23.09.2015 Views

Overwinning over de dood

Gaan wij als we sterven direct naar de hemel, of slapen wij. dit boekje geeft een andere kijk op de opstanding ten jongste dagen, het witte troongericht etc.

Gaan wij als we sterven direct naar de hemel, of slapen wij. dit boekje geeft een andere kijk op de opstanding ten jongste dagen, het witte troongericht etc.

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DOOR E. HOEKENDIJK-LA RIVIÈRE


VOORWOORD<br />

De vijand van het Evangelie zijn occultisme, en spiritisme. Ze steken hun kop op in allerlei<br />

gedaanten, zelfs in allerlei vrome gedaanten. Men predikt als evangelie leerstellingen <strong>over</strong> het<br />

voortleven na <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, of een <strong>over</strong>gaan in een "onzienlijk geestelijke wereld” of "astraal-lichaam".<br />

Dit is <strong>de</strong> grote waar<strong>de</strong> van dit boek en van <strong>de</strong>ze openbaring aan "Moe<strong>de</strong>r Bep" (Elisabeth<br />

Hoekendijk) gegeven; zij ontmaskert <strong>de</strong>ze leugens en toont <strong>de</strong> Bijbelse waarheid aan. God wil een<br />

bruidsgemeente die "<strong>de</strong> poorten van <strong>de</strong> <strong>dood</strong> zal <strong>over</strong>weldigen". Op talloze plaatsen staat in <strong>de</strong><br />

Bijbel dat we verheerlijkt zullen wor<strong>de</strong>n. Dat het sterfelijke door het eeuwige verslon<strong>de</strong>n wordt.<br />

Daarmee doelt het Woord niet op een opstanding uit <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, maar een, zon<strong>de</strong>r sterven, verheerlijkt<br />

wor<strong>de</strong>n. Dit is <strong>de</strong> grote taak van <strong>de</strong> gemeente. Zij moet <strong>de</strong> vorst <strong>de</strong>s <strong>dood</strong>s, <strong>de</strong> satan, tonen dat Jezus'<br />

<strong>over</strong>winning werkelijk een feit is. Voordat <strong>de</strong> studie op dit glorieuze punt komt, moeten we eerst<br />

een zuivere visie hebben <strong>over</strong> wat <strong>de</strong> <strong>dood</strong> is, en wat het opstandingslichaam is. We ra<strong>de</strong>n u aan<br />

pagina voor pagina, met <strong>de</strong> Bijbel ernaast te lezen, en aantekeningen te maken in dit boek.<br />

10 jaar hebben we gewacht met dit te publiceren. We wisten dat velen het niet zou<strong>de</strong>n begrijpen,<br />

en zon<strong>de</strong>r het on<strong>de</strong>rzocht te hebben naast zich neer zou<strong>de</strong>n leggen. Maar <strong>de</strong> Geest liet ons geen rust.<br />

De Geest fluister<strong>de</strong> het in ons oor, en we voel<strong>de</strong>n ons gedrongen het van <strong>de</strong> daken te prediken.<br />

Paulus zegt: "Ons is het beheer <strong>de</strong>r geheimenissen toevertrouwd" (1 Cor. 4 : 1). Als wij zwijgen zal<br />

<strong>de</strong> gemeente nooit tot <strong>de</strong> <strong>over</strong>winning komen.<br />

Als een persoonlijk getuigenis kunnen we hieraan toevoegen, dat vanaf <strong>de</strong> dag dat we dit boek<br />

gingen bewerken en <strong>de</strong> boodschap van <strong>over</strong>winning <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> gingen prediken, we talloze<br />

bevestigingen kregen. Zowel in negatieve als in positieve zin. We waren in levensgevaar. We<br />

wer<strong>de</strong>n aangevallen. Uit een bezeten meisje sprak een <strong>de</strong>mon <strong>over</strong> dit boek. Maar ... terwijl we <strong>de</strong><br />

reacties van satan zagen, zagen we ook <strong>de</strong> bevestiging van God. In ie<strong>de</strong>re samenkomst waar we dit<br />

brachten, waren profetieën in <strong>de</strong> aanbiddingsdienst die vooruit al bevestig<strong>de</strong>n en: In elke<br />

samenkomst kwamen zielen tot <strong>de</strong> Heer. Een openbaring wordt altijd gebruikt voor <strong>over</strong>winning<br />

<strong>over</strong> satans rijk, en <strong>de</strong> resultaten zijn altijd: bekeringen en won<strong>de</strong>ren. Vanaf het moment dat dit<br />

manuscript bij ons binnenkwam, is er een grote doorbraak in ons werk geweest. Verschillen<strong>de</strong><br />

zen<strong>de</strong>lingen kon<strong>de</strong>n uitgaan. No<strong>de</strong>n van jaren wer<strong>de</strong>n ineens opgelost. Niet voor niets zegt Jezus.<br />

"De waarheid maakt vrij… " De waarheid maakt ook zegen en <strong>over</strong>winning vrij. Zo zal het u ook<br />

vergaan. God bevestigt Zijn eigen woord.<br />

We zijn ervan <strong>over</strong>tuigd dat er een volk zal opstaan, dat door Jezus <strong>de</strong> volledige <strong>over</strong>winning zal<br />

hebben <strong>over</strong> zon<strong>de</strong>, ziekte en <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Als Jezus "Alle macht heeft in hemel en op aar<strong>de</strong>", dan stopt<br />

die macht niet bij <strong>de</strong> poort van het graf. Nee, hij heeft ook die heerschappij van het ver<strong>de</strong>rf<br />

<strong>over</strong>wonnen. De ganse schepping zucht naar <strong>de</strong> zonen Gods die <strong>de</strong> verlossing van het ver<strong>de</strong>rf<br />

openbaren (Rom. 8 : 19-23).<br />

Een zeer belangrijke studie ligt in uw han<strong>de</strong>n, een sluitstuk. Hiernaar hebben <strong>de</strong> profeten<br />

uitgezien. De genezing, <strong>de</strong> vervulling, <strong>de</strong> bevrijding door Jezus wor<strong>de</strong>n alom aanvaard. Laten we nu<br />

<strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> stap doen, en door het horen, en geloven van <strong>de</strong> beloften Gods, ook <strong>de</strong> <strong>dood</strong> als<br />

<strong>over</strong>wonnen vijand tegemoet.


INHOUD<br />

1. JEZUS HEEFT DE SLEUTELS<br />

VAN HET DODENRIJK<br />

-DE ANGST VAN SATAN VOOR DE OPSTANDING - BLZ.2<br />

-HEEFT DE MENS EEN ONSTERFELIJKE ZIEL? - BLZ.4<br />

-ALLEEN JEZUS; DE OPSTANDING EN HET LEVEN - BLZ.5<br />

2. DODEN SLAPEN ONBEWUST - BLZ.6<br />

-JEZUS’ WOORDEN - BLZ.8<br />

-DE RIJKE MAN EN DE ARME LAZARUS - BLZ.9<br />

-WAT IS STERVEN? - BLZ.11<br />

-DE MOORDENAAR AAN HET KRUIS - BLZ.12<br />

-VISIOENEN OVER DE HEMEL - BLZ.12<br />

3. HET OPSTANDINGSLICHAAM - BLZ.14<br />

-GEESTELIJK DODEN HET EVANGELIE BRENGEN - BLZ.16<br />

4. WANNEER ZAL DE OPSTANDING ZIJN - BLZ.17<br />

-DE EERSTE OPSTANDING BIJ DE WEDERKOMST- BLZ.19<br />

-DE JONGSTE DAG - BLZ.19<br />

-EEN GEHEIMENIS - BLZ.21<br />

-DE TOORN GODS - BLZ.22<br />

-UITOPSTANDING UIT DE DODEN; DE BETERE OPSTANDING - BLZ.25<br />

-AAN ZIJN DOOD GELIJKVORMIG - BLZ.27<br />

5. JEZUS OVERWON DE DOOD - BLZ.29<br />

-MET CHRISTUS GESTORVEN - BLZ.30<br />

-VRIJ VAN ZONDE - BLZ.31<br />

6. NIET MEER ZONDIGEN - BLZ.32<br />

7. NIET MEER STERVEN - BLZ.34<br />

-HET BELOOFDE LAND IN - BLZ.37<br />

-EEN VOLBRACHT WERK - BLZ.38<br />

-EEUWIG LEVEN - BLZ.40<br />

NIETS MAG VANUIT DIT BOEK ZONDER TOESTEMMING VAN DE UITGEVER WORDEN<br />

OVERGENOMEN. CITATEN ALLEEN MET BRONVERMELDING. OMSLAGTEKENING K.HOEKENDIJK<br />

STROMENVANKRACHT.NL


Hoofdstuk 1<br />

JEZUS HEEFT DE SLEUTELS<br />

VAN HET DODENRIJK<br />

"Wees niet bevreesd. Ik ben <strong>de</strong> eerste en <strong>de</strong> laatste, en <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>, en Ik ben<br />

<strong>dood</strong> geweest en zie: Ik ben levend tot in alle eeuwighe<strong>de</strong>n, en Ik heb DE<br />

SLEUTELS VAN DE DOOD EN HET DODENRIJK"<br />

(Op. 1 : 17, 18).<br />

We zien hier een beschrijving van Jezus, <strong>de</strong> verheerlijkte Heiland, zoals Hij<br />

zich aan Johannes openbaart. Zijn stem is als het geluid van vele wateren. Hij<br />

zegt dat Hij <strong>de</strong> <strong>over</strong>winnaar is <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> en het graf. O, won<strong>de</strong>rbare Jezus,<br />

die <strong>de</strong> Schepper was, en vrijwillig mens werd, en <strong>de</strong> <strong>dood</strong> is ingegaan, om <strong>de</strong><br />

<strong>dood</strong> van haar kracht te beroven.<br />

Het getuigenis van <strong>de</strong> eerste christenen was krachtig, omdat ze van <strong>de</strong><br />

opstanding van Jezus getuig<strong>de</strong>n. We zien Petrus op <strong>de</strong> Pinksterdag uitroepen<br />

dat: "Jezus aan het kruis werd genageld en ge<strong>dood</strong> werd, maar dat Hij <strong>de</strong><br />

weeën van <strong>de</strong> <strong>dood</strong> verbrak, omdat het niet mogelijk was dat Hij door hem<br />

werd vastgehou<strong>de</strong>n" (Hand. 2 : 24).<br />

De profeet David had al van Hem gesproken dat Hij niet in het graf zou<br />

blijven, en dat zijn vlees geen ontbinding zou zien. David had in <strong>de</strong> toekomst<br />

gezien en <strong>de</strong> opstanding van Christus voorspeld (Hand. 2 : 25-31). Ze<br />

getuig<strong>de</strong>n allen van “<strong>de</strong>ze Jezus die God heeft opgewekt” (Hand. 2 : 32).<br />

De genezing van <strong>de</strong> verlam<strong>de</strong> man bij <strong>de</strong> schone poort, was een dui<strong>de</strong>lijk<br />

bewijs van <strong>de</strong> opstanding van Christus. Petrus zegt: "God heeft zijn knecht<br />

Jezus verheerlijkt dien gij hebt ge<strong>dood</strong>, maar God heeft hem OPGEWEKT uit<br />

<strong>de</strong> <strong>dood</strong>, waarvan wij getuigen zijn" (Hand. 3 : 13, 15). Als Petrus en Johannes<br />

daarna voor <strong>de</strong> priesters ter verantwoording geroepen wor<strong>de</strong>n was dit "Omdat<br />

zij het volk leer<strong>de</strong>n, en in Jezus <strong>de</strong> opstanding uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n verkondig<strong>de</strong>n"<br />

(Hand. 4 : 2). In <strong>de</strong> machtige woor<strong>de</strong>n die Petrus, vervuld met <strong>de</strong> heilige Geest,<br />

dan tot <strong>de</strong> priesters en <strong>over</strong>sten richt, is <strong>de</strong> kern van zijn betoog "Dat door <strong>de</strong><br />

naam van Jezus Christus, die gij gekruisigd hebt, maar dien GOD HEEFT<br />

OPGEWEKT UIT DE DODEN . .. <strong>de</strong>ze gezond voor u staat" (Hand. 4 : 9, 10).<br />

Bezien we <strong>de</strong> prediking van Paulus, dan valt ons opnieuw op, hoe krachtig hij<br />

van <strong>de</strong> opstanding van Jezus getuigt. Te Antiöchië zegt hij dat <strong>de</strong> <strong>over</strong>sten te<br />

1


Jeruzalem Jezus ter <strong>dood</strong> had<strong>de</strong>n gebracht. "Maar God heeft hem opgewekt uit<br />

<strong>de</strong> do<strong>de</strong>n en Hij is geduren<strong>de</strong> vele dagen verschenen aan hen die met Hem van<br />

Galiléa naar Jeruzalem opgegaan waren, die thans getuigen van Hem zijn bij<br />

het volk. En wij verkondigen u dat God <strong>de</strong> belofte die aan <strong>de</strong> va<strong>de</strong>ren geschied<br />

is, aan ons, hun kin<strong>de</strong>ren vervuld heeft DOOR JEZUS OP TE WEKKEN, gelijk<br />

in <strong>de</strong>n twee<strong>de</strong>n Psalm geschreven staat; Mijn zoon zijt Gij, Ik heb u he<strong>de</strong>n<br />

verwekt. En dat Hij Hem uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n heeft opgewekt, zon<strong>de</strong>r dat Hij weer tot<br />

ontbinding zal we<strong>de</strong>rkeren, heeft Hij aldus gezegd: Ik zal u het heilige van<br />

David geven, dat betrouwbaar is; en daarom zegt hij ook in een an<strong>de</strong>re Psalm:<br />

Gij zult uw heilige geen ontbinding doen zien.<br />

Want David is ontslapen en bij zijn va<strong>de</strong>ren bijgezet, en hij heeft wel<br />

ontbinding gezien, maar Hij dien God heeft opgewekt heeft geen ontbinding<br />

gezien. Zo zij u dan bekend, mannen, broe<strong>de</strong>rs, dat door <strong>de</strong>zen u vergeving van<br />

zon<strong>de</strong>n verkondigd wordt" (Hand. 13 : 30-38).<br />

Bovendien was <strong>de</strong> opstanding van Jezus uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n het bewijs dat God Hem<br />

had aangesteld tot rechter <strong>over</strong> leven<strong>de</strong>n en do<strong>de</strong>n. Als Petrus <strong>de</strong> eerste maal<br />

tot hei<strong>de</strong>nen predikt zegt hij: "En ze hebben Hem ge<strong>dood</strong> door hem te hangen<br />

aan een hout. Dezen heeft God TEN DERDE DAGE OPGEWEKT, en gegeven<br />

dat Gij verscheen aan het gehele volk . .. dat hij het is, die door God is<br />

aangesteld tot Rechter <strong>over</strong> leven<strong>de</strong>n en do<strong>de</strong>n" (Hand. 10 : 38-42).<br />

Paulus zegt op <strong>de</strong> Areopagus: "dat zij allen <strong>over</strong>al tot bekering moeten komen,<br />

omdat Hij een dag heeft bepaald, waarop Hij <strong>de</strong> aardbo<strong>de</strong>m rechtvaardig zal<br />

oor<strong>de</strong>len, door een man die Hij aangewezen heeft, waarvan Hij voor allen het<br />

bewijs geleverd heeft door Hem UIT DE DODEN OP TE WEKKEN. (Hand. 17<br />

: 30, 31)<br />

DE ANGST VAN SATAN VOOR DE OPSTANDING<br />

Overal waar <strong>de</strong>ze boodschap van <strong>de</strong> leven<strong>de</strong>, opgestane Heer gepredikt werd,<br />

kwam veel tegenstand. Satan <strong>de</strong>ed alles om <strong>de</strong> voortgang van dit nieuws te<br />

belemmeren. De Jo<strong>de</strong>n geloof<strong>de</strong>n (en geloven soms nu nog) dat <strong>de</strong> discipelen<br />

zijn lijk gestolen had<strong>de</strong>n, inplaats van te geloven dat Jezus levend gemaakt<br />

werd en <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>over</strong>won.<br />

Satan wil niet dat bekend wordt, dat hem <strong>de</strong> sleutels van het do<strong>de</strong>nrijk ontroofd<br />

zijn. Hij, <strong>de</strong> satan, is <strong>de</strong> mensenmoor<strong>de</strong>naar van <strong>de</strong> beginne. Hij wil niets<br />

an<strong>de</strong>rs dan do<strong>de</strong>n en vernietigen. Hij wil<strong>de</strong> ook Jezus do<strong>de</strong>n en vernietigen,<br />

maar hij kon niet ver<strong>de</strong>r gaan dan do<strong>de</strong>n, omdat het in <strong>de</strong> eeuwige raad Gods<br />

2


esloten was dat door het sterven van die Ene al <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n geboet zou<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n. Maar hierme<strong>de</strong> is dan ook een eind gekomen aan <strong>de</strong> heerschappij van<br />

satan.<br />

Door <strong>de</strong> volkomen gehoorzaamheid aan <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r heeft Jezus<br />

"onvergankelijk leven aan het licht gebracht, en <strong>de</strong> <strong>dood</strong> van zijn kracht<br />

beroofd" (2 Tim. 1 : 10). DE DOOD IS OVERWONNEN! DE STRAF VAN<br />

DE ZONDE IS GEHEEL DOOR JEZUS GEDRAGEN! Voor ons ligt een vrij<br />

koninkrijk waar zon<strong>de</strong>, ziekte en <strong>dood</strong> geen macht meer hebben.<br />

Er zijn altijd mensen geweest, die niet in <strong>de</strong> opstanding <strong>de</strong>r do<strong>de</strong>n geloof<strong>de</strong>n.<br />

In Jezus' dagen bijvoorbeeld, was daar <strong>de</strong> sekte van <strong>de</strong> Sadduceeën, die<br />

geloof<strong>de</strong>n dat er in het geheel geen opstanding was. Er waren er ook in <strong>de</strong><br />

gemeente van Corinthe. Daarom schrijft Paulus in zijn Corinthen-brief: "Indien<br />

er geen opstanding <strong>de</strong>r do<strong>de</strong>n is, dan is ook Christus niet opgewekt. En indien<br />

Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zon<strong>de</strong>r inhoud, en<br />

zon<strong>de</strong>r inhoud is ook uw geloof." En even ver<strong>de</strong>r "Indien we alleen voor dit<br />

leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij <strong>de</strong> beklagenswaardigste<br />

van alle mensen" (1 Cor. 15 : 13-19).<br />

Gelukkig wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> beweringen van <strong>de</strong>ze mensen dui<strong>de</strong>lijk weerlegd. Er is<br />

een opstanding <strong>de</strong>r do<strong>de</strong>n. Christus is opgewekt als eersteling, en allen zullen<br />

opgewekt wor<strong>de</strong>n. "Want evenals in Adam allen sterven, zo zullen in Christus<br />

allen levend gemaakt wor<strong>de</strong>n"<br />

(1 Cor. 15 : 22).<br />

Ook vandaag zijn er mensen die menen dat bij het sterven alles afgelopen is.<br />

Mensen vluchten in <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, om "van alles af te zijn". Velen wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

satan langs <strong>de</strong>ze weg <strong>de</strong> <strong>dood</strong> in gedreven. Maar het is niet waar, ook <strong>de</strong><br />

zondaars, zullen opstaan. Vroeg of laat zal elk mens geoor<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n <strong>over</strong><br />

"Wat hij in het lichaam verricht heeft."<br />

Toch heeft satan met <strong>de</strong> leugen dat er geen opstanding is, nog niet zoveel<br />

succes als met <strong>de</strong> leugen dat men voortleeft na <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Theorieën <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

onsterfelijkheid wor<strong>de</strong>n <strong>over</strong>al graag geloofd.<br />

