met wonderen en<br />

tekenen, menige Hindu mocht ik tot Jezus leiden en de genezende<br />

kracht van Jezus mededelen. Halleluja!<br />

Mijn vrouw Hepsibah en ik zijn de Heer en u heel dankbaar<br />

dat door uw komst onze ogen zijn geopend op de waarden<br />

van Gods Koninkrijk en dat wij deze gezegende weg mogen<br />

gaan. Ik heb zoals u weet de verantwoordelijkheid voor vijf<br />

gemeentes, waar ik geregeld moet prediken. Sinds ik vervuld<br />

ben met Gods Geest zijn al deze kerkdiensten overvol mensen,<br />

terwijl ze vroeger ledig waren. Ik verzoek u voor ons op<br />

deze eenzame plaats te blijven bidden en ik hoop dat u weer<br />

spoedig naar Ceylon terugkomt om ons te helpen bij deze<br />

grote taak!"<br />

MR. BERTRAM CASINADER uit BA TTICALOA: ... "De<br />

zending van uw boeken" The armour of God" en "The nine<br />

Gifts of the Spirit" ontvangen en wij willen u direct terugschrijven<br />

om u te verzekeren dat wij er erg blij mee zijn. Dit<br />

is nu de stof die wij nodig hebben, omdat wij er te weinig van<br />

weten. Hartelijk danken wij u voor wat wij van u hebben geleerd<br />

vorig jaar, voor de vele uren dat u met ons de Bijbel<br />

opende en voor wat u predikte tijdens de campagne in de<br />

Town Hall in deze stad. Wij zullen dit niet vergeten.<br />

Ik was begonnen enkele vrienden deze waarheden te onderwijzen<br />

vanuit mijn beperkte kennis, maar nu heb ik een heel<br />

boek met teksten, nu lees ik hen daaruit voor en de teksten<br />

zoeken wij samen op. De een na de ander komt in de vrijheid<br />

te staan en u zult verbaasd zijn wanneer u hier terugkomt te<br />

bemerken hoevelen een nieuw geloofsleven hebben. Wilt u<br />

ons nog een aantal van deze boeken toezenden, zoveel als<br />

mogelijk is, ik geef ze aan alle belangstellende Christenen, die<br />

zich uitstrekken naar meer ... "<br />

MISS KARUMARATHNA uit KALMUNAI: Ik ben opgegroeid<br />

in een Hindu-gemeenschap, ik bad en offerde aan<br />

Hindu-goden. Toen ik zeventien werd, vond ik een vriend,<br />

eveneens een Hindu. Hij wilde met mij trouwen. In die tijd<br />

kwam ik in aanraking met Christenen. Ik leerde verstaan wie<br />

93


hun God is. Ik leerde over Jezus Christus, lezende in een gekregen<br />

Bijbel. Dat vond mijn vriend niet goed en dreigde mij met<br />

allerlei narigheid. Ik besloot echter mijn leven aan Jezus te<br />

wijden en Hem te dienen, mijn leven lang wil ik Hem trouw<br />

blijven. Wat ook de gevolgen zouden zijn.<br />

De familie van mijn verloofde heeft mij ontzettend geslagen<br />

en lange tijd opgesloten. Toen ik niet luisterde en achter Jezus<br />

bleef voortgaan, zijn ze naar een tovenaar in de bergen gegaan,<br />

ze hebben hem veel geld gegeven en hem opgedragen op<br />

allerlei occulte manieren mijn leven zuur te maken. Vanaf die<br />

dag kreeg ik allerlei vreemde ziektes, exceem als een laag dons<br />

over mijn gehele lichaam en wat het ergste was: ik begon<br />

stemmen te horen, stemmen, stemmen altijd door, dag en<br />

nacht. Deze stemmen hoonden mijn Jezus, ze sarden mij,<br />

dreigden mij. Ik kon niet meer slapen, niet meer eten en werd<br />

broodmager. Niet alleen leed ik een ondragelijke jeuk, maar<br />

ik werd onophoudelijk door demonische machten omfluisterd,<br />

aangesproken, alles even negatief, alles afbrekend.<br />

Telkens bezocht de familie van mijn vriend mij weer en probeerde<br />

mij om te praten, ze zouden een mooie bruiloft betalen<br />

en een groot feest geven. Maar ik heb hen gezegd dat ik alleen<br />

Jezus wil dienen en daarom niet met een Hindu-jongen kon<br />

trouwen. In een ernstige crisis bad ik God om uitredding. Die<br />

kwam! Een Hollands echtpaar bezocht onze woonplaats, zij<br />

logeerden naast het huis waar ik diende. De vriendelijke mevrouw<br />

sprak mij aan en vroeg of ik Jezus kende. Ik begon te<br />

