20.11.2014 Views

Thema: cardioanesthesiologie - Nederlandse Vereniging voor ...

Thema: cardioanesthesiologie - Nederlandse Vereniging voor ...

Thema: cardioanesthesiologie - Nederlandse Vereniging voor ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

februari ’11 nederlands tijdschrift <strong>voor</strong> anesthesiologie 15<br />

|<br />

langzaam zwakker en valt niet plotseling<br />

uit. Per fabrikant verschillen de signalen<br />

<strong>voor</strong> elective replacement indicator<br />

(ERI) of end of life (EOL). Per fabrikant<br />

is ook verschillend de vertraging van de<br />

maximale pacefrequentie, het overschakelen<br />

naar een energie zuinige modus als<br />

DOO of VOO, maar ook onderscheiden<br />

fabrikanten zich in de stimulatie frequentie<br />

na plaatsing van een magneet<br />

op de pacemaker. Alle fabrikanten in de<br />

Verenigde Staten hebben bovendien een<br />

24/7 helpdesk.<br />

Het type pacemaker dat geïmplanteerd<br />

wordt is afhankelijk van het ziektebeeld<br />

en de ritmestoornissen. De eenvoudigste<br />

systemen zijn een enkelvoudige draad<br />

in het atrium of de ventrikel. Vervolgens<br />

een AV pacemaker met en draad<br />

in het atrium en de ventrikel. Hiermee<br />

kan de sequentiële contractie van het<br />

sinusritme worden nagebootst. Het depolarisatiefront<br />

en de daaropvolgende<br />

contractie van de kamer verloopt anders<br />

met een ventriculaire draad dan ‘<br />

de natuurlijke weg’ via het geleidingssysteem<br />

bestaande uit de AV knoop, de<br />

bundels van His en de Purkinjevezels. Bij<br />

pacing vanuit de rechter kamer treedt<br />

er dan ook dyssynchronisatie op van de<br />

kamercontracties leidend tot vermindering<br />

van de ejectiefractie.<br />

Bij hartfalen wordt tegenwoordig gekozen<br />

<strong>voor</strong> het toepassen van cardiac<br />

resynchronisation therapy (CRT). Hierbij<br />

wordt een atriale en biventriculair<br />

pacemaker ingebracht door het plaatsen<br />

van een extra lead in de sinus coronarius.<br />

Deze extra lead mondt uit in het rechter<br />

atrium.<br />

Wanneer een patiënt potentieel behandeling<br />

behoeft <strong>voor</strong> ventriculaire tachycardieën<br />

of ventrikelfibrilleren wordt<br />

een internal cardiac defribillator (ICD)<br />

ingebracht met een shock elektrode in<br />

de rechter kamer. Alle ICD’s hebben<br />

naast het shockgedeelte een pacemakerfunctie<br />

<strong>voor</strong> antibradycardie pacing,<br />

postshockpacing en antitachycardie pacing<br />

<strong>voor</strong> overpacing bij tachycardieën.<br />

De ICD geeft gedurende zeer korte tijd<br />

een hoog vermogen af, de shockdrempel<br />

die gehanteerd wordt is 10-15 Joule. Bij<br />

VT of VF worden er shocks afgegeven<br />

met toenemende energie tot 35 J. Per gedetecteerde<br />

aritmie worden er maximaal<br />

vijf of zes shocks afgegeven.<br />

Cardiac resynchronisatie therapie met<br />

pacemaker (CRT-P) wordt toegepast bij<br />

patiënten in NYHA klasse III of IV met<br />

een LVF < 35 % of andere tekenen van<br />

hartfalen en een verlengde QRS tijd ><br />

120 m sec. Bij <strong>voor</strong>keur in de fase dat zij<br />

nog asymptomatisch zijn om het ontstaan<br />

van ventriculaire dysfunctie verder<br />

te <strong>voor</strong>komen [5].<br />

Een ICD indicatie is preventie van plotselinge<br />

cardiale dood, sudden cardiac<br />

death (SCD). SCD kan optreden op basis<br />

van ischemische en niet ischemische<br />

cardiomyopathie. Indien er na optimale<br />

medicamenteuze behandeling (ACE<br />

remmer, B blokker en statine) en of interventie<br />

(PCI of hartchirurgie) nog een<br />

verhoogd risico bestaat, wordt een ICD<br />

geplaatst. Na een arrest, persisterende<br />

ischemie meer dan veertig dagen na PCI<br />

of drie maanden na CABG of spontane<br />

sustained VT bij structurele hartziekte<br />

en congenitale RVdysplasie bestaat<br />

eveneens een indicatie <strong>voor</strong> een ICD<br />

plaatsing. Contraindicatie zijn onderliggende<br />

oorzaken <strong>voor</strong> VT/VF als acuut<br />

infarct, elektrolytstoornissen, acidose of<br />

hypoxaemie.<br />

Risico’s tijdens anesthesie<br />

De pacemaker kan defect raken of disfunctioneren<br />

tijdens een operatie. De<br />

defecten kunnen ontstaan door directe<br />