3


HEEFT DE MENS EEN ONSTERFELIJKE ZIEL?<br />

Eens sprak God tot Adam en Eva: "Van alle bomen in <strong>de</strong> hof moogt gij eten…<br />

maar van <strong>de</strong> boom <strong>de</strong>r kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten,<br />

want ten dage dat gij daarvan eet zult gij voorzeker sterven" (Gen. 2 : 17). Dan<br />

komt <strong>de</strong> Leugenaar. Zie hoe listig hij zijn leugenspel inkleedt. "God heeft zeker<br />

wel gezegd?" (Gen. 3 : 1). "De slang echter zei tot <strong>de</strong> vrouw: Gij zult geenszins<br />

sterven, maar God weet dat ten dage dat gij daarvan eet, uw ogen geopend<br />

zullen wor<strong>de</strong>n."<br />

De leugen "Gij zult niet sterven" werd geloofd, en wordt vandaag nog<br />

geloofd. U ziet het in alle hei<strong>de</strong>nse Godsdiensten dat men gelooft in een<br />

voortleven na het sterven. Men gelooft in een reïncarnatie, een terugkomen in<br />

het vlees. De Egyptenaren gaven hun koningen allerlei voorwerpen mee, "voor<br />

zijn ver<strong>de</strong>re reis". In <strong>de</strong> meeste gevallen gelooft men in een hoger soort leven<br />

na <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Veelal ook in <strong>de</strong> mogelijkheid om tot een steeds hogere or<strong>de</strong> op te<br />

klimmen.<br />

Dan is er het Griekse Hellenisme, met zijn leer van <strong>de</strong> onsterfelijke ziel: <strong>de</strong><br />

ziel gaat naar <strong>de</strong> hemel of <strong>de</strong> hel, waartussen een diepe kloof is. Nergens wordt<br />

geloofd dat <strong>de</strong> mens werkelijk sterft. Dat <strong>de</strong> <strong>dood</strong> als straf op <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>,<br />

werkelijk <strong>dood</strong> is. Bij alle hei<strong>de</strong>nse en pseudo-christelijke godsdiensten vindt<br />

men <strong>de</strong>ze leugen van satan terug. Maar het betreurenswaardigste is dat ook in<br />

bijna alle werkelijk christelijke kerken en kringen <strong>de</strong> leugen van satan méér<br />

wordt geloofd dan het woord van God.<br />

Men gelooft dat het lichaam wel sterft, maar <strong>de</strong> ziel onsterfelijk is. Gods<br />

woord echter leert ons dat <strong>de</strong> ziel sterfelijk is. "De ziel die zondigt, die zal<br />

sterven." Lezen we in Ez. 18 : 4, en 20. "God alleen heeft onsterfelijkheid" (1<br />

Tim. 6 : 16). Van <strong>de</strong> Heer Jezus staat dat Hij zijn ziel heeft uitgegoten in <strong>de</strong><br />

<strong>dood</strong>. Verwarrend is, dat <strong>de</strong> nieuwe vertaling (helaas) het woord ziel<br />

vervangen heeft door: leven.<br />

Als we ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoeken dan vin<strong>de</strong>n we in <strong>de</strong> Staten Vertaling "Omdat Hij<br />

zijn ziél heeft uitgegoten in <strong>de</strong> <strong>dood</strong>" (Jes. 53 : 12). Er staat ver<strong>de</strong>r in vers 9<br />

"Bij <strong>de</strong> rijke was hij in zijn <strong>dood</strong>." In <strong>de</strong> hof van <strong>de</strong> rijke Jozef van Arimathéa<br />

was Jezus in zijn graf.<br />

Dit was niet alleen zijn lichaam of zijn stof, maar het was Jezus zelf, zijn<br />

Persoon. Zo sprak Jezus ook zelf, <strong>over</strong> Zijn eigen sterven. "Want gelijk Jona<br />

drie dagen en drie nachten in <strong>de</strong> buik van het zeemonster was, zo zal <strong>de</strong> Zoon<br />

4


<strong>de</strong>s mensen in het HART DER AARDE zijn, drie dagen en drie nachten"<br />

(Matth. 12 : 40). In "Het hart <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong>" is niet ergens in het paradijs of in <strong>de</strong><br />

hemel of hel. In het hart <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong>, is: in het graf. David heeft hier al van<br />

gesproken, dat <strong>de</strong> Heer met ziel en lichaam in het graf zou gaan, maar daarin<br />

niet van God verlaten zou zijn, en dat ook zijn vlees geen ontbinding zou zien<br />

(Hand. 2 : 26, 27).<br />

Dat dit werkelijk van Jezus gezegd werd zien we in Hand. 2 : 29-32.<br />

De hoop van <strong>de</strong> christenen ligt niet in een voortleven van <strong>de</strong> ziel, maar in <strong>de</strong><br />

opstanding uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n. "Maar ik zal in gerechtigheid uw aangezicht<br />

aanschouwen en bij het ONTWAKEN mij verzadigen met uw beeld"<br />

(Ps. 17 : 15) .<br />

ALLEEN JEZUS; DE OPSTANDING EN HET LEVEN<br />

We hebben uit Gods woord gezien dat <strong>de</strong> ziel en het lichaam bei<strong>de</strong> bij het<br />

sterven in het graf gaan; alleen <strong>de</strong> geest, <strong>de</strong> levensa<strong>de</strong>m, keert terug tot God.<br />

"En <strong>de</strong> Geest we<strong>de</strong>rkeert tot God, die hem geschonken heeft" (Pred. 12 : 7) .<br />

De geest is <strong>de</strong> levensa<strong>de</strong>m, het leven uit God, wat ons bij <strong>de</strong> geboorte wordt<br />

toebe<strong>de</strong>eld. Dit is niet onze persoonlijkheid.<br />

Door <strong>de</strong> geest, wordt <strong>de</strong> mens (ziel en lichaam) tot een leven<strong>de</strong> persoon.<br />

Zon<strong>de</strong>r geest is hij een do<strong>de</strong> persoon. "God formeer<strong>de</strong> <strong>de</strong> mens van stof uit <strong>de</strong><br />

aar<strong>de</strong> en blies <strong>de</strong> levensa<strong>de</strong>m in zijn neus, alzo werd <strong>de</strong> mens tot een levend<br />

wezen" (Gen. 2 : 7). De Staten vertaling zegt hier: "Tot een leven<strong>de</strong> ziel."<br />

Deze levensa<strong>de</strong>m, of geest wordt dus uitgeblazen bij het sterven. De gelovige<br />

weet zijn levensgeest geborgen in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Heer. Hij weet ook dat hij<br />

op <strong>de</strong> morgen van <strong>de</strong> opstanding zijn gees.t van <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r zal terug ontvangen.<br />

Zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze hoop, <strong>de</strong> opstanding, zou het sterven van een mens volkomen<br />

gelijk zijn aan het sterven van een dier.<br />

"Want het lot <strong>de</strong>r mensenkin<strong>de</strong>ren is gelijk aan het lot van dieren, ja, eenzelf<strong>de</strong><br />

lot treft hen. Gelijk <strong>de</strong>zen sterven, zo sterven genen, en allen hebben enerlei<br />

a<strong>de</strong>m (geest) waarbij <strong>de</strong> mens niets voor heeft boven <strong>de</strong> dieren, want alles is<br />

ij<strong>de</strong>lheid, alles gaat naar één plaats, alles is gewor<strong>de</strong>n uit stof en alles keert<br />

weer tot stof (Pred. 3 : 19,20) .<br />

Ditzelf<strong>de</strong> lezen we in Ps. 49 : 14, 15, 21.<br />

5


Hoofdstuk 2<br />

DODEN SLAPEN ONBEWUST<br />

"Want er is geen werk of <strong>over</strong>leg of kennis of wijsheid in het do<strong>de</strong>nrijk<br />

waarheen gij gaat" (Pred. 9 : 10).<br />

IN GODS WOORD, wordt <strong>over</strong>al <strong>de</strong> <strong>dood</strong> vergeleken met <strong>de</strong> slaap. Er wordt<br />

gesproken van een "te ruste gaan". En: "Slapen in het stof <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong>." Zo staat<br />

er van Mozes: "Zie, gij gaat bij uw va<strong>de</strong>ren te ruste" (Deut. 31 : 16).<br />

In <strong>de</strong>ze toestand van slaap of rust is er geen weten, <strong>de</strong>nken of spreken. "De<br />

leven<strong>de</strong>n weten tenminste dat zij sterven moeten, maar <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n weten niets;<br />

zij hebben geen loon meer te wachten, zelfs hun nagedachtenis is vergeten.<br />

Zowel hun lief<strong>de</strong> als hun haat en hun naijver zijn reeds lang vergaan; en ZIJ<br />

HEBBEN NIMMER DEEL AAN IETS DAT ONDER DE ZON GESCHIEDT"<br />

(Pred. 9: 5,6).<br />

Dat onze afgestorvenen voor ons bid<strong>de</strong>n, zich in ons verheugen of in ons<br />

teleurgesteld zijn, vindt geen grond in <strong>de</strong> bijbel. "Al wat uw hand vindt om<br />

naar uw vermogen te doen, doe dat want er is GEEN WERK OF OVERLEG<br />

OF KENNIS OF WIJSHEID in het do<strong>de</strong>nrijk, waarheen gij gaat" (Pred. 9 :10).<br />

De hele bijbel spreekt hiervan. Job verlang<strong>de</strong> naar <strong>de</strong> rust van <strong>de</strong> <strong>dood</strong> en<br />

zegt: "Dan zou ik nu ne<strong>de</strong>rliggen en stille zijn, ik zou slapen, dan zou ik rust<br />

hebben" (Job 3 : 13). De mening dat er een verschil tussen <strong>de</strong> <strong>dood</strong> in het<br />

Ou<strong>de</strong>- en Nieuwe Testament zou bestaan is onjuist. Begrippen als: <strong>dood</strong> en<br />

leven geest, ziel en lichaam, oor<strong>de</strong>el en loon zijn altijd <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>. Ook is er geen<br />

verschil in <strong>de</strong> wijze van sterven van een christen en niet-christen .. Hun loon<br />

bij <strong>de</strong> opstanding is wel an<strong>de</strong>rs, maar <strong>de</strong> toestand van <strong>de</strong> <strong>dood</strong> is gelijk. In het<br />

graf:<br />

"Hou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lozen op met woelen, daar rusten zij wier kracht is uitgeput.<br />

Gevangenen zijn daar altega<strong>de</strong>r gerust, <strong>de</strong> stem <strong>de</strong>s drijvers horen ze niet"<br />

(Job. 3 : 17, 18).<br />

Het do<strong>de</strong>nrijk is geen geografisch aanwijsbare plaats. Het is het rijk waar <strong>de</strong><br />

<strong>dood</strong> koning is. Er is geen or<strong>de</strong>, geen leven het is gewoon: het graf. "Voordat<br />

ik heenga zon<strong>de</strong>r terug te keren naar het land van donkerheid en diepe<br />

duisternis. Het stikdonkere land waar diepe duisternis en wanor<strong>de</strong> heersen en<br />

6


waar het licht gelijk is aan <strong>de</strong> duisternis" (Job 10 : 21, 22).<br />

In <strong>de</strong> Statenvertaling staat hier: "Een land zon<strong>de</strong>r or<strong>de</strong>ning."<br />

Er is dus geen scheiding tussen goe<strong>de</strong>n en kwa<strong>de</strong>n; geen hemel en hel met<br />

een kloof ertussen. Die scheiding gaat komen, op <strong>de</strong> jongste dag, en hoe wij <strong>de</strong><br />

vergelijking van Jezus van <strong>de</strong> arme Lazarus en <strong>de</strong> rijke man moeten zien, volgt<br />

straks. Waar het nu om gaat is dat <strong>de</strong> Bijbel <strong>de</strong> <strong>dood</strong> voorstelt als een<br />

rusttoestand.<br />

"Maar wanneer een man sterft, dan ligt hij krachteloos neer, geeft een mens<br />

<strong>de</strong> geest, waar is hij gebleven? Zoals water verdampt uit een meer, en een<br />

rivier verloopt en uitdroogt, zo legt een mens zich neer en staat niet weer op,<br />

totdat <strong>de</strong> hemelen niet meer zijn, ontwaken ze niet en wor<strong>de</strong>n niet wakker uit<br />

hun slaap" (Job 14 : 10, 12).<br />

Totdat hemel en aar<strong>de</strong> bewogen wor<strong>de</strong>n, straks op <strong>de</strong> jongste dag of totdat<br />

hemel en aar<strong>de</strong> wegvluchten (Op. 20 : 11), tot zolang slapen <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n en<br />

ontwaken niet.<br />

De Bijbel bevestigt en verklaart altijd zichzelf. Jezus spreekt tot viermaal toe<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong> "Opwekking ten jongsten dage" (Joh. 6 : 39, 40, 44, 54). Dit is<br />

<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> gedachte als in Prediker en bij Job naar voren komt: De opstanding bij<br />

<strong>de</strong> jongste dag. En dat Jezus dit vier maal achter elkaar zegt, wil ons tonen dat<br />

het een vaststaan<strong>de</strong> zaak is. Er zijn mensen die er aan twijfelen of Job en<br />

Prediker wel profeten zijn. Maar ook David, Jesaja en Daniël spreken dui<strong>de</strong>lijk<br />

<strong>over</strong> <strong>de</strong>ze zaak.<br />

Als u <strong>de</strong> moeite neemt <strong>de</strong>ze teksten te on<strong>de</strong>rzoeken zal het u zegenen. De<br />

grote profeten spreken op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze als Jezus en <strong>de</strong> Apostelen <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

<strong>dood</strong>. " Want in <strong>de</strong> <strong>dood</strong> is Uwer geen gedachtenis. Wie zou u loven in het<br />

do<strong>de</strong>nrijk? (Ps. 6 : 6) in Psalm 115 (vrs. 17) zegt David: "De do<strong>de</strong>n prijzen <strong>de</strong><br />

Heer niet. Niet <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n zullen <strong>de</strong> Here loven, niemand van wie in <strong>de</strong> stilte zijn<br />

neergedaald."<br />

De gedachte dat <strong>over</strong>le<strong>de</strong>n christenen nu al in <strong>de</strong> hemel <strong>de</strong> Heer loven is niet<br />

juist. Ze zullen het doen, bij hun opstanding op <strong>de</strong> Jongste dag en daarna, maar<br />

nu geldt voor hen: "Want het do<strong>de</strong>nrijk looft u niet, <strong>de</strong> <strong>dood</strong> prijst u niet, wie in<br />

<strong>de</strong> groeve zijn neergedaald hopen niet op uw trouw. De leven<strong>de</strong>, <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> hij<br />

looft U, zoals ik he<strong>de</strong>n doe. (Jes. 38 : 18, 19).<br />

Dat was <strong>de</strong> grote profeet Jesaja. Nu Daniël. Hij profeteert <strong>over</strong> <strong>de</strong> opstanding<br />

aan het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r dagen. Hij zegt dat als die tijd van grote benauwdheid zal zijn<br />

(Grote Verdrukking), dan zal <strong>de</strong> dag komen van <strong>de</strong> opstanding <strong>de</strong>r do<strong>de</strong>n en<br />

7


ook Daniël zelf zal rusten in zijn graf tot die dag. "Velen van hen die slapen in<br />

het stof <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong>, zullen ontwaken, <strong>de</strong>zen tot eeuwig leven en genen tot<br />

versmading, tot eeuwig afgrijzen" (Dan. 12 : 2).<br />

"Maar gij, ga het ein<strong>de</strong> tegen, en gij zult rusten en opstaan tot uw bestemming<br />

aan het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r dagen" (Dan. 12 : 13) .<br />

Op grond van <strong>de</strong>ze tekst kunnen we dus rustig zeggen dat Daniël in het graf is,<br />

tot <strong>de</strong>ze dag; en dat hij pas op <strong>de</strong> Jongste dag, als het ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong>ze tijd is, zal<br />

opstaan.<br />

Over het algemeen <strong>de</strong>nkt men dat <strong>de</strong> zielen van <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n leven en juichen<br />

voor Gods troon. Dat ze "Bevor<strong>de</strong>rd tot heerlijkheid zijn". An<strong>de</strong>ren leren dat ze<br />

in het paradijs zijn, een tussentoestand waar ze wachten op <strong>de</strong> Volle<br />

heerlijkheid. Het lijkt allemaal wel mooi, maar Gods woord is <strong>de</strong> waarheid, en<br />

onze hoop is niet in het voortleven <strong>de</strong>r ziel, maar <strong>de</strong> opstanding uit <strong>de</strong> <strong>dood</strong>.<br />

Niet voor niets waarschuwt Paulus voor menselijke filosofieën en<br />

<strong>over</strong>leveringen (Col. 2 : 8). De do<strong>de</strong>n slapen onbewust in het stof <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> tot<br />

op <strong>de</strong> dag van hun opstanding.<br />

JEZUS' WOORDEN<br />

De Heer Jezus vertelt ons meer van <strong>de</strong> opstanding. Hij leert ons dat er een<br />

oor<strong>de</strong>elsdag zal zijn en dat God alle oor<strong>de</strong>el en gericht in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n van zijn<br />

Zoon heeft gelegd. God gaf Hem macht om gericht te hou<strong>de</strong>n omdat Hij <strong>de</strong><br />

Zoon <strong>de</strong>s mensen is. "Verwon<strong>de</strong>r u hier<strong>over</strong> niet, want <strong>de</strong> ure komt dat allen<br />

die in <strong>de</strong> graven zijn, naar zijn stem zullen horen en zij zullen uitgaan, wie het<br />

goe<strong>de</strong> gedaan hebben tot <strong>de</strong> opstanding ten leven en wie het kwa<strong>de</strong> bedreven<br />

hebben ten oor<strong>de</strong>el" (Joh. 5 : 27-29).<br />

Opnieuw bevestigt Jezus wat het Ou<strong>de</strong> Testament leert, namelijk, dat <strong>de</strong><br />

do<strong>de</strong>n IN DE GRAVEN zijn, niet in <strong>de</strong> hemel, hel, paradijs of vagevuur. In het<br />

graf zullen ze <strong>de</strong> stem horen van Jezus en op Zijn roep zullen zij uitgaan, zoals<br />

het ging bij Lazarus.<br />

Ook bij Lazarus spreekt Jezus <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> als <strong>over</strong> een slaap.<br />

"Lazarus, onze vriend, is ingeslapen, maar Ik ga daar heen om hem uit <strong>de</strong>n<br />

slaap te wekken. De Discipelen zei<strong>de</strong>n dan tot Hem: Here als hij slaapt zal hij<br />

8


herstellen. Doch Jezus had het bedoeld van zijn <strong>dood</strong>; zij echter meen<strong>de</strong>n dat<br />

Hij het van <strong>de</strong> rust van <strong>de</strong> slaap bedoel<strong>de</strong>. Toen zei Jezus ronduit tot hen:<br />

Lazarus is gestorven en het verblijdt mij om u ... (Joh. 11 : 11 -15) . We zien<br />

hier dui<strong>de</strong>lijk hoe Jezus <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> spreekt alsof het een slaap is.<br />

Jezus is verheugd omdat Hij <strong>de</strong> discipelen gaat tonen dat Hij <strong>de</strong> opstanding en<br />

het leven is. Reeds vier dagen lag Lazarus in het graf voordat Jezus in Bethanië<br />

aankwam. Dan roept hij met lui<strong>de</strong>r stem: "Lazarus kom naar buiten. En <strong>de</strong><br />

gestorvene kwam naar buiten" (Joh. 11 : 43).<br />

Hij is <strong>de</strong> Vorst <strong>de</strong>s Levens en <strong>de</strong> <strong>dood</strong> moet voor Hem wijken. Lazarus was<br />

<strong>dood</strong>, in het graf, met grafdoeken omwikkeld. Hij kwam niet uit <strong>de</strong> hemel,<br />

maar uit het graf naar buiten. Hoe kon een do<strong>de</strong> <strong>de</strong> stem van Jezus horen? Dit<br />

is het won<strong>de</strong>r van het spreken van <strong>de</strong> Levensvorst, als Hij spreekt dan hoort <strong>de</strong><br />

zee, <strong>de</strong> vijgeboom, en <strong>de</strong> gestorvene. Voor <strong>de</strong> Heer <strong>de</strong>s Hemels maakt het geen<br />

verschil of iemand 4 dagen of 4 eeuwen <strong>dood</strong> is geweest. Op Zijn bevel zullen<br />

ze allen eenmaal opstaan. Een dag is bij God als duizend jaar.<br />

Ook bij het dochtertje van Jaïrus dat gestorven was, zegt Jezus: "Zij slaapt".<br />

En Hij grijpt haar bij <strong>de</strong> hand en roept: "Kind, sta op" (Luc. 8 : 52-54). Dit is<br />

<strong>de</strong> zekerheid van <strong>de</strong> gelovige. Voor Jezus is <strong>de</strong> <strong>dood</strong> niets meer dan een slaap.<br />

Evenals een moe<strong>de</strong>r haar kind 's morgens wakker roept uit <strong>de</strong> slaap omdat het<br />

<strong>de</strong> tijd is, zo zal Jezus ook zijn kin<strong>de</strong>ren wakker roepen als het <strong>de</strong> tijd is,<br />

namelijk ten jongsten dage.<br />

DE RIJKE MAN EN DE ARME LAZARUS<br />

Eenmaal kwamen <strong>de</strong> Sadduceeën bij Jezus met een strikvraag. De<br />

