01.12.2014 Views

Ethernet Basics Rev. 02 - Phoenix Contact

Ethernet Basics Rev. 02 - Phoenix Contact

Ethernet Basics Rev. 02 - Phoenix Contact

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Inleiding 2<br />

Het OSI model bestaat uit zeven functionele lagen. Elke laag bezit een aantal gedefinieerde<br />

functies. Hieronder volgt een beperkte opsomming van de verschillende lagen:<br />

FYSIEKE LAAG (laag 1)<br />

Deze laag verzorgt de koppeling met het medium waarover de informatie tussen twee punten<br />

in het netwerk wordt verstuurd: dit betekent dat deze laag voorziet in de mechanische,<br />

elektrische of optische entiteiten die nodig zijn om de fysieke verbinding tot stand te brengen,<br />

te onderhouden en te verbreken.<br />

DATALINKLAAG (laag 2)<br />

De protocollen van laag 2 geven aan hoe de frames uiteindelijk over het netwerk moeten<br />

verstuurd worden. Laag 2 handhaaft een foutdetectie- en correctiemechanisme om er zeker<br />

van te zijn, dat transmissiefouten worden afgehandeld en dat de gegevens aan de andere<br />

zijde juist ontvangen worden.<br />

NETWERKLAAG (laag 3)<br />

Op dit niveau wordt de adressering, dat wil zeggen het vinden van een route door het netwerk<br />

en het voorkomen van opstoppingen binnen het netwerk geregeld. De netwerklaag zorgt<br />

voor het transport van berichten van het ene knooppunt naar het andere op de weg van de<br />

zender naar de uiteindelijke ontvanger.<br />

TRANSPORTLAAG(laag 4)<br />

De transportlaag is verantwoordelijk voor een betrouwbare overdracht van de gegevens.<br />

De transportlaag zorgt voor een logische verbinding tussen de beide eindsystemen van het<br />

netwerk (een logische punt tot punt verbinding). Hierdoor wordt een foutloos datatransport<br />

gerealiseerd, waarbij de gegevens in de goede volgorde aankomen bij de ontvanger.<br />

SESSIELAAG (laag 5)<br />

Hier wordt voorzien in de controlestructuur van de dialoog (sessie) tussen twee applicaties<br />

over het netwerk, alsmede in het opzetten en verbreken van een dergelijke sessie.<br />

PRESENTATIELAAG (laag 6)<br />

De protocollen in laag 6 bepalen hoe data wordt weergegeven: dit is nodig omdat verschillende<br />

computersystemen getallen en tekens verschillend representeren. Deze laag verzorgt<br />

dus onder andere de vertaling van codes, bv. van ASCII naar EBCDIC.<br />

APPLICATIELAAG (laag 7)<br />

Deze laag levert diensten aan de toepassingen die draaien ten behoeve van de gebruikers<br />

op de systemen van het netwerk.<br />

De afspraak bij het referentiemodel is dat het te versturen bericht van de zender deze zeven<br />

lagen doorloopt. Iedere laag van het model voorziet het bericht van een header, startend<br />

vanaf laag 7 en vervolgens afdalend naar laag 1, zie figuur 1.2. In de header staat aangegeven<br />

welke datacommunicatiefuncties moeten worden uitgevoerd.<br />

Voor het functioneren van de communicatieprotocollen wisselt iedere laag informatie uit met<br />

de corresponderende laag aan de andere kant van de verbinding, los van de applicatiedata<br />

die de uiteindelijke gebruikers van de verbinding naar elkaar toesturen. In het OSI model<br />

voegt elke laag een stukje informatie toe (header) aan de gebruikersdata van de verzendende<br />

kant, die er vervolgens aan de ontvangende kant weer door de corresponderende<br />

laag wordt afgepeld. De datalinklaag plaatst meestal niet alleen extra informatie voor de

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!