Ethernet Basics Rev. 02 - Phoenix Contact
Ethernet Basics Rev. 02 - Phoenix Contact
Ethernet Basics Rev. 02 - Phoenix Contact
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
TCP/IP 59<br />
TCP eist van elke Client dat deze een lokaal protocolnummer kiest dat nog niet aan een dienst<br />
is toegewezen. Elke Client welke een TCP segment verstuurt zal dit lokaal poortnummer in<br />
het source port veld plaatsen. Het protocolpoortnummer van de Server wordt in het destination<br />
port veld geplaatst.<br />
Op de computer van de Server gebruikt TCP de combinatie van de protocolpoortnummers<br />
en de IP adressen om een bepaalde communicatie te identificeren. Op deze manier kunnen<br />
er berichten van meerdere Clients voor dezelfde Server aankomen zonder een probleem te<br />
veroorzaken. Samengevat moet iedere (Internet) socket uniek zijn.<br />
Figuur 3.17: Client Server model over TCP/IP<br />
Figuur 3.17 toont hoe een ondubbelzinnige communicatie tot stand komt wanneer twee<br />
Clients op eenzelfde PC een remote verbinding aangaan met dezelfde Server.<br />
De communicatie tussen Client 1 en de Server wordt gekenmerkt door volgende socket:<br />
• Protocol: TCP<br />
• SP: 4400<br />
• DP: 80<br />
• SA: 172.23.1.101<br />
• DA: 172.23.2.51<br />
De communicatie tussen Client 2 en de Server wordt gekenmerkt door volgende socket:<br />
• Protocol: TCP<br />
• SP: 4444<br />
• DP: 80<br />
• SA: 172.23.1.101<br />
• DA: 172.23.2.51<br />
Het volstaat dat één van de parameters verschillend is om beide verbindingen een unieke<br />
identificatie toe te kennen.