Sadduceeën ontkennen dat er een opstanding is. Ze vroegen een vrouw die<br />

zeven mannen had gehad, van wie zij <strong>de</strong> vrouw zal zijn in <strong>de</strong> opstanding.<br />

Jezus zegt hen dat bij <strong>de</strong> opstanding <strong>de</strong>r do<strong>de</strong>n niet meer ten huwelijk zal<br />

wor<strong>de</strong>n genomen "Want zij kunnen niet meer sterven, immers zij zijn aan <strong>de</strong><br />

engelen gelijk en zij zijn kin<strong>de</strong>ren Gods, omdat ze kin<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>r opstanding<br />

zijn. Maar dat <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n opgewekt wor<strong>de</strong>n heeft ook Mozes bij <strong>de</strong> braamstruik<br />

aangeduid waar hij <strong>de</strong> Heer noemt <strong>de</strong> God van Abraham, Izak en Jacob. Hij is<br />

niet een God van do<strong>de</strong>n maar van leven<strong>de</strong>n, want voor hem leven ze allen"<br />

(Luc. 20 : 36-38).<br />

9


Jezus wil zeggen: "Voor God", dat wil zeggen: "in Zijn Herinnering", blijven<br />

ze bestaan. En Hij zal ze allen weer opwekken uit <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Zou er verschil zijn<br />

tussen het sterven van Daniël en Abraham? Bei<strong>de</strong>n waren Oud-Testamentische<br />

heiligen. En Daniël "zal rusten tot het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r dagen" (Dan. 12 : 13). Met<br />

<strong>de</strong>ze uitspraak van Jezus "Voor hem leven ze allen", moet iets an<strong>de</strong>rs, dan dat<br />

ze in <strong>de</strong> hemel voor Zijn troon staan, bedoeld wor<strong>de</strong>n. Er wordt bedoeld: "In<br />

zijn boeken, in zijn herinnering" leven ze allen.<br />

Nu het verhaal van <strong>de</strong> rijke man en <strong>de</strong> arme Lazarus in Luc. 16. Zoals bij alle<br />

gelijkenissen vertelt Jezus hier een verhaal om <strong>de</strong> mensen iets te leren. Bij<br />

geen van <strong>de</strong> gelijkenissen (Denk bijvoorbeeld aan <strong>de</strong> onrechtvaardige pachters)<br />

vragen wij ons ooit af of het werkelijk gebeurd is. We weten dat het alleen<br />

maar een verhaal is. Meestal neemt Jezus beel<strong>de</strong>n uit het leven van <strong>de</strong> mensen<br />

om Hem heen. Zo ook bij <strong>de</strong> gelijkenis van <strong>de</strong> rijke man en <strong>de</strong> arme Lazarus.<br />

Jezus spreekt hier tot <strong>de</strong> Farizeeën, die geloof<strong>de</strong>n in een hemel en een hel met<br />

een kloof ertussen. Dat geloof was niet uit Gods woord, maar een mengsel van<br />

Griekse afgo<strong>de</strong>ndienst en christendom. En <strong>de</strong> les die Jezus wil geven is dat ze<br />

moesten luisteren naar Mozes en <strong>de</strong> profeten.<br />

Nogmaals: Hij zegt niet: Zo is het. Het gaat om <strong>de</strong> moraal. De rijke man, in<br />

<strong>de</strong> gelijkenis antwoordt: "Neen va<strong>de</strong>r Abraham, maar indien iemand van <strong>de</strong><br />

do<strong>de</strong>n tot hen komt zullen zij zich bekeren. Doch hij zei<strong>de</strong> tot hem: Indien zij<br />

naar Mozes en <strong>de</strong> profeten niet luisteren zullen ze ook, indien iemand uit <strong>de</strong><br />

do<strong>de</strong>n opstaat, zich niet laten gezeggen" (Luc. 16 : 30-31).<br />

Zij, <strong>de</strong> farizeeën, geloof<strong>de</strong>n niet meer in Mozes en <strong>de</strong> profeten. We hebben in<br />

het voorafgaan<strong>de</strong> gezien hoe Mozes en <strong>de</strong> profeten schreven <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> en<br />

<strong>de</strong> opstanding. Maar <strong>de</strong> Farizeeën had<strong>de</strong>n hun eigen on-bijbelse theorieën en<br />

<strong>de</strong>nkbeel<strong>de</strong>n. En daarom zou<strong>de</strong>n ze ook niet geloven in Jezus, als Die uit <strong>de</strong><br />

do<strong>de</strong>n zou opstaan. Dit was <strong>de</strong> kern van wat Jezus door <strong>de</strong> vergelijking tot hen<br />

te zeggen had. Dat alleen zij, die naar Mozes en <strong>de</strong> profeten horen, ook <strong>de</strong><br />

Opgestane zullen geloven.<br />

In Jesaja staat dat Abraham niets van ons weet en Israël ons niet kent (Jes.<br />

63:16). Prediker leert dat <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n geen <strong>de</strong>el hebben aan iets wat on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zon<br />

geschiedt (Pred. 9 : 6). Petrus spreekt op <strong>de</strong> Pinksterdag <strong>over</strong> "<strong>de</strong> aartsva<strong>de</strong>r<br />

David dat hij èn gestorven èn begraven is en zijn graf bij ons is tot op <strong>de</strong>ze<br />

dag" (Han<strong>de</strong>lingen. 2 : 29). Heel scherp staat er dan "David is niet opgevaren<br />

naar <strong>de</strong> hemelen" (Hand. 2 : 34). Hij rust, evenals Abraham en alle an<strong>de</strong>ren, in<br />

het graf tot <strong>de</strong> stem van <strong>de</strong> Heer <strong>de</strong>r Opstanding hen er uit zal opwekken aan<br />

het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r dagen.<br />

10


WAT IS STERVEN?<br />

Misschien vindt u het onbelangrijk precies te weten wat er bij het sterven<br />

gebeurt. Natuurlijk is het ook niet het belangrijkste. Het belangrijkste is, dat we<br />

eenmaal, hoe dan ook, bij Jezus zullen zijn, in volle heerlijkheid. Toch is het<br />

noodzakelijk om <strong>de</strong> waarheid te weten. Want: "De waarheid maakt vrij".<br />

Door allerlei misleidingen probeert <strong>de</strong> satan <strong>de</strong> mensheid in zijn ban te<br />

hou<strong>de</strong>n. Zo kunnen we pas radikaal afrekenen met elke vorm van spiritisme als<br />

we <strong>de</strong> klare waarheid van <strong>de</strong> <strong>dood</strong> en <strong>de</strong> opstanding verstaan. De spiritistische<br />

gedachte van het voortleven van "onsterfelijke zielen" maakt <strong>de</strong> opstanding tot<br />

een onnodige bijkomstigheid.<br />

Ook <strong>de</strong> opstanding van Jezus, zijn <strong>over</strong>winning <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, wordt van zijn<br />

heerlijkheid beroofd als <strong>de</strong> <strong>dood</strong> niet werkelijk <strong>dood</strong> is, en het sterven toch<br />

eigenlijk geen sterven is. Hoe langer hoe meer wint <strong>de</strong> gedachte terrein, dat<br />

<strong>dood</strong>gaan alleen een "<strong>over</strong>gaan in een an<strong>de</strong>re gedaante" is. Men spreekt <strong>over</strong><br />

"astrale lichamen" <strong>over</strong> <strong>de</strong> geest die op een an<strong>de</strong>re plaats wat hoort of ziet,<br />

terwijl <strong>de</strong> persoon zelf hier is enz. enz.<br />

Sterven is: "ophou<strong>de</strong>n met leven in elke vorm". Dat wat leven brengt is geest.<br />

Immers: Alle leven is geest. Toen <strong>de</strong> geformeer<strong>de</strong> mens <strong>de</strong> levensa<strong>de</strong>m in zijn<br />

neus geblazen kreeg werd hij: "Een leven<strong>de</strong> ziel". Als we onze levensa<strong>de</strong>m<br />

uitblazen is er niets meer <strong>over</strong> wat het lichaam en <strong>de</strong> ziel levend kunnen<br />

hou<strong>de</strong>n. Er bestaat geen leven, tenzij uit geest.<br />

Men heeft <strong>de</strong> won<strong>de</strong>rlijkste gedachten <strong>over</strong> <strong>de</strong> menselijke drie-eenheid: Ziel,<br />

geest en lichaam. Maar <strong>de</strong> Bijbel leert dat <strong>de</strong> ziel in het bloed is, ver<strong>de</strong>r is er<br />

het lichaam, dat is het huisje, en <strong>de</strong> geest, dat is <strong>de</strong> levensa<strong>de</strong>m. De<br />

persoonlijkheid van een mens is in <strong>de</strong>ze drie-eenheid. Zijn geest heeft geen<br />

persoonlijkheid want het is <strong>de</strong> a<strong>de</strong>m, die net zo werkt als bij planten en dieren.<br />

Als Jezus zegt: "In uw han<strong>de</strong>n beveel ik mijn geest", dan bedoelt hij: "Zijn<br />

levensa<strong>de</strong>m", en Hij stierf. Maar nu was Jezus persoonlijkheid niet in <strong>de</strong><br />

hemel, want we weten allen dat hij werkelijk 3 dagen in het graf was. Hij ging<br />

pas later naar <strong>de</strong> hemel, toen hij verheerlijkt was.<br />

Er wordt niet geschreven van een "Astraal-lichaam". Onze geest kan ons<br />

lichaam niet verlaten, want dan sterven we op het zelf<strong>de</strong> moment. De Bijbel<br />

spreekt <strong>over</strong> "Wat we in het lichaam volbracht hebben". Ons lichaam, door het<br />

11


loed gevoed, en het bloed door <strong>de</strong> geest levend gemaakt is <strong>de</strong> tempel van dé<br />

Heer. En als we sterven, dan gaat <strong>de</strong> levensa<strong>de</strong>m wel tot God, maar onze "ik"<br />

gaat in het graf, om op te staan bij <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> bazuin.<br />

DE MOORDENAAR AAN HET KRUIS<br />

Misschien vraagt u nu: Hoe kon Jezus aan het kruis tegen <strong>de</strong> misdadiger<br />

zeggen: "He<strong>de</strong>n zult gij met mij in het paradijs zijn" (Luc. 23 : 43). In<strong>de</strong>rdaad,<br />

zoals het hier is vertaald kon Jezus dat ook niet zeggen, want hij ging niet<br />

"he<strong>de</strong>n" naar het paradijs, maar naar het graf. Er moet hier staan: "Voorwaar,<br />

Ik zeg u he<strong>de</strong>n: Gij zult met mij in het paradijs zijn". Sommige "Concordante"<br />

(Letterlijke) vertalingen geven <strong>de</strong>ze tekst ook zo weer. Het inzicht van <strong>de</strong><br />

vertalers heeft hen onbewust er toe gebracht <strong>de</strong>ze ondui<strong>de</strong>lijke vertaling te<br />

geven.<br />

Maar laten we bezien wat "he<strong>de</strong>n" was. Dat was het vreselijke moment van<br />

Zijn lij<strong>de</strong>n. En aan <strong>de</strong> moor<strong>de</strong>naar die ook lijdt geeft hij een belofte, een hoop<br />

"Gij zult met mij in het paradijs zijn". Hij had zelf gezegd dat hij drie dagen en<br />

drie nachten in het hart <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong> zou zijn, net als Jona in <strong>de</strong> vis.<br />

Nadat Jezus opgestaan was verscheen Hij eerst aan Maria van Magdala. Deze<br />

wil<strong>de</strong> van vreug<strong>de</strong> Hem vastgrijpen, maar Jezus zegt: "Houdt mij niet vast,<br />

want ik ben nog niet opgevaren naar <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r" (Joh. 20 : 17). De geest die<br />

Jezus in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r had gegeven toen hij aan het kruis hing was<br />

dus kennelijk niet zijn persoonlijkheid. Pas na zijn opstanding gaat hij naar <strong>de</strong><br />

va<strong>de</strong>r. Gods woord is toch wel dui<strong>de</strong>lijk op dit punt, als we ons maar<br />

vasthou<strong>de</strong>n aan wat er staat.<br />

VISIOENEN OVER DE HEMEL<br />

Het komt dikwijls voor dat gelovigen vlak voor hun sterven heerlijke dingen<br />

zien in <strong>de</strong> toekomst. Men ziet <strong>de</strong> Heer Jezus of engelen of <strong>de</strong> heerlijkheid van<br />

<strong>de</strong> hemel. Maar dit is geen bewijs dat <strong>de</strong>ze heerlijkheid meteen na het sterven<br />

begint. Het zijn won<strong>de</strong>rbare gezichten <strong>over</strong> <strong>de</strong> toekomst; die er straks bij het<br />

ontwaken zal zijn. Alle vrees en benauwdheid voor het sterven wordt daardoor<br />

weggenomen. Net als bij <strong>de</strong> moor<strong>de</strong>naar aan het kruis. De man zegt: "Jezus,<br />

ge<strong>de</strong>nk mijner wanneer gij in uw koninkrijk komt". De dag van <strong>de</strong> komst van<br />

12


Jezus in het koninkrijk is ook <strong>de</strong> dag van <strong>de</strong> opstanding. In Openbaring wordt<br />

die dag namelijk getoond, <strong>de</strong> dag van <strong>de</strong> laatste bazuin. "En <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> engel<br />

blies <strong>de</strong> bazuin en lui<strong>de</strong> stemmen klonken in <strong>de</strong> hemel zeggen<strong>de</strong>: Het<br />

koningschap <strong>over</strong> <strong>de</strong> wereld is gekomen aan onzen Here en aan Zijn<br />

Gezalf<strong>de</strong>". Dan gaat het ver<strong>de</strong>r: "En <strong>de</strong> tijd (is gekomen) voor <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n om<br />

geoor<strong>de</strong>eld te wor<strong>de</strong>n en om het loon te geven aan uw knechten, profeten en<br />

heiligen en aan hen die uw naam vrezen, aan <strong>de</strong> kleinen en <strong>de</strong> groten, en te<br />

ver<strong>de</strong>rven wie <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>rven" (Op. 11 : 15-18).<br />

De moor<strong>de</strong>naar begreep dat het oor<strong>de</strong>el (ge<strong>de</strong>nk mijner) pas komt op <strong>de</strong><br />

Jongste dag (wanneer gij in uw koninkrijk komt). Ook nu is Jezus nog niet in<br />

Zijn koninkrijk gekomen. Hij zit nu ter rechter hand Gods totdat zijn vijan<strong>de</strong>n<br />

gemaakt wor<strong>de</strong>n tot een voetbank voor zijn voeten (Hand. 2 : 35. Hebr. 1 : 13).<br />

Straks op <strong>de</strong> jongste dag zal hij komen om als Koning te heersen. Dan zal ook<br />

<strong>de</strong> moor<strong>de</strong>naar met Jezus in het paradijs zijn. Zo gaf Jezus <strong>de</strong>ze man een<br />

stellige belofte <strong>over</strong> <strong>de</strong> toekomst, net zoals Hij vandaag gezichten en visioenen<br />

geeft aan mensen op hun sterfbed.<br />

Met <strong>de</strong>ze visioenen slaapt <strong>de</strong> gelovige in om straks bij het ontwaken <strong>de</strong><br />

heerlijke werkelijkheid te ontvangen. Of een mens drie dagen of drie eeuwen<br />

"geslapen" heeft zal niemand zich kunnen herinneren, want in <strong>de</strong> <strong>dood</strong> is geen<br />

gedachtenis (Ps. 6 : 6). Maar bij het ontwaken zullen we verzadigd wor<strong>de</strong>n met<br />

Zijn beeld (Ps. 17 : 15).<br />

Laten we geen Evangelie maken van <strong>de</strong> visioenen die (ook grote<br />

godsmannen) <strong>over</strong> het hiernamaals ontvangen hebben. De Bijbel geeft ons<br />

genoeg aanwijzingen <strong>over</strong> <strong>de</strong> toekomst. Laten we op <strong>de</strong> hoe<strong>de</strong> zijn voor<br />

spiritistische geesten die ons prachtige gedachten en theorieën geven, om ons<br />

op een dwaalspoor te brengen want al <strong>de</strong>ze diepe gedachten do<strong>de</strong>n<br />

evangelisatiedrang. Het is een soort opium, een schone, boeien<strong>de</strong> gedachte. De<br />

Bijbel is in<strong>de</strong>rdaad scherp op dit punt. En velen wijzen het af omdat <strong>de</strong><br />

gedachte dat <strong>dood</strong> werkelijk zon<strong>de</strong>r <strong>over</strong>leg of kennis is, hen niet ethisch en<br />

filosofisch genoeg voorkomt. Maar Gods woord alleen is <strong>de</strong> waarheid, en<br />

maakt vrij. Maar als we zien dat <strong>de</strong> <strong>dood</strong> werkelijk <strong>dood</strong> is, wordt het won<strong>de</strong>r<br />

van <strong>de</strong> opstanding veel groter. En dat is waar we naar toe moeten: Jezus<br />

verheerlijken als <strong>de</strong> Enige Opstanding en Gever van Leven.<br />

13


Hoofdstuk 3<br />

HET OPSTANDINGSLICHAAM<br />

"Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt"<br />

(1 Cor. 15 : 44).<br />

Hoe we precies zullen zijn bij <strong>de</strong> opstanding kunnen we ons nog niet<br />

in<strong>de</strong>nken; maar we hebben <strong>de</strong> heerlijke belofte dat we aan onze Heer gelijk<br />

zullen zijn. Laten we nu zien wat Gods woord er van zegt: "Gelief<strong>de</strong>n, nu zijn<br />

we kin<strong>de</strong>ren Gods en het is nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen; maar wij<br />

weten, dat als Hij zal geopenbaard zijn, WIJ HEM GELIJK ZULLEN WEZEN;<br />

want wij zullen Hem zien gelijk Hij is" (1 Joh. 3 : 2).<br />

"Maar, zal iemand zeggen, hoe wor<strong>de</strong>n do<strong>de</strong>n opgewekt? En met wat voor<br />

lichaam komen zij? Dwaas! Wat gij zelf zaait, wordt niet levend of het moet<br />

gestorven zijn, en als gij zaait, zaait gij niet het toekomstige lichaam, maar<br />

slechts een korrel ..... Maar God geeft er een lichaam aan, gelijk Hij gewild<br />

heeft, en wel aan elk zaad zijn eigen lichaam." Dan gaat Paulus ver<strong>de</strong>r met vast<br />

te stellen, dat elk vlees an<strong>de</strong>rs is, dat van dieren an<strong>de</strong>rs dan dat van mensen<br />

enz. Hij zegt dat er hemelse lichamen en aardse lichamen zijn. Dat <strong>de</strong> glans<br />

van <strong>de</strong> hemelse an<strong>de</strong>rs dan die van <strong>de</strong> aardse is. En dan zegt hij: "Zo is het ook<br />

met <strong>de</strong> opstanding <strong>de</strong>r do<strong>de</strong>n. Er wordt gezaaid in vergankelijkheid, en<br />

opgewekt in onvergankelijkheid. Er wordt gezaaid in zwakheid en opgewekt in<br />

kracht. Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid en een geestelijk lichaam<br />

opgewekt (1 Cor. 15 : 35-49).<br />

U begrijpt dat het hier allemaal gaat <strong>over</strong> <strong>de</strong> stoffelijke mens, die "gezaaid"<br />

wordt in zwakheid en vergankelijkheid... maar dat bij <strong>de</strong> opstanding we een<br />

geestelijk, volkomen lichaam zullen hebben.<br />

"De eerste mens is uit <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>, stoffelijk, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> mens is uit <strong>de</strong> hemel ....<br />

En gelijk wij het beeld van <strong>de</strong> stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij het<br />

beeld van <strong>de</strong> hemelse dragen" (1 Cor. 15 : 49).<br />

We zullen als <strong>de</strong> engelen zijn, een won<strong>de</strong>rbaar volk "tot lof zijner<br />

heerlijkheid" (Ef. 1 : 12). Toch zullen we niet allen gelijk zijn. Er is verschil in<br />

glans en glorie; maar voor allen geldt, dat we een geestelijk lichaam hebben.<br />

Het zijn niet "zielen" of "geesten" die straks in <strong>de</strong> hemel zijn; nee, mensen met<br />

geest, ziel en lichaam, maar in een geestelijke vorm, zoals Jezus na zijn<br />

opstanding.<br />

14


Er staat: "We zullen aan Hem gelijk zijn". Hoe was Jezus na zijn opstanding?<br />

Hij verscheen aan zijn vrien<strong>de</strong>n als een mens. Hij sprak met hen, en Hij at met<br />

hen: "En terwijl zij hier<strong>over</strong> spraken, stond Hij in hun mid<strong>de</strong>n en zij wer<strong>de</strong>n<br />

ontzet en verschrikt en meen<strong>de</strong>n een geest te aanschouwen."<br />

