2011 ontwerpbesluit wijzigingvergunning Olthof Beton bv - Provincie ...
2011 ontwerpbesluit wijzigingvergunning Olthof Beton bv - Provincie ...
2011 ontwerpbesluit wijzigingvergunning Olthof Beton bv - Provincie ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4.2 Middelvoorschriften<br />
4.2.1<br />
Het meten en berekenen van de geluidsniveaus en het beoordelen van de meetresultaten moet plaatsvinden<br />
overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, uitgave 1999.<br />
4.2.2<br />
Binnen 3 maanden nadat de puinbreekinstallatie in werking is gebracht, moet een rapport van de door<br />
metingen vastgestelde emissierelevante bronsterkte (L WR ) van de puinbreekinstallatie door een onafhankelijk<br />
bureau aan het bevoegd gezag worden overlegd.<br />
4.2.3<br />
De inrichting moet zijn afgeschermd met een muur van 3,20 meter hoog. Deze muur moet zijn aangelegd<br />
overeenkomstig bijlage 2 van de aanvraag, naar de versie die is ingediend bij de aanvulling d.d. 07-03-<strong>2011</strong>,<br />
in werking zijn<br />
4.2.4<br />
De puinbreker mag in de dagperiode van maandag tot en met zaterdag maximaal 4 uur in werking zijn.<br />
De betoncentrale mag van maandag tot en zondag in de dagperiode 4,7 uur, in de avondperiode 1,2 uur en<br />
in de nachtperiode tussen 06.00 en 07.00 uur 0,7 uur in werking zijn.<br />
5 LUCHT<br />
5.1 Emissie stof m.b.t. puinbreekinstallatie<br />
5.1.1<br />
Handelingen met stoffen die leiden tot een visueel waarneembare stofverspreiding over een afstand van<br />
meer dan 2 meter van de bron mogen niet worden uitgevoerd.<br />
5.1.2<br />
Bij lossen buitenopslag mogen de grondstoffen niet door verschuiving, verwaaiing of anderszins buiten het<br />
terrein van de inrichting terechtkomen.<br />
5.1.3<br />
Het tegengaan van stofverspreiding van opslagen, laden en lossen en (breek) activiteiten in de buitenlucht<br />
moet plaatsvinden door:<br />
• De opslagvakken voor zand en grind op het terrein van de inrichting moeten zijn voorzien van<br />
keerwanden;<br />
• Stuifgevoelige materialen moeten vochtig zijn en indien nodig worden besproeid met water;<br />
• De storthoogte tijdens laad- en losactiviteiten moet zoveel mogelijk worden beperkt;<br />
• De toegangsweg naar de inrichting moet verhard zijn;<br />
• Het bedrijfsterrein moet, indien noodzakelijk, nat gehouden worden middels een sproeivoorziening;<br />
• Voertuigen en machines mogen niet langer in bedrijf zijn dan strikt noodzakelijk en voldoen aan de<br />
actuele stand der techniek;<br />
• Het zeven en breken van puin tot granulaat, moet plaats vinden met volledige bevochtiging van<br />
werkvloer en activiteiten door middel van de sproei-installatie;<br />
• Opslag van puin en/of granulaat, moet plaats vinden met volledige bevochtiging van werkvloer en<br />
activiteiten;<br />
• Tijdens het laden en lossen moeten de materialen voldoende vochtig zijn;<br />
• Door middel van besproeiing en/of een watergordijn dient het nat houden en/of bevochtigen<br />
uitgevoerd te worden.<br />
5.1.4<br />
In de inrichting moet op een hoogte van maaiveld + 10,00 m. een doelmatige windsnelheidsmeter en<br />
windrichtingmeter aanwezig zijn.<br />
5.1.5<br />
Binnen de inrichting mag uitsluitend maximaal 15 km per uur worden gereden.<br />
5.1.6<br />
Transportvoertuigen moeten zodanig worden geladen en/of afgedekt dat tijdens vervoersbewegingen op en<br />
vanaf de inrichting geen lading kan worden afgeschud dan wel op andere wijze verspreiding kan optreden<br />
van zwerfvuil, zand, stof of ander fijnkorrelig materiaal.<br />
5.1.7<br />
Als gebruik wordt gemaakt van een transporteur moet deze worden afgeschermd tegen windinvloeden door<br />
langsschermen, dwarsschermen of halfronde overkappingen en de inlaat- en afwerpzijde van de<br />
transporteur moet voorzien zijn van reductieschermen of sproeiers.<br />
pagina 28 van 35