Advies Raad voor Cultuur TIN.pdf - Theater Instituut Nederland

Theater Instituut Nederland
Inleiding
Theater Instituut Nederland (TIN) is in 1992 ontstaan
uit een fusie van vrijwel alle voor de theatersector
werkzame disciplinegebonden instellingen. Het TIN
functioneerde vanaf het begin als Theatermuseum én
als sectorinstituut dat activiteiten ontplooit die
aansluiten bij de behoeften van professionele
theatermakers. Daartussen fungeerden de mediatheek
en de documentatieafdeling die voor zowel de
professional als voor de liefhebber van belang zijn.
Na een substantiële subsidievermindering in 2000 en
daaropvolgende reorganisatie is het TIN zich gaan
profileren als kennisinstituut. Voor ondersteunende
werkzaamheden aan het professionele veld was geen
ruimte meer. De leemtes die hierdoor ontstonden,
konden niet worden opgevangen door andere
organisaties. Inmiddels voert het TIN op verzoek van
het ministerie van OCW weer ondersteunende
activiteiten uit in de vorm van additioneel
gefinancierde projecten, zoals de promotie van
Nederlands theater in het buitenland door het
International Office en de advisering aan kleinere
podia en hulp aan beginnende theatermakers door het
Bureau Theaterconsulenten. Sindsdien luidt de missie:
‘het TIN is het kennis- en informatiecentrum van het
Nederlandse theater in al zijn verschijningsvormen.
Een levende historische collectie en een uitgebreide
documentatie van het actueel theater vormen de basis
voor verschillende activiteiten. Deze hebben ten doel
de kennis van en het debat over het theater te
bevorderen, met het oog op de toekomst en met
aandacht voor de wisselwerking tussen theater en
maatschappij.’ Met ingang van 2002 is Kees Vuyk de
nieuwe directeur van het TIN.
Voor de komende cultuurnotaperiode vraagt het TIN
extra subsidie voor onder meer het opheffen van de
belangrijkste knelpunten in de collectie door
verbetering van de depots en het depotbeheer; het
uitbouwen van de database tot een multimediale
theaterencyclopedie; het zichtbaar maken van de
database als een bron van informatie voor onderzoek
naar trends en ontwikkelingen in de theatersector en
het uitbouwen tot een onmisbaar hulpmiddel voor het
vaststellen van strategisch beleid van de sector; het op
peil brengen van de staf voor informatiemanagement
en het voortzetten van het International Office en
Bureau Theaterconsulenten als structurele onderdelen
van het TIN.
Het TIN ontvangt subsidie in het kader van de
Cultuurnota 2001-2004. Op 20 juni 2003 is een
gesprek met het TIN gevoerd. De Raad heeft kennis
genomen van de door het TIN georganiseerde
manifestaties. Dit advies is samen met de commissies
Amateurkunst en Cultuureducatie, Archieven,
Bibliotheken, Dans, Internationaal Cultuurbeleid,
Musea en eCultuur voorbereid. Het TIN is door het
ministerie van OCW aangewezen als een
ondersteunende instelling.
Beoordeling
Het Theater Instituut Nederland (TIN) is het enige
sectorinstituut in Nederland op het gebied van dans en
theater en verenigt een aantal belangrijke functies in
zich. Het instituut functioneert als archief, bibliotheek,
museum, expertisecentrum en coördinatiepunt voor
internationale activiteiten. Het beleidsplan van het
TIN is helder en gedegen. Het bevat een kritische
terugblik en een duidelijke visie op de toekomst.
Het TIN oefent de archieftaak op een goede manier uit.
1 Advies Cultuurnota 2005-2008