"Doch Hij zei<strong>de</strong> tot hen: Waarom zijt gij ontsteld en waarom komen er<br />

<strong>over</strong>wegingen op in uw hart? Ziet mijn han<strong>de</strong>n en mijn voeten, dat Ik het zelf<br />

ben, betast mij en ziet dat een geest geen vlees en been<strong>de</strong>ren heeft, zoals gij<br />

ziet dat Ik heb."<br />

Toen <strong>de</strong> discipelen het van blijdschap nog niet geloof<strong>de</strong>n, nam hij een stuk<br />

gebakken vis. "En Hij nam het en at het voor hun ogen" (Luc. 24 : 36-43).<br />

Wat moet dit een geweldige gebeurtenis geweest zijn voor <strong>de</strong> discipelen. In<br />

hun groot verdriet om het sterven van hun Heer zaten zij tezamen, angstig en<br />

met gesloten ramen en <strong>de</strong>uren. Maar dan staat Jezus daar plotseling in hun<br />

mid<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n "Vre<strong>de</strong> zij u". Jezus verschijnt dus in hun mid<strong>de</strong>n<br />

terwijl <strong>de</strong> ramen en <strong>de</strong>uren gesloten zijn. Dan mogen ze hem betasten (Joh. 20<br />

: 27). Hij heeft vlees en been<strong>de</strong>ren en Hij eet met hen; dan verdwijnt Hij weer<br />

zoals Hij gekomen is. Wij kunnen dit als stoffelijke mensen moeilijk<br />

voorstellen. Toch zien we in <strong>de</strong> natuur dingen die daar een beeld van zijn.<br />

Neem bijv. een stukje ijs. Het is hard als een steen. Bij verwarming wordt het<br />

water; nog wat meer warmte en het is een damp. Zo is het opstandingslichaam,<br />

niet aan <strong>de</strong> stof gebon<strong>de</strong>n, of on<strong>de</strong>rworpen, maar het kan <strong>de</strong> stof<br />

aannemen en verkeren met <strong>de</strong> stoffelijke mensen.<br />

We zien dat ook engelen dit kunnen. Er zijn vele voorbeel<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Bijbel van<br />

engelen die zich als gewone mensen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> mensen begeven, en toch zo<br />

maar verdwijnen kunnen. Denk aan <strong>de</strong> engelen die in Sodom bij Lot kwamen,<br />

of die met Abraham sprak. Of <strong>de</strong> engel die Petrus uit <strong>de</strong> gevangenis haal<strong>de</strong>. De<br />

Bijbel zegt: "Zon<strong>de</strong>r het te weten hebben sommigen engelen geherbergd". Zo<br />

zal ons verheerlijkt lichaam ook zijn.<br />

Jezus kon in zijn geestelijk lichaam na zijn opstanding ook heengaan naar <strong>de</strong><br />

geestenwereld; "Hij die ge<strong>dood</strong> is naar het vlees, (stoffelijk lichaam) maar<br />

levend gemaakt naar <strong>de</strong>n geest, (opstandingslichaam) in welken Hij ook<br />

heengegaan is en gepredikt heeft aan <strong>de</strong> geesten in <strong>de</strong> gevangenis" (1 Petr. 3 :<br />

18, 19). De Heer is niet "ne<strong>de</strong>rgedaald ter helle" zoals <strong>de</strong> algemene<br />

geloofsbelij<strong>de</strong>nis het ons wil laten geloven. De hel, of poel <strong>de</strong>s vuurs is er nog<br />

niet, pas bij <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>elsdag zal er een hellevuur zijn. Zowel mensen als geesten<br />

zullen dan pas hun oor<strong>de</strong>el ontvangen (2 Petr. 2 : 4,9; 3 : 7; Matth. 13 : 40-42,<br />

50; Matth. 25 : 41; Op. 19 : 20; Op. 20: 10-15; Op. 21 : 8).<br />

15


Gelukkig heeft <strong>de</strong> Nieuwe Vertaling het woord "ha<strong>de</strong>s" wat in <strong>de</strong><br />

Statenvertaling soms vertaald werd met "hel" <strong>over</strong>al vertaald met graf of<br />

do<strong>de</strong>nrijk. Als <strong>de</strong>ze betere vertaling er eer<strong>de</strong>r was geweest dan had men<br />

waarschijnlijk niet in <strong>de</strong> geloofsbelij<strong>de</strong>nis "ne<strong>de</strong>rgedaald ter helle" opgenomen.<br />

Maar nu geeft dat een geheel verkeerd beeld.<br />

De Heer Jezus is na zijn opstanding in zijn geestelijk lichaam heengegaan<br />

naar <strong>de</strong> geesten in <strong>de</strong> gevangenis. Wat Hij daar gepredikt heeft staat er niet bij,<br />

het is niet bijbels om hierbij te <strong>de</strong>nken aan het Evangelie van gena<strong>de</strong>. Het gaat<br />

bovendien hier om bepaal<strong>de</strong> gevallen engelen die zich in <strong>de</strong> tijd van Noach<br />

misgaan had<strong>de</strong>n (waarschijnlijk door zich vrouwen uit <strong>de</strong> mensen te nemen).<br />

Die wor<strong>de</strong>n in een "gevangenis" (tartaris) bewaard. Stellig is <strong>de</strong> Heer daar<br />

heengegaan naar die "krochten <strong>de</strong>r duisternis" (2 Petr. 2 : 4) om ook daar zijn<br />

volkomen <strong>over</strong>winning te proclameren. Dit gebeur<strong>de</strong> niet in <strong>de</strong> drie dagen dat<br />

Jezus in het graf was, maar na zijn opstanding en voor zijn hemelvaart.<br />

GEESTELIJK DODEN HET EVANGELIE BRENGEN<br />

Er zijn mensen die menen dat het evangelie gepredikt kan wor<strong>de</strong>n aan mensen<br />

die gestorven zijn op grond van 1 Petr. 4 : 6 "Want daartoe is ook aan do<strong>de</strong>n<br />

het evangelie gebracht, opdat zij wel naar <strong>de</strong>n mens wat het vlees betreft<br />

zou<strong>de</strong>n geoor<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n doch naar God, wat <strong>de</strong> geest betreft, zou<strong>de</strong>n leven".<br />

Wie goed leest, ziet dat het hier niet gaat <strong>over</strong> ontslapenen, maar <strong>over</strong><br />

geestelijk do<strong>de</strong>n, d.w.z. vleselijke mensen. De onbekeer<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n in Gods<br />

woord vaker "do<strong>de</strong>n" genoemd. "Ook u hoewel gij <strong>dood</strong> waart" (Ef. 2 : 1).<br />

"Hoewel wij <strong>dood</strong> waren door <strong>de</strong> <strong>over</strong>tredingen" (Ef. 2 : 4) . Dit zijn <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n<br />

aan wie het Evangelie verkondigd is. Dit waren wij allen voordat wij door het<br />

evangelie waren levend gemaakt.<br />

De bedoeling van het evangelie is, dat, ook al sterven we naar het vlees, wij<br />

toch levend gemaakt zullen wor<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong> geest, evenals Christus. Dit is wat<br />

in 1 Petrus 4 : 6 wordt bedoeld.<br />

Groot is <strong>de</strong> heerlijkheid die <strong>over</strong> ons geopenbaard zal wor<strong>de</strong>n (Rom. 8 : 18) .<br />

We zullen met Hem verschijnen in heerlijkheid (Col. 3 : 4) . Als Hij komt en<br />

Zijn koninkrijk opricht op aar<strong>de</strong> zullen wij daar met Hem heersen. "Gij zijt<br />

geslacht en Gij hebt hen voor God gekocht met uw bloed uit elke stam en taal<br />

en volk en natie en Gij hebt hen voor onzen God gemaakt tot een koninkrijk en<br />

16


tot priesters en zij zullen als koningen heersen op <strong>de</strong> aar<strong>de</strong>" (Op. 5 : 9, 10).<br />

Wij zullen zelfs <strong>de</strong> engelen richten (1 Cor. 6 : 3) .<br />

"Hallelujah! want <strong>de</strong> Here onzen God <strong>de</strong> Almachtige, heeft het koningschap<br />

aanvaard. Laten we blij<strong>de</strong> zijn en vreug<strong>de</strong> bedrijven en Hem <strong>de</strong> eer geven,<br />

want <strong>de</strong> bruiloft <strong>de</strong>s Lams is gekomen en zijn vrouw heeft zich gereed gemaakt<br />

en haar is gegeven zich met blinkend en smetteloos fijn linnen te kle<strong>de</strong>n, want<br />

dit fijn linnen zijn <strong>de</strong> rechtvaardige da<strong>de</strong>n <strong>de</strong>r heiligen. En Hij zei<strong>de</strong>n tot mij:<br />

Schrijf, zalig zijn zij die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal <strong>de</strong>s Lams. En hij<br />

zei<strong>de</strong> tot Mij: Dit zijn <strong>de</strong> waarachtige woor<strong>de</strong>n van God" (Op. 19 : 6-9).<br />

Johan <strong>de</strong> Heer (lie<strong>de</strong>ren-bun<strong>de</strong>l) zingt het op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze:<br />

"O, welk een vreugd zal dat wezen,"<br />

"daar al die wond'ren te zien."<br />

"Van <strong>de</strong> heilige stad"<br />

"met <strong>de</strong> straten van goud."<br />

"Maar 't heerlijkste is,"<br />

"daar zien wij Jezus!"<br />

Hoofdstuk 4<br />

WANNEER ZAL DE OPSTANDING ZIJN?<br />

"Die het merkteken (van <strong>de</strong> Antichrist) niet op hun hand ontvangen had<strong>de</strong>n<br />

wer<strong>de</strong>n weer levend, en heersten als koningen met Christus die duizend jaar<br />

lang. De <strong>over</strong>ige do<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n niet weer levend voordat <strong>de</strong> duizend jaar<br />

voleindigd waren" (Op. 20 : 4, 5).<br />

In het boek Openbaringen lezen we dat er een eerste en een twee<strong>de</strong> opstanding<br />

zal zijn (Op. 20). De eerste opstanding is bij <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rkomst van Christus. Dit<br />

is <strong>de</strong> opstanding van <strong>de</strong> gelovigen. Dan, als Jezus duizend jaar als koning op<br />

aar<strong>de</strong> heeft geregeerd, komt <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> opstanding.<br />

Alle mensen die ooit geleefd hebben zullen dan (na het duizendjarige rijk, bij<br />

<strong>de</strong> Witte troon-gericht dus) uit hun graven geroepen wor<strong>de</strong>n om voor God te<br />

verschijnen. "En ik zag een grote witte troon, en Hem die daarop gezeten was .<br />

.. En ik zag <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> groten en <strong>de</strong> kleinen staan<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> troon, en er<br />

wer<strong>de</strong>n boeken geopend. En nog een an<strong>de</strong>r boek werd geopend, het boek <strong>de</strong>s<br />

levens. En <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n geoor<strong>de</strong>eld op grond van hetgeen in <strong>de</strong> boeken<br />

geschreven stond, naar hun werken. En <strong>de</strong> zee gaf <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n die in haar waren<br />

17


en <strong>de</strong> <strong>dood</strong> en het do<strong>de</strong>nrijk gaven <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n die in hen waren en zij wer<strong>de</strong>n<br />

geoor<strong>de</strong>eld, een ie<strong>de</strong>r naar zijn werken.<br />

Dit han<strong>de</strong>lt dus niet <strong>over</strong> <strong>de</strong> dag van Jezus komst, maar <strong>over</strong> <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>elsdag<br />

die duizend jaar daarna plaatsvindt. Openbaring gaat ver<strong>de</strong>r: "En <strong>de</strong> <strong>dood</strong> en<br />

het do<strong>de</strong>nrijk wer<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> poel <strong>de</strong>s vuurs geworpen. Dat is <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>dood</strong>, <strong>de</strong><br />

poel <strong>de</strong>s vuurs. En wanneer iemand niet bevon<strong>de</strong>n werd geschreven te zijn in<br />

het boek <strong>de</strong>s levens, werd hij geworpen in <strong>de</strong> poel <strong>de</strong>s vuurs" (Op. 20 : 11- 15)<br />

.<br />

Als we <strong>de</strong>nken aan dit laatste oor<strong>de</strong>el, <strong>de</strong> grote witte troon waarvoor alle<br />

zondaars moeten verschijnen, dan weten wij alleen dat het vreselijk zal zijn.<br />

"Vreselijk is het te vallen in <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> God" (Hebr. 10 : 31).<br />

Gods woord stelt het ons zo vreselijk als we ons maar enigszins kunnen<br />

voorstellen. "Een poel van vuur." Jezus spreekt van "een vurige oven, waar<br />

geween zal zijn en tan<strong>de</strong>ngeknars" (Matth. 13 : 42, 50,25 : 30, 41). Nergens<br />

wordt in <strong>de</strong> Bijbel getoond dat daar nog een mogelijkheid van redding is, of dat<br />

er een opstanding zou zijn uit <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>dood</strong>.<br />

Hoe moeten we God danken voor <strong>de</strong> gena<strong>de</strong> aan ons bewezen, dat wij weten<br />

gereinigd te zijn door het bloed van Jezus en dat onze namen geschreven zijn<br />

in het boek <strong>de</strong>s Levens. Laten we nog veel meer <strong>de</strong> ernst van dit alles beseffen<br />

en met meer uur <strong>de</strong> blij<strong>de</strong> boodschap van het evangelie uitdragen. Alleen door<br />

het evangelie van Gena<strong>de</strong> kunnen mensen gered wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> eeuwigheid.<br />

Alleen zij die <strong>de</strong> Naam van Jezus aanroepen, zullen behou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n.<br />

"Wie in Hem gelooft wordt niet veroor<strong>de</strong>eld" (Joh. 3 : 18). Het<br />

Antichristelijke rijk is bezig zich <strong>over</strong> <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> uit te brei<strong>de</strong>n. Het is nog in het<br />

verborgene maar spoedig, misschien spoediger dan wij <strong>de</strong>nken, zal het<br />

openbaar wor<strong>de</strong>n.<br />

Dan zal <strong>de</strong> nacht vallen waarin niemand werken kan (Joh. 9 : 4). Als wij Jezus<br />

geloven als onze Heiland en Verlosser, zullen we nooit komen in het oor<strong>de</strong>el,<br />

voor <strong>de</strong> Witte Troon. Integen<strong>de</strong>el: Dan zullen we met Hem als koningen<br />

heersen.<br />

"En ik zag tronen en zij zetten zich daarop en het oor<strong>de</strong>el werd hun gegeven;<br />

en ik zag <strong>de</strong> zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en<br />

om het woord van God en die noch het beest noch zijn beeld had<strong>de</strong>n<br />

aangebe<strong>de</strong>n en die het merkteken niet op hun voorhoofd en op hun hand<br />

ontvangen had<strong>de</strong>n; en zij wer<strong>de</strong>n weer levend en heersten als koningen met<br />

18


Christus die duizend jaren lang. De <strong>over</strong>ige do<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n niet weer levend<br />

voordat <strong>de</strong> duizend jaren voleindigd waren."<br />

"Dit is <strong>de</strong> eerste opstanding. Zalig en heilig is hij; die <strong>de</strong>el heeft aan <strong>de</strong> eerste<br />

opstanding; <strong>over</strong> hen heeft <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> <strong>dood</strong> geen macht, maar zij zullen<br />

priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen<br />

heersen, duizend jaren (Op. 20 : 4-6).<br />

DE EERSTE OPSTANDING BIJ DE WEDERKOMST<br />

De eerste grote opstandingsdag zal zijn bij <strong>de</strong> komst van <strong>de</strong> Heer. Wij hebben<br />

dit al bij enkele teksten gezien, maar willen dit nu uitvoeriger toelichten. In<br />

vele kringen is men <strong>de</strong> gedachte toegedaan, dat <strong>de</strong> Heer twee of nog meer<br />

malen zal we<strong>de</strong>rkomen. Men meent dan dat Jezus eerst zal komen voor <strong>de</strong><br />

gelovigen en later voor Israël en <strong>de</strong> wereld. In het boekje "Zie, Ik kom<br />

spoedig" is dui<strong>de</strong>lijk uiteengezet aan <strong>de</strong> hand van Gods woord, dat dit een<br />

dwaling is. Gods woord spreekt van een grote dag <strong>de</strong>s Heren; <strong>de</strong> dag dat Hij<br />

komt om <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> te richten. Het is voor <strong>de</strong> wereld een vreselijke dag, want<br />

grote oor<strong>de</strong>len zullen voor Hem uitgaan. Hemel en aar<strong>de</strong> zullen bewogen<br />

wor<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> heeft <strong>de</strong> heerschappij van satan haar toppunt bereikt in <strong>de</strong><br />

regering van <strong>de</strong> Antichrist, <strong>de</strong> mens <strong>de</strong>r zon<strong>de</strong>.<br />

De dag van Jezus" komst is, "De jongste Dag", <strong>de</strong> dag van het gericht. Maar<br />

voor <strong>de</strong> gelovigen is die dag <strong>de</strong> dag van hun bevrijding en zij zullen in één<br />

moment een geestelijk lichaam ontvangen, <strong>de</strong> Heer tegemoet gaan in <strong>de</strong> lucht,<br />

tezamen met allen die in Christus ontslapen zijn; om voor altijd met <strong>de</strong> Heer<br />

verenigd te zijn.<br />

DE JONGSTE DAG<br />

Reeds in het ou<strong>de</strong> testament zijn er profetieën die wijzen naar <strong>de</strong> opstanding<br />

op <strong>de</strong> jongste dag. "Herleven zullen uw do<strong>de</strong>n - ook mijn lijk - opstaan zullen<br />

zij. Ontwaakt en jubelt, gij die woont in het stof! Want uw dauw is als een<br />

dauw van licht; en <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> zal aan <strong>de</strong> schimmen het leven hergeven. Kom<br />

mijn volk, ga in uw binnenkamers, en sluit uw <strong>de</strong>uren achter u; verberg u een<br />

korte tijd, tot <strong>de</strong> gramschap <strong>over</strong> is. Want zie, <strong>de</strong> Here verlaat zijn plaats om<br />

<strong>de</strong> ongerechtigheid <strong>de</strong>r bewoners van <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> aan hen te bezoeken" (Jes. 26 :<br />

19-21).<br />

19


Leest u ver<strong>de</strong>r, dan ziet u hoe Jesaja spreekt <strong>over</strong> <strong>de</strong> oor<strong>de</strong>elsdag, waarop <strong>de</strong><br />

Heer <strong>de</strong> zijnen zal beschermen, maar <strong>de</strong> ongehoorzaamheid zal vernietigen. De<br />

do<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> Heer, zullen die dag opstaan.<br />

Zo spreekt ook Daniël <strong>over</strong> <strong>de</strong> opstanding aan het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r dagen. Te dien<br />

tij<strong>de</strong> zal Michaël opstaan, <strong>de</strong> grote vorst, die zonen van uw volk terzij<strong>de</strong> staat,<br />

en er zal een tijd van grote benauwdheid zijn, zoals er niet geweest is sinds er<br />

volkeren bestaan, tot op dien tijd toe. Maar in dien tijd zal uw volk ontkomen,<br />

al wie in het boek geschreven wordt bevon<strong>de</strong>n. Velen van hen die slapen in het<br />

stof <strong>de</strong>r aar<strong>de</strong>, zullen ontwaken, <strong>de</strong>zen tot eeuwig leven en genen tot<br />

versmading, tot eeuwig afgrijzen" (Dan. 12 : 1 en 2).<br />

"Maar gij, Daniël ga het ein<strong>de</strong> tegen en gij zult rusten en opstaan tot uw<br />

bestemming aan het ein<strong>de</strong> <strong>de</strong>r dagen" (Dan. 12 : 13) .<br />

In het Nieuwe Testament wordt <strong>de</strong> belofte van <strong>de</strong> opstanding op <strong>de</strong> jongste<br />

dag steeds bevestigd en meer daar<strong>over</strong> geopenbaard. De Heer Jezus belooft aan<br />

een ie<strong>de</strong>r die in Hem gelooft <strong>de</strong> opwekking ten jongste dage. "En dit is <strong>de</strong> wil<br />

van Hem die Mij gezon<strong>de</strong>n heeft" dat Ik van alles wat Hij mij gegeven heeft,<br />

niets verloren late gaan, maar het opwekke ten jongsten dage" (Joh. 6 : 39) .<br />

