Ethernet Basics Rev. 02 - Phoenix Contact
Ethernet Basics Rev. 02 - Phoenix Contact
Ethernet Basics Rev. 02 - Phoenix Contact
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Uitbreidingsprotocollen en netwerkapplicaties 80<br />
computersystemen die via NTP daar de tijd van afhalen, zijn per definitie ’stratum 1’. Het<br />
protocol beschikt over enkele intelligente functies. Zo kan een een NTP Client van meerdere<br />
NTP servers gebruik maken, waarbij de NTP Client zelf uitzoekt welke server het beste werkt.<br />
Aan de hand van een aantal beslissingscriteria kiest een NTP Client een server en synchroniseert<br />
zich daar aan. Kleine verschillen in tijd tussen server en client worden door de client<br />
bijgewerkt door de tijdsverwerking op de client computer iets sneller of langzamer te laten<br />
werken. Daardoor kan zonder sprongen in tijd het verschil worden weggewerkt.<br />
4.9.4 SSH<br />
Secure Shell situeert zich in de applicatie laag van het TCP/IP protocol. SSH vervangt oudere<br />
protocollen zoals telnet en rlogin door een beveiligde variant daarvan. Het protocol maakt<br />
gebruik van TCP-poort 22.<br />
SSH maakt het mogelijk om op een veilige manier in te loggen op een andere computer, en<br />
op afstand commando’s op de andere computer uit te voeren via een Shell. De toegepaste<br />
encryptie maakt het voor vreemden moeilijk om de originele commando’s te achterhalen.<br />
Een groot voordeel van SSH is dat ook authenticatie met behulp van een private / public key<br />
mogelijk is. Hierdoor kunnen SSH toepassingen geautomatiseerd gebruikt worden zonder dat<br />
er een wachtwoord in de code hoeft te staan. Ook kan op elk systeem dat de publieke sleutel<br />
kent, aangemeld worden door het gebruik van de geheime sleutel.<br />
4.9.5 CLI (Command Line Interface)<br />
Wanneer een besturingssyteem een Command Line Interface voorziet, dan kan de gebruiker<br />
aan de hand van een regel tekst het systeem één of meerdere opdrachten laten uitvoeren.<br />
Eens de opdracht uitgevoerd krijgt de gebruiker opnieuw de kans om een volgende commandoregel<br />
in te geven. Een commando wordt meestal afgesloten met de -toets.<br />
Gekende CLIs zijn de command.com (DOS) of bash (UNIX). Naast besturingssystemen zijn er<br />
ook andere programma’s die met een CLI kunnen werken. De FTP-client en de Telnet-client<br />
van Microsoft bijvoorbeeld gebruiken een opdrachtregel.<br />
Industriële switches zijn meestal ook configureerbaar via een CLI.