Het TIN zoekt aansluiting bij in de archiefsector
gebruikelijke standaarden en de conservering is
publieksgericht, omdat deze direct is gekoppeld aan
beschikbaarstelling. Het TIN heeft urgente problemen
op het gebied van beheer en ontsluiting van de
archiefcollectie: grote achterstanden, gebrekkige
depots, gebrekkig depotbeheer en te weinig mankracht
voor informatiemanagement. De Raad is van oordeel
dat het TIN prioriteit moet verlenen aan het inlopen
van de achterstanden. Recentelijk heeft het TIN
hiervoor een incidentele subsidie van het ministerie
van OCW gekregen. Deze wordt onder meer
aangewend voor de digitalisering van kwetsbaar en
bedreigd materiaal.
Ook over de uitvoering van de bibliotheekfunctie is de
Raad positief. De Raad kent een groot belang toe aan de
bibliotheek, die toegankelijk is voor zowel
professionals als geïnteresseerden en door beide
doelgroepen intensief wordt gebruikt.
Direct na het kritische Cultuurnota-advies van vier jaar
geleden en de daarop volgende dreigende
subsidiekorting, heeft het TIN ervoor gekozen de
museumfunctie af te stoten. De toenmalige
staatssecretaris heeft als reactie daarop laten weten hier
niet voor te zijn. De huidige directeur tracht deze
functie opnieuw een plek binnen de organisatie te
geven. Het beleidsplan biedt weinig perspectief hoe
het TIN invulling wil geven aan de museale functie.
Dat het TIN zich met het tentoonstellingsbeleid wil
richten op het experiment met hedendaagse
presentatievormen en op cultuureducatie is in de visie
van de Raad nogal mager.
Het TIN is na het vorige Cultuurnota-advies gestopt
met de uitvoering van bepaalde taken op het terrein
van bemiddeling en expertise. Inmiddels heeft het TIN
op verzoek van het ministerie van OCW toch weer een
aantal van deze taken op zich genomen. Voor het
voorzetten van deze taken (het International Office en
het Bureau Theaterconsulenten) vraagt het TIN extra
structurele subsidie aan.
De Raad heeft, net als vier jaar geleden, kritiek op het
uitoefenen door het TIN van de internationale functie,
vooral op het gebied van de dans. Veel
dansinstellingen voelen zich onvoldoende bediend en
vertegenwoordigd. De internationale functie zal door
de Raad in samenhang met de aanvraag van het Fonds
voor Amateurkunst en Podiumkunsten voor specifiek
het ‘buitenland instituut’ en die van het SICA worden
bekeken. Daartoe heeft de Raad inmiddels een
aanvullende adviesaanvraag ontvangen. De Raad is
voorts van oordeel dat taken op het gebied van
deskundigheidsbevordering, zoals het Bureau
Theaterconsulenten, bij de kerntaken van een
sectorinstituut horen en dus bij het TIN zouden
moeten worden ondergebracht.
Conclusie en advies
De Raad is positief over de weg die het TIN onder de
nieuwe directie is ingeslagen. Het TIN heeft nieuwe,
duidelijke keuzen gemaakt in de taakstelling. De Raad
oordeelt positief over de subsidieaanvraag van het TIN
en adviseert de structurele subsidie op het huidige
niveau te continueren. Voor het verlichten van de
knelpunten in de collectie en voor het voortzetten van
de taken van het Bureau Theaterconsulenten adviseert
de Raad extra structurele subsidie toe te kennen indien
er voldoende financiële middelen zijn. De Raad denkt
daarbij aan een bedrag van € 220.000. Ten aanzien van
de wensen van het TIN op het gebied van digitalisering
wordt verwezen naar het door de staatssecretaris
2 Advies Cultuurnota 2005-2008

gereserveerde budget voor de digitalisering van
erfgoed. Voor wat betreft het onderdeel International
Office wordt verwezen naar het advies van de Raad
over het SICA, dat in het aanvullend
Cultuurnota-advies in juni 2004 zal worden
uitgebracht.
Financieel kader
Huidige subsidie € 2.701.600,-
Gevraagde subsidie € 3.466.620,-
Geadviseerde subsidie circa € 2.701.750,-
3 Advies Cultuurnota 2005-2008