In zijn grote re<strong>de</strong> op <strong>de</strong> Olijfberg beschrijft Jezus <strong>de</strong> tekenen, die aan die<br />

grote dag zullen voorafgaan. In Matth. 24, Luc. 17 en Marc. 13 vindt u dit alles<br />

opgetekend. Na <strong>de</strong> grote verdrukking, als <strong>de</strong> hemel en aar<strong>de</strong> bewogen zullen<br />

wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> jongste dag; als zon en maan verduisterd wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> sterren<br />

van <strong>de</strong> hemel vallen, zal <strong>de</strong> Heer verschijnen op <strong>de</strong> wolken <strong>de</strong>s hemels. Dan<br />

zal Hij al zijn uitverkorenen door <strong>de</strong> engel met bazuingeschal doen bijeen<br />

verga<strong>de</strong>ren (Matth. 24 : 29-31, Luc. 21 : 25-28, Marc. 19 : 24-27). Hallelujah!<br />

Met luid bazuingeschal zullen <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren Gods bijeen verzameld wor<strong>de</strong>n om<br />

<strong>de</strong> Heer tegemoet te gaan in <strong>de</strong> lucht, op <strong>de</strong> grote dag van zijn komst. Dit geldt<br />

voor hen die blijven leven tot die dag, maar ook voor hen die gestorven zijn, in<br />

Christus.<br />

Paulus heeft door <strong>de</strong> heilige Geest ons daar<strong>over</strong> meer geopenbaard. "Doch wij<br />

willen u niet onkundig laten broe<strong>de</strong>rs, wat betreft hen die ontslapen, opdat gij<br />

niet bedroefd zijt, zoals <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re mensen die geen hoop hebben. Want indien<br />

wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook zo hen die<br />

ontslapen zijn door Jezus we<strong>de</strong>rbrengen met Hem."<br />

20


"Want dit zeggen wij u met een woord <strong>de</strong>s Heren: Wij leven<strong>de</strong>n, die<br />

achterblijven tot <strong>de</strong> komst <strong>de</strong>s Heren zullen in geen geval <strong>de</strong> ontslapenen<br />

voorgaan. Want <strong>de</strong> Heer zelf zal op een teken, bij het roepen van een<br />

aartsengel en het geklank ener bazuin Gods, neerdalen van <strong>de</strong> hemel, en zij die<br />

in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij,<br />

leven<strong>de</strong>n die achterbleven, samen met hen op <strong>de</strong> wolken in een oogwenk<br />

weggevoerd wor<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> Heer tegemoet in <strong>de</strong> lucht, en zo zullen we altijd met<br />

<strong>de</strong> Heer wezen" (1 Thess. 4 : 13-17).<br />

EEN GEHEIMENIS<br />

”Dit spreek ik evenwel uit broe<strong>de</strong>rs, vlees en bloed kunnen het Koninkrijk<br />

Gods niet beërven en het <strong>over</strong>gankelijke beërft <strong>de</strong> onvergankelijkheid niet. Zie,<br />

ik <strong>de</strong>el u een geheimenis mee. Allen zullen we niet ontslapen, maar allen zullen<br />

wij veran<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n, in een on<strong>de</strong>elbaar ogenblik, bij <strong>de</strong> laatste bazuin, want<br />

<strong>de</strong> bazuin zal klinken en <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n zullen onvergankelijk opgewekt wor<strong>de</strong>n en<br />

wij zullen veran<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n. Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid<br />

aandoen en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen."<br />

"En zodra dit vergankelijke onvergankelijkheid aangedaan heeft, en dit<br />

sterfelijke onsterfelijkheid aangedaan heeft, zal het woord werkelijk wor<strong>de</strong>n<br />

dat geschreven is: De <strong>dood</strong> is verzwolgen in <strong>de</strong> <strong>over</strong>winning"<br />

(1 Cor. 15 : 50-54).<br />

Paulus openbaart hier een verborgenheid, dat <strong>de</strong> opstanding <strong>de</strong>r gelovigen en<br />

<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring van hen die blijven leven zal plaatsvin<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> laatste bazuin.<br />

Over <strong>de</strong>ze bazuinen wordt ons meer verteld in Openbaring. Johannes schrijft,<br />

dat er zeven maal gebazuind zal wor<strong>de</strong>n. In openbaringen 8 t/m 11 wordt ons<br />

beschreven wat er allemaal bij <strong>de</strong>ze bazuinen geschiedt.<br />

Het zijn <strong>de</strong> laatste oor<strong>de</strong>len die <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> zullen treffen. De zeven<strong>de</strong> bazuin is<br />

het slot; het is <strong>de</strong> allerlaatste dag, <strong>de</strong> jongste dag. Eerst lezen we dat <strong>de</strong> laatste<br />

bazuin <strong>de</strong> verborgenheid Gods wordt vervuld. "Maar in <strong>de</strong> dagen, van <strong>de</strong> stem<br />

van <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> engel, wanneer hij bazuinen zal, is ook voleindigd het<br />

geheimenis van God (De verborgenheid Gods SV) gelijk Hij zijn knechten <strong>de</strong><br />

profeten heeft aangekondigd" (Op. 10 : 7).<br />

De verborgenheid Gods, is <strong>de</strong> gemeente, zoals Paulus ons dui<strong>de</strong>lijk maakt in<br />

Ef. 3 : 4-11. En als <strong>de</strong> won<strong>de</strong>rbare werking Gods in zijn gemeente vervuld is,<br />

21


zal het geopenbaard wor<strong>de</strong>n. "Want er is niets verborgen dan om geopenbaard<br />

te wor<strong>de</strong>n" zegt Jezus (Matth. 4 : 22).<br />

Dan zal <strong>de</strong> gemeente met <strong>de</strong> Heer verenigd wor<strong>de</strong>n, zoals wij hierboven al<br />

gezien hebben in <strong>de</strong> brieven van Paulus. Het hoofd zal met het lichaam<br />

verenigd wor<strong>de</strong>n. Tot glorie van <strong>de</strong> Heer is het dan alles volvoerd. Dan gaat <strong>de</strong><br />

Heer ook zijn Koninkrijk op aar<strong>de</strong> oprichten en <strong>de</strong> toorn Gods wordt<br />

voleindigd.<br />

"En <strong>de</strong> zeven<strong>de</strong> engel blies <strong>de</strong> bazuin en lui<strong>de</strong> stemmen klonken in <strong>de</strong> hemel,<br />

zeggen<strong>de</strong>: Het koningschap <strong>over</strong> <strong>de</strong> wereld is gekomen aan onzen Here en aan<br />

zijn Gezalf<strong>de</strong>, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwighe<strong>de</strong>n . .. "<br />

En <strong>de</strong> vierentwintig oudsten zei<strong>de</strong>n: "Wij danken u, Here God almachtige, die<br />

is en die was, dat Gij uw grote macht hebt opgenomen en het koningschap hebt<br />

aanvaard; en <strong>de</strong> volkeren waren toornig gewor<strong>de</strong>n, maar uw toorn is gekomen<br />

en <strong>de</strong> tijd voor <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n om geoor<strong>de</strong>eld te wor<strong>de</strong>n en om het loon te geven aan<br />

uw knechten, profeten en aan <strong>de</strong> heiligen en aan hen die uw naam vrezen, aan<br />

<strong>de</strong> kleinen en <strong>de</strong> groten en om te ver<strong>de</strong>rven wie <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>rven"<br />

(Op. 11 : 15-19).<br />

DE TOORN GODS<br />

In die laatste vreselijke Dag <strong>de</strong>s Heren, wordt <strong>de</strong> toorn Gods voleindigd; maar<br />

<strong>de</strong> gelovigen mogen dit alles ontvluchten en <strong>de</strong> Heer tegemoet gaan in <strong>de</strong> lucht<br />

(Luc. 21 : 36). Op die dag maakt God een ein<strong>de</strong> aan <strong>de</strong> heerschappij van satan<br />

en Jezus Christus gaat zelf als koning heersen. Hij viert bruiloft met <strong>de</strong> zijnen<br />

en allen ontvangen hun loon. Die gele<strong>de</strong>n hebben om zijns naams wil zullen op<br />

tronen heersen (Op. 20 : 4). "Maar indien wij <strong>de</strong>len in zijn lij<strong>de</strong>n is dat ook om<br />

te <strong>de</strong>len in zijn verheerlijking" (Rom. 8 : 17).<br />

22


In <strong>de</strong>ze tekening welke een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el vormt van een groot grafiek uit het<br />

boekje JA IK KOM SPOEDIG, (te lezen op <strong>de</strong> site van Stromen van Kracht)<br />

ziet u vanaf <strong>de</strong> ster <strong>de</strong> <strong>dood</strong> als een rij kruisjes voorgesteld. Op <strong>de</strong> dag van<br />

Jezus' komst staan <strong>de</strong> gelovigen op (kruisjes omhoog). De heiligen die nog<br />

leven (streep) voegen zich bij hen en ze varen op ten hemel, om Jezus te<br />

ontmoeten in <strong>de</strong> lucht (ster). Daarna komt het duizendjarige rijk, waarvan HET<br />

WITTE TROON GERICHT het ein<strong>de</strong> is.<br />

Hiervoor staan alle do<strong>de</strong>n op (5 verticale lijnen) om geoor<strong>de</strong>eld te wor<strong>de</strong>n.<br />

Dit is <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> opstanding. Wie van hen het gericht, op grond van hun<br />

werken, niet kan doorstaan wordt geworpen in <strong>de</strong> poel <strong>de</strong>s vuurs, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong><br />

<strong>dood</strong>. De an<strong>de</strong>ren zullen samen met <strong>de</strong> heiligen in <strong>de</strong> nieuwe hemel en <strong>de</strong><br />

nieuwe aar<strong>de</strong> <strong>de</strong> Heer voor eeuwig loven en prijzen.<br />

23


Dan zullen alle gelovigen gesteld wor<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> rechterstoel van Christus.<br />

Al onze werken, al onze gedachten, woor<strong>de</strong>n en da<strong>de</strong>n zullen voor het heilig<br />

aangezicht van onze Heer geopenbaard wor<strong>de</strong>n. Maar, geprezen zij Jezus, onze<br />

zon<strong>de</strong>n die weggewassen zijn door het bloed van Christus, zullen daar niet<br />

gezien wor<strong>de</strong>n. Alle eigen werken zullen blijken als hout, stro en stoppelen te<br />

zijn, die in <strong>de</strong> vuurgloed van Zijn verschijning zal verbran<strong>de</strong>n. Maar al het<br />

werk dat tot eer van <strong>de</strong> Heer is gedaan, wat Christus zelf met en door ons heeft<br />

kunnen doen, al wat wij <strong>de</strong><strong>de</strong>n en spraken in Zijn Naam dat zal blijken zilver,<br />

goud en e<strong>de</strong>lgesteente te zijn, wat zal blinken tot eer van God. Daarvoor zullen<br />

wij loon ontvangen.<br />

"Want wij zullen allen gesteld wor<strong>de</strong>n voor<strong>de</strong> rechterstoel van Christus. Zo<br />

zal dan een ie<strong>de</strong>r onzer voor zichzelf rekenschap geven aan God" (Rom. 14 :<br />

10, 12) .<br />

"Want wij moeten allen voor <strong>de</strong> rechterstoel van Christus openbaar wor<strong>de</strong>n,<br />

opdat een ie<strong>de</strong>r wegdrage wat Hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij<br />

gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad" (2 Cor. 5 : 10).<br />

"Naar <strong>de</strong> gena<strong>de</strong> Gods die mij gegeven is, heb ik als een kundig bouwmeester<br />

het fundament gelegd waarop een an<strong>de</strong>r voort bouwt. Maar ie<strong>de</strong>r zie wel toe,<br />

hoe hij daarop bouwt. Want een an<strong>de</strong>r fundament dan dat er ligt, namelijk<br />

Jezus Christus kan niemand leggen. Is er iemand die op dit fundament bouwt<br />

met goud, zilver, kostbaar gesteente, hout, hooi of stro, ie<strong>de</strong>rs werk zal aan het<br />

licht komen. Want <strong>de</strong> dag zal doen blijken, omdat hij met vuur verschijnt, en<br />

hoedanig ie<strong>de</strong>rs werk is, dat zal het vuur uitmaken. Indien het werk dat hij er<br />

op gebouwd heeft stand houdt, zal hij loon ontvangen, maar indien iemands<br />

werk verbrandt, zal hij scha<strong>de</strong> lij<strong>de</strong>n. Doch hijzelf zal gered wor<strong>de</strong>n, maar als<br />

door vuur heen. Weet gij niet dat gij Gods tempel zijt en dat <strong>de</strong> Geest Gods in<br />

u woont? Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schen<strong>de</strong>n. Want <strong>de</strong><br />

tempel Gods en dat zijt gij, is heilig" (1 Cor. 3 : 10-17).<br />

24


UITOPSTANDING UIT DE DODEN; DE BETERE OPSTANDING<br />

In het voorafgaan<strong>de</strong> hebben we gezien, dat geen <strong>de</strong>r gelovigen langer in het<br />

graf zullen wachten op het moment van hun opstanding, dan tot <strong>de</strong> grote dag<br />

<strong>de</strong>s Heren, voor het begin van het duizendjarige rijk. Wij willen nu zien of er<br />

een mogelijkheid is van vroegere opstanding.<br />

De Hebreeën-brief vertelt ons van martelaren die geloof<strong>de</strong>n in een betere<br />

opstanding. "An<strong>de</strong>ren hebben zich laten folteren, en van geen bevrijding willen<br />

weten, opdat zij aan een betere opstanding <strong>de</strong>el mogen hebben" (Hebr. 11 :<br />

35b).<br />

We kunnen in <strong>de</strong> Bijbel zien, dat er al mensen zijn opgestaan uit <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Wij<br />

lezen van een groep die opston<strong>de</strong>n bij het sterven van Jezus. "Jezus riep<br />

we<strong>de</strong>rom met lui<strong>de</strong>r stem en gaf <strong>de</strong> Geest. En zie, het voorhangsel van <strong>de</strong><br />

tempel scheur<strong>de</strong> van boven tot bene<strong>de</strong>n in tweeën, en <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> beef<strong>de</strong> en <strong>de</strong><br />

rotsen scheur<strong>de</strong>n, en <strong>de</strong> graven gingen open en vele lichamen <strong>de</strong>r ontslapen<br />

heiligen wer<strong>de</strong>n opgewekt. En zij gingen uit <strong>de</strong> graven na zijn opstanding en<br />

kwamen in <strong>de</strong> heilige stad, waar zij aan velen verschenen (Matth. 27 : 50-53).<br />

Jezus had zijn verlossingswerk volbracht. Hij was gekomen om <strong>de</strong> werken<br />

van satan te verbreken. Toen Jezus uitriep "Het is volbracht", was <strong>de</strong> macht<br />

van satan <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> verbroken. Dit werd dus meteen openbaar in <strong>de</strong> eerste<br />

groep gelovigen die opgewekt wer<strong>de</strong>n uit het graf. Het waren gelovigen, want<br />

Gods Woord noemt hen heiligen. Zij ontwaakten uit hun <strong>dood</strong>stoestand op het<br />

moment van het sterven van Jezus; maar zij gingen pas uit hun graven nadat<br />

Jezus was opgestaan. Hij is <strong>de</strong> eersteling (1 Cor. 15 : 23). Omdat ze een<br />

"opstandings lichaam" had<strong>de</strong>n kon<strong>de</strong>n ze ook 3 dagen in het graf blijven.<br />

Er zijn nog twee mensen waarvan we zeker weten dat zij niet meer in het graf<br />

zijn. Dit zijn Mozes en Elia. Op <strong>de</strong> berg <strong>de</strong>r verheerlijking verschijnen zij om<br />

met Jezus te spreken <strong>over</strong> zijn lij<strong>de</strong>n en sterven (Luc. 9 : 29-31). Van Elia<br />

weten wij dat hij <strong>de</strong> <strong>dood</strong> niet heeft gezien (2 Kon. 2 : 11, 12). Hij is een type<br />

van <strong>de</strong> gemeente, evenals Henoch. "En Hij wan<strong>de</strong>l<strong>de</strong> met God en hij was niet<br />

meer, want God had hem opgenomen" (Gen. 5 : 24).<br />

Evenals <strong>de</strong>ze bei<strong>de</strong>n, zal <strong>de</strong> gemeente in <strong>de</strong> eindtijd niet meer sterven, maar in<br />

een ogenblik weggevoerd wor<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> Heer tegemoet in <strong>de</strong> lucht (1 Thess. 4 :<br />

17; 1 Cor. 15 : 51,52). Henoch en Elia zijn nooit in een graf geweest. Vijftig<br />

25


profeten hebben naar Elia gezocht na zijn heengaan, maar niets gevon<strong>de</strong>n. Elia<br />

was niet uit het lichaam getre<strong>de</strong>n of iets <strong>de</strong>rgelijks, maar zoals hij was, <strong>de</strong> hele<br />

persoon, geest, ziel en lichaam, opgevaren naar <strong>de</strong> hemel. "En terwijl zij<br />

voorgingen, al wan<strong>de</strong>len<strong>de</strong> en spreken<strong>de</strong>, zie een vurige wagen en vurige<br />

paar<strong>de</strong>n! En die maakten scheiding tussen hen bei<strong>de</strong>n. Alzo voer Elia in een<br />

storm ten hemel. En Elisa zag het en riep uit: "Mijn va<strong>de</strong>r! Wagens en ruiters<br />

van Israël! En hij zag hem niet meer (2 Kon. 2 : 11, 12). In een ogenblik<br />

ontving hij een geestelijk lichaam en voer op ten hemel. In dit verheerlijkte<br />

lichaam wordt hij ook teruggezien op <strong>de</strong> berg <strong>de</strong>r verheerlijking.<br />

Mozes echter is wél gestorven. Hij werd door God zelf begraven. "Toen stierf<br />

Mozes, <strong>de</strong> knecht <strong>de</strong>s Heren aldaar in het land Moab tegen<strong>over</strong> Beth-Peor en<br />

niemand heeft zijn graf geweten tot op <strong>de</strong>n huidigen dag" (Deut. 34 : 5, 6). De<br />

Bijbel geeft ook aanwijzingen dat Mozes uit <strong>de</strong> <strong>dood</strong> is opgewekt. In <strong>de</strong> brief<br />

van Judas staat, dat <strong>de</strong> engel Michaël wordt uitgezon<strong>de</strong>n om het lichaam van<br />

Mozes uit satans macht te verlossen. "Maar Michaël, <strong>de</strong> aartsengel, durf<strong>de</strong>,<br />

toen hij met <strong>de</strong> duivel in twist gewikkeld was <strong>over</strong> het lichaam van Mozes,<br />

geen sma<strong>de</strong>lijk oor<strong>de</strong>el uitbrengen, doch hij zei<strong>de</strong>: De Here straffe u"<br />

(Judas 9).<br />

Het is dui<strong>de</strong>lijk dat Michaël op dat moment in <strong>de</strong> naam van <strong>de</strong> Heer een eind<br />

maakte aan <strong>de</strong> macht van satan <strong>over</strong> het lichaam van Mozes en dat werd<br />

verlost uit zijn <strong>dood</strong>stoestand. Wanneer dit geweest is, vermeldt Gods woord<br />

niet. Mozes was in zijn leven een type van <strong>de</strong> Heer Jezus. Hij trad op als<br />

mid<strong>de</strong>laar voor het volk bij God (Ex. 32 : 30-34; 33 : 1-17). Hij was een<br />

profeet als Jezus; "Een profeet uit uw mid<strong>de</strong>n, uit uw broe<strong>de</strong>rijen, zoals ik ben,<br />

zal <strong>de</strong> Heer, uw God, u verwekken, naar hem zult gij luisteren" (Deut. 18 : 15).<br />

Daarmee spreekt Mozes <strong>over</strong> Jezus, een profeet, "zoals ik ben".<br />

Wij geloven dat Mozes ook in zijn <strong>dood</strong> een type van <strong>de</strong> Heer Jezus is<br />

geweest en hij ook niet langer dan enkele dagen in het graf is gebleven.<br />

Wanneer hij is opgewekt kunnen wij niet nagaan, maar dat hij is opgestaan is<br />

zeker, want God zond zijn engel om <strong>de</strong> macht van satan <strong>over</strong> zijn gestorven<br />

lichaam te verbreken.<br />

Daarom kunnen we Mozes zien, in een verheerlijkt lichaam op <strong>de</strong> berg <strong>de</strong>r<br />

verheerlijking. Mozes en Elia verschijnen niet als lichaamloze geesten, of<br />

zielen die ergens in een graf nog een lichaam moeten hebben, wat eenmaal aan<br />

hen toegevoegd moet wor<strong>de</strong>n. Neen, zij verschenen als mannen die met Jezus<br />

spraken. Volledige mensen, geest, ziel en lichaam, maar verheerlijkt!<br />

(Luc. 9 : 30-31) .<br />

26


AAN ZIJN DOOD GELIJKVORMIG<br />

Als we <strong>de</strong> brief van Paulus aan <strong>de</strong> Philippenzen lezen, dan zien we dat ook<br />

