23.11.2014 Views

Binder_stotteren_bij_kinderen_adolescenten_en_volwassenen

Binder_stotteren_bij_kinderen_adolescenten_en_volwassenen

Binder_stotteren_bij_kinderen_adolescenten_en_volwassenen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

stelperc<strong>en</strong>tages ook van toepassing zijn op de klinische populatie, dit zijn de <strong>kinder<strong>en</strong></strong> waarvan<br />

de ouders zich met e<strong>en</strong> hulpvraag meld<strong>en</strong> <strong>bij</strong> e<strong>en</strong> logopedist of logopedist-stotterherapeut.<br />

3.3.1 Preval<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> incid<strong>en</strong>tie<br />

De meeste <strong>kinder<strong>en</strong></strong> beginn<strong>en</strong> met <strong>stotter<strong>en</strong></strong> op e<strong>en</strong> leeftijd tuss<strong>en</strong> 2 <strong>en</strong> 4 jaar. Hoewel er<br />

case studies bek<strong>en</strong>d zijn van m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> die in hun ti<strong>en</strong>erjar<strong>en</strong> zijn gaan <strong>stotter<strong>en</strong></strong>, komt <strong>stotter<strong>en</strong></strong><br />

dat is ontstaan na het neg<strong>en</strong>de lev<strong>en</strong>sjaar zeld<strong>en</strong> voor. De kans om te gaan <strong>stotter<strong>en</strong></strong> lijkt<br />

op 4-jarige leeftijd voor 95% voor<strong>bij</strong> (Yairi & Ambrose 2013). Kinder<strong>en</strong> die na het vierde jaar<br />

zijn begonn<strong>en</strong> met <strong>stotter<strong>en</strong></strong> lijk<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhoogd risico te hebb<strong>en</strong> op blijv<strong>en</strong>d <strong>stotter<strong>en</strong></strong> (Yairi<br />

& Seery 2011).<br />

Naarmate het <strong>stotter<strong>en</strong></strong> langer aanwezig is neemt de kans op spontaan herstel af. Kort nadat<br />

de eerste stottersymptom<strong>en</strong> zijn waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> wordt de kans op spontaan herstel geschat<br />

op ongeveer 75%. Deze kans zakt na één jaar naar 63%, twee jaar later naar 47%, drie jaar<br />

later naar 16% om uiteindelijk te dal<strong>en</strong> tot 5% vier jaar na aanvang van het <strong>stotter<strong>en</strong></strong> (Yairi &<br />

Seery 2011). Het aantal <strong>kinder<strong>en</strong></strong> dat één jaar nadat zij begonn<strong>en</strong> zijn met <strong>stotter<strong>en</strong></strong> volledig<br />

is hersteld wordt geschat op 6,3 tot 9% (Yairi & Ambrose 2005; Reilly et al 2013). Spontaan<br />

herstel van <strong>stotter<strong>en</strong></strong> <strong>bij</strong> <strong>adolesc<strong>en</strong>t<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> is nog steeds mogelijk, maar is vrij<br />

zeldzaam (Finn et al 2005; Kell et al 2009).<br />

3.3.2 Familiegeschied<strong>en</strong>is<br />

De sterkste <strong>en</strong> vroegste voorspeller voor spontaan herstel is de aanwezigheid van blijv<strong>en</strong>d<br />

<strong>stotter<strong>en</strong></strong> of hersteld <strong>stotter<strong>en</strong></strong> in de familie. Indi<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong>d <strong>stotter<strong>en</strong></strong> in de familie van het<br />

kind dat stottert aanwezig is dan is de kans dat het kind, zonder behandeling, blijft <strong>stotter<strong>en</strong></strong><br />

65%. Bij aanwezigheid van hersteld <strong>stotter<strong>en</strong></strong> in de familie van het kind is de kans op spontaan<br />

herstel ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s 65% (Yairi & Ambrose 2005; Seery & Yairi 2011).<br />

3.3.3 Geslacht<br />

Al op jonge leeftijd beginn<strong>en</strong> er meer jong<strong>en</strong>s te <strong>stotter<strong>en</strong></strong> dan meisjes (2:1). Het herstel <strong>bij</strong><br />

meisjes is groter dan <strong>bij</strong> jong<strong>en</strong>s. De ratio <strong>stotter<strong>en</strong></strong>de mann<strong>en</strong>-vrouw<strong>en</strong> <strong>bij</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> is<br />

ongeveer 4:1. Meisjes hebb<strong>en</strong> niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gunstiger prognose om te herstell<strong>en</strong> van het<br />

<strong>stotter<strong>en</strong></strong>, zij lijk<strong>en</strong> ook sneller te herstell<strong>en</strong> dan jong<strong>en</strong>s. Wanneer het <strong>stotter<strong>en</strong></strong> van e<strong>en</strong><br />

meisje één jaar na het ontstaan van het <strong>stotter<strong>en</strong></strong> niet duidelijk is verminderd, neemt het<br />

risico op blijv<strong>en</strong>d <strong>stotter<strong>en</strong></strong> sterker toe dan <strong>bij</strong> e<strong>en</strong> jong<strong>en</strong> (Yairi & Seery 2011).<br />

Richtlijn Stotter<strong>en</strong> <strong>bij</strong> <strong>kinder<strong>en</strong></strong>, <strong>adolesc<strong>en</strong>t<strong>en</strong></strong> <strong>en</strong> volwass<strong>en</strong><strong>en</strong>,oktober 2014 38

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!