HVAC Systems - GEA Happel Belgium

GEA MPower Geko
7 Inbedrijfstelling
Verwarmen minimumbegrenzing (variabel):
De ingestelde minimumtemperatuurwaarde kan onderschreden worden
wanneer de reële ruimtetemperatuur boven de ingestelde waarde
ligt en wel met de waarde die voortvloeit uit de afwijking van de
ruimtetemperatuur, vermenigvuldigd met de invloedfactor.
–– Voordeel: Oververwarming van de ruimte door de minimumbegrenzing
kan voorkomen of geminimaliseerd worden.
–– Nadeel: De inblaastemperatuur kan de minimumtemperatuurwaarde
onderschrijden.
Fabrieksinstelling en invoergrenswaarden van de invloedfactor:
–– Standaardwaarde 1,0
–– Minimale invoerwaarde 0,4
–– Maximale invoerwaarde 4,0
Verwarmen maximumtemperatuur
Wanneer deze functie geactiveerd wordt en er een temperatuursensor in
de inblaaslucht geplaatst is, kan hier een temperatuurwaarde ingevoerd
worden, die de inblaaslucht niet mag overschrijden.
Fabrieksinstelling en grenswaarden voor de invoer:
–– Standaardwaarde 60,0°C
–– Minimale invoerwaarde 25,0°C
–– Maximale invoerwaarde 60,0°C
Koelen minimumtemperatuur
Wanneer deze functie geactiveerd wordt en er een temperatuursensor in
de inblaaslucht geplaatst is, kan hier een temperatuurwaarde ingevoerd
worden, die de inblaaslucht niet mag onderschrijden.
Fabrieksinstelling en grenswaarden voor de invoer:
–– Standaardwaarde 10,0°C
–– Minimale invoerwaarde 10,0°C
–– Maximale invoerwaarde 20,0°C
PR-2009-0016-NL • Wijzigingen voorbehouden • Stand 10/2009 89