Paulus zoekt naar een betere, vroegere opstanding, dan <strong>de</strong> opstanding ten<br />

jongsten dage. Paulus schrijft dat hij alles heeft prijs gegeven en zelfs scha<strong>de</strong><br />

acht om dit ene: "Christus te kennen en <strong>de</strong> kracht zijner opstanding, of ik, AAN<br />

ZIJN DOOD GELIJKVORMIG wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong>, zou mogen komen tot <strong>de</strong> (uit)<br />

opstanding uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n" (Philp. 3 : 11).<br />

In <strong>de</strong> grondtekst staat hier tweemaal "uit": uitopstanding uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n. De<br />

opstanding <strong>de</strong>r do<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> opstanding bij het Witte troon gericht aan het ein<strong>de</strong><br />

van het duizendjarige rijk; dit is <strong>de</strong> opstanding voor <strong>de</strong> ongelovigen. De<br />

opstanding uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n is bij <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rkomst <strong>de</strong>s Heren aan het begin van het<br />

vre<strong>de</strong>rijk. Hier wordt bedoeld: Uit alle do<strong>de</strong>n, alleen <strong>de</strong> heiligen. Dus een<br />

selectie uit <strong>de</strong> menigte do<strong>de</strong>n die er zijn.<br />

De uit-opstanding uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n is nog een vroegere opstanding. Paulus jaagt<br />

naar iets waar hij nog niet zeker van is. "Niet dat ik het reeds zou verkregen<br />

hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar of ik het ook grijpen<br />

mocht, omdat ik ook door Christus gegrepen ben. Broe<strong>de</strong>rs ik voor mij acht<br />

niet dat ik het reeds gegrepen heb, maar één ding doe ik: Vergeten<strong>de</strong> hetgeen<br />

achter mij ligt en mij uitstrekken<strong>de</strong> naar hetgeen voor mij ligt, jaag ik naar het<br />

doel, om <strong>de</strong> prijs <strong>de</strong>r roeping die van boven is, in Christus Jezus" (Philp. 3 :<br />

12-14).<br />

Wat is dit waar Paulus naar jaagt. Wat is die volmaaktheid, die prijs <strong>de</strong>r<br />

roeping Gods, die uitopstanding uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n? De brief aan <strong>de</strong> Philippenzen is<br />

één van <strong>de</strong> laatste brieven van Paulus. In zijn vroegere brieven heeft hij<br />

verklaard dat allen die in Christus ontslapen zijn zullen opstaan bij Zijn<br />

we<strong>de</strong>rkomst (1 Thess. 4 : 16; 1 Cor. 15 : 23, 52). Deze opstanding is een<br />

zekerheid voor alle gelovigen, hiernaar behoeft Paulus niet te jagen en te<br />

zoeken. Paulus zoekt <strong>de</strong> kracht van Christus opstanding te leren kennen en <strong>de</strong><br />

gemeenschap aan zijn lij<strong>de</strong>n, om daardoor aan zijn <strong>dood</strong> gelijkvormig<br />

wor<strong>de</strong>n<strong>de</strong> te komen tot <strong>de</strong> uitopstanding uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n.<br />

De <strong>dood</strong> van Jezus Christus is iets heel bijzon<strong>de</strong>rs. Hij stierf uit volmaakte<br />

vrijwillige gehoorzaamheid aan <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r. Hij nam <strong>de</strong> beker van het lij<strong>de</strong>n en<br />

dronk <strong>de</strong>ze vrijwillig geheel leeg. Hij stierf uit lief<strong>de</strong> voor een verloren,<br />

ellendige en hopeloze wereld. Hij stierf als rechtvaardige voor <strong>de</strong><br />

onrechtvaardigen en door zijn sterven werd <strong>de</strong> <strong>dood</strong> van haar kracht beroofd.<br />

27


Satan kon zijn graf niet gesloten hou<strong>de</strong>n, zijn lichaam heeft geen ver<strong>de</strong>rving<br />

gezien. Na drie dagen stond Hij op uit het graf om voor eeuwig het<br />

onver<strong>de</strong>rfelijke leven aan het licht te brengen.<br />

Dit is een <strong>dood</strong> waaraan Paulus gelijkvormig hoopt te wor<strong>de</strong>n. Hij verlangt<br />

ook volmaakt gehoorzaam te zijn aan <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r, zodat ook zijn sterven zal<br />

openbaar maken dat <strong>de</strong> satan geen macht <strong>over</strong> hem heeft. Dat zijn lichaam niet<br />

zal verteren, maar dat hij, evenals Jezus, na enkele dagen zal opstaan uit <strong>de</strong><br />

do<strong>de</strong>n. Dit is <strong>de</strong> kracht van Christus' opstanding, die <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>over</strong>won. Deze<br />

wil Paulus leren kennen en er ten volle <strong>de</strong>el aan hebben.<br />

Als we dit goed gezien hebben dan beginnen wij ook beter het begin van <strong>de</strong><br />

Philippenzen brief te begrijpen. Paulus is in gevangenschap als hij <strong>de</strong>ze brief<br />

schrijft. Hij zal spoedig voor het gericht moeten verschijnen. Eén ding is voor<br />

hem maar belangrijk: Dat Christus zal wor<strong>de</strong>n grootgemaakt in zijn lichaam.<br />

Hij vertrouwt dat hij door <strong>de</strong> kracht van <strong>de</strong> heilige Geest, zoals steeds,<br />

vrijmoedigheid zal hebben om van <strong>de</strong> Heer te getuigen.<br />

Dan zal Christus wor<strong>de</strong>n grootgemaakt hetzij door zijn leven, hetzij door zijn<br />

<strong>dood</strong> (Philp. 1 : 19,20). Als hij ter <strong>dood</strong> veroor<strong>de</strong>eld wordt, dan is zijn sterven<br />

om <strong>de</strong> Naam van Jezus, hem gewin. Dan ontvangt hij een speciale beloning,<br />

een martelaarskroon. Het sterven is voor hem gewin omdat <strong>de</strong> opstanding in<br />

grotere heerlijkheid zal zijn (Philip. 1 : 21).<br />

Omdat Paulus <strong>de</strong> kracht van Christus' opstanding wil leren kennen en zocht<br />

naar een uitopstanding uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n, gelijk Jezus, kan hij ook schrijven "Van<br />

bei<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>n wordt ik gedrongen ik verlang heen te gaan en met Christus te<br />

zijn, want dit is verreweg het beste; maar nog in het vlees te blijven is nodiger<br />

om uwentwil" (Philip. 1 : 23, 24). De hoop van Paulus is niet in het voortleven<br />

van zijn ziel, maar in <strong>de</strong> opstanding.<br />

De ou<strong>de</strong> vertaling zegt het zó: "Ontbon<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n en met Christus te zijn<br />

want dat is verreweg het beste." Met dit "ontbon<strong>de</strong>n zijn" bedoelt hij niet<br />

verlost van het lichaam maar <strong>de</strong> verlossing uit <strong>de</strong> <strong>dood</strong>stoestand, uit <strong>de</strong><br />

sterfelijkheid. Dit kan door een sterven en opstaan, nèt als Jezus (na 3 dagen)<br />

het kan ook zijn door een voortleven in geloof zoals Henoch en Elia.<br />

Uitein<strong>de</strong>lijk zijn wij als gemeente die het lichaam van Christus is, gesteld om<br />

onvergankelijk leven aan het licht te brengen; want we zijn door zijn<br />

god<strong>de</strong>lijke kracht "ontkomen aan het ver<strong>de</strong>rf dat door <strong>de</strong> begeerte in <strong>de</strong> wereld<br />

heerst" (2 Petr. 1 : 4b).<br />

28


Hoofdstuk 5<br />

JEZUS OVERWON DE DOOD<br />

"Opdat Hij, door zijn <strong>dood</strong> hem, die <strong>de</strong> macht <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> had, <strong>de</strong> duivel, zou<br />

onttronen, en allen zou bevrij<strong>de</strong>n, die geduren<strong>de</strong> hun ganse leven door <strong>de</strong><br />

angst voor <strong>de</strong> <strong>dood</strong> tot slavernij gedoemd waren" (Hebr. 2 : 14, 15).<br />

Hoe verheugen we ons in dit machtige feit: Jezus <strong>over</strong>won <strong>de</strong> <strong>dood</strong>! Vooral<br />

op Paasmorgen juicht het in ons hart. Jezus is opgestaan, .. Jezus heeft <strong>de</strong> <strong>dood</strong><br />

<strong>over</strong>wonnen." Glorie voor Jezus! Hij leeft! En aan <strong>de</strong> alles<strong>over</strong>heersen<strong>de</strong><br />

macht van <strong>de</strong> <strong>dood</strong> is een ein<strong>de</strong> gekomen. Niet voor zichzelf, maar voor ons<br />

heeft Jezus <strong>de</strong> <strong>dood</strong> <strong>over</strong>wonnen, om ons daardoor van <strong>de</strong> <strong>dood</strong> te verlossen.<br />

We weten dat het loon van <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> is. Wij zijn allemaal als<br />

zondaars geboren, als zaad van Adam. Wij had<strong>de</strong>n niets an<strong>de</strong>rs te verwachten<br />

dan <strong>de</strong> <strong>dood</strong> en daarna het oor<strong>de</strong>el. Dit was <strong>de</strong> hopeloze toestand van <strong>de</strong><br />

mensheid. Maar Jezus is gekomen. Hij stierf in onze plaats en heeft, hoewel<br />

Hij zon<strong>de</strong>r zon<strong>de</strong> was, het oor<strong>de</strong>el, <strong>de</strong> straf van <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> op zich genomen. De<br />

eeuwige kringloop van: "Het is <strong>de</strong> mens beschikt eenmaal te sterven en daarna<br />

het oor<strong>de</strong>el" (Hebr. 9 : 27) is doorbroken. Voor alle kin<strong>de</strong>ren van Adam geldt<br />

dit woord. Maar prijst God, door geloof zijn wij geen kin<strong>de</strong>ren van Adam<br />

meer, maar kin<strong>de</strong>ren van God, want we zijn we<strong>de</strong>rom geboren.<br />

"Een ie<strong>de</strong>r die gelooft, dat Jezus <strong>de</strong> Christus is, is uit God geboren"<br />

(1 Joh.5:1) . "Ziet, welk een lief<strong>de</strong> ons <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r gegeven heeft, dat wij kin<strong>de</strong>ren<br />

Gods genoemd wor<strong>de</strong>n, en wij zijn het ook" (1 Joh. 3 : 1).<br />

De Heer lere ons om Hem recht te kennen en <strong>de</strong> kracht zijner opstanding,<br />

schrijft Paulus in Efezen: "U ge<strong>de</strong>nken<strong>de</strong> met mijn gebe<strong>de</strong>n, opdat <strong>de</strong> God van<br />

onzen Heer Jezus Christus, <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r <strong>de</strong>r heerlijkheid, u geve <strong>de</strong> Geest van<br />

wijsheid en van openbaring om Hem te kennen: verlichte ogen uws harten<br />

zodat gij weet welke hoop zijn roeping wekt; hoe rijk <strong>de</strong> heerlijkheid is zijner<br />

erfenis bij <strong>de</strong> heiligen, en hoe groot zijn kracht is aan ons, die geloven, naar <strong>de</strong><br />

werking van <strong>de</strong> sterkte zijner macht, die Hij heeft gewrocht in Christus, door<br />

Hem uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n op te wekken, en Hem te zetten aan zijn rechterhand in <strong>de</strong><br />

hemelse gewesten, boven alle <strong>over</strong>heid en macht... Als hoofd van zijn lichaam<br />

.. vervuld met hem die alles in allen volmaakt" (Ef. 1 : 16-23).<br />

29


Het gaat ons hier niet om dat wij zou<strong>de</strong>n weten welke kracht er in Jezus<br />

Christus werkte, waardoor Hij uit <strong>de</strong> <strong>dood</strong> is opgestaan. Gelukkig is dit een<br />

bekend feit, dat Hij uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n is opgestaan, maar het gaat erom dat wij<br />

beseffen zullen, welke kracht in ons werkt.<br />

Paulus bidt om <strong>de</strong> Geest van openbaring en wijsheid, opdat we zou<strong>de</strong>n<br />

beseffen hoe <strong>over</strong>weldigend groot zijn kracht is aan ons. Diezelf<strong>de</strong> god<strong>de</strong>lijke<br />

levensvernieuwen<strong>de</strong> kracht die in Christus werkte, waardoor <strong>de</strong> <strong>dood</strong> hem niet<br />

hou<strong>de</strong>n kon en waardoor Hij gesteld werd in <strong>de</strong> opperste heerschappij,<br />

diezelf<strong>de</strong> kracht werkt in ons, die geloven. Is dat niet <strong>over</strong>weldigend heerlijk<br />

en groot? Laten we bid<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> geest van openbaring. Alleen <strong>de</strong> heilige<br />

Geest kan het ons dui<strong>de</strong>lijk maken. In het twee<strong>de</strong> hoofdstuk verklaart Paulus<br />

nog ver<strong>de</strong>r dit geheimenis. Vroeger waren wij <strong>dood</strong> (Ef. 2 : 1) door onze<br />

zon<strong>de</strong>n, net als Jezus in het graf, maar God heeft ons met Christus levend<br />

gemaakt. Hij heeft ons net zo opgewekt uit onze <strong>dood</strong>stoestand, zoals Hij Jezus<br />

heeft opgewekt uit het graf en ons met Christus gesteld in <strong>de</strong> troon, om met<br />

Hem <strong>over</strong> alle machten en krachten te heersen. Dit is <strong>de</strong> geweldige<br />

opstandingskracht van Christus, die in ons werkt. "God echter heeft om zijn<br />

grote lief<strong>de</strong>, waarmee hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij <strong>dood</strong> waren door<br />

<strong>de</strong> <strong>over</strong>tredingen, me<strong>de</strong> levend gemaakt met Christus, door gena<strong>de</strong> zijt gij<br />

behou<strong>de</strong>n, en Hij heeft ons me<strong>de</strong> opgewekt en ons me<strong>de</strong> een plaats gegeven in<br />

<strong>de</strong> hemelse gewesten in Christus Jezus" (Ef. 2: 4--6).<br />

MET CHRISTUS GESTORVEN<br />

Jezus is niet alleen voor ons gestorven, maar wij zijn ook met Hem gestorven<br />

en begraven. Wij zijn ook met Hem opgestaan en met Hem gesteld boven <strong>de</strong><br />

hele legermacht van satan. "Met Christus ben ik gekruisigd en toch leef ik, niet<br />

meer mijn ik, maar Christus leeft in mij" (Gal. 2 : 20).<br />

"Of weet gij niet dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn <strong>dood</strong><br />

gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door <strong>de</strong> doop in <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, opdat,<br />

gelijk Christus uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n opgewekt is door <strong>de</strong> majesteit <strong>de</strong>s Va<strong>de</strong>rs, zo ook<br />

wij in nieuwheid <strong>de</strong>s levens zou<strong>de</strong>n wan<strong>de</strong>len. Dit weten wij immers, dat onze<br />

ou<strong>de</strong> mens me<strong>de</strong>gekruisigd is, opdat aan het lichaam <strong>de</strong>r zon<strong>de</strong> zijn kracht<br />

ontnomen zou wor<strong>de</strong>n en wij niet langer slaven <strong>de</strong>r zon<strong>de</strong> zou<strong>de</strong>n zijn, want<br />

wie gestorven is, is rechtens vrij van <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>" (Rom. 6 : 3-7).<br />

30


Hoeveel te weinig leren <strong>de</strong> christenen <strong>de</strong>ze waarheid, dat zij geen slaven <strong>de</strong>r<br />

zon<strong>de</strong> meer zijn. Als iemand zegt: "Ja, maar we blijven zondaars", dan is<br />

ie<strong>de</strong>reen het er mee eens, en vindt men dit vroom en <strong>de</strong>emoedig. Het klinkt<br />

misschien vroom, maar wij eren er <strong>de</strong> Heer niet mee maar <strong>de</strong> satan. Denkt u<br />

eens in: Jezus heeft er alles voor <strong>over</strong> gehad om ons vrij te maken van <strong>de</strong><br />

macht van satan, zon<strong>de</strong> en <strong>dood</strong>. Hij liet zich bespotten en geselen en kruisigen<br />

om ons vrij te maken, voor eeuwig te verlossen, maar inplaats dat wij hem<br />

loven en danken dat wij geen zondaars meer zijn, belij<strong>de</strong>n wij dat wij wel<br />

zondaars zijn en blijven.<br />

Wij zou<strong>de</strong>n evengoed tegen <strong>de</strong> Heer kunnen zeggen: "Heer, u bent wel<br />

machtig, maar <strong>de</strong> satan is toch machtiger, want hij werkt in mij." Nee, laten we<br />

het Woord belij<strong>de</strong>n, en ophou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> schijnvrome gewoonte om<br />

voortdurend in onszelf en onze broe<strong>de</strong>rs zon<strong>de</strong>n te zoeken. Zo lang we dit<br />

doen, spelen we <strong>de</strong> aanklager, <strong>de</strong> satan in <strong>de</strong> kaart.<br />

VRIJ VAN ZONDE<br />

Gods woord zegt dat wij door het volbrachte werk van Jezus, op Golgotha,<br />

volkomen verlost zijn van alle zon<strong>de</strong>n, en volkomen geheiligd. Het enige wat<br />

God ons vraagt is geloof, zon<strong>de</strong>r "Ja maar's". Laten we aannemen wat God<br />

zegt. Met Christus sterven, is; ons verstand begraven. Ophou<strong>de</strong>n met<br />

<strong>over</strong>leggen en re<strong>de</strong>neren. Ophou<strong>de</strong>n met een weg van heiligmaking te gaan.<br />

Het is aannemen als een kind, wat Hij <strong>over</strong> ons zegt:<br />

"Indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem<br />

zullen leven, daar wij weten dat Christus, nu Hij uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n is opgewekt, niet<br />

meer sterft. De <strong>dood</strong> heeft geen heerschappij meer <strong>over</strong> Hem. Want wat zijn<br />

<strong>dood</strong> betreft, is Hij voor <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> eens voor altijd gestorven, wat zijn leven<br />

betreft, leeft Hij voor God. Zo moet het ook voor u VASTSTAAN, dat gij wel<br />

<strong>dood</strong> zijt voor <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>, maar levend voor God in Christus Jezus. Laat dan <strong>de</strong><br />

zon<strong>de</strong> niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn<br />

begeerte zoudt gehoorzamen, en stelt uw le<strong>de</strong>n niet langer als wapenen <strong>de</strong>r<br />

ongerechtigheid ten dienste van <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>, maar stelt u ten dienste van God, als<br />

mensen die <strong>dood</strong> zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw le<strong>de</strong>n als wapenen<br />

<strong>de</strong>r gerechtigheid ten dienste van God. Immers, <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> zal <strong>over</strong> u geen<br />

heerschappij voeren, want gij zijt niet on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> wet, maar on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gena<strong>de</strong>"<br />

(Rom. 6 : 8-14).<br />

31


Hoofdstuk 6<br />

NIET MEER ZONDIGEN<br />

"Komt tot <strong>de</strong> rechte nuchterheid en zondigt niet langer"<br />

(1 Cor.15 : 34).<br />

Het is Gods uitgesproken wil, dat we ophou<strong>de</strong>n met zondigen en tot eer van<br />

Hem zullen leven. "Maar Go<strong>de</strong> zij dank; gij wáárt slaven <strong>de</strong>r zon<strong>de</strong>, doch gij<br />

zijt van harte gehoorzaam gewor<strong>de</strong>n aan dien vorm van on<strong>de</strong>rricht, die u<br />

<strong>over</strong>geleverd is, en VRIJGEMAAKT VAN DE ZONDE, zijt gij in dienst<br />

gekomen van <strong>de</strong> gerechtigheid. Ik zeg dit van menselijk standpunt om <strong>de</strong><br />

zwakheid van uw vlees. Want gelijk gij uw le<strong>de</strong>n gesteld hebt ten dienste van <strong>de</strong><br />

onreinheid en van <strong>de</strong> wetteloosheid tot wetteloosheid, zo stelt nu uw le<strong>de</strong>n ten<br />

dienste van <strong>de</strong> gerechtigheid tot heiliging . .. Maar thans, VRIJGEMAAKT van<br />

