Thema: cardioanesthesiologie - Nederlandse Vereniging voor ...
Thema: cardioanesthesiologie - Nederlandse Vereniging voor ...
Thema: cardioanesthesiologie - Nederlandse Vereniging voor ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4 nederlands tijdschrift <strong>voor</strong> anesthesiologie februari ’11<br />
|<br />
<strong>Thema</strong>: cardio-anesthesiologie<br />
Anesthesie bij<br />
pulmonalis<br />
endarterectomie<br />
Care en Pijnbehandeling St. Antonius<br />
Ziekenhuis, Nieuwegein<br />
2 Afdeling Cardiothoracale Chirurgie St.<br />
Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein<br />
3 Afdeling Longziekten St. Antonius<br />
Ziekenhuis, Nieuwegein<br />
1 Afdeling anesthesiologie, Intensive<br />
contactinformatie<br />
Eric P.A. van Dongen<br />
Anesthesioloog-opleider<br />
St. Antonius Ziekenhuis<br />
Postbus 2500<br />
E.P.A. van Dongen, MD PhD 1<br />
P. Bruins, MD PhD 1<br />
W.J. Morshuis, MD PhD 2<br />
R.J. Snijder, MD 3<br />
L.P. Reusen, MD 1<br />
L.J. Bras, MD 1<br />
C.J. Pronk, MD 1<br />
3430 EM Nieuwegein.<br />
Email h.dongen@antoniusziekenhuis.nl<br />
samenvatting Chronische trombo-embolische pulmonale<br />
hypertensie (CTPH) is een sluipend asymptomatisch verlopend<br />
ziektebeeld dat onbehandeld een slechte prognose heeft. Een goede<br />
behandelingsmogelijkheid is chirurgisch ingrijpen middels een<br />
bilaterale arteriae pulmonalis thrombo-endarterectomie. Een andere<br />
behandeloptie in het eindstadium is longtransplantatie. In dit artikel<br />
wordt het perioperatief anesthesiologisch handelen bij bilaterale<br />
arteriae pulmonalis thrombo-endarterectomie beschreven.<br />
Inleiding<br />
Chronische trombo-embolische pulmonale<br />
hypertensie (CTPH) is een<br />
vaak niet herkend en sluipend asymptomatisch<br />
verlopend ziektebeeld.<br />
De exacte incidentie is nog steeds<br />
onbekend. Hoewel het risico op het<br />
optreden van CTPH wordt geschat<br />
op 3 à 4% na het diagnosticeren en behandelen<br />
van een longembolie [1]. De<br />
incidentie onder vrouwen is hoger dan<br />
bij de mannen.<br />
Onbehandeld is de prognose slecht.<br />
Patiënten met een gemiddelde pulmonale<br />
arteriële druk > 50 mmHg hebben<br />
een 2 jaars overleving van 20% en een 5<br />
jaars overleving van 10%.<br />
Na een diepveneuze trombose treedt er<br />
bij ongeveer 50% van de patiënten een<br />
longembolie op. Meestal vindt er een<br />
volledig herstel plaats van de longdoorbloeding<br />
door spontaan oplossen van<br />
het trombo-embolisch materiaal. Bij 1<br />
op de 10 patiënten echter treedt fibreuze<br />
organisatie op van het onopgeloste<br />
stolsel, uiteindelijk leidend tot obstruering<br />
van het arteriële lumen [2,3].<br />
Deze verhoging van de pulmonale<br />
vaatweerstand leidt uiteindelijk tot<br />
pulmonale hypertensie in rust. Waarschijnlijk<br />
zet de initiële longembolie<br />
een cascade in werking met onder<br />
andere het vrijkomen van trombolytisch<br />
resistente fibrine en lage spiegels<br />
van trombo-moduline en vaso-actieve,<br />
inflammatoire en mitogene factoren.<br />
Het eindresultaat is media verdikking<br />
in de arteria pulmonalis en obstructie<br />
van het arteriële lumen met de bovenbeschreven<br />
chronische pulmonale hypertensie<br />
als gevolg. Dit ziektebeeld is<br />
dermate invaliderend en prognostisch<br />
slecht dat thoraxchirurgische behandeling<br />
is geïndiceerd. In tabel 1 worden<br />
mogelijke oorzaken <strong>voor</strong> CTPH weergegeven.<br />
Anesthesiologische<br />
overwegingen<br />
Pulmonale hypertensie in rust ontstaat<br />
als meer dan 60% van het longvaatbed<br />
is afgesloten.