Ethernet Basics Rev. 02 - Phoenix Contact
Ethernet Basics Rev. 02 - Phoenix Contact
Ethernet Basics Rev. 02 - Phoenix Contact
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
De switch 85<br />
management interface te moeten gebruiken. Verder is het mogelijk om in smart mode de<br />
switch te resetten naar default settings.<br />
De switch kan als Profinet IO device geconfigureerd worden. Via wabbased management of<br />
in smart mode kan de operating mode op default (normale <strong>Ethernet</strong> switch) of op Profinet IO<br />
geplaatst worden. Wordt de switch als Profinet IO device geconfigureerd, dan kan de switch<br />
opgenomen worden als Profinet IO device in de Profinet engineeringsoftware. Op die manier<br />
is er in de engineeringsoftware per ingang van de switch een byte aan diagnose-informatie<br />
ter beschikking.<br />
De SMCS switch ondersteunt het LLDP-protocol conform de IEEE8<strong>02</strong>.1ab. De switch verstuurt<br />
en ontvangt management- en verbindingsinformatie van naburige toestellen. Op die manier<br />
kunnen netwerkarchitecturen visueel voorgesteld of opgevolgd worden via beschikbare software<br />
tools. Profinet engineeringsoftware maakt hiervan gebruik om netwerkdiagnose visueel<br />
in kaart te brengen.<br />
De switch ondersteunt twee wachtrijen voor prioriteit (traffic classes volgens de IEEE8<strong>02</strong>.1D).<br />
Ontvangen datapakketten worden toegekend aan deze wachtrijen afhankelijk van hun prioriteit.<br />
De prioriteit is aangegeven in de VLAN tag van het <strong>Ethernet</strong> frame. Dit zorgt ervoor<br />
dat data met een hoge prioriteit geen vertraging ondervindt door grote hoeveelheden lage<br />
prioriteitsdata. In geval van een overload wordt data met een lage prioriteit niet meer binnengelezen.<br />
Dit principe wordt gebruikt door o.a. Profinet RT en heet Quality of Service.<br />
Een VLAN tag conform de IEEE8<strong>02</strong>.1Q kan verwerkt worden door de switch. Deze tag bestaat<br />
uit 4 bytes en staat in het <strong>Ethernet</strong> frame tussen het source address en het type veld. In die<br />
4 bytes staan er 3 bits die de prioriteit aangeven. Via de web-interface kunnen verschillende<br />
VLANs per poort op de switch ingesteld worden. Op deze manier kunnen verschillende VLANs<br />
opgebouwd worden binnen een netwerkarchitectuur met dergelijke switches. Binnen één<br />
fysisch netwerk kunnen zodoende verschillende logische netwerken gecreëerd worden.<br />
De switch ondersteunt Spanning Tree Protocol (STP) en Rapid Spanning Tree protocol (RSTP).<br />
STP is beschreven in de IEEE8<strong>02</strong>.1d norm en laat toe om ringstructuren of mesh structuren<br />
te vormen in de topologie van het netwerk. Door de mesh structuren kunnen er meerdere<br />
verbindingspaden bestaan tussen twee toestellen. Om oneindige loops en broadcast storms<br />
tegen te gaan worden enkele verbindingen onderbroken door de switch. In het geval van een<br />
kabelbreuk zal het netwerk na een zekere tijd (20..50s) herstellen door de uitgeschakelde<br />
poorten terug in te schakelen. Uitgeschakdelde poorten kunnen wel nog data ontvangen<br />
maar geen meer verzenden. Alleen ingeschakelde poorten zullen data verzenden.<br />
Het RSTP is een vernieuwde versie van het STP en kan zorgen voor omschakeltijden van 1 tot<br />
10s. Ook het RSTP ondersteunt mesh en ringstructuren. Bij de RSTP configuratie kan RSTP<br />
Fast Ring Detection functie geactiveerd worden. De functie is enkel mogelijk bij 10 of 100<br />
Mbps. Met de Fast Ring Detection funcite kan snellere omschakeltijden bekomen worden.<br />
De SMCS ondersteunt het Media Redundancy Protocol (MRP). Bij een ringtopology wordt bij<br />
een fout een hersteltijd van 200 tot 500ms verzekerd.<br />
Via SNMP (Simple Network Management Protocol) kan het toestel gemonitord worden via<br />
het netwerk. Een SNMP management systeem heeft de mogelijkheid om configuratiedata<br />
van het toestel te lezen en aan te passen en om aan diagnose te doen. Versies 1 en 2c