<strong>de</strong> zon<strong>de</strong> en in <strong>de</strong> plenst van God gekomen, hebt gij tot vrucht uw heiliging en<br />

als ein<strong>de</strong> het eeuwige leven" (Rom. 6 : 17-22).<br />

Vele mensen menen, dat zij heiligmaking moeten zoeken door heel vroom en<br />

ingetogen te leven. Dit leidt alleen maar tot geestelijke hoogmoed. Wij zijn<br />

volkomen geheiligd door het volmaakte verlossingswerk van Jezus Christus.<br />

Als het mogelijk was door werken heilig te wor<strong>de</strong>n was Christus tevergeefs<br />

gestorven. Nee, onze heiliging is <strong>de</strong> vrucht van het werk van Jezus, niet van<br />

onze vroomheid.<br />

"Krachtens die wil zijn wij eens voor altijd geheiligd door het offer van het<br />

lichaam van Jezus Christus" (Hebr. 10 : 10). "Want door één offeran<strong>de</strong> heeft<br />

Hij voor altijd hen volmaakt die geheiligd wor<strong>de</strong>n" (Hebr. 10 : 14). Het woord<br />

"heilig" betekent afgezon<strong>de</strong>rd. De tegenwoordige wereld is het koninkrijk van<br />

satan. Hierin heersen zon<strong>de</strong>, ziekte en <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Uit dit rijk zijn wij<br />

afgezon<strong>de</strong>rd, geheiligd. "Hij heeft ons verlost uit <strong>de</strong> macht <strong>de</strong>r duisternis, en<br />

ons <strong>over</strong>gebracht in het koninkrijk van <strong>de</strong> Zoon zijner lief<strong>de</strong>" (Col. 1 : 13).<br />

Dit is <strong>de</strong> heerlijke werkelijkheid waarin wij mogen leven: Wij zijn <strong>over</strong>gezet<br />

in Gods koninkrijk. Satan zal alles proberen om ons te laten geloven dat hij<br />

nog macht <strong>over</strong> ons heeft; hij zal proberen ons te verlei<strong>de</strong>n tot zon<strong>de</strong> en ons<br />

aan te vallen met ziekten. Hij is <strong>de</strong> leugenaar van <strong>de</strong> beginne. "Biedt weerstand<br />

aan <strong>de</strong> duivel en hij zal van u vlie<strong>de</strong>n" (Jac. 4 : 7).<br />

Belijdt niet <strong>de</strong> werken van satan, maar belijdt <strong>de</strong> waarheid van Gods woord.<br />

U bent 2000 jaar gele<strong>de</strong>n genezen van uw ziekten, die op Jezus gelegd wer<strong>de</strong>n.<br />

U bent van een zondaar tot een koningskind veran<strong>de</strong>rd, door Jezus' werk, dat<br />

32


2000 jaar terug plaats vond. "Wij weten, dat een ie<strong>de</strong>r die uit God geboren is,<br />

niet zondigt, want Hij die uit God geboren is bewaart hem, en <strong>de</strong> boze heeft<br />

geen vat op hem" (1 Joh. 5 : 18).<br />

Jezus zegt: "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, een ie<strong>de</strong>r die <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> doet, is<br />

een slaaf <strong>de</strong>r zon<strong>de</strong>. En <strong>de</strong> slaaf blijft niet eeuwig in het huis, <strong>de</strong> zoon blijft er<br />

eeuwig. Wanneer dan <strong>de</strong> Zoon u vrijgemaakt heeft, zult gij WERKELIJK vrij<br />

zijn. (Joh. 8 : 34- 36).<br />

Wat Paulus zegt komt op het zelf<strong>de</strong> neer: "Opdat wij waarlijk vrij zou<strong>de</strong>n<br />

zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet we<strong>de</strong>rom<br />

een slavenjuk opleggen" (Gal. 5 : 1). Johannes schrijft ver<strong>de</strong>r: "En gij weet dat<br />

Hij ge openbaard is, opdat Hij <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n zou wegnemen en in Hem is geen<br />

zon<strong>de</strong>. Een ie<strong>de</strong>r die in Hem blijft zondigt niet, een ie<strong>de</strong>r die zondigt heeft Hem<br />

niet gezien en heeft Hem niet gekend."<br />

"Kin<strong>de</strong>rkens, laat u niet mislei<strong>de</strong>n. Wie <strong>de</strong> rechtvaardigheid doet, is<br />

rechtvaardig, gelijk hij rechtvaardig is, wie <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> doet is uit <strong>de</strong> duivel, want<br />

<strong>de</strong> duivel zondigt van <strong>de</strong>n beginne. Hiertoe is <strong>de</strong> zoon van God geopenbaard,<br />

opdat hij <strong>de</strong> werken <strong>de</strong>s duivels verbreken zou. Een ie<strong>de</strong>r die uit God geboren<br />

is, doet geen zon<strong>de</strong>, want het zaad Gods blijft in Hem, en hij kan niet zondigen,<br />

want Hij is uit God geboren. Hieraan zijn <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren Gods en <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>s<br />

duivels kenbaar: Een ie<strong>de</strong>r die <strong>de</strong> rechtvaardigheid niet doet is niet uit God,<br />

evenmin als wie zijn broe<strong>de</strong>r niet liefheeft" (1 Joh. 3 : 5-10).<br />

Gods woord is wel messcherp op dit punt. Het is óf zwart óf wit. Of kind van<br />

God en niet zondigen, óf kind van <strong>de</strong> duivel en zondigen. Misschien komt <strong>de</strong><br />

vraag bij u op: Ben ik dan wel een kind van God, want ik heb pas nog<br />

gezondigd? Gods woord zegt dat u een kind van God bent als u gelooft in<br />

Jezus. "Een ie<strong>de</strong>r die gelooft dat Jezus <strong>de</strong> Christus is is uit God geboren" (1<br />

Joh. 5 : 1). Dit gelooft u. Geloof dan ook wat in diezelf<strong>de</strong> brief staat: "Een<br />

ie<strong>de</strong>r die uit God geboren is doet geen zon<strong>de</strong>, want het zaad Gods blijft in hem,<br />

en hij kan niet zondigen" (1 Joh. 5 :9).<br />

Grijp dit woord vast in geloof, neem het voor uzelf, blijf het vasthou<strong>de</strong>n door<br />

alles heen en <strong>de</strong> Heer zal u kracht geven om op te hou<strong>de</strong>n met zondigen. Let<br />

wel: Geloof grijpt altijd eerst <strong>de</strong> belofte en sluit zich af voor <strong>de</strong> symptomen,<br />

totdat <strong>de</strong> beloften waar zijn gewor<strong>de</strong>n. Abraham, <strong>de</strong> va<strong>de</strong>r van alle gelovigen<br />

hield <strong>de</strong> belofte, dat hij in zijn ou<strong>de</strong>rdom een zoon zou krijgen vast, hij<br />

twijfel<strong>de</strong> niet door ongeloof. Hij was er van <strong>over</strong>tuigd dat God bij machte was,<br />

dat te doen wat Hij beloofd had, en het won<strong>de</strong>r gebeur<strong>de</strong>.<br />

33


Zo is het ook met uw gerechtigheid. Ga eerst belij<strong>de</strong>n wat <strong>de</strong> Bijbel zegt:.<br />

Kijk niet meer terug. Zie alleen op Gods woord, en Na enige tijd zult u tot<br />

ont<strong>de</strong>kking komen, dat het in <strong>de</strong> weg die achter u ligt waar is gewor<strong>de</strong>n. Eerst<br />

geloven, dán zien. "Zo moet het voor u vaststaan dat gij wèl <strong>dood</strong> zijt voor <strong>de</strong><br />

zon<strong>de</strong>, maar levend voor God in Christus Jezus" (Rom. 6 : 11). Eerst moet het<br />

voor ons vaststaan omdat het Woord het zegt en dan ernaar leven.<br />

Het is satan die ons altijd wil beschuldigen en aanklagen. Maar "Wie zal<br />

uitverkorenen Gods beschuldigen? God is het die rechtvaardigt . .. " (Rom. 8 :<br />

33). Wij zijn niet zwak. Wij vermogen alle dingen in Christus (Philipp. 4 : 13).<br />

We eren God niet met "gewil<strong>de</strong> ne<strong>de</strong>righeid". We moeten ons als een<br />

koninklijke natie gedragen. Als me<strong>de</strong>-erfgenamen met Christus.<br />

Veel is hier<strong>over</strong> te zeggen. Maar in uw persoonlijke studie van het Woord<br />

zult u vanzelf <strong>de</strong> bevestiging vin<strong>de</strong>n. Voordat Jezus komt zal er een reine,<br />

onbesmette bruidsgemeente zijn. In die tijd leven wij, <strong>de</strong> tijd voordat Jezus<br />

komt. We moeten nu tot <strong>de</strong> volheid komen. Dit is <strong>de</strong> grote reiniging en<br />

heiliging van <strong>de</strong> gemeente, welke samengaat en voortgestuwd wordt door <strong>de</strong><br />

uitstorting van <strong>de</strong> spa<strong>de</strong>-regen.<br />

HOOFDSTUK 7<br />

NIET MEER STERVEN<br />

"De <strong>dood</strong> is verzwolgen in <strong>de</strong> <strong>over</strong>winning" (1 Cor. 15 : 54b).<br />

Nu komen we tot <strong>de</strong> laatste en allerbelangrijkste waarheid van Gods woord.<br />

Als we ophou<strong>de</strong>n met zondigen, door <strong>de</strong> verlossingskracht van Jezus dan<br />

zullen we ook niet sterven. Dit is het allerbelangrijkste feit, waar het eigenlijk<br />

in <strong>de</strong> hele wereldgeschie<strong>de</strong>nis om gaat. Dan zal het woord waarheid wor<strong>de</strong>n:<br />

"De <strong>dood</strong> is verzwolgen in <strong>de</strong> <strong>over</strong>winning" (1 Cor. 15 : 54b).<br />

We hebben gezien dat Christus voor ons is gestorven en dat wij met hem<br />

gestorven zijn. Het is volkomen dwaas en ook nooit <strong>de</strong> bedoeling geweest, dat<br />

wij toch nóg een keer zou<strong>de</strong>n moeten sterven. Jezus zegt: "Voorwaar,<br />

voorwaar Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft die mij gezon<strong>de</strong>n<br />

heeft, heeft eeuwig leven, en komt niet in het oor<strong>de</strong>el, want hij is <strong>over</strong>gegaan<br />

uit <strong>de</strong> <strong>dood</strong> in het leven" (Joh. 5 : 24).<br />

34


"Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie gelooft heeft eeuwig leven. Ik ben het<br />

brood <strong>de</strong>s levens, Uw va<strong>de</strong>ren hebben in <strong>de</strong> woestijn het manna gegeten en zijn<br />

gestorven; dit is het brood dat uit <strong>de</strong> hemel ne<strong>de</strong>rdaalt, opdat wie ervan eet,<br />

niet sterve. Ik ben het leven<strong>de</strong> brood, dat uit <strong>de</strong> hemel ne<strong>de</strong>rdaalt. Indien<br />

iemand van dit brood eet zal hij in eeuwigheid leven, en het brood dat Ik geven<br />

zal, is mijn vlees, voor het leven <strong>de</strong>r wereld" (Joh. 6 : 47-51).<br />

" Want mijn vlees is ware spijs en mijn bloed is ware drank. Wie mijn vlees<br />

eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Gelijk <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r Mij<br />

gezon<strong>de</strong>n heeft en Ik leef door <strong>de</strong> Va<strong>de</strong>r zo zal ook hij, die Mij eet, leven door<br />

Mij. Dit is het brood, dat uit <strong>de</strong> hemel ne<strong>de</strong>rgedaald is; niet gelijk <strong>de</strong> va<strong>de</strong>ren<br />

gegeten hebben en gestorven zijn; wie dit brood eet zal in eeuwigheid leven"<br />

(Joh. 6 : 55-58).<br />

Het leven zon<strong>de</strong>r sterven dat voor ons bereid is, is niet alleen een zaak voor:<br />

"Straks in het duizendjarige rijk". Want wij mogen nu al <strong>de</strong> krachten ervaren<br />

van <strong>de</strong> toekomen<strong>de</strong> eeuw (Hebr. 6 : 5) . Dit is niet allemaal toekomstmuziek.<br />

Dit is voor ons nu. Wij zijn wat Gods plan betreft al in <strong>de</strong> hemelse gewesten.<br />

"Die in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven" (Joh. 11 : 25,26).<br />

Net zo zeker als <strong>de</strong> va<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> woestijn het manna gegeten hebben en<br />

gestorven zijn, evenzo zullen zij, die Jezus Christus, het brood <strong>de</strong>s levens eten,<br />

niet meer sterven. Wij zijn "we<strong>de</strong>rgeboren, niet uit vergankelijk, maar<br />

ONVERGANKELIJK zaad" (1 Petr. 1 : 23-25).<br />

"Alle vlees is als gras"<br />

"En al zijn heerlijkheid als een bloem in het gras"<br />

"Het gras verdort"<br />

"En <strong>de</strong> bloem valt af"<br />

"Maar het woord <strong>de</strong>s Heren blijft in eeuwigheid"<br />

"Dit nu is het woord dat u als evangelie verkondigd is"<br />

(1 Petr. 1 : 23-25).<br />

God heeft ons begiftigd met heerlijke beloften opdat we "Daardoor <strong>de</strong>el<br />

zou<strong>de</strong>n hebben aan <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lijke natuur, ontkomen aan het ver<strong>de</strong>rf dat door<br />

<strong>de</strong> begeerte in <strong>de</strong> wereld heerst" (2 Petr. 1,3,4). Hoe is het mogelijk, vragen<br />

we ons af, dat wij altijd <strong>de</strong> bijbel gelezen hebben zon<strong>de</strong>r ooit <strong>de</strong>ze machtige<br />

waarhe<strong>de</strong>n gezien te hebben. We zijn we<strong>de</strong>rgeboren uit onvergankelijk zaad;<br />

wij zijn ontkomen aan het ver<strong>de</strong>rf, we hebben <strong>de</strong>el aan <strong>de</strong> god<strong>de</strong>lijke natuur,<br />

dat wil zeggen: De onsterfelijke natuur. "Wie <strong>de</strong> wil van God doet, blijft in<br />

eeuwigheid" staat er.<br />

35


Laten we God prijzen voor het feit dat "Jezus <strong>de</strong> <strong>dood</strong> van zijn kracht heeft<br />

beroofd, en onvergankelijk leven aan het licht gebracht heeft door het<br />

evangelie" (2 Tim. 1 : 10). "Loof <strong>de</strong>n Here, mijn ziel"<br />

"En al wat in mij is, zijn heilige Naam"<br />

"Loof <strong>de</strong>n Heer, mijn ziel"<br />

"En vergeet niet een van zijn welda<strong>de</strong>n"<br />

"Die al uw ongerechtigheid vergeeft"<br />

"Die al uw krankhe<strong>de</strong>n geneest"<br />

"Die uw leven verlost van <strong>de</strong> groeve"<br />

"Die u kroont met goe<strong>de</strong>rtierenheid en barmhartigheid"<br />

"Die uw ziel verzadigt met het goe<strong>de</strong>"<br />

"Zodat uw jeugd zich vernieuwt als van een arend"<br />

(Ps. 103 : 1-·5).<br />

Al in het ou<strong>de</strong> Testament wordt op verschillen<strong>de</strong> plaatsen gesproken <strong>over</strong> <strong>de</strong><br />

Verlossing van <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, die komen zal door <strong>de</strong> Verlosser. Psalm 103 spreekt<br />

<strong>over</strong> verlost wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> groeve, zodat uw jeugd zich vernieuwt als die van<br />

een arend. Ook in Job lezen we daarvan:<br />

"Indien een engel hem terzij<strong>de</strong> staat"<br />

"Een VOORSPRAAK, een uit duizend ... "<br />

"Bevrijd hem, dat hij niet in <strong>de</strong> groeve dale … "<br />

"Zijn lichaam wordt frisser dan in zijn jeugd"<br />

"Hij keert terug in <strong>de</strong> dagen van zijn jonkheid ... "<br />

"Hij heeft mijn ziel bevrijd van <strong>de</strong> gang naar <strong>de</strong> groeve"<br />

"En mijn leven verlustigt zich in het licht ... "<br />

"Zijn ziel terugbrengen van <strong>de</strong> groeve"<br />

"Zodat hij bestraald wordt door het levenslicht"<br />

(Job. 33 : 23-30).<br />

Hier is nog geen inzicht in <strong>de</strong> volkomen verlossing door <strong>de</strong> zoen<strong>dood</strong> van<br />

Jezus, maar door <strong>de</strong> heilige Geest is er toch een weten van een losprijs van een<br />

Voorspraak, één uit duizend, waardoor <strong>de</strong> mens die bidt tot God, in<br />

welgevallen wordt aangenomen en zijn gerechtigheid wordt hem<br />

teruggeschonken, hij wordt van het graf teruggebracht.<br />

Ver<strong>de</strong>r lezen we van twee geloofshel<strong>de</strong>n die <strong>de</strong> <strong>dood</strong> niet zijn ingegaan,<br />

Henoch en Elia. Vroeger hebben we bij het lezen van <strong>de</strong>ze dingen en al <strong>de</strong><br />

won<strong>de</strong>rda<strong>de</strong>n die ze <strong>de</strong><strong>de</strong>n, altijd gedacht dat <strong>de</strong> hel<strong>de</strong>n alleen in die tijd<br />

36


kon<strong>de</strong>n leven. Het leek ons, alsof God vroeger alleen grote profeten had, maar<br />

nu niet meer. Maar Prijst God, Hij is onveran<strong>de</strong>rd, en Elia was een man net als<br />

wij (Jac. 5 : 17).<br />

Elia was een type van <strong>de</strong> gemeente in <strong>de</strong> eindtijd, die ook zo <strong>de</strong> Heer<br />

tegemoet zal gaan in <strong>de</strong> lucht. Met ons wil God ver<strong>de</strong>r gaan dan met alle<br />

hel<strong>de</strong>n die voor ons geleefd hebben. Met <strong>de</strong> eindtijd-gemeente wil <strong>de</strong> Heer zijn<br />

werk volein<strong>de</strong>n, afron<strong>de</strong>n. "En op <strong>de</strong>ze Petra zal ik mijn gemeente bouwen en<br />

<strong>de</strong> poorten van het do<strong>de</strong>nrijk zullen haar niet <strong>over</strong>weldigen" (Matth. 16 : 18).<br />

Voor <strong>de</strong> laatste gemeente is <strong>de</strong> opdracht weggelegd <strong>de</strong> duivel van zijn troon te<br />

stoten door het bloed van het Lam en het woord van hun getuigenis (Op. 12 :<br />

11).<br />

Jezus zegt, dat <strong>de</strong> minste in het koninkrijk meer is dan alle profeten van<br />

vroeger. Wat vóór ons geweest is, is allemaal voorspel. Het is opgeschreven<br />

om ons erdoor te leren. De profeten hebben gevorst en gezocht naar <strong>de</strong><br />

heerlijkheid die <strong>over</strong> ons geopenbaard is gewor<strong>de</strong>n. Zelfs engelen zijn begerig<br />

om hierin een blik te slaan.<br />

"Naar <strong>de</strong>ze zaligheid hebben gezocht en gevorst <strong>de</strong> profeten, die van <strong>de</strong> voor u<br />

bestem<strong>de</strong> gena<strong>de</strong> geprofeteerd hebben, terwijl ze naspeur<strong>de</strong>n, op welke en<br />

hoedanige tijd <strong>de</strong> Geest van Christus in hen doel<strong>de</strong>, toen Hij vooraf getuigenis<br />

gaf van al het lij<strong>de</strong>n dat <strong>over</strong> Christus zou komen, en van al <strong>de</strong> heerlijkheid<br />

daarna. Hun werd geopenbaard, dat zij niet zichzelf, maar u dien<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>ze<br />

dingen, welke u thans verkondigd zijn bij mon<strong>de</strong> van hen, die door <strong>de</strong> heilige<br />

Geest… u het evangelie hebben gebracht, in welke dingen zelfs engelen<br />

begeren een blik te slaan" (1 Petr. 1 : 10-12).<br />

HET BELOOFDE LAND IN<br />

Paulus schrijft in <strong>de</strong> Corinthe-brief dat Israël als voorbeeld gesteld is, toen ze<br />

mor<strong>de</strong>n en ontkwamen In <strong>de</strong> woestijn. "Dit is hun <strong>over</strong>komen tot een voorbeeld<br />

voor ons, en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, <strong>over</strong> wie het ein<strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>n gekomen is" (1 Cor. 10 : 6-11). Het volk Israël was uit Egypte geleid<br />

om het beloof<strong>de</strong> land te beërven. Toen ze aan <strong>de</strong> grens kwamen en <strong>de</strong><br />

verspie<strong>de</strong>rs terugkwamen, bleek, dat het volk geen geloof had om binnen te<br />

gaan. Om hun verharding en ongeloof moesten ze sterven in <strong>de</strong> woestijn,<br />

behalve Kaleb en Jozua. Niemand van hen had hoeven te sterven in <strong>de</strong><br />

woestijn. Daartoe had God hen niet uit Egypte geleid. Maar ze stierven<br />

37


vanwege hun zon<strong>de</strong>n en kon<strong>de</strong>n niet binnengaan vanwege hun ongeloof (Hebr.<br />