beschadiging zoals dislocatie van de<br />

leads of door elektromagnetische interferentie.<br />

De elektromagnetische interferentie<br />

kan leiden tot het doorbranden<br />

van de generator, het smelten van de<br />

isolatiebescherming van de leads en/of<br />

verwarmen van het myocard. Oorzaken<br />

van elektromagnetische interferentie<br />

kunnen zijn diathermie, maar ook steenvergruizers,<br />

radiotherapeutische behandelingen<br />

en MRI scans.<br />

Disfunctioneren van een pacemaker kan<br />

optreden door het opvangen van onjuiste<br />

elektrische signalen die gezien worden<br />

als cardiale elektrische activiteit waardoor<br />

niet juist wordt gesensed en/of gestimuleerd.<br />

Bij een ICD kan ten onrechte<br />

door diathermie storing VT/VF worden<br />

gedetecteerd. Ook kan door veranderde<br />

prikkelbaarheid van het myocard tgv<br />

ischemie, interne milieu wijzigingen<br />

als acidose of elektrolytafwijkingen en<br />

farmaca verstoring optreden door een<br />

verminderde of verhoogde gevoeligheid.<br />

Om onnodige shocktherapie te <strong>voor</strong>komen<br />

is het raadzaam de ICD uit te zetten<br />

tijdens anesthesie. De patiënt is dan<br />

niet meer beveiligd door automatische<br />

defibrillatie. Mechanische bewegingen<br />

van de thorax bij<strong>voor</strong>beeld door instrumentarium<br />

kan de rate response van een<br />

geavanceerde pacemaker stimuleren<br />

waardoor wordt gepaced met een te<br />

hoge frequentie.<br />

Specifieke perioperatieve<br />

maatregelen en<br />

anesthesiologisch beleid<br />

Het is mogelijk de pacemaker en/of ICD<br />

<strong>voor</strong> de operatie met de programmer,<br />

de computer waarmee de pacemaker of<br />

ICD geprogrammeerd wordt, door een<br />

technicus van de cardiomeettechniek<br />

op een veilige modus in te laten stellen.<br />

Hierbij wordt de rate response uitgezet<br />

en de pacemaker op een vaste frequentie<br />

ingesteld. Ook wordt het shockgedeelte<br />

en de antitachycardiepacing van de<br />

ICD uitgezet om te <strong>voor</strong>komen dat er<br />

op basis van foutieve signalen gestimuleerd,<br />

geïnhibeerd of geshockt wordt.<br />

Sommigen geven er de <strong>voor</strong>keur aan de<br />

pacemaker op DOO of VOO in te stellen<br />

zodat er geen storing optreedt door de<br />

diathermie, met het risico van het uitlokken<br />

van VT/VF door een “spike on T”.<br />

Wanneer er sprake is van spoed, geen<br />

cardiomeettechniek beschikbaar is, of<br />

er sprake is van onjuist functioneren van<br />

de pacemaker of ICD kan een magneet<br />

gebruikt worden. De magneet, die op<br />

de huid boven het apparaat wordt gehouden,<br />

zal de modus van de pacemaker<br />

of ICD naar een minder geavanceerde<br />

instelling overzetten. Afhankelijk van<br />

de fabrikant zal de pacemaker overschakelen<br />

op fixed rate pacing al dan niet<br />

gesenset. Het shockgedeelte van de<br />

ICD zal zich uitschakelen. De magneet<br />

truc kan ook toegepast worden bij bij<strong>voor</strong>beeld<br />

onjuiste shocks bij patiënten<br />

ten tijde van misinterpretatie van snel<br />

atriumfibrilleren. De magneet zal de<br />

pacemaker niet uitzetten. Wanneer<br />

de magneet niet werkt is een tweede<br />

magneet nodig in dezelfde positie. Bij<br />

het verwijderen van de magneet zal de<br />

pacemaker en ICD weer de geprogrammeerde<br />

instelling aannemen. Het shockgedeelte<br />

is dan weer aktief.<br />

Bij het preoperatief onderzoek is het van<br />

belang de indicatie van de pacemaker- of<br />

ICDplaatsing te achterhalen. Hieruit<br />

valt mogelijk af te leiden of de patiënt<br />

een verminderde linkerkamerfunctie<br />

heeft, myocardiale ischemie, cardiomyopathie<br />

of een doorgemaakt arrest.<br />

Daarnaast is informatie van belang over<br />

het onderliggende hartritme, is er een<br />

eigen escaperitme of is de patiënt volledig<br />

afhankelijk van de pacemaker. Het<br />

laatste kan worden vastgesteld tijdens<br />

het instellen van de pacemaker preoperatief.<br />

Bij ICD ’s dient geïnformeerd te<br />

worden naar het tijdig en juist defibrilleren<br />

en de frequentie daarvan. Preoperatieve<br />

controle van de elektrolyten en een

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!