Naar verantwoorde grondverwerving - Noordelijke rekenkamer

wordt onderhandeld met (agrarische) ondernemers die een bedrijfsverplaatsing
overwegen. Het gaat om lastig te standaardiseren aankooptransacties waarbij de
persoonlijke omstandigheden van het betreffende bedrijf van grote invloed zijn
op de hoogte van de aankoopprijs/schadeloosstelling. De Rekenkamer constateert
dat deze specifieke deskundigheid weliswaar binnen het ambtelijk apparaat
aanwezig is, maar dat deze expertise niet altijd volledig wordt benut om de
grondverwerving in goede banen te leiden.
Deelconclusie
De Rekenkamer constateert dat bestuurlijke keuzes en een aantal factoren de
grondverwerving voor de drie onderzochte infrastructurele projecten compliceren.
Aan de ene kant is er sprake van grote maatschappelijke druk op de provincie
om de infrastructurele projecten met voortvarendheid te realiseren. Aan
de andere kant zet het bestuurlijk uitgangspunt om de gronden zoveel mogelijk
op vrijwillige basis te verwerven weinig druk op de eigenaren die over de benodigde
gronden beschikken. Het onteigeningsinstrument als drukmiddel zet de
provincie pas in een laat stadium in. Dit vergroot de kans dat de realisatie van
infrastructurele projecten stagneert omdat de benodigde gronden niet tijdig beschikbaar
zijn. De Rekenkamer concludeert dat het maatschappelijk belang dat is
gediend met het voortvarend verwerven van gronden voor deze projecten opdat
deze tijdig gerealiseerd kunnen worden, wordt doorkruist door de bestuurlijke
wens om zoveel mogelijk gronden te verwerven via vrijwillige aankoop in combinatie
met kavelruil.
Daarnaast concludeert de Rekenkamer dat de strategie van de provincie Fryslân
om grond te verwerven voor meerdere doelen, ertoe heeft geleid dat de tijdelijke
grondvoorraad van de provincie Fryslân meer dan evenredig is toegenomen.
Naar verantwoorde grondverwerving
18