3 : 7-19). Dit alles is ons tot lering opgetekend. De gemeente is niet uitgeleid,<br />

uit het land van <strong>de</strong> slavernij van <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>, om in <strong>de</strong> woestijn te sterven, maar<br />

om door geloof en gehoorzaamheid binnen te gaan in het land van eeuwige<br />

heerlijkheid.<br />

Tot nog toe is <strong>de</strong> gemeente blijven zondigen en daardoor had<strong>de</strong>n ook ziekten<br />

en <strong>dood</strong> nog macht <strong>over</strong> hen. Paulus zegt, dat om <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n, ver<strong>de</strong>eldheid en<br />

onwaardig gebruik van het avondmaal: "Zijn er velen zwak en ontslapen er niet<br />

weinigen" (1 Cor. 11 : 30) . Zo was <strong>de</strong> gemeente niet begonnen. Na <strong>de</strong><br />

uitstorting van <strong>de</strong> Heilige Geest begon <strong>de</strong> gemeente te ontstaan en zij was vol<br />

van <strong>de</strong> kracht en <strong>de</strong> heerlijkheid <strong>de</strong>s Heren. Zijn opstandigs-kracht werkte zó<br />

machtig dat alle zieken wer<strong>de</strong>n genezen en do<strong>de</strong>n wer<strong>de</strong>n opgewekt. Jammer<br />

genoeg is <strong>de</strong> gemeente niet in <strong>de</strong>ze heerlijkheid en <strong>over</strong>winning doorgegaan.<br />

Het beloof<strong>de</strong> land is niet door hen in bezit genomen. De reuzen, <strong>de</strong> machten,<br />

<strong>de</strong> geesten en <strong>over</strong>sten in <strong>de</strong> hemelse gewesten zijn door <strong>de</strong> gemeente niet<br />

<strong>over</strong>wonnen. Maar op listige wijze heeft <strong>de</strong> duivel weer macht gekregen <strong>over</strong><br />

<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren Gods. Nog steeds heersen leugenachtige geesten met valse<br />

leringen, ongeloof en zon<strong>de</strong>n <strong>over</strong> <strong>de</strong> gemeente.<br />

Met ziekten en <strong>dood</strong> houdt satan Gods volk gevangen. Ze dwalen nog steeds<br />

door <strong>de</strong> woestijn en gaan niet binnen in het beloof<strong>de</strong> land. Maar prijst God, nu<br />

is er een nieuwe tijd aangebroken. Het is nu <strong>de</strong> tijd dat ie<strong>de</strong>r die <strong>de</strong> voet zet op<br />

<strong>de</strong> Jordaan van ongeloof voor zijn ogen het won<strong>de</strong>r ziet gebeuren, dat <strong>de</strong><br />

Jordaan vaneenscheurt en voor <strong>de</strong> gelovigen doorgang baant.<br />

EEN VOLBRACHT WERK<br />

Met reikhalzend verlangen wacht <strong>de</strong> ganse schepping, door <strong>de</strong> eeuwen, naar<br />

het openbaar wor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> zonen Gods (Rom. 8 : 22) . Nu is <strong>de</strong> tijd<br />

aangebroken dat het gaat gebeuren. Nu gaan <strong>de</strong> zonen Gods beseffen wie ze<br />

zijn in Jezus en gaan ze <strong>de</strong> <strong>over</strong>winning nemen <strong>over</strong> <strong>de</strong> gehele legermachten<br />

van satan en ook <strong>de</strong> <strong>dood</strong> zal <strong>over</strong> hen geen macht meer hebben. Het<br />

verlossingswerk van Jezus Christus is volkomen. "Hij heeft <strong>de</strong> <strong>over</strong>he<strong>de</strong>n en<br />

machten ontwapend en openlijk ten toon gesteld en zo <strong>over</strong> hen gezegevierd"<br />

(Col. 2 : 15).<br />

Jezus werd mens, om als mens, maar zon<strong>de</strong>r zon<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> ganse<br />

wereld op zich te nemen. "Hem die geen zon<strong>de</strong>n gekend heeft, heeft Hij voor<br />

38


ons tot zon<strong>de</strong> gemaakt, opdat wij zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n gerechtigd Gods in Hem" (2<br />

Cor. 5 : 21).<br />

Toen Jezus uitriep: "Het is volbracht", werd het bewijsstuk, dat tegen ons<br />

getuig<strong>de</strong>, dat wij <strong>de</strong> <strong>dood</strong> schuldig waren, voorgoed uitgewist (Col. 2 : 14).<br />

Voor een ie<strong>de</strong>r die gelooft, blijft er alleen gerechtigheid Gods en leven. Glorie<br />

voor Jezus.<br />

Als we geloven in Hem, dan zijn we al gestorven, maar ook met Hem<br />

opgewekt. "Daar gij met Hem begraven zijt in <strong>de</strong> doop. In Hem zijt gij ook<br />

me<strong>de</strong> opgewekt door het geloof aan <strong>de</strong> werking Gods, die Hem uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n<br />

opgewekt heeft. Ook u heeft hij, hoewel gij <strong>dood</strong> waart door uw<br />

onbeschei<strong>de</strong>nheid naar het vlees, levend gemaakt toen Hij al onze<br />

<strong>over</strong>tredingen kwijtschold" (Col. 2 : 12-14). "Want gij zijt gestorven, en uw<br />

leven is verborgen met Christus in God" (Col. 3 : 3). Als mijn leven geborgen<br />

is in God, kan <strong>de</strong> duivel daar niet aankomen. Hij is <strong>de</strong> mensenmoor<strong>de</strong>naar van<br />

<strong>de</strong> beginne. God zal mij nooit do<strong>de</strong>n, want Jezus is voor mij gestorven.<br />

"Opdat Hij door <strong>de</strong> gena<strong>de</strong> Gods voor een ie<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>dood</strong> zou smaken"<br />

(Hebr. 2 : 9). "Daar nu <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren aan bloed en vlees <strong>de</strong>el hebben, heeft hij<br />

ook op gelijke wijze daaraan <strong>de</strong>el gekregen, opdat Hij door zijn <strong>dood</strong> hem, die<br />

<strong>de</strong> macht <strong>over</strong> <strong>de</strong> <strong>dood</strong> had, <strong>de</strong> duivel, zou onttronen" (Hebr. 2 : 14, 15).<br />

Er zijn nog vele mensen die niet zeker weten of ziekte wel van satan is. Wat<br />

<strong>de</strong>ed <strong>de</strong> Zoon van God toen Hij op aar<strong>de</strong> was? Overal genas Hij <strong>de</strong> zieken! Dat<br />

waren <strong>de</strong> werken van satan die Hij verbrak. Tenslotte heeft Hij door zijn <strong>dood</strong><br />

<strong>de</strong> macht van <strong>de</strong> <strong>dood</strong> gebroken. "Hij verbrak <strong>de</strong> weeën <strong>de</strong>s <strong>dood</strong>s"<br />

(Hand. 2 : 24) .<br />

De macht van <strong>de</strong> <strong>dood</strong> is gebroken niet voor Jezus zèlf, maar voor óns. "Zo is<br />

er dan geen veroor<strong>de</strong>ling meer voor hen die in Christus Jezus zijn. Want <strong>de</strong><br />

wet van <strong>de</strong> geest <strong>de</strong>s levens heeft u in Christus vrijgemaakt van <strong>de</strong> wet van <strong>de</strong><br />

zon<strong>de</strong> en <strong>de</strong> <strong>dood</strong>" (Rom. 8 : 1) .<br />

Er was eerst <strong>de</strong> wet, die veroor<strong>de</strong>el<strong>de</strong>. Maar nú, “Is <strong>de</strong> gena<strong>de</strong> meer dan<br />

<strong>over</strong>vloedig gewor<strong>de</strong>n, opdat, gelijk <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> als koning heerste in <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, zo<br />

ook <strong>de</strong> gena<strong>de</strong> zou heersen door rechtvaardigheid ten eeuwigen leven door<br />

Jezus Christus" <strong>dood</strong>" (Rom. 5 : 20).<br />

Laten we God prijzen. De <strong>dood</strong> heerst niet meer als koning, maar <strong>de</strong> gena<strong>de</strong>,<br />

tot <strong>de</strong> gerechtigheid ten eeuwigen leven. Want het loon, dat <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> geeft, is<br />

39


<strong>de</strong> <strong>dood</strong>, maar <strong>de</strong> gena<strong>de</strong> die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus<br />

Jezus onze Heer" (Rom. 6 : 23) .<br />

EEUWIG LEVEN<br />

Jezus heeft dus voor ons allen, "onvergankelijk leven aan het licht gebracht".<br />

De eerste mens Adam, was een leven<strong>de</strong> ziel, die na <strong>de</strong> zon<strong>de</strong>val een sterfelijke<br />

ziel werd: "De laatste Adam (Jezus) werd een levendmaken<strong>de</strong> geest" (1 Cor. 15<br />

: 45) . Door we<strong>de</strong>rgeboorte zijn we niet meer kin<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> eerste Adam,<br />

maar van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>, <strong>de</strong> levendmaken<strong>de</strong> geest. Door ons leven en getuigenis<br />

zien we, dat ook an<strong>de</strong>ren uit <strong>de</strong> <strong>dood</strong>stoestand van <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> tot het leven<br />

komen. "En gelijk wij het beeld van <strong>de</strong> stoffelijke gedragen hebben, zo zullen<br />

we ook het beeld van <strong>de</strong> hemelse dragen" (1 Cor. 15 : 49).<br />

Paulus <strong>de</strong>elt ons een geheimenis mee, als hij zegt "dat wij niet allen zullen<br />

ontslapen, maar dat we wel allen veran<strong>de</strong>rd zullen wor<strong>de</strong>n, in een on<strong>de</strong>elbaar<br />

ogenblik, bij <strong>de</strong> laatste bazuin. Want <strong>de</strong> bazuin zal klinken en <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n zullen<br />

onvergankelijk opgewekt wor<strong>de</strong>n en wij zullen veran<strong>de</strong>rd wor<strong>de</strong>n ... Dan zal<br />

het woord werkelijkheid wor<strong>de</strong>n: De <strong>dood</strong> is verzwolgen in <strong>de</strong> <strong>over</strong>winning."<br />

"Dood, waar is uw <strong>over</strong>winning?, Dood, waar is uw prikkel? De prikkel <strong>de</strong>s<br />

<strong>dood</strong>s is <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> en <strong>de</strong> kracht van <strong>de</strong> zon<strong>de</strong> is <strong>de</strong> wet. Maar Go<strong>de</strong> zij dank die<br />

ons <strong>de</strong> <strong>over</strong>winning geeft in onzen Heer Jezus Christus" (1 Cor. 15 : 55-57).<br />

Tot aan <strong>de</strong> dag van <strong>de</strong> laatste bazuin, <strong>de</strong> jongste dag, zal ons lichaam<br />

sterfelijk blijven, omdat wij in dit sterfelijke lichaam zullen volhar<strong>de</strong>n tot het<br />

ein<strong>de</strong>. We moeten bereid zijn om, als het erop aan komt, ons leven te verliezen<br />

voor <strong>de</strong> naam van Jezus. Juist in <strong>de</strong>ze volkomen <strong>over</strong>gave en gehoorzaamheid<br />

tot in <strong>de</strong> <strong>dood</strong>, ligt <strong>de</strong> <strong>over</strong>winning.<br />

"En ze hebben hem (<strong>de</strong> duivel), <strong>over</strong>wonnen door het bloed van het Lam en<br />

door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad, tot<br />

in <strong>de</strong> <strong>dood</strong>" (Op. 12 : 11 ) .<br />

Jezus zegt: ,,Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en<br />

neme zijn kruis op zich en volge mij. Want ie<strong>de</strong>r die zijn leven zal willen<br />

behou<strong>de</strong>n, die zal het verliezen, maar die zijn leven verliezen zal om mijnentwil<br />

zal het behou<strong>de</strong>n" (Marc. 8 : 35) .<br />

40


In zijn re<strong>de</strong> <strong>over</strong> <strong>de</strong> laatste dingen zei Hij: "Dan zullen ze u <strong>over</strong>leveren aan<br />

verdrukking en zij zullen u do<strong>de</strong>n en gij zult door alle volkeren gehaat wor<strong>de</strong>n<br />

om mijns naams wil. Maar wie volhardt tot het ein<strong>de</strong>, zal behou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n"<br />

(Matth. 24 : 9-13).<br />

Er zullen een aantal mensen als martelaren sterven. "En toen hij het vijf<strong>de</strong><br />

zegel open<strong>de</strong>, zag ik on<strong>de</strong>r het altaar <strong>de</strong> zielen van hen die geslacht waren om<br />

het woord van God en om het getuigenis dat zij had<strong>de</strong>n. En zij riepen met<br />

lui<strong>de</strong>r stem en zei<strong>de</strong>n: Tot hoelang, O, heilige en waarachtige Heerser,<br />

oor<strong>de</strong>elt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen die op <strong>de</strong> aar<strong>de</strong> wonen? En aan<br />

elk hunner werd een wit gewaad gegeven en hun werd gezegd dat zij nog een<br />

korte tijd moesten rusten totdat ook het getal vol zou zijn van hun<br />

me<strong>de</strong>dienstknechten en hun broe<strong>de</strong>rs die ge<strong>dood</strong> zou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n evenals zij"<br />

(Op. 6 : 9-11).<br />

Misschien hebt u bij het lezen van dit ge<strong>de</strong>elte moeite met "het roepen van <strong>de</strong><br />

zielen", terwijl we toch in het voorafgaan<strong>de</strong> gezien hebben dat <strong>de</strong> ziel sterft of<br />

inslaapt bij <strong>de</strong> <strong>dood</strong>. Zoals zo heel veel in het boek openbaringen mogen we dit<br />

zien als beeldspraak. Zoals het ook staat van <strong>de</strong> ziel van Abel, dat "roept van<br />

<strong>de</strong> aardbo<strong>de</strong>m" (Gen. 4 : 10). Ziel en bloed is in <strong>de</strong> bijbel hetzelf<strong>de</strong>. Abel was<br />

<strong>de</strong> eerste martelaar. Als het getal van hen vol is, komt <strong>de</strong> dag van wrake. En <strong>de</strong><br />

Heer zal met grote toorn vergelding doen op aar<strong>de</strong>. Die als martelaren stierven<br />

zullen weer levend wor<strong>de</strong>n en met hem als koningen heersen (Op. 19 : 15). We<br />

zeggen ook van iets, dat het "ten hemel schreiend" is. Dit is beeldspraak, geen<br />

realiteit.<br />

Het graf zal <strong>de</strong>ze martelaren niet lang kunnen vasthou<strong>de</strong>n want <strong>de</strong> kracht van<br />

Jezus <strong>de</strong> opgestane, werkt in hen. Afgezien van <strong>de</strong> martelaren, hoeft niemand<br />

meer te sterven door ziekte of wat dan ook, want dat alles heeft Jezus<br />

gedragen.<br />

"Ja, maar <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rdom dan?" zult u misschien vragen. De Heer zegt: "Zij,<br />

die <strong>de</strong> Heer verwachten, putten nieuwe kracht; zij varen op met vleugelen als<br />

aren<strong>de</strong>n; zij lopen, maar wor<strong>de</strong>n niet moe<strong>de</strong>, zij wan<strong>de</strong>len, maar wor<strong>de</strong>n niet<br />

mat" (Jes. 40 : 31). De Heer bevrijdt van <strong>de</strong> gang naar <strong>de</strong> groeve en maakt<br />

onze lichamen frisser dan in onze jeugd (Job 33 : 24,25).<br />

"De wereld gaat voorbij en haar begeren, maar wie <strong>de</strong> wil van God doet<br />

blijft tot; in eeuwigheid" (1 Joh. 2 : 17). De kracht, die alles nieuw en levend<br />

maakt, werkt in ons, dat is <strong>de</strong> opstandingskracht van Jezus. "En indien <strong>de</strong><br />

Geest van Hem, die Jezus uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n heeft opgewekt, in u woont, dan zal Hij,<br />

41


die Christus uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n opgewekt heeft, ook onze sterfelijke lichamen levend<br />

maken door zijn Geest, die in u woont" (Rom. 8: 11).<br />

"Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door <strong>de</strong><br />

Geest <strong>de</strong> werkingen <strong>de</strong>s lichaams <strong>dood</strong>t, zult gij leven. Want allen die door <strong>de</strong><br />

Geest Gods geleid wor<strong>de</strong>n, zijn zonen Gods" (Rom. 8 : 13 , 14).<br />

Dit is het plan van God met <strong>de</strong> gemeente: vrijgemaakt van <strong>de</strong> wet van zon<strong>de</strong><br />

en <strong>dood</strong>, geleid door <strong>de</strong> Geest <strong>de</strong>s levens (Rom. 8 : 2), gevoerd te wor<strong>de</strong>n van<br />

<strong>over</strong>winning tot <strong>over</strong>winning en van heerlijkheid tot heerlijkheid.<br />

"De Heer nu is <strong>de</strong> Geest, en waar <strong>de</strong> Geest <strong>de</strong>s Heren is, is vrijheid. En wij<br />

allen, die met een aangezicht waarop geen be<strong>de</strong>kking meer is, <strong>de</strong> heerlijkheid<br />

<strong>de</strong>s Heren weerspiegelen, veran<strong>de</strong>ren naar hetzelf<strong>de</strong> beeld van heerlijkheid tot<br />

heerlijkheid. Immers door <strong>de</strong> Heer die Geest is" (2 Cor. 3 : 17, 18).<br />

"Want hierom zuchten wij: wij haken er naar met onze woonste<strong>de</strong> uit <strong>de</strong><br />

hemel <strong>over</strong>kleed te wor<strong>de</strong>n, als wij maar bekleed en niet naakt zullen bevon<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>n. Want wij, die nog in een tent (stoffelijk lichaam) wonen, zuchten<br />

bezwaard, omdat wij niet ontkleed doch <strong>over</strong>kleed willen wor<strong>de</strong>n, opdat het<br />

sterfelijke door het leven verslon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>. God is het, die ons JUIST<br />

DAARTOE bereid heeft, en die ons <strong>de</strong> Geest tot on<strong>de</strong>rpand gegeven heeft"<br />

(2 Cor. 5 : 2-5).<br />

Is dit niet won<strong>de</strong>rbaar? De heilige Geest is ons gegeven tot on<strong>de</strong>rpand, omdat<br />

wij hiertoe zijn aangesteld: Dat het sterfelijke door het leven verslon<strong>de</strong>n<br />

wor<strong>de</strong>. Hier wordt dus niet bedoeld, dat het gestorvene tot leven komt. Dus <strong>de</strong><br />

opstanding. Nee, het sterfelijke zal door het leven verslon<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n. Dus:<br />

Terwijl we in het lichaam zijn, zal <strong>de</strong> onsterfelijkheid <strong>over</strong> ons komen en<br />

zullen we eeuwig leven. Deze tekst geeft een belofte voor <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ring in<br />

één punt <strong>de</strong>s tijds, <strong>de</strong> opname van <strong>de</strong> gemeente.<br />

"Want wij zijn burgers van een rijk in <strong>de</strong> hemelen, waaruit wij ook <strong>de</strong> Heer<br />

Jezus Christus als verlosser verwachten. Die ons verne<strong>de</strong>rd lichaam<br />

veran<strong>de</strong>ren zal, zodat het aan zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig wordt"<br />

(Philipp. 3 : 20, 21).<br />

Als we dit alles zien, hoe belangrijk is het dan om vervuld te wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong><br />

heilige Geest. Ook is het niet voldoen<strong>de</strong> om eenmaal gedoopt te zijn met Gods<br />

Geest, maar vooràl ook, dat <strong>de</strong> Geest <strong>de</strong> absolute leiding heeft <strong>over</strong> ons leven.<br />

Wie door <strong>de</strong> Geest geleid wor<strong>de</strong>n zijn zonen Gods.<br />

"Ontwaakt gij die slaapt, en staat op uit <strong>de</strong> do<strong>de</strong>n, en Christus zal <strong>over</strong> u<br />

lichten" (Ef. 5 : 14).<br />

42

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!