huilen en vertelde mijn geschiedenis. Toen heeft zij met haar<br />

man, de evangelist, mij de handen opgelegd en de demonen<br />

die in mij waren gelast uit te varen. Ze schreeuwden in mijn<br />

oren dat ze er niet uitwilden, maar nu moesten vertrekken,<br />

dat waren de laatste woorden die ik in mijn oren hoorde, ze<br />

gingen allen uit! Nu ben ik vrij, ik kan weer eten en slapen en<br />

heb rust in mijn ziel. Ik ben geheel bevrijd. Ik dank de Heer<br />

Jezus Christus voor Zijn hulp.<br />

De Hindu-familie heeft gemerkt dat de betovering niet meer<br />

werkte en heeft maar besloten hun plannen met mij op te<br />

geven. Ik ben nu vrij om Jezus te dienen. Ik ben ook nu vervuld<br />

met de Heilige Geest. Halleluja!<br />

MRS. NOELLE KARUMARATNE uit BORELLA: Ik was al-<br />

94


tijd erg nerveus en vooral in de nacht kon ik geen rust vinden.<br />

Slaaptabletten namen mijn angst niet weg. Ik wist niet meer<br />

waar ik het zoeken moest. Toen hoorde ik van de campagne<br />

in Colombo en besloot die mee te maken. Daar werd met mij<br />

gebeden. Br. Hoekendijk bestrafte de demon van vrees. Na<br />

dat gebed was ik geheel vrij en slaap weer normaal en gezond,<br />

's morgens sta ik fris en uitgerust op. Dank U Jezus voor Zijn<br />

hulp!<br />

MR. N.N. uit KALMUNAI: Ik was jarenlang een diabetispatiënt.<br />

Deze ziekte werd steeds ernstiger. Ook leed ik aan<br />

asthma. Ik ging het ene ziekenhuis uit en het andere in. Ik<br />

was ongenietbaar voor iedereen om mij heen. Het laatste jaar<br />

liet ik speciale pillen komen uit West-Duitsland, elke pil kostte<br />

9 rupee's. Maar dit alles baatte niets. Ik was ten einde raad.<br />

Toen hoorde ik van de samenkomsten van het Hollandse team.<br />

Er werd met mij gebeden in Jezus' Naam en ik genas terstond.<br />

Ik wachtte twee dagen en liet mij toen grondig door mijn dokter<br />

onderzoeken, hij verklaarde mij volkomen genezen. Ik heb<br />

hem toen alles verteld over uw bediening, hij begreep het niet,<br />

maar feliciteerde mij toch.<br />

Ik ben geestelijk ook geheel vernieuwd, mag mij nu een Christen<br />

noemen en volg Jezus Christus. Mijn vrouw, die veel door<br />

mij heeft geleden, was erg verbaasd over dit alles. Ze zag echter<br />

mijn radicale verandering en besloot toen ook Jezus te<br />

volgen. Halleluja!<br />

MR. N.N. uit KALMUNAI: Ik was jarenlang een alcoholist.<br />

Priesters noch doktoren konden mij er van af helpen. Ik verdronk<br />

alles wat ik verdiende en kon nuchterheid niet verdragen.<br />

Een vriend bracht mij naar de campagne. Ik kwam naar<br />

voren voor bekering en aanvaardde Jezus als mijn Verlosser.<br />

Toen daarna voor mij gebeden werd en deze machten uitgedreven,<br />

voelde ik mij bevrijd. Van dat uur af heb ik niet meer<br />

gedronken, ik heb zelfs een walging gekregen van alcohol.<br />

Maar nu voel ik mij fit en gelukkig. Toch is het grootste wonder<br />

dit, dat ik vrede heb in mijn hart. Tussen mij en God is<br />

alles goed nu. 0 wonder van Gods goedheid!<br />

MRS. PERINPANAYAGAM uit JAFFNA: God heeft mij<br />

95


wonderbaar aangeraakt. Ik had verschillende hartaanvallen<br />

gehad en hoge bloeddruk, mijn conditie was erg slecht. Ik<br />

raakte bewusteloos en de dokters dachten dat ik sterven zou,<br />

daar bleek niet veel meer aan te doen. Maar ik riep tot de<br />

Almachtige en liet br. Arumainayagam naar mij toe komen,<br />

die mij met olie zalfde naar Jacobus 5 en mij de handen oplegde<br />

voor genezing. De Heer verhoorde het gebed en richtte mij op.<br />

Ik ben vandaag geheel gezond en kan weer alles doen. Ik heb<br />

het gevoel dat ik van de dood ben opgestaan.<br />

Dit boek is gratis verkrijgbaar bij het Lektuurfonds, Postbus 484,<br />

Zwolle (Holland). Giro Lektuurfonds: 1970200.<br />

96


druk, VANDERWORP OFFSET BV zwolle

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!