1. verhaal, historie en sage Schets van het verhaal ... - Uitgeverij Boom
1. verhaal, historie en sage Schets van het verhaal ... - Uitgeverij Boom
1. verhaal, historie en sage Schets van het verhaal ... - Uitgeverij Boom
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Inleiding – xiii<br />
Dat ‘de Duitsers zegg<strong>en</strong> dat hij buit<strong>en</strong> in <strong>het</strong> bos doodgeslag<strong>en</strong> is’,<br />
wordt bevestigd door <strong>het</strong> Nibelung<strong>en</strong>lied, waarin Siegfried tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong><br />
jachtpartij in <strong>het</strong> bos wordt gedood.<br />
Nabootsing <strong>van</strong> orale literatuur<br />
Als de dichter <strong>van</strong> <strong>het</strong> Nibelung<strong>en</strong>lied <strong>het</strong> materiaal voor zijn epos<br />
heeft ontle<strong>en</strong>d aan mondeling overgeleverde verhal<strong>en</strong>, geldt dat dan<br />
ook voor de vorm? Het werk is gedicht in vierregelige strof<strong>en</strong>, de<br />
zog<strong>en</strong>aamde ‘Nibelung<strong>en</strong>strofe’. Deze strofe werd rond 1200 weinig<br />
meer gebruikt. De strof<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> die aan mondelinge<br />
herkomst do<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong>: ze zijn zingbaar <strong>en</strong> verton<strong>en</strong> e<strong>en</strong> wat formuleachtige<br />
stijl, met vaste w<strong>en</strong>ding<strong>en</strong> die vaak bestaan uit twee zelfstandige<br />
naamwoord<strong>en</strong> (maget unde wîp – ‘meisjes <strong>en</strong> vrouw<strong>en</strong>’) of twee<br />
bijvoeglijke naamwoord<strong>en</strong> (kü<strong>en</strong> unt gemeit – ‘dapper <strong>en</strong> trots’). E<strong>en</strong><br />
dichter/zanger die e<strong>en</strong> werk uit <strong>het</strong> hoofd memoreert, is gebaat bij<br />
vaste formules, die hij op verschill<strong>en</strong>de plaats<strong>en</strong> kan inzett<strong>en</strong>. Toch<br />
is <strong>het</strong> niet waarschijnlijk dat de dichter de strof<strong>en</strong> rechtstreeks uit de<br />
mondelinge traditie heeft overg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Het Nibelung<strong>en</strong>lied bevat<br />
maar heel weinig verz<strong>en</strong> die echt id<strong>en</strong>tiek zijn. De dichter varieert<br />
voortdur<strong>en</strong>d. Daarnaast zijn de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong> werk (<strong>het</strong> is eig<strong>en</strong>lijk<br />
ge<strong>en</strong> ‘lied’, maar e<strong>en</strong> epos), de vele vooruitwijzing<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere verwijzing<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> verband<strong>en</strong> in de tekst moeilijk voorstelbaar bij e<strong>en</strong> tekst die<br />
rechtstreeks uit de mond zou zijn opgetek<strong>en</strong>d. Teg<strong>en</strong>woordig overheerst<br />
de opvatting dat de dichter literatuur heeft geschrev<strong>en</strong> waarbij<br />
hij bewust gebruikmaakte <strong>van</strong> stijlmiddel<strong>en</strong> uit de mondelinge traditie.<br />
Deze ‘fingierte Mündlichkeit’ wekt de suggestie <strong>van</strong> auth<strong>en</strong>ticiteit <strong>en</strong><br />
ouderdom, <strong>en</strong> dat is precies wat e<strong>en</strong> dichter <strong>van</strong> held<strong>en</strong>epiek wil.<br />
E<strong>en</strong> typisch stijlmiddel waarmee de dichter zowel mondelinge<br />
herkomst als auth<strong>en</strong>ticiteit suggereert, is de aanwezigheid <strong>van</strong> de dichter/verteller<br />
in de tekst. De eerste voorbeeld<strong>en</strong> daar<strong>van</strong> vindt m<strong>en</strong> al in<br />
strofe 6 (als ich ge<strong>sage</strong>t hân – ‘zoals ik vertelde’) <strong>en</strong> strofe 8 (‘Ik kan niet<br />
alle krijgers noem<strong>en</strong>; er war<strong>en</strong> er veel meer’). Vaak w<strong>en</strong>dt de verteller<br />
zich rechtstreeks tot de lezer, bijvoorbeeld in strofe 10: ‘daar<strong>van</strong> kan<br />
niemand u e<strong>en</strong> getrouwe indruk gev<strong>en</strong>’. Ook geeft de dichter/vertel-<br />
2 Geciteerd uit: Edda. De lieder<strong>en</strong> uit de Codex Regius <strong>en</strong> verwante manuscript<strong>en</strong>.<br />
Vertaald uit <strong>het</strong> Oudijslands, ingeleid <strong>en</strong> <strong>van</strong> aantek<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> voorzi<strong>en</strong> door<br />
Marcel Ott<strong>en</strong>, Amsterdam 